Pokken, een gruwelijke gesel,
die de medische wetenschap overwon
De nieuwe werkloosheidsverzekering
De Russische politiek in de
Oostelijke zóne van Duitsland
Tïto-bewind blijft fel-atheïstisch
en fel anti-katholiek
DETECTIVE
Slechts moeizaam en tastenderwijze ging men
vooruit op de weg naar het succes
RADIO
De S.E.D. in discrediet vanwege
interne meningsverschillen
Haagse Brief
Een mijlpaal op de weg van
de sociale vooruitgang
Van strijd naar
toenadering
In Joego-Slavië geen verbetering te
verwachten tussen Kerk en Staat
De Schepping
tegen wil en dank
PAG. 4
Woensdag 6 Juli 1949
Adam's val bracht ziekte, dood
en verderf in de wereld, maar, al
kunnen wij dus aannemen', dat
reeds de eerste mensen aan allerlei
kwalen ten prooi zijn gevallen,
daarom is ons nog niet van elke
ziekte bekend, dat zij zich in de
grijze oudheid ook bjj onze voorva
deren heeft voorgedaan.
De geschiedenis van de vreselijke
pokziekte, die «gedurende lange
eeuwen, met 1™ a r bondtgenoten
pest en melaatsheid in schrikkelij
ke epidemieën de mensheid teis
terde, voert ons een eind terug in
het verledn.
Onder normale omstandig
heden is het woord pokken
nauwelijks in staat onze bij
zondere aandacht te trekken
Deze ziekte, die in vroeger
eeuwen hele volken wist te
teisteren, is in ons land en
in gans West-Europa geen
dreiging meer, sinds, voor
goed honderd vijf tig jaar,
Jenner het middel vond, dat
het mogelijk zou maken aan
de greep dezer vreselijke
epidemische ziekte te ont
komen.
Het bericht, dat er pokken
op een troepentransport
schip geconstateerd zijn,
roept vele vragen wakker.
Wij brengen hier daarom
iets over de strijd tegen deze
ziekte, waarover de medi
sche wetenschap heeft we
ten te zegevieren.
De eerste man die een nauwkeu
rige, juiste omschrijving gaf van de
ziekte, die wij nu pokken noemen,
was een Arabier, Rhazes geheten.
Officieel luisterde hij naar de niet
oninterressante, maar wel wat lan
ge naam Aboe Bekr Mohammed ibn
Zakkariya al Rhazi. Deze zoon van
Zacharias, die zich een roemruchte
plaats in de geschiedenis der ge
neeskunde heeft veroverd, leefde
rond het jaar 900 en was dokter in
de sprookjesstad Bagdad. Hij is een
van die geleerde Arabieren aan wie
wjj het bewaard blijven van de me
dische wetenschap der oude Grie
ken te danken hebben. Mogen wij
hem geloven, dan heeft zelfs reeds,
hoewel de oude Griekse artsen geen
onderscheid wisten te maken tus
sen de verschillende besmettelijke
ziekten, toch Galenos, een der be
roemdste grootmeesters onder de
Griekse geneesheren de pokken als
een afzonderlijke ziekte gekend.
Maar een ziekte kennen en her
kennen is nog iets anders dan een
ziekte weten te bestrijden. En er
zouden nog heel wat eeuwen over
heen gaan en nog heel wat sterve
lingen van deze afschuwelijke ziek
te het slachtoffer worden, vóór
men de geheimen van deze kwaal
zo ver ontraadseld had, dat men
het mensdom er van zou kunnen
bevrijden. Niet dat de oude genees
heren de strijd niet tegen deze ge
sel hebben trachten aan te binden.
Maar zij gingen slechts moeizaam
en tastenderwijs, als blinden, voor
uit op de weg die naar de zege zou
voeren. Zo behandelden de oude ge
neesheren reeds duizend jaar gele
den de pokkenlijders bij voorkeur
in een rode omgeving. Bekend is
het verhaal dat de eerste Engelse
hofarts John of Goddesden deed
over de behandeling die hij op de
zoon van koning Edward II in de
14e eeuw toepaste, toen deze prins
aan pokken leed.
„Toen de zoon van de roemruch
te koning van Engeland aan pok
ken leed", zo schrijft hij, „zorgde
ik er voor, dat alles in de omgeving
van zijn legerstede rood was. Hij
werd gelegd in een bed met rode
hemel en toegedekt met rode de
kens. Hij moest zijn keel spoelen
met rode moerbeziewijn en het
PROGRAMMA
DONDERDAG 7 JULI
HILVERSUM I, 301 M.
