MARIA'S HEMELVAART WORDT DOGMA Gratia plena, dat betekent bij Maria: de volmaakte Verlossing Luisterrijk ceremonieel rond de dogma-verklaring DE KATHOLIEKE WERELD VRAAGT OM DE DOGMAVERKLARING ONFEILBAAR BEWIJS VAN GODS GETROUWHEID Definitieve uitspraak ontbrak In honderd jaar meer dan acht mi Ui oen verzoekschriften Op 1 November: de vlaggen uit H. Vader stelde nieuw gebed samen Zendt telegrammen naar Rome! ZATERDAG 28 OCTOBER 1950 PACINA 3 ER rijn in ons gelooi punten, die wij moeten geloven, maar die toch nog geen dogma genoemd kunnen worden. Als duidelijk voor beeld werd hiervoor gewoonlijk aangehaald de Tenhemelopneming van Maria. We moeten daaraan geloven, maar dit geheim stond tot nu toe nog niet op één lijn met dat andere voor recht van Maria, haar Onbevlekte Ontvangenis. Wanneer wij met een dogma te maken heb ben, dan weten wij met onfeilbare geloofs zekerheid, dat het behoort tot de geopenbaarde geloofsleer. Deze wordt ons voorgehouden door het leergezag der Kerk, cLw.z. door Paus en Bisschoppen. Zij doen dat niet altijd zó, dat het hun bedoeling is een bepaald punt tot dogma te verklaren. Daarvoor is nodig, dat dit leer gezag een bepaald leerstuk definitief en onher roepelijk vaststelt en afkondigt en wel met de bedoeling alle gelovigen te verplichten; deze bedoeling moet bovendien door allen gemak kelijk kunnen gekend worden. Nu kan de Kerk haar leergezag op gewone wijze uitoefenen en op buitengewone wijze. Op gewone wijze geschiedt dat door de Paus in encyclieken, brieven, toespraken, enz.; door de over de wereld verspreide Bisschoppen in hun mandementen, in de katechïsmussen, die zij laten samenstellen, in hun provinciale ol diocesane concilies, enz. Op een dergelijke wijze kan een bepaald geloofspunt tot dogma verheven worden; zo is het bijvoorbeeld een dogma, dat Christus geleden heeft en gestorven is om in onze plaats voor onze zonden voldoe ning te geven, al is dat punt nog niet uitdruk kelijk als dogma aangewezen: het is immers de algemene leer der Kerk, van alle Pausen en alle Bisschoppen. Vooral echter komen wij te weten, dat iets een dogma is door het buitengewone leerambt der Kerk; dit oefent zij uit door de plechtige beslissingen op een Algemeen Concilie geno men of door de zg. ex-cathedra-uitspraken van de Parts. Met deze laatste worden bedoeld uit spraken, die de Paus als hoofd van de gehele Kerk doet in kwesties van geloof of zeden en waarbij hij tevens duidelijk de bedoeling heeft de kwestie definitief uit te maken en al zijn onderdanen te verplichten. Het is goed zich deze dingen even te herinne ren, nu wij op 1 November het voorrecht zullen hebben een plechtige dogmaverklaring door de Paus mee te maken, n.L die van het leer stuk der Tenhemelopneming van Maria. De vraag is wel eens gesteld, of dit niet reeds een dogma is. Hierop kan men niet zonder meer bevestigend antwoorden. Het is wel waar dat de Pau sen, van de laatste honderd jaar vooral, herhaaldelijk van hun geloof aan dit punt hebben blijk gegeven; met name onze tegen woordige Paus Pius XII heeft bij verschillende gelegenheden getuigenissen afgelegd, die niet de minste twijfel laten over zijn mening in dit opzicht. Bovendien zullen wel alle katholieke Bis schoppen de leer van Maria's Hemelvaart aanvaarden; (wij ge bruiken ook deze in onze taal ge ijkte uitdrukking, al is ze eigen lijk minder juist). Maar toch Heeft een Paus werkelijk een definitieve uitspraak gedaan? Zeer zeker niet. En al is het waar, dat alle Bisschoppen aan Maria's Hemelvaart geloven, 1 r e n al len die ook? De leer der Bisschop pen kent men, zoals gezegd, voor al uit de Provinciale en Diocesa ne Concilies en uit de Katechis- mussen, die zij voorschrijven. Om ons nu tot ons land te bepalen: Of Maria's Hemelvaart in het laatst gehouden Provinciaal Con cilie (in 1924) en in de daarop gevolgde Diocesane Synodes wer kelijk geleerd wordt, laten we in het midden; vast staat in ieder geval, dat in de sinds 1948 voor de Nederlandse Bisdommen voor geschreven Katechismus men Ma ria's Ten Hemelopneming alleen maar vermeld vindt in de lijst der verplichte feestdagen (bijv. Vr. 516), terwijl er daarentegen wel geleerd wordt, dat Maria de Mid delares is van alle genade. Maar nu heeft de Paus zelf op 1 Mei 1946 een schrijven ge richt tot alle Bisschoppen der wereld waarin hij hun oordeel vraagt aangaande de leer van Maria's Hemelvaart en de op portuniteit ener dogmaverkla ring. Mocht nu het oordeel van praktisch alle Bisschoppen onge veer eenstemmig gunstig zijn geweest en zou die uitslag be kend gemaakt worden, dan in derdaad zou men kunnen zeg gen. dat dit punt door het gewo ne leergezag der Kerk algemeen geleerd wordt en dus daarom reeds een dogma is. Aan alle twijfel hieromtrent gaat nu echter een eind ge maakt worden. Bewijs van Gods getrouwheid tedere oprechte katholiek zal zich daarover verheugen. Hecht en zeker is ons geloof aan dit hoge voorrecht van Maria: bij wie onzer immers is ooit enige twijfel opgekomen aan de ge grondheid van het feest van 15 Augustus? Maar juist daarom verheugt het ons dat de Kerk het hoogste apparaat van haar gezags uitoefening in werking wil stel len om voor de gehele wereld te getuigen van haar onwankelbaar geloof in Maria's glorievolle he melvaart. Die vreugde geldt allereerst Maria zelf: wij verheugen ons om de eer, gebracht aan de Moe der van God en van de mensen. Maar die vreugde geldt toch ook wel onszelf. Wij geloven im mers dat wij eens glorievol met ziel en lichaam zullen verrijzen en het onderpand daarvoor vin den we in Christus' leer. Zijn Verlossingsdood en vooral ook Zijn Verrijzenis. Als het nu nog nodig mocht zijn, dat wij herin nerd worden aan Gods getrouw heid, dan hebben wij daarvoor van nu af niet slechts een be trouwbaar, een zeker, maar een onfeilbaar bewijs. God houdt Zijn woord: zie maar naar Maria; die is thans reeds geheel ver lost en daarom met ziel en li chaam ten hemel opgenomen. Dat ogenblik zal ook voor ons aanbreken, n.l. wanneer de ge volgen van de vloek, die ondanks de essentiële Verlossing nog op het mensdom en de gehele aarde rusten, weggenomen worden op het einde der tijden. Hiermee is tevens reeds aan gegeven, wat het dogma van Maria's Hemelvaart eigenlijk be tekent. Algemeen wordt aange nomen, dat Maria werkelijk ge storven is, hoewel er enkelen zijn geweest, die het tegendeel beweerden. Omdat zij van het eerste ogenblik van haar ont vangenis gevrijwaard is geble ven van de smet der erfzonde, kon echter de dood voor haar geen straf zijn. Dat was hij voor Chris tus wel; maar Diens dood was dan ook een zoen dood voor de zonden der mensen. Zulk een dood echter kon Maria niet ster ven; maar evenmin kon zij bezwij ken onder een of andere ziekte; ziekten immers zijn een gevolg der zonde. Het meest waarschijn lijk is het dan ook, dat zij ge storven is, verteerd door liefde, in volledige overgave aan God en in zo groot mogelijke gelijk vormigheid met de iiefdedood van haar Zoon. Hoe weet de Kerk Maar eigenlijk komt het feit van Maria's dood er voor de kwestie, waarover het gaat, niet op aan. Deze is slechts: is Maria thans reeds met lichaam en ziel in de hemel? Men wil de vraag ook wel eens anders formuleren: is Maria glorievol verrezen, daaruit zou immers haar Ten hemelopneming onmiddellijk vol- 'gen. Toch zal bij gelegenheid der dogmaverklaring de vraag wel niet zo gesteld worden, omdat immers het feit der glorievolle verrijzenis, dat van haar dood impliceert; die wordt weliswaar algemeen aangenomen, maar een officiële uitspraak der Kerk daarover is er niet, al houdt ze ker Pius XI blijkens een toe spraak gehouden op 15 Aug. 1933 beslist, dat Maria gestorven is. Rest dus de vraag: Hoe weten wij, hoe weet de Kerk, hoe kan de Paus als onfeilbaar zeker ver klaren, dat Maria met lichaam en ziel in de hemel is? Er zijn twee geloofsbronnen, niet meer, maar ook niet minder: de H. Schrift en de Goddelijke Over levering. Beide bronnen schen ken ons de door de H. Geest ge openbaarde waarheden en heb ben dus evenveel gezag. Het ver schil is echter dat de boeken der H. Schrift geschreven zijn onder bijzondere ingeving van de H. Geest de geschriften echter, waarin de geopenbaarde waar heden staan opgetekend, die door de Apostelen mondeling zijn geleerd en die gezamenlijk de Goddelijke Overlevering vor men. hebben deze waarborg van de H. Geest niet. De vragen nu, welke boeken tot de H. Schrift behoren; welke de juiste bete kenis is der verschillende uit spraken; welke waarheden, die we in de oude geschriften van kerkelijke schrijvers aantreffen, geopenbaard zijn, moeten nood zakelijk beantwoord kunnen worden; het betreft hier immers een zaak van het allerhoogste belang: Wat heeft God ons wil len zeggen? De instantie door Christus zelf daarvoor aangewe zen, is de H. Kerk. Christus, die altijd zo concreet was, heeft Zijn Kerk niet alleen maar gewild als een onzichtbare gemeenschap, maar Hij heeft ons ook een zicht bare Kérk geschonken met een zichtbaar leergezag: Paus en Bis schoppen. Dcjor hen kunnen wij te weten komen, wat geopen baard is en soms ook wat niet. Er volgt uit, dat het kerkelijk leer gezag exclusief gebonden is aan die twee kenbronnen der Open baring: H. Schrift en Traditie. Verwachtingen omtrent de Bulla Nu zal het hoogste leergezag binnenkort spreken. Het is een oude gewoonte, dat de Kerk een dergelijke onfeilbare uitspraak laat vergezeld gaan van een plechtig schrijven, dat men Bul- la noemt. Hoewel bij deze gele genheid de Paus de dogmaver klaring wel mondeling zal ver richten, mogen wij toch drin gend hopen, dat er binnenkort een dogmatische Bulle zal ver schijnen, waarin de Kerk haar be slissing motiveert. Van de ene kant kan dit niet anders zijn dan een vurige hoop, die ons geloof sterker zal bevestigen, maar ook onze weetgierigheid zal bevredi gen; van de andere kant ligt in diezelfde hoop een aanmaning tot grote voorzichtigheid. Im mers juist wat de motivering van dit dogma betreft, schuilen er hier eigenaardige moeil ikhe- den; wij verwachten van de Kerk zeker een gedeeltelijke op lossing daarvan, maar dan moet een simpel gelovige, die zelf niet het minste leergezag bezit, toch wel uiterst voorzichtig zijn, wanneer hij, vlak voordat de Paus spreekt, zich gaat wagen aan een beschouwing van deze vraag. Toch kunnen we daaraan hier niet ontkomen. Men mag verwachten, dat er niet al te grote nadruk zal ge legd worden op de zuiver histo rische traditie. Het is immers een feit, dat er na de dood van Ma ria en het eerste betrouwbare getuigenis over haar Hemelvaart ruim vijfhonderd jaar verlopen zijn, m. a. w. een onafgebroken traditie van de gebeurtenis af tot nu toe is er niet. Natuurlijk heeft men sinds de tijd, dat aan de Tenhemelopneming expliciet geloofd werd( rond 600), ook ge probeerd getuigenissen uit de vroegere eeuwen aan te halen. Maar op slot van rekening gaven die pogingen alleen maar aan de tegenstanders wapens in de hand: een voor een werden al die zgn. traditiebewijzen ontze nuwd: ze waren vervalst; of ze werden verkeerd verstaan; of ze dateerden van later. Het gevolg was, dat de goede zaak, waar voor men zich inspande, er ten zeerste onder leed; met de woor den non tali auxilio, nee defen- soribus istis, niet met zulke hulp, niet met zo'n verdediging, laat reeds een voorchristelijke schrij ver dergelijke onhandige hulp afwijzen. Een der grootste theo- lagen uit de vorige eeuw heeft zeer scherpzinnig de fout van deze „verdedigers" aangewezen Alle twijfels over het feit van Maria's dood en hemelvaart zijn hierdoor ontstaan, dat men zich op het valse standpunt plaatste, dat iets om als zeker te gelden moest vastgesteld worden door kerkelijke gewaarborgde, histori sche middelen. De Duitse schrij ver wil zeggen: wanneer er geen traditie van het begin af is, is het daarom nog niet onzeker. Er is namelijk nog een andere geloofsbron: de Bijbel, in dit ge val het Nieuwe Testament. Nu is het al wederom een feit, dat er daar geen uitdrukkelijk ge tuigenis voor de Hemelvaart van Maria te vinden is. Maar geen uitdrukkelijke getuigenis en geen getuigenis is niet hetzelfde. En op dit laatste komt het aan: is er in de H. Schrift een getuige nis te vinden, al is het dan een impliciet, over deze waarheid? De volheid van Maria's genade Laat ik hier beginnen het ar gument te geven, dan mij per soonlijk het meest aanspreekt. Evenals alle mensen moest ook Maria door Christus verlost wor den immers ook zij was afstam melinge van Adam, in wie alle mensen gezondigd hebben. Het voornaamste uitwerksel der Verlossing, n.l. het bezit der hei- ligmakende genade, werd op haar toegepast van het eerste ogenblik van haar bestaan af; d.w.z. op hetzelfde ogenblik, dat haar ziel begon te bestaan, d.i. bij haar ontvangenis, bezat zij ook de heiligmakende genade. Maar die had zij enkel en alleen met het oog op de verdiensten van Jesus Christus, de Heiland van het menselijk geslacht. Is dus Maria verlost? Wel degelijk: zij had de erfzonde moeten heb ben als dochter van Adam; zij heeft die echter niet gehad om de verdiensten van de Verlosser. Zij is niet slechts verlost; zij is zeifs volledig verlost. Steunt dit alles nu op uitspraken van de Heilige Schrift? Zeer zeker. We beperken ons hier tot het Nieu we Testament en spreken dus niet over het zgn. proto-evangelie (Gen. 3. 15). De begroeting van de Engel Gabriël tot Maria bevat de zware woorden: gratia plena, vol van genade; in de Griekse grondtekst staat hier slechts één woord, dat wel verstaanbaar, maar niet vertaalbaar is; het be tekent: Gij die genade geworden zijt, d.i. Gij die op volmaakte wijze door de genade in bezit ge nomen zijt. Daaruit voorname lijk heeft de Kerk de conclusie getrokken met de noodzakelij ke hulp van de, hier, al zeer vroeg beginnende Traditie dat aan Maria de genade op heel uit zonderlijke wijze is toegedeeld. Dat is het dogma van de Onbe vlekte Ontvangenis. Maar als Maria dan volmaakt verlost is, hebben ook de woorden: Gij zijt de gezegende onder de vrouwen, hun heel bijzondere betekenis. De uitdrukking, die de Griekse grondtekst hier gebruikt voor: gezegende, is yan dezelfde soort als die voor: gratia plena, en let terlijk dezelfde als onmiddellijk daarna gebruikt wordt voor de begroeting van Jesus: Gezegend is de vrucht van uw schoot. Zij betekent ongeveer: Gij zijt de gezegende bij uitstek. Door de vloek nu van God na de zonde werden getroffen achtereenvol gens de slang, de duivel, Eva en Adam. In tegenstelling met Eva wordt haar tegenbeeld Maria, de nieuwe Eva, zoals men haar graag betitelt, genoemd: de ge zegende. En dat betekent bij haar weer de volmaakte Verlos sing. Nu is het naar een duide lijke uitspraak van de H. Schrift (Rom. 8. 22v) heel zeker, dat de gehele schepping thans nog zucht onder de gevolgen der zonde; de Verlossing is op ons nog niet volledig toegepast: dat zal eerst gebeuren, wanneer ook ons lichaam verlost wordt van alle gevolgen der zonde. Voor Maria echter was de Verlossing wél volledig: zij is van het eerste ogenblik van haar bestaan ge vrijwaard gebleven van de zonde en al haar gevolgen; zij kon de dood en het bederf niet als vloek ondergaan; zij is de ge zegende; zij was onmiddellijk deelachtig aan de volkomen Ver lossing: die van de ziel èn van het lichaam. Dezelfde geleerde, die boven aangehaald werd, heeft nog een ander argument, dat hij vindt in een uitspraak van Joannes, de man, die Maria op verzoek van Christus tot zijn moeder had aangenomen. Zijn argumente ring klinkt voor sommigen niet onaannemelijk, maar het is toch geraden om nog even af te wach ten en te zien, of ook de Paus ze overneemt. Waarom juist nu De voorgaande bewijsvoering, gebaseerd op de H. Schrift en het dogma der Onbevlekte Ont vangenis, moge voorlopig vol staan. Laten we luisteren naar wat de Paus zal zeggen. Zeker weten wij, dat het Feest van Al lerheiligen in dit Heihg Jaar 1950 werkelijk een HoogTeest zal zijn, omdat dan definitief vast zal staan, dat Christus ook in het opzicht van onze hemelvaart ons Zijn Moeder voorhoudt als een bewijs van Zijn getrouw heid. Kunnen we ten slotte nog ver klaren, waarom de Paus juist nu overgaat tot deze dogmaverkla ring? Neen; we moeten het aan hemzelf overlaten, of h|j ons over zijn motieven zal willen in lichten. Misschien echter heeft prof. Berkhouwer, die in een hoogstaand artikel in het dag blad Trouw zijn gedachten over dit onderwerp heeft laten gaan, het niet zo ver mis, wanneer hij zegt, dat de nood, de crisis der wereld van het jaar 1950 de ach tergrond van deze beslissing vormt. De Protestant en de Ka tholiek ontmoeten hier elkaar, maar om onmiddellijk weer uit een te gaan. De overtuigde Pro testant immers zegt, dat Rome door deze beslissing de dreigen de groei van het verzet tegen Rome wil trotseren; de even overtuigde Katholiek zou dat willen verand.eren en zeggen, dat Rome door deze beslissing de dreigende afval van Christus wil stuiten op voorspraak van Zijn Moeder, die Hij, zoals wij vast geloven, met ziel ën lichaam bij Zich genomen heeft in de HemeV Als voordurend getui genis van dat geloof mogen we misschien binnenkort in de Li tanie van O. L. Vrouw een aan roeping erbij voegen. Koningin met ziel en lichaam in de Hemel opgenomen, bid voor ons. FR. VERMEULEN, pr. GEZINS-FEESTDAG TER ERE VAN MARIA Na de Opneming van de Aller zaligste Maagd Maria met ziel en lichaam in de Hemel op 1 Novem ber plechtig tot dogma zal wor den verklaard, richt de Lande lijke Leiding der Katholieke Ac tie in Nederland een oproep tot alle Katholieken om deze uitzon derlijke historische gebeurtenis ook buitenkerkelijk te vieren. Dt kan allereerst gebeuren door op de eerste November van alle Katholieke huizen de vlag uit te steken, om zo ook in het openbaar te getuigen van onze vreugde over Maria's heerlijkheid. Vervolgens ook, door deze dag te maken tot een bijzondere Ma- ria-dag en tot een speciale feest dag voor het gezin, waaraan alle gezinsleden deelnemen door geza menlijk gebed en door het huis en in het bijzonder de beeltenis van de Moeder Gods te versieren. Wanneer in de gehele Katholieke wereld op grootse wijze met deze luisterrijke dogmaverklaring wordt meegeleefd, zullen de Ne derlandse Katholieken daarbij zeker niet willen achterblijven. De dogmaverkla ring van Maria's Hemelvaart door de mond van Chris tus' plaatsbekleder op aarde vormt een der hoogtepunten van diens pontificaat. De dogmaverklaring op 1 November a.s., het feest van Allerheiligen, van Maria's Ten hemelopneming, zal gepaard gaan met groot ceremonieel en staatsie. Reeds om half negen beginnen de plechtigheden, die zullen duren tot ongeveer 12 uur. Plechtige processie over het St. Pietersplein In de Sixtijnse kapel en in het Apostolisch Paleis wordt de in drukwekkende pauselijke stoet opgesteld, die bij deze gelegenheid REEDS IN DE EERSTE CHRISTENTIJDEN werd de waarheid van de Tenhemelopneming van