corting
EN
NEN
rmoede
HET DERDE DEEL VAN HET RAPPORT VAN DE
PARLEMENTAIRE ENQUETE-COMMISSIE
De machtige geschiedenis van de Neder
iandse zeevaart in oorlogstijd
Vooruitziende politiek
kledingaankopen
van voedsel- en
ig Service
BEDRIJF
Zaterdag 17 December 1949
PAG. 5
'ec. geven wij
f/ge
r - Tel. 2987
- Tel. 2565
S of S I E R A
TOESTELLEN
CEBR. KAAL
Het financieel en economisch beleid Er v/erd
daar in Londen raar met gelden omgesprongen
Hoesten?
DAMPO-PASTILLES
En hoe minister Kerstens zich als
scheepvaartminister gedroeg
Voor bevrijd Nederland
Goede zorgenwaaraan millioenen
ten koste werden gelegd
Maar er zat een
bijsmaakje aan
GROOT VERLOF?
WIJ ONS
Slagerij Biskanter)
is het vernuftige
il Uw kleding en
leaning: beter dan
STOPPAGE
)r buitengemeenten
van de NIEUWSTE
zen: 105 tot 785 gulden
Service - Reparatie
>IO TECHN. BUREAU
rel. 4374 - ALKMAAR
op aarde? Wat doen
de melaatsen, voor de
mor de framboesia-lij-
r de krankzinnigen?"
ten de inlanders ant-
Niets, niets, niets, of
s". Immers al hetgeen
op medisch gebied pres-
!s een druppel op oen
plaat. De toestanden in
ide gebieden ziin zo
dat met de normale ter
g staande hulpmidde-
ïks het vele goede dat
:rd, het gepresteerde in
=rzinkt. De Missie moet
:d blijven verkondigen,
t ook gaan consolide-
is thans een Katholiek
us pater Hermans, „het
een Katholieke Man
sie moet thans kunnen
over ingenieurs en
lie een gezonde econo-
estand kunnen schep-
issie heeft jonge boeren
een gezond idealisme,
ïun ervaring en htm
ie inlanders helpen bij
/en van hun grond. De
tenen moeten door een
levensstandaard ver-
i van ziekte en onder-
!r moeten huizen ko-
de zieken opgenomen
let sterftecijfer moet
ores, het tweede Ier-
lesloot pater Hermans,
priesterzonen kunnen
;ren op eigen kosten,
et centrum wordt van
orden uitgezonden tot
h geheel Indonesië".
G.-nieuws
:E Het bestuur van
zoekt ons opname van
Dinsdag 20 Dec. sls.
leden van de verschal
en in de gelegenheid
ige voorwerpen te Ie-
voor de kerstversie-
Wie hiervoor interesse
ervoor om 7 uur aan-
n en neemt mee: pot
en dun penseel,
et scheppen van sfeer
:in der vrouw behoort,
wel veel aandacht he
art te worden, ver-
estuur een massale op-
WANNEER MEN HET VERSLAG omtrent de financiële gestes der regering in Londen leest,
krijgt men wel de indruk, dat er in verband met de abnormale omstandigheden waar
onder daar moest worden gewerkt, het een en ander door de vingers moet worden gezien.
De ambtenaren die mee waren gegaan naar Engeland, hielden hun werk daarginds in zo
correct mogelijke banen en volgden zoveel mogelijk de werkmethodes van de Nederlandse
departementen. Men trachtte b.v. begrotingen te maken, hetgeen herhaaldelijk mislukte,
zodat men eerst het geld uitgaf en daarna met een vormelijk stuk kwam, dat voor begroting
moest doorgaan. De enquêteurs zijn hierover niet erg best te spreken. Inderdaad, zo merken
zij op, er moest met zeer gebrekkig personeel gewerkt worden en de gegevens kwamen van
heinde en verre. Onze Marine h.v. was verspreid over meerdere werelddelen. Er lagen
onderdelen in Canada, maar ook in Colombo, Australië en de Ver. Staten. Maar moest het
nu tot 1944 duren vooraleer men het kunstje geleerd had, om te zorgen voor een raming van
kosten die nog, al was zij ruw, het karakter van een preventief werkende begroting droeg?
Een en ander heeft het werk van de in Londen opgerichte Buitengewone Algemene Reken
kamer zeker niet vergemakkelijkt, zo merken de heren enquêteurs droogjes op.
Deze rekenkamer was op initia
tief van oud-minister Steenberghe
in September 1940 in het leven
geroepen. Steenberghe nam toen
Financiën waar voor de heer Wei
ter, die op reis was naar Indone
sië. Het verontrustte de heren toen
reeds, dat er te weinig controle
was op het financiële beleid. Van
de ene kant moest er doortastend
en vrijgevig worden opgetreden,
van de andere kant voelde men
zich verplicht, juist onder de ab
normale omstandigheden waaron
der men was gekomen, voorzichtig
te zijn. Allerlei beunhazen moes
ten ineens ambtelijk werk doen.