K.R.O. 7.00 Nieuwsberichten; 7.15
Ochtendgymnastiek, 7.30 Gramo-
foonmuziek, 7.45 Morgengebed, 8.00
Nieuws, 8.15 Pluk de dag, 9.00 Voor
de vrouw, 9.05 Oude en nieuwe
songs, 9.35 Gram. N.C.R.V.: 1000
Gramofoonmuz., 10.15 Morgendienst,
10.45 Koraal. K.R.O11.00 Radio
ziekenbezoek, 11.45 Gramofoonmuz.,
12.00 Angelus en de Zevenklapper,
12.30 Mededelingen, 12.33 Lunchcon
cert. 12.55 Zonnewijzer .13.00 Nieuws
13.20 Lunchconcert, 13.45 „Roerom-
me". N.C.R.V.: 14.00 Flitsen van
hesd.dankdienst in Herv. kerk, 15.00
Kamerorkest, 16.00 Nationaal pro
gramma ter gelegenheid van het
12' :-jarig huwelijksfeest van Ko
ningin Juliana en Prins Bernhard,
16.30 Promenade-orkest, 17.00 „Jul
lie"...., hoorspel, 17.40 Feest in
Hollands huis, 18.00 Nieuws, 18.15
Fanfare en Oranjeliederen 18.30
Tour de France, 18.40 Gramofoon,
18.50 Reportage rond Soestdijk,
19.01 Toespraak prof. Kranenburg,
19.10 Promenade-orkest, 19t30 Het
klaverblad van vier, 20.00 Nieuws,
20.05 Gev. programma, 21.00 ,,'t
Huys int Bosch", 21.30 Omroepor
kest, 22.15 Album 1937, 23.00 Nieuws
23.15 Kon. Militaire Kapel, 23.45
Kooropnamen Ned. liederen.
HILVERSUM II, 415 M.
A.V.R.O.: 7.00 Nieuws, 7.15 Gra
mofoon. V.P.R.O.: 7.50 Dagopening.
A.V.R.O.: 8.00 Nieuws, 8.15 Och-
tendvaria, 8.55 Korte gesprekken,
9.00 Gramofoonmuziek, 10.00 Mor
genwijding, 10.15 Arbeidsvitaminen,
10.50 Kleutertje luister!, 11.00 Con
cert. 11.45 Gramofoonmuziek, 12.00
The Skymasters, 12.33 In 't spion
netje, 12.38 Trio Jan Hofmeester,
13.00 Nieuws, 13.20 Gramofoonmuz.,
14.00 In en om de tuin, 14.45 Solis
tenprogramma, 15.00 „Klimop", pro
gramma voor zieken en gezonden,
16.0024.00 Nationaal programma,
zie Hilversum L
rode sap van granaatappelen drin
ken. Aan de fnuur hingen rode
voorwerpen en in het bed plaatste
ik rode kogels. Zijn genezing ge
lukte voortreffelijk, want hij her
stelde zonder enig overblijvend
spoor van de ziekte".
Het was een ietwat zonderlinge
verklaring die John voor zijn han
delwijze gaf. Het bloed zou door
het rood geprikkeld worden, waar
door de kwade stoffen naar buiten
konden komen. Maar merkwaardig
genoeg was hij toch op het goede
spoor, zoals eeuwen later bleek.
De Nobelprijswinnaar Niels Fins-
sen heeft ons geleerd, dat het niet
zozeer ging om de aanwezigheid
van rood licht als wel om de af
wezigheid van blautt'e en ultra
violette Stralen. Dit laatste heeft
een gunstige invloed op het gene
zen van pokpuisten met een mini
male ontsiering door littekenvor
ming.
De werkelijke overmeestering
van de vreselijke ziekte, die konin
gen noch bedelaars spaarde, waar
voor jong noch oud veilig was, zou
nog enige eeuwen op zich laten
wachten. En intussen woedde de
gesel op de aarde. Koning Lode-
wijk XV van Frankrijk werd er
door getroffen, stadhouder-koning
Willem III werd door de ziekte
jammerlijk in het gelaat geschon
den, zijn jonge echtgenote viel er
aan ten offer. Zij dunde de gezin
nen en decimeerde het menselijk
geslacht. Wie de kwaal overleefde,
was een getekende. En zo algemeen
was de ziekte, dat een jong meisje,
dat niet pokdalig was er zeker van
kon zijn éen goede partij te doen.
Toch lag de remedie voor het
grijpen. Wat niet zeggen wil dat
het niet een geniale daad was van
degene die ze greep.
Een late naneef van Rhazes, de
even beroemde Averroës, een Ara
bier uit Cordova, die enkele hon
derden jaren na de eerste leefde,
had al de opmerking gemaakt, dat
iemand nooit tweemaal deze ziek
te kreeg. Hier lag de sleutel tot het
geheim: men werd onvatbaar. In
West-Europa had men hiefuit geen
gevolgtrekking gemaakt, maar in
het nabije Oosten paste men reeds
eeuwen het systeem toe om men
sen met pokstof van lijders
aan een lichte pokkenaan-
val in te enten om hen daarmee te
gen zware aanvallen te bescher
men. Een Engelse dame, Lady
Montagu, de vrouw van de Britse
gez. in Constantinopel, bestudeer
de omstreeks 1720 deze oude me
thode nader en bracht haar bevin
den naar Engeland over. Hoewel de
therapie daar sindsdien veel werd
toegepast, was zij een gevaarlijke
onderneming, die nog al eens de
dood bracht. Men kon namelijk de
hevigheid van de pokbesmetting
niet van te voren bepalen.
Het was Edward Jenner die in
1775 begon de zaak ter hand te
nemen en die ze tot een goed einde
bracht. Als jong student hoorde hij
een boerenmeisje beweren „dat zij
geen pokken meer kon krijgen, om
dat zij de koepokken al had ge
had". Dat was een oud boerenge-
loof, maar het was voor Jenner de
sleutel tot de oplossing van het
geheim.
Na jaren van studie entte hij een
jongen in met koepokken en kon
daarna aantonen dat hij onvatbaar
was geworden voor' pokken. Hij
bracht de jongen een hoeveelheid
virulente pokstof in het lichaam,
groot genoeg om twee kinderen te
doden en de gevaccineerde knaap
had niet de minste hinder van het
kwaadaardige venijn, dat hij had
opgenomen. Weinig geleerden zijn
méér gehoond met hun ontdekking
als Jenner met zijn vaccinatie. En
toch zou de mensheid hem later
dankbaar zijn, omdat hij de wereld
van een gruwelijke gesel had be
vrijd.
Op de vragen, die het bericht dat
er pokkengevallen zijn geconsta-
teerd op het troepentransportschip
„Kota Inten" heeft de Dienst voor
de Volksgezondheid geantwoord dat
er geen reden tot grote ongerust
heid is, mits Nederland zorgt zich
te wapenen met het kostbare wa
pen, dat de medische wetenschap
de mensheid bezorgd heeft, de vac
cinatie.
Er is sinds een aantal jaren in
ons land geen wettelijke vaccina
tieplicht meer. De inentingstoe
stand in ons land is er sindsdien
niet beter op geworden. De sterke
aandrang, op de ouders uitgeoefend
om hun babies onder het jaar te
laten vaccineren is daarom alles
zins gewettigd. Mogen de vaders
en moeders deze goede raad niet in
de wind slaan.
Op de golfbanen te Deal (Kent) worden op het ogenblik inter
nationale golfwedstrijden gehouden, waaraan ook Nederlanders
deelnemen. Onze landgenoot C. de Wit uit 's-Cravenhage in
actie onder belangstelling van de-Fransman A. Pelissier.
BERLIJN (K.N.P.) Men acht
het in Berlijnse kringen niet on
mogelijk, dat Rusland zijn politiek
in Oost-Duitsiand gaat wijzigen
en men volgt met gespannen aan
dacht de duidelijke symptomen
van een crisis in de boezem van
de S- E. D., de (communistische)
Socialistische Eenheidspartij van
Duitsland, als gevolg van de ne
derlaag op 15 Mei 1-1., de dag der
verkiezingen voor de ,,Duitsc
Volksraad". Men is van mening,
dat er ernstige meningsverschil
len bestaan in het hoofdbestuur
van de S. E. Er zouden op het
ogenblik drie grote stromingen
zijn.
Ten eerste de „Leninistische"
groep een actieve minderheid
(Van onze parlementaire redacteur)
ER IS EEN TIJD geweest, bejaar
de mensen weten er nog van mee
tc praten, waarin de arbeider, als
het bedrijf hem niet meer nodig
had, zonder een cent op straat werd
gezet. Nu de Tweede Kamer de af
gelopen week het wetsontwerp
„Verzekering tegen de geldelijke ge
volgen van werkloosheid" afhandel
de, is het goed nog eens even bij het
verschil tussen toen en nu stil te
staan. Wat moet er in die keiharde
kapitalistische tijd toch ontzettend
veel leed geleden zijn. Ontslag krij
gen betekende voor de arbeider, dat
het toch al zo dunne draadje van
zijn sociale zekerheid met een klap
werd doorgehakt. Hij en zijn gezin
raakten op drift en werden een
prooi van honger en ellende. Hoe
veel levens moeten er in die onge
lijke strijd niet te vroeg zijn onder
gegaan of tot in het nageslacht zijn
geschonden. Neen, door het zo voor
te stellen kleurt men het beeld ze
ker niet te sterk. Achter de muren
van de oude, haveloze arbeiders
woningen, die men in iedere indus
triestad nog vinden kan, is al dit
leed, als gevolg van het werkloos
worden, inderdaad geleden.
Daarnaast mag in de herinnering
teruggeroepen worden het pogen
van de arbeiders zelf om in deze
toestand verandering te brengen.
