Om de milliarden van Nederland en Indonesië Scholenbouw voor de jeugd en de toekomst van Frankrijk Kinderen ontvoerd voor slaven arbeid in Rusland Opbouw St. Adelberts-priorij De R.T.C. rekent... En om het extremisme de wind uit de zeilen te nemen? Moet de grote gok gewaagd worden? Koningin en Prins in Overijsel Kanton Zaterdag prijsgegeven? DE VLEESBON Twee vliegtuigen in Indonesië vermist De Minister van Onderwijs is op zoek naar credieten Terreurmethoden van het communistische regiem in Roemenië Tsjechen moeten wapens inleveren Volgend jaar tiende eeuwfeest (Van onze parlementaire redacteur) DE RONDETAFEL-CONFERENTIE REKENT. Nederland meent dat Indonesië een schuld moet overnemen van 6.3 milliard. Indonesië trekt daar de militaire uitgaven van af en komt dan op een schuld van slechts 2.6 milliard. Men mene echter niet, dat Nederland in deze berekening dan toch in elk geval nog 2.6 milliard van Indonesië zou te vorderen hebben. Zo is het zeker niet. Die militaire uitgaven, wie ze ook uiteindelijk voor haar rekening zal moeten nemen, zijn gedaan en wel vanuit de Indo nesische volkshuishouding. Wanneer die Indonesische volks huishouding, zelfstandig geworden zijnde, dus voor dit bedrag geen schuld zou hebben, heeft zij voor precies hetzelfde bedrag omgekeerd wel een vordering en wel op Nederland. Conclusie: de vordering van Indonesië op Nederland zou tenslotte nog be duidend groter zijn dan die van Nederland op Indonesië. Of nog weer met andere woorden: niet Indonesië zou bij Nederland, maar Nederland zou bij Indonesië in het krijt staan. Na de besprekingen op de „Hoge Vuurse" zijn in de afgelopen da gen wederzijds stukken gewisseld, waarin de boven summier weer gegeven standpunten nog eens uitvoerig worden, uiteen gezet en die wat dit betreft dus geen nieuwe gezichtspunten openen. Afgezien van de financiële conse quenties is het voor Nederland, vooral vanuit principieel oogpunt, toch ook wel zeer bezwaarlijk om in feite te moeten erkennen, dat een groot deel der militaire uit gaven niet in het belang van In donesië zou zijn geweest. Wil In donesië bij de verdere besprekin gen niet minstens van het totale bedrag uitgaan, dan wordt het onderhandelen dus wel heel moei lijk. Hebben de Indonesiërs hun gevoeligheden, wij ook. Los van de principiële kwestie van de militaire uitgaven blijft de vraag klemmen of Indonesië door een schuldverhouding van 6.3 mil liard niet te zwaar belast zou worden. Bij de beantwoording van deze vraag moet ongetwijfeld in het oog worden gehouden, dat de jonge staat het vooral de eerste tijd zeer moeilijk zal hebben. Staande op een weinig kapitaal krachtige basis (de Indonesiër heeft nog niet geleerd om te spa ren in geld) zal het toch een voor uitstrevende politiek moeten voe ren, wil het althans 't extremisme de wind uit de zeilen kunnen nemen. Een argument waarvoor ook de wereld zeer gevoelig is. Maar anderzijds geldt dat ook Nederland geen „richard" is. Wij gaan zelf al onder een veel grotere schuldenlast gebukt en knopen voor het overige de eindjes slechts met de grootste moeite aan elkaar. De verlichting, die Indonesië thans bedingt, zou voor ons dus wel een ondragelijke verzwaring betekenen. Daar komt nog bij, dat de devaluatie, althans zeker de eerste tijd, onze financiële positie eerder zal verslechteren dan ver beteren. De prijzen hoger en de lonen niet lager. Hoe komen wij daar uit en toch, ook voor ons kiemt, dat wij het extremisme niet de wind in de zeilen