iood De Geest vors Pinksteren Russische tragedie herhaalt zich in China Iets over het ontstaan van Kevelaer „HET PORTRET" Terugblik op verloren jaren Zaterdag 4 |uni 1949 PAG. 3 De Heilige Geest Rode propaganda tracht de missie te ontwrichten De wonderlijke ervaringen van Hendrik Bussman uit Geldern Bij het maken van een rok rgaretha Groothuieen, rt Visser, 26 jaar, te ohanna Bartha Wam- ir. Ariaantje Leegwater, van W. de Haan. trlijke stand D. Geboren: Jan, ert Moerbeek en Gr. on van Jan Alderhout Vries; Liduina Maria, tfic. H. Oudejans en ndrik, zoon van Tiem 5. van Braam, tafje Oudejans, 65 jr., Butter (Landsmeer) ïburg, 70 jaar, wed! derwijk (Hoorn). UIT INDIË IIZEN Na een maanden in de Tro- e plaatsgenoot Jan leasing met net troe- "P De Grote Beer g; rin Krankhoorn daggen uit! ■lijke stand Geboren: Jan, ieteman en M. J. M. n Geertruida Catha- ■an N. Mienis en P. g. ivera C. M. van Die- en Simon Speelman, >bus Breetveld, 36 j in Til 30 j„ Jacob i Maartje Los 19 j 24 jaar en Marga- 24 jaar. Theodorus 1st, 31 jaar en Elisa- 9 jaar, Jacobus J. jaar en Margaretha r, Henricus A. Ter- Margarétha C. Ver- ohannes P. Zoon, 30 a M, Verduin, 27 j. 26 j. en Meijnsje an de afbraak van inschrijf ingsbiljeten :ijn ingeleverd. Het leen-tebestuur ernst voornemen deze breken. is af, is daar zo'n verantwoord in deze mschaarste een nog v af te breken? En - kunstenaars heen it hun atelier gezet s er nog wel in e is in gebruik bij Woonruimte kan arden, doch atelier enaars, een beeld- ïans in een atelier, lilder nog wèi zou sen in zijn woon beeldhouwer niet. ver zou dus' öf 'n nder atelier moe- childer, een hard- eelbelovend artist, ij met zijn atelier- ïoet; in het woon- iers kan hij deze staan, dat hij daar arom gewenst, dat loorl met de gun- afbraak nog even kunstenaars aan ite geholpen zijn. '1 is nog een derde en zeer onaesthe- Dit kan men ge- och het hoofdge- ust nog wat laten dorpsschoon zou wij niet; en wij nening gestérkt an, die het met als men de beide se mooie atelier- ïen, zonder ze •s in de plaats te lat de 'Federatie nstenaars en het e beide kunste- ;en, zich ook met t. Fr. O. cvolking Ingekomen per- /aard van Heiloo Jacob Ton van roude 499. Maria Haarlem naar er N. Swart van aart 397, Corne- in van Beemster 438, Anna C. naar Kerkplein Sander van Am- ngerweg 102. nen: Theodorus est 45 naar Zéd- Til van Julia- tricum. Cathari- naWeg 202 naar X. van der Hulst Zuidervaart 404 rietje F. Kwast naar Alkmaar, Julianaweg 203 tha Schoorl van naar, Meijnsje aweg 206 naar C. Kersser.s van Alkmaar. ITE ie dames, ie dames le dames, Vincentianen, le dames, grote gezinnen e heren, e kunt u zich ietraitehuis. 2208—2081. imo Ï-BEKER oord/Neptunus e Klasse veen e Klasse i „CHRISTUS STEEG OP naar het hoogste der hemelen, en gezeten aan 's Vaders rechterhand, stortte Hij de beloofde H. Geest uit over de aangenomen kinderen. Daarom juicht in uitbundige vreugde het mensdom over heel de aarde". (Praefatie). Profusis gaudiis exsultat, letterlijk: het danst van overvloedige vreugde! De enige reden is de H. Geest, de Pinkstergebeurtenis. U kent het feit. In een zaaltje zitten mensen. Daar is een gewezen belastingamb tenaar. Een stel vissers; mannen met eelt in hun handen van de roeiriemen, lui, die het water ken nend, ermee vertrouwd zijn. Wat vrouwen. Over hen komt de H. Geest. De vlam boven hun hoofden is niets als het waarneembaar teken van Zijn komst en van hun vervuld zijn. Die mannen en vrouwen bran den