Kersimysierie in Byzantijnse liturgie
De Oosterse devotie is vervuld van diepe eerbied
en stelt nederige aanbidding op de eerste plaats
Grote synthese
Diepgaand verschil
tussen de gevoelens
waarin Oosterse en
Westerse Christe
nen de menswor
ding van de Zoon
Gods herdenken
IN HET JAAR
vanaf de Schepping der wereld
- toen God, in den beginne, schiep hemel
en aarde,
vijf duizend, honderd, negen en negentig,
vanaf de Zondvloedin het jaar twee dui
zend, zeshonderd, zeven en vijftig,
vanaf de geboorte van Abraham in het jaar
twee duizend en vijftien,
vanaf Mozes en de uittocht van het volk van
Israël uit Egypte: in het jaar duizend, vijf
honderd en tien,
vanaf de zalving van David tot Koning
in het jaar duizend en twee en dertig.
In de vijf en zestige Weke volgens de
profetie van Daniël,
in de honderd vier en negentigste Olym
piade,
in het jaar zeven honderd en twee en vijftig
na de stichting van Rome,
in het twee en veertigste jaar van de Rege
ring van Keizer Octavianus Augustus,
toen de hele wereld was tot rust en vrede
gekomen,
in het zesde tijdperk dezer wereld, -
heeft Jesus Christus, God van Eeuwigheid, Zoon
van den Eeuwigen Vader, gewild: de wereld, in
Zijn overgrote liefde, te heiligen door Zijn komst
en is,
ontvangen van den Heiligen Geest,
toen de negen maanden na zijn ontvangenis waren
verlopen,
in Bethlehem, stad van Juda, geboren uit de
maagd Maria,
en is Mens geworden.
GEBOORTE ONZES HEREN JESUS CHRISTUS
NAAR HET VLEES
ZATERDAG 23 DECEMBER 1950
PAGINA 9
^^EST EN OOST beide, hebben in gemeenschappelijke bewondering de komst van de
Zoon Gods in deze wereld beschouwd. De paradox der menswording van een God
brengt de gehele Christenheid op Kerstmis in eerbiedige verbazing en toch is er een
diepgaand verschil tussen de gevoelens, waarin Oosterse en Westerse Chrjstenen het
mysterie herdenken. De komst vari de Zoon Gods in deze wereld ging vergezeld van zoveel
treffende bijkomstigheden, dat voor de Westerling de idylle het mysterie bijna in de
schaduw stelt. Het schreiende, broze Kindje, de jonge Moedermaagd, de zingende engelen,
de aansnellende herders hebben de verbeelding zo sterk beïnvloed, dat het eigenlijke geheim
op de achtergrond raakte. Vooral sinds de dagen van Sint Franciscus vormt de kerstkribbe
een onmisbaar bestanddeel van de Westerse Kerstviering en mag in geen enkele kerk
ontbreken. Wel legt ook de Westerse Kerk in haar liturgie de nadruk op de Zoon Gods,
die mens werd vooral in het Nachtofficie van Kerstmis en in de lessen en gebeden van
dê Dagmis maar de grote volksdevotie gaat uit naar het hulpeloze Kindje in doeken
gewikkeld. In het Oosten daarentegen bleef de gedachte aan het grote mysterie over
heersen, ook in de volksdevotie. De komst van de Zoon Gods op aarde bleef het centrale punt,
zowel voor de grote massa, als in de liturgie. Terwijl in het Westen een zekere vervreem
ding ontstond tussen liturgie en volksdevotie, bleef in de Griekse Kerk de nauwe band
bestaan.
\\/e bepalen ons hier tot de
Byzantijnse liturgie, die van
de Grote Kerk, omdat deze verre
weg de meest verspreide is en
deze nauwkeurig de elementen
van de Oosterse Kerstviering
registreert.
Zij combineert al de geheimen
welke de komst des Heren be
geleidden, de geboorte in een stal,
de aanbidding der herders en die
der wijzen in één grote synthese.
Ze spreekt minder over het Kind
je van Bethlehem dan over de
onbegrijpelijke zelfvernedering
van de Zoon Gods, over het
mysterie, dat het Woord onze
natuur heeft aangenomen om ons
te veranderen en in zekere zin
te vergoddelijken.
Men kan zeggen, dat de Wes
terse mens meer de aandacht
heeft voor de menselijke zijde
van het Kerstgebeuren, hij ziet
Christus vooral als de Zoon van
Maria. De Oosterling blijft ster
ker doordrongen van het besef
dat Hij is de Zoon Gods. Dit
hoeft een belangrijke invloed op
de vroomheid, welke daarom zulk
een diepgaand verschil vertoont.
De Westerse devotie is meer
geneigd tot liefdevolle gemeen
zaamheid met het Kerstkindje,
de Oosterse is vervuld van diepe
eerbied en stelt nederige aanbid
ding op de eerste plaats.
Beide visies zijn ieder voor zich
voortreffelijk en vormen een der
schoonste variaties op het rijke
gewaad van Gods Kerk in deze
wereld.
Daarnaast is het Oosterse
Kerstfeest veel meer een Maria-
feest dan in het Westen, het ac
cent wordt vooral gelegd op het
maagdelijk moederschap van
Maria en daarom getuigt de
aanroeping:
„Passend is het in waarheid
U zalig te prijzen, Gods
Moeder.
U de immer gelukzalige en
geheel smetteloze en de
Moeder van onze God.
Eerwaardiger dan de
Cheroebim en onvergelijke
lijk heerlijker dan de
Seraphim
De viering van het
Kerstfeest
Met grote zorg bereidt de
Byzantijnse Kerk zich voor.
Een veertigdaagse Vasten, welke
op 15 November begint, vormt
de inleiding en vanaf 1 Decem
ber doordringt de gedachte aan
de Komst des Heren steeds in
tensiever haar liturgie.
Alle feesten van enige beteke
nis zijn aan dit geheim gewijd;
op de vóórlaatste Zondag her
denkt zij de heilige Voorouders
van Christus, op de laatste Zon
dag vóór Kerstmis viert zij alle
Rechtvaardigen vanaf Adam tot
Sint Jozef.
De Kerstviering zelf bestaat uit
twee gedeelten: op 24 December
de Paramonie der Geboorte en
op 25 December heeft de eigