Nieuw
ps
m
Heilig Jaar moet in het teken staan van
vergeving, vrede en vreugde in Christus
Twee zeeridders van de
reddingboot geslagen
Minister van Schaik keerde
niet pessimistisch terug
DE DISCUSSIES IN DE PARTIJRAAD
:r
De zee vroeg
weer offers
Maandag 19 December 1949 45e Jaargang No. 11747
Herderlijk Schrijven van het Hoogwaardig Episcopaat
Kern van geestelijke vernieuwing
is gebed en boete
Zweeds schip verkeerde in nood
Vreselijke nacht voor bemanning
„Geen bepaalde moeilijkheden
Ook het N.V.V. eist
loonsverhoging
Sabena-vliegtuig
neergestort
Sukarno benoemt
vier formateurs
Ned. schip zonk in
Albertkanaa!
Beurtvaarder sloeg
vol wafer
Vissersboot sloeg om
op het Uselmeer
Kroniek en Kritiek
1500 MILITAIREN
WEER THUIS
Een uitspraak gewenst, maar nu nog niet
Kwestie komt nader aan de orde
De verhouding tussen Partij en Fractie -
Een apart geluid - De minderheden
en Nieuw Guinea
PS„PHOTOFLUX^
LAMPEN
De ideale,bijzonder
lichtsterke flitslam
pen. PF 14 f 0.50
PF 25 f 0.75,
MODEL ME
let 4 Philips „TL" D
uislampen van 20
zatt. Een stijlvolle
chtbron, passend
het moderne in-
:rieur. Prijs com-,
leet f 114.-
1 PHILIPS
ARMATUUR
MODEL MB
waar het cachet^
jzondere aandacht
„TL" buislampen
compleet f 114.-J
\ARNS
!ende lantaarn»
binatie' TT3.55*
dus minimale)
EINDHOVEN;
HET FEIT
Abonnementsprijs f 4.25 per kwartaal, f 1.4?
per mnd., inclusief incasso. Advertentie-tarief:
per editie 16 ct. per m.m., minimum f 2.50;
in arte edities 26 ct. per m.m., minimum f 4
familieberichten 20 ct., resp. 30 ct. per m.m.
Bij contract belangrijke korting. Directeur: EDITIES VOOR ALKMAARHOORN, DEN HELDER, SCHAGEN
E. J. M. Stumpel. Hoofdredacteur: H. N. Smits.
Bankrelaties: Noorderbank; NederI. Credietbank
Buiten God is 't nergens
veilig. (Vondel)
A
S
H
VAN HEDEN
Pagina 1
Kantoren: HOORN, Dracfsingel 59, teL 4243, Grote Noord 77, teL 4382 K2290; ALKMAAR, Ritsevoort 56, teL 2046, (2 lijnen), K 2200' DEN HELDER. Keizerstraat 89. teL 2800 K 2230: SCHAGEN. Molenstraat 52, teL 4J9 K 22&
Op de vooravond van het aanstaande Kerstfeest zal te Rome de
opening plaats vinden van het H. Jaar, dat in 1950 wordt gevierd.
Onze H. Vader de Paus heeft de gelovigen van heel de wereld
opgeroepen, om in het komende jaar meer dan anders aandacht te
besteden aan de geestelijke dingen en zo dit jaar te maken tot een
heilig jaar. Zoals God de mensen heeft opgelegd één dag van de
week te vieren als de dag des Heren, zoals de Kerk de feestdagen
heeft ingesteld om haar gelovigen te doordringen van de mysteriën
van de Verlossing, zo bestemt zij bepaalde jaren, om haar kinderen
los te rukken uit de kringloop van het aardse en ze te richten op
het onvergankelijke leven. Zo had God het ook bepaald voor het
Joodse volk in het oude Verbond: Het vijftigste jaar zult gij heili
genwant het is een jubeljaar (Lev. XXV. 10). Dan moesten
de goederen, die in andere handen waren overgegaan, terugkeren
naar de oorspronkelijke eigenaars; degenen, die slaaf geworden
waren, moesten de vrijheid herkrijgen. Want heel het volk moest
erkennen, dat God hun Heer was en dat zij Hem moesten dienen.
