Duizelingwekkende hoogten van raketten en vanreiskosten vak Modeschoeisel in Nederland DE WITTE HANDSCHOEN Een klemmend probleem Wij zullen onze fantasie wel wat moeten beteugelen LENTE Een spannend avontuur van Gert Propag< Bon Retour naar de maan? Verstotelingen? De missionering der Islamietische landen Tegenstellingen moeten worden uitgewist PAG. b Vrijdag 8 April 1949 HOGER EN HOGER stijgen de raketten en daarmee gaat de ver beelding en het verlangen van de mens steeds verder en verder de wereldruimte in. Reeds nu gaat onze verbeelding uit naar ruimte schepen, waarmede we de wereld ruimte zouden kunnen doorkrui sen. Laten we echter onze fantasie beteugelen en ons gaan beperken tot het binnen afzienbare tijd mo gelijke. Vooral gaan we echter eerst na, wat reeds bereikt is met de raket-proefnemingen te White Sands, een woestijnvlakte in de Verenigde Staten. Ongeveer een dertigtal raketten van een verbeterd V 2-model zijn daar nu afgevuurd, die bijna alle maal hoogten hebben bereikt van meer dan 80.000 meter. Elk van deze raketten was beladen met wetenschappelijke instrumenten om temperatuur, samenstelling van de hogere luchtlagen, zonne straling, cosmische straling, e.d. te meten op grote hoogte van de aarde. Men heeft foto's kunnen maken van de aarde op een af stand van 150 km. en zelfs heeft men geprobeerd uit het raket kunstmatige meteoren af le schie ten. Zo's reis per raket is echter een kostbare geschiedenis, men bere kent deze op een gemiddelde van £3000.en meer per km. In de kringen van raket-deskundigen gelooft men nu reeds in staat te zijn een voorwerp naar de maan te sturen. Dit zou echter bijzonder kostbaar zijr. (ong. f 1.152.900.000.- zou alleen een enkele reis naar de maan voor een onbemande raket moeten kosten); niemand kan echter een reden bedenken om naar de maan te gaan. Natuurlijk, interessant zou het zeker zijn; maar weegt het belang, dat we in de maan stellen, wel op tegen de kosten, de moeite en het risico? De grootste moeilijkheid bij een reis naar de maan zou het ontsnap pen aan de aantrekkingskracht van de aarde leveren. Kunnen we hier het hoofd aan bieden, dan zou men niet alleen de maan, doch ook Mars en eventueel andere pla neten kunnen bereiken. Doch welk een moeilijkheden zijn aan een dergelijke reis verbonden! Stel u voor, dat u de reis zoudt willen ondernemen. U hebt u ge wapend tegen de koude op Mars 40° C), of de tropische hitte op Venus 130° F), of de ge weldige temperatuurswisselingen op de maan, dan vormt toch nog het grootste probleem de atmos feer van de aarde. Eerst houdt deze ons ruimteschip tegen en daarna, als deze tegendruk over wonnen is, moet u er een grote hoeveelheid van meenemen, om dat u nengens in de wereldruimte genoeg lucht om van te leven zult aantreffen. Zelfs al zoudt u ook voor dit probleem een oplos sing weten en zoudt u een manier vinden om de geweldige versnel lingen te overleven, die het raket nodig heeft om de aarde te ver laten, dan zijn er nog andere ge varen in de wereldruimte. Een wel zeer groot gevaar is het, dat ons schip getroffen zal worden door meteoren, die met een snelheid van minstens 50.000 km/uur door het wereldruim zweven. Een botsing met zo'n me teoor zou direct ons ruimteschip vernietigen. Er zijn dus weinig practische en meer onpractische aspecten van een reis door het wereldruim, vooral_indien men be mande projectielen" zou gebruiken Laat ons nu eens beschouwen, wat binnen afzienbare tijd wel mogelijk zal zijn. Men zou een projectiel, voorzien van radiobesturing tot op enige duizenden kilometers buiten de aarde kunnen zenden en men zou dit zo kunnen doen, dat dit pro jectiel alleen onder invloed van de zwaartekracht als een tweede maan rondom de aarde zou gaan draaien. Dit zou een prachtig zon- ne-observatorium kunnen zijn, in dien we de juiste meetapparaten konden meegeven, want juist een groot ,deel van het zonnelicht wordt door de onderste lagen van onze atmosfeer opgeslorpt. Een andere proefneming is die van de kunstmatige meteoren Deeltjes, die op grote hoogten uit het