Niet zonder ontroering denkt men
ook hier weer aan de pioniers, aan
de mannen van het eerste uur. In
de kring van de aan alle kanten
kwetsbare proletariërs zelf klemde
de gedachte, die de afgelopen week,
na jaren van moeilijke groei, einde
lijk in wettelijke bloei schoot. Als
niemand hen hielp, zouden zij zich
zelf helpen. Zo ontstonden de .eerste
werklozenkassen. De arbeider ging
vrijwillig een deel van zijn klein
loon voor dit doel afstaan. Terecht
heeft minister Joekes, tijdens de be
handeling van het ontwerp er aan
herinnerd, dat de geschiedenis van
het ontwerp langs de namen van
Treub, Lely, Romme en Drees heeft buigen naar de erkenning van een
zelf worden trouwens ook al door
de organisaties van werkgevers en
werknemers gedragen. In het alge
meen Werkloosheidsfonds, dat de
bedrijfsverenigingen in tijden van
werkloosheid zal moeten bijsprin
gen, hebben werkgevers en werk
nemers ieder voor een derde zitting;
de Overheid, die de helft van de
werkloosheidspremie bijdraagt, ge
schat op negentig millioen per jaar,
benoemt de rest van dé bestuurs
leden.
Hoeveel er in jaren van strijd,
maar ook van geleidelijke toenade-
dering, ten goede is veranderd,
blijkt ook vooral uit het gezamen
lijk betalen van de op te brengen
premie. De premie voor de wacht
geldverzekering (duur acht weken)
zal door werkgever en werknemer
ieder voor de helft worden opge
bracht, de premie voor de werk
loosheidsverzekering (duur 13 we
ken) voor de helft door de Over
heid en voor de andere helft ook
weer door werkgever en werknemer
gezamenlijk. Dit is vooral het be
langrijke in deze nieuwe wettelijke
regeling. De Overheid was de werk
nemers al in hun zelfbescherming te
gen de gevolgen van werkloosheid
bijgesprongen, de werkgever stond
echter altijd nog, evenals voorheen,
ter zijde. Wel waren er reeds par
ticuliere wacbtgeldfondsen. die zelfs
geheel door de werkgever werden
bekostigd, maar hier viel dan ook
vooral de klemtoon op het belang
van het bedrijf; het kunnen be
houden van een arbeidsreserve.
Verwijzend naar deze reeds be
staande -fondsen is tijdens het debat
de vraag naar voren gekomen of
het met luist zou zijn, dat wat de
wachtgeldverzekering betreft, de
premie in haar-» geheel door de
werkgever zou worden betaald. Op
verschillende gronden liet zich een
dergelijke gedachtengang zeer wel
verdedigen. Er was ook wel het een
en ander tegen in te brengen. Met
minister Joekes en de heer Andries-
sen, welke laatste en bij de voor
bereiding en bij de openbare behan
deling zulk knap werk leverde, zijn
echter overtuigd geraakt, dat het
toch zaak bleef tot een gezamenlijk
opbrengen van de premie te beslui
ten.
vroeger zo diep invretende gevol
gen van werkloosheid. Zouden de
werkers van het eerste uur, zelf
nog elke sociale zekerheid ontbe
rend, zich niet van harte verheugd
hebben als zij een gebeurtenis als
deze hadden kunnen beleven?
Dodelijk ongeval
in Amsterdamse haven
Gistermorgen om half negen
zond het s.s. „Stad Schiedam", dat
aan, de Ertskade te Amsterdam
was gemeerd, met zijn stoomfluit
S.O.S.-signalen uit. Het lid van de
bemanning, de 29-jarige A. van
Gaveren, uit Amsterdam, was van
een trap gevallen, met zijn hoofd
of de railing terecht gekomen en
in het water gevallen. Enige tijd
later slaagde men erin het lichaam
op te halen, doch de levensgeesten
bleken reeds geweken. De „Stad
Schiedam" was Zondag met een
lading kolen uit Philadelphia in
de Amsterdamse haven binnenge
lopen.
Met vrachtauto te water
en verdronken
Maandagavond, toen de 26-jari-
ge boekhouder J. S. uit Vught in
een der garages van de Handels
kade te den Bosch een vrachtwa
gen wilde starten, reed de wagen
plots achteruit. In zijn vaart ver
nielde de wagen de garagedeur en
reed de kade af. De boekhouder
die nog trachtte af te remmen,
kwam echter met de vrachtauto zo
ongelukkig in het water terecht,
dat hij is verdronken. S. was pas
een week gehuwd.
die vernamelijk is samengesteld uit
ambtenaren van de verschillende
staten in de Sovjet-Russische zöne
en van de gecollectiviseerde, onder
nemingen. Ook behoren tot deze
groep de oude communisten en een
aantal personen, die later tot de
partij zijn toegetreden. Deze groep
bekleedt de machtsposities in de
partij, alhoewel zij toch niet meer
dan 20 pet, van de gehele partij
uitmaakt-
De tweede groep bestaat uit de
Duitse oud-socialisten, die in 1945
door de Russen tot een fusie met
de communisten gedwongen werden,
maar die nog niet de hoop hebben
opgegeven om zich weer met de
socialistische partij in de andere
zones te kunnen verstaan. Zij zijn
grote tegenstanders van de radicale
methodes, waarmee S.E.D. in over
leg met de bezettende macht heeft
gewerkt. Deze groep zou ongeveer
40 pet. van de partij uitmaken.