Meer dan vroeger lopen de te
genwoordige christenen gevaar
onder te gaan in het aardse en
God te vergeten; de moderne mens
wordt geheel in beslag genomen
door het jachtende leven, door de
zorgen voor het bestaan, door al
die middelen van afleiding en ont
spanning, die hem bezig houden
van de morgen tot de avond. Wij
hebben er U na de bevrijding
reeds vaker op gewezen, dat er
ook in ons land een proces gaan
de is van langzame ontkerstening,
dat, als het niet eindelijk gestuit
wordt, moet leiden tot onverschil
ligheid en afval van velen. Zo is
het in heel de wereld. In het mid
den van deze twintigste eeuw
heeft Z. H. de Paus een heilig jaar
uitgeroepen; daarvan zal de lei
dende gedachte zijn: jaar van de
grote terugkeer; de intenties zijn
door de H. Vader eigenhandig als
volgt omschreven: „Heiliging van
de zielen door gebed en boete en
onwankelbare trouw aan Christus
en Zijn Kerk. Actie voor de vrede
en bescherming van dé H. Plaat
sen. Verdediging van de Kerk te
gen de hernieuwde aanvallen van
Haar vijanden en verkrijgen van
het ware geloof voor de dwalen-
den, ongelovigen en de godlozen.
Verwerkelijking van de sociale
rechtvaardigheid en van de caritas
ten gunste van de minderbedeel
den en de behoeftigen".
1. De kern, dierbare Gelovigen,
van iedere geestelijke vernieuwing
is gebed en boete. Het is de weg,
die Johannes de Doper gewezen
heeft, toen hij de Joden moest
voorbereiden op de komst van
Christus: „Doet boete, want het
Rijk der Hemelen is nabij" (Mt.
3. 2.); dit is ook de weg om het
rijk van Christus te doen herle
ven. De oorzaak van zoveel ver
slapping en veruiterlijking is.
dat God op de achtergrond is ge
drongen of zelfs weggedrongen
uit de gezichtskring van velen.
Het bestaan van God wordt mis
schien minder ontkend dan vroe
ger, maar het besef van God en de
vreze Gods is bij velen verloren.
Waar het Godsbesef verzwakt,
daar wordt het gebed nagelaten,
daar wordt men minder ijverig
in het ontvangen van de Sacra
menten, minder trouw in het be
zoek van de kerk. Het geloof in
God ademt in het gebed en wordt
door het gebed weder sterk. De
Kerk heeft daarom behoefte aan
veel gebed; het H. Jaar moet een
gebedsjaar zijn. De H. Vader
vraagt van ons veelvuldige en
actieve deelname aan het H. Mis
offer, zoals de liturgische ver
nieuwing die heeft gebracht, maar
ook het behoud van veel persoon
lijk gebed, zoals wij dat van ouds
her hebben geleerd. (Toespraak
tot de Vasten predikers 1949). De
dagelijkse gebeden moeten onver
kort worden gehandhaafd en het
gezinsgebed, speciaal het rozen
kransgebed, moet in ere worden
hersteld; laten de ouders eraan
vasthouden, dat de kinderen doen.
zoals zii hebben gedaan. En laten
de parochiegeestelijken de gelovi
gen dikwijls massaal verenigen
in gebedsstonden en bedetochten
en daarbij de intenties van het
H. Jaar uitdrukkelijk voorbehou
den. Wij bevelen ook van harte
aan de verschillende gebedsacties,
die uitgaan van speciale vereni
gingen: laat Katholiek Nederland
in al zijn schakeringen één bid
dend volk zijn, dat zich één weet
met de gehele Kerk. Hoe meer er
verenigd zijn in Jezus' Naam, des
te krachtiger is de roep, die op
stijgt naar de Hemel.
2. Het gebed moet worden onder
steund door boete en versterving.
