corting EN NEN rmoede HET DERDE DEEL VAN HET RAPPORT VAN DE PARLEMENTAIRE ENQUETE-COMMISSIE De machtige geschiedenis van de Neder iandse zeevaart in oorlogstijd Vooruitziende politiek kledingaankopen van voedsel- en ig Service BEDRIJF Zaterdag 17 December 1949 PAG. 5 'ec. geven wij f/ge r - Tel. 2987 - Tel. 2565 S of S I E R A TOESTELLEN CEBR. KAAL Het financieel en economisch beleid Er v/erd daar in Londen raar met gelden omgesprongen Hoesten? DAMPO-PASTILLES En hoe minister Kerstens zich als scheepvaartminister gedroeg Voor bevrijd Nederland Goede zorgenwaaraan millioenen ten koste werden gelegd Maar er zat een bijsmaakje aan GROOT VERLOF? WIJ ONS Slagerij Biskanter) is het vernuftige il Uw kleding en leaning: beter dan STOPPAGE )r buitengemeenten van de NIEUWSTE zen: 105 tot 785 gulden Service - Reparatie >IO TECHN. BUREAU rel. 4374 - ALKMAAR op aarde? Wat doen de melaatsen, voor de mor de framboesia-lij- r de krankzinnigen?" ten de inlanders ant- Niets, niets, niets, of s". Immers al hetgeen op medisch gebied pres- !s een druppel op oen plaat. De toestanden in ide gebieden ziin zo dat met de normale ter g staande hulpmidde- ïks het vele goede dat :rd, het gepresteerde in =rzinkt. De Missie moet :d blijven verkondigen, t ook gaan consolide- is thans een Katholiek us pater Hermans, „het een Katholieke Man sie moet thans kunnen over ingenieurs en lie een gezonde econo- estand kunnen schep- issie heeft jonge boeren een gezond idealisme, ïun ervaring en htm ie inlanders helpen bij /en van hun grond. De tenen moeten door een levensstandaard ver- i van ziekte en onder- !r moeten huizen ko- de zieken opgenomen let sterftecijfer moet ores, het tweede Ier- lesloot pater Hermans, priesterzonen kunnen ;ren op eigen kosten, et centrum wordt van orden uitgezonden tot h geheel Indonesië". G.-nieuws :E Het bestuur van zoekt ons opname van Dinsdag 20 Dec. sls. leden van de verschal en in de gelegenheid ige voorwerpen te Ie- voor de kerstversie- Wie hiervoor interesse ervoor om 7 uur aan- n en neemt mee: pot en dun penseel, et scheppen van sfeer :in der vrouw behoort, wel veel aandacht he art te worden, ver- estuur een massale op- WANNEER MEN HET VERSLAG omtrent de financiële gestes der regering in Londen leest, krijgt men wel de indruk, dat er in verband met de abnormale omstandigheden waar onder daar moest worden gewerkt, het een en ander door de vingers moet worden gezien. De ambtenaren die mee waren gegaan naar Engeland, hielden hun werk daarginds in zo correct mogelijke banen en volgden zoveel mogelijk de werkmethodes van de Nederlandse departementen. Men trachtte b.v. begrotingen te maken, hetgeen herhaaldelijk mislukte, zodat men eerst het geld uitgaf en daarna met een vormelijk stuk kwam, dat voor begroting moest doorgaan. De enquêteurs zijn hierover niet erg best te spreken. Inderdaad, zo merken zij op, er moest met zeer gebrekkig personeel gewerkt worden en de gegevens kwamen van heinde en verre. Onze Marine h.v. was verspreid over meerdere werelddelen. Er lagen onderdelen in Canada, maar ook in Colombo, Australië en de Ver. Staten. Maar moest het nu tot 1944 duren vooraleer men het kunstje geleerd had, om te zorgen voor een raming van kosten die nog, al was zij ruw, het karakter van een preventief werkende begroting droeg? Een en ander heeft het werk van de in Londen opgerichte Buitengewone Algemene Reken kamer zeker niet vergemakkelijkt, zo merken de heren enquêteurs droogjes op. Deze rekenkamer was op initia tief van oud-minister Steenberghe in September 1940 in het leven geroepen. Steenberghe nam toen Financiën waar voor de heer Wei ter, die op reis was naar Indone sië. Het verontrustte de heren toen reeds, dat er te weinig controle was op het financiële beleid. Van de ene kant moest er doortastend en vrijgevig worden opgetreden, van de andere kant voelde men zich verplicht, juist onder de ab normale omstandigheden waaron der men was gekomen, voorzichtig te zijn. Allerlei beunhazen moes ten ineens ambtelijk werk doen. Er waren natuurlijk veel te wei nig deskundigen mee overgesto ken naar