iood
De Geest vors Pinksteren
Russische tragedie herhaalt
zich in China
Iets over het ontstaan van Kevelaer
„HET PORTRET"
Terugblik op verloren jaren
Zaterdag 4 |uni 1949
PAG. 3
De Heilige Geest
Rode propaganda tracht de missie
te ontwrichten
De wonderlijke ervaringen van
Hendrik Bussman uit Geldern
Bij het maken
van een rok
rgaretha Groothuieen,
rt Visser, 26 jaar, te
ohanna Bartha Wam-
ir.
Ariaantje Leegwater,
van W. de Haan.
trlijke stand
D. Geboren: Jan,
ert Moerbeek en Gr.
on van Jan Alderhout
Vries; Liduina Maria,
tfic. H. Oudejans en
ndrik, zoon van Tiem
5. van Braam,
tafje Oudejans, 65 jr.,
Butter (Landsmeer)
ïburg, 70 jaar, wed!
derwijk (Hoorn).
UIT INDIË
IIZEN Na een
maanden in de Tro-
e plaatsgenoot Jan
leasing met net troe-
"P De Grote Beer
g; rin Krankhoorn
daggen uit!
■lijke stand
Geboren: Jan,
ieteman en M. J. M.
n Geertruida Catha-
■an N. Mienis en P.
g.
ivera C. M. van Die-
en Simon Speelman,
>bus Breetveld, 36 j
in Til 30 j„ Jacob
i Maartje Los 19 j
24 jaar en Marga-
24 jaar. Theodorus
1st, 31 jaar en Elisa-
9 jaar, Jacobus J.
jaar en Margaretha
r, Henricus A. Ter-
Margarétha C. Ver-
ohannes P. Zoon, 30
a M, Verduin, 27 j.
26 j. en Meijnsje
an de afbraak van
inschrijf ingsbiljeten
:ijn ingeleverd. Het
leen-tebestuur ernst
voornemen deze
breken.
is af, is daar zo'n
verantwoord in deze
mschaarste een nog
v af te breken? En
- kunstenaars heen
it hun atelier gezet
s er nog wel in
e is in gebruik bij
Woonruimte kan
arden, doch atelier
enaars, een beeld-
ïans in een atelier,
lilder nog wèi zou
sen in zijn woon
beeldhouwer niet.
ver zou dus' öf 'n
nder atelier moe-
childer, een hard-
eelbelovend artist,
ij met zijn atelier-
ïoet; in het woon-
iers kan hij deze
staan, dat hij daar
arom gewenst, dat
loorl met de gun-
afbraak nog even
kunstenaars aan
ite geholpen zijn.
'1 is nog een derde
en zeer onaesthe-
Dit kan men ge-
och het hoofdge-
ust nog wat laten
dorpsschoon zou
wij niet; en wij
nening gestérkt
an, die het met
als men de beide
se mooie atelier-
ïen, zonder ze
•s in de plaats te
lat de 'Federatie
nstenaars en het
e beide kunste-
;en, zich ook met
t. Fr. O.
cvolking
Ingekomen per-
/aard van Heiloo
Jacob Ton van
roude 499. Maria
Haarlem naar
er N. Swart van
aart 397, Corne-
in van Beemster
438, Anna C.
naar Kerkplein
Sander van Am-
ngerweg 102.
nen: Theodorus
est 45 naar Zéd-
Til van Julia-
tricum. Cathari-
naWeg 202 naar
X. van der Hulst
Zuidervaart 404
rietje F. Kwast
naar Alkmaar,
Julianaweg 203
tha Schoorl van
naar, Meijnsje
aweg 206 naar
C. Kersser.s van
Alkmaar.
ITE
ie dames,
ie dames
le dames,
Vincentianen,
le dames,
grote gezinnen
e heren,
e kunt u zich
ietraitehuis.
2208—2081.
imo
Ï-BEKER
oord/Neptunus
e Klasse
veen
e Klasse
i
„CHRISTUS STEEG OP naar het hoogste der hemelen, en gezeten
aan 's Vaders rechterhand, stortte Hij de beloofde H. Geest uit
over de aangenomen kinderen. Daarom juicht in uitbundige
vreugde het mensdom over heel de aarde". (Praefatie). Profusis
gaudiis exsultat, letterlijk: het danst van overvloedige vreugde!
