MARIA'S HEMELVAART WORDT DOGMA
Gratia plena, dat betekent bij Maria:
de volmaakte Verlossing
Luisterrijk ceremonieel
rond de dogma-verklaring
DE KATHOLIEKE WERELD VRAAGT
OM DE DOGMAVERKLARING
ONFEILBAAR BEWIJS VAN GODS GETROUWHEID
Definitieve uitspraak ontbrak
In honderd jaar meer dan
acht mi Ui oen verzoekschriften
Op 1 November:
de vlaggen uit
H. Vader stelde
nieuw gebed samen
Zendt telegrammen
naar Rome!
ZATERDAG 28 OCTOBER 1950
PACINA 3
ER rijn in ons gelooi punten, die wij moeten
geloven, maar die toch nog geen dogma
genoemd kunnen worden. Als duidelijk voor
beeld werd hiervoor gewoonlijk aangehaald de
Tenhemelopneming van Maria. We moeten
daaraan geloven, maar dit geheim stond tot nu
toe nog niet op één lijn met dat andere voor
recht van Maria, haar Onbevlekte Ontvangenis.
Wanneer wij met een dogma te maken heb
ben, dan weten wij met onfeilbare geloofs
zekerheid, dat het behoort tot de geopenbaarde
geloofsleer. Deze wordt ons voorgehouden door
het leergezag der Kerk, cLw.z. door Paus en
Bisschoppen. Zij doen dat niet altijd zó, dat het
hun bedoeling is een bepaald punt tot dogma
te verklaren. Daarvoor is nodig, dat dit leer
gezag een bepaald leerstuk definitief en onher
roepelijk vaststelt en afkondigt en wel met de
bedoeling alle gelovigen te verplichten; deze
bedoeling moet bovendien door allen gemak
kelijk kunnen gekend worden.
Nu kan de Kerk haar leergezag op gewone
wijze uitoefenen en op buitengewone wijze.
Op gewone wijze geschiedt dat door de Paus
in encyclieken, brieven, toespraken, enz.; door
de over de wereld verspreide Bisschoppen in
hun mandementen, in de katechïsmussen, die
zij laten samenstellen, in hun provinciale ol
diocesane concilies, enz. Op een dergelijke
wijze kan een bepaald geloofspunt tot dogma
verheven worden; zo is het bijvoorbeeld een
dogma, dat Christus geleden heeft en gestorven
is om in onze plaats voor onze zonden voldoe
ning te geven, al is dat punt nog niet uitdruk
kelijk als dogma aangewezen: het is immers
de algemene leer der Kerk, van alle Pausen
en alle Bisschoppen.
Vooral echter komen wij te weten, dat iets
een dogma is door het buitengewone leerambt
der Kerk; dit oefent zij uit door de plechtige
beslissingen op een Algemeen Concilie geno
men of door de zg. ex-cathedra-uitspraken van
de Parts. Met deze laatste worden bedoeld uit
spraken, die de Paus als hoofd van de gehele
Kerk doet in kwesties van geloof of zeden en
waarbij hij tevens duidelijk de bedoeling heeft
de kwestie definitief uit te maken en al zijn
onderdanen te verplichten.
Het is goed zich deze dingen even te herinne
ren, nu wij op 1 November het voorrecht zullen
hebben een plechtige dogmaverklaring door
de Paus mee te maken, n.L die van het leer
stuk der Tenhemelopneming van Maria.
De vraag is wel eens gesteld,
of dit niet reeds een dogma is.
Hierop kan men niet zonder
meer bevestigend antwoorden.
Het is wel waar dat de Pau
sen, van de laatste honderd jaar
vooral, herhaaldelijk van hun
geloof aan dit punt hebben blijk
gegeven; met name onze tegen
woordige Paus Pius XII heeft
bij verschillende gelegenheden
getuigenissen afgelegd, die niet
de minste twijfel laten over zijn
mening in dit opzicht. Bovendien
zullen wel alle katholieke Bis
schoppen de leer van Maria's
Hemelvaart aanvaarden; (wij ge
bruiken ook deze in onze taal ge
ijkte uitdrukking, al is ze eigen
lijk minder juist). Maar toch
Heeft een Paus werkelijk een
definitieve uitspraak gedaan?
Zeer zeker niet. En al is het waar,
dat alle Bisschoppen aan Maria's
Hemelvaart geloven, 1 r e n al
len die ook? De leer der Bisschop
pen kent men, zoals gezegd, voor
al uit de Provinciale en Diocesa
ne Concilies en uit de Katechis-
mussen, die zij voorschrijven. Om
ons nu tot ons land te bepalen:
Of Maria's Hemelvaart in het
laatst gehouden Provinciaal Con
cilie (in 1924) en in de daarop
gevolgde Diocesane Synodes wer
kelijk geleerd wordt, laten we in
het midden; vast staat in ieder
geval, dat in de sinds 1948 voor
de Nederlandse Bisdommen voor
geschreven Katechismus men Ma
ria's Ten Hemelopneming alleen
maar vermeld vindt in de lijst der
verplichte feestdagen (bijv. Vr.
516), terwijl er daarentegen wel
geleerd wordt, dat Maria de Mid
delares is van alle genade.
Maar nu heeft de Paus zelf
op 1 Mei 1946 een schrijven ge
richt tot alle Bisschoppen der
wereld waarin hij hun oordeel
vraagt aangaande de leer van
Maria's Hemelvaart en de op
portuniteit ener dogmaverkla
ring. Mocht nu het oordeel van
praktisch alle Bisschoppen onge
veer eenstemmig gunstig zijn
geweest en zou die uitslag be
kend gemaakt worden, dan in
derdaad zou men kunnen zeg
gen. dat dit punt door het gewo
ne leergezag der Kerk algemeen
geleerd wordt en dus daarom
reeds een dogma is.
Aan alle twijfel hieromtrent
gaat nu echter een eind ge
maakt worden.
Bewijs van Gods
getrouwheid
tedere oprechte katholiek zal
zich daarover verheugen. Hecht
en zeker is ons geloof aan dit
hoge voorrecht van Maria: bij
wie onzer immers is ooit enige
twijfel opgekomen aan de ge
grondheid van het feest van 15
Augustus? Maar juist daarom
verheugt het ons dat de Kerk het
hoogste apparaat van haar gezags
uitoefening in werking wil stel
len om voor de gehele wereld te
getuigen van haar onwankelbaar
geloof in Maria's glorievolle he
melvaart.
Die vreugde geldt allereerst
Maria zelf: wij verheugen ons
om de eer, gebracht aan de Moe
der van God en van de mensen.
Maar die vreugde geldt toch
ook wel onszelf. Wij geloven im
mers dat wij eens glorievol met
ziel en lichaam zullen verrijzen
en het onderpand daarvoor vin
den we in Christus' leer. Zijn
Verlossingsdood en vooral ook
Zijn Verrijzenis. Als het nu nog
nodig mocht zijn, dat wij herin
nerd worden aan Gods getrouw
heid, dan hebben wij daarvoor
van nu af niet slechts een be
trouwbaar, een zeker, maar een
onfeilbaar bewijs. God houdt
Zijn woord: zie maar naar Maria;
die is thans reeds geheel ver
lost en daarom met ziel en li
chaam ten hemel opgenomen.
Dat ogenblik zal ook voor ons
aanbreken, n.l. wanneer de ge
volgen van de vloek, die ondanks
de essentiële Verlossing nog op
het mensdom en de gehele aarde
rusten, weggenomen worden op
het einde der tijden.
Hiermee is tevens reeds aan
gegeven, wat het dogma van
Maria's Hemelvaart eigenlijk be
tekent. Algemeen wordt aange
nomen, dat Maria werkelijk ge
storven is, hoewel er enkelen
zijn geweest, die het tegendeel
beweerden. Omdat zij van het
eerste ogenblik van haar ont
vangenis gevrijwaard is geble
ven van de smet der erfzonde,
kon echter de dood voor haar geen
straf zijn. Dat was hij voor Chris
tus wel; maar Diens dood was
dan ook een zoen dood voor de
zonden der mensen. Zulk een
dood echter kon Maria niet ster
ven; maar evenmin kon zij bezwij
ken onder een of andere ziekte;
ziekten immers zijn een gevolg
der zonde. Het meest waarschijn
lijk is het dan ook, dat zij ge
storven is, verteerd door liefde,
in volledige overgave aan God
en in zo groot mogelijke gelijk
vormigheid met de iiefdedood van
haar Zoon.
Hoe weet de Kerk
Maar eigenlijk komt het feit
van Maria's dood er voor de
kwestie, waarover het gaat, niet
op aan. Deze is slechts: is Maria
thans reeds met lichaam en ziel
in de hemel? Men wil de vraag
ook wel eens anders formuleren:
is Maria glorievol verrezen,
daaruit zou immers haar Ten
hemelopneming onmiddellijk vol-
'gen.