Londen, zodat uit de Ne derlanders die in Engeland woon den, snel ambtenaren moesten worden gerecruteerd. Deze men sen hadden nog nooit in het amb telijk gareel gelopen.. Zij moesten begrotingen maken, maar wisten niet wat erop moest staan. De omstandigheden moesten nog ge vormd worden en veranderden bovendien met de dag. Zo zijn er wel eens grote span ningen ontstaan, vooral vanwege dat controlerend orgaan dat de heren geregeld achter hun vod den zat. Zo herinnert de heer Ger- brandy zich heel goed, dat er in de ministerraad heftige woorden zijn gevallen tussen de minister van Financiën en zijn ambtgeno ten, die deze zeer consciëntieuze man verschrikkelijk lastig von den. Minister van den Broek had de portefeuille van Financiën en van deze overleden bewindsman is men overtuigd, dat hij met de Buitengewone Rekenkamer mee werkte en zoveel mogelijk op het tijdig indienen van begrotingen aandrong. Maar het lukte al die jaren maar zelden. Deze Buitengewone Rekenkamer was een van de merkwaar digste ambtelijke instituten die men daar in Londen gecreëerd heeft, ledereen is het er achteraf over eens, dat deze ambtelijke eenmanswagen de verantwoordelijkheid werd gedragen door een bestuur dat alleen bestond uit een voorzitter! zeker wat meer hoofdfunctionarissen had moeten tellen. Men stelde zich immers tot taak een onafhankelijk orgaan te vormen, belast met het toezicht op het beheer van 's Rijks Financiën. Maar de twee door de Kroon te benoemen leden van de Kamer die enigszins in aanmerking kwamen, wilde men op het laatste ogenblik toch maar liever niet zo dicht in de keuken van de Nederlandse Regering halen, zoals dr. van Rhijn voor de commissie getuigd heeft. Zij waren n.l. afkomstig uit het bedrijfsleven en ook in Londen was men zich blijkbaar wel bewust dat een ambtenaar en een zakenman heel andere wezens zijn. zitkamer, slaapkamer, badkamer en kitchenet Bovendien werden deze appartementen in zeer dure Londense disrticten gehuurd. De commissie komt dan ook zeer te recht tot de opmerking, dat het er in die flats wel minder somber zal hebben uitgezien dan in het zwaar geteisterde bezette vader land Het salarisbeleid werd dan ook door een grote vrijgevigheid ge kenmerkt. Men begon met een ambtenaar de helft van zijn salaris kenmerkt. Men begon met voor de te reserveren. Van de andere helft kon hij echter gemakkelijk leven. De heer Hardeman bracht ook daarvan nog 30 pet. naar de spaar bank. Er waren echter ook heel andere types, die de Nederlandse sfeer in Londen mee hielpen be palen. Oud-minister Dijxhoorn b.v„ terzake van zijn levenswijze, die zoals voor alle ambtenaren volgens de Buitengewone Reken kamer hoger lag dan men in Ne derland gewend was, vermoedelijk nogal eens op de vingers getikt, placht dan op te stuiven met de mededeling, dat „er geen sterve ling was die eruit kon komen". Hij heeft dan ook, zo merkt het verslag laconiek op, nog steeds niet afgerekend en moet nog een belangrijk bedrag betalen Of de Buitengewone Rekenka mer ook een nuttig instituut is geweest in die Londense dagen van gevaarlijke hoogconjuctuur! Zij wordt voor haar nuttig pre ventief werk, al heeft dit dan ook niet kunnen beletten, dat er met 't lands financiën in Londen in het algemeen lichter werd om gesprongen, door de commissie, om haar werk geprezen en met name dr. van Rhijn, haar voor zitter, krijgt een welverdiende pluim op zijn ambtelijke hoed om de wijze waarop hij met veel tact en onkundig personeel zijn deli cate taak heeft verricht. III. Geldbronnen van Londense regering. Een grote moeilijkheid voor de Londense regering is het geweest hoe aan de middelen te komen, die nodig waren om de uitgaven van de regering te financieren. Belas ting heffen was al heel moeilijk. Men kon de over de wereld ver spreide Nederlanders vrijwel niet bereiken en zodoende was er be halve een verplichte, ook een vrij willige inkomstenbelasting. Ver moedelijk een novum in ons belas tingstelsel, dat men wel niet meer zo spoedig zal herhalen. Minister Steenberghe heeft er tenminste maar betrekkelijk weinig succes mee gehad. Er zijn