Aruba is bezig groot te worden SCHATTEN VAN KUNST EN OUDHEID IN DE EEUWIGE STAD TOEN SARINDA HET „AVE MARIA" ZONG Frankrijk eert Nederlandse gesneuvelden Amerikaanse Katholieken zijn onaangenaam verrast Vijf dagen naar Rome (V, slot) Grepen uit de geschiedenis Rome kan niet zonder de Paus Wereldroem in Vaticaanstad Het moderniseert zich en werkt hard Prins Bernhard werd er hartelijk ontvangen /r Over einde Missie hij het Vaticaan Kampements ervaring J Een grootse manifestatie WOENSDAG 1 FEBRUARI 1950 PAGINA 3 (Van onze hoofdredacteur) EEN BEZOEK AAN ROME kan, hoe vluchtig ook, niet volledig zijn, indien wij niet althans iets komen te zien van de schatten van kunst en oudheid in de Eeuwige Stad. Maar ook niet, als men niet iets in herinnering roept van de historie van het Grote Rome, dat in meer dan in één opzicht „niet zonder de Paus kan". Dat bleek in de bewogen en vaak-pijnlijke jaren, dat de Paus zetelde in Avignon, dat blijkt uit de invloed, die het Christendom met de Pausen op de gehele maatschappelijke ontwikkeling van de stad heeft gehad, niet het minst op het gebied van de kunst. Niet alléén grotendeels wel alleréérst door de wijze, waar op grote kunstenaars de kerken hebben versierd, van binnen en van buiten, maar ook door de cultivering van schatten der An tieken, van de vroeg-christelijke en de latere moderne kunsten. wie het niet weten mocht, kan het nu vernemen: zij is geen privilege natuurlijk niet van de bevoor rechten, die naar Rome kunnen gaan. Na dit jaar is de Jubileum aflaat van het Heilig Jaar door iedereen in alle landen te verdienen. De K.L.M. heeft ons Woensdag morgen vroeg weer veilig terugge bracht, met de „Convair". Een prachtige vlucht, tussen acht en twee uur. Schone vergezichten op de groene velden van Italië, de sneeuwwitte alpen van Zwitserland, een merkwaardige vlucht tussen 't staalblauwe uitspansel en het ge sloten dek van witte wolken. In Ge neve zouden wij een tussenlanding maken, maar de gladheid van het vliegveld deed de piloot besluiten, door te vliegen naar Zurich. Daar hadden wij een goed half uur opont houd. Toen linea recta op Amster dam aan, hoog over de landouwen van Nederland en de huizen van on ze steden en stadjes. Thuis en weer veilig. Hulde en dank aan de K.L.M. In vele gevallen is er zoveel ijs in de rivieren, dat het overzetten per pont onmogelijk is geworden, terwijl het ijs ook niet goed is om zich er wandelend overheen te begeven. Een roeibootje is dan vaak de enige oplossing. De pontveerbaas te Olst, die heus geen achttien meer is, zet op het ogenblik ook zijn klanten per roeiboot over Wanneer er maar één passagier aan boord is, moet hij die koude tocht naar de overkant voor het luttele bedrag van drie cent maken. (Van onze speciale verslaggever) De Engelenburg, het toevluchtsoord der Pausen in de geschie denis van Rome. Op de achtergrond de Sint Pieter. Rome, men weet het, is gebouwd op zeven heuvelen. Wij hebben van twee dezer, van de Palatijnse en van de Janunculus, vergezichten over Rome aanschouwd en men komt er diep van onder de indruk. Wij heb ben de oude ruïnen gezien, de Fo rums en de Thermen (baden), graf tomben en resten van de antieke waterleidingen, resten van muren, het Colosseum, en zoveel andere oude souvenirs van de oude Repu bliek en van het 72 jaar vóór Chris tus gestichte Keizerrijk, dat een tijd van bloei en zeldzame verfijning en heidendse cultuur inluidde. Oude souvenirs en weemoedige herinne ringen, op de martelplaatsen, als de nog zó belangrijke resten van het enorme Colosseum, de arena, waar zovelen van de besten gemarteld zijn. Zoals Ignatius van Antiochiö in het Colosseum en Petrus, die ge kruist werd in het circus van Nero, vlak bij de plaats, waar nu de Sint Pieter staat, en waar het kerkhof Campo Santo gelegen is, met het graf van mgr. dr. Schaepman. Het Forum Romanum, middel punt van het staatkundige en reli gieuze leven van het oude Rome, waar Cicero zijn beroemde woorden sprak, heeft ons teruggevoerd tot in het diepe en verre verleden, waar in de Griekse en Syrische kunsten zich uitleefden, ook in de prachtige Thermen, waarvan de resten nog luide spreken. Zoals zij ook spreken van het bloed der Martelaren, die in de Catacomben hun laatste rust plaats vonden. Rampen zonder tal hebben Rome in zijn meer dan tweeduizendjarige en veelbewogen historie geteisterd. Wij worden herinnerd aan het tijd perk dat de Paus eens Koning van Rome was, dat de Kerkelijke Staat werd gesticht, die later weer ten onder ging. Wij hebben de Engelen burg gezien, dit enorm-sterke toe vluchtsoord van verscheidene Pau sen, de Engelenburg, die Paus Bo- nifacius IX met het Vaticaan ver bond en waar Clement de Vile zich veilig stelde voor de aanstormende Duitse horden, toen al Zo zien wij het Rome van nu als de stad der imponerende en indruk wekkende tegenstellingen. En altijd trekken wij weer naar het centrale middelpunt of gaan onze gedachten daarheen, naar de Sint Pieter en naar het Vaticaan, de plaats waar de Paus woont en werkt en bidt en zegent, soms, gelijk bij plechtige ge legenheden, vanaf de ..Loggia" Urbi et Orbi, de Stad en de Wereld, de Paus, die in de geschiedenis (Avig non) wel zonder Rome bleek te kunnen, maar Rome kon niet zonder de Pausen Ook van ons wedervaren in de Vaticaanse Musea kunnen wij uiter aard maar summier iets vertellen. Overweldigend is ook hier slechts het woord, dat zwakjes aanduidt, wat te bewonderen valt. De kunst en het vele schoons van de oudheid, dat als het ware een apostolische taal spreekt, gelijk Paus Sixtus V in de 16de eeuw kon getuigen, dat het hei dendom door het christendom is overwonnen, als teken waarvan hij monumenten en obelisken liet kro nen met het kruis en andere chris telijke ornamenten, om er de hei dense tekenen door te vervangen. De grote kunstenaars, die in het antieke Rome en in het latere chris telijke Rome paleizen hebben ge bouwd en prachtige parken en sier- tuinen en grootse pleinen met wijdse fonteinen, hebben de stad een we reldvermaardheid bezorgd, die wel nog wordt overtroffen door de schatten aan schilder- en beeld bouwkunst en., welke in de Vati caanse Musea wordt bewaard, met een eerbied voor het grootse verle den en het machtige moderne, die bwijst welk een bron van weten schap en cultuur door de Pausen is en wordt bewaard. In de z.g. Pinacotheek bewonde ren wij de klassieke beelden, de stukken van Egyptische kunst, de vondsten uit Eturië, kostbare ge schenken voor de Pausen en ontel bare oud-christelijke kunstvoorwer pen. Beroemde fresco's, het rijke appartement Brogia", de stanzen (zalen) en loggia's van Raphael. Grote geesten als fra Angelico, Ra phael, Da Vinco, Michel Angelo, hebben hier en met name in de Six tijnse kapel ook, hnn grote gaven en begenadigde talenten in dienst van de door de Kerk beschermde en gesteunde kunst gesteld. In de grote zaal van Raphaël treft ons de Kroning van Maria, de Ma donna di Foligno en de Transfigu ratie. Een prachtig schilderij is de H. Communie van de H. Hyronimus van Domenechino. En dan als een grote sprong noemen wij de we reldvermaarde beeldengroep van Laocöon, een beroemd stuk uit de verzameling van de meest-belang- rijke Vaticaanse stukken. (Laocöon, de Trojaanse priester, met zijn zonen worstelend met de slang, die uit wraak op hem was afgezonden.) De Griekse vazen in het Etrurisch Museum, de beroemde handschriften uit Pauselijke verzamelingen en nog zoveel meer, trekt in de enorme zalen-phalanx aan ons voorbij. In de vermaarde zalen van Raphaël zien wij enorme schilderstukken, o.a. de brand van de Borgo, stadswijk, ge blust door de zegen, die de Paus vanaf de loggia van de oude Sint Pieter gaf. De beroemde ,,Disputa" van Raphaël wekt een openbaring van kleur en ontroerende schoon heid. De School van Athene, de grote stukken in de zaal van Con- stantijn, de christen geworden kei zer uit de vierde eeuw met de hoofd momenten uit zijn leven, de dertien bijbelse taferelen in de loggia van Raphaël, en de ons bijzonder tref fende grote schilderij van de Mar telaren van Gorcum, het is all.es zoveel, dat het nauwelijks of niet in een korte spannen tijds naar waarde verwerkt kan worden. En dan nogde Sixtijnse Kapel! In 1473 gesticht door Paus Sixtus de IVe en waar de Paus nu nog bij belangrijke gelegenheden de H. Mis opdraagt. Versierd en gevuld „met de kostbaarste kunstwerken van de gehele wereld". Wie heeft nooit ge hoord van de beroemde plafondschil deringen van Michel Angelo, waar dit genie drie jaar aan gewerkt heeft? Het enorme, vermaarde Laat ste Oordeel van dezelfde en talrijke andere schilderingen van verschil lende meesters, o.a. een reeks voor stellen van 't Oude en 't Nieuwe Testament, verblinden ons en zijn waarlijk oorzaak, dat wij ogen tekort hebben om alles te zien, zoals het waard is gezien te worden. En nu beëindigen wij voorlopig onze reeks van reportages van deze schone en onvergetelijke reis. Voorlopig. Want in de komende weken en maanden zal er, bij diverse belangrijke gebeurtenissen van het Heilig Jaar, nog wel meer dan eens gelegenheid zijn terug te grijpen op de schat van gegevens en herinne ringen, welke ons op deze kostelijke tocht geschonken zijn. De lezer moge iets hebben meegenomen van het mooie en belangrijke, dat een ver blijf in Rome, hoe kort ook, vooral in dit H. Jaar, aan het mensdom geeft. Millioenen zullen naar Rome gaan, vele andere millioenen zullen slechts van uit de verte de grote dagen en plechtigheden kunnen mee vieren. De krant zal, met medewer king van speciale verslaggevers, die in Rome verblijven, van alle belang rijke gebeurtenissen uitvoerig be richten. En wat de aflaat betreft: ARUBA, Jon. Terwijl een geloei en gefluit weerklonk als op een Oudejaarsnacht in Nederland, waarin alle sirenes en stoom fluitjes zich mengden, reed Dinsdag Prins Bernhard een van de merkwaardigste plekjes van de Antillen binnen: de Lago Olie maatschappij. Deze Amerikaanse maatschappij, die de werkge- ver is van ongeveer de helft van het gehele eiland, is zo typisch Amerikaans, dat men, van Curagao komend, er onmiddellijk de sfeer proeft, die over het gehele eiland doorwerkt. Enige tien tallen jaren geleden zijn hier enkele oliedeskundigen gekomen, om er een opslagplaats voor het ruwe product dat uit het nabije Venezuela wordt aangevoerd, te maken. Aan de andere kant van het eiland was reeds de Arend Petroleum Mij. gevestigd, een dochtermaatschappij van het Shell-concern. De Amerikanen pakten hun Arubaans bedrijf echter veel imposanter aan. Het is thans op een na het grootste van de gehele wereld en men kan nagaan wat dit voor de Nederlandse Antillen betekent. log voor de haven van de oliemaat schappij een Duitse duikboot geko men, die de brutaliteit heeft gehad even vier zwaar beladen tanksche pen te torpederen en daarna uit het water te voorschijn te komen en met zijn geschut een paar granaten midden in het woud van tanks, torens en pijpleidingen te jagen. Dit is echter zeker het meest schrik wekkende ogenblik in het leven der Arubanen geweest. Voor de rest Wanneer menzo iets bereikt heeft dan is bij een gelegenheid als deze van het Prinselijk bezoek, ,,big show" wel gerechtvaardigd. Er stonden dan ook een vijfduizend arbeiders over een lengte van en kele kilometers opgesteld, die een levende haag vormden, waardoor heen de prins met zijn gevolg in 'n lange rij auto's als een triomfator werd binnengeleid. Over het gehele terrein hingen de slierten oliedamp en smook, waarin dit deel van het Rijk der Nederlanden permanent gehuld is. Daarin stonden die vijf duizend werkers, waaronder men zoveel nationaliteiten en rassen zag, dat de Verenigde Naties er geen slecht figuur mee zouden maken: lange slanke negers en diepbruine Arubanen, die van Indiaanse af komst zijn en die de ogen van een Boeddhabeeld hebben. West-Indiërs Javanen, Chinezen van Shanghai en Japanners van Nagasaki en Tokio, Europeanen en Amerikanen, Een voudige mensen, die het wel aardig vonden en critische, die er 't hunne van dachten. Er waren er die spon taan lachten en „cheerio" riepen en er waren er, die als wijlen Winne- tou, het hoofd der Apachen op deze stoet uit een verre hoogte neerzagen Men zag er pikzwart kroeshaar en vuile petten, naast stalen helmen zoals de geallieerden die in de oor log gebruikten. Maar men had met een gerust hart het lef al deze man nen met werkhanden hard als leer, daar van de ingang tot het pleintje waar de kinderen met Amerikaanse tongval hun Wilhelmus zongen, neer te zetten. Men was er zeker van, dat de prins goed ontvangen zou wor den. Hoe kon het ook anders op Aruba.'Eens is er tijdens de oor zien zij slechts zon, lichtgroene en blauwe golven, hun koele openge- bouwde huizen, waar de passaat doorheen waait, hoge lanen en zo veel vertier als maar bedacht kan worden om hen duidelijk te maken, dat zij voor him maatschappij de beste bezitting vertegenwoordigen. De raffinaderij, die per dag 400.000 ton ruwe olie verwerkt, heeft, teza men met de Arend Petroleum Maat schappij, een klein bedrijf van de Koninklijke Shell, van Aruba op slag een welvarend eiland gemaakt. Een halve eeuw geleden wist nie mand van Aruba af. Er woonden niet meer dan 30 Nederlanders en de bewoners dronken hun armoede weg met de rumfles. Thans ziet men er keurige asfaltwegen, modern comfort, een haven die met milli oenen wordt aangelegd en 'n groei end aantal vooruitstrevende zaken mensen, die het tegen de Curagaoe- naars opnemen. Zij willen toerisme, zij bouwen een casino en exploi teren een Palmbeach, zij zijn een goudexploitatie begonnen en een cementindustrie. De K.L.M. is er be zig met de bouw van een groot nieuw station, dat een belangrijk onderdeel van haar West-Indisch bedrijf zal worden. Scholen en zie kenhuizen zijn er en de missionaris sen, de paters Dominicanen, begin nen wat optimistischer te worden wat de ingekankerde gewoonte van de rumfles betreft. Men is_ echter eerder rijk dan dat men zoiets af leert. Maar Aruba is bezig groot te worden, al is 't maar 180 km. in het vierkant. Curacao moet op zijn zaak gaan passen. (Nadruk verboden) Wanneer de avond over desa Ngen- tak viel en Wiro, die voorganger in het gebed is, had opgeroepen tot het dankgebed, als de stampers schoon- geschuurd op de padiblokken lagen, en de olielichtjes ontstoken werden, dan begon Siranda zacht haar droevige, Javaanse liedjes te zingen. De patrouilles, die ook door de desa van Siranda gingen, om de mensen in de kleine huisjes te be veiligen, bleven niet staan om te luisteren naar die kleine Javaanse nachtegaal, die met haar stemmetje bad en smeekte. Van haar liedjes kreeg je altijd zulke huiveringen. Ze spraken zo tot je, hoewel de woor den onbegrepen bleven. Daarom gingen we sneller door om aan dat vreemde gevoel te ontkomen (Van onze correspondent) New York, 20 Januari Het bericht dat president Truman onmiddellijk nadat hij het ont slag had aanvaard van zijn persoon lijke vertegenwoordiger bij de Hei lige Stoel, Myron Taylor Taylor's assistent te Rome liet terugroepen voor consultaties, is voor Amerika's 26 millioen Katholieken een onaan gename verrassing geweest. Frank lin D. Gowan, Taylor's assistent, was een beroepsdiplomaat van het Het vliegveld bij Zürich, waar wij op de terugweg een landing maakten, om passagiers uit te laten en benzine in te nemen. State Department, die geruime tijd aan deze missie was toegevoegd. President Truman heeft de vraag, of de V.S. diplomatieke betrekkin gen met Vaticaanstad zou blijven onderhouden, in de schoot van het State Department geworpen. Maar in verschillende kringen was men van oordeel, dat gezien de prece denten de bestudering van dit vraagstuk door hiet State Depart ment er vermoedelijk toe zou lei den, dat de Amerikaanse missie bij de Heilige Stoel zou worden geslo ten. Een permanente diplomatieke vertegenwoordiging van de V.S. bij het Vaticaan heeft niet plaats ge vonden sedert Amerika's burger oorlog, toen een dwars Congres de desbetreffende begrotingspost schrapte. Pogingen om deze toe stand te veranderen leden schip breuk ten gevolge van de Pro testantse meerderheid, die zich voortdurend ook nu nog op het principe vun de splitsing tussen Kerk en Staat blijft stellen. Zowel in het begin van deze eeuw. als in het begin van de laat ste oorlog deed zich bij de Ameri kaanse presidenten de behoefte ge voelen voor een persoonlijk contact met het Vaticaan. De beide Roose- velts. Theodore en Franklin, kon den onder die omstandigheden niet anders doen dan een persoonlijke vertegenwoordiger te zenden Gedurende de laatste maanden is er van niet-Katholieke zijde veel pressie op president Truman uitge oefend om de bijna tien jaar lange missie van Myron Taylor te be ëindigen. President Truman zou vertelaard hebben, dat het Ameri kaans politiek beleid er naar zou streven de persoonlijke vertegen woordiger terug te roepen na het sluiten van het vredesverdrag. Het hielp echter niet, ai liep je nog zo vlug. Aan Siranda was niet te ontkomen. Je liep wat sneller, praatte luider en drukker, maar boven alles uit klonk steeds die zachte stem van Siranda. het desa meisje. Het was vreemd, in die wereld van modder, die de desa vaak was, zo'n zilveren geluid te horen. Mis schien gingen de meeste jongens daarom liever niet door Siranda's desa heen. Er stormden dan zoveel dingen op je aan, je ging zo licht worden ais die liedjes door de stilte zweefden. Zelfs de natuur scheen soms onder de indruk te zijn. De krekels waren vaak stil, als Siranda zong en de tokeh en de bruikikvors lieten hun onbeschaamde geluid niet meer horen. Je moest denken of je wilde of niet. Er was altijd van al lerlei in je gedachten. Daarom was het zo moeilijk naar de zoete wijs jes te luisteren. Enkelen waren er, die het aan durfden te luisteren en te denken, terwijl Siranda zong. Ze zaten dan stil-luisterend op het padiblok voor haar deur. Siranda zong het liefst als ze alleen was, daarom gingen die luisteraars er altijd heel stil heen. Op een avond werden ze ontdekt door het meisje. Ze was er niet boos om, dat de jongens haar hadden be spied. O, neen, ze was dankbaar, dat ze iets kon weergeven aan die soldaten. Ze praatte vriendelijk met hen en gaf ze koffie-toebroek. Zo kwam Ben Roorda op het idee haar een paar andere liedjes te leren. Kleine, simpele liedjes, waarvan Sastro zei, dat hij de woorden niet begreep. En Siranda kreeg zangles van Ben. Ze leerde gemakkelijk en snel. Eerst eenvoudige kinderliedjes, maar later ook moeilijker stukjes. Na drie maanden kon ze een Duits stukje zingen: het Ave Maria van Schubert. De woorden kon ze bijna niet uit spreken, maar aan haar luisteraars uit het kampement zag ze. dat ze de melodie wel goed kende. Ze spande Zieh erg in, om het goed te doen en daarom gaf het niet, dat haar uitspraak zo slecht was. Ze zong wel erg eenvoudig, Siranda. Op een late avond, tegen Kersttijd, hebben ze haar meegenomen naar 't kampement. Ben had het alles ge arrangeerd. Hij zou haar, wanneer