Er waren natuurlijk veel te wei
nig deskundigen mee overgesto
ken naar Londen, zodat uit de Ne
derlanders die in Engeland woon
den, snel ambtenaren moesten
worden gerecruteerd. Deze men
sen hadden nog nooit in het amb
telijk gareel gelopen.. Zij moesten
begrotingen maken, maar wisten
niet wat erop moest staan. De
omstandigheden moesten nog ge
vormd worden en veranderden
bovendien met de dag.
Zo zijn er wel eens grote span
ningen ontstaan, vooral vanwege
dat controlerend orgaan dat de
heren geregeld achter hun vod
den zat. Zo herinnert de heer Ger-
brandy zich heel goed, dat er in
de ministerraad heftige woorden
zijn gevallen tussen de minister
van Financiën en zijn ambtgeno
ten, die deze zeer consciëntieuze
man verschrikkelijk lastig von
den. Minister van den Broek had
de portefeuille van Financiën en
van deze overleden bewindsman is
men overtuigd, dat hij met de
Buitengewone Rekenkamer mee
werkte en zoveel mogelijk op het
tijdig indienen van begrotingen
aandrong. Maar het lukte al die
jaren maar zelden.
Deze Buitengewone Rekenkamer was een van de merkwaar
digste ambtelijke instituten die men daar in Londen gecreëerd
heeft, ledereen is het er achteraf over eens, dat deze ambtelijke
eenmanswagen de verantwoordelijkheid werd gedragen door
een bestuur dat alleen bestond uit een voorzitter! zeker wat
meer hoofdfunctionarissen had moeten tellen. Men stelde zich
immers tot taak een onafhankelijk orgaan te vormen, belast
met het toezicht op het beheer van 's Rijks Financiën. Maar
de twee door de Kroon te benoemen leden van de Kamer die
enigszins in aanmerking kwamen, wilde men op het laatste
ogenblik toch maar liever niet zo dicht in de keuken van de
Nederlandse Regering halen, zoals dr. van Rhijn voor de
commissie getuigd heeft. Zij waren n.l. afkomstig uit het
bedrijfsleven en ook in Londen was men zich blijkbaar wel
bewust dat een ambtenaar en een zakenman heel andere
wezens zijn.
zitkamer, slaapkamer, badkamer
en kitchenet Bovendien werden
deze appartementen in zeer dure
Londense disrticten gehuurd. De
commissie komt dan ook zeer te
recht tot de opmerking, dat het
er in die flats wel minder somber
zal hebben uitgezien dan in het
zwaar geteisterde bezette vader
land
Het salarisbeleid werd dan ook
door een grote vrijgevigheid ge
kenmerkt. Men begon met een
ambtenaar de helft van zijn salaris
kenmerkt. Men begon met voor de
te reserveren. Van de andere helft
kon hij echter gemakkelijk leven.
De heer Hardeman bracht ook
daarvan nog 30 pet. naar de spaar
bank. Er waren echter ook heel
andere types, die de Nederlandse
sfeer in Londen mee hielpen be
palen. Oud-minister Dijxhoorn
b.v„ terzake van zijn levenswijze,
die zoals voor alle ambtenaren
volgens de Buitengewone Reken
kamer hoger lag dan men in Ne
derland gewend was, vermoedelijk
nogal eens op de vingers getikt,
placht dan op te stuiven met de
mededeling, dat „er geen sterve
ling was die eruit kon komen".
Hij heeft dan ook, zo merkt het
verslag laconiek op, nog steeds
niet afgerekend en moet nog een
belangrijk bedrag betalen
Of de Buitengewone Rekenka
mer ook een nuttig instituut is
geweest in die Londense dagen
van gevaarlijke hoogconjuctuur!
Zij wordt voor haar nuttig pre
ventief werk, al heeft dit dan ook
niet kunnen beletten, dat er met
't lands financiën in Londen in
het algemeen lichter werd om
gesprongen, door de commissie,
om haar werk geprezen en met
name dr. van Rhijn, haar voor
zitter, krijgt een welverdiende
pluim op zijn ambtelijke hoed om
de wijze waarop hij met veel tact
en onkundig personeel zijn deli
cate taak heeft verricht.
III. Geldbronnen van Londense
regering.
Een grote moeilijkheid voor de
Londense regering is het geweest
hoe aan de middelen te komen, die
nodig waren om de uitgaven van
de regering te financieren. Belas
ting heffen was al heel moeilijk.