mogen blazen! Voor Indo nesië liggen de mogelijkheden in het kader van de devaluatie daar entegen veel gunstiger. In het van Nederlandse zijde deze week over handigde geschrift wordt er te recht op gewezen, dat de Indone sische exportartikelen bij de deva luatie wèl zullen varen en ook wordt verwezen naar een artikel in „E.S.B.", waarin wordt becij ferd dat na de devaluatie in feite reeds 59 pet. van de Indonesische schuld aan Nederland zou zijn verdwenen. Dit alles moet men dan tenslotte nog afronden met de verlichtingen, die Nederland, on danks zijn moeilijke financiële positie, reeds heeft aangeboden, zijnde een aftrek van 500 millioen en een ontheffing van aflossing gedurende de eerste jaren. Al met al wil het ons voorkomen, dat Nederland zich in deze zeker niet onredelijk heeft gedragen, hoewel, de moeilijkheden van de jonge staat indachtig, het zaak blijft Indonesië zover als mogelijk tege moet te komen. Of nog verder gegaan kan worden dan thans ge gaan werd, kan een buitenstaan der moeilijk uitmaken. Alleen zij, die de verantwoording dragen voor het algemene Nederlandse welzijn, mogen en moeten hier beslissen. Blijven wij uitgaan van 't feit, dat Nederland een milliardengrote vordering op Indonesië houdt, dan rijst ook de vraag in hoeverré Nederland daaraan het recht mag ontlenen om onderwijl nog een woordje in de financiële aangele genheden van Indonesië mee te spreken. Wanneer men zich herin nert dat de Marshallhulp ook onze vrijheid in zeker opzicht aan ban den heeft gelegd, doet een derge lijke wens zeker niet onredelijk aan. Bij de Indonesiërs is zij ech ter, zoals bekend, op zeer grote bezwaren gestuit. Zij willen niet verder gaan dan overleg en ook hier speelt het motief van zo vol ledig mogelijk vrij te willen zijn weer door. Hoe het zij, Nederland schijnt, waar het in eerste aanleg overeenstemming had gevraagd, nu toch wel met overleg genoegen te willen nemen. De Nederlandse delegatie gaat er thans van uit, dat Indonesië zich toch straks bij 't Internationale. Monetaire Fonds zal aansluiten, hetgeen ook al verplichtingen oplegt. Wel zou Nederland, zolang die aansluiting nog niet is tot stand gekomen, zich de controlerende bevoegd heden wensen, die straks bedoeld fonds ten aanzien van de Indone sische financiën zal bezitten. Nederland kan dus thans zeker niet meer het overigens toch al onverdiende verwijt worden ge maakt, dat het de Indonesische souvereiniteit op financieel gebied zou willen inperken. Garanties worden thans nog slechts in de zuiver zakelijke sfeer gezocht, een voorstel om 2 pet. van de Indo nesische deviezenopbrengst voor Nederland te reserveren, een voorstel dat eveneens van de laatste dagen dateert, wijst mede in deze richting. Toch blijven de standpunten, vooral wat de grootte van de schuld betreft, voorlopig nog wel zeer ver uit elkaar liggen. Dit zou misschien nog niet zo erg zijn, wanneer de R.T.C. ook niet ge dwongen ware met de tijd te reke nen. Achter in deze maand zou de conferentie moeten aflopen, en thans is zelfs het tweede probleem nog verre van opgelost. Daarach ter komt dan nog de kwestie Nieuw - Guinea, waarqver nog slechts een inleidende bespreking is gehouden, vooral een rede van dr. van Mook tot onderwerp heb bende, waarin de Indonesiërs in dertijd een toezegging hebben beluisterd. Verlenging van de conferentie zou dus onder normale omstandigheden het meest voor de hand liggen, maar de Indone siërs kunnen moeilijk langer van huis. Zij