van binnen. Ze moeten hun vuur meedelen en de ambtenaar en de jongens van de zee schuiven de blinden van de ramen; de deur van hun zaaltje vliegt open en ze be ginnen te spreken, wonderbaar te spreken tot de mensen, die een vreemde storm bijeenjoeg vóór hun zaal. Ze spreken over Jezus Chris tus, de Gekruiste. Een groot aantal sloot zich aan bij deze nieuwe sekte, bij de Kerk. Het zaadje door de Heer in de grond gelegd, schoot op uit de aar de. Het begon zijn groei tot de boom, waarin alle vogels kunnen nestelen, waarvan de .kruin de hele aarde beschaduwt. Op dit moment ging de Stichting van de Meester uitgroeien tot de ontzaglijke boom, die de Katholieke Kerk is. De Pink stergebeurtenis zet zich voort. Daardoor is zij, de Kerk, steeds dezelfde, steeds groeiend, steeds be zield door de H. Geest, steeds ge tuigend van Christus. Want de Geest die de Kerk leidt, is de Geest van Christus. Stephanus de eerste martelaar, riep uit vol van de H. Geest: „Ik zie de hemel open, en de Mensenzoon staan aan Gods rechterhand". Getuigen van Chris tus daartoe drijft de H. Geest. Dat is het merkteken van zijn invloed, van zijn bezieling. Doet u dit niet vanzelf terugden ken aan de bijeenkomst van Zon dag j.l. Was toen de Geest niet de drijvende kracht? Getuigen van Christus! Tienduizenden jonge mannen en jonge vrouwen, samen luisterend naar de apostelen, die Christus weer wilden zetten in het leven van ieder. Niet op het leven, als verf op een stuk hout, als het firma-merk op een fabrieks-artikel. Het klinkt misschien oneer biedig, maar is het eigenlijk niet zo dat de Heilige Geest min of meer door ons vergeten wordt? Wie denkt er aan dat de Heilige Geest tesamen met de twee andere Goddelijke Personen in ons woont, wan neer wij in staat van genade zijn? Wie denkt er aan dat zijn lichaam en dat van de anderen een tempel is van de Hëiliqe Geest? Laten wij morgen met Pinksteren ons dit alles weer eens opnieuw bewust maken. Christus ivil Zijn Geest, de Heilige Geest over ons uitstor ten. Zijn wij bereid, Hem te ontvangen? Wanneer wij Zijn Woord onderhouden, zal Hij tot ons komen. Schenk morgen eens bijzonder aandacht aan dat wonderschone Evangelie dat u zult horen voorlezen. Dat is ook voor u. MARCUS. Neen, in het leven als kracht, als levenspricipe, als zeil. Dit is le ven; ego sum vita: Ik ben het leven. .Profusis gaudiis mundus exsul tat", de wereld juicht en jubelt van uitbundige vreugde om de Geest. Het recht op vreugde, op eeuwige blijheid danken we, nu nog, aan de H. Geest, de Geest van Christus. Vlammen van vuur openbaarden Zijn goddelijke tegenwoordigheid, een vuur in ieder lid van de kerk. Zet er geen domper op. Laat Chris tus ook voor u zijn: de boodschap die God wilde mededelen, het le ven, waartoe de Geest bezielt. P. C. De volgende week zijn Woens dag, Vrijdag en Zaterdag Quater temperdagen. Op 5 Juni a.s. viert Denemar- kèn het eeuwfeest van zijn grondwet. Deze grondwet kwam tot stand onder koning Frederik VII, die van 1848 tot 1863 aan het bewind was. Voor het Cristiansborg Paleis te Kopenhagen is te zijner ere een monument opgericht, ver vaardigd door de beeldhouwer Vilhelm Bissen en in 1873 onthuld. „Getuigen! Wij moeten getui gen, overal en altijd, en onder alle omstandigheden, wijzen op de Kerk. Ons getuigenis moet overal vlammen en klinken. Wij moeten en kunnen getuigen, dat nergens en door niemand zo de barmhar tigheid, zo de goedheid, zo de lief de voor de zwakkeren in 's levens