Men kon de over de wereld ver
spreide Nederlanders vrijwel niet
bereiken en zodoende was er be
halve een verplichte, ook een vrij
willige inkomstenbelasting. Ver
moedelijk een novum in ons belas
tingstelsel, dat men wel niet meer
zo spoedig zal herhalen. Minister
Steenberghe heeft er tenminste
maar betrekkelijk weinig succes
mee gehad. Er zijn inderdaad flin
ke bedragen geschonken, maar
toen men ging bemerken dat er
velen waren die, hoewel zij het
best konden doen, niet mee deden,
zakte de animo begrijpelijkerwijze
ook bij de anderen tot het nul
punt. De commissie merkte op dat
men toch blijkbaar vergeten heeft,
de betaling van deze belasting te
bevorderen, nadat de verplichte
inkomstenbelasting was opgehe
ven wegens te grote inningsmoei
lijkheden. Er werd nog ruim 34
millioen pond uit assurantiepen
ningen van verloren schepen en
andere scheepvaartinkomsten ge
boekt, maar de voornaamste bron
van middelen is toch wel geweest
het goudbezit van ons land, al
heeft men getracht dit zoveel mo
gelijk onaangetast te laten.
Ons goudbezit heeft daar in
Londen een aderlating met niet
minder dan een half milliard on
dergaan. Men had de beschikking
over dit goud, omdat reeds van
1938 af regelmatig goudstaven van
de Nederlandse Bank naar het
buitenland waren verzonden. Deze
zendingen zijn, daar ze nog lang
niet beëindigd waren toen de oor
log uitbrak, in een klein drama
uitgelopen, dat zich heeft afge
speeld in de Nieuwe Waterweg
bij Rotterdam in de Meidagen van
1940, waar een loodsboot trachtte
er met f 22 millioen goud vandoor
te gaan, dat door Mariniers uit
het kantoor van de Nederlandse
Bank aan de Boompjes was weg
gesleept. De loodsboot liep op een
mijn en de lading kwam in de ri
vier terecht, waar de Duitsers er
later 20 millioen van hebben op
gevist. Men krijgt uit het relaas
van deze goudverschepingen in de
aan de oorlog voorafgaande jaren
de indruk, dat Nederland en met
name dr. Coliin, hiermede veel te
voorzichtig is geweest. De rege
ring wilde n.l. Duitsland niet voor
het hoofd stoten om geen moei-
II.
Salarissen waarvan slechts
20 pet. besteed werd.
Er gebeuren op financieel ge
bied meer vreemde dingen in
Londen. In het verslag van de
enquêteurs staat b.v. te lezen, dat
ambtenaren die het een beetje
verstandig inpikten, met 20 pet.
van hun salaris konden toe ko
men. De rest kon worden opgepot
voor na de bevrijding. Inderdaad
zijn de heren na de bevrijding
met stevige pondenbedragen naar
ons land vertrokken, die zij dan
bovendien nog met een flinke
valutawinst konden omzetten in
guldens. Wij gingen n.l. de oorlog
in met een pondenkoers van circa
f.7.en gingen eruit met f 10.65.
Het was dus wel een aardige geld
belegging om onder de oorlog in
Londen in regeringsdienst te wer
ken. De toenmalige raadsadviseur
van het ministerie van Marine, de
heer Hardeman, heeft deze dingen
openhartig aan de enquêtecommis
sie medegedeeld. Men ziet in de
passages die hierover handelen
een merkwaardig document hu-
main ontstaan. De sfeer in de En
gelse metropool was temidden van
bombardementen en Blitz en met
dit internationaal gezelschap erin
wel wat vlotter geworden en de
levenswijze werd er aanmerkelijk
luchtiger op. De Nederlandse
ambtenaren leefden er ook zon
der hun gezinnen en men kwam
zodoende wat gemakkelijker uit
de plooi en had wat meer vertier
nodig. Inmiddels verbaast het de
enquêteurs in hoge mate. dat de
heren ambtenaren zelfs een pen
sion beneden htm waardigheid
achtten en in grote flats trokken,
waar zij gemeubileerde apparte
menten huurden, bestaande uit:
lijkheden uit te lokken en dus
liet men maar liever een groot
deel van het goud in het land.
Het mocht de Duitsers eens aan
leiding geven aan onze neutraliteit
te gaan twijfelen, wanneer zij be
merkten dat wij bezig waren onze
goudvoorraad naar veiliger plaat
sen over te brengen!
Een van onze scheepvaartmaat
schappijen maakt in dit verband
geen mooie beurt. Er was n.l. op
5 Mei 1940 nog een gelegenheid
om het goud dat Colijn maar lie
ver aan het Rokin had laten
staan, in twee schepen van de
K.N.S.M. naar Engeland over te
brengen, hetgeen ook, na een
zeer merkwaardig telefoongesprek
tussen de directeur van de Neder
landse Bank en die scheepvaart
maatschappij is gebeurd. Men zou
verwacht hebben dat onder deze
omstandigheden het landsbelang
geen aanleiding was geworden tot
een andere dan een zeer hulpvaar
dige houding. De directeur van
deze maatschappij bleef echter
ook in die kritieke dagen nog vol
op zakenman en eiste een bedrag
van een half millioen aan vracht.