Dan vinden wij nog de „nationa
listische' groep, waarin de commu
nisten zijn verenigd, die niet lan
ger willen horen van een Russische
overheersing, en die de oprichting
wensen van een „Duitse communis
tische partij".
Deze drie groeperingen voeren
binnen de partij een verbeten strijd
Dit valt vooral waar te nemen in
Thuringen. In het oog van de „Le.
ninistische" communisten zijn de
nationalisten „niet getrouw" en de
sociaal-demochraten opportunistisch
Te Apolda in Thuringen b.v. werd
de secretaris van de partij, Lenk,
uit zijn functie verwijderd wegens
„opportunisme'. Al was deze Lenk
reeds sedert 1923 lid van de partij,
toch heeft hij zijn plaats moeten
inruimen voor een Leninist, omdat
hij de economische politiek van de
bezetters van Oost-Duitsiand heeft
durven laken. Eveneens in Thurin
gen werd het plaatselijk comité van
de communistische partij van de
,,Kreis Altenburg" geliquideerd.
Het centrale comité van de S- E. D.
in Thuringen is zelf in twee par
tijen verdeeld. De voorzitter van de
partij, Heinrich Hofman, is een
oud-sociaal-democraat, die uit vrees
dat zijn twijfelachtig politiek ver
leden door de vice-voorzitter van
de partij, Kurt Lassig, zou worden
opgerakeld, deze laatste als oppor
tunist heeft aangeklaagd. Lassig
kreeg dan ook „voor onbepaalde tijd
verlof". Nu is echter het centraal
partij comité van de S- E. D. uit
Berlijn naar Weimar gekomen om
een onderzoek in te stellen. Het
schijnt, dat de onschuld van Lassig
is bewezen en men verwacht nu
iedere dag het „ontslag" van Hoff
man.
Nu de S. E. D- zulk een neder
laag heeft geleden bij de verkie
zingen van 15 Mei en er zulke
ernstige meningsverschillen bestaan
binnen de partij, zou het Sovjet-
Russische militaire bestuur, aldus is
de lezing in sommige Berlijnse
kringen, overwegen, om een „kans
te gunnen" aan de partij van de
kleine nazi's, de „Nationaal-Demo-
cratische Partij", die zich de laat
ste tijd in een verrassend en ver
nieuwd vertrouwen, blijkt te kun
nen verheugen.
(Van de Romeinse K.N.P.-correspondent)
ROME, 1 Juli. Er doen de laatste weken geregeld geruchten
de ronde, als xou er in de verhouding tussen Kerk en Staat in
Joego-Slavië langzamerhand een ingrijpende wijziging zijn ge
komen. Radio Vaticana heeft zich dezer dagen met deze ge
ruchten bezig gehouden en met name de verwachting inzake
een aanstaande vrijlating van de aartsbisschop van Zagreb, Mgr.
Stepinac, naar het rijk der fabelen verwezen. Als vermoedelijke
oorzaken van het (helaas ongemotiveerde) optimisme, dat hier
en daar schijnt te ontstaan betreffende de houding van het Tito-
regiem ten aanzien van de Katholieke Kerk, kan men een tweetal
factoren aanwijzen.
Ten eerste: het scherper worden
van het conflict tussen Tito en de
Kominform (conflict, dat is samen
te vatten met: conflict Tito-Krem-
lm). Er zijn vele tekenen, die er op
schijnen te wijzen, dat dit conflict
in ecu critiek stadium is getreden.
De directe aanvallen van vooraan
staande Joego-Slavische persoonlijk
heden tegen Rusland en Russische
machthebbers nemen schier dage
lijks in aantal en hevigheid toe.
Met name de reactie van Belgrado
op de jongste Parijse conferentie
der Vier heeft zeer de aandacht ge
trokken. (Hierbij dient eveneens te
worden opgemerkt, dat Rusland te
Parijs voor het eerst Joego-Slavië
in de steek liet inzake zijn eisen
betreffende Oostenrijk!)
De economische situatie, waarin
Joego-Slavië zich momenteel be
vindt, is, tengevolge van de boycot
der door Rusland gecontroleerde
landen van geheel Oost-Europa,
zonder meer desparaat te noemen.