moeten ginds in het poli tieke spel weer nodig meespelen. Van Indonesische zijde is dan ook reeds de suggestie gedaan, zich in de komende weken tot beginsel besluiten te beperken. Ook de grootte van de schulden zou in deze gedachtengang onderworpen kunnen worden aan de uitspraak van een Nederlands-Indonesisch college, aangevuld met vertegen woordigers van de Wereldbank. Voorstellen als deze zijn op het eerste oog zeker niet aantrekke lijk. Het zou er practisch op neer komen, dat de zaken niet die be hartiging krijgen, die zij toch minstens in laatste aanleg verdie nen. Blijft over de mogelijkheid om de R.T.C. in Indonesië voort te zetten, doch het valt niet te ontkennen dat zulks, hoewel mis schien niet geheel juist, toch de indruk van een mislukking zou maken. Ook de gevolgen van een dergelijke indruk mag men, met het oog op de strak gespannen staande verhoudingen in Indone sië, zeker niet onderschatten. De verantwoordelijkheid van de Nederlandse regering voor de gang van zaken gaat bij deze trage voortgang, om het woord „im passe" maar niet te gebruiken, dus wel zeer zwaar worden. De conferentie, die op het departe ment van „Overzeese Gebiedsde len" is gehouden, wijst ook in deze richting. Er moeten waarschijn lijk op korte termijn vérstrekken de beslissingen worden genomen. In ettelijke Nederlandse bladen zijn reeds artikelen verschenen, waarin de regering opgevorderd wordt de grote gok nu maar bin nen de kortst mogelijke tijd te wagen; de Indonesische revolutie zou zich niet storen aan onze „zucht naar volledigheid". Dat mag allemaal zo zijn en wij zijn voor een dergelijk argument tot op zekere hoogte ook wel gevoe lig, maar wij vragen ons tegelij kertijd toch ook af of ook aan Indonesische zijde dan niet wat meer tempo en redelijkheid be tracht zou kunnen worden Koningin Jujiana en Prins Bernhard hebben gistermorgen in een open auto Zwolle verlaten om een tocht te maken door de gehele provincie Overijsel. De steden en dorpen op de route deden in enthousiasme niet onder voor de Zwollenaren en in de geschenken en de wijze van versiering had de plattelandsbevolking haar eigen stijl op schone wijze weten te be waren. Zo werd aan de Prins in Dalfsen een blik Dalfser moppen aangeboden. In Ommen werd aan de Koningin een antieke beugeltas ten geschenke gegeven en in den Ham een tinnen koffiekan en een bouwdoos voor de prinsesjes, ge maakt door het dochtertje van de burgemeester. De versiering be stond daar uit houten paddestoe len langs de weg waarin levende paddestoelen op smaakvolle wijze gerangschikt waren. De tocht ging verder door Hellendoorn, Nijver- dal, Tubbergen en Ootmarsum waar overal de geestdrift ten top steeg naar Denekamp. Daar werd Prins Bernhard verrast met een zeer uitzonderlijk geschenk, na melijk een midwinterhoorn van een meter lang. Via de steden Almelo, Olden- zaal en Enschede eindigde de tocht tenslotte op het vliegveld Twente waar de Vorstelijke bezoekers met een Dakota, door Prins Bern hard zelf bestuurd, naar Soestdijk terugvlogen. De hoofdmacht van het com munistische leger, dat langs de spoorweg tussen Kanton en Han- kou oprukt, heeft het 35 kilometer ten noorden van Kanton gelegen Fahsien bereikt. Uit gewoonlijk betrouwbare Chinese bron te Hongkong werd Donderdagmorgen vernomen, dat de ontruiming van Kanton door de nationalistische troepen Vrij dagavond voltooid zal zijn, waar na de stad Zaterdag a.s. zou wor den prijs gegeven. De slager en zijn klant Hebben danig