Hij heeft het gekregen ook. Zo
doende kon met de Koninklijke
Familie en met de ministers en
enkele hoofdambtenaren ook een
bedrag van f 116 millioen aan
goud nog precies op tijd in veilig
heid worden gesteld.
VI. Kleine vergissing van
Gerbrandy.
Wat betreft de aard van de uit
gaven die in Londen zijn gedaan,
merken de enquêteurs op, dat deze
voor het belangrijkste deel betrek
king hebben gehad op de oorlog
voering. Voor de invasie in Nor-
mandië blijkt, dat er in die uit
gaven weinig onregelmatigs te
bespeuren valt. Slechts in enkele
kwesties betreffende de departe
menten van Oorlog en Marine
heeft men iets kunnen ontdekken
dat niet op de grootst mogelijke
zuinigheid wees. Wat betreft de
periode na Normandië merkt de
commissie op, dat toen inderdaad
de uitgaven niet meer hebben vol
daan aan de daaraan te stellen
eisen, van overleg en soberheid.
Maar zij laten er aanstonds op
volgen, dat gedurende die tijd
ons leger actief in oorlog was,
waardoor de omstandigheden zeer
snel wisselden en in vele opzich
ten onzekerheid bestond. Ook
moesten bij de komst van de Ne
derlandse militaire autoriteiten in
verschillende plaatsen in Zuid-
Nederland op korte termijn maat
regelen worden genomen ter
handhaving van rust en orde en
ter voorkoming van ziekten en an
dere rampen. Het Militair Gezags-
apparaat, waarover destijds al
voldoende harde noten gekraakt
zi,jn, moest zodoende snel worden
uitgebreid zodat een groot aantal
nieuw aangestelde functionarissen
alsook de B.S. militair moesten
worden uitgerust. Hierdoor zijn
wel vele niet efficiënte aankopen
gedaan. Ook de gebrekkige admi
nistratie van de door het M.G.
gevorderde auto's wordt nogmaals
gememoreerd, met verwijzing van
wat de Algemene Rekenkamer
hierover uitvoeriger heeft mede
gedeeld.
Over de wijze waarop de Engel
se regering ons geholpen heeft
met de instandhouding en uitbrei
ding van ons militair apparaat is
men vol lof.
De totale uitgaven van onze
Londense regering zijn destijds
door de heer Gerbrandy berekent
op f 418,6 millioen. De heren heb
ben dit nog eens nageplozen en
zijn tot de slotsom gekomen dat de
professor zich voor enige hon
derd millioenen vergist heeft. Hij
had n.l. vergeten dat de ponden-
koers inmiddels is gestegen tot
f 10.65, zodat het bedrag op rond
f 769 millioen dient te worden
becijferd.
V. Een devaluatie die ons geld
gekost heeft.
De „vergissing" van de heer
Gerbrandy, waardoor ziin reke
ning eventjes 351 millioen te laag
uitkwam, vindt, zoals uit de en
quête blijkt, zijn oorzaak in de
stijging van de koers van het
pond, ofwel in de devaluatie van
de gulden, waartoe men in Lon
den in oorlogstijd heeft besloten.
Het was natuurlijk wel duidelijk,
dat de gulden moest devalueren,
maar waarom men daar in Lon
den tot een zo sterke devaluatie
heeft besloten, dat de koers van
ruim f 7.— op ruim f 10.terecht
moest komen, heeft vanzelfspre
kend de enquête-commissie sterk
geïnteresseerd. Wij hebben er des
tijds meermalen op gewezen, dat
ons bezit en onze buitenlandse
handel hier de grootste nadelen
van hebben ondervonden en dat
iedereen het erover eens was na
de bevrijding, dat men veel te
ver was gegaan met deze deva
luatie.
De commissie heeft behalve
prof. Gerbrandy ook baron Mackay
over deze kwestie gehoord en
daaruit is gebleken, dat in Londen
destijds enige financiële experts
zich gezet hebben "aan een ver
gelijkende studie van prijzen in
Engeland met die welke men uit
bezet Nederland binnenkreeg.
Toegegeven werd dat deze gege
vens inderdaad zeer gebrekkig zijn
geweest en dat men maar moest
„praejudiciëren" op de werkelijk
heid, die in de nevelen van de
toekomst verscholen lag. De heer
Gerbrandy heeft echter nog iets
medegedeeld, dat op deze koers
bepaling nog een merkwaardig
licht werpt.