inderdaad flin ke bedragen geschonken, maar toen men ging bemerken dat er velen waren die, hoewel zij het best konden doen, niet mee deden, zakte de animo begrijpelijkerwijze ook bij de anderen tot het nul punt. De commissie merkte op dat men toch blijkbaar vergeten heeft, de betaling van deze belasting te bevorderen, nadat de verplichte inkomstenbelasting was opgehe ven wegens te grote inningsmoei lijkheden. Er werd nog ruim 34 millioen pond uit assurantiepen ningen van verloren schepen en andere scheepvaartinkomsten ge boekt, maar de voornaamste bron van middelen is toch wel geweest het goudbezit van ons land, al heeft men getracht dit zoveel mo gelijk onaangetast te laten. Ons goudbezit heeft daar in Londen een aderlating met niet minder dan een half milliard on dergaan. Men had de beschikking over dit goud, omdat reeds van 1938 af regelmatig goudstaven van de Nederlandse Bank naar het buitenland waren verzonden. Deze zendingen zijn, daar ze nog lang niet beëindigd waren toen de oor log uitbrak, in een klein drama uitgelopen, dat zich heeft afge speeld in de Nieuwe Waterweg bij Rotterdam in de Meidagen van 1940, waar een loodsboot trachtte er met f 22 millioen goud vandoor te gaan, dat door Mariniers uit het kantoor van de Nederlandse Bank aan de Boompjes was weg gesleept. De loodsboot liep op een mijn en de lading kwam in de ri vier terecht, waar de Duitsers er later 20 millioen van hebben op gevist. Men krijgt uit het relaas van deze goudverschepingen in de aan de oorlog voorafgaande jaren de indruk, dat Nederland en met name dr. Coliin, hiermede veel te voorzichtig is geweest. De rege ring wilde n.l. Duitsland niet voor het hoofd stoten om geen moei- II. Salarissen waarvan slechts 20 pet. besteed werd. Er gebeuren op financieel ge bied meer vreemde dingen in Londen. In het verslag van de enquêteurs staat b.v. te lezen, dat ambtenaren die het een beetje verstandig inpikten, met 20 pet. van hun salaris konden toe ko men. De rest kon worden opgepot voor na de bevrijding. Inderdaad zijn de heren na de bevrijding met stevige pondenbedragen naar ons land vertrokken, die zij dan bovendien nog met een flinke valutawinst konden omzetten in guldens. Wij gingen n.l. de oorlog in met een pondenkoers van circa f.7.en gingen eruit met f 10.65. Het was dus wel een aardige geld belegging om onder de oorlog in Londen in regeringsdienst te wer ken. De toenmalige raadsadviseur van het ministerie van Marine, de heer Hardeman, heeft deze dingen openhartig aan de enquêtecommis sie medegedeeld. Men ziet in de passages die hierover handelen een merkwaardig document hu- main ontstaan. De sfeer in de En gelse metropool was temidden van bombardementen en Blitz en met dit internationaal gezelschap erin wel wat vlotter geworden en de levenswijze werd er aanmerkelijk luchtiger op. De Nederlandse ambtenaren leefden er ook zon der hun gezinnen en men kwam zodoende wat gemakkelijker uit de plooi en had wat meer vertier nodig. Inmiddels verbaast het de enquêteurs in hoge mate. dat de heren ambtenaren zelfs een pen sion beneden htm waardigheid achtten en in grote flats trokken, waar zij gemeubileerde apparte menten huurden, bestaande uit: lijkheden uit te lokken en dus liet men maar liever een groot deel van het goud in het land. Het mocht de Duitsers eens aan leiding geven aan onze neutraliteit te gaan twijfelen, wanneer zij be merkten dat wij bezig waren onze goudvoorraad naar veiliger plaat sen over te brengen! Een van onze scheepvaartmaat schappijen maakt in dit verband geen mooie beurt. Er was n.l. op 5 Mei 1940 nog een gelegenheid om het goud dat Colijn maar lie ver aan het Rokin had laten staan, in twee schepen van de K.N.S.M. naar Engeland over te brengen, hetgeen ook, na een zeer merkwaardig telefoongesprek tussen de directeur van de Neder landse Bank en die scheepvaart maatschappij is gebeurd. Men zou verwacht hebben dat onder deze omstandigheden het landsbelang geen aanleiding was geworden tot een andere dan een zeer hulpvaar dige houding. De directeur van deze maatschappij bleef echter ook in die kritieke dagen nog vol op zakenman en eiste een bedrag van een half millioen aan vracht. Hij heeft het gekregen ook. Zo doende kon met de Koninklijke Familie en met de ministers en enkele hoofdambtenaren ook een bedrag van f 116 millioen aan goud nog precies op tijd in veilig heid worden gesteld. VI. Kleine vergissing van Gerbrandy. Wat betreft de aard van de uit gaven die in Londen zijn gedaan, merken de enquêteurs op, dat deze voor het belangrijkste deel betrek king hebben gehad op de oorlog voering. Voor de invasie in Nor- mandië blijkt, dat er in die uit gaven weinig onregelmatigs te bespeuren valt. Slechts in enkele kwesties betreffende de departe menten van Oorlog en Marine heeft men iets kunnen ontdekken dat niet op de grootst mogelijke zuinigheid wees. Wat betreft de periode na Normandië merkt de commissie op, dat toen inderdaad de uitgaven niet meer hebben vol daan aan de daaraan te stellen eisen, van overleg en soberheid. Maar zij laten er aanstonds op volgen, dat gedurende die tijd ons leger actief in oorlog was, waardoor de omstandigheden zeer snel wisselden en in vele opzich ten onzekerheid bestond. Ook moesten bij de komst van de Ne derlandse militaire autoriteiten in verschillende plaatsen in Zuid- Nederland op korte termijn maat regelen worden genomen ter handhaving van rust en orde en ter voorkoming van ziekten en an dere rampen. Het Militair Gezags- apparaat, waarover destijds al voldoende harde noten gekraakt zi,jn, moest zodoende snel worden uitgebreid zodat een groot aantal nieuw aangestelde functionarissen alsook de B.S. militair moesten worden uitgerust. Hierdoor zijn wel vele niet efficiënte aankopen gedaan. Ook de gebrekkige admi nistratie van de door het M.G. gevorderde auto's wordt nogmaals gememoreerd, met verwijzing van wat de Algemene Rekenkamer hierover uitvoeriger heeft mede gedeeld. Over de wijze waarop de Engel se regering ons geholpen heeft met de instandhouding en uitbrei ding van ons militair apparaat is men vol lof. De totale uitgaven van onze Londense regering zijn destijds door de heer Gerbrandy berekent op f 418,6 millioen. De heren heb ben dit nog eens nageplozen en zijn tot de slotsom gekomen dat de professor zich voor enige hon derd millioenen vergist heeft. Hij had n.l. vergeten dat de ponden- koers inmiddels is gestegen tot f 10.65, zodat het bedrag op rond f 769 millioen dient te worden becijferd. V. Een devaluatie die ons geld gekost heeft. De „vergissing" van de heer Gerbrandy, waardoor ziin reke ning eventjes 351 millioen te laag uitkwam, vindt, zoals uit de en quête blijkt, zijn oorzaak in de stijging van de koers van het pond, ofwel in de devaluatie van de gulden, waartoe men in Lon den in oorlogstijd heeft besloten. Het was natuurlijk wel duidelijk, dat de gulden moest devalueren, maar waarom men daar in Lon den tot een zo sterke devaluatie heeft besloten, dat de koers van ruim f 7.— op ruim f 10.terecht moest komen, heeft vanzelfspre kend de enquête-commissie sterk geïnteresseerd. Wij hebben er des tijds meermalen op gewezen, dat ons bezit en onze buitenlandse handel hier de grootste nadelen van hebben ondervonden en dat iedereen het erover eens was na de bevrijding, dat men veel te ver was gegaan met deze deva luatie. De commissie heeft behalve prof. Gerbrandy ook baron Mackay over deze kwestie gehoord en daaruit is gebleken, dat in Londen destijds enige financiële experts zich gezet hebben "aan een ver gelijkende studie van prijzen in Engeland met die welke men uit bezet Nederland binnenkreeg. Toegegeven werd dat deze gege vens inderdaad zeer gebrekkig zijn geweest en dat men maar moest „praejudiciëren" op de werkelijk heid, die in de nevelen van de toekomst verscholen lag. De heer Gerbrandy heeft echter nog iets medegedeeld, dat op deze koers bepaling nog een merkwaardig licht werpt. Op 22 Augustus 1944 was er n.l. tussen Engeland en Nederland een overeenkomst van „mutual aid" (onderlinge hulp) gesloten. De on derhandelingen over dit verdrag zijn mede van invloed geweest op deze koersbepaling van de gulden. Daarbij kwam ml. naar voren, dat de geallieerde soldaten, wanneer zij in ons land zouden moeten vechten, wel eens voor hun ponden minder guldens zou den kunnen krijgen dan b.v. in België dat ongeveer eenzelfde de valuatie had toegepast. Erger dan allerlei onregelmatig heden van het kaliber als die, welke ons gezantschap in Madrid voor de accountants heeft nagela ten, die er 13000 kwitanties aan troffen die niet genummerd waren en niet op volgorde lagen en waar men een tekort van 65.000 peseta's ontdekte, waarop plotseling alle papieren ineens terecht bleken te zijn. Erger dan de in Amerika aangekochte tanks, die men we gens de bezetting van Indonesië niet meer tijdig daarheen kon krijgen zodat zij in Suriname te recht kwamen, waar zij nu nog staan, omdat zij in de moerassige bodem zijn weggezakt. Erger dan dit alles, althans wanneer men de gevolgen voor ons land in aan merking neemt, is ongtewijfeld deze monetaire improvisatie van onze experts in Londen geweest. Hoeveel schade ons land door der gelijke vergissingen, waarbij die van de heer Gerbrandy nog on schuldig is te noemen, heeft gele den, staat in het verslag niet te lezen. Om dit te berekenen zouden alle Hollerith-machines van ons machtig Centraal Bureau voor de Statistiek misschien wel een jaar op volle toeren moeten draaien CRITCHLEY: DE VOORUITZICHTEN ZIJN GOED MELBOURNE, 15 Dec. (A.N.P.- Aneta). Bij zijn terugkeer heeft het Australische lid van de UNCI, Critchley, verklaard, dat er reeds een enorme verbetering in de be trekkingen tussen Nederland en Indonesië bestond en dat de voor uitzichten voor de toekomstige samenwerking goed waren. Hij zeide, dat de overeenkomst van den Haag reeds tot beter begrip tussen Nederland en Australië had geleid en meende, dat er thans een uitstekende basis voor vriend schap van Australië met Neder land en Indonesië beide aanwezig Alweer een! Het Franse blad L'Equipe heeft gemeld dat de Willem Il-speler van Diéssen door de Franse prof club Toulouse is uitgenodigd een verbintenis aan te gaan. Naar wij vernemen heeft van Diessen in derdaad een aanbieding van Tou louse ontvangen doch een beslis sing heeft de Tilburgenaar nog niet genomen. (Adv.) TOEN DE WERELDOORLOG in volle omvang woedde en er in de Russische steppen en op de Atlantische Oceaan door millioe nen mannen en vrouwen verbeten eestreden werd, vond er net was half vier in de namiddag van de 31ste Mei 1943 te Londen een merkwaardige vergadering plaats. In Stratton House kamer 520 zaten minister-president Ger brandy en ziin bewindsman van Handel, Nijverheid en Scheep vaart, P. Kerstens, tegenover de heren van de Nederlandse Scheep vaart- en Handelscommissie. „Wil leggen het biiltie er bij neer hadden deze mannen die prac- tisch de leiding over de Neder landse koopvaardijvloot in han den hadden, gezegd. Zij waren het niet eens met de beslissing van minister Kerstens die van mening was dat in deze beslis sende periode van de historie niet alleen de kapitein, maar ook de In September 1940 trad Jhr. de Geer af als voorzitter Van de Raad van Ministers. Het kabinet-Ger- brandy werd gevormd. In dit kabi net kreeg mr. P. L. Steenberghe weer de portefeuille van Handel, Nijverheid en Scheepvaart. Op diens programma stond de voorbereiding van het aankopen van voedsel, dek king en kleding ten behoeve van Nederland na de oorlog. De heer C. van Stolk, een der directeuren van Van Stolks Commissiehandel N.V. te Rotterdam, verblijvend in Ame rika, werd bereid gevonden de lei ding van deze aankopen op zich te nemen. Te Londen werd met de heer Van Stolk overeengekomen, dat deze in het genot zou worden gesteld van het vóór de oorlog in Nederland gebruikelijk salaris van een rege ringscommissaris, dat toen f 12.000 per jaar bedroeg. Dit salaris zou omgerekend worden in dollars, daar het Voedselaankoopbureau in New- York zou worden gevestigd. De heer Van Stolk kreeg verder een verblijfsvergoeding van 25 dollar per dag, dit bedrag is later op zijn verzoek teruggebracht lot 18 dollar per dag. Het voornemen, om in Amerika levensmiddelen te kopen en op te slaan, is uitgevoerd. Vol gens de heer Steenberghe is alles dank zij de .goede zorg en het des kundig optreden van de heer Stolk uitstekend verlopen. In de eerste periode van de oorlog werd voor een waarde van ruim 34 millioen dollar aangekocht en opgeslagen, in de tweede periode, van 1945 tot eind 1947, voor ongev. 