raket afgeschoten worden, zouden gelijken op de werkelijke meteoren in onze dampkring. Op 17 Dec. 1946 heeft men dit reeds geprobeerd, maar de kogels, die uit het raket zouden worden af geschoten, heeft men niet verder kunnen waarnemen. En dan bestaat er natuurlijk nog onze grote interesse voor de maan. Als het mogelijk is een projectiel naar de maan te zenden, dan is het eefste plan, om dit te Iaden met een atoombom, zodat op de maan een ontploffing zou ontstaan, waardoor stukken van de maan worden afgeslingerd. Men hoopt nu, dat enkele van die stukken onze aarde zonder ongelukken zullen bereiken, zodat we de stuk ken zullen kunnen onderzoeken. Zo zouden we iets te weten kun nen komen over de oppervlakte van de maan, waarvan tot nu toe nog zeer weinig bekend is. De moeilijkheid van een dergelijk projectiel naar de maan is echter, dat we wel heel zeker moeten we ten, dat dit op de maan terecht zal komen, want de ramp zou niet te overzien zijn, als het projectiel zich omkeerde en naar de aarde terug zou vallen. Daarom zal ook dit laatste plan wel niet binnen enkele jaren te verwezenlijken zijn. In ons blad van Maandag 14 Maart j.l. plaatsten wij een artikel getiteld „Over 2 jaar retour naar de maan". Van wetenschappelijke zijde meent men, dat de populaire voorlichting, welke hiermee werd beoogd, de weten schappelijke voorlichting over dit belangrijke pro bleem wel wat geweld heeft aangedaan. Een deskundige, de heer B. Dechesne te Gro ningen, verzoekt ons daarom plaatsing van het onder staand artikel, dat enkele z.i wat al te scheef getrokken stellingen weer overeind wil zetten. Als echter dit plan zou kunnen slagen, dan zouden we weten wel ke stoffen zich op de maan be vonden en we zouden daaruit de geschiedenis van de maan kunnen toetsen aan de theorie. Men neemt aan, dat de maan ontstaan is uit de aarde. De maan werd afgewor pen, toen de aarde nog vloeibaar was en veel sneller rondwentelde, dan nu het [geval is. Al gauw, na dat de maan van de aarde geschei den was, is ze snel afgekoeld, vooral aan de oppervlakte, zodat de maankorst ons nog een ver stard beeld geeft van een koken de brij. Uit stukjes van de maankorst zou men nu iets, kunnen opmaken, omtrent de praehistorie van onze eigen planeet, de aarde. Of we echter iets te weten zullen komen over de gebeurtenissen op aarde, sinds de scheiding tussen maan en aarde, dat is al te fantas tisch en deze verwachting behoort zeker tot hel rijk der fabelen Groningen. B. C. Dechesne. De uit een groot aantal Franse films bekende, jonge filmster Simone Signoret is door de Zwitserse film-maatschappij ..Prasens" geëngageerd voor de hoofdrol in „Swiss Tour B XV". Deze rolprent heeft tot onder werp het leven van Amerikaan se verlofgangers in Zwitserland en is de eerste Zwitserse film, waarin Franse, Amerikaanse en West-Zwitserse elementen van taal, handeling en sfeer zijn verenigd. Simone Signoret tij dens een draaipauze van de bui tenopnamen in de buurt van Zermatt. In hotel Kurhaus te Schevenin- gen is de eerste show van mode schoeisel in Nederland gehouden, waarvoor zeer grote belangstelling bestond. Vier bekende fabrikanten van modeschoeisel, de firma's H. J. van Bladel, J. Blok van Heyst, A. H. van Schijndel en G. L. Smits en Cie te Dongen hadden in sa menwerking met de Nederlandse Vereniging van Winkeliers in Luxe-Schoeisel en de N.V. Uitge versmaatschappij „De Gelderlan der", die het maandblad voor schoenwinkeliers en schoenindus triëlen „De Pasbank" uitgeeft, het initiatief tot deze show genomen, die in de eerste plaats beoogde duidelijk te maken, dat het schoei sel, in het bijzonder het mode- schoeisel een niet te verwaarlozen onderdeel van de kleding is en in de tweede plaats de aandacht te vestigen op de rijk gevarieerde mogelijkheden, die de schbenen- mode dit jaar biedt. In Engeland en Amerika worden eeds sinds vele jaren schoenen- shows gehouden, doch uitsluitend voor de handel. Voor het eerst werd nu in Nederland ook een show van schoeisel gehouden, doch naast de voorlichting van de han del was deze show