Op 22 Augustus 1944 was er n.l.
tussen Engeland en Nederland een
overeenkomst van „mutual aid"
(onderlinge hulp) gesloten. De on
derhandelingen over dit verdrag
zijn mede van invloed geweest
op deze koersbepaling van de
gulden. Daarbij kwam ml. naar
voren, dat de geallieerde soldaten,
wanneer zij in ons land zouden
moeten vechten, wel eens voor
hun ponden minder guldens zou
den kunnen krijgen dan b.v. in
België dat ongeveer eenzelfde de
valuatie had toegepast.
Erger dan allerlei onregelmatig
heden van het kaliber als die,
welke ons gezantschap in Madrid
voor de accountants heeft nagela
ten, die er 13000 kwitanties aan
troffen die niet genummerd waren
en niet op volgorde lagen en waar
men een tekort van 65.000 peseta's
ontdekte, waarop plotseling alle
papieren ineens terecht bleken te
zijn. Erger dan de in Amerika
aangekochte tanks, die men we
gens de bezetting van Indonesië
niet meer tijdig daarheen kon
krijgen zodat zij in Suriname te
recht kwamen, waar zij nu nog
staan, omdat zij in de moerassige
bodem zijn weggezakt. Erger dan
dit alles, althans wanneer men de
gevolgen voor ons land in aan
merking neemt, is ongtewijfeld
deze monetaire improvisatie van
onze experts in Londen geweest.
Hoeveel schade ons land door der
gelijke vergissingen, waarbij die
van de heer Gerbrandy nog on
schuldig is te noemen, heeft gele
den, staat in het verslag niet te
lezen. Om dit te berekenen zouden
alle Hollerith-machines van ons
machtig Centraal Bureau voor de
Statistiek misschien wel een jaar
op volle toeren moeten draaien
CRITCHLEY:
DE VOORUITZICHTEN
ZIJN GOED
MELBOURNE, 15 Dec. (A.N.P.-
Aneta). Bij zijn terugkeer heeft
het Australische lid van de UNCI,
Critchley, verklaard, dat er reeds
een enorme verbetering in de be
trekkingen tussen Nederland en
Indonesië bestond en dat de voor
uitzichten voor de toekomstige
samenwerking goed waren. Hij
zeide, dat de overeenkomst van
den Haag reeds tot beter begrip
tussen Nederland en Australië had
geleid en meende, dat er thans
een uitstekende basis voor vriend
schap van Australië met Neder
land en Indonesië beide aanwezig
Alweer een!
Het Franse blad L'Equipe heeft
gemeld dat de Willem Il-speler
van Diéssen door de Franse prof
club Toulouse is uitgenodigd een
verbintenis aan te gaan. Naar wij
vernemen heeft van Diessen in
derdaad een aanbieding van Tou
louse ontvangen doch een beslis
sing heeft de Tilburgenaar nog
niet genomen.
(Adv.)
TOEN DE WERELDOORLOG
in volle omvang woedde en er in
de Russische steppen en op de
Atlantische Oceaan door millioe
nen mannen en vrouwen verbeten
eestreden werd, vond er net
was half vier in de namiddag van
de 31ste Mei 1943 te Londen
een merkwaardige vergadering
plaats. In Stratton House kamer
520 zaten minister-president Ger
brandy en ziin bewindsman van
Handel, Nijverheid en Scheep
vaart, P. Kerstens, tegenover de
heren van de Nederlandse Scheep
vaart- en Handelscommissie. „Wil
leggen het biiltie er bij neer
hadden deze mannen die prac-
tisch de leiding over de Neder
landse koopvaardijvloot in han
den hadden, gezegd. Zij waren
het niet eens met de beslissing
van minister Kerstens die van
mening was dat in deze beslis
sende periode van de historie niet
alleen de kapitein, maar ook de
In September 1940 trad Jhr. de
Geer af als voorzitter Van de Raad
van Ministers. Het kabinet-Ger-
brandy werd gevormd. In dit kabi
net kreeg mr. P. L. Steenberghe
weer de portefeuille van Handel,
Nijverheid en Scheepvaart. Op diens
programma stond de voorbereiding
van het aankopen van voedsel, dek
king en kleding ten behoeve van
Nederland na de oorlog. De heer C.
van Stolk, een der directeuren van
Van Stolks Commissiehandel N.V.
te Rotterdam, verblijvend in Ame
rika, werd bereid gevonden de lei
ding van deze aankopen op zich te
nemen.
Te Londen werd met de heer Van
Stolk overeengekomen, dat deze in
het genot zou worden gesteld van
het vóór de oorlog in Nederland
gebruikelijk salaris van een rege
ringscommissaris, dat toen f 12.000
per jaar bedroeg. Dit salaris zou
omgerekend worden in dollars, daar
het Voedselaankoopbureau in New-
York zou worden gevestigd. De
heer Van Stolk kreeg verder een
verblijfsvergoeding van 25 dollar
per dag, dit bedrag is later op zijn
verzoek teruggebracht lot 18 dollar
per dag. Het voornemen, om in
Amerika levensmiddelen te kopen
en op te slaan, is uitgevoerd. Vol
gens de heer Steenberghe is alles
dank zij de .goede zorg en het des
kundig optreden van de heer Stolk
uitstekend verlopen. In de eerste
periode van de oorlog werd voor
een waarde van ruim 34 millioen
dollar aangekocht en opgeslagen, in
de tweede periode, van 1945 tot
eind 1947, voor ongev. 224.835.000
dollar.
DE KLACHTEN.
Over de in deze tweede periode
uit Amerika verscheepte goederen
is la/ter in Nederland herhaaldelijk
geklaagd. Die klachten golden melt
name de kwaliteit der in de laatste
oorlogsmaanden en kort daarna in
Amerika aangekochte en naar Ne
derland verscheepte schoenen en
kleding. Het feit, dat deze goederen
van een minder goede hoedanigheid
waren dan men in Nederland ge
wend is, werd hier te lande toege
schreven aan het te kort schieten
van de in Amerika werkzame Ne
derlandse aankooporganisaties. Met
name zijn ernstige klachten geuit
omtrent de kwaliteit van de uit dat
land afkomstige schoenen en om
trent het feit, dat bij de voorraden
kleding, die uit Amerika kwamen,
zich gehele partijen oude avond
japonnen bevonden.
Ten aanzien van de schoenen
deelde de heer Steenberghe aan de
commissie mede, dat gedurende het
jaar 1944 en het begin van 1945 de
missie herhaaldelijk geweigerd heeft
in te gaan op een Amerikaans aan
bod om schoenen te kopen, die ge
deeltelijk van leer en gedeeltelijk
van canvas waren vervaardigd. Niet
temin zijn deze soort schoenen toch
in Nederland binnengekomen, door
dat de militairen van de Shaef deze
hebben aangekocht en ingevoerd,
zodat noch de missie, noch het
Voedselaankoopbureau van de heer
Van Stolk, noch enig ander Neder
lands orgaan daarvoor verantwoor
delijk is.
VREEMDE MANIEREN.
Ook met betrekking tot kleding
was controle in vele gevallen moei
lijk en stond men vaak voor de
keuze de goederen ongezien af te
nemen of in het geheel niets te I
kopen. Er werden partijen toege
wezen, die de heer van Stolk zelfs
niet mocht keuren! De politie
stond aan de boot om te voorko
men, dat de pakketten geopend
werden! Ging men op zulke voor
waarden niet in, dan kreeg men
niets en zodoende moest met open
ogen wel worden aanvaard, dat
soms goederen van mindere kwa
liteit werden geleverd. Als zo nu
en dan toch dozen werden open
gemaakt om te zien, of er behoor
lijke kleren in zaten en of de snit
wel zou voldoen, gaf dit moeilijk
heden.
De heer van Stolk is van me
ning, dat de grote partijen avond
japonnen, die in Nederland aan
kwamen, evenals de canvasschoe-
nen, SHAEF-goederen zijn ge
weest, waarvoor hij uiteraard de
verantwoordelijkheid niet draagt.
De heer Steenberghe deelde nog
mede, dat de Amerikanen bij de
onderhandelingen over de afreke
ning der lend lease, de SHAEF-
goederen hebben geschrapt, zodat
de Nederlandse Regering tenslotte
deze goederen niet heeft hoeven te
betalen.
Blijkens mededeling van de heer
Steeruberghe was wol in Amerika
zeer moeilijk te verkrijgen. De Ne.
derlandse instanties aldaar hadden
verschrikkelijke verhalen gehoord
over het gebrek aan kleding en
voedsel in Nederland. Op een goe
de dag belde de heer van Stolk de
heer Steenberghe op en deelde
hem mede, dait hij een grote partij
wollen vacantie-overhemden kon
bemachtigen, die groot genoeg was
om een halve provincie in Neder
land van een hemd te voorzien.
De heer Steenberghe was van
oordeel, dat het, hoewel zulke wol.
len hemden in voor ons ongewoon
felle kleuren en dessins in Neder
land vóór de oorlog niet gedragen
werden, in verband met het be
staande gebrek aan warme kleding
alleszins aanbeveling verdiende tot prijs.
Oud-minister Steenberghe
deze aankoop over te gaan, hetgeen
toen ook geschied is.
De heer Steenberghe verklaarde,
dat, teneinde de transacties van
het Nederlandse Voedselaankoop
bureau te financieren, indirect ge
bruik is gemaakt van het goud van
de Ned. Bank, waarover de Rege
ring de beschikking had. Door tus
senkomst van de financiële <^vi-
seur der Nederlandse Regering, "de
heer J. W. Beyen, is een lening ge
sloten van 100 millioen dollar,
waarbij het goud in onderpand
werd gegeven.
De wijze, waarop de heer van
Stolk zijn taak verrichtte, heeft
volgens de heer Steenberghe voor
het land zeer goede resultaten ge
had.