Maria als vaststaand aangeno men. Het feest, dat wij nu op 15 Augustus vieren als Maria Tenhemelopneming, was vroeger in ons spraakgebruik bekend onder de naam „Hoge Lieve Vrouwendag", een van de grootste Christelijke feesten. Voor de Byzantijnse Kerk van het Oosten was dit feest het allergrootste Mariafeest. Het werd door keizer Mauritius in het jaar 582 vastgesteld op de 15e Augustus. In de zevende eeuw werd dit feest ook in het Westen gevierd onder de titel Dormitiodit is „Het ontslapen der Moeder Gods" In het Sacramentarium van Gelasianus, waarvan de oudste tekst dateert van het jaar 100, wordt het feest reeds „Assump- tio" dit is „Tenhemelopneming" genoemd, onder welke titel het in de elfde eeuw in het Westen algemeen werd gevierd. de gehele wereld vroegen spon taan om de dogmaverklaring; on der hen waren 852 kardinalen, patriarchen, aartsbisschoppen en bisschoppen, 14 kapittel-vicarissen en 16 apostolische prefecten. Gedurende hetzelfde tijdperk van 1946 tot 1950 werden verzoek schriften ingediend door al de al gemene oversten van de 63 pries terorden met tezamen 122.000 le den, van 79 congregaties voor mannelijke religieuzen met teza men 100.000 geprofesten. Van groot belang is het ook, dat ne gen van de tien pauselijke uni versiteiten te Rome een verzoek schrift indienden, verder 19 van de 25 canoniek opgerichte Katho lieke universiteiten en van zo goed als alle theologische facul teiten over de gehele wereld, waaronder ook de Katholieke uni versiteit van Nijmegen, en van de meeste groot-seminaries. Van priesters, religieuzen en leken kwamen verzoekschriften binnen, terwijl in vele artikelen in tal loze tijdschriften het onderwerp van de Tenhemelopneming werd behandeld. Op 1 Mei 1946 schreef onder aandrang van al deze verzoek- zoekschriften Paus Pius XII een rondzendbrief, „Dei parae Virgi- ms". waarin hij de bisschoppen van de wereld vroeg na te gaan, hoe priesters en leken staan te genover de eventuele dogmaver klaring van Maria Tenhemelopne ming en of zij zelf de tijd daartoe geschikt achten. Meer dan 8 millioen verzoekschriften Het is in de negentiende eeuw, die wel bijzonder gekenmerkt werd door de Maria-devotie, dat, vooral na de dogmaverklaring van de Onbevlekte Ontvangenis van de H. Maagd, er een bewe ging ontstond om ook de Tenhe melopneming tot dogma te ver klaren. De voorzichtige Kerk heeft gemeend deze twee waarhe den niet tezelfdertijd tot dogma te moeten verklaren. De aandrang in deze richting is gedurende een eeuw steeds meer toegenomen. Het eerste verzoekschrift werd in 1863 door de Spaanse koningin Isabella II op aanraden van haar biechtvader, de dit jaar heili'g- verklaarde A. M Claret, gericht aan Paus Pius IX, die de tijden nog niet rijp achtte voor een der gelijke dogmaverklaring, alhoe wel hij bevestigde, dat de Tenhe melopneming van Maria als nood zakelijk verbonden moet worden beschouwd met Haar Onbevlekte Ontvangenis. Dit was het begin van de grote „petitie"-beweging, die steeds maar weer aandrong op de dog maverklaring. Tussen 1863 en 1940 werden meer dan acht mil lioen verzoekschriften naar de H. Stoel gezonden door practisch van de residerende aartsbis schoppen en bisschoppen over de hele wereld. Het eerste verzoek schrift na dat van Isabella werd aangeboden door 200 Vaders van het Vaticaans Concilie. In het be gin van deze eeuw herleefde deze beweging in Frankrijk, die tot uiting kwam bij de grote inter nationale Mariacongressen van 1900 en 1912 en die tot 1939 ge staag aanhield. De petities werden behalve door de kerkelijke hoogwaardigheids bekleders van de Latijnse en Oos terse Ritus getekend door vele theologische faculteiten, door 83.000 priesters en religieuzen en, wat opmerkelijk is, door meer dan acht millioen leken. Na-oorlogse