tevens en in de voornaamste plaats bedoeld als voorlichting van het publiek. Aan juiste voorlichting over het mode schoeisel is het Nederlandse da- mespubliek tot nu toe aanzienlijk tekort gekomen. Bij de talrijke textielshows, die in ons land worden gehouden, speelt het schoeisel slechts een on dergeschikte rol. Zo weinig is men zich bewust van de betekenis van het schoeisel in verband met de kleding, dat onlangs een radio spreekster in een modepraatje kon verklaren, dat de schoenenmode thans erg gemakkelijk is, daar men vrijwel bij ieder toilet een paar zwarte pumps zou kunnen dragen. Tegen dergelijke volko men onjuiste opvattingen heeft de schoendetailhandel thans de strijd aangebonden. In deze trant sprak de heer W. Bons. de voorzitter van de Neder landse Vereniging van Winkeliers in Luxe-Schoeisel, op een oerscon- ferentie, die voor de aanvang van de show te Scheveningen werd gehouden. De heer Bons heeft er in zijn uiteenzetting voorts nog de aandacht op gevestigd, dat het schoeisel, op de show getoond, bij de winkeliers in luxe-schoeisel ook werkelijk verkrijgbaar is of oin- nenkort verkrijgbaar zal zijn. Men heeft persé geen modellen of pas vormen willen brengen, die wel licht een attractie hadden kunnen zijn, doch voor het doel van de show ten enenmale waardeloos zouden zijn geweest. Deze eerste show mocht zich in een grote belangstelling verheu gen, terwijl ook voor de show te Amsterdam, die de volgende dag plaatsvond, de belangstelling groot was. Een verslaggeefster schrijft ons naar aanleiding van deze show nog het volgende: De show in het Kurhaus heeft be wezen, dat het schoentje meer is dan aileen maar gebruiksvoorwerp. En wij konden onze neiging, om onze ogen af te laten glijden beter nog „op" te laten glijden naar de japonnen, mantels en tail leurs (meest Zwitserse modellen van Nieuwendijk Modes N.V. te Amsterdam) niet onderdrukken. We kwamen hierbij tot de ontdek king, dat het geheel steeds harmo nieus was, hetgeen uiteraard ook in de bedoeling van deze show lag. De organisatoren zijn dan ook zeker geslaagd in hun opzet om het publiek te laten zien, dat schoenen niet zomaar „gebruiksvoorwerpen" zijn, maar wel degelijk een belang rijk onderdeel van de kleding vor- men. Er wordt allerwege nog re weinig aandacht aan het schoeisel ge schonken. In deze lacune moet worden voorzien. We moesten we ten, dat bij een geklede japon of mantel met succes een laaggehakte schoen gedragen kan worden. Dat dit seizoen o.i. helaas vele mo dellen met hoge hak geïnspireerd zijn op die anno met 1920 met Louis Quinze-hak. Dat ook bij .geklede schoenen het voorblad opengewerkt zal zijn; dat we zwart zullen zien dragen bij pasteltinten in de kle ding en dat ook dit zeer gewild is, veelal geperforeerd. Wat we ook moeten weten, is, dat we nooit de benijdenswaardige slankheid van de mannequins zul len 'bereiken, als we dikwijls shows bezoeken. De thé complet was zó compleet, dat we bijna geen tijd De lijdensnacht breekt aan voor onze Heer. Noq acht da- qen, dan zien wij Hem aan het Kruis bloeden en sterven. Zijn vijanden hebben tot Zijn dood besloten. Het lijden zal over Hem komen, in alle zwaarte en jelheid. Ook over ons kan het lijden komen. Misschien dra- qen wij al jaren en jaren, een leven ianq. een kruis waarvan wij de last meer en meer qaan qevoelen. Worden wij daardoor wellicht verbitterd? O, 't is te beqrij-pen, dat men er toe ko men kan, zich als de verstote- linq van God te voelen inplaais van Zijn lievelinq. De marie- linq van een. ziel in haar een zaamheid! En tóch, en tóch.! Is bitterheid het qeneesmiddel? Is wanhoop een oplossing? La ten we in deze Passie-tijd eens rustiq en eerlijk durven opzien naar Christus aan het kruis. Zal dan uw ziel niet stil wor den voor God? MARCUS. Wij staarden ons maar blind op sneeuw en ijs, en Waanden alle bloei voor immer dood, Maar toen opeens een prille vogel floot, Toen wisten wij: het leven gaat herrijzen. Er schemert nu weer 's morgens achter grijze Nevels van dauw een schuchter zonnerood. De knoppen zwellen aan de jonge