United States Steel
verhoogt de prijzen
PITTSBURGH, 16 Dec. (A.P.).
De United States Steel Corp. heeft
vandaag voor de meeste staalpro-
ducten een prijsverhoging van ge
middeld ongeveer 4 procent be
kend gemaakt. De nieuwe prijzen
zijn ingaande morgen van kracht.
De prijs van blik wordt niet ver
hoogd. Met ingang van 1 Januari
1950 wordt de prijs van producten
van blikfabrieken bij verkoop op
jaarcontract met ongeveer 3.50
dollar per ton verlaagd, gevolg
van recente verlaging van de blik-
regering iets te vertellen had over
het doen en laten van de zee
lleden.
Er werd die namiddag niet ge
debatteerd in Stratton House. De
beide leden van het Nederlandse
kabinet kwamen alleen maar ver
tellen dat de heren van de
Scheepvaartcommissie voor de
eerstvolgende Zaterdag een an
der lied gezongen moesten heb
ben.
„Wachten tot Zaterdag is niet
nodig", sprak daarop de heer Hu-
dig namens de commissie. „Reeds
nu kan ik met stelligheid ver
klaren, dat onze woorden niet
worden ingetrokken." De minis
ter-president en minister Kerstens
verlieten daarop, zonder van de
aanwezigen enigerlei notitie te
nemen, kamer 520.
Dit incident is ongetwijfeld het
hoogtepunt in de controverse wel
ke er tijdens de Londense jaren
tussen scheepvaartkringen en de
regering, in het bijzonder dan
wel met minister Kerstens, be
staan heeft. Hadden beide par
tijen zich op een reëel standpunt
gesteld, dan waren de boze woor
den zeker niet gevallen want de
zaak waar het om ging was feite
lijk niet zo enorm belangrijk. Ge
durende de oorlogsjaren was de
verhouding tot de zeelieden in
vele opzichten een overheids-
aangelegenheid geworden. Er be
stond zelfs een „vaarplicht".
Daarom meende de regering dat
zij van haar kant ook de plicht
had om op bijzondere wijze voor
de zeelieden te zorgen. De
Scheepvaartcommissie zag echter
ongaarne, dat de minister buiten
haar om in contact trad met
werknemers: minister Kerstens
had immers maar weinig ver
stand van scheepvaartkwesties.
Een gezagvoerder is op zijn
schuit, als „Schipper naast God",
voor zijn mensen de volle vier en
twintig uren van de dag verant
woordelijk en wanneer nu orga
nisaties aan de wal zich met de
verhouding tussen kapitein en
zeelieden gingen bemoeien, zou
het met orde en rust aan boord
gedaan zijn. De bemanning zou
immers steeds als motief om aan
een bevel geen gehoor te geven,
kunnen aanvoeren: „Het is Lon
den en niet de kapitein die de
dienst uitmaakt." Op grond van
deze redenering deelde de com
missie in een brief aan minister
Kerstens mede, dat zij er de voor
keur aan gaf haar mandaat ter
beschikking te stellen, liever dan
medewerking te verlenen aan iets
waartoe zij naar eer en geweten
geen vrijheid vinden kon. Dat nu
was het ultimatum, waarover het
kabinet-Gerbrandy
spreken was.
zo slecht te
Ultimatum of niet?
Het is voor de parlementaire
enquêtecommissie een belangrijke
vraag, of hier sprake was van een
ultimatum. Gezien de oorlogs
omstandigheden zou zulks immers
onverantwoordelijk zijn geweest.
De leden van de Scheepvaart
commissie verklaarden dat zij
geenszins van plan waren te sta
ken en alleen hadden willen doen
uitkomen niet langer de verant
woordelijkheid voor het wel en
wee der zeelieden te kunnen dra
gen. De heer Gerbrandy deelde
de commissie mede, dat hii in de
bewuste brief wel degelijk een
bedreiging met staking zag. Ove
rigens twijfelde deze oud-minis
ter-president echter niet aan de
goede bedoelingen van de Scheep
vaartcommissie en wel aan de
betoonde tact van zijn collega
Kerstens .Omdat het absurd zou
zijn geweest dat in volle oorlogs
tijd de Nederlandse scheepvaart
benadeeld werd door spanning
tussen de Londense instanties,
had de hqer Gerbrandy zich veel
moeite getroost om een verzoe
ning tussen de minister en ziin
medewerkers lot stand te bren
gen. Na een vertrouwelijk en
vriendschappelijk onderhoud met
minister Kerstens was dit gelukt.
De commissie schreef een brief,
waarin zij weliswaar geen knie
val maakte maar dan toch wel
andere woorden gebruikte dan in
de vergadering van de 31ste Mei.