Toch zal bij gelegenheid der
dogmaverklaring de vraag wel
niet zo gesteld worden, omdat
immers het feit der glorievolle
verrijzenis, dat van haar dood
impliceert; die wordt weliswaar
algemeen aangenomen, maar een
officiële uitspraak der Kerk
daarover is er niet, al houdt ze
ker Pius XI blijkens een toe
spraak gehouden op 15 Aug. 1933
beslist, dat Maria gestorven is.
Rest dus de vraag: Hoe weten
wij, hoe weet de Kerk, hoe kan
de Paus als onfeilbaar zeker ver
klaren, dat Maria met lichaam
en ziel in de hemel is? Er zijn
twee geloofsbronnen, niet meer,
maar ook niet minder: de H.
Schrift en de Goddelijke Over
levering. Beide bronnen schen
ken ons de door de H. Geest ge
openbaarde waarheden en heb
ben dus evenveel gezag. Het ver
schil is echter dat de boeken der
H. Schrift geschreven zijn onder
bijzondere ingeving van de H.
Geest de geschriften echter,
waarin de geopenbaarde waar
heden staan opgetekend, die
door de Apostelen mondeling
zijn geleerd en die gezamenlijk
de Goddelijke Overlevering vor
men. hebben deze waarborg van
de H. Geest niet. De vragen nu,
welke boeken tot de H. Schrift
behoren; welke de juiste bete
kenis is der verschillende uit
spraken; welke waarheden, die
we in de oude geschriften van
kerkelijke schrijvers aantreffen,
geopenbaard zijn, moeten nood
zakelijk beantwoord kunnen
worden; het betreft hier immers
een zaak van het allerhoogste
belang: Wat heeft God ons wil
len zeggen? De instantie door
Christus zelf daarvoor aangewe
zen, is de H. Kerk. Christus, die
altijd zo concreet was, heeft Zijn
Kerk niet alleen maar gewild als
een onzichtbare gemeenschap,
maar Hij heeft ons ook een zicht
bare Kérk geschonken met een
zichtbaar leergezag: Paus en Bis
schoppen. Dcjor hen kunnen wij
te weten komen, wat geopen
baard is en soms ook wat niet. Er
volgt uit, dat het kerkelijk leer
gezag exclusief gebonden is aan
die twee kenbronnen der Open
baring: H. Schrift en Traditie.
Verwachtingen omtrent
de Bulla
Nu zal het hoogste leergezag
binnenkort spreken. Het is een
oude gewoonte, dat de Kerk een
dergelijke onfeilbare uitspraak
laat vergezeld gaan van een
plechtig schrijven, dat men Bul-
la noemt. Hoewel bij deze gele
genheid de Paus de dogmaver
klaring wel mondeling zal ver
richten, mogen wij toch drin
gend hopen, dat er binnenkort
een dogmatische Bulle zal ver
schijnen, waarin de Kerk haar be
slissing motiveert. Van de ene
kant kan dit niet anders zijn dan
een vurige hoop, die ons geloof
sterker zal bevestigen, maar ook
onze weetgierigheid zal bevredi
gen; van de andere kant ligt in
diezelfde hoop een aanmaning
tot grote voorzichtigheid. Im
mers juist wat de motivering
van dit dogma betreft, schuilen
er hier eigenaardige moeil ikhe-
den; wij verwachten van de
Kerk zeker een gedeeltelijke op
lossing daarvan, maar dan moet
een simpel gelovige, die zelf
niet het minste leergezag bezit,
toch wel uiterst voorzichtig zijn,
wanneer hij, vlak voordat de
Paus spreekt, zich gaat wagen
aan een beschouwing van deze
vraag. Toch kunnen we daaraan
hier niet ontkomen.
Men mag verwachten, dat er
niet al te grote nadruk zal ge
legd worden op de zuiver histo
rische traditie. Het is immers een
feit, dat er na de dood van Ma
ria en het eerste betrouwbare
getuigenis over haar Hemelvaart
ruim vijfhonderd jaar verlopen
zijn, m. a. w. een onafgebroken
traditie van de gebeurtenis af
tot nu toe is er niet. Natuurlijk
heeft men sinds de tijd, dat aan
de Tenhemelopneming expliciet
geloofd werd( rond 600), ook ge
probeerd getuigenissen uit de
vroegere eeuwen aan te halen.