loot, En ene boom wordt vele paradijzen. Aan oudé, zware bomen langs de grachten Voltrekt zich weer het wonder van het jonge groen, Het sprookje van heel vroeger, toen én toen. De schoonste bloei duurt korter dan wij dachten En vrychtén komen in de plaats van bloesem-schijn, Het zal nu weldra volle, rijpe zomer zijn. EEN groot gedeelte van zijn Kostbaar leven had mijn oom in bloemen gedaan. Ineens was echter de grote ommekeer geko men: zijn aandacht en zijn liefde voor de bloemen verflauwden, hij studeerde en deed examen om zich voortaan in volle overgave te wij den aan het verkeersagentschap. „Jawèl", sprak hij, „een bloem is iets moois, een plant is iets prachtigs." Mijn aanvulling: Een stekje ook, hoewel in mindere mate," bezorgde me een waar schuwende blik van mijn moeder. „Maar," vervolgde oom, „ik wil meer, ik wil vooruit, onder de men sen. Ik weet wel, als melkboer ben je ook onder de mensen, maar melk is tenslotte maar melk, is 't niet zo." Ieder kon het hiermee eens zijn. Het was een zeer goede uitspraak en er school zelfs een diep'e wijs heid in. Wie zich wel eens aan de studie van de wijsbegeerte heeft ge waagd, kent het zo voorname iden titeitsprincipe: dat wat is,' is. Wat mijn oom zo terloops naar voren bracht was slechts een verduidelij king ervan: melk is melk. „Als verkeersagent," ging oom verder, „heb je het verkeer in je handen, en je wijst de mensen de weg. Het is per slot van rekening een menslievend ambt." Terwijl deze laatste zinsnede nog in al haar wijding in de kamer bleef hangen, keek oom rond alsof hij applaus verwachtte. Het ontzag dat duide lijk op de gezichten der aanwezi gen trilde stemde hem blijkbaar tot tevredenheid. De pastoor had het ook gezegd. „Piet, de hele wereld zal het moe ten erkennen, je hebt een fatsoen lijk gezicht en je bent eigenlijk een groot man." Oom keek de goede grijze herder eens onderzoekend aan, maar voelde zich toch wel gevleid. Tante leek ietwat teleur gesteld toen iemand haar vertelde dat haar man gewoon middenstan der bleef. Haar zwager, die maar arbeider" was, dus niet eens mid denstander, had maling aan stand. „Jij denkt maar dat tegenwoordig met stand alles te koop is, maar zo is 't nou es 'n keer niet." En zo kwam dan de dag dat oom voor 't eerst zijn functie zou waar nemen op een kruispunt zonder stoplichten. Aan het ontbijt had hij van nervositeit reeds een theekop je stukgebeten. Met een vals ge bit is dit een niet onverdienstelijke prestatie, maar als men zich een maal in uniform gestoken heeft staat men voor niets meer. Wel, oom had een vals gebit in en een unifor maan. En wat voor een uni form! Die handschoen, die grote witte handschoen was als een blank schiereland, door een wonderlijke speling der natuur aan een donker Werelddeel verbonden. Wie, in eer biedige aandacht voor de kranige figuur van een verkeersagent ver zonken, voelt geen bewondering voor het spel der natuur? Onwille keurig koestert men hier eeuVigr heidskrachten, hier waaien per spectieven open en verbreden zich vergezichten. Onbewust van de bespiegelingen waartoe hij aanleiding gaf, stond oom op zijn post en leidde het ver keer. Wat praat men over geleide economie? Wat oom deed met het verkeer dat was leiden. Meesterlijk, dat samenwerken, dat op elkaar in gesteld zijn van stopbord en witte handschoen. Verrichtte het stop bord het grovere werk, de witte handschoen bracht de fijnere af werking aan. Daar tussenin de stuwkracht, de bezieler van dit al les: oom. Met zijn haast ridicule lengte torende hij boven de jach tende mensheid uit, overzag en be heerste zijn wereld. Hij keek zoals een verkeersagent kijken moet: nors wanneer er even iets spaak loopt .onbewogen als al les goed gaat. Onbewogen, niet vriendelijk, want dan daalt hij te- zeer naar de mensen af. Onbewogen moet hij kijken: dat geeft de men sen rust en een gevoel van veilig heid. Verslappen de gelaatstrekken, dan verslapt ook de aandacht, en dit is het ergste wat een verkeers agent kan overkomen. Oom wist dit, en een golf van schrik doorvoer hem toen hij plot seling