Misdaad dwong tot capitulatie
toen parachutisten vastliepen
De enige stelling, waarvoor de Duitser
uit de weg ging
De driekleur bleef vijf jaar in top!
ktberichten
raagt
EHANGSELS
HET KORNWERDERZ
ROTTERDAM
Vooruitziende blik
van Waterstaat
AAN DE GREBBE
„Blitzkrieg'1 dreigde aan de Nieuwe Maas
te stranden
10 Mei 1940: Oorlogook op de wereldzeeën
Plichtsbetrachting was de beste
eigenschap van Marinemannen
WOENSDAG 10 MEI 1950 PAGINA 3
ERWACHTING
dor het K.N.M.I. te
van Woensdagavond
avond.
BEWOLKING
net weinig bewolking
tige noord-oostel(jke
:r dezelfde tempera-
laag.
Ikom thuis
1RWOUDE. Deze
feest bjj de fam. de
e Koestraat waar Ivo
tand weerkeerde uit
Ikom Ivo.
P. longeren
- Onder gTote belang-
derde de Jongeren
in café Grasboer.
ijkste agendapunt was
n een geheel nieuw
•eerst werd de leden-
i verschillende nieuwe
•even. Het totaal aan-
hierdoor gebracht op
stuursverkiezing be-
olgende personen een
rheid: Jac. Noë. Jac.
assen, Gre van Straa-
i.bels, de laatste is de
et oude bestuur. Bij
vap een voorzitter
heer Jac. Noë een
;rderheid.
'gevaardigde van de
ing, onder wiens lei-
dering stond, werd het
ar geïnstalleerd,
ic Noë dankte nu op
de namens de overige
bestuur, voor het in
vertrouwen.
der bevolking
AS Geboren:
M. Visser en M. Mooij.
K. Kroon 29 J. en M.
Smit 33 j. en G. Goe-
d; J. Smit. wonende
en G. Goesinne. P.
Zekveld, wonende te
igenaar, wonende te
Pauw.
AS Ingekomen:
kind van Zweelo naar
39. M. Jansen, echtgen.
tie, v. Alkmaar n. Bo
il. C. Roosloot, v. Ber-
Bovenweg 182.
C. Zeegers en gezin
225b n. Koedijk. M.
lenweg 21 n. Langedijk.
v. Bovenweg 259 naar
v.d. Molen-Plugboer v.
0b n. Amerika. M.
d. Vijzellaan 220e naar
G. Goesinne v. Achter-
Ukmaar. G. Jonker v.
3A n. Oude Niedorp.
MET VIER POTEN
I SCHOORL
Men verzocht ons
eens te komen zien
onderlijke speling der
le heer F. de Vries was
lit het ei gekomen, dat
was van vier poten.
L kuiken heeft zijn po-
achterlijf, doch deze
aten voor aan het li-
ree geheel achteraan bij
ielke laatste twee van
aan elkaar waren ge
was nog niet alles. De
vorm van een uil; de
•ooruit gericht. Het was
het kuiken maar en
kken leefde: het zou 'n
kip zijn geworden.
IC BESTAAN VAN
IJ VAN EGMOND
Het ligt in het
van geestelijke en
autoriteiten om op 24
ook de gemeente Eg-
a in te schakelen bij
re intocht van de op
'ijde abt Dom Andries-
i zal er een pontificale
door de abt van Eg-
Adalbertus-akker wor-
igen, welke zal worden
door meerdere kerke-
ereldlijke hoogwaardig-
:rs.
dig zullen huis aan nuis
vorden bezorgd, waarin
'delingen zullen worden
I
- 11 koeien 650—850;
550; 9 schapen 7°—
en 50—70; 52 kalveren
END. 9 Mei 1950.
100 kipeieren f 1112.
eneieren 6,757.
totaal 987 stuks. 191
en f 2.15—2,75 p. kg,
Geldekoeien f 750725,
Melkkoeien 6501025,
'inken f 230—425, stug!
675—1800, kalm; Nuch-
en v. d. sl. f 3680,
<k. f 50—110, goed; 217
ns v. d. slacht f 1,48—
stug; Magere varkens
ilm; 1019 biggen f 25—
95 schapen, (weiderij)
;oed: (fokkerij) f 80—
74 Lammeren f 3855,
ukken en geiten f l®"""
18 Paarden f 500—700,
zeugen f 225385 p. st.
bnijnen f 1,007,50.
behanger
(Advertentie»
HERINNERINGEN AAN DE MEI DAGEN VAN 1940
ONGEVEER vier kilometer uit de Friese kust liggen in de Af
sluitdijk de spuisluizen van het Kornwerderzand. 'n Kleine
onregelmatigheid in de eentonige rechtheid van de dijk. Voor
en achter de sluizen enige pieren, die in Waddenzee en Ijsel-
meer uitsteken, 'n Paar houten gebouwtjes.
Een Duitse vliegtuigbom nam uit de hoek van deze kazemat
een hap gewapend beton mee. Er was echter materiaal aanwezig
voor reparatie en de beschadiging hoewel op 't eerste gezicht
aanzienlijk viel erg mee. De kern van de kazemat werd
niet aangetast.
Dat was niet alles.' Want toen de
dijk aangelegd werd, hebben de
hoogmogenden begrepen, dat hier
in geval van een invasie uit het
Oosten een unieke gelegenihed be
stond om de aanvaller tegen te hou
den. Zo legde Waterstaat niet
Defensie! hier een stelling aan
van 17 kazematten. Het waren goe
de kazematten, die zeventien en zij
zouden niet, zoals elders, verkrui
melen onder de voltreffers van het
Duitse geschut en van de Luftwaffe.
Toen de oorlog kwam over Ne
derland, waren de kazematten be
mand door kustartillerie en door
infanteristen van het zestiende en
een en twintigste regiment. Zij
hadden de beschikking over pant-
serdoorborend geschut van 5 cm
on over zware mitrailleurs. Lt. ter
Zee 2de kl W, J. E IJzereef com
mandeerde de artillerie, kapitein C.
F. J. Boers, die later in de illegale
strijd zou sneuvelen, had het com
mando over het geheel. De kaze
matten, die zowel op de pieren vóór
als achter de sluizen stonden opge
steld, waren berekend op aanvallen
met zware bommen en stevig ge
fundeerd. Het bleek in het begin
van de oorlog een taktiek der Duit
sers om b-v. in Polen bommen vlak
naast de kazematten te werpen,
waardoor deze met bediening en al
van hun voetstuk werden geslin
gerd. Dit kon aan het Kornwerder
zand niet gebeuren.
Be Duitsers bezetten
Noordelijke provincies
Toen de Duitser in de ochtend
van de 10e Mei de noordelijke pro
vincies binnenrukte, vond hij daar
weinig tegenstand. De territoriale
troepen bliezen de bruggen op en
trokken zich de vijandelijke op
mars vertragend terug naar de
afsluitdijk. Vrijdagavond kwam de
bevelhebber van groep Noord ai
over de dijk naar de vesting van
Den Helder om op vastgestelde
plaatsen in Noord-Holland z'n troe
pen te verzamelen. De Duitsers be
reikten op 11 Mei Franeker en Har-
lingen en drongen op naar oe dijk.
Voor de dijk lag echter nog de uit
zandzakken en graszoden opge
bouwde Wonsstelling. De troepen
uit deze stelling evacueerden even
eens naar de overkant, soms op
vissersscheepjes vanuit Makkum.
anuit Friesland meldde zich een
uit vrijwilligers bestaande afdeling
luchtdoelgeschut van 2 cm, die ter
stond in de Kornwerderzandstelling
werd ingedeeld.
In deze stelling zelf was het nog
wij rustig gebleven. Aan de slui
zen en de draaibrug waren wat ver
nielingen toegebracht en enige ge
llouwen. die het terrein maar on
overzichtelijk maakten, werden ver
meld. De voorste stelling kreeg op
oe 12e Mei zijn eerste luchtaanval
maar zowel de afgeworpen bommen
als het afgegeven boordvuur richt
ten de minste schade aan. Duitse
afdelingen, die vanuit Staveren
trachtten over te steken, werden
«oor de oude, maar vinnige kanon
neerboten „Brinio" en „Frisio" on
derschept. Beide boten zijn later tot
zinken gebracht, de „Frisio" door
voltreffers bij de Afsluitdijk, de
Brinio" door de eigen bemanning
bil Enkhuizen. Aangezien het ge
vaar van een landing op de Noord-
Bollandse Usselmeerkust niet denk
beeldig was. werden de jonge de
póttroepen van het garnizoen Alk
maar naar het noordfremt van de
stelling Amsterdam, Purmerend en
omstreken gedirigeerd.
„Frisch tmd fröhlich" de dood
tegemoet.
Op Maandagmiddag werd het
menens in het Kornwerderzand.
Eerst kwamen de vliegtuigen, die
een hevig vuur tegemoet gezonden
kregen, afgegeven door de lucht
doelbatterij en door de mitrailleurs
der infanterie, die zonder vrees de
open opstellingen bezet hield. Daar
na legde de Duitse artillerie een
spervuur op de stelling; de uit
werking van dit 8 cm geschut was
zo gering, dat het zelfvertrouwen
der verdedigers een enorme sprong
omhoog maakte. Uitkijkposten kon
den de opstellingen der Duitsers
waarnemen en zij gaven deze posi
ties telefonisch door aan Den Hel
der. Het commando in Den Helder
seinde de verkregen inlichtingen
over naar de „Johan Maurits van
Nassau", die op 7 km afstand met
rokende kanonnen op de Wadden
zee lag en het ene salvo na het
andere in de Duitse opstellingen
joeg. Van samenwerking gespro
ken!
Plotseling kwam daar een Duitse
colonne van verscheidene honder
den soldaten over de open dijk
opgerukt. Het was een volkomen
waanzinnige onderneming. De ver
dediging wachtte rustig tot de troep
zo dichtbij was, dat niemand meer
zou kunnen ontsnappen. Toen werd
geschut- en machinegeweervuur op
de ongedekte colonne gelegd. Zij
werd vernietigd.
Tijdens het vuren raakte aan een
der kazematten een luik defect,
waardoor niet meer gevuurd kon
worden. De soldaten J. Smit uit
Wieringen en W. Pronk uit Den
Helder, twee glas-harde kerels, na
men een hamer, gingen naar buiten
en sloegen in alle gemoedsrust het
luik eraf. Zij keerden weer onge
deerd terug. Gedurende alle vijf
gevechtsdagen trouwens, is maar
één man en dan nog licht ge
wond geraakt.
De nacht bleef rustig. Een kleine
Duitse stoottroep, die 's nachts
trachtte door te dringen, werd op
gemerkt en moest voor het Hol
landse vuur °P de vlucht. Een Duit
ser kwam hierbij op een mijnen-
drempel terecht en werd gedood.
De Dinsdag opende met een artil
leriebeschieting, die weldra werd
beëindigd door het ingrijpen van
de „Johan Maurits", die door zijn
kanonnen van 15 cm korte metten
Hüv -
maakte met de Duitse plannen.
Hoewel de schieterij natuurlijk het
nodige lawaai opleverde, was de
stemming in de kazematten zeer
opgewekt. De morgenkoffie lieten
de jongens er niet voor staan en
zelfs toen later de bommenwerpers
kwamen om eindelijk af te rekenen
met het vervloekte Hollandse weer
standsnest, dat nu al dagen de hele
noordelijke legergroep ophield,
maakte niemand zich ongerust.
Slechts van één kazemat werd een
hoek afgeschampt, maar aangezien
materiaal voor een nachtelijke repa
ratie aanwezig was, mocht deze be
schadiging de pret niet drukken.
De electrische verlichtng bleef
functionneren en zelfs de onder
linge telefoonverbinding. Zo zag een
der posten voor de kazemat van een
collega een zware bom inslaan.
„Hé," riep hü door de telefoon, „je
mag wel eens naar buiten kijken.
Ik geloof, dat ze je grasveldje een
beetje aan het bijknippen zijn
Er werden van Duitse zijde geen
pogingen meer gedaan de dijk over
te steken. Voor dit handjevol Hol
landers, hier tenminste voorzien van
behoorlijk materiaal, gingen divisies
uit de weg.
Tegen de avond kwam de
stem van een zenuwachtige
telefonist door: „Bezetting van
alle kazematten: met de wapens
buiten aantreden." Hoewel ver
wonderd en niet vrij van ach
terdocht werd aan het bevel
voldaan. Een stormloop? Terug
trekken?
Het was de capitulatie. Zo
ongelooflijk klonk het bevel de
wapens neer te leggen, de man
nen in de oren, dat men som
migen bijna met geweld moest
ontwapenen. De stelling Korn
werderzand gaf zich geheel in
tact over aan een vijand, die
de bezetting stom-verbaasd zag
naderen. Ook voor de Duitser
was deze capitulatie een vol
komen verrassing.
Jhr. Mr. de Geer,
Minister-President
Generaal Winkelman: „Aan de
soldateneer is ten volle
voldaan".
In midden-Nederland kwam de
Duitse stoot hard aan. Niet overal
bleek de verdediging langs de
rivieren doeltreffend. Zo kon het
gebeuren, dat op de eerste oorlogs
dag, de 10de Mei 's middags om
kwart over drie de eerste vijan-
del-ke afdelingen Ede, vóór de
Grebbestelling hadden bereikt.
De Grebbelinie werd verdedigd
door twee Nederlandse legerkorp
sen, elk bestaande uit twee divi
sies. Het vierde legerkorps, gele
gerd van Woudenberg tot het
IJselmeer, had zelfs op de 11de
Mei nog geen contact met de vij
and gehad. Toen waren de, voor
posten van 8 R.I., oost van de
Gebbeberg, reeds geheel gevallen.
De volgende dag drongen Duitse
stoottroepen in de hoofdweer-
standsstrook van de Grebbe door;
's avonds was deze strook bij Rhe-
nen geheel in vijandelijke handen.
Tegenaanvallen lie^n aanvanke
lijk in eigen vuur vast en werden
later uiteengeslagen door de aan
vallen der Stuka's.
Het snelle voortrukken der
Duitsers werkte zeer deprimerend
op de troep. Dit was de eerste
kennismaking met de oorlog en
het valt niet te verwonderen, dat
de Nederlandse soldaat, op wiens
uitrusting en training altijd be
knibbeld werd, zich in geoefend
heid niet kon meten met de tegen
stander. Zo leerden onze troepen
eerst in het gevecht de waarde
kennen van camouflage. De Duit
sers waren meesters in deze kunst
en zij buitten dit voordeel terdege
uit. Zo was het met de bewape
ning, zo was het met de terrein-
vaardifheid. Bovendien was het
Duitse moreel door de reeds be
haalde successen zeer hoog een
niet te onderschatten voordeel.
Hoewel de luchtmacht hier met
haar 15 jaar oude machines nog
prima steunde en vooral in het
Noorden het oer-oude 6 cm.-
gesehut van 1880 uitstekend
werk verrichtte, moest in de mid
dag van Maandag 13 Mei, de te
rugtocht worden aanvaard. Be
schermd door duisternis en grond-
nevel kwamen de troepen zonder
gehinderd te zijn in de Vesting
Holland aan. Daar vernamen zij
Dinsdagmiddag tegen zes uur van
de capitulatie.
HITLER wist heel goed wat hij deed, toen hij xijn élite-troepen,
de 7de Divisie Valschermjagers en de Leibstandarte SS „Adolf
Hitier" voor de overval op Rotterdam bestemde. Een frontale
Duitse aanval zou immers vastgelopen zijn op de Afsluitdijk in
het noorden en in het midden van het land op de aan beide
zijden overschatte Waterlinie. De gecombineerde operatie te
Rotterdam moest de poort van Holland opengooien.
Dat het Duitse plan ook in Rot
terdam dreigde te stranden, was te
danken aan de buitengewone moed,
waarmee de Nederlandse troepen
zich daar ondanks hun gebrekkige
training en uitrusting hebben ge
weerd. De poort van Holland wilde
niet open; hij moest kapotgetrapt
worden. Dat deed tenslotte de
Luftwaffe. Toen Rotterdam ver
woest was, lag de vesting Holland
voor het grijpen.
Ongeveer op hetzelfde ogenblik,
dat een Duitse pantsertrein Olden-
zaal bezette 3 uur in de ochtend
van de 10de Mei 1940 en op pre
cies hetzelfde moment dat een co
lonne Duitse motorrijders in Neder
landse uitmonstering te Maastricht
aan haar kartonnen namaakhelmen
werd herkend en buiten gevecht
gesteld, op dat tijdstip streken de
logge Junker 52's over het vlakke
land tussen de Moerdijk en Dord
recht, over IJsselmonde en Waal
haven en over de vliegvelden rond
den Haag. Een nog niet vertoond
schouwspel werd zichtbaar voor de
ogen der onthutste, wakker ge
schrokken burgers en militairen. De
parachutisten van Generai-Oberst
Student daalden neer binnen de
Vesting Holland. Toen de parachu
tisten eenmaal vaste voet hadden
gekregen, landden de transportvlieg
tuigen met luchtlandingstroepen.
Binnen enkele uren had zich mid
den tussen de Nederlandse linies
een vijandelijke kern gevormd van
10.000 man. Jonge troepen met grote
aanvalsenergie, uitstekend getraind
en bewapend met de beste infan-
teriewapenen ter wereld machi
nepistolen en mortieren bonden
hier de strijd aan tegen een weer
macht, die zowel in getalsterkte als
in training en uitrusting bij hen
ten achter stond.
Teneinde deze plotseling optre
dende critieke situatie het hoofd te
kunnen bieden, werden de reserves
van de legerkorpsen in de Grebbe
stelling teruggeroepen naar de Ves
ting Holland. Deze reserves be
hoorden tot het Veldleger en zij be
stonden uit de jongere lichtingen.
Zo gebeurde het, dat het derde
bataljon van het 21ste Regiment In
fanterie, gelegerd in het kamp
Quatre-Bras te Amersfoort en in
Nederlandse luchtdoel-artilleristen, die in de verdediging zo'n
belangrijk aandeel hadden.
NOOIT WAS de Koninklijke Marine meer in discrediet geraakt
dan in 1933, toen een rebellengroep zich meester maakte van
een onzer kruisers en een bom, geworpen uit een Neder
lands vliegtuig, een Nederlands oorlogsschip buiten
gevecht moest stellen. De zaak van „De Zeven Provinciën"
Lou de Visser en zijn aanhang triomfeerden; Sneevliet reisde
naar Den Helder, waar hij als predikant van de revolutie de
opstand der Marineschepelingen wilde proclameren. Hij kwam
niet verder dan het station. Nóg was er genoeg gezag om hem
de toegang tot de stad te verbieden en te voorkomen dat de
schande van Soerabaja voorspel zou zijn van een vernederende
aanslag op onze maritieme soliditeit.
Kon er overigens wél van een
parate zeemacht worden gespro
ken? Het had er alle schijn van
dat de ondermijning van het mo
reel waaraan sommige „belangen
groepen" zich gedurende tal van
jaren hadden schuldig gemaakt,
de geestelijke weerbaarheid een
beslissende knak had gegeven. En
wat betreft de materiële weer
baarheid: bezuinigingen op de
vlootbouw en inkrimping van per
soneel, deze jarenlang gevolgde
tactiek kon in de korte periode
van inzicht in de dreigende inter
nationale verhoudingen niet wor
den goedgemaakt. Wèl werd het
marinepersoneel in de jaren na
1933 op zijn politieke betrouw
baarheid getoetst; wèl konden
regering en Staten Generaal ont
komen aan de invloed van de
Artilleriebeschietingen, bombardementen en de vernielingen,
door de Nederlandse troepen uitgevoerd, lieten slechts een enkel
gebouwtje bij de sluizen van het Kornwerderzand intact.
„geen man en geen cent"-tactiek,
door in allerijl een vlootprogram
te ontwerpen dat veelbelovend
was. Als nu nog maar tijd genoeg
overbleef om aan die gewijzigde
inzichten gestalte te geven.
Het valt te betwijfelen of ook
bij het aanwenden van de aller
uiterste inspanning en de grootste
financiële offers, onze verdedi
ging in het kader van onze neutra
liteit aan de eisen zou hebben be
antwoord. Zonder een hecht bond
genootschap met de geallieerden
die op hun beurt ook de kracht
niet konden opbrengen om de
Duitse divisies te weerstaan
was de Nederlandse defensie niet
bij machte de vreemde overheer
sing te voorkomen. Onze Land- en
Luchtmacht, dapper, maar voor
de Duitsers geen onoverkomelijke
hindernis, moesten spoedig de
strijd staken, op enkele onder
delen na, die naar Engeland kon
den uitwijken waar ze in de
legioenen der vrijheidslievende!!
werden opgenomen.
En onze Marine Wie na 1933 nog
altijd in de overtuiging verkeerde
dat het moreel beneden de maat
zou zijn, heeft zich wel deerlijk
vergist. Op het gazon voor het
Koninklijk Instituut van de" Ma
rine te Willemsoord staat een
scheepsmast. De top behoorde aan
de mast van het schip waarmee
Van Speyck voor de Antwerpse
kade in de lucht vloog. „Liever
de lucht in", riep deze jonge com
mandant, toen tijdens een expedi
tie tegen de afscheidingsbeweging
een opdringende menigte zich van
zich schip dreigde meester te ma
ken. En hij stak de lont in de
kruitkamer.
De Marinemannen van 1940 zul
len zich vermoedelijk niet met
zulke heldhaftige kreten hebben
teweer gesteld. Deze tijd is min
der theatraal; maar hij vraagt
dpzelfde koelbloedigheid, vastbe
radenheid en plichtsbetrachting.
Deze eigenschappen heeft de Ko
ninklijke Marine in de Meidagen
van 1940 en in de jaren daarna tot
in de allerhoogste perfectie ge
toond. De Johan Maurits, ten on
der gegaan na de beschieting van
Duitse stellingen voor de afsluit
dijk ;de Jan van Galen, aan flar
den gebombardeerd, maar door-
vurend op de Duitse vliegtuigen
boven Rotterdam; de kruiser Ja
cob van Heemskerck, nog nooit in
de vaart geweest en op halve
kracht met een kernbemanning
naar Engeland uitgeweken, zo ook
de jager Isaac Sweers, mijnenleg-
gers en onderzeeboten; uitgewe
ken naar een vrij land, basis voor
een grootscheepse kruistocht te
gen de Duitse enJapanse
roofzucht.
De hoofdmacht van onze Marine
was in het toenmalige Nederlands
Indië geconcentreerd. Anderhalf
jaar later luidde Pearl Harbour
ook voor dit deel van het Konink
rijk de zwaarste uren in.
De Marinebasis den Helder was
in de oorlogsdagen vestingstad.
De forten aan zee- en landfront
waren hoofdzakelijk bezet door
het 21ste grensbataljon en 45 R.I.,
waarvan ook een deel op Texel
lag. Er was betrekkelijk veel
luchtafweer. Reeds in de avond
van de 9de Mei was de hele stel
ling den Helder gealarmeerd, zo
dat de Duitse bommenwerpers de
volgende ochtend een warme ont
vangst ten deel viel. Verschillende
jagers werden neergeschoten.
Zelfs het oude kleine oorlogsschip,
de Medusa, gebouwd in 1910,
slaagde erin een Duitse machine
neer te halen.
Tot in lengte van dagen zal men
bij het lezen van deze periode in
onze geschiedenis ter zee warm
worden van eerbied en trots. De
Ruyter Van Speyck Door
man. Drie namen, drie begrippen.
Drie reuzengestalten waarachter
de duizenden naamlozen zich
scharen; duizenden die vechtend
vielen en in de grondeloze diep
ten der wereldzeeën rust vonden
na barre strijd. Is zulk een levens
einde niet te verkiezen boven de
dood in het concentratiekamp?
Gelukkig de Marinemannen en
hun gezinnen die na Japanse ge
vangenschap de vrijheid hervon
den. Zij en allen die vijf jaren
lang de strijd tegen de hinderla
gen van de Dood moesten voeren,
zijn de levende getuigen van een
waarachtig heldendom dat zich
zelf niet op de voorgrond plaatst,
maar de vijand tegemoet treedt in
het besef, dat plicht de zwaarste
offers vraagt.
J. T.
Geschutsoefeningen met de machtige kanons aan boord van
Hr. Ms. kruiser De Ruyter. Ook de trots van onze vloot ging
tijdens de slag in de Javazee strijdend ten onder. Maar naar
het voorbeeld van Schout bij Nacht Karei Doorman en zijn
dapperen vielen de schepen van de Koninklijke Marine tot aan
het einde van de oorlog de vijand aan, overal waar zij hem
konden treffen.
stelling op het landgoed de Treek,
Vrijdags J0 Mei vroeg in de middag
door het autobataljon werd opge
nomen en naar de Vesting Holland
vervoerd. Aanvankelijk zou het in
het gevecht geschoven worden bij
het vliegveld Valkenburg, maar
later in de avond werd de tocht
voortgezet en via het Westland be
reikte het bataljon Rotterdam. Hier
werden de mannen van 111-21 R.I.
aan het commando van de majoor
Six Dijkstra onttrokken en voor vele
verschillende opdrachten her en der
verspreid.
Verwarring en onzekerheid
Hoewel zelfs in de stad Rotter
dam de situatie niet geheel duidelijk
was, bleek al spoedig, dat de Neder -
lanse zaak er niet hopeloos voor
stond. Hoe was de toestand?
Terwijl de ontredderde Peelstel-
ling nog slechts met de grootste
moeite enige tegenstand kon op
brengen tegenover de Duitse pant
serdivisie die opdracht had zo snel
mogelijk door te stoten naar de
Moerdijkbruggen, waren de Duitse
troepen, vanuit de lucht geland tus
sen Moerdijk en Rotterdam, bezig
zich vast te zetten langs de toe
gangsweg Zuid-Noord. De bruggen
over het Hollands Diep waren al in
handen van de vijand; het eiland
van Dordrecht deelde hetzelfde lot.
Hier had de Nederlandse artillerie
de strijd een ander gezicht kunnen
geven, alsde artilleristen maar
niet zover van hun stukken in rust
hadden gelegen, waardoor de batte
rijen in handen vielen van de vij
and.
Kolonel van Andel. die in deze
sector het commando had, liet te
genaanvallen ondernemen, zelfs door
een bataljon wielrijders dat hier
vanuit Oost-Brabant arriveerde. In
de avonduren liepen deze tegen
aanvallen vast, hier en daar zelfs
in eigen vuur.
De verbindingen tnssen de ver
schillende onderdelen lieten bijna
alles te wensen over en niet altijd
bleken de aanvoerders bekwaam op
eigen initiatief de juiste beslissingen
te nemen. On de 11de Mei landden
opnieuw parachutisten; een ver
zoek om zo de naderende Duitse
pantserdivisie de weg af te snijden,
werd niet toegestaan. De Moerdijk-
verbinding zou nodig zijn voor een
te hulp snellende Franse divisie. Op
de 13de Mei, 's middags om 5 uur
overschreden de Duitse tanks de
Mocrdijkbrug aanvankelijk nog
voor Fransen aangezien. Dordrecht,
dat door Nederlandse troepen was
hernomen, moest nu weer losgelaten
worden.