Maar op slot van rekening gaven
die pogingen alleen maar aan de
tegenstanders wapens in de
hand: een voor een werden al
die zgn. traditiebewijzen ontze
nuwd: ze waren vervalst; of ze
werden verkeerd verstaan; of ze
dateerden van later. Het gevolg
was, dat de goede zaak, waar
voor men zich inspande, er ten
zeerste onder leed; met de woor
den non tali auxilio, nee defen-
soribus istis, niet met zulke hulp,
niet met zo'n verdediging, laat
reeds een voorchristelijke schrij
ver dergelijke onhandige hulp
afwijzen. Een der grootste theo-
lagen uit de vorige eeuw heeft
zeer scherpzinnig de fout van
deze „verdedigers" aangewezen
Alle twijfels over het feit van
Maria's dood en hemelvaart zijn
hierdoor ontstaan, dat men zich
op het valse standpunt plaatste,
dat iets om als zeker te gelden
moest vastgesteld worden door
kerkelijke gewaarborgde, histori
sche middelen. De Duitse schrij
ver wil zeggen: wanneer er geen
traditie van het begin af is, is
het daarom nog niet onzeker.
Er is namelijk nog een andere
geloofsbron: de Bijbel, in dit ge
val het Nieuwe Testament. Nu
is het al wederom een feit, dat
er daar geen uitdrukkelijk ge
tuigenis voor de Hemelvaart van
Maria te vinden is. Maar geen
uitdrukkelijke getuigenis en geen
getuigenis is niet hetzelfde. En
op dit laatste komt het aan: is
er in de H. Schrift een getuige
nis te vinden, al is het dan een
impliciet, over deze waarheid?
De volheid van Maria's
genade
Laat ik hier beginnen het ar
gument te geven, dan mij per
soonlijk het meest aanspreekt.
Evenals alle mensen moest ook
Maria door Christus verlost wor
den immers ook zij was afstam
melinge van Adam, in wie alle
mensen gezondigd hebben. Het
voornaamste uitwerksel der
Verlossing, n.l. het bezit der hei-
ligmakende genade, werd op
haar toegepast van het eerste
ogenblik van haar bestaan af;
d.w.z. op hetzelfde ogenblik, dat
haar ziel begon te bestaan, d.i.
bij haar ontvangenis, bezat zij
ook de heiligmakende genade.
Maar die had zij enkel en alleen
met het oog op de verdiensten
van Jesus Christus, de Heiland
van het menselijk geslacht. Is
dus Maria verlost? Wel degelijk:
zij had de erfzonde moeten heb
ben als dochter van Adam; zij
heeft die echter niet gehad om
de verdiensten van de Verlosser.
Zij is niet slechts verlost; zij is
zeifs volledig verlost. Steunt dit
alles nu op uitspraken van de
Heilige Schrift? Zeer zeker. We
beperken ons hier tot het Nieu
we Testament en spreken dus
niet over het zgn. proto-evangelie
(Gen. 3. 15). De begroeting van
de Engel Gabriël tot Maria bevat
de zware woorden: gratia plena,
vol van genade; in de Griekse
grondtekst staat hier slechts één
woord, dat wel verstaanbaar,
maar niet vertaalbaar is; het be
tekent: Gij die genade geworden
zijt, d.i. Gij die op volmaakte
wijze door de genade in bezit ge
nomen zijt. Daaruit voorname
lijk heeft de Kerk de conclusie
getrokken met de noodzakelij
ke hulp van de, hier, al zeer
vroeg beginnende Traditie dat
aan Maria de genade op heel uit
zonderlijke wijze is toegedeeld.
Dat is het dogma van de Onbe
vlekte Ontvangenis. Maar als
Maria dan volmaakt verlost is,
hebben ook de woorden: Gij zijt
de gezegende onder de vrouwen,
hun heel bijzondere betekenis.
De uitdrukking, die de Griekse
grondtekst hier gebruikt voor:
gezegende, is yan dezelfde soort
als die voor: gratia plena, en let
terlijk dezelfde als onmiddellijk
daarna gebruikt wordt voor de
begroeting van Jesus: Gezegend
is de vrucht van uw schoot. Zij
betekent ongeveer: Gij zijt de
gezegende bij uitstek. Door de
vloek nu van God na de zonde
werden getroffen achtereenvol
gens de slang, de duivel, Eva en
Adam. In tegenstelling met Eva
wordt haar tegenbeeld Maria, de
nieuwe Eva, zoals men haar
graag betitelt, genoemd: de ge
zegende. En dat betekent bij
haar weer de volmaakte Verlos
sing. Nu is het naar een duide
lijke uitspraak van de H. Schrift
(Rom. 8. 22v) heel zeker, dat de
gehele schepping thans nog
zucht onder de gevolgen der
zonde; de Verlossing is op ons
nog niet volledig toegepast: dat
zal eerst gebeuren, wanneer ook
ons lichaam verlost wordt van
alle gevolgen der zonde. Voor
Maria echter was de Verlossing
wél volledig: zij is van het eerste
ogenblik van haar bestaan ge
vrijwaard gebleven van de zonde
en al haar gevolgen; zij kon de
dood en het bederf niet als
vloek ondergaan; zij is de ge
zegende; zij was onmiddellijk
deelachtig aan de volkomen Ver
lossing: die van de ziel èn van
het lichaam.