224.835.000 dollar. DE KLACHTEN. Over de in deze tweede periode uit Amerika verscheepte goederen is la/ter in Nederland herhaaldelijk geklaagd. Die klachten golden melt name de kwaliteit der in de laatste oorlogsmaanden en kort daarna in Amerika aangekochte en naar Ne derland verscheepte schoenen en kleding. Het feit, dat deze goederen van een minder goede hoedanigheid waren dan men in Nederland ge wend is, werd hier te lande toege schreven aan het te kort schieten van de in Amerika werkzame Ne derlandse aankooporganisaties. Met name zijn ernstige klachten geuit omtrent de kwaliteit van de uit dat land afkomstige schoenen en om trent het feit, dat bij de voorraden kleding, die uit Amerika kwamen, zich gehele partijen oude avond japonnen bevonden. Ten aanzien van de schoenen deelde de heer Steenberghe aan de commissie mede, dat gedurende het jaar 1944 en het begin van 1945 de missie herhaaldelijk geweigerd heeft in te gaan op een Amerikaans aan bod om schoenen te kopen, die ge deeltelijk van leer en gedeeltelijk van canvas waren vervaardigd. Niet temin zijn deze soort schoenen toch in Nederland binnengekomen, door dat de militairen van de Shaef deze hebben aangekocht en ingevoerd, zodat noch de missie, noch het Voedselaankoopbureau van de heer Van Stolk, noch enig ander Neder lands orgaan daarvoor verantwoor delijk is. VREEMDE MANIEREN. Ook met betrekking tot kleding was controle in vele gevallen moei lijk en stond men vaak voor de keuze de goederen ongezien af te nemen of in het geheel niets te I kopen. Er werden partijen toege wezen, die de heer van Stolk zelfs niet mocht keuren! De politie stond aan de boot om te voorko men, dat de pakketten geopend werden! Ging men op zulke voor waarden niet in, dan kreeg men niets en zodoende moest met open ogen wel worden aanvaard, dat soms goederen van mindere kwa liteit werden geleverd. Als zo nu en dan toch dozen werden open gemaakt om te zien, of er behoor lijke kleren in zaten en of de snit wel zou voldoen, gaf dit moeilijk heden. De heer van Stolk is van me ning, dat de grote partijen avond japonnen, die in Nederland aan kwamen, evenals de canvasschoe- nen, SHAEF-goederen zijn ge weest, waarvoor hij uiteraard de verantwoordelijkheid niet draagt. De heer Steenberghe deelde nog mede, dat de Amerikanen bij de onderhandelingen over de afreke ning der lend lease, de SHAEF- goederen hebben geschrapt, zodat de Nederlandse Regering tenslotte deze goederen niet heeft hoeven te betalen. Blijkens mededeling van de heer Steeruberghe was wol in Amerika zeer moeilijk te verkrijgen. De Ne. derlandse instanties aldaar hadden verschrikkelijke verhalen gehoord over het gebrek aan kleding en voedsel in Nederland. Op een goe de dag belde de heer van Stolk de heer Steenberghe op en deelde hem mede, dait hij een grote partij wollen vacantie-overhemden kon bemachtigen, die groot genoeg was om een halve provincie in Neder land van een hemd te voorzien. De heer Steenberghe was van oordeel, dat het, hoewel zulke wol. len hemden in voor ons ongewoon felle kleuren en dessins in Neder land vóór de oorlog niet gedragen werden, in verband met het be staande gebrek aan warme kleding alleszins aanbeveling verdiende tot prijs. Oud-minister Steenberghe deze aankoop over te gaan, hetgeen toen ook geschied is. De heer Steenberghe verklaarde, dat, teneinde de transacties van het Nederlandse Voedselaankoop bureau te financieren, indirect ge bruik is gemaakt van het goud van de Ned. Bank, waarover de Rege ring de beschikking had. Door tus senkomst van de financiële <^vi- seur der Nederlandse Regering, "de heer J. W. Beyen, is een lening ge sloten van 100 millioen dollar, waarbij het goud in onderpand werd gegeven. De wijze, waarop de heer van Stolk zijn taak verrichtte, heeft volgens de heer Steenberghe voor het land