Wanneer wij tegenslagen krijgen
en beproevingen of de nood der
tijden ondervinden, laten we dan
nederig beseffen, dat wij iets
goed te maken hebben. Als lede-
Het Herderlijk Schrij
ven van het Hoogwaardig
Episcopaat, dat gisteren
in alle kerken van de
kansel is afgelezen, tref
fen onze lezers in deze
editie in extenso aan.
maten van het Mystieke Lichaam
van onze Heer moeten wij met
Hem ons lijden dragen en zo door
persoonlijk lijden aanvullen, wat
nog aan het lijden van Christus,
ons Hoofd, ontbreekt. In de afge
lopen jaren hebben wij veel offers
moeten brengen; gelukkig dege
nen, die op christelijke wijze van
de nood een deugd hebben ge
maakt. Nu de voorzieningen rui
mer worden, herinneren Wii weer
aan de onthouding en de vasten,
die de Kerk ter navolging van
onze Goddelijke Meester van de
oudste tijden af aan haar gelovi
gen heeft gevraagd. Wij zullen in
het komende jaar de bepalingen
van de Vasten meer aanpassen aan
ieders vermogen en levensomstan
digheden, zodat in tegenstelling
met vroeger bijna iedereen zal
kunnen vasten; maar dan moeten
wij ook van allen vragen deze
gezegende weg van christelijke
versterving niet te ontwijken. Zo
betreden wij de weg, die het uit
verkoren volk en die de christen
heid zo dikwijls is gegaan, wan
neer rampen het volk bedreigden:
dan zagen zij daarin Gods Hand
en wisten zii door tijdige inkeer,
gebed en boete Gods barmhartig
heid te verwerven.
3. Dierbare Gelovigen, ook nu
zijn de tijden ernstig. Huivering
wekkend zijn de aanvallen, waar
aan de Kerk blootstaat in het
Oosten van Europa, en ook overal
elders belaagt de vorst der duis
ternis het Rijk van God. Het
wordt velen bang te moede en
sommigen gaan twijfelen, als zij
zoveel ongerechtigheden straffe
loos zien gebeuren. Ook nu spreekt
Christus tot ons: „Wat ziit gij
Vervolg op pag. 3
Twee zeeridders uit Stellendam behorende tot de bemanning
van de reddingboot „Koningin Wilhelmina", die Zaterdagavond
om halt negen in vliegende storm was uitgevaren om hulp te
bieden aan het bij Walcheren in nood verkerende Zweedse schip
„Aslog" zijn, twee uur na het uitvaren, door de hoge zeeën van
boord geslagen. Het zijn de 45-j. dienstdoende schipper van de
reddingboot, B. de Bolk en de 44-jarige H. Groteboer.
in de oude kanselarij te Bonn werd door John McCloy, de Hoge
Commissaris der Verenigde Staten in West-Duitsland en dr.
Konrad Adenauer (rechts) kanselier in West-Duitsland, het
bilaterale verdrag tussen de Verenigde Staten en de federale
Republiek ondertekend. Met de ondertekening van deze over
eenkomst is Duitsland, volgens McCloy volledig deelgenoot in
het Europese herstelprogramma geworden.
Zondagmiddag is minister van
Schaik van zijn reis naar Indo
nesië op Schiphol teruggekeerd,
waar hjj o.a. werd begroet door
Dr. Drees. Tegenover de pers zeide
Mr. van Schaik: Ik kom beslist
niet pessimistisch terug. Bepaalde
moeilijkheden met betrekking tot
de souvereiniteitsoverdracht, heb
ik niet kunnen ontdekken".
De reddingboot „Koningin Wil
helmina" was bemand met zeven
koppen.
„Het was een waagstuk bij zulk
noodweer, dat wisten de mannen,
maar er waren mensen in nood en
de plicht riep". Zo ongeveer begon
het verhaal dat de overlevenden
Zondagmiddag deden, toen zii
doodmoe en verkleumd van de
kou te Hoek van Holland aan land
stapten. „Het was een vreselijke
nacht geweest. Het scheepje was
ten prooi aan wind en golven
Tegelijk met het 25-jarig bestaansfeest der N.V. Terneuzense
Scheepsbouw Mij. te Terneuzen, herdacht de directeur, de heer
J. F. de Klerk, het feit, dat hij 25 jaar directeur van het bedrijf
if. V.l.n.r.de heer J. F. de Klerk; mr. R. J J. Lambooy; burge
meester van Waalwijk en de heer W. A. V. van Doorne, direc
teur van Van Doorne's Aanhangwagenfabriek te Eindhoven, bij
het gedenkbord dat de jubilerende directeur werd aangeboden.
maar zocht moedig ziin weg over
de hoge zeeën.
Twee uur na het uitvaren ge
beurde het fatale: plotseling werd
de „Koningin Wilhelmina" door
een grondzee gegrepen en scheen
zelfs om te slaan. De mast raakte
als het ware het water. Toen de
boot zich oprichtte werden twee
man vermist. Zij waren over
boord geslagen. Het was de dienst
doende schipper B. de Bolk zelf,
een man van 45 jaar, vader van 4
kinderen en de 44-jarige H. Grote
boer, vader van vijf kinderen.
Onmiddellijk werden alle pogin
gen in het werk gesteld de dren
kelingen te vinden, maar in de
nacht bleek dit onbegonnen werk
te zijn. Toch bleef men urenlang
zoeken, tot tenslotte de pogingen
gestaakt moesten worden. Beide
mannen konden als verloren wor
den beschouwd. De reddingboot
was op het ogenblik van het ge
beuren nauwelijks 100 meter ver
wijderd van een ander onbekend
schip, dat wel moeilijkheden had,
doch het zelf nog wei kon klaren.
Intussen woedde de orkaan met
onverminderde kracht verder en
men achtte het niet verantwoord
naar Stellendam terug te keren.
Zo werd een angstige nacht op zee
doorgebracht, tot dat eindelijk het
hcht daagde en besloten werd
naar Hoek van Holland koers te
zetten. Daar kwamen de vijf over
levenden Zondagmiddag om kwart
over twaalf aan. De 26-jarige zoon
van schipper de Bolk behoorde
tot hen. Zijn verslagenheid was
groot. „Niets te kunnen doen om
.ie vader te redden is iets ontzet
tends" zeide hij; „wanneer je uit
vaart en er gebeurd niets, dan zeg
je: „wij hebben een kwade nacht
gehad", maar dit is wel het erg
ste wat ons kon overkomen.
Per auto zijn de vijf overleven
den naar him woonplaats terug
gekeerd.
Het, NW hield Zaterdag te Ut
recht een buitengewoon congres
ter bespreking van de sociaal-
economische politiek. Aan het eind
werd een resolutie aangenomen
waarin wordt geëist met ingang
van 1 Januari a.s. door middel van
bindende voorschriften de lonen
en salarissen van alle mannelijke
en vrouwelijke werknemers van
23 jaar en ouder met 5 pet. te
verhogen met een minimum van
f 2.per week. Deze verhoging
moet ook gelden voor de kinder
bijslag, voor de uitkeringen van
de Noodwet ouderdomsvoorziening
de overbruggings- en de sociale
bijstandsregeling.
Mr. van Schaik voegde daaraan
toe daarmede niet de mogelijkheid
hiervan geheel te willen uitslui
ten. De minister zeide, dat er in
Indonesië geen noemenswaardige
onrust heerst. Ook van Indonesi
sche zijde wordt alles gedaan om
orde en rust te handhaven. De Sul
tan van Djocja, die optreedt als
beveiligings-coordinator en met
wie de heer van Schaik ook con
tact heeft gehad, besteedt hier
veel aandacht aan. „Natuurlijk",
aldus Mr. van" Schaik, „heerst bij
zo'n belangrijk feit als de souve
reiniteitsoverdracht altijd een ze
kere nervositeit, vooral ook onder
de ambtenaren. Sukarno heeft ech
ter te kennen gegeven, dat met
hen zal worden samengewerkt,
hetgeen een kalmerende uitwer
king heeft gehad". De minister
zei nog, dat de benoeming van
dr. Hirschfeld gunstig in Indonesië
is ontvangen.
ACHT DODEN
PARIJS, (Reuter). Een vlieg
tuig van de Sabena is Zondagavond
bij Parijs neergestort. Het toestel
was kort te voren van Le Bour-
get opgestegen en had een beman
ning van vier man aan boord en
vier passagiers. Allen zijn gedood.
HIJ WIL „FEILLOZE OVER
EENSTEMMING"
President Sukarno heeft
Zondagavond vier kabinetsfor
mateurs aangewezen, n.l. Moh
Hatta, Anak Agung, de sultan
van Djogja en sultan Hamid
van Pontianak. Hatta is aan
gewezen als premier.
Sukarno heeft medegedeeld,
dat hij vier in plaats van drie
kabinetsformateurs, (zoals in
de Grondwet was aangegeven)
benoemd had, omdat hij „een
feilloze overeenstemming wil
de". Men verwacht, dat het
kabinet hedenavond gekozen
zal worden.
GENT (Belga). Zaterdag
avond is het schip „Nooitgedacht"
op het Albertkanaal, nabij de slui
zen van Gent, gezonken. De op
varenden wisten zich allen in vei
ligheid te brengen. Het schip, dat
onder Nederlandse vlag voer en
geladen was met grind behoorde
toe aan een Rotterdamse maat
schappij.
Een beurtvaarder van ongeveer
80 ton, die onderweg was van
IJmuiden naar Haarlem, is Zater
dagmiddag door een zware wind
stoot op het Noordzeekanaal over
vallen. Een grote golf sloeg over
het dek en zowel ruim als voor
kajuit liepen onder water. De
vrouw van de kapitein kon ter
nauwernood uit de kajuit worden
gered en het scheepje moest aan
de zuidelijke oever van het kanaal
in zinkende toestand aan de grond
worden gezet.
OPVARENDEN GERED
LEMMER. Schipper T. Kui
per was met twee zoons Zater
dagmiddag aan boord van de LE
13 op het IJselmeer aan het vissen.
De boot was ongeveer dertien kilo
meter van Lemmer verwijderd,
toen een rukwind in de zeilen
sloeg. Voordat de opvarenden er
op verdacht waren, sloeg de boot
om. De mannen raakten in het
woelende water, maar wisten zich
drijvende te houden.
De op circa vijfhonderd meter
van de plaats van het ongeluk va
rende vissersboot van schipper L.
Poepjes stoomde direct naar zijn
collega's. De omgeslagen boot
dreef in de richting van de kust
en raakte daar aan de grond.
Daar wist Poepjes de drenkelin
gen met zeer veel moeite door
middel van een lijn aan boord van
zijn boot te krijgen.
„In dit nummer"
(Sm.) Er is misschien niet altijd
aanleiding, om langs deze weg
speciaal de aandacht te vestigen
op de inhoud van belangrijke
stukken in het nummer van de
krant van de dag. Vandaag is die
reden er in elk geval wel. Dit be
treft twee schijnbaar uiteenlopen
de zaken: de Herderlijke Brief
van de Bisschoppen over de bete
kenis van het a.s. Heilig Jaar en
het verslag van de besprekingen
in de buitengewone Partijraad van
de Katholieke Volkspartij over
Indonesië. Te nauwe verbinding
tussen Kerk en Politiek? Wij me
nen van niet. De Brief handelt
tenslotte over de toepassing in de
samenleving van de beginselen
van rechtvaardigheid en naasten
liefde op de grondslag van de
grote geloofspunten, welke in het
a.s. Heilig Jaar bijzondere bezin
ning en beleving zullen vra
gen. Welnu, het befaamde pro
bleem van de nieuwe rechtsorde
in Indonesië moet, ook in de ver
dere toekomst, worden opgelost en
uitgewerkt op de grondslag van
rechtvaardigheid en de liefde. Dat
is een stelling, die ieder zal be
amen; maar niet iedereen beaamt,
dat de oplossing tot nog toe op die
grondslag is geschied. Met name
is dit zwaar te verteren voor „onze
jongens-over-zee". Nu was het
een bijzonder moment in de Par
tijraadsbijeenkomst, toen een
huisvader onder doodse stilte de
vraag stelde, die menigeen bezig
houdt als de gevallenen van In
donesië worden herdacht: Waar
om? Waarom? Het was een bij
zonder moment, dat door prof.
Romme bijzonder, n.l. buiten de
algemene politieke beantwoording
om, werd beantwoord aldus:
„Waarom hebben onze jongens
zoveel offers gebracht? Omdat èn
hun aanwezigheid daar èn hun
acties daar, noodzakelijke elemen
ten zijn geweest om te komen tot
een zodanige nieuwe rechtsorde,
dat Indonesië niet van Nederland
en Nederland niet van Indonesië
behoefde te worden afgescheiden
en dus mogelijkheden ziin ver
overd voor de nationale belangen
van Nederland, om nog tot de no
dige samenwerking te kunnen ko
men". Ook in dit kader, menen
wij, moet dit zware probleem be
keken worden. En ook in die
geest bevelen wij de ernstige le
zing'van de Bisschoppelijke Brief
en van de beschouwingen van de
bijzondere Partijraad sterk aan!
Zaterdagmorgen had de ontsche
ping plaats van de ruim 1500 mi
litairen, allen behorende tot de
7 Dec.-divisie, die met de „Zui
derkruis" uit Indonesië te Rotter
dam terugkeerden.
Nadat de vertegenwoordiger van
H. M. de Koningin en Prins Bern-
hard enkele welkomstwoorden
hadden gesproken, werd het woord
gevoerd door minister Schokking,
die de jongens o.m. opwekte zie
ke en gewonde kameraden niet te
vergeten.
(Van onze redacteur)
DE GEDACHTENWISSELING, welke In de Partijraad van de
K.V.P. gevolgd is op de diepgaande en brede uiteenzetting van
prof. Romme inzake Indonesië, heeft nóg niet tot een
tastbaar resultaat geleid. De Partijraad wenste dit wel, prof.
Romme en het Partijbestuur voelde er ook voor, de voorzitter
kwam zelfs met een resolutie, gecombineerd uit een tweetal
dat, resp. door dr. Muskens (Amersfoort) en de Kring den
Helder was ingediend, maar uiteindelijk waren er verschillende
uiteenlopende bedenkingen, waarvan de doorslag gaf de over
weging, dat het formeel niet juist was, bepaalde toekomst
verwachtingen te bouwen op het fundament van een wet,
welke de Eerste Kamer nog moet goedkeuren.
De voorzitter heeft, na heel wat
deliberaties, waarin nog een drietal
nieuwe formuleringen aan de hand
werden gedaan, de knoop om tien
minuten voor zeven in de avond
doorgehakt met het volgende, dat
meer een afspraak dan een u i t-
spraak mocht heten:
„uonstaterend dat versctuuenae
resoluties ziin ingediend, besluit de
Partijraad nog geen uitspraak te
doen, alvorens de Eerste Kamer
over de wet inzake de Souvereini
teitsoverdracht heeft beslist."
Het ziet er dus naar uit, dat
deze zaak nog nader in de Partij
raad aan de orde zal worden ge
steld, temeer, daar prof. Romme er
in zijn antwoord-rede na de dis
cussies, op wees dat de K.V.P. nu
inzake Indonesië „programloos" is.
Z.i. zal de richtlijn moeten zijn,
dat de K.V.P., ook in 's lands ver
gaderzaal, con amore medewer
king moet verlenen aan de uitwer
king van de grondslagen
R.T.C.-overeenkomst.
van de
Politieke kant
Overwegende dat bekorting van
de verslaggeving nu eenmaal ge
wenst is, vatten wij het voornaam
ste van de debatten hoofdstuks-
gewijs samen. De heer dr. Muis-
kens ging uitvoerig in op de alge
mene politieke kant van het geval,
daarbij vooral wijzend op het euvel
van de extra-parlementaire kabi.
netten, dat zou kunnen doorwer
ken tot contra-parlementaire, het
geen gevaarlijk is voor de gezonde
democratie. Voorts: waarom zijn de
consequenties niet getrokken uit
de tweede politionele actie? Prof.
Romme vond de conclusie dat er
gevaar was voor contra-parlemen
taire kabinetten in dit verband te
zwaar. Hij sloot zich aan bij de
wens, door dr. Muiskens geuit
(naar aanleiding van het klassieke
Engelse woord: „East is east and
West is west, and never the*twain
shall meet", Oost is oost en West is
west, en nooit zullen deze twee tot
elkaar komen) dat integendeel
East and West, het Oosten en het
Westen, steeds met elkaar zullen
samengaan.