op het trottoir ontwaarde: zijn vrouw, zijn naaste buurvrouw met een dochter, die leed aan een chronische ongelukkige liefde, nog een naaste buurvrouw, die, als zij de trap boende, wel veel gevoel toonde voor maar niet veel mede lijden met het „Nonnenkoor uit Casanova", en tenslotte een rijk gevarieerd aantal buurkinderen. Achter deze illustere verzameling had ik mijzelf verdekt opgesteld. Oom wierp een snelle, schichtige blik op ons. Meteen gilde tante: „Piet, let op je werk!" Ha, let op je werk. Hij zou ze eens laten zien wat hij vermocht. Ineens werd oom aangegrepen door een vlaag van machtswellust, hij dacht er niet meer aan dat werelden en geslach ten hieraan ten onder zijn gegaan en voerde langzaam het tempo op. De witte handschoen schoot heen en weer met uitnodigende, bevelen de en bezwerende gebaren. Nauw was het laatste achterlicht achter de grens van het kruispunt ver zwonden of de eerste koplamp uit de dwarsstraat spoedde zich er reeds langs heen. Ha, dit was le ven! Een bloem is een bloem, melk is melk, maar dit was techniek, dit was kunst. Maar tante, die de din gen altijd fijn aanvoelt en bemerk te dat hier iets fout ging, stond te trappelen van zenuwen. „Piet, doe niet zo uitsloverig!" Verwijtend keek oom haar aan. Trachtte zijn eigen vrouw een mooie droom te vernietigen? „Toe nou", riep tante, „moeten ze je van je voetstuk afrijden?" Een grote Buick schoot zeer aggressief naar voren. „Pas op die buik!" Oom be greep dit verkeerd en trok kramp achtig zijn buik in. Plots kwam het gebeuren snel tot een climax, toen daar een wa gentje in het verkeer verscheen met een ezel ervoor. Die ezel ken de blijkbaar zijn plaats niet. Hij be sefte niet dat zijn tijd was geweest, dat hij niet meer paste in deze eeuw der techniek en dat hij zich had moeten schikken in een bescheiden en teruggetrokken m.jmerend over de vergane roem en importan tie van zijn geslacht. Deze zei had een doorbraak gepleegd, welnu, de gevolgen waren voor zijn eigen rekening. Deze ezel voerde boven dien zeer duidelijk het kenmerk van 21jn soort met zich mede: hij wist het beter. Zo gauw hij zag dat het stopbord hem vrije doortocht verleende bleef hij staan, als uit graniet gehouwen, h sloeg geen acht op de zweepslag van de voer man, op het lawaai der claxons, op de driftige geb-wn van de ver keersagent. Hij stond, en liet de verontwaardigde storm van auto's langs zich heen trekkentot het stopbord weer draaide. Zonder dralen schoot hij vooruit, met zijn oren plat in de nek, om het volgende moment vermorzeld te worden tot een armzalig ezelenlijk, tot een zielig „memento mori". Onbeschrijfelijk was de verkeers chaos! Met ware doodsv-racu.mg stortte tante zich vooruit naar oom, die zich gebroken van ellende aan het stopbord overeind aield. Een paardenhoofdstel, hangend aan een muur, kan nooit zo'n roerend schouwspel geboden hebben als tante, hangend aan de hals van oom. Het laatste wat mijn ogen ont waarden was een p-ite vlek tegen de rug van tante: een witte hand schoen. Toen volgde ik het voor beeld van de buurvrouwen en be zwijmde Jan van der Meer VOOR DE JEUGD DOOR T. v. d. BERG hadden naar de „complets" van kleding en schoenen te kijken. Met een koekje achter de ene en een bonbon achter de andere kies en een soes in onze hand zaten we hier juist over te soezen, toen we een grote duizendpoot op ons af zagen komen; we vergaten te eten, we móesten wel kijken en zagen tot onze geruststelling, dat het een schoen was, 'n zwart suède met een lange smalle reep zwarte lak in de lengte over de wreef, geflankeerd door vele wreef en enkelbandjes. Al konden we niet enthousiast zijn over deze creatie, toen we twee modellen, niet geïnspireerd op, maar werkelijk daterend uit 1920 aan ons oog voorbij zagen gaan, viel de vergelijking toch wel ten gunste van de moderne schoeisel uit. Al enige dagen waren de wel pen aan het kamperen in een bos, dicht bij Blaricum in 't Gooi. Het was schitterend mooi weer, dus troffen zij het wel bijzonder goed. Nu ja, dat mocht ook wel, want ze hadden de hele winter