zeer goede resultaten ge had. United States Steel verhoogt de prijzen PITTSBURGH, 16 Dec. (A.P.). De United States Steel Corp. heeft vandaag voor de meeste staalpro- ducten een prijsverhoging van ge middeld ongeveer 4 procent be kend gemaakt. De nieuwe prijzen zijn ingaande morgen van kracht. De prijs van blik wordt niet ver hoogd. Met ingang van 1 Januari 1950 wordt de prijs van producten van blikfabrieken bij verkoop op jaarcontract met ongeveer 3.50 dollar per ton verlaagd, gevolg van recente verlaging van de blik- regering iets te vertellen had over het doen en laten van de zee lleden. Er werd die namiddag niet ge debatteerd in Stratton House. De beide leden van het Nederlandse kabinet kwamen alleen maar ver tellen dat de heren van de Scheepvaartcommissie voor de eerstvolgende Zaterdag een an der lied gezongen moesten heb ben. „Wachten tot Zaterdag is niet nodig", sprak daarop de heer Hu- dig namens de commissie. „Reeds nu kan ik met stelligheid ver klaren, dat onze woorden niet worden ingetrokken." De minis ter-president en minister Kerstens verlieten daarop, zonder van de aanwezigen enigerlei notitie te nemen, kamer 520. Dit incident is ongetwijfeld het hoogtepunt in de controverse wel ke er tijdens de Londense jaren tussen scheepvaartkringen en de regering, in het bijzonder dan wel met minister Kerstens, be staan heeft. Hadden beide par tijen zich op een reëel standpunt gesteld, dan waren de boze woor den zeker niet gevallen want de zaak waar het om ging was feite lijk niet zo enorm belangrijk. Ge durende de oorlogsjaren was de verhouding tot de zeelieden in vele opzichten een overheids- aangelegenheid geworden. Er be stond zelfs een „vaarplicht". Daarom meende de regering dat zij van haar kant ook de plicht had om op bijzondere wijze voor de zeelieden te zorgen. De Scheepvaartcommissie zag echter ongaarne, dat de minister buiten haar om in contact trad met werknemers: minister Kerstens had immers maar weinig ver stand van scheepvaartkwesties. Een gezagvoerder is op zijn schuit, als „Schipper naast God", voor zijn mensen de volle vier en twintig uren van de dag verant woordelijk en wanneer nu orga nisaties aan de wal zich met de verhouding tussen kapitein en zeelieden gingen bemoeien, zou het met orde en rust aan boord gedaan zijn. De bemanning zou immers steeds als motief om aan een bevel geen gehoor te geven, kunnen aanvoeren: „Het is Lon den en niet de kapitein die de dienst uitmaakt." Op grond van deze redenering deelde de com missie in een brief aan minister Kerstens mede, dat zij er de voor keur aan gaf haar mandaat ter beschikking te stellen, liever dan medewerking te verlenen aan iets waartoe zij naar eer en geweten geen vrijheid vinden kon. Dat nu was het ultimatum, waarover het kabinet-Gerbrandy spreken was. zo slecht te Ultimatum of niet? Het is voor de parlementaire enquêtecommissie een belangrijke vraag, of hier sprake was van een ultimatum. Gezien de oorlogs omstandigheden zou zulks immers onverantwoordelijk zijn geweest. De leden van de Scheepvaart commissie verklaarden dat zij geenszins van plan waren te sta ken en alleen hadden willen doen uitkomen niet langer de verant woordelijkheid voor het wel en wee der zeelieden te kunnen dra gen. De heer Gerbrandy deelde de commissie mede, dat hii in de bewuste brief wel degelijk een bedreiging met staking zag. Ove rigens twijfelde deze oud-minis ter-president echter niet aan de goede bedoelingen van de Scheep vaartcommissie en wel aan de betoonde tact van zijn collega Kerstens .Omdat het absurd zou zijn geweest dat in volle oorlogs tijd de Nederlandse scheepvaart benadeeld werd door spanning tussen de Londense instanties, had de hqer Gerbrandy zich veel moeite getroost om een verzoe ning tussen de minister en ziin medewerkers lot stand te bren gen. Na een vertrouwelijk en vriendschappelijk onderhoud met minister Kerstens was dit gelukt. De commissie schreef een brief, waarin zij weliswaar geen knie val maakte maar dan toch wel andere woorden gebruikte dan in de vergadering van de 31ste Mei. Kort daarop had een nieuwe bij