Kort daarop had een nieuwe bij
eenkomst plaats, waarop de sfeer
weer aangenaam was. Minister
Kerstens zegde toe, dat hii geen
circulaires etc. zou doen uitgaan
zonder eerst een advies-commissie
van werkgevers en werknemers
gehoord te hebben. Het incident
behoorde dus tot het verleden.
De conclusie van de parlemen
taire enquêtecommissie is, dat
twee feiten tot dit betreurens
waardig voorval in de Londense
jaren aanleiding gaven. Op de
eerste plaats de slechte manier
van samenwerking welke er
meermalen tussen ex-minister
Kerstens en de Scheepvaartcom
missie bestond. En daarnaast, was
het karakter van deze commissie
tweeslachtig: zij was enerzijds
vertegenwoordiger van de rede
rijen en anderzijds een instru
ment van de regering.
Daarom was het een zeer goede
maatregel van minister De Booy.
die in 1944 de heer Kerstens op
volgde, om op 1 Augustus 1944
vast te stellen, dat de vloot be
heerd zou worden door directeu
ren die als ambtenaar van het
departement van Handel, Nijver
heid en Scheepvaart verantwoor
delijk waren voor hun werk. De
kapitein bleef in hoge mate
„Schipper naast God" en er was
toen een behoorlijk contact tusen
zeelieden en regering.
INGEZONDEN
Op 10 Dec. j.L publiceerde de
pers een bericht, waarin o.a. werd
vermeld, dat dienstplichtige kader
leden, met kaderopleiding, die voor
1 Januari 1947 onder de wapenen
zijn gekomen per 20 Dec. 1949 met
groot verlof kunnen vertrekken.
Voor een groot deel der kaderle
den is dit bericht ze'er onvolledig
en onjuist. Ik wil dit motiveren
op de' volgende gronden.
1. De meeste onder-officieren
kunnen pas de dienst verlaten,
wanneer er plaatsvervangers voor
hen komen, doch deze zullen in
de meeste gevallen pas in Ja
nuari, misschien in Februari ko
men.
2. Dezer dagen is een bericht
uitgegeven door de Garnizoens
commandant, dat de legerorder
aanmerkelijk zal afwijken van 't
persbericht, zodat de dpi. onder
officieren zich geen illusies moe
ten maken voor wat betreft het
vertrekken met groot verlof bin
nen korte tijd.
Het is toch wel frappant, dat
bij de legeronderdelen nog geen
officieel bericht (de legerorder)
is ontvangen betr. groot verlof.
Ik vraag mij af, hoe komt de pers
aan zo'n bericht, dat het publiek
misleidt en waaraan door de on
der-officieren niet het minste ge
loof wordt gehecht?
Er moet iets haperen aan de
voorlichting óf van het leger öf
van de pers. U zult begrijpen,
wat een indruk zo'n bericht maakt
op de onder-officieren, wier stem
ming toch al niet zo goed is.
Vooral voor hen, die door hun 3'/>
jarige diensttijd, zonder betrekking
zijn geraakt, is dit moeilijk te ver
werken. Wanneer moeten ze sol
liciteren en op welke datum kun
nen ze eventueel in dienst treden?
Mijn commandant heeft mij blij
gemaakt door te zeggen, dat ik mis
schien 1 Maart a.s. met groot ver
lof kan vertrekken.
Dag 20 December
EÉN ONDER-OFFICIER
DER K. L.
SUDETEN-DUITSERS
WEER IN ACTIE
BONN, 15 Dec. (A.N.P.). Drie
afgevaardigden van de Bondsdag,
die stammen uit Sudetenland,
hebben gisteren kanselier Ade
nauer een memorandum overhan
digd, waarin als grondslag van de
„politieke wil van de Sudeten-
Duitsers" de eis gesteld wordt van
„teruggave van het Sudeten-
Duitse vaderland binnen de taai
en vestigingsgrenzen van 1937".
In het memorandum, overhan
digd door afgevaardigden die tot
drie regeringspartijen behoren,
wordt verklaard: „Het is de tra
giek van de Sudeten-Duitsers, dat
zij van een lange Tsjechische on
derdrukking bevrijd werden op
het ogenblik, dat Duitsland werd
geregeerd door een systeem, dat
door vele Sudeten-Duitsers als een
voortzetting van hun onderdruk
king werd aangevoeld".
De Kanaalwedstrijd
Voor de Kanaalwedstriid, welke
de „Daily Mail" volgend jaar or
ganiseert, en waarvoor een prijs
van 1000 pond sterling is uitge
loofd, ziin reeds vier inschrijvin
gen binnengekomen. De aanmel
dingen zijn van Roger la Morvan,
houder van verschillende Franse
zwemtitels, de Engelsman Tom
Blower, die het Kanaal reeds in
beide richtingen is overgezwom
men. de Nederlandse mevr. Willy
Croes-van Rijsel en de Australiër
Mac Kensie.