en de lente gespaard om geld bijeen te krij gen voor dit kamp zo ver van huis Ze waren er heel met een auto naar toegebracht. Het kampvuur is juist afgelopen. De akela had een prachtig ver haal voorgelezen. Zo'n echt fijn jongensverhaal. En de grote vlam men, die tussen de houtblokken, opgestapeld als een pyramide, lekten, beginnen steeds minder schijnsel te geven. Hoog boven in de ijle lucht twinkelen de sterren Een aardig gezicht tussen de den nenbomen. Heel aardig. Weldra ligt het kamp in een diepe, stille rust verzonken. Wanneer je goed luisterde, hoorde je het na-knet teren van het kampvuur. De leid sters waren zeker nog wat aan het napraten. Heel in de verte klonk het scherpe getjierp van de krekels. Gert, éen nog jonge welp, lag stilletjes voor zich uit te sta ren. Hij vond het „moorddadig" Alleen was hij 's nachts een klein beetje bang. Ook nu. De andere jongens sliepen weer lekker. Door het open tentdoek aan de voor zijde zag je de kopjes op de tak ken en de borden in het rek, daar in de hoek moest de afvalput zijn, want dat was een donkere plek in het lichte zand. Er kwam een windje opzetten. Het zeildoek be gon iets heen en weer te trillen. In de tent zelf kwam een warme, bijna zwoele wind naar binnen gestreken. Gert kreeg het er warm van. Hij was wat in zichzelf aan het praten. Langzaam dommelde hij in. Midden in de nacht schrok hij op. Wat hoorde hij daar? Het leek wel op het huilen van iemand, die veel pijn heeft, maar dat is een mens, absoluut!! Eventjes bleef Gert nog luisteren, maar dan nam hij een kloek besluit om te gaan zien wat er eigenlijk gaande was. Voorzichtig-aan kroop hij, om de anderen niet wakker te maken, naar de tent opening. Keek wat om zich heen en bleef als versteend gehurkt zit ten. Daar tussen de lage boompjes zag hij twee ogen heen en weer gaan.... heen en weer.... en gelijktijdig hoorde hij dat angst aanjagende gekerm. Maar wat was dat allemaal voor vreemds? Wat?c Het zweet parelde op het voor hoofd van Gert. Hij tr-ilde over geheel zijn lichaam. En twee ogen gingen heen en weer. De wolken waren samengedrongen. De hemel was inktzwart geworden. Vlug kroop Gert terug in de tent. Dan scheurde het wolkendek in tweeën. Een bliksemstraat flitste verticaal langs de hemel. Flinke regendrup pels begonnen reeds te vallen. Gert gluurde naar buiten. Pats, een druppel op zijn voorhoofd Hè, wat was dat heerlijk fris. Schuw keek hij naar de rechterkant of misschien die ogen daar nog wa ren. Ja hoor, steeds heen en weer, heen.... en.... weer gingen ze. Gert kon het niet langer uithou den en gaf een schreeuw. De jon gens schrokken wakker, nadat zij weer waren ingedommeld na de hevige donderslag: „Wat is er?" „Wie schreeuwde daar zo?" „Wat is er aan de hand, Gert?" „Moeten jullie daar eens kijken, naar de boompjes rechts. Daar achter zit iemand, want zijn ogen gaan heen en weer". Een paar kropen naar voren om eens te zien. Ze waren echter gauw terug. „Ja, jongens, we geloven dat Gert gelijk hebt, daar is iemand". „Wat zullen we nu doen?" „Akela en de anderen slapen even verder; zullen we even hard .roepen, dan komen ze vast wel" Plotseling klonk een gekrijs als van Indianen door de lucht. De Akela schrok wakker. „Bij de baard van Alla, wat >s er nu aan de hand? Jongens, stil zijn en slapen, hoor!" „Akela u moet eens komen kijken, daar is iemand". Even later is de Akela bij het groepje» „Nu, jongens, waarom -.schreeuwden jullie zo?" Bibberend begon Gert zijn ver haal, hoe hij niet kon slapen, wat AMBTENAREN BERECHT Eind vorig jaar werden twee ambtenaren van publieke werken te Amsterdam aangehouden onder verdenking van diefstal en ver duistering van goederen, toebeho rende aan de gemeente Amster dam en opgeslagen op Schiphol. Het waren de 47-jarige D. H. V. en F. S., die ervan beschuldigd werden materialen, welke door de Amerikanen op Schiphol waren achtergelaten, te hebben meege nomen. Bovendien werd valsheid in geschrifte ten laste gelegd. De officier van justitie had bij de eerste behandeling van deze zaak tegen V., die hoofdinspecteur van