het land, Want omdat ons koeiental stijgt, Zou het vlees van de bon, Als October begon Maar minister Mansholt die zwijgt. Hoewel vier jaar bevrijd En plan-Marshall ten spijt, Vindt de slager nog steeds vertier Met zijn vleesbonnen-bak En zijn potje met plak En zijn stapels regeringspapier. Voor ons blijft het kaas, Appelstroop, speculaas, Pasta, muisjes en basterdsuiker. Want van biefstuk en spek Blijft u binnen 't bestek Van de deugdzame Zondagsverbruiker. Zal de Slachtmaand het doen Of Sinterklaasje Kapoen? Of moeten we Nieuwjaar verbeiden? Toe, zet toch aan kant Dat naargeestig restant, O minister! van donkere tijden! CHIEL. De R.T.C. gedelegeerde, mr. Nazir Pamuntjak, die de vijfde koerier van de Republikeinse delegatie is, arriveerde te Batavia. Hij bracht twee diplomatieke postzakken voor de president en voorzitter der Republikeinse delegatie, mr. Susanto Tirtoprodjo uit Nederland mee. Foto boven: mr. Nazir in gesprek met mr. Susanto Tirtoprodjo; onder: de postzakken. BATAVIA, 13 Oct. (Aneta). Door de dienst legercontacten van het Kon. Ned. Indisch Leger is medegedeeld, dat twee Mustang jachtvliegtuigen van de militaire luchtvaart, die voor een dienst- vlucht uit Medan naar Bandung waren vertrokken, spoorloos zijn verdwenen. De vliegtuigen zijn 's morgens om acht uur uit Medan vertrok ken, waarbij in zuidoostelijke richting werd gevlogen. Sindsdien is niets meer van de toestellen vernomen. De vliegtuigen hebben zich ook niet langs radiografische weg met Medan of Palembang in verbinding gesteld. Vliegtuigen van de Kon. Marine in de Indische wateren zijn ter stond met opsporingswerkzaam heden begonnen. De mogelijkheid dat de „Mus- tang"-jagers, als gevolg van on dervonden slecht weer, onder de vlucht met elkaar in botsing zijn gekomen, moet niet uitgesloten worden geacht. De namen van de bestuurders der toestellen zullen bekend wor den gemaakt, zodra de familie leden zijn ingelicht. NOBELPRIJS VOOR DE VREDE A.P. meldt uit Oslo, dat de Nobelprijs-commissie van het Noorse parlement de Nobelprijs voor de vrede voor 1949 toegekend heeft aan Lord Boyd-Orr of Bre chin, de 69-jarige beroemde voed- sel-expert. Lord Boyd-Orr heeft verklaard de Nobelprijs voor 1949, die 156289 Noorse kronen bedraagt (onge veer 82800 gulden), te zullen be steden aan het bevorderen van de vrede en de totstandkoming van een wereldregering. (Van onze Parijse correspondent). Omstreeks 1 October plegen de Franse Lagere Scholen zich te vullen met nieuwe leerlingen. Net als bij ons stappen ze trots, de eerste dag, meestal aan de hand van vader, moeder, broer of zus ter de drempel over van hun nieu we wereld, die gemeubileerd is met banken, schoolborden en tel- ramen. Over het algemeen is het onderwijs in Frankrijk uitstekend. Het is iets minder dan bij ons ge richt op feitenkennis, en daaren tegen iets meer ingesteld op de algemene culturele ontplooiing van het kind, dat hier al be schouwd wordt als een volledig mensje-in-zakformaat. Met dit al staat men er soms verbaasd over, zo snel als die Franse blagen leren lezen en schrijvenRekenen leren ze minder vlot, en dit zal wel de voornaamste reden zijn, waarom ook een volwassen Frans man bijna altijd zelfs de kleinste optellinkjes met behulp van een potlood en een stukje papier moet verrichten. Maar laat ons deze technische onderwijskwestie nu verder ter zijde laten. We willen vandaag lie ver iets schrijven over het grote practische probleem, waar het te genwoordige Franse