De enige reden is de H. Geest, de
Pinkstergebeurtenis. U kent het
feit. In een zaaltje zitten mensen.
Daar is een gewezen belastingamb
tenaar. Een stel vissers; mannen
met eelt in hun handen van de
roeiriemen, lui, die het water ken
nend, ermee vertrouwd zijn. Wat
vrouwen.
Over hen komt de H. Geest. De
vlam boven hun hoofden is niets
als het waarneembaar teken van
Zijn komst en van hun vervuld
zijn. Die mannen en vrouwen bran
den van binnen. Ze moeten hun
vuur meedelen en de ambtenaar en
de jongens van de zee schuiven de
blinden van de ramen; de deur van
hun zaaltje vliegt open en ze be
ginnen te spreken, wonderbaar te
spreken tot de mensen, die een
vreemde storm bijeenjoeg vóór hun
zaal. Ze spreken over Jezus Chris
tus, de Gekruiste. Een groot aantal
sloot zich aan bij deze nieuwe
sekte, bij de Kerk.
Het zaadje door de Heer in de
grond gelegd, schoot op uit de aar
de. Het begon zijn groei tot de
boom, waarin alle vogels kunnen
nestelen, waarvan de .kruin de hele
aarde beschaduwt. Op dit moment
ging de Stichting van de Meester
uitgroeien tot de ontzaglijke boom,
die de Katholieke Kerk is. De Pink
stergebeurtenis zet zich voort.
Daardoor is zij, de Kerk, steeds
dezelfde, steeds groeiend, steeds be
zield door de H. Geest, steeds ge
tuigend van Christus. Want de
Geest die de Kerk leidt, is de
Geest van Christus. Stephanus de
eerste martelaar, riep uit vol van
de H. Geest: „Ik zie de hemel open,
en de Mensenzoon staan aan Gods
rechterhand". Getuigen van Chris
tus daartoe drijft de H. Geest. Dat
is het merkteken van zijn invloed,
van zijn bezieling.
Doet u dit niet vanzelf terugden
ken aan de bijeenkomst van Zon
dag j.l. Was toen de Geest niet de
drijvende kracht? Getuigen van
Christus! Tienduizenden jonge
mannen en jonge vrouwen, samen
luisterend naar de apostelen, die
Christus weer wilden zetten in het
leven van ieder. Niet op het leven,
als verf op een stuk hout, als het
firma-merk op een fabrieks-artikel.
Het klinkt misschien oneer
biedig, maar is het eigenlijk
niet zo dat de Heilige Geest
min of meer door ons vergeten
wordt? Wie denkt er aan dat
de Heilige Geest tesamen met
de twee andere Goddelijke
Personen in ons woont, wan
neer wij in staat van genade
zijn? Wie denkt er aan dat zijn
lichaam en dat van de anderen
een tempel is van de Hëiliqe
Geest? Laten wij morgen met
Pinksteren ons dit alles weer
eens opnieuw bewust maken.
Christus ivil Zijn Geest, de
Heilige Geest over ons uitstor
ten. Zijn wij bereid, Hem te
ontvangen? Wanneer wij Zijn
Woord onderhouden, zal Hij
tot ons komen. Schenk morgen
eens bijzonder aandacht aan
dat wonderschone Evangelie
dat u zult horen voorlezen. Dat
is ook voor u.
MARCUS.
Neen, in het leven als kracht, als
levenspricipe, als zeil. Dit is le
ven; ego sum vita: Ik ben het leven.
.Profusis gaudiis mundus exsul
tat", de wereld juicht en jubelt van
uitbundige vreugde om de Geest.
Het recht op vreugde, op eeuwige
blijheid danken we, nu nog, aan de
H. Geest, de Geest van Christus.
Vlammen van vuur openbaarden
Zijn goddelijke tegenwoordigheid,
een vuur in ieder lid van de kerk.
Zet er geen domper op. Laat Chris
tus ook voor u zijn: de boodschap
die God wilde mededelen, het le
ven, waartoe de Geest bezielt.
P. C.
De volgende week zijn Woens
dag, Vrijdag en Zaterdag Quater
temperdagen.
Op 5 Juni a.s. viert Denemar-
kèn het eeuwfeest van zijn
grondwet. Deze grondwet
kwam tot stand onder koning
Frederik VII, die van 1848 tot
1863 aan het bewind was.