strijdperk wordt hooggehouden en beoefend als in onze Kerk. Ner gens met zoveel moed en onver schrokkenheid de waarheid wordt gediend en het geluk der mensen. Wij moeten en kunnen getuigen. Maar, doen wij het ook?" HET FEEST VAN PINKSTEREN is het feest der getui genis van de H. Geest, die spreekt door de Kerk. Negentien eeuwen al getuigt Hij van de Goddelijke Zending en is onze voortdurende aanspo ring, mede te getuigen voor de Waarheid en de Liefde van Christus. Hoe wijd en verblin dend is de wijsheid, waarmede wij worden geholpen, wijd en ver blindend als de zon, die speelt door de wij de ruimten van kathe dralen en de gewelven van de kerken! Het laatste van de vier stukken van de hand van Nederlandse schrij vers, die in dit al weer bijna achter ons liggende seizoen konden worden opgevoerd, „Het Portret" van Jeanne van SchaikWilling, werd in een sterke bezetting door het Amster dams Toneelgezelschap voor het voetlicht gebracht. In tegenstelling tot het vorig seizoen, waarin geen enkele Nederlandse toneelschrijver de kans kreeg, zijn werk in de Stadsschouwburg te Amsterdam, die voor ons Nederlands toneel toch het centrale punt is, opgevoerd te krijgen, heeft dit seizoen, met vier succesvolle stukken toch wel bewe zen, dat er ook voor werk van eigen bodem belangstelling is. „Het Portret" werd, als wij het wel hebben, in regeringsopdracht geschreven en geeft de toeschouwer een overzicht, een terugblik als het ware, van de, overigens weinig ver heffende lotgevallen van de schilder Cozijns, wiens levensbeschouwing niet van oppervlakkighed is vrij te pleiten en die, ondanks de onheilen, die zich over zijn hoofd uitstorten, niet de indruk maakt een door het leven gelouterd mens te zijn Het spel, dat,.zoals wij dat van het moderne toneel gewend zijn, uit scènes en tussenspelen, in dit geval zelfs uit negen scènes en acht tus senspelen, met een begin- en slot tafereel bestaat, opent met een sa menspraak tussen de hoofdfiguur, de schilder Philip Cozijns en zijn vrouw Irma. Een korte, sterke dia loog, waarin de kunstenaar zijn vrouw een blik gunt in het leven, dat achter hem ligt. Aansluitend daarop vinden wij Cozijns dan, na een korte scène, waarin de thoelo- gie-professoren tevergeefs op hem hebben gewacht, te midden van een Parijse schildersbent. Van daar uit volgen wij dan, in korte episodes, dat vreemdsoortige en onwaarschijnlijke leven van de man, die jaren lang de liefde van een meisje als iets vanzelfsprekends accepteerde, maar haar, op het toppunt van haar lief de, die niet de zijne is, heimelijk ontloopt. Hoe het dit meisje, Sascha, verloopt, wordt in een eigenlijk min of meer overbodig tafereel nog even verduidelijkt, waarna het schuldbe sef van Cozijns allengs sterker wordt, hetgeen hem echter niet be let om met een jong meisje de eenzaamheid te zoeken, een een zaamheid, die hem, tijdelijk, althans, noodlottig zal worden. De terugke rende Sascha maakt hem duidelijk, dat zijn jonge liefde zijn eigen doch ter is en Cozijns tracht de moeilijk heden te ontkomen door een zelf moord, die niet volvoerd wordt. Na een paar jaar krankzinnigenge sticht komt Cozijns dan, als ware er eigenlijk niets bijzonders gebeurd, terug en werpt met een overmoedig gebaar alle ballast op de schouders van zijn vrouw Irma. Een eigenaardig gegeven, dat ge weven is om het probleem van de straf voor begane zonden, een pro bleem, dat echter niet zuiver werd gesteld en het stuk dan ook niet een sterk dramatische