onderwijs mee te kampen heeft, namelijk het BOEKAREST (K.N.P.). Steeds meer worden er berichten uit Roemenië gesmokkeld om aan de wereld de terreur bekend te ma ken, die de communistische rege- Van een herfstwandeling door het bos gaat een aparte bekoring uit. Een wandeling door een der parken kan ook de stadsmens in verrukking brengen. Twee meisjes maken een wandelrit door het Amsterdamse Vondelpark. ring uitoefent. Koste wat het kost wil zij aan de ongelukkige bevol king haar ideaal yan een Rode Staat opdringen. Tot de jongste slachtoffers van deze terreur be horen een priester en een groep tienjarige kinderen. De priester, George Villanyi, was pastoor van een dorpsparochie in het gebied van Oradea Mare. In het dorp ontstond in deze zomer onrust toen de boeren het bericht kre gen, dat de regering de gehele oogst vorderde. De boeren wei gerden aan deze order gevolg te geven en de plaatselijke politie riep de hulp in van de militairen uit Oradea Mare. Enige boeren maakten alarm door, tegen de wens van pastoor Villanyi in, de kerkklok te luiden. Toen de troe pen in het dorp aankwamen keer den zij zich eerst tegen deze boe ren en vervolgens hielden zij nog ter plaatse een rechtszitting tegen pastoor Villanyi omdat de kerk klok geluid was. Hii werd „schul dig" bevonden en ter dood ver oordeeld; in de tuin van de pasto rie werd hij doodgeschoten. De plaatselijke autoriteiten gaven orders, dat zijn lichaam daar drie dagen lang onbegraven moest blijven liggen als ëen „afschrik wekkend voorbeeld" voor geheel het dorp. De groep kinderen, allen in de leeftijd van ongeveer tien jaar, werd gearresteerd in de omstre ken van Cluj. De beschuldiging tegen deze kinderen luidde, dat zij behoorden tot een zogenaamde godsdienstige vereniging, die be kend zou staan onder de naam van de „Vereniging van het Zil veren Kruis". Met het oog op andere binnen gekomen berichten moet het zeer waarschijnlijk worden geacht, dat deze kinderen werden gearres teerd bij een razzia van de rege ring, die ten doel heeft 20.000 Roemeense kinderen bijeen te krijgen, volgens geruchten voor een speciaal werkobject in Rus land. Deze „recrutering" van kinde ren gedurende het eind van de zomer leidde tot botsingen tussen communistische beambten en de plaatselijke bevolking in de ver schillende leden van Roemenië. In Odoren werden twee mannen, Andreas Papp en Bazil Chira, ter dood veroordeeld en doodgescho ten omdat zij de leiding hadden genomen bij het verzet van de ouders in deze plaats tegen deze geforceerde „lichting" van hun tienjarige kinderen. Een ander, Alexander Biro, werd te Sanmartin doodgeschoten omdat hij zich verzette tegen het wegvoeren van de kinderen in die plaats. Te Satu-Mare ontdekte een groep arbeiders en hun vrouwen, dat hun kinderen in een spoor wegstation waren. De kinderen waren hier door de politie bijeen gebracht om weggevoerd te wor den. De arbeiders dreigden nu om de fabriek in die plaats in de lucht te laten vliegen als de rege ring nog verder pogingen deed om hun kinderen te ontvoeren. A.P. meldt uit Praag, dat de regering, na duizenden personen tijdens de grote razzia's gearres teerd te hebben, Woensdagavond heeft afgekondigd, dat alle vuur wapenen in particulier bezit inge leverd moeten worden. Rijen Praagse burgers stonden voor de politiebureaux om hun wapens, waarvoor zij vergunning hadden, over te geven. Verschil lende personen hadden opdracht gekregen hun wapens „ter revisie" aan te bieden, doch