Dit heeft tot natuurlijk gevolg, dat
deze door Tito geregeerde staat een
uitweg dient te zoeken en dit
slechts doen kan door zich „naar
het Westen te keren". Het is een
algemeen bekend (en licht verklaar
baar) feit, dat dit „Westen" geens
zins afkerig is van deze dwingen
de noodzaak; Joego-Slavië vorsflt
immers zowel in geografisch als in
ideologisch opzicht (na het ontstaan
van het conflict met de Komin-
form-landen) een uiterst vitaal ge
bied, zowel aanvankelijk als voor
post van de Russische expansie-po
litiek als, later in zijn hoedanigheid
van meest kwetsbaar punt van het
door Moskou Ontworpen „cordon
sanitaire".
Het zou evenwel van politieke
ingenuiteit getuigen aldus gezag
hebbende persoonlijkheden ten Va-j
ticane indien men verwachten
zou dat dit „Westen" aan het re
giem van de dictator Tito bepaalde
tegen allerlei pijnen,
stelt nimmer teleur
P.C.J. VERBREIDT
DE BENELUX-GEDACHTE
Drie premiers voor de microfoon
In de maand Juli zal Radio Ne
derland Wereldomroep (P.C.J.)
in zijn programma's meer dan ge
wone aandacht besteden aan de
Benelux-gedachte. Gedurende 4
weken zal op een speciale Bene-
luxdag vier maal een programma
van een uur, gewijd aan de nieuwe
verhoudingen tussen Nederland,
België en Luxemburg, naar alle
windstreken worden uitgezonden.
God schiep de wereld en
alles was goed. Rijk is de na
tuur, schoon de zomer. Dat
alles gaf God de mens te ge
nieten. De mens is koning van
de schepping. De schepselen,
de levende wezens, de bomen
en bloemen en planten, het
water, de zee, de duinen, dat
alles, goed en mooi en schoon
staat ten dienste van de mens.
Maar hij wist het niet te waar
deren: de zonde brengt de
knoei in het oorspronkelijke
plan. De mens misbruikt de
natuur. De scheppinq zelf
zucht en treurt onder dit ge
weld. deze verkrachting die
haar wordt aangedaan. Wan
neer de mens zelf weer gaaf en
gezond tegenover de natuur
staat, zal haar schoonheid des
te heerlijker zijn. Laten we er
voor zorgen, de zomer waardig
te vieren!
MARCUS.
voorwaarden zou stellen (waarbij
men uiteraard een wijziging ten
opzichte van de officiële houding
tegenover de Kerk op het oog
heeft). De gehele ontwikkeling der
na-oorlogse verhoudingen, alsmede
de zeer recente gebeurtenissen in
landen als- Hongarije, Roemenië,
Tsjecho-Slowakije en Polen, hebben
bewezen, dat nuchtere politieke
berekeningen wel zeer weinig te
maken hebben met idealen, wensen
en voorkeuren, zoals deze in histo
rische documenten als het „Atlan-
tiscn Handvest", de „Rechten van
de Mens" en de „Vier Vrijheden"
werden gedefinieerd. Te Rome is
men zich hiervan, door bittere er
varingen geleerd, terdege bewust.
Daar komt (ten overvloede) nog
bij, dat de gebeurtenissen in Joego-
Slavië (welke naast zovele andere
en meer de aandacht trekkende fei
ten in Oost-Europa wellicht op de
achtergrond geraakten), juist in de
maanden, die volgden op het be
kend worden van de onverzoenbaar
gebleken constrasten tussen het
Tito-regiem en de door Moskou
aangegeven politiek, in genen dele
wijzen op een gewijzigde houding
van dit regiem ten aanzien van de
Katholieke Kerk in het algemeen
en van de „vrijheid van godsdienst"
in het bijzonder.
De vervolging van de Kerk, de
steeds toenemende actie, de pogin
gen om ieder contact tussen de
Hiërarchie en de H. Stoel te ver
breken, de toenemende druk op de
gelovigen en de directe vervolging
van de geestelijkheid vormen een
overtuigend bewijs, dat het regiem
van maarschalk Tito communistisch
is en blijft en dus atheïstisch, fel
anti-katholiek en extreem-autori
tair.
Als tweede factor, welke de bo
vengenoemde geruchten kan heb
ben begunstigd, noemen wij de zen
ding van Mgr. Sigismondi naar Bel
grado. Deze prelaat, die sedert ja
ren aan het staats-secretariaat van
Zijne Heiligheid werkzaam is, zou
volgens sommige .waarnemers in
aanmerking komen voor de benoe
ming tot „chef de Mission", dat
wil zeggen tot Nuntius, zodat men
gemeend heeft uit het feit, dat hij
naar Joego-Slavië werd gezonden,
te mogen opmaken, dat de H. Stoel
een normalisering van de diploma
tieke betrekkingen met de regering
van maarschalk Tito voorbereidt.