Partij en Fractie
Ingaande op een paar opmerkin
gen van de heer Smits (Kring den
Heider), die enige punten naar vo
ren bracht betreffende het verband
tussen Partij-(raad) en Fractie en
daarna een ontwerp-resolutie na
mens de Kring Helder indiende, zei
prof. Romme, dat hij het juist vond
bij de hantering van art. 89 van de
Grondwet (afgevaardigden stem
men zonder last of ruggespraak) op
gezette tijden ook de nadruk te
leggen op dat „stemmen", zodat
ten aanzien van de motieven
der stemming wel contact en over
leg zou kunnen bestaan, mits men
vermijdt daarbij op het hellend
vlak te komen. In elk geval moet
vermeden worden de valse schijn,
dat de partij de afgevaardigden
onder soms vrij sterke druk zou
zetten. De oplossing zou prof.
Romme willen zoeken in het Col
lege van Beraad. De stelling van
deze afgevaardigde, dat de Kamer
leden zich aan het program moe
ten houden, ging de Fractie-leider
te ver. Natuurlijk nemen de Ka
merleden op zich, te streven
naar verwezenlijking van
het program. De suggestie o.a.
geuit in een later geheel teruggeno
men aanhangsel van de resolutie-
Helder, als zou de Kamerfractie
te gemakkelijk omspringen met het
progfam kon prof. Romme niet
aanvaarden.
Een apart geluid
liet mr. Loeff uit Rotterdam ho
ren, die elke uitspraak verwerpe
lijk (want niet voldoende gefun
deerd) achtte en zijn reeds eerder
hier en daar in woord en geschrift
ontwikkelde bezwaren tegen het
Fractiebeleid (met name de „zwa
re" Unie) herhaalde. Hij vond het
onjuist, dat de K.V.P. zo lang een
„paritaire Unie" als politieke band
heeft voorgestaan. Een dergelijke
Unie was z.i. onmogelijk en zou
niet kunnen werken. Er waren an
dere concrete dingen te bereiken
geweest. Er zou nog iets te redden
zijn als het volk beter werd voor
gelicht, De K.V.P. mist z.i. de grote
staatkundige lijn; is deze taak niet
te zwaar voor één man?
Prof. Romme zei, dat dit betoog
van mr. Loeff direct tégen het Par
tijprogram gericht was, dat mr.
Loeff mede had helpen samenstel
len.
Mr. Loeff; U is er zelf van afge
weken.
Prof. Romme: Ik heb de Unie
altijd verdedigd. Maar ik zal me
niet achter het program verschui
len. Het beleid van de Fractie is
altijd eenstemmig vastgesteld, op
grond van de concrete omstandig
heden. Wil mr. Loeff helemaal
geen politieke verbinding? Spr.
acht deze onmisbaar. Ook de Indo
nesiërs hadden tegen deze lichte
Unie geen bezwaar en voelden dus
iets voor een politieke binding. Zij
heeft ook een achtergrond in de
wereldpolitieke verhoudingen. Het
oordeel over de bewering, dat in
de K.V.P. geen grote staatkunde
kan worden gevoerd, laat spr. aan
de geschiedenis over.
De minderheden
Tot drs. Horbadh uit Deventer,
die inlichtingen vroeg over de min
derheden, zei prof. Romme, dat
Ambon en de Minahassa geweigerd
hadden, hun „geloofsbrieven" te
doen onderzoeken. De andere zijn
als „waardevolle belangen" ge
hóórd. Op dit punt is overigens
ook niet bereikt, wat spr. gaarne
had gezien, maar als men over
„moreel gerechtvaardigd" spreekt,
dan was het ook niet moreel ge
rechtvaardigd, de R.T.C. te laten
mislukken, dat zou voor èlie min
derheden de toestand veel moeilij
ker hebben gemaakt.
Nieuw Guynea
Uiteraard spraken verschillende
afgevaardigden over Nieuw Guy
nea. Houdt t.a.v. dit punt het been
stijf!, zei drs. Horbach, die zelfs een
opdracht aan het P.B. suggereerde,
om aan de Fractie te verzoeken,
inzake N. Guynea niet te transige-
Vervolg op pag. 3