op het politie bureau vernamen zij, dat „revi sie" intrekking van hun vergun ning" betekent. De arrestaties gaan inmiddels voort. In vele winkels staan nieu we winkeliers, die daar door de regering zijn ingezet en in rege- ringsdienst zijn. De arrestaties buiten Praag waren bedoeld om leden van de ondergrondse op te pakken. Vol gens betrouwbare zegslieden zal de volgende stap van de regering zijn deze ondergrondse te verbin den aan de R.K. Kerk en dan pro cessen te beginnen. angstwekkend gebrek aan ruimte. Er zijn enkele duizenden klas lokalen te weinig! En over een jaar of drie zullen er, als er niet schielijk gebouwd wordt, zelfs en kele tienduizenden tekort zijn: er werd immers de laatste jaren een geboorte-overschot geboekt, en binnenkort zullen er jaarlijks een dikke honderdduizend kinderen meer dan vroeger aan de deur van de lagere school komen kloppen. „Een half millioen krijgt onder wijs in 'klaslokalen, die niet vol ledig aan de eisen des tijds vol doen", zo verklaarde onlangs de radicale minister van Nationale Opvoeding. Yvon Delbos. Hij had daar gelijk in. In Parijs en in an dere grote steden, gaat het over het algemeen wel, ofschoon men vaak verplicht is om vijftig kinde ren toe toevertrouwen aan de hoe de van één onderwijzer, hetgeen beslist te veel is. Buiten de grote steden echter, in sommige dorpen, vindt men wel eens klaslokalen, die meer op een paardenstal lij ken. De oorzaak ligt voor de hand: tijdens de oorlog werden ruim 9500 lokalen door bombardemen ten vernield en wat erger is de laatste tien jaar zijn ongeveer 20.000 lokalen door gebrek aan fi nanciën, door te weinig zorg of om welke reden dan ook, aan de rand van het verval beland. Bij elkaar vormen dit dus der tigduizend lokalen, die hersteld of vervangen moeten worden. Hier bij komen dan nog de ruim vijf duizend nieuwe lokalen, die bin nen de eerstkomende vijf jaren nodig zullen blijken in verband met Frankrijks groeiende kinder tal! Is het wonder, dat Yvon Del- bos de laatste tijd vaak confereert met zijn ambtsbroeder Petit, die minister van Wederopbouw is, als ook met Maurice Petsche, minister van Financiën? Voor Frankrijks jeugd en toekomst zijn millioenen- credieten en tonnen materiaal nodig. Examens lijken prijsvragen. Hetzelfde geldt ook voor de rijpende jeugd van Marianne: Er is een zeer nijpend tekort aan middelbare scholen. In Parijs wordt hard gewerkt aan plannen om reeds bestaande gebouwen een verdieping hoger te maken of van een nieuwe vleugel te voorzien. Maar op die manier komt men er niet. Daarom heeft men voor de Franse hoofdstad nieuwe middel bare scholen op papier gebracht, waarvan er enkele ruimte zullen kunnen bieden aan meer dan dui zend leerlingen. Helaas echter be staan die gebouwen nog slechts op papier. Voorlopig is er dus een ontstellend gebrek aan ruimte, vooral voor de meisjes-lycea, die pas de laatste tien of vijftien jaar „in trek" zijn gekomen bij de bur gerij. Bij de toelatingsexamens wordt rekening gehouden met dit ruim tegebrek. Vandaar dat die exa mens op ware prijsvragen zijn gaan lijken. Slechts de beste can- didaten genieten in het algemeen het voorrecht om zelf hun school uit te kiezen. De anderen moeten zich er een laten aanwijzen. Dien tengevolge zijn er leerlingen, meestal meisjes, die dagelijks een uur in de trein, métro of stadsbus moeten zitten om de school te be reiken. Opwekkend klinkt dit nieuws natuurlijk niet. Wij zijn er ons van bewust, dat het een verkeerde indruk