publieke werken te Amsterdam is, een straf van zes maanden geëist, waarvan drie voorwaardelijk. Te gen S. luidde de eis een geldboete van f 100.en een maand voor waardelijk. De uitspraak was: V. vier maanden voorwaardelijk en S. vrijspraak. hij hoorde en zag. De Akela keek Gert een beetje verwonderd aan, want hoe was zoiets nu mogelijk. Ze keerde haar hoofd om in de aangeduide richting en ja wel hoor. Twee lichtjes gingen been en weer. „Jongens, ik denk, dat ik weet wat het is. Komt maar mee." Resoluut stapte de Akela naar de bosjes. De jonge welpen schuchter achter haar aan. Zij ging achter het bosje om, hurkte neer en knapte een paar takjes af. Daar stonden de jongens met open monden.de lichtjes waren weg. De welpen schaarden zich rond hun leidster en de uit roepen van verbazing waren niet van de lucht: „Wat is dat nu, hoe kan dat?" „Kijk, deze takjes zijn door gisting in de Lente en door de douwregen fosfor gaan ontwik kelen. Wanneer het nu donker is, dan kun je dat zien, omdat fosfor een licht afgeeft. Zo zien jullie dus, wat de natuur al niet kan om jullie een beetje de stuipen op het lijf te jagen". „Maar Akela, dat huilen dan, dat zo heel veel leek op een mens, die pijn lijdt, dat was er toch net ook?" Het is Gert, die het vroeg. „Wel, dat waren niets anders dan uilen, doodgewo ne nachtuilen". De jongens slaak ten een zucht, dat was me een be nauwd kwartiertje, maar span nend. Ze gingen weer naar hun tenten. De hemel was in en in zwart, de regendruppels tikten hard op het tentdoek. Af en toe flitsten enkele bliksemstralen door het luchtruim. Donders mooi. De volgende dag was het prachtig weer. KANUNNIK JOSEPH CARDIJN, de oprichter van de wereldbewe ging der Kajotters, heeft een lang- duryje reis gemaakt door de Ara bische landen. Na zijn terugkeer verklaarde hij, dat hij bijzonder onder de indruk was gekomen van het enorme probleem, waarvoor de Kerk zich bij de missionering van de Islamietische landen geplaatst ziet. Dit misisoneringsprobleem is des te moeilijker op te lossen, omdat het naiiw verband houdt met tal van andere vraagstukken op het gebied van kolonisatie, ras en in dustrialisatie. Het missiewerk ziet zich geplaatst voor het probleem van de zich snel uitbreidende grote steden onmiddellijk naast grote woestijnen en onmetelijke oer wouden. Daarbij komen proble men op het gebied van de taal, zeden en beschaving, alsook die, welke betrekking hebben op het gezin, de positie van de vrouw en de sociale toestanden. Het grote probleem in deze lan den is evenwel het probleem dei- massa, de proletariërs, het mil- lioenen tellende leger van loonar beiders, die aan de ellende en de uitbuiting zijn prijsgegeven en in onzekerheid en onder de slechtste verhoudingen hun leven leiden Deze hongerige mensen, die thans ontwaken, vormen de broedplaat sen van elke soort agitatie en op stand. Onder deze omstandigheden, al dus Kanunnik Cardijn, mogen de Kerk en het Christendom zich minder dan ooit vereenzelvigen met een bepaald ras, een bepaal de klasse of met economische, po litieke of nationale belangen. Meer dan ooit moet het duidelijk zijn. dat de enige oplossing voor de eenheid en de vrede op de wereld, de opdracht van Christus is: Ite et docete omnes gentes.... 'gaat en onderwijst alle volkeren)... evangelisare pauperibus misit me (Hij.zond mij om aan de armen het Evangelie te verkondigen). Wanneer men nagaat, zo ver volgt Kanunnik" Cardijn, waarom de evangelisatie in de Islamieti sche wereld geen succes gehad heeft, dan moet men bekennen, dat er, afgezien van het godsdien stige fanatisme der Mohammeda nen, op het gebied van politiek, economie en cultuur fouten zijn begaan aan de lopende band De Kerk en het Christendom vereenzelvigen zich veel te veel met de bezetters, de kolonisatoren en de Europeanen. De schandalig hoge winsten der kolonisatoren en de reusachtige ondernemingen vormen een schrille tegenstelling met de schamele armoede der in landse arbeiders. Onbekendheid met de taal bij bijna alle Europea nen maakte contact onmogelijk. Onvoldoende pogingen