Voor het Cristiansborg Paleis
te Kopenhagen is te zijner ere
een monument opgericht, ver
vaardigd door de beeldhouwer
Vilhelm Bissen en in 1873
onthuld.
„Getuigen! Wij moeten getui
gen, overal en altijd, en onder alle
omstandigheden, wijzen op de
Kerk. Ons getuigenis moet overal
vlammen en klinken. Wij moeten
en kunnen getuigen, dat nergens
en door niemand zo de barmhar
tigheid, zo de goedheid, zo de lief
de voor de zwakkeren in 's levens
strijdperk wordt hooggehouden en
beoefend als in onze Kerk. Ner
gens met zoveel moed en onver
schrokkenheid de waarheid wordt
gediend en het geluk der mensen.
Wij moeten en kunnen getuigen.
Maar, doen wij het ook?"
HET FEEST VAN
PINKSTEREN
is het feest der getui
genis van de H. Geest,
die spreekt door de
Kerk. Negentien
eeuwen al getuigt Hij
van de Goddelijke
Zending en is onze
voortdurende aanspo
ring, mede te getuigen
voor de Waarheid en
de Liefde van Christus.
Hoe wijd en verblin
dend is de wijsheid,
waarmede wij worden
geholpen, wijd en ver
blindend als de zon,
die speelt door de wij
de ruimten van kathe
dralen en de gewelven
van de kerken!
Het laatste van de vier stukken
van de hand van Nederlandse schrij
vers, die in dit al weer bijna achter
ons liggende seizoen konden worden
opgevoerd, „Het Portret" van Jeanne
van SchaikWilling, werd in een
sterke bezetting door het Amster
dams Toneelgezelschap voor het
voetlicht gebracht. In tegenstelling
tot het vorig seizoen, waarin geen
enkele Nederlandse toneelschrijver
de kans kreeg, zijn werk in de
Stadsschouwburg te Amsterdam, die
voor ons Nederlands toneel toch
het centrale punt is, opgevoerd te
krijgen, heeft dit seizoen, met vier
succesvolle stukken toch wel bewe
zen, dat er ook voor werk van
eigen bodem belangstelling is.
„Het Portret" werd, als wij het
wel hebben, in regeringsopdracht
geschreven en geeft de toeschouwer
een overzicht, een terugblik als het
ware, van de, overigens weinig ver
heffende lotgevallen van de schilder
Cozijns, wiens levensbeschouwing
niet van oppervlakkighed is vrij te
pleiten en die, ondanks de onheilen,
die zich over zijn hoofd uitstorten,
niet de indruk maakt een door het
leven gelouterd mens te zijn
Het spel, dat,.zoals wij dat van
het moderne toneel gewend zijn, uit
scènes en tussenspelen, in dit geval
zelfs uit negen scènes en acht tus
senspelen, met een begin- en slot
tafereel bestaat, opent met een sa
menspraak tussen de hoofdfiguur, de
schilder Philip Cozijns en zijn
vrouw Irma. Een korte, sterke dia
loog, waarin de kunstenaar zijn
vrouw een blik gunt in het leven,
dat achter hem ligt. Aansluitend
daarop vinden wij Cozijns dan, na
een korte scène, waarin de thoelo-
gie-professoren tevergeefs op hem
hebben gewacht, te midden van een
Parijse schildersbent. Van daar uit
volgen wij dan, in korte episodes, dat
vreemdsoortige en onwaarschijnlijke
leven van de man, die jaren lang
de liefde van een meisje als iets
vanzelfsprekends accepteerde, maar
haar, op het toppunt van haar lief
de, die niet de zijne is, heimelijk
ontloopt. Hoe het dit meisje, Sascha,
verloopt, wordt in een eigenlijk min
of meer overbodig tafereel nog even
verduidelijkt, waarna het schuldbe
sef van Cozijns allengs sterker
wordt, hetgeen hem echter niet be
let om met een jong meisje de
eenzaamheid te zoeken, een een
zaamheid, die hem, tijdelijk, althans,
noodlottig zal worden. De terugke
rende Sascha maakt hem duidelijk,
dat zijn jonge liefde zijn eigen doch
ter is en Cozijns tracht de moeilijk
heden te ontkomen door een zelf
moord, die niet volvoerd wordt.