En aldus de gedachtengang
de H. Stoel zou hiertoe nimmer
overgaan, indien Zij niet meende
over bepaalde garanties te beschik
ken betrerfende de situatie van de
Kerk in Joego-Slavië.
In dit verband is het van belang
een en ander duidelijk te onder
scheiden. Zolang een -aartsbisschop,
die na een uiterst onrechtvaardig
schijnproces werd „veroordeeld" 'en
gezangen gezet, niet is vrijgelaten
en volledig in ere herteld, is het
tamelijk onnozel om verwachtingen
te koesteren inzake een normalise
ring^ van de betrekkingen met de
H. Stoel, Hetzelfde geldt uiteraard
voor de vele honderden priesters,
die momenteel in concentratiekam
pen verblijven.
Zelfs al zou Mgr. Sigismondi in
derdaad voor de benoeming tot
Nuntius in aanmerking komen, dan
is het altijd nog zeer. goed ijiogelijk,
dat zijn missie in Belgrado (waar
hij onder Mgr. Hurley, de Regent
van de Pauselijke Nuntiatuur, werk
zaam is) ccn soortgelijke benoeming
voorafgaat. Doch dat hij „chef de
Mission" te Belgrado zou worden
lijkt oo-k in dit verband zeer on
waarschijnlijk.
Het is volkomen normaal, dat de
H. Stoel een nieuwe persoonlijk
heid naar de Nuntiatuur te Belgra
do zond. Men vergete niet, dat het
Vaticaan nog nimmer uit eigen be
weging overging tot verbreken van
diplomatieke betrekkingen met
welke regering dan ook, zodat het
voortbestaan van deze betrekkingen
met de regering van Tito (hoe il
lusoir zij ook mogen lijken) geheel
in de lijn ligt van de diplomatieke
traditie der H. Stoei.
Dl; dit alles moge dernalve over
tuigend blijken, dat (om de woor
den van Radio Vaticana aan te ha-
ienj, er op dit moment geen symp
tomen van een verbetering der
verhouding tussen de Katholieke
Kerk en het regiem van Tito be
staan.
door H. VoLMEE
FEUILLETON
72.
gelopen, hij had er nog aan toe
kunnen voegen, dat zij echter begon
bij de arbeiders, die met een klein
loon in handen, de blik naar de
toekomst richtten en zeiden: Het
kan wel niet, maar het moet.
Wie dit alles nog eens op zich iaat
inwerken, kan zich beter begrijpen
waarom vooral de arbeidersafgevaar
digden er in de Tweede Kamer zo
op hebben aangedrongen, dat nu ook satie op tafel ligt, de blauwdruk
de wettelijke regeling van de werk
loosheidsverzekering een plaats
voor de organisaties van werkne
mers zou worden ingeruimd, orga
nisaties, die eerst geheel uit eigen
middelen, later met steun van de
Overheid, de gedachte toch vorm
hadden gegeven en verder hadden
uitgebouwd. Minister Joekes heeft
aan dit verzoek voldaan. Dc met
de uitvoering belaste bedrijfsver
enigingen zullen bepaalde admi
nistratieve werkzaamheden door ge- stuk sociale wetgeving tot stand ge
noemde organisaties kunnen laten komen, dat twee millioen arbeiders
.Goede morgen, juffrouw Fabian.
Daar ik uit Stockholm vertrek,
zou ik graag mijn foto's en kran
tenknipsels in ontvangst nemen".
„U doet heus beter, ze hier te
- laten, juffrouw Kalarne. De enga-
Juist nu wij - hier gingen om- menten voor het badseizoen zijn
op komst. Een artiste van uw ta
lent kan verbintenis te kust en te
keur afsluiten.''
„Ik ga voor geruime tijd weg. 'k
Heb er al zo lang naar verlangd,
een tournée door Frankrijk, België
en Holland te maken."
„Die kunnen wij toch wel in el
kaar zetten? Het artistenbureau-
Bergklint heeft in heel Europa 'n
uitstekende naam. U bent altoos
bij ons geweest en we hebben u 't
vel niet over de oren gehaald. Van
andere bureaux moet u het nog af
wachten."
„Neen, werkelijk, ik blijf er bij".
„Jammer," gaf juffrouw Fabian
spijtig te kennen. „Paula Kalarno,
nietwaar? 'k Zal 't verlangde ha
len,"
Södêrman fluisterde opgewon
den:
Dat is ze! Zeg als 't u blieft
geen woord! Ik wacht tot ze weg-
gedeelde verantwoordelijkheid en
wie zal, dé voorgeschiedenis van
dit nieuwe stuk sociale zekerheid
indachtig, de waarde hievan ont
kennen, mocht niet het gevaar wor
den opgeroepen, dat deze wet door
de werkgever als een juk zou wor
den aangevoeld. Dit klemt temeer,
waar het wetsontwerp inzake - de
publiekrechtelijke bedrijfsorgani-
van een nieuwe maatschappelijke
orde, in veel weidser verband de
zelfde solidariteitsgedachten tot uit
drukking brengend.