verzoekschriften eisen dogma Het is na de tweede wereldoor log, dat deze beweging herleefde en met groter kracht dan ooit te voren opkwam. „Het schijnt", zo schrijft pater Hentrich in zijn grote werk over deze beweging, „of de vloed van enthousiasme, tegengehouden door deze wrede oorlog als door een dijk, nu met groter kracht en snelheid opkomt om de laatste moeilijkheden te overwinnen en het beoogde doel te bereiken. Het Episcopaat van gehele lan den en kerkelijke gebieden over VATICAANSTAD. Naar zo juist is bekend geworden heeft de H. Vader een nieuw gebed sa mengesteld ter gelegenheid van de dogmaverklaring van Maria Tenhemelopneming. De H. Vader zal dit gebed zelf voor de eerste maal bidden in Zijn privé-kapel op Dinsdagavond 31 October, wanneer de bekende afbeelding van Maria „Salus Po- puli Romani" van de basiliek Santa Maria in Ara Coeli op het Kapitool in een plechtige licht processie door Rome naar de Vaticaanse basiliek zal zijn over gebracht. Luidsprekers zullen Zijn stem verder dragen. Daarna zal de H. Vader van het venster van Zijn particulier vertrek de menigte op het Sint Pietersplein Zijn Apostolische Zegen geven. Hierop kwam antwoord van 1191 residerende bisschoppen, dit is 94 van het totaal; slechts uit enkele verafgelegen missiege bieden kwam nog geen antwoord. Twee en twintig bisschoppen wa ren van oordeel, dat de tijd mis schien niet geschikt is; zes van hen spraken enige twijfel uit over de inhoud van het dogma. Ook de bisschoppen van de Oos terse ritus en van die uit landen met overwegend Protestantse be volking betuigden hun volle in stemming met en hun vreugde over de dogmaverklaring. Het is om te beantwoorden aan deze steeds dringender roep van de gemeenschap der gelovigen over de gehele wereld, dat Z. H. Paus Pius XII heeft besloten om dit leerstuk, dat steeds in de Kerk leefde en de kinderlijke trots der gelovigen om hun verheven Moe der zo sterk aanspreekt, door een plechtige uitspraak van het op perste buitengewone leergezag der Kerk, met de hoogstmogelijke luister aan de gelovige wereld voor te houden. MISSIONARIS IN CHINA SPOORLOOS VERDWENEN HONGKONG (KNP). Sedert 29 September is de questor aan de Katholieke Universiteit Fu Jen te Peking spoorloos verdwenen. Het betreft hier de Duitse pater Peter Huengsberg van de Missio narissen van Steyl. In de voor middag van genoemde dag verliet hij per auto de universiteit. De auto werd bestuurd door een Chi nese chauffeur. De plaatselijke politie-instanties en het Ministe rie van Buitenlandse Zaken wer den op 6 October van de verdwij ning van de missionaris op de hoogte gesteld. Over de achtergrond van deze verdwijning is niets met zekerheid bekend. Wel weet men. dat de communistische regering van China ten tijde van de verdwij ning van pater Huengsberg een proces tegen de Katholieke uni versiteit Fu Jen voorbereidde, dat even later de inbeslagneming van de Fu Jen-universiteit tengevolge had. OP 1 NOVEMBER DEN HAAG (KNP). Het Wereldsecretariaat der Maria- congregaties te Rome heeft een rondschrijven gericht aan alle landelijke secretariaten, met het verzoek om op de dag van de dogmaverklaring door de afde lingen der Mariacongregaties tele grammen te doen verzenden aan Zijne Heiligheid om Hem te dan ken en te huldigen hij gelegen heid van deze belangrijke gebeur tenis. In de overtuiging, dat vele andere personen en organisaties gaarne te Rome uiting willen geven aan hun vreugde en in stemming met Maria's heerlijk heid, brengt het landelijk Secre tariaat van Nederland langs deze weg deze suggestie ter kennis van de afdelingen der Mariacongre gaties, vertrouwend, dat men in Rome zal kunnen bemerken, hoe zeer allen, die niet in de Eeuwige Stad aanwezig kunnen zijn. op die dag meeleven met de Kerk. nog grootser zal zijn