kracht ver mag te geven. De eigenlijke straf, het onheil, voltrekt zich niet in de persoon van Cozijns, maar in die zijner slachtoffers, het meisje Ruth en vooral in de beklagenswaardige Sascha, een figuur, die bijzonder tot haar recht komt. In een vlotte voorstelling werd het ingewikkeld spel, waarin vele chan gementen, onder regie van A. De- fresne boeiend voorgedragen. Johan Schmitz speelde de ernstig zoeken de, maar zich om weinig bekomme rende, Cozijns boeiend en overtui gend. Hij had aan Charlotte Kohier als Sascha een sterke tegenspeel ster, die haar rol tot een stuk aan grijpende realiteit wist te maken. Professor Loor, de man die zijn por tret wil,, laten schilderen, werd door Johan Fiolet in zijn verbeten vast houden aan eei^ idee, het op de goe de weg brengen van zijn oud leerling, karaktervol getypeerd. Lo van Heilsbergen gaf een ietwat tra gische weergave van de goedige Vercammen, de oppasser, bij wie Sascha tevergeefs tracht zich zelf te worden. Emile Wisse, de kunst vriend, met zijn zachte, wijze op merkingen, werd door Ben Groenier natuurlijk getekend, terwijl daaren tegen de rol van Irma, gespeeld door Jenny van Maerlant, nogal aan de oppervlakte bleef. De niet te grote, maar 'aantrekkelijke rol van Ruth, het eenvoudige, frisse meisje, werd door Hedda van der Linde met na tuurlijke charme, beheerst, maar pittig gespeeld. In de dramatisch geladen scènes gaf zij blijk van een talent, dat grote verwachtingen doet kosteren. Robert de Vries als de oude Boteille, ontwikkelde niet die kracht, die men van hem gewoon is. Het was een uitstekende, boeiende Voorstelling van een stuk, dat hier en daar wat lange dialogen bevatte, maar goed speelbaar bleek en dat zijn succes meer dankte aan het knappe spel en de voortreffelijke regie dan aan de voornaamheid van het gegeven. L. S. SLECHTS SPAARZAAM komen betrouwbare berichten binnen uit de door de communisten bezette gebieden van China, die een beeld geven van de toestand, waarin de Katholieke Kerk in China en met Haar de buitenlandse en inlandse priesters en gelovigen verkeren. Een Chinese vluchteling uit de communistische zóne schildert het bezette China op een wijze, die veel gelijkenis vertoont met het boek van Kravchenko „Ik verkoos de vrijheid". De vluchteling vertelt hoe de communisten in het privé- en zeer sterke familieleven van de Chinezen indringen, hoe zjj ageren en wantrouwen zaaien tussen de werkgevers en de werknemers, hoe zij een spionnagestelsel opbouwen en een atmosfeer van terreur scheppen. Wat de godsdienstige aangele genheden betreft trachten de com munisten, op het ogenblik tenmin ste, een openlijke vervolging te vermijden, doch proberen zij de ge lovigen af te houden van hun gods dienstplichten. De rode propagan da richt zich voornamelijk tegen de Chinezen, die in dienst zijn van de missie. Men houdt hun herhaalde lijk voor, dat zij veel te hard wer ken, dat zij te weinig verdienen en dat de missionarissen egoïsten zijn, die goed worden gevoed en een ge makkelijk leven leiden. Men tracht deze Chinezen met allerlei schone beloften over te halen lid te worden van de communistische partij. Andere vluchtelingen vertéllen van de moeilijkheden, die de pries- sters tengevolge van de communis tische bezetting ondervinden, en van de moed, waarmede deze pries ters hun zware taak vervullen. Zij leven als boer, arbeider of als za kenman, om op deze wijze hun gelovigen te bereiken en in het ge heim de H. Mis op te kunnen