Conclusie is dat de Kamer de af
gelopen week dus éen goed stuk
werk heeft afgeleverd. Er is lang
en breed aan gedokterd, maar de
wisselwerking tussen regering en
parlement is dan ook niet zonder
resultaat gebleven. Er is een nieuw
verrichten. De bedrijfsverenigingen I 21 weken lang beschermt tegen del gaat en volg haar dan.
Bergklint knikte. August had
meegedeeld detective te zijn, én
Bergklint wenste hem in geen ge
val tegen te werken, al vond hij
deze speurder wel wat erg jong en
had hij geen* al te hoge dunk van
zijn routine.
„Hier hebt u 't gevraagde, juf
frouw Kalarne", zei de assistente
terugkerend. „Wilt u even nazien,
of alles er is? U vindt het zeker
wel prettig, zo ver van huis te
gaan
Paula lachte. De lach kwam Au
gust zeer bekend voor.
Hij volgde haar onmiddellijk.
Paula begreep, welk risico er aan
was verbonden, zich bij klaarlich
ten dag op straat te vertonen na de
gebeurtenissen van de afgelopen
nacht, maar het moest worden ge
waagd omdat haar foto's in geen
geval in handen van de politie
mochten vallen. Zij liep een kleine
tien minuten, stapte toen op een
tram. August kon nog juist op 't
achterbalcon springen. Enige hal
tes verder reeds verliet Paula de
wagen en bleef op de vluchtheuvel
staan. Södêrman ontveinsde zich
niet, dat 't gevaar nu groot was
door haar te worden opgemerkt.
Gelukkig had hij een krant in de
zak, die hij opensloeg en voor het
gezicht hield. Paula nam een lijn,
welke naar het noorden van de
stad voerde. Zij ging wederom bin
nenin zitten, hij paste dezelfde
taktiek van even te voren toe en
vergenoegde zich met een staan
plaats op het balcon. Toen 't eind
punt was bereikt draalde hij met
uitstappen, tastte, altoos nog 't ge
zicht achter de krant verbergend,
in de rechterzijzak van zijn over
jas, haalde een pakje sigaretten
voor de dag en bood de conducteur
er één aan.
Inmiddels had Paula zich naar
een standplaats van taxi's bege
ven. Zodra de wagen zich in bewe
ging zette, legde August beslag op
de volgende en overhandigde de
chauffeur een biljet van tien kro
nen.
„Buiten de prijs van de rit", be
loofde hij, „als je die taxi vóór ons
in het oog houdt. Maar laten ze 't
niet merken."
Södêrman leunde achterover in
de kussens. Voor de eerste maal
gevoelde hij, dat hij enige aan
spraak mocht maken op de titel
welke hem was geworden, dank zij
de vrekkigheid van Eileen Calla-
ger, de eigenares van 't „Sint Olaf"
De rit ging door Stockholms noor
delijke buitenwijken. Op een gege
ven moment zei de chauffeur;
„De ander heeft een betere wa
gen. Ik verlies hoe langer hoe meer
op hem".
„Haal uit de motor wat je ha
len kunt." adviseerde Södêrman
ongeduldig.
Zij passeerden een dorp. Hij
vroeg, hoe het heette en kreeg ten
antwoord: „Marvall". Zij volgden
nu een vrij smalle landweg, waar
van de huizen al schaarser werden
tot ten slotte geen teken van
menselijk leven meer te bespeuren
viel. Toen zij een bocht hadden ge
nomen remde de chauffeur krach
tig.
„De wagen, die wij volgen, min
dert vaart," berichtte hij. „Wat
nu?"
„Rijd direct achteruit! Als ze het
spelletje in de gaten krijgen is de
aardigheid er af!"
„Is de weg breed genoeg om te
keren?"
„O jawel!"
Södêrman verliet de taxi en re
kende af. „Zet er op de terugrit 'n
flink gangetje in," spoorde hij aan.
„Nergens toe nodig, je kameraad
te laten merken, dat hij gevolgd
werd."
„Wat is er eigenlijk aan 't hand
je? Heeft je vriuw de benen ge
nomen?"
„Jouw zaken niet, wel?" grin
nikte August. „Schiet maar pp!"
Hij verborg zich achter struiken
tot de andere taxi voorbij was. Na
een poosje werden de omtrekken
van een hofstede zichtbaar. Het
kwam hem niet raadzaam voor, er
langs te lopen.
(Wordt vervolgd).