door het bui tengewoon grote aantal kardina len, apostolische nuntii, patriar chen, aartsbisschoppen en bis hoppen die aanwezig zullen zijn buiten het gewone aantal prela- 7nw Jf °d aruJere gelegenheden x. H. de Paus begeleiden. De processie, waarin de H. Va der, gezeten op de Sedia Gestato- ria, wordt meegedragen, verlaat het Vaticaanse Paleis door de „Bronzen Poort" onder het linker gedeelte van de colonnaden van Bernini en trekt dan, terwijl het koor der Sixtijnse kapel de Lita nie van Allerheiligen zingt, dwars over het St. Pietersplein naar het altaar en de pauselijke troon, die zijn opgetrokken boven aan de trap, die naar de basiliek van St. Pieter voert. Om 9 uur zal de H. Vader bij de troon zijn aangeko men, waar alle aanwezige kardi nalen dan hun opwachting zullen tnakcn, terwijl het koor van de Sixtijnse kapel verschillende hymnen zingt ter ere van de Moe der van God. Plechtigheid der dogma verklaring Dan volgt de „Postulatio" (het verzoek) om de Tenhemelopne- ming van Maria met ziel en li chaam tot een dogma van het Katholieke Geloof te verklaren. Deze Postulatio" wordt voorge lezen door de oudste der aanwe zige kardinalen. Daar de deken van het College van Kardinalen, rrancesco Kardinaal Marchetti- Selvaggiani, ziek is en misschien niet aanwezig zal kunnen zijn, is het waarschijnlijk Kardinaal Tis- serant, de vice-deken van het College, die het historische ver zoek zal voorlezen. De Postulatio w?rdt gevolgd door enige ogen blikken van stil gebed, waarna de H. Vader het „Veni Creator" in zet om de bijstand van de H. Geest te vragen bij de plechtige handeling, die hij zal verrichten als de Plaatsbekleder van Chris tus en het Hoofd der Kerk op aarde. Wanneer deze aanroeping van de H. Geest is afgelopen, bidt de H. Vader reciterend het voor geschreven gebed en spreekt in de Latijnse taal „ex-cathedra" de plechtige dogmaverklaring uit. „Te Deum" en Apostolische zegen Daarna zet de H. Vader het ju belende „Te Deum" in om God te danken voor de grote genade van deze historische dogmaverklaring, die wederom een juweel toevoegt aan de glorieuze kroon van de Koningin des Hemels en de Maag delijke Moeder van God. De klokken van de St. Pieter zullen zich bij deze dankhymne voegen en de klokken van Rome en van de gehele wereld zullen de vreugde van geheel de Katho lieke wereld uitzingen. Dit eerste deel der plechtighe den wordt besloten met de Apos tolische Zegen en zal vermoede lijk om kwart voor tien afgelopen zijn. Pausmis in de St. Pieter Voor de tweede maal stelt de Pauselijke processie zich op en trekt de basiliek binnen. Wan neer de H. Vader is aangekomen bij de Pauselijke troon, die opge steld staat voor het altaar van St. Petrus' Stoel, wordt de terts ge zongen, gedurende welke tijd Z. H. de Paus zich bekleedt mot de gewaden voor de plechtige Paus mis. Na het Evangelie zal de H. Va der in het Latijn een homilie houden voor de gehele Katholieke wereld. Onder leiding van Mgr. Loren zo Perosi- voert de Sixtijnse ka pel de vaste misgezangen uit van Palestrina's „Assumpta est". De plechtigheden zullen onge veer om 12 uur afgelopen zijn, wanneer de H. Vader de Vati caanse basiliek verlaat om terug te keren naar Zijn privé-vertrek- ken in het Vaticaanse Paleis. HONGAARS EPISCOPAAT KWAM BIJEEN BOEDAPEST (KNP). Het Hongaarse Episcopaat is dezer dagen voor een bijzondere bis schopsconferentie in het groot seminarie in Boedapest bijeenge komen. Over de besprekingen, die onder leiding stonden van Mgr. Josef Grösz, aartsbisschop van Kalocsa, is niets bekend gemaakt. Men neemt evenwel aan, dat het voornaamste punt van bespreking betrekking had op de verdrijving van de ongeveer 10.000 religion zen uit hun kloosters.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1950 | | pagina 3