dra gen. Seminaristen trekken voort durend door het land en volgen dan hier en daar lessen om zich verder voor te kunnen bereiden op het priesterschap. De tjjd van de Ja panse bezetting is teruggekeerd. Mgr. A. Riberi, Apostolisch In ternuntius in China, is op zijn post in Nanking gebleven om een voor beeld te zijn voor de missionaris-* 'oog op kleine karweitjes zoals het sen, die gehoor hebben gegeven aan zijn richtlijnen. Pater M. Gilligan evenwel, die aan de internuntiatuur was verbonden, is op zijn bevel naar Kanton vertrokken, waar thans een provisorisch bureau van de nuntiatuur is gevestigd. De bezetting van Sjanghai door de rode troepen is een zware slag voor de Katholieke Kerk in China, verre Oosten kennen zoveel Kath. Want slechts weinige steden in het instellingen, kerken en scholen. Al leen in Sjanghai en de onmiddellij ke omgeving van de stad zijn reeds 53 kerken, die voortdurend goed worden bezocht. Ook de Katholieke universiteit, de hogeschool voor meisjes en middelbare scholen voor Chinezen en buitenlanders, de vele Wielrennen KAMPIOENSCHAP VAN NEDERLAND OP DE WEG De sportcommissie van de Ne derlandse Wielrenunie heeft be sloten, dat de afstanden van het kampioenschap van Nederland op de weg, dat op Zondag 19 Juni op het parcours te Valkenburg wordt gereden, voor beroepsrijders en onafhankelijken 211 km (22 ron den van 9 .'8 km) en voor ama teurs 154 km (16 ronden) zal be dragen. De start is om 13 uur voor de beroepsrijders en de on afhankelijken, de amateurs ver trekken 3 min. later. Aan de serie beschouwingen over het ontstaan van het Maria- genade-oord ontlenen wij enige lezenswaardige bijzonderheden over de wonderdadige ervaringen van de koopman Hendrik Buss man, welke drie honderd jaar ge leden aanleiding waren tot de stichting van de bedevaartskapel. Kerstavond 1641 In tijden, even onheilvol als onze dagen, in 1641, toen heel Duitsland in puin lag na de Der tigjarige Oorlog, was Kevelaer een onooglijk, en bijna onbekend dorpje in het stille land van de Nederrijn, waarmee ons land nog zo nauwe banden heeft. Het was Kerstavond. Door de sneeuw liep een rondtrekkende koopman een kramer moei zaam voort, de rug gekromd onder een zware mand (de ben, of kie- pe). Het was Hendrik Bussman uit Geldern. het stadje bij Keve laer. Nog drie uur moest hij door de sneeuw waden voordat hij thuis was Hendrik knielde even neer voor het oude kruis onder de driehonderdjarige linden aan de ingang van het dorp. In oude tij den was dit kruis opgericht als herinnering aan de ramp, toen een onweer en wolkbreuk de oogst vernietigd had. Weldra begaf Hendrik zich weer pp weg. De lciepe woog op de terugreis even zwaar als bij het vertrek, want er heerste ar moe in het land, en geld was schaars. Toen hij een paar schre den verder was, hoorde hij een stem achter zich. Hij keerde zich om, maar zag niets. Hij ging terug, en daar hoorde hij duidelijk: „Hier zult gij Mij een heilig huisje bouwen!" Maar Hendrik zag nie mand, en hoorde niets meer. Hij dacht niet lang na, maar ging weer op pad. Het was laat, en Mechel, zijn vrouw, zou ongerust zijn. Hi) zou haar niets vertellen, het zou wel verbeelding geweest zijn. Een tweede stem Weinige dagen later, 8 Januari van het nieuwe rampjaar 1642, trok Hendrik Bussman weer, ge bogen onder de zware kiepe, over ijs en sneeuw voorbij het kruis ónder de linde bij Kevelaer. Weer hoorde hij de geheimzinnige stem: „Hier zult gij Mij een heilig huis je bouwen!" Hendrik was niet bang; hij trok immers bij nacht en ontij over de onveilige wegen. Maar nu voelde hij zijn hart kloppen. Doch niets was te zien en peinzend ging hij verder, de Limburgse grens tege moet. Naar de Pastoor Ruim veertien dagen later kwam hij weer voorbij het kruis, en weer hoorde hij dezelfde woor den. Hendrik besloot een vriend te raadplegen en klopte aan bij de smid van Kevelaer, Jan Vos, een weduwnaar, die vrouw en enige zoon had verloren. Met Vos ging Hendrik naar pas toor Schenk. Deze kon ook geen verklaring vinden voor het won derlijke voorval, maar had er niets tegen, wanneer Hendrik een kapelletje wilde oprichten. De smid was bereid een stukje grond hiervoor af te staan, juist achter het hagelkruis. Maar merkwaardig was, te wiens ere deze kapel zou zijn. De mannen besloten dat het een Mariakapel zou worden. De bouw begint De oude metselaar de Baard be gon met de hulp van Hendrik de bouw, terwijl de smid het hek werk maakte. Hendrik moest weer op reis, en eens ontving hem zijn vrouw bij de terugkeer met een wonderlijk verhaal: De vorige Zondag kwamen te gen de avond twee soldaten uit Luxemburg hier onderdak vra gen. Zij waren van Venlo geko men en trokken Zondags verder, om hun kapitein te bezoeken, die gewond in gevangenschap lag te Kempen. Zij toonden mij twee prentjes. Het ene wilden zij hun kapitein meebrengen, het andere kon ik kopen. Het was, zo zeiden zij, een afbeelding van het Lu xemburgse genadebeeld van de Troosteres der bedroefden. Ik had het graag gekocht, maar ge weet, dat wij zuinig moeten zijn. De nacht-daarop werd ik om één uur gewekt door een stralend licht. Ik richtte mij op, en zag het stra lende beeld van Maria van Lu- DE KRUISBOOM TE KEVELAER. Men ziet dat de boom ongedeerd is. De huizen op de achtergrond zijn door spervuur de.r Engelsen en duikbommenwerpers verwoest. (Wij wijzen erop, dat alle foto's uit 1948 dateren en afkomstig zijn van de „Staatl. Landesbildstelle Niederrhein") Het miraculeuze prentje der Moeder Gods, zoals het thans in de Genadekapel te Kevelaer bewaard wordt. Op de achter grond ziet men de stad Luxem burg. Onderaan in het Latijn: „Ware afbeelding der Moeder van Jezus, de Troosteres der Bedroefden., op een veld bij de stad Luxemburg, beroemd door wonderen en door tallo zen bezocht. Anno 1640" xemburg. Kort daarop verbleekte de glans. Ook buurman Holtappel heeft gezien hoe heel ons huis door licht omgeven was, maar ik heb hem niets verteld. Hendrik, wij moeten dat prentje voor elke prijs zien te krijgen voor de nieu we kapel!" „Consolatrix Afflictorum" In het kasteel te Kempen zat kapitein Hans von Esch bleek en mager in zijn gevangenvertrek en staarde op een ongekleurd pren tje, dat zijn oppasser Berend hem als groet van zijn moeder uit Lu xemburg had meegebracht. CONSOLATRIX AFFLICTO RUM ORA PRO NOBIS stond daarop. Kans peinsde over zijn jeugd jaren in het verre Luxemburg toen er geklopt werd. Hendrik Bussman trad verlegen binnen, vertelde van de geheim zinnige stem, van de bouw der kapel, en van de wonderlijke ver schijning midden in de nacht. Beschroomd vroeg Hendrik de officier om het prentje. Deze werd geroerd door de een voud van de man en schonk liet, ofschoon het hem pijn deed, het geschenk van zijn moeder te moe ten missen. Zo ging Hendrik met zijn schat naar Geldern, waar het bewaard werd in het klooster, en later in de kerk, totdat de kapel te Keve laer gereed was. Op 1 Juni 1642 werd het prentje in plechtige