Dezelfde geleerde, die boven
aangehaald werd, heeft nog een
ander argument, dat hij vindt in
een uitspraak van Joannes, de
man, die Maria op verzoek van
Christus tot zijn moeder had
aangenomen. Zijn argumente
ring klinkt voor sommigen niet
onaannemelijk, maar het is toch
geraden om nog even af te wach
ten en te zien, of ook de Paus ze
overneemt.
Waarom juist nu
De voorgaande bewijsvoering,
gebaseerd op de H. Schrift en
het dogma der Onbevlekte Ont
vangenis, moge voorlopig vol
staan. Laten we luisteren naar
wat de Paus zal zeggen. Zeker
weten wij, dat het Feest van Al
lerheiligen in dit Heihg Jaar
1950 werkelijk een HoogTeest zal
zijn, omdat dan definitief vast
zal staan, dat Christus ook in
het opzicht van onze hemelvaart
ons Zijn Moeder voorhoudt als
een bewijs van Zijn getrouw
heid.
Kunnen we ten slotte nog ver
klaren, waarom de Paus juist nu
overgaat tot deze dogmaverkla
ring? Neen; we moeten het aan
hemzelf overlaten, of h|j ons
over zijn motieven zal willen in
lichten. Misschien echter heeft
prof. Berkhouwer, die in een
hoogstaand artikel in het dag
blad Trouw zijn gedachten over
dit onderwerp heeft laten gaan,
het niet zo ver mis, wanneer hij
zegt, dat de nood, de crisis der
wereld van het jaar 1950 de ach
tergrond van deze beslissing
vormt. De Protestant en de Ka
tholiek ontmoeten hier elkaar,
maar om onmiddellijk weer uit
een te gaan. De overtuigde Pro
testant immers zegt, dat Rome
door deze beslissing de dreigen
de groei van het verzet tegen
Rome wil trotseren; de even
overtuigde Katholiek zou dat
willen verand.eren en zeggen,
dat Rome door deze beslissing
de dreigende afval van Christus
wil stuiten op voorspraak van
Zijn Moeder, die Hij, zoals wij
vast geloven, met ziel ën lichaam
bij Zich genomen heeft in de
HemeV Als voordurend getui
genis van dat geloof mogen we
misschien binnenkort in de Li
tanie van O. L. Vrouw een aan
roeping erbij voegen. Koningin
met ziel en lichaam in de Hemel
opgenomen, bid voor ons.
FR. VERMEULEN, pr.
GEZINS-FEESTDAG
TER ERE VAN MARIA
Na de Opneming van de Aller
zaligste Maagd Maria met ziel en
lichaam in de Hemel op 1 Novem
ber plechtig tot dogma zal wor
den verklaard, richt de Lande
lijke Leiding der Katholieke Ac
tie in Nederland een oproep tot
alle Katholieken om deze uitzon
derlijke historische gebeurtenis
ook buitenkerkelijk te vieren.
Dt kan allereerst gebeuren door
op de eerste November van alle
Katholieke huizen de vlag uit te
steken, om zo ook in het openbaar
te getuigen van onze vreugde over
Maria's heerlijkheid.
Vervolgens ook, door deze dag
te maken tot een bijzondere Ma-
ria-dag en tot een speciale feest
dag voor het gezin, waaraan alle
gezinsleden deelnemen door geza
menlijk gebed en door het huis en
in het bijzonder de beeltenis van
de Moeder Gods te versieren.
Wanneer in de gehele Katholieke
wereld op grootse wijze met deze
luisterrijke dogmaverklaring
wordt meegeleefd, zullen de Ne
derlandse Katholieken daarbij
zeker niet willen achterblijven.
De dogmaverkla
ring van Maria's
Hemelvaart door
de mond van Chris
tus' plaatsbekleder
op aarde vormt een
der hoogtepunten
van diens
pontificaat.
De dogmaverklaring op 1
November a.s., het feest van
Allerheiligen, van Maria's Ten
hemelopneming, zal gepaard
gaan met groot ceremonieel en
staatsie. Reeds om half negen
beginnen de plechtigheden, die
zullen duren tot ongeveer 12
uur.