kan geven over de stand van het Franse onderwijs. Wij haasten ons daarom, er aan toe te voegen, dat dit onderwijs nog al tijd tot het beste ter wereld be hoort. En dat men in Franrijk, op vele duizenden lagere en middel bare scholen, op wonderbaarlijke wijze weet te woekeren met de beschikbare ruimte. Doch een houdbare toestand is het natuur lijk niet: daarom wensen wij mi nister van Onderwijs, Delbos, die credieten en bouwvergunningen zoekt ten behoeve van Frankrijks jeugd, gaarne welslagen toe! Met de opbouw van de St. Adel berts-priorij, het Benedictijner klooster dat in de plaats is geko men van de beroemde Egmonder Abdij, vordert men gestaag. De grote nieuwbouw, die het klooster in Egmond Binnen langzamerhand een wat forser en waardiger aan zien gaat geven, is grotendeels al gereed gekomen. Hier is een grote refter gelegen en een keuken, ter wijl zich in de twee hoger gelegen verdiepingen vertrekken bevinden voor de paters. De uitwendige bouwwerkzaamheden van dit grote werk hebben onlangs hun beslag gekregen; nu moeten alleen nog de vloeren en de muren worden betegeld. Intussen heeft men in de grote kloostergang, waarvan het westelijk deel gereed is gekomen, een raam van Karei Trautwein ge plaatst, afkomstig uit de oude kapittelzaal, waar een gebrand schilderd raam, voorstellende St. Benedictus, is aangebracht. Het nieuwe gebouw, met zijn prachtige ruimte, overkoepeld door grote gothische bogen, besloten met zand stenen sluitstukken en gedragen door pilaren van hardsteen, maakt een waardige indruk. Zo langza merhand begint men hier een idee te krijgen van de toestand, die zal zijn geschapen, als de herbouw van de abdij haar beslag zal hebben gekregen. Voordat dit echter kan geschie den, zal er nog heel wat moeten gebeuren. 1000 jaar abdij. Intussen bereiden de paters zich nu reeds voor op het grote eeuw feest, dat men in 1950, in het H. Jaar, hoopt te gaan vieren. In de eerste helft van het volgend jaar namelijk herdenkt men het feit, dat de Abdij van Egmond voor 10 eeuwen, op ongeveer dezelfde plaats als waar nu wordt gebouwd, werd gesticht. De plannen voor deze herdenking verkeren nog in een beginstadium. Wel staat reeds vast, dat men ter gelegenheid van dit historische feit de priorij tot abdij wil verheffen. Het gene- raal-kapittel der Benedictijner orde heeft een en ander reeds goedgekeurd en nu wordt een des betreffend verzoek tot Rome ge richt. Herbouw nationale eer Ongetwijfeld zal katholiek Ne derland, dat haar kerstening in eerste instantie aan de Benedic tijnen te danken heeft, zich bij deze gelegenheid niet onbetuigd laten. Roe men zijn sympathie en dankbaarheid ook zal betuigen, het beste zal men de orde der Be nedictijnen kunnen helpen in haar werk, door de herbouw van het oude klooster, eens de glorie van Nederland, mogelijk te maken. Dit moet heel Nederland, maar vooral Noord-Holland als een zaak van nationale eeir beschouwen. En vooral in deze tijd, nu de bouw kosten zo ontzettend hoog zijn, kan geen enkele bijdrage tot dit doel gemist worden. Een beroep op katholiek Noordholland ten ba te van de grote loterij voor de wederopbouw van de roemrijke Benedictijner-abdij, mogen wij dan ook zeker van deze plaats doen, in de hoop, dat althans het eerste deel van de bouwwerkzaamheden, die dringend noodzakelijk waren, bekostigd kan worden. Men kan de loten bestellen aan het kloos ter en bij wederverkopers.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1949 | | pagina 3