iedereen al op bed lag, voor het raam van de kamer laten zingen. Het was doodstil in de slaapzaal, toen Siranda nog wat verlegen de eerste maten zong. Hef klonk ook zo onzegbaar zacht en teer in die ruimte, waar men niet anders ge wend was dan schorre en luide Hai- baberibah's. Siranda's stem leek op een zuchtje, dat zacht door de kamer gleed. Voor het raam zagen we haar A r r a s, 16 Januari 1950 Het was een droevige morgen. Trage regenbuien vielen sinds enige dagen, de één na de ander, meegevoerd door een vochtige, kille wind. Ik stelde mij vóór, dat er niet veel belangstelling zou zijn enkele Hollanders uit de omgeving, anderen uit het vader land overgekomen om de stoffe lijke resten af te halen en voor de rest enige nieuwsgierigen rondom wat militair vertoon Ce est tout). Dit is de voorstelling, die ik bij voorbaat had van deze plechtigheid, ondanks het keurig programma. In Arras aangekomen, kwam een fikse regenbui deze indruk nog wat versterken. En dan.... een blauwe hemel en 't zonnetje begon de natte straten en daken allervriendelijkst te beschijnen. Het was tegen 2 uur dat ik mij naar het Heldenplein begaf, waar de plechtigheid zou plaats vinden. Links en rechts liep een haastige menigte, mannen, jonge meisjes, kinderen, in één richting voort sommigen op een drafje ongetwijfeld naar kan toor, werkplaats of school, dacht ik. En zo kwam ik aan op het enorme plein waarvan de rechthoekige lijnen veel met de afmetingen van een doodkist overeenkomen. Wat een ogenblik! Rondom langs de lange huizenrijen een zwarte haag van toe schouwers. Juist arriveerde de Fran se legeraalmoezenier, l'abbé Prince; samen bestegen we, in gezelschap van enige officieren, de eretribune, vanwaar we alles prachtig konden volgen. Op een lange rij stonden de lijk kisten opgesteld, 37 in getal, waarin de resten van 46 Nederlandse avia- teurs, soldaten en zeelieden waren opgeborgen omgord met de lange driekleurige band rood-wit-biauw, die omgekeerd de Franse na tionale kleuren vertegenwoordi gen!, waarachter een compagnie soldaten van het 43e regiment Infanterie, opgesteld in c-retenuemet witte handschoenen en slobkousen. Maar wat een buitengewoon stuk historie maakte zich hier op dit ogenblik los van de eeuwenoude ge schiedenis uit de tijd dat Arres nog een belangrijke Nederlandse stad was het voormalige Atrecht, waar Nederlands werd gesproken tot on geveer de 12e eeuw taal die nog in menige familienaam is blijven doorklinken. Dit enorme plein om lijst met de Spaanse rond toelopende huizengevels, waarvan we er nog zovelen in onze oude steden aan treffen. En dan vooral de statige stadstoren met zijn vergulde Vlaam se leeuw, die zich moedig opricht boven op een reusachtige kroon in dit land, dat van geen koningskroon wil weten. Met het stadhuis, opge bouwd en herbouwd na de verwoes ting van de eerste wereldoorlog in Middeleeuws Vlaamse stijl, met zijn klokkespel als een verdwaalde voor post van oud-groot-Nederland, dat zingt van een verleden, dat voor al tijd voorbij schijnt te zijn. Mijn ogen zoeken tevergeefs naar de Nederlandse driekleur op het Stadhuis, waar twee bundels vlaggen heel broederlijk de afschuwelijk rode Russische vlag omkransen tot ik hem eindelijk gevonden heb een grote Nederlandse vlag, geheel al leen boven de hoofdingang. Een hele soontje. Abbé C. Bijman, een Ne derlandse priester in Frank rijk, was ooggetuige van de wijze waarop de Fransen eer bewezen aan de Neder landers, die tijdens de oorlog in Frankrijk werden begra ven. De Abbé zond ons bijgaand verslag over de plechtigheid, waarmede de stoffelijke resten uitgeleide werden gedaan om in het vaderland een laatste rust plaats te vinden. rij vaandels van oudstrijders, onder- grondsen enz. stond opgesteld rond om de stoffelijke resten. Maar daar komt