Plechtige processie over
het St. Pietersplein
In de Sixtijnse kapel en in het
Apostolisch Paleis wordt de in
drukwekkende pauselijke stoet
opgesteld, die bij deze gelegenheid
REEDS IN DE EERSTE CHRISTENTIJDEN werd de waarheid
van de Tenhemelopneming van Maria als vaststaand aangeno
men. Het feest, dat wij nu op 15 Augustus vieren als Maria
Tenhemelopneming, was vroeger in ons spraakgebruik bekend
onder de naam „Hoge Lieve Vrouwendag", een van de grootste
Christelijke feesten. Voor de Byzantijnse Kerk van het Oosten
was dit feest het allergrootste Mariafeest. Het werd door keizer
Mauritius in het jaar 582 vastgesteld op de 15e Augustus. In de
zevende eeuw werd dit feest ook in het Westen gevierd onder
de titel Dormitiodit is „Het ontslapen der Moeder Gods"
In het Sacramentarium van Gelasianus, waarvan de oudste
tekst dateert van het jaar 100, wordt het feest reeds „Assump-
tio" dit is „Tenhemelopneming" genoemd, onder welke
titel het in de elfde eeuw in het Westen algemeen werd gevierd.
de gehele wereld vroegen spon
taan om de dogmaverklaring; on
der hen waren 852 kardinalen,
patriarchen, aartsbisschoppen en
bisschoppen, 14 kapittel-vicarissen
en 16 apostolische prefecten.
Gedurende hetzelfde tijdperk
van 1946 tot 1950 werden verzoek
schriften ingediend door al de al
gemene oversten van de 63 pries
terorden met tezamen 122.000 le
den, van 79 congregaties voor
mannelijke religieuzen met teza
men 100.000 geprofesten. Van
groot belang is het ook, dat ne
gen van de tien pauselijke uni
versiteiten te Rome een verzoek
schrift indienden, verder 19 van
de 25 canoniek opgerichte Katho
lieke universiteiten en van zo
goed als alle theologische facul
teiten over de gehele wereld,
waaronder ook de Katholieke uni
versiteit van Nijmegen, en van de
meeste groot-seminaries. Van
priesters, religieuzen en leken
kwamen verzoekschriften binnen,
terwijl in vele artikelen in tal
loze tijdschriften het onderwerp
van de Tenhemelopneming werd
behandeld.
Op 1 Mei 1946 schreef onder
aandrang van al deze verzoek-
zoekschriften Paus Pius XII een
rondzendbrief, „Dei parae Virgi-
ms". waarin hij de bisschoppen
van de wereld vroeg na te gaan,
hoe priesters en leken staan te
genover de eventuele dogmaver
klaring van Maria Tenhemelopne
ming en of zij zelf de tijd daartoe
geschikt achten.
Meer dan 8 millioen
verzoekschriften
Het is in de negentiende eeuw,
die wel bijzonder gekenmerkt
werd door de Maria-devotie, dat,
vooral na de dogmaverklaring
van de Onbevlekte Ontvangenis
van de H. Maagd, er een bewe
ging ontstond om ook de Tenhe
melopneming tot dogma te ver
klaren. De voorzichtige Kerk
heeft gemeend deze twee waarhe
den niet tezelfdertijd tot dogma
te moeten verklaren. De aandrang
in deze richting is gedurende een
eeuw steeds meer toegenomen.
Het eerste verzoekschrift werd
in 1863 door de Spaanse koningin
Isabella II op aanraden van haar
biechtvader, de dit jaar heili'g-
verklaarde A. M Claret, gericht
aan Paus Pius IX, die de tijden
nog niet rijp achtte voor een der
gelijke dogmaverklaring, alhoe
wel hij bevestigde, dat de Tenhe
melopneming van Maria als nood
zakelijk verbonden moet worden
beschouwd met Haar Onbevlekte
Ontvangenis.
Dit was het begin van de grote
„petitie"-beweging, die steeds
maar weer aandrong op de dog
maverklaring. Tussen 1863 en
1940 werden meer dan acht mil
lioen verzoekschriften naar de
H. Stoel gezonden door practisch
van de residerende aartsbis
schoppen en bisschoppen over de
hele wereld. Het eerste verzoek
schrift na dat van Isabella werd
aangeboden door 200 Vaders van
het Vaticaans Concilie. In het be
gin van deze eeuw herleefde deze
beweging in Frankrijk, die tot
uiting kwam bij de grote inter
nationale Mariacongressen van
1900 en 1912 en die tot 1939 ge
staag aanhield.
De petities werden behalve door
de kerkelijke hoogwaardigheids
bekleders van de Latijnse en Oos
terse Ritus getekend door vele
theologische faculteiten, door
83.000 priesters en religieuzen en,
wat opmerkelijk is, door meer
dan acht millioen leken.