Hoe was intussen de situatie Noor
delijker? Wel, in Zuid-Holland gaf
de toestand enige hoop. De omge
ving van den Haag en van Katwijk
was van parachutisten gezuiverd.
Ten Noorden van Rotterdam was
een nieuw contingent neergelaten,
maar deze troepen werden zowel
van het Noorden als van het Zui
den aangevallen en zij hadden hun
handen te vol dan dat zij zich een
weg hadden kunnen banen naar de
Maasbruggen om daar de Mariniers
te verjagen en contact op te nemen
met de troepen van Student. Laatst
genoemde had zich in Rotterdam-
Zuid wel stevig verschanst, maar
het gelukte hem niet naar het
Noorden door te stoten. Mariniers
en landmacht verdedigden de brug
gen hardnekkig. En nog steeds
stroomden versterkingen Rotterdam
binnen tot een totaal van zes
bataljons; zij werden onmiddellijk
tegen de Duitsers in de strijd ge
bracht. In heel de stad werd in
tensief gepatrouilleerd. Bij een actie
tegen parachutisten te Overschie
werd de commandant van 111-21
R.I. majoor Six Dijkstra zo zwaar
gewond dat hij spoedig overleed.
Twee Engelse bataljons, die te
Hoek van Holland waren geland,
scheepten zich weldra weer in; zij
brachten dus geen versterking. Eer
der werkte hun aftocht deprimerend
op de Nederlandse troepen.
De Duitser komt er niet door
Al met al was de toestand op de
dertiende Mei, 's Maandags, in een
soort evenwicht geraakt. Zuid-Rot
terdam, Dordt en de Moerdijk ver
loren het vasteland van Zuid-
Holland betrekkelijk veilig. Dit
evenwicht was echter allesbehalve
wat het Oberkommando wenste;
men was daar met een Blitzkrieg
bezig en de verovering van heel
Holland diende geforceerd te wor
den ten koste van iedere prijs.
Ten koste van iedere prijs. Tot
nog toe hadden de Duitse troepen
een betrekkelijk fatsoenlijke oorlog
gevoerd. Zeker, er waren al bom
men gevallen in Rotterdam, maar
er was dan toch altijd nog sprake
van 'n strategisch bombardement.
Bij Dordrecht waren gevangen ge
nomen Nederlandse militairen voor
de Duitse troepen geplaatst mis
schien hing dit van de beslissing van
'n lagere commandant af. Velen
hebben als hun mening uitgespro
ken, dat de Duitse troepen al voor
de aanval in Rotterdam waren
in rijnaken en in hotels; men zou
't als 'n krijgslist kunnen beschou
wen.
Nu de tijd begon te nijpen werd
dat anders. Brutaalweg werd de
Nederlandse commandant, Overste
Scharroo een ultimatum voorgelegd.
Binnen twee uur de wapenen neer
leggen. Zo niet, dan zou Rotterdam
branden.
Nog voordat de Nederlandse on
derhandelaar op zijn hoofdkwartier
terug was, brandde Rotterdam. Om
half twee, Dinsdagmiddag vielen
de eerste bommen; het bombarde
ment duurde tot kwart voor drie.
Het had de capitulatie van 't Alg.
Hoofdkwartier tot onmiddellijk ge
volg.
„In Rotterdam hat inzwischen die
Luftwaffe ganze Arbeit geleistet",
dat meldde de frontverslaggever
Fritz Krause.
Inderdaad, de Luftwaffe heeft in
Rotterdam een heel karwei opge
knapt. De Duitser Krause kon met
recht trots zijn op het vermoorden
van honderden weerloze burgers
door zijn Duitse kameraden....