statig een rij auto's aangereden, voorafgegaan door gemotoriseerde politie op hun van nieuwigheid knappende machi nes. De aankomst van de hoge auto riteiten de Nederlandse Ambassa deur nr. Baron W. van Boetzelaer, de Préfect van het departement, enige Franse en Nederlandse gene raals en kolonels en verschillende vertegenwoordigers van andere na ties, stegen uit. Langzaam schreden ze voort langs de lijkbaren, om zich vervolgens naar de eretribune te begeven. Het was een schitterend gezelschap, waarbij de rode banden van de kepi's van de Nederlanders geen onaardige indruk maakten. De wapens werden gepresenteerd en de militaire muziek speelde de treurmars. Meerdere prachtige kran sen werden tegen de lijkbaren aan gezet. Vervolgens nam de vertegenwoor diger van de Minister van Oud strijders het woord. In mooi gekozen woorden prees hij Nederland voor het afscheid, gegeven aan de 120 Franse gesneuvelden inTlederlandte Roosendaal. Hij bracht hulde aan de families van de Nederlandse helden, gevallen op Franse bodem. Vervolgens kwam het woord aan onze Nederlandse Ambassadeur te Parijs. In keurig Frans nam Z.Exc. afscheid, van de gevallen helden en sprak zijn vertrouwen uit, dat het gemeenschappelijk offer, gebracht door onze beide landen, ons voor altijd verenigd houden. Z.Exc. ein digde met een woord van dank aan de Franse regering en aan de ge meenteraad van Arres voor al haar goede zorgen. De rede van onze Ambassadeur werd gevolgd door het Wilhelmus, uitgevoerd door het militaire mu ziekkorps van Arres. Ook de Mar seillaise werd niet vergeten. De plechtigheid werd besloten met een troependéfilé, die een grootse indruk achterliet aan deze ontroe rende plechtigheid, die hiermee een einde nam, ,,Hoe vond U het Wilhelmus", vroeg ik aan een officier naast mij. C'est beau" zei hij eenvoudigweg, maar het was gemeend. Later kreeg ik nog meerdere malen de gelegen heid de indrukken van de toeschou wers te horen. „Maar er is nog meer volk dan met de 14e Juli" (de natio nale feestdag). „De Ambassadeur hoe statig met zijn hoge zijden wat 'n waar digheid" en hij deed hem na zoals hij de Ambassadeur had zien voort schrijden langs de lijkkisten. Ja, ik heb maar twee Hollanders herkend tussen al die duizenden, onze Ambassadeur en mijn per- Abbé C. BIJMAN. Tijdens een conferentie van de Nationale Luchtvaart Verbindin gen te Cleveland werd een machine voor luchtvaartverbindingen gedemonstreerd, waarbij het mogelijk is 28 stemmen op een magnetische papierband van nog geen 2 cm breed, op te nemen De ingenieur Al Denk en zijn assistente Laverne Popa demon streerden het toestel, dat het mogelijk maakt alle gesprekken tussen piloten en controle-torens op te nemen. Zo kunnen de onmiddellijke oorzaken van luchtrampen worden opgespoord wat tot veiliger luchtverkeer zal leiden. staan, een stil silhouet. Ze legde haar ziel in dit lied, waarvan ze voelde dat het ons aangreep. En ze zong zo ongekunsteld, dit kind van Java. „O Jungfrau, sieh der Jungfrau Sorgen, o Mutter, hor' ein bittend Kind Haar stemmetje zweeg. IJl en zacht had ze de laatste noten aangehou den, tot ze vervluchtigden in de grote kamer en in ons. Er kraakte even een bed. Iemand zuchtte Ben's binnenkomen verbrak de betovering. Er ging een beweging van ontwaken door de kamer. Hij die opgericht had geluisterd, ging weer liggen, er kuchte er een, iemand zei wel tienmaal „Jajaja" en zweeg. Toen klonk uit de klamboe van Verschuren een schorre stem, die riep: „Nieuwe plaat, maar nou In the Mood!" Daarmee was het weer normaal geworden in de slaapzaal, waar ve len even hadden moeten slikken. „En nou: In the Mood!", maar weinigen wisten, dat hij moeite had met zijn tranen TOM KOOPMAN SAARGEBIED-FRANKRIJK

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1950 | | pagina 3