Na-oorlogse verzoekschriften
eisen dogma
Het is na de tweede wereldoor
log, dat deze beweging herleefde
en met groter kracht dan ooit te
voren opkwam. „Het schijnt", zo
schrijft pater Hentrich in zijn
grote werk over deze beweging,
„of de vloed van enthousiasme,
tegengehouden door deze wrede
oorlog als door een dijk, nu met
groter kracht en snelheid opkomt
om de laatste moeilijkheden te
overwinnen en het beoogde doel
te bereiken.
Het Episcopaat van gehele lan
den en kerkelijke gebieden over
VATICAANSTAD. Naar zo
juist is bekend geworden heeft de
H. Vader een nieuw gebed sa
mengesteld ter gelegenheid van
de dogmaverklaring van Maria
Tenhemelopneming.
De H. Vader zal dit gebed zelf
voor de eerste maal bidden in
Zijn privé-kapel op Dinsdagavond
31 October, wanneer de bekende
afbeelding van Maria „Salus Po-
puli Romani" van de basiliek
Santa Maria in Ara Coeli op het
Kapitool in een plechtige licht
processie door Rome naar de
Vaticaanse basiliek zal zijn over
gebracht.
Luidsprekers zullen Zijn stem
verder dragen. Daarna zal de H.
Vader van het venster van Zijn
particulier vertrek de menigte
op het Sint Pietersplein Zijn
Apostolische Zegen geven.
Hierop kwam antwoord van
1191 residerende bisschoppen, dit
is 94 van het totaal; slechts
uit enkele verafgelegen missiege
bieden kwam nog geen antwoord.
Twee en twintig bisschoppen wa
ren van oordeel, dat de tijd mis
schien niet geschikt is; zes van
hen spraken enige twijfel uit over
de inhoud van het dogma.
Ook de bisschoppen van de Oos
terse ritus en van die uit landen
met overwegend Protestantse be
volking betuigden hun volle in
stemming met en hun vreugde
over de dogmaverklaring.
Het is om te beantwoorden aan
deze steeds dringender roep van
de gemeenschap der gelovigen
over de gehele wereld, dat Z. H.
Paus Pius XII heeft besloten om
dit leerstuk, dat steeds in de Kerk
leefde en de kinderlijke trots der
gelovigen om hun verheven Moe
der zo sterk aanspreekt, door een
plechtige uitspraak van het op
perste buitengewone leergezag
der Kerk, met de hoogstmogelijke
luister aan de gelovige wereld
voor te houden.
MISSIONARIS IN CHINA
SPOORLOOS VERDWENEN
HONGKONG (KNP). Sedert
29 September is de questor aan
de Katholieke Universiteit Fu Jen
te Peking spoorloos verdwenen.
Het betreft hier de Duitse pater
Peter Huengsberg van de Missio
narissen van Steyl. In de voor
middag van genoemde dag verliet
hij per auto de universiteit. De
auto werd bestuurd door een Chi
nese chauffeur. De plaatselijke
politie-instanties en het Ministe
rie van Buitenlandse Zaken wer
den op 6 October van de verdwij
ning van de missionaris op de
hoogte gesteld.
Over de achtergrond van deze
verdwijning is niets met zekerheid
bekend. Wel weet men. dat de
communistische regering van
China ten tijde van de verdwij
ning van pater Huengsberg een
proces tegen de Katholieke uni
versiteit Fu Jen voorbereidde, dat
even later de inbeslagneming van
de Fu Jen-universiteit tengevolge
had.
OP 1 NOVEMBER
DEN HAAG (KNP). Het
Wereldsecretariaat der Maria-
congregaties te Rome heeft een
rondschrijven gericht aan alle
landelijke secretariaten, met het
verzoek om op de dag van de
dogmaverklaring door de afde
lingen der Mariacongregaties tele
grammen te doen verzenden aan
Zijne Heiligheid om Hem te dan
ken en te huldigen hij gelegen
heid van deze belangrijke gebeur
tenis.
In de overtuiging, dat vele
andere personen en organisaties
gaarne te Rome uiting willen
geven aan hun vreugde en in
stemming met Maria's heerlijk
heid, brengt het landelijk Secre
tariaat van Nederland langs deze
weg deze suggestie ter kennis van
de afdelingen der Mariacongre
gaties, vertrouwend, dat men in
Rome zal kunnen bemerken, hoe
zeer allen, die niet in de Eeuwige
Stad aanwezig kunnen zijn. op
die dag meeleven met de Kerk.
nog grootser zal zijn door het bui
tengewoon grote aantal kardina
len, apostolische nuntii, patriar
chen, aartsbisschoppen en bis
hoppen die aanwezig zullen zijn
buiten het gewone aantal prela-
7nw Jf °d aruJere gelegenheden
x. H. de Paus begeleiden.