eenkomst plaats, waarop de sfeer weer aangenaam was. Minister Kerstens zegde toe, dat hii geen circulaires etc. zou doen uitgaan zonder eerst een advies-commissie van werkgevers en werknemers gehoord te hebben. Het incident behoorde dus tot het verleden. De conclusie van de parlemen taire enquêtecommissie is, dat twee feiten tot dit betreurens waardig voorval in de Londense jaren aanleiding gaven. Op de eerste plaats de slechte manier van samenwerking welke er meermalen tussen ex-minister Kerstens en de Scheepvaartcom missie bestond. En daarnaast, was het karakter van deze commissie tweeslachtig: zij was enerzijds vertegenwoordiger van de rede rijen en anderzijds een instru ment van de regering. Daarom was het een zeer goede maatregel van minister De Booy. die in 1944 de heer Kerstens op volgde, om op 1 Augustus 1944 vast te stellen, dat de vloot be heerd zou worden door directeu ren die als ambtenaar van het departement van Handel, Nijver heid en Scheepvaart verantwoor delijk waren voor hun werk. De kapitein bleef in hoge mate „Schipper naast God" en er was toen een behoorlijk contact tusen zeelieden en regering. INGEZONDEN Op 10 Dec. j.L publiceerde de pers een bericht, waarin o.a. werd vermeld, dat dienstplichtige kader leden, met kaderopleiding, die voor 1 Januari 1947 onder de wapenen zijn gekomen per 20 Dec. 1949 met groot verlof kunnen vertrekken. Voor een groot deel der kaderle den is dit bericht ze'er onvolledig en onjuist. Ik wil dit motiveren op de' volgende gronden. 1. De meeste onder-officieren kunnen pas de dienst verlaten, wanneer er plaatsvervangers voor hen komen, doch deze zullen in de meeste gevallen pas in Ja nuari, misschien in Februari ko men. 2. Dezer dagen is een bericht uitgegeven door de Garnizoens commandant, dat de legerorder aanmerkelijk zal afwijken van 't persbericht, zodat de dpi. onder officieren zich geen illusies moe ten maken voor wat betreft het vertrekken met groot verlof bin nen korte tijd. Het is toch wel frappant, dat bij de legeronderdelen nog geen officieel bericht (de legerorder) is ontvangen betr. groot verlof. Ik vraag mij af, hoe komt de pers aan zo'n bericht, dat het publiek misleidt en waaraan door de on der-officieren niet het minste ge loof wordt gehecht? Er moet iets haperen aan de voorlichting óf van het leger öf van de pers. U zult begrijpen, wat een indruk zo'n bericht maakt op de onder-officieren, wier stem ming toch al niet zo goed is. Vooral voor hen, die door hun 3'/> jarige diensttijd, zonder betrekking zijn geraakt, is dit moeilijk te ver werken. Wanneer moeten ze sol liciteren en op welke datum kun nen ze eventueel in dienst treden? Mijn commandant heeft mij blij gemaakt door te zeggen, dat ik mis schien 1 Maart a.s. met groot ver lof kan vertrekken. Dag 20 December EÉN ONDER-OFFICIER DER K. L. SUDETEN-DUITSERS WEER IN ACTIE BONN, 15 Dec. (A.N.P.). Drie afgevaardigden van de Bondsdag, die stammen uit Sudetenland, hebben gisteren kanselier Ade nauer een memorandum overhan digd, waarin als grondslag van de „politieke wil van de Sudeten- Duitsers" de eis gesteld wordt van „teruggave van het Sudeten- Duitse vaderland binnen de taai en vestigingsgrenzen van 1937". In het memorandum, overhan digd door afgevaardigden die tot drie regeringspartijen behoren, wordt verklaard: „Het is de tra giek van de Sudeten-Duitsers, dat zij van een lange Tsjechische on derdrukking bevrijd werden op het ogenblik, dat Duitsland werd geregeerd door een systeem, dat door vele Sudeten-Duitsers als een voortzetting van hun onderdruk king werd aangevoeld". De Kanaalwedstrijd Voor de Kanaalwedstriid, welke de „Daily Mail" volgend jaar or ganiseert, en waarvoor een prijs van 1000 pond sterling is uitge loofd, ziin reeds vier inschrijvin gen binnengekomen. De aanmel dingen zijn van Roger la Morvan, houder van verschillende Franse zwemtitels, de Engelsman Tom Blower, die het Kanaal reeds in beide richtingen is overgezwom men. de Nederlandse mevr. Willy Croes-van Rijsel en de Australiër Mac Kensie.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1949 | | pagina 5