BIJ DE OPENING VAN HET HEILIG JAAR
ROME ONVERGANKELIJK
POOR MAAR JEUGP
sidagen
Preijer
Vrijdag 23 December 1949
PAG. 3
I
tandel
srichten
Impressies uit de Eeuwige Stad
De eeuwen zijn er vastgekluisterd
in een marmeren keten
J
iV ACHTING
r het K.N.M.I. te
■an Vrii dagavond
id:
)F MIST!
ig, overwegend
!t weinig wind
ele verspreide
ts kouder.
smatiek-hal
Een unicum voor
auwens voor een
ït land, is de in-
an een nieuwe
de-automatiek in
stuif' op de Laat.
ruwe automatiek-
ar de aannemer
in naast de nieu-
larvan er slechts
zijn, ook een ge-
llatie voor koude
[ebracht. De oude
warme hapjes
ok in dienst. De
im en fris uit en
ilder Molenaar en
aeter keurig ver-
tt de vreugde
or het gebruik
B
HS
N
TEL. 3X66
(Advertentie.)
>t. Dominicus
Door bijzondere
can de werkver-
lag 23 December
ilig Kerstmis van
;r Colbé.
ke Stand
3eboren: Sytze en
E. Stans en J.
ina dochter van
3. M. Koning: Jan
N. Kindt: Martha
J. Keijsper en K.
us de Jongh en
anrooij; Joseph A.
J. van de Kamer;
Leeuwen en Cor-
je Hop oud 58
AVOND
LCOMITÉ
De eerstvolgende
ie besturen van
lisaties wordt ge-
igavomd 17 Janua-
m wordt nu reeds
at de diverse be
rekening kunnen
jtstelling van hun
gen. De praat-
teressant te wor-
Liserie van H. Di-
ai) over het on-
ieit tussen stan
ds. Tevens zal een
;n worden op de
i, die de Bisshop
uitvaardigde voor
Met het oog op
der onderwerpen
iet alleen de be-
organisaties, maar
anisaties worden
notere de datum
nda: 17 Januari
vocatie volgt.
F. Holthuizen,
Algemeen adv.
voor H.S.V.
Tweede Kerstdag
ih HSVLimmen
leze wedstrijd is
>n Limmenaren te
'n interlandwed-
telling is nu reeds
:uele kansen wor-
:en.
gint 14.30 uur en
et terrein aan de
Jeerdere loketten
jn om de toevloed
iden snel te ver-
igs 12 uur zal
JV III spelen.
SN 300 kg an-
10 kg uien 23.10;
1010.50; peen III
le kool 5.50—8.50;
kool 6.00—10.90;
kool 8.00—11.10.
Spruitkool 2447
12.30—12.60; dene
[e kool 610.50
.30; groene kool
ese kool 7.8017
-23.20: gew. 22.20
2019.50; bieten
6.50—8.70; witlof
12; peen II 8.70
.80; IV 5.70—7.30
iE. uien 23.10
9.30—10.10; m
I 6.106.30; ro-
gele kool 6.30
1520 witte kool
26—42.
lUjORGEN OP DE VOORAVOND
,VI VAN KERSTMIS zal de H.
Vader in een uitgelezen plechtig
heid de H. Deur van de St. Pieter,
die sedert 1933 gesloten is geweest
openen. Tegelijkertijd zullen drie
Kardinalen, die daartoe door de
Paus zijn benoemd, dezelfde
plechtigheid verrichten bii de
basilieken van St. Paulus buiten
de muren, St. Maria Maggiore en
St. Jan van Lateranen. Daarmee
is dan het Heilig Jaar geopend.
Van Kerstmis 1949 tot Kerstmis
1950 zullen millioenen katholieken
opgaan naar Rome ter bedevaart,
ze zullen door de heilige deuren
de oude basilieken betreden om
de jubilé-aflaat te verdienen. Er
zal belangstelling zijn over heel
de katholieke wereld en ver daar
buiten Maar wat voornamer
is, de H. Vader en heel de Chris
tenheid verwachten van dit H.
Jaar overvloedige vruchten van
genaden voor zichzelf en rijke
zegening voor de gehele samen
leving. Dit H. Jaar kan van grote
betekenis worden voor de gehele
wereld.