wat betreft het onderwijs, de woningen en de hygiëne zijn de verdere factoren, die een verklaring geven van de isolering van deze twee werelden. Kanunnik Cardijn is van mening, dat in verband met de gigantische industrialisatie en het hoge ge boortecijfer in de Islamietische landen, deze problemen niet meer kunnen worden opgelost met mi litair geweld. Een vredelievende oplossing is slechts mogelijk door acties, die de tegenstellingen en de misverstan den der vergangen eeuwen uit de weg ruimen. Men moet alle pogin gen in het werk stellen om de Is lamietische bevolking te benade ren en met haar op menselijke wij ze samen te werken. Slechts op zulk een wijze kan een vriendschappe lijke en vertrouwelijke sfeer wor den geschapen. Hij heeft op zijn reis gezien, hoe reeds enkele Christenen met suc ces de barricades van de politieke, sociale en economische onrecht vaardigheden hebben doorbroken en het vertrouwen hebben gewon nen van de verbitterde inlandse bevolking. Het is thans van het grootste belang, dat men in deze richting voortgaat en de pogingen van de verschillende kanten coör dineert. De Islamietische wereld is een gelovige wereld, en slechts een diep en absoluut Christelijk geloof vermag de scheiding weg te wis sen, die ontstaan is door een over heersers mentaliteit en een kunst matig Christendom. ALKMAAR. hield de afdeling Ned. Kath. Bond en Leidinggevend propaganda-avond ding stond van afdeling, de heer Deze herinnerd, aan de Vastenbrie: waarin aangemaai eensluiting van werknemers. Hela terzijde, hoewel n meer en meer v; dat men in een meer kan bereike; staande. In verbar hij dan ook op h de Philipsmensen, tijds begrepen had van circa 600 lec vormd. Daarna was het heer W. van Kouu het hoofdbestuur in een scherp bet lidmaatschap der o zette. Hij wees er het in vele gevalle: het ook al in Alk het leidinggevend bond te verzamele niet doordrongen lijkheid daarvan, kleinere bedrijven, maar door het pk al veel voorbereid succes verricht, to. niet waar men we nog niet voldoend zoals ook op deze slechts door een werd bezocht. Doch men dient i daarbij ook te bes. nut de organisatie stand gebracht. Sp: aan de 48-urige w ciale regelingen, ei zeer gunstig zijn e in andere landen Verder» kennen we het ouderdomspensi regeling, maatregel» tiviteit der pionier: bewegingen verkreg FamiliebericP God zegende ons ht en schonk ons een jacobus franf maria H. A. M. KRAAK A. G. H KRAAK VAN Alkmaar, 7 April 19 Platte Stenenbrug max nuyens en corrie„deutek geven kennis van voorgenomen Hu\ waarvan de mzegeni plaats hebben op Zat 30 April a.s., des mc te 10 uur, in de Par< kerk van de H. Ch phorus te Schagen. Schagen, 7 April 1949 Loet F 17 Noord A 63 Receptie: Zaterdagm 30 April, van 35 i in hotel „De Goui Engel" te Schagc Op 17 April hopen Ouders, Behuwd- Grootouders n. huibers c. l. huibers-wah hun 45-jarige Echtve ging te herdenken. Receptie van 4 tot h: Heiloo, Hoogeweg 34. 4- 4* 4- 4* 4- 4» 4» 4* 4*4* 4* 4* 4» Heden overleed, na geduldig gedragen den, voorzien van H.H. Sacramenten Stervenden, onze liefde moeder, huwd- en grootmoe. GEERTRUIDA BEKKER Weduwe van S. Kruij eerder van Jac. K< in de gezegende oud. dom van 83 jaar. Namens de fami KOS te N. Sch; woude, Julianadc en Alkmaar N. Scharwoude, 8 April 1949 De plechtige H. N van Requiem zal pla; hebben op Maand 11 April v.m. 9 uur de Parochiekerk v; St. Joannes de Doop te N. Scharwoude, waarna de begrafen Rozenkransbidden 's avonds 8 uur t« huize van Alb. c Lange, le Lagehoel straat, N. Scharwout Heden overleed, n een kortstondige ziektf voorzien van de H.E Sacramenten der Ste: venden, onze innig ge liefde echtgenote ei der kinderen zorgzam moeder cornelia van langen, ig de ouderdom van 3 jaar. N. KOSSEN en kinderen Warmenhuizen, 8 April 1949 g Dorpstraat 92. Advertentiën j. g. a. kerssemake1 alkmaar Orthop. - chirurg Uitsluitend voor orthopaedic chirurgie der bewegingsorgancn Zaterdag 9 April en Din dag. Donderdag en Zate dag voor Pasen geen spreekuur

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1949 | | pagina 6