De processie, waarin de H. Va
der, gezeten op de Sedia Gestato-
ria, wordt meegedragen, verlaat
het Vaticaanse Paleis door de
„Bronzen Poort" onder het linker
gedeelte van de colonnaden van
Bernini en trekt dan, terwijl het
koor der Sixtijnse kapel de Lita
nie van Allerheiligen zingt, dwars
over het St. Pietersplein naar het
altaar en de pauselijke troon, die
zijn opgetrokken boven aan de
trap, die naar de basiliek van St.
Pieter voert. Om 9 uur zal de H.
Vader bij de troon zijn aangeko
men, waar alle aanwezige kardi
nalen dan hun opwachting zullen
tnakcn, terwijl het koor van de
Sixtijnse kapel verschillende
hymnen zingt ter ere van de Moe
der van God.
Plechtigheid der dogma
verklaring
Dan volgt de „Postulatio" (het
verzoek) om de Tenhemelopne-
ming van Maria met ziel en li
chaam tot een dogma van het
Katholieke Geloof te verklaren.
Deze Postulatio" wordt voorge
lezen door de oudste der aanwe
zige kardinalen. Daar de deken
van het College van Kardinalen,
rrancesco Kardinaal Marchetti-
Selvaggiani, ziek is en misschien
niet aanwezig zal kunnen zijn, is
het waarschijnlijk Kardinaal Tis-
serant, de vice-deken van het
College, die het historische ver
zoek zal voorlezen. De Postulatio
w?rdt gevolgd door enige ogen
blikken van stil gebed, waarna de
H. Vader het „Veni Creator" in
zet om de bijstand van de H.
Geest te vragen bij de plechtige
handeling, die hij zal verrichten
als de Plaatsbekleder van Chris
tus en het Hoofd der Kerk op
aarde. Wanneer deze aanroeping
van de H. Geest is afgelopen, bidt
de H. Vader reciterend het voor
geschreven gebed en spreekt in
de Latijnse taal „ex-cathedra" de
plechtige dogmaverklaring uit.
„Te Deum" en Apostolische
zegen
Daarna zet de H. Vader het ju
belende „Te Deum" in om God te
danken voor de grote genade van
deze historische dogmaverklaring,
die wederom een juweel toevoegt
aan de glorieuze kroon van de
Koningin des Hemels en de Maag
delijke Moeder van God.
De klokken van de St. Pieter
zullen zich bij deze dankhymne
voegen en de klokken van Rome
en van de gehele wereld zullen
de vreugde van geheel de Katho
lieke wereld uitzingen.
Dit eerste deel der plechtighe
den wordt besloten met de Apos
tolische Zegen en zal vermoede
lijk om kwart voor tien afgelopen
zijn.
Pausmis in de St. Pieter
Voor de tweede maal stelt de
Pauselijke processie zich op en
trekt de basiliek binnen. Wan
neer de H. Vader is aangekomen
bij de Pauselijke troon, die opge
steld staat voor het altaar van St.
Petrus' Stoel, wordt de terts ge
zongen, gedurende welke tijd Z.
H. de Paus zich bekleedt mot de
gewaden voor de plechtige Paus
mis.
Na het Evangelie zal de H. Va
der in het Latijn een homilie
houden voor de gehele Katholieke
wereld.
Onder leiding van Mgr. Loren
zo Perosi- voert de Sixtijnse ka
pel de vaste misgezangen uit van
Palestrina's „Assumpta est".
De plechtigheden zullen onge
veer om 12 uur afgelopen zijn,
wanneer de H. Vader de Vati
caanse basiliek verlaat om terug
te keren naar Zijn privé-vertrek-
ken in het Vaticaanse Paleis.
HONGAARS EPISCOPAAT
KWAM BIJEEN
BOEDAPEST (KNP). Het
Hongaarse Episcopaat is dezer
dagen voor een bijzondere bis
schopsconferentie in het groot
seminarie in Boedapest bijeenge
komen. Over de besprekingen, die
onder leiding stonden van Mgr.
Josef Grösz, aartsbisschop van
Kalocsa, is niets bekend gemaakt.
Men neemt evenwel aan, dat het
voornaamste punt van bespreking
betrekking had op de verdrijving
van de ongeveer 10.000 religion
zen uit hun kloosters.