In krant en tijdschrift is reeds
herhaaldelijk gewezen op de
merkwaardige wijze, waarop het
H. Jaar is ontstaan. In het jaar
1300 stroomde een menigte pel
grims naar Rome, want op on
verklaarbare wijze was het ge
rucht verspreid, dat bii het begin
van iedere nieuwe eeuw er in
Rome een heel bijzondere aflaat
te verdienen was. Paus Bonifatius
VIII liet toen de pauselijke anna
len naslaan en toen er nergens
een grond voor dit gerucht werd
gevonden, maakte de Paus het tot
waarheid en verleende de aflaat.
Op 22 Februari liet Paus Bonifa
tius VIII in de St. Pieter de bul
afkondigen, waarbij een volle af
laat werd verleend aan al dege
nen, die naar Rome zouden komen
en daar vijftien maal de kerken
van St. Petrus en St. Paulus zou
den bezoeken. Nu begon de stroom
van pelgrims eerst werkelijk en
maakten duizenden en duizenden
zich op ter bedevaart naar Rome.
Uit geheel Europa kwamen ze en
vulden de eeuwige stad. zodat de
straten de mensenmassa's niet
konden verwerken.
Toch was dit gerucht, dat de
aanleiding werd tot instelling van
het H. Jaar, niet geheel zonder
grond, integendeel, reeds de
Joodse wet kende het H. Jaar.
God zelf had in het Oude Ver
bond bepaald: „Het vijftigste jaar
zult gij heiligen, want het is een
jubeljaar" (Lev. 2ÜCV. 10). Dit
jubeljaar werd door heel 't Joodse
land plechtig afgekondigd door
bazuingeschal en het was van
grote betekenis voor het Joodse
volk. Het land werd gedurende
het jubeljaar niet bebouwd, mens
en dier leefden van wat van de
vorige jaren over was en van het
geen de grond van zichzelf op
bracht. Vervolgens was het een
jaar van vrijheid voor al wie in
lijfeigenschap was gekomen; ook
de schuldenaar mocht niet ge-
dwongen worden tot het betalen
van de schulden en goederen, die
in andere handen waren overge
gaan, moesten terugkeren tot hun
oorspronkelijke eigenaars. De be
doeling van het H. JooL ^od in
Zijn armen te eren, de gedachten
meer op God dan op aards bezit
te richten en een algemene ver
zoening te bewerken, zowel met
God als met de mensen. Daarom
begon het jubeljaar bil de Joden
ook met de grote Verzoendag en
werd erop besloten.
Deze gedachten hebben voor-
zeker ook de Pausen geleid, die
het H. Jaar instelden. Tren he.
jaar 1300 voorbij was en dit eer
ste H. Jaar grote indruk gemaakt
had op de christenwereld, kwam
al spoedig het verlangen naar
voren de tijd van een eeuw te
bekorten en spoediger-eenH. Jaar
te vieren Paus Clemens VII ont
ving in zijn ballingsoord te Avig
non een delegatie uit toe met
een verzoek viff
stemde toe. dat in 1350
tig iaar dus wederom een H.
Jaar zou worden gevierd en de
H Vader deed dit met een ver
wijzing naar het jubeljaar der
Joden.
Herhaaldelijk is later de tus
sentijd veranderd. Paus Urbanus
VI bracht deze in 1389 terug op
33 jaar, Paus Paulus II op 25 jaar,
waarop het tot nu toe is gebleven,
maar Paus Pius XI liet bovendien
in 1933 een jubilé-aflaat afkon
digen ter herinnering aan het
eeuwfeest van de Verlossing.
In 1300 en vooral in 1350 was
de toeloop overweldigend. Wan
neer we alle omstandigheden van
reizen en verblijf enz. in aan
merking nemen, dan kunnen we
wel zeggen, dat de deelname later
nooit meer zo algemeen en van
harte is geweest. Soms waren er
jaren, waarin de toeloop naar
Rome zeer matig was vanwege de
onrustige of onveilige tijdsom
standigheden. In het jaar 1800
werd er zelfs geen H. Jaar afge
kondigd, omdat de tijdsomstan
digheden zo revolutionnair waren
en Paus Pius IX, die van 1846 tot
1876 Paus was en dus tweemaal
de jubilé-aflaat had kunnen af
kondigen, deed dit geen van beide
keren, omdat de revolutionnaire
stromingen en de strijd om de
Kerkelijke Staat het niet toe
lieten. Met betrekking hiertoe
zouden we dus onze tijd nog niet
als zo slecht behoeven te bestem
pelen als we meestal doen. Toch
heerst er ook nu voldoende onrust
om bezorgd te zijn, maar ook is
er reden om het H. Jaar te be
groeten als een licht aan de don
kere horizon en als een straal van
hoop, die dringt door de duister
nis, die ons omgeeft.
Zo ook beschouwt het onze nu
regerende Paus Pius XII. Temid
den van de duivelse strijd tegen
God en Kerk en bij de onver
schilligheid en afval van zovele
christenen moge dit jaar worden
„het jaar van de grote terug
keer".
„Dat door dit jubilé er een al
gemene terugkeer tot Christus
plaats hebbe; dat de rechten der
Kerk tegen de aanvallen, de vals
heid en vervolging harer vijan
den mogen bewaard blijven; dat
allen, die de katholieke waarheid
nog niet bezitten, en degenen, die
van de rechte weg zijn afgewe
ken, ja zelfs de godloochenaars
en vijanden van God door Zijn
licht mogen worden doorstraald
en door Zijn machtige genaden
De H. Deur in de basiliek
van St. Paulus buiten de
muren.
Rome is als het ware een
openluchtmuseum. Brok
stukken uit alle perioden
van haar 2700-jarig bestaan
treft men er aan. Hier ziet
men de oud-Romeinse tem
pel van Fortuna Virile op
de Piazza della Bocca. Op
de achtergrond de kerk van
Santé Maria in Cosmedin.
(foto KLM)
mogen worden aangegrepen; dat
een ongestoorde rust moge wor
den verzekerd voor de gehele
wereld, maar vooral voor de Hei
lige Plaatsen van Palestina; dat
de volkeren alle haat en twee
dracht terzijde mogen stellen en
in gerechtigheid en broederlijke
eendracht met elkander worden
verbonden; dat de noodlijdende
massa's voldoende loon voor hun
werken mogen ontvangen.
Moge toch eindelijk weer de zo
lang verwachte vrede terugkeren
in de harten der mensen en in de
families. Mogen allen, die vervol
ging lijden omwille van de ge
rechtigheid, die ongebroken dap
perheid bezitten, die in het bloed
der martelaren een sieraad van
de Kerk was; dat de vluchtelin
gen, de gevangenen, allen, die
verdreven werden van hun haard
steden naar huis mogen terug
keren; dat allen, die door smart
en verdriet werden overstelpt, de
troost des hemels ontvangen".
Dit zijn de hoge doeleinden, de
grote verwachtingen van het H.
Jaar. Velen zullen opgaan naar
Rome, de meesten zullen het niet
kunnen; maar pelgrim of thuis
blijver, allen kunnen we meele
ven. door gebed en offer, door
vernieuwing van ons eigen gods
dienstig leven.
De opening van de H. Deur is
maar een symbolische plechtig
heid, de reis naar Rome en het
vervullen der voorwaarden voor
de aflaat zijn een middel, maar
het doel blijft: Christus en Chris
tus alleen! Dan ook alleen is het
werkelijk een Heilig Jaar.
Een delegatie van Italiaanse
arbeiders, bestaande uit een
tramconducteur, een metaal
arbeider, een drukker, een
boerenarbeider, een klerk
van een ministerie, een
metselaar, een kleine boer
en een winkelmeisje, heeft
Donderdag aan Z.H. de Paus
de uit ivoor en goud ge
maakte hamer en de troffel
overhandigd, waarmede Hij
de Heilige Deur van de Sint
Pieter zal openen. Duizen
den Italiaanse arbeiders
hebben ieder tien lire bij
gedragen voor de hamer en
de troffel, die mooie hand
werkstukken zijn. De werk
tuigen zijn versierd met de
emblemen van de voor
naamste handwerken. Zij
werden in een doos van
esorenhout, ingelegd met
zilver, aangeboden.
OP DUIZENDERLEI WIJZE heeft men Rome, de stenen bloèm
die ontstaan is op de plaats waar Italië door de hemel werd
gekust, benaderd. In geschriften, op schildersdoeken en beeld-
gevoelige camerastroken heeft men gepoogd de stad te vangen.
Maar het is er mee als met de geliefde, in wier nabijheid alle
woorden tekort schieten. Rome, stad van parken, fonteinen en
kerken, eeuwenoud cultuurcentrum, kloppend hart van de
katholieke wereld, verblijf van een zorgeloos volk, dat op zijn
gelaat nog de edele trekken draagt van de oude imperators.
Het zijn stuntelige liefdesverklaringen. Afzonderlijke bena
mingen voor een geheel dat niet te vatten is. Detailopnamen
en onderdelen van een mozaiek, te groot om het van dichtbij
te kunnen overzien.
Het Colosseum te Rome, zoals dat tijdens het Heilig Jaar feestelijk
geïllumineerd zal zijn.
Waarneer men vanaf de heuvels
van Frascati de stad ziet liggen in
de verte, wit en blinkend als een
ontzaggelijk marmerkristal temid
den van de Romeinse Campagna,
is de afstand groot genoeg om dit
alles te begrijpen.
En later, wanneer de reiziger
naar huis is teruggekeerd, herin
nert hij zich de geur, de aparte
geur van de volksbuurten en de
marktpleinen, die misschien wel 't
meest typerend is van alles. Heel
de stad doorbalsemend blijft ze on
merkbaar, zoals bij een tekening
nauwelijks gelet wordt op de witte
achtergrond.
Ook zal er een moment komen,
waarin onweerstaanbaar in de ver
beelding het gemurmel terugkeert
van de fonteinen in de nacht. Het
zachte, monotone praten, dat het
stadsrumoer overleeft, nadat de zon
is weggezonken achter schimmige
cypressen en violette muren. Als
het samenzwerend gefluister der
eeuwen, die in steen werden vast
geketend.
Poezie op een lantaarnpaal
De stad wordt doorsneden door
het slingerende, gele lint van de
Tiber. Het water is geplekt, alsof
de rivier olie meevoert op haar stro
ming, maar in werkelijkheid zijn 't
ondiepten, die zich aftekenen als
vlekken op een glanzende slangen
huid.
De door bomen omzoomde stra
ten langs de oevers zrjn bij avond
het iedale verblijf voor de Romein
se gelieven. De grote engelenfiguur,
die zijn vleugels uitspreidt boven
op de Engelenburcht tegen de ster
vende avondlucht, lijkt de verper
soonlijking van hun opwiekende
droom.
En bij dag zijn op de witte gra-
nietpalen van het electrisch net der
stadsverlichting de millioenen
spreuken te zien, die door verlief
den werden neergeschreven. Als
een leger insecten, dat vanaf de
grond poogt de booglampen te be
lagen, maar nooit verder komt dan
tot manshoogte.
Rome is een stad van onbewuste
dichters. Van alles staat er op de
palen te lezen. Naast het meest
simpele prjldoorboorde hart, staan
verrukkelijke rijmpjes, zoals dit,
waarin een argeloos geloof hand in
hand gaat met aardse liefde:
„Zoals Jezus stierf voor de
mensheid
Zal ik nu sterven om jou".
De gedichten van de Romeinse
jongelingen dragen die typische
melancholie van het Zuiden. Een
droefgeestigheid, die een noodzake
lijk tegenwicht is voor de niet meer
te stuiten vreugde, wanneer ze een
maal losbreekt.
Jeugd op de helling
Rome is de rijkste stad van de
wereld en onvergankelijk door haar
kinderen. Er worden beslist levens
op het spel gezet, wanneer men zich
met 'n auto door Trastevere waagt.
Dit is de volksbuurt waar de ogen
en de haren het zwartst zijn. Dop-
piamente Romani, Romeinen in het
kwadraat, noemt men zich daar
trots, er mee te kennen gevend, dat
Trastevere de oudste wijk is van de
stad. Dozijnen' kinderen zitten daar
te spelen op de streep van schaduw
en zon. Sommige groepen trekken
mischien wel honderd maal per dag
een eigengemaakt, vernuftig uitge
vonden wagentje omhoog tegen de
tergend steile Gianicolo-heuvel, om
daarna vijf minuten lang het plezier
te beleven zonder enige inspanning
de berg weer af te rijden. Tien kin
deren op een wagentje is niets en
fabelachtige snelheden worden be
reikt. Hoe de engelbewaarders
kans zien om alle ongelukken voor
te blijven, weet misschien alleen de
oude priester, die kans ziet zich
hoofdschuddend nog maar net op
tijd in een zijstraat terug te trek
ken. Daar wordt zijn geschokt ge
moed overigens onmiddellijk gekal
meerd door een vijfjarig jongmens
op blote voeten, die hem met groe
zelige handen aan zijn toog trekt
voor een prentje. En wee de oude,
De grootste kerk ter wereld
vanuit de lucht gezien. De
St. Pieter te Rome, met zijn
geweldige, maar toch sier
lijke koepel beheerst het
gehele beeld van de Eeuwige
Stad. Hier zullen in het
komende jaar millioenen
pelgrims door de H. Deur
binnen gaan om er te bidden
aan het graf van St. Petrus,
dat juist onder de hoge
koepel is gelegen.
(luchtfoto KLM)
als hij het geeft. Hij kan dan gerust
al de velletjes uit zijn brevier scheu
ren. Hij weet zeker nog niet, dat
heel de buurt op een afstandje staat
te -wachten en dat de bengel voor
uitgezonden is als een vertrouw
wekkende verkenner.
Pa
Het mooist is de stad, wr
zij 's morgens de ogen opent,
klokken zingen en de hemel zit vol
schapenwolken, als emaille. De bla
deren van de palmbomen glanzen,
evenals het beton in de straten van
de villawijk. Op de hoofdwegen
rijdt de sproeiwagen om het stof
aan de grond te houden, nu het le
ven opnieuw begint. Want hierin
zit een van Rome's grootste beko
ringen. Iedere dag is er nieuwge-
schapen. De mensen groeten elkaar
alsof het hun eerste ontmoeting
was, na een jarenlang en smartelijk
verblijf in de vreemde. Aan niets
is te merken, dat zij gisteravond in
het rozenprieel van de albergo nog
samen aan de Chianti zaten en
abrikozen opvisten tussen de koele
bladeren in het mandje.
Op het plein rond het Garribaldi-
monument wordt al druk gevoet
bald. De opstandleider kijkt ver
baasd en bars toe vanaf zijn bron
zen paard, niet veel begrijpend van
het rare spelletje.
Ook de bedelaar zit op zijn post
bij de leuning van de stenen slinger-
trap, die naar beneden voert. De
ris heiligen, die door hem na een
ontvangen aalmoes wordt aange
roepen om voor het toekomstige
geluk van de gever zorg te dragen,
klinkt weer als nieuw. Een heilige
voor één lire, twee heiligen voor
twee lires en zo mathematisch ver
der tot twintig lire toe. Bij een ho
gere gift is enkel sprakeloosheid op
haar plaats. Ieder het zijne, denkt
de bedelaar, die het, vanaf 't ogen
blik, dat hij zijn krukken verniste,
op een accoordje gegooid heeft met
de hemel. De schors van de olean
der achter hem schuurde zijn jas
van achteren kaal. Als hij weg-
strompelt, is het enkel om te gaan
slapen op het gazon naast de trap.
Vanaf de hemel is heel de stad te
overzien. De koepels van de kerken
liggen verspreid is een versteende
zee van schoonheid. Boven alles uit
staat onbarmhartig wit in het zon
licht het monument van Victor
Emanuel. Tegen de blauwe bergen
in de verte liggen de witte stippen
van Frascati.
Aards paradijs
Een kinderhand plukt een grote
tros gouden regen, die weelderig
hangt te blozen over de bruingele
muren voor de villa's. In het huis
zelf gaat een van de luiken open en
een vrouwenstem begint een hoog
en deinend lied, nu blijkt dat de zon
Rome niet in de steek heeft gela
ten. Snel als een bliksemschicht
schiet een hagedis de weg over om
te verdwijnen tussen de stenen en
de lavendel.
Straatjongens komen water schep
pen in de holte van hun hand aan
het grote bekken, dat het eindpunt
is van een van Rome's oudste aqua
ducten. Doppiamente Romani, met
de pas der Caesaren nog in hun
bloed. Dan vinden zij iets tussen de
stenen en rennen er de berg mee af,
alsof ze plotseling geen raad meer
weten met het geheim, dat nu het
hunne is.
Een voorbijganger gaat naar de
balustrade en staat lang te staren,
steunend op de ellebogen. Aandach
tig en zich verbazend, als kon hij er
niet over uit, dat God hem voorbe
stemde hier te mogen wonen. Hij
gaat de trap af en legt twintig lire
naast de bedelaar, die in slaap is
gevallen onder de oleander.
Het was voor de bewoners van Rome een interessante aanblik,
toen twee Amerikaanse helicopters laag boven de 2000 jaar-
oude Ark van Constantijn en het Colosseum vlogen. De bedoe
ling van de fabrikant, de volle aandacht op dit modernste
vliegtuig te brengen, was hiermede volkomen geslaagd.