Na een paar jaar krankzinnigenge
sticht komt Cozijns dan, als ware er
eigenlijk niets bijzonders gebeurd,
terug en werpt met een overmoedig
gebaar alle ballast op de schouders
van zijn vrouw Irma.
Een eigenaardig gegeven, dat ge
weven is om het probleem van de
straf voor begane zonden, een pro
bleem, dat echter niet zuiver werd
gesteld en het stuk dan ook niet
een sterk dramatische kracht ver
mag te geven. De eigenlijke straf,
het onheil, voltrekt zich niet in de
persoon van Cozijns, maar in die
zijner slachtoffers, het meisje Ruth
en vooral in de beklagenswaardige
Sascha, een figuur, die bijzonder tot
haar recht komt.
In een vlotte voorstelling werd het
ingewikkeld spel, waarin vele chan
gementen, onder regie van A. De-
fresne boeiend voorgedragen. Johan
Schmitz speelde de ernstig zoeken
de, maar zich om weinig bekomme
rende, Cozijns boeiend en overtui
gend. Hij had aan Charlotte Kohier
als Sascha een sterke tegenspeel
ster, die haar rol tot een stuk aan
grijpende realiteit wist te maken.
Professor Loor, de man die zijn por
tret wil,, laten schilderen, werd door
Johan Fiolet in zijn verbeten vast
houden aan eei^ idee, het op de goe
de weg brengen van zijn oud
leerling, karaktervol getypeerd. Lo
van Heilsbergen gaf een ietwat tra
gische weergave van de goedige
Vercammen, de oppasser, bij wie
Sascha tevergeefs tracht zich zelf
te worden. Emile Wisse, de kunst
vriend, met zijn zachte, wijze op
merkingen, werd door Ben Groenier
natuurlijk getekend, terwijl daaren
tegen de rol van Irma, gespeeld door
Jenny van Maerlant, nogal aan de
oppervlakte bleef. De niet te grote,
maar 'aantrekkelijke rol van Ruth,
het eenvoudige, frisse meisje, werd
door Hedda van der Linde met na
tuurlijke charme, beheerst, maar
pittig gespeeld. In de dramatisch
geladen scènes gaf zij blijk van een
talent, dat grote verwachtingen doet
kosteren. Robert de Vries als de
oude Boteille, ontwikkelde niet die
kracht, die men van hem gewoon is.
Het was een uitstekende, boeiende
Voorstelling van een stuk, dat hier
en daar wat lange dialogen bevatte,
maar goed speelbaar bleek en dat
zijn succes meer dankte aan het
knappe spel en de voortreffelijke
regie dan aan de voornaamheid van
het gegeven. L. S.
SLECHTS SPAARZAAM komen
betrouwbare berichten binnen uit
de door de communisten bezette
gebieden van China, die een beeld
geven van de toestand, waarin de
Katholieke Kerk in China en met
Haar de buitenlandse en inlandse
priesters en gelovigen verkeren.
Een Chinese vluchteling uit de
communistische zóne schildert het
bezette China op een wijze, die veel
gelijkenis vertoont met het boek
van Kravchenko „Ik verkoos de
vrijheid". De vluchteling vertelt
hoe de communisten in het privé-
en zeer sterke familieleven van de
Chinezen indringen, hoe zjj ageren
en wantrouwen zaaien tussen de
werkgevers en de werknemers, hoe
zij een spionnagestelsel opbouwen
en een atmosfeer van terreur
scheppen.
Wat de godsdienstige aangele
genheden betreft trachten de com
munisten, op het ogenblik tenmin
ste, een openlijke vervolging te
vermijden, doch proberen zij de ge
lovigen af te houden van hun gods
dienstplichten. De rode propagan
da richt zich voornamelijk tegen de
Chinezen, die in dienst zijn van de
missie. Men houdt hun herhaalde
lijk voor, dat zij veel te hard wer
ken, dat zij te weinig verdienen en
dat de missionarissen egoïsten zijn,
die goed worden gevoed en een ge
makkelijk leven leiden. Men tracht
deze Chinezen met allerlei schone
beloften over te halen lid te worden
van de communistische partij.