processie naar de nieuwe kapel te Kevelaer over gebracht. „Nog legt tie H. Geest getuigenis af, nog is Hij de helper. Nog geeft Hij de Kerk in, wat zij te zeggen heeft „als zij gesleept wordt voor tribunalen en wereldrechtbank. Want de belofte van de H. Geest gold niet enkel maar voor de twaalf die het eerste begin moes ten maken, neen, die Geest werd beloofd als getuige en helper over alle eeuwen en tijden, totdat het de Almachtige hoge God zal goed dunken, deze wereld te laten ver dwijnen. De zending van de Hei lige Geest zal niet eer ophouden, voordat de laatste absolutie is ge sproken, het laatste doopsel toe gediend, de laatste H. Mis opge dragen en de laatste H. Communie is uitgedeeld". ziekenhuizen, de sterrenwacht en het weerstation, de Katholieke ra dio-omroep van Shanghai en nog vele andere instelingen zijn even zo vele bewijzen voor de intensiteit van het Katholieke leven in deze belangrijke Chinese stad. Mgr. Yu Pin, aartsbisschop van Nanking, die op het ogenblik in Amerika verblijft, zeide tijdens een rede voor de Far East Club van de Universiteit van Georgetown, dat ,,de tragédie, die zich thans in Chi na voltrekt, een der grootste ca- tastrophen is van de wereldgeschie denis. De Kerk in China." aldus Mgr. Yu Pin, „zal in de catacom ben worden teruggedrongen." Bij het maken van een rok zijn er enige kleinigheden, die ogen schijnlijk niet veel moeilijkheden op kunnen leveren, maar die toch voor hen, die hierin niet over rou tine beschikken nog wel eens on aangename verrassingen in petto kunnen hebben. Hierbij heb in het inzetten van een ritssluiting of het aanbrengen van een „spin" aan 't begin van een plooi, werkjes waar van men de slag moet beet hebben. Er zijn nog velen, die een rits sluiting direct in het split vast- stikken, toch kan men dit beter niet doen. Beter resultaat verkrij gen we door de zijnaad van de rok zover dicht te stikken, dat alleen de lengte van het split nog vrij is, deze lengte zal dus variëren van 1620 cm. Nu persen we dé naad open met behulp van oen natte lap zonder daarbij hard te drukken. We leggen nu de zijnaad onder de ma chine en stikken het split netjes af (zie voorbeeld), zonder dat de ritssluiting eronder ligt. Eerst nu plaatsen we de ritsslui ting eronder en vervolgens gaan we met de hand precies over het stiksel en naaien we de ritssluiting stevig vast. Deze methode is vrij eenvoudig, het resultaat wordt netter en we breken geen machi nenaalden, wat bij de andere ma nier van werken nog wel eens voorkomt,. Wanneer we plooien in een rok aanbrengen, dan is het aan te be velen aan het begin van deze plooi en een „spin" aan te brengen, de plooi krijgt dan geen kans in te scheuren. Hierbij gaan we als volgt te werk, we nemen knoopsgaten zijde van dezelfde kleur als de stof van de rok en geven met een rijg draad of anderszins op de stof de plaats aan voor een zuiver gelijk zijdig driehoekje. We beginnen links onderaan en halen de naad door de top van de driehoek (zie voorbeeld 2). We gaan nu naar de rechter beneden hoek en nemen daarna de stof op .tot de linker benedenhoek even voor ons punt van uitgang (voor beeld 3). Nu gaan we zo gelijkma tig door, dus met steeds kortere steken. Vervolgens werken we nog eens tegen de keer in volgens een kleine ruit (voorbeeld 5) en de „spin" is af. We persen haar luch tig op ook weer met een vochtige doek en aan de goede kant. AnneMieke.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1949 | | pagina 3