Andere vluchtelingen vertéllen
van de moeilijkheden, die de pries-
sters tengevolge van de communis
tische bezetting ondervinden, en
van de moed, waarmede deze pries
ters hun zware taak vervullen. Zij
leven als boer, arbeider of als za
kenman, om op deze wijze hun
gelovigen te bereiken en in het ge
heim de H. Mis op te kunnen dra
gen. Seminaristen trekken voort
durend door het land en volgen dan
hier en daar lessen om zich verder
voor te kunnen bereiden op het
priesterschap. De tjjd van de Ja
panse bezetting is teruggekeerd.
Mgr. A. Riberi, Apostolisch In
ternuntius in China, is op zijn post
in Nanking gebleven om een voor
beeld te zijn voor de missionaris-* 'oog op kleine karweitjes zoals het
sen, die gehoor hebben gegeven aan
zijn richtlijnen. Pater M. Gilligan
evenwel, die aan de internuntiatuur
was verbonden, is op zijn bevel
naar Kanton vertrokken, waar
thans een provisorisch bureau van
de nuntiatuur is gevestigd.
De bezetting van Sjanghai door
de rode troepen is een zware slag
voor de Katholieke Kerk in China,
verre Oosten kennen zoveel Kath.
Want slechts weinige steden in het
instellingen, kerken en scholen. Al
leen in Sjanghai en de onmiddellij
ke omgeving van de stad zijn reeds
53 kerken, die voortdurend goed
worden bezocht. Ook de Katholieke
universiteit, de hogeschool voor
meisjes en middelbare scholen voor
Chinezen en buitenlanders, de vele
Wielrennen
KAMPIOENSCHAP VAN
NEDERLAND OP DE WEG
De sportcommissie van de Ne
derlandse Wielrenunie heeft be
sloten, dat de afstanden van het
kampioenschap van Nederland op
de weg, dat op Zondag 19 Juni op
het parcours te Valkenburg wordt
gereden, voor beroepsrijders en
onafhankelijken 211 km (22 ron
den van 9 .'8 km) en voor ama
teurs 154 km (16 ronden) zal be
dragen. De start is om 13 uur
voor de beroepsrijders en de on
afhankelijken, de amateurs ver
trekken 3 min. later.
Aan de serie beschouwingen
over het ontstaan van het Maria-
genade-oord ontlenen wij enige
lezenswaardige bijzonderheden
over de wonderdadige ervaringen
van de koopman Hendrik Buss
man, welke drie honderd jaar ge
leden aanleiding waren tot de
stichting van de bedevaartskapel.
Kerstavond 1641
In tijden, even onheilvol als
onze dagen, in 1641, toen heel
Duitsland in puin lag na de Der
tigjarige Oorlog, was Kevelaer
een onooglijk, en bijna onbekend
dorpje in het stille land van de
Nederrijn, waarmee ons land nog
zo nauwe banden heeft.
Het was Kerstavond. Door de
sneeuw liep een rondtrekkende
koopman een kramer moei
zaam voort, de rug gekromd onder
een zware mand (de ben, of kie-
pe). Het was Hendrik Bussman
uit Geldern. het stadje bij Keve
laer. Nog drie uur moest hij door
de sneeuw waden voordat hij
thuis was Hendrik knielde even
neer voor het oude kruis onder de
driehonderdjarige linden aan de
ingang van het dorp. In oude tij
den was dit kruis opgericht als
herinnering aan de ramp, toen
een onweer en wolkbreuk de
oogst vernietigd had.
Weldra begaf Hendrik zich
weer pp weg. De lciepe woog op
de terugreis even zwaar als bij
het vertrek, want er heerste ar
moe in het land, en geld was
schaars. Toen hij een paar schre
den verder was, hoorde hij een
stem achter zich. Hij keerde zich
om, maar zag niets. Hij ging terug,
en daar hoorde hij duidelijk:
„Hier zult gij Mij een heilig huisje
bouwen!" Maar Hendrik zag nie
mand, en hoorde niets meer. Hij
dacht niet lang na, maar ging
weer op pad. Het was laat, en
Mechel, zijn vrouw, zou ongerust
zijn. Hi) zou haar niets vertellen,
het zou wel verbeelding geweest
zijn.
Een tweede stem
Weinige dagen later, 8 Januari
van het nieuwe rampjaar 1642,
trok Hendrik Bussman weer, ge
bogen onder de zware kiepe, over
ijs en sneeuw voorbij het kruis
ónder de linde bij Kevelaer. Weer
hoorde hij de geheimzinnige stem:
„Hier zult gij Mij een heilig huis
je bouwen!"
Hendrik was niet bang; hij trok
immers bij nacht en ontij over de
onveilige wegen. Maar nu voelde
hij zijn hart kloppen. Doch niets
was te zien en peinzend ging hij
verder, de Limburgse grens tege
moet.
Naar de Pastoor
Ruim veertien dagen later
kwam hij weer voorbij het kruis,
en weer hoorde hij dezelfde woor
den. Hendrik besloot een vriend
te raadplegen en klopte aan bij de
smid van Kevelaer, Jan Vos, een
weduwnaar, die vrouw en enige
zoon had verloren.
Met Vos ging Hendrik naar pas
toor Schenk. Deze kon ook geen
verklaring vinden voor het won
derlijke voorval, maar had er
niets tegen, wanneer Hendrik een
kapelletje wilde oprichten. De
smid was bereid een stukje grond
hiervoor af te staan, juist achter
het hagelkruis.
Maar merkwaardig was, te
wiens ere deze kapel zou zijn.
De mannen besloten dat het een
Mariakapel zou worden.
De bouw begint
De oude metselaar de Baard be
gon met de hulp van Hendrik de
bouw, terwijl de smid het hek
werk maakte.
Hendrik moest weer op reis, en
eens ontving hem zijn vrouw bij
de terugkeer met een wonderlijk
verhaal:
De vorige Zondag kwamen te
gen de avond twee soldaten uit
Luxemburg hier onderdak vra
gen. Zij waren van Venlo geko
men en trokken Zondags verder,
om hun kapitein te bezoeken, die
gewond in gevangenschap lag te
Kempen. Zij toonden mij twee
prentjes. Het ene wilden zij hun
kapitein meebrengen, het andere
kon ik kopen. Het was, zo zeiden
zij, een afbeelding van het Lu
xemburgse genadebeeld van de
Troosteres der bedroefden. Ik had
het graag gekocht, maar ge weet,
dat wij zuinig moeten zijn. De
nacht-daarop werd ik om één uur
gewekt door een stralend licht.
Ik richtte mij op, en zag het stra
lende beeld van Maria van Lu-
DE KRUISBOOM TE KEVELAER. Men ziet dat de boom
ongedeerd is. De huizen op de achtergrond zijn door spervuur
de.r Engelsen en duikbommenwerpers verwoest. (Wij wijzen
erop, dat alle foto's uit 1948 dateren en afkomstig zijn van de
„Staatl. Landesbildstelle Niederrhein")
Het miraculeuze prentje der
Moeder Gods, zoals het thans
in de Genadekapel te Kevelaer
bewaard wordt. Op de achter
grond ziet men de stad Luxem
burg. Onderaan in het Latijn:
„Ware afbeelding der Moeder
van Jezus, de Troosteres der
Bedroefden., op een veld bij de
stad Luxemburg, beroemd
door wonderen en door tallo
zen bezocht. Anno 1640"
xemburg. Kort daarop verbleekte
de glans. Ook buurman Holtappel
heeft gezien hoe heel ons huis
door licht omgeven was, maar ik
heb hem niets verteld. Hendrik,
wij moeten dat prentje voor elke
prijs zien te krijgen voor de nieu
we kapel!"
„Consolatrix Afflictorum"
In het kasteel te Kempen zat
kapitein Hans von Esch bleek en
mager in zijn gevangenvertrek en
staarde op een ongekleurd pren
tje, dat zijn oppasser Berend hem
als groet van zijn moeder uit Lu
xemburg had meegebracht.
CONSOLATRIX AFFLICTO
RUM ORA PRO NOBIS stond
daarop.
Kans peinsde over zijn jeugd
jaren in het verre Luxemburg
toen er geklopt werd.
Hendrik Bussman trad verlegen
binnen, vertelde van de geheim
zinnige stem, van de bouw der
kapel, en van de wonderlijke ver
schijning midden in de nacht.
Beschroomd vroeg Hendrik de
officier om het prentje.
Deze werd geroerd door de een
voud van de man en schonk liet,
ofschoon het hem pijn deed, het
geschenk van zijn moeder te moe
ten missen.
Zo ging Hendrik met zijn schat
naar Geldern, waar het bewaard
werd in het klooster, en later in
de kerk, totdat de kapel te Keve
laer gereed was.
Op 1 Juni 1642 werd het prentje
in plechtige processie naar de
nieuwe kapel te Kevelaer over
gebracht.
„Nog legt tie H. Geest getuigenis
af, nog is Hij de helper. Nog geeft
Hij de Kerk in, wat zij te zeggen
heeft „als zij gesleept wordt voor
tribunalen en wereldrechtbank.
Want de belofte van de H. Geest
gold niet enkel maar voor de
twaalf die het eerste begin moes
ten maken, neen, die Geest werd
beloofd als getuige en helper over
alle eeuwen en tijden, totdat het
de Almachtige hoge God zal goed
dunken, deze wereld te laten ver
dwijnen. De zending van de Hei
lige Geest zal niet eer ophouden,
voordat de laatste absolutie is ge
sproken, het laatste doopsel toe
gediend, de laatste H. Mis opge
dragen en de laatste H. Communie
is uitgedeeld".
ziekenhuizen, de sterrenwacht en
het weerstation, de Katholieke ra
dio-omroep van Shanghai en nog
vele andere instelingen zijn even zo
vele bewijzen voor de intensiteit
van het Katholieke leven in deze
belangrijke Chinese stad.
Mgr. Yu Pin, aartsbisschop van
Nanking, die op het ogenblik in
Amerika verblijft, zeide tijdens een
rede voor de Far East Club van de
Universiteit van Georgetown, dat
,,de tragédie, die zich thans in Chi
na voltrekt, een der grootste ca-
tastrophen is van de wereldgeschie
denis. De Kerk in China." aldus
Mgr. Yu Pin, „zal in de catacom
ben worden teruggedrongen."
Bij het maken van een rok zijn
er enige kleinigheden, die ogen
schijnlijk niet veel moeilijkheden
op kunnen leveren, maar die toch
voor hen, die hierin niet over rou
tine beschikken nog wel eens on
aangename verrassingen in petto
kunnen hebben. Hierbij heb in het
inzetten van een ritssluiting of het
aanbrengen van een „spin" aan 't
begin van een plooi, werkjes waar
van men de slag moet beet hebben.
Er zijn nog velen, die een rits
sluiting direct in het split vast-
stikken, toch kan men dit beter
niet doen. Beter resultaat verkrij
gen we door de zijnaad van de rok
zover dicht te stikken, dat alleen
de lengte van het split nog vrij is,
deze lengte zal dus variëren van
1620 cm. Nu persen we dé naad
open met behulp van oen natte lap
zonder daarbij hard te drukken. We
leggen nu de zijnaad onder de ma
chine en stikken het split netjes
af (zie voorbeeld), zonder dat
de ritssluiting eronder ligt.
Eerst nu plaatsen we de ritsslui
ting eronder en vervolgens gaan
we met de hand precies over het
stiksel en naaien we de ritssluiting
stevig vast. Deze methode is vrij
eenvoudig, het resultaat wordt
netter en we breken geen machi
nenaalden, wat bij de andere ma
nier van werken nog wel eens
voorkomt,.
Wanneer we plooien in een rok
aanbrengen, dan is het aan te be
velen aan het begin van deze plooi
en een „spin" aan te brengen, de
plooi krijgt dan geen kans in te
scheuren. Hierbij gaan we als volgt
te werk, we nemen knoopsgaten
zijde van dezelfde kleur als de stof
van de rok en geven met een rijg
draad of anderszins op de stof de
plaats aan voor een zuiver gelijk
zijdig driehoekje.
We beginnen links onderaan en
halen de naad door de top van de
driehoek (zie voorbeeld 2). We
gaan nu naar de rechter beneden
hoek en nemen daarna de stof op
.tot de linker benedenhoek even
voor ons punt van uitgang (voor
beeld 3). Nu gaan we zo gelijkma
tig door, dus met steeds kortere
steken. Vervolgens werken we nog
eens tegen de keer in volgens een
kleine ruit (voorbeeld 5) en de
„spin" is af. We persen haar luch
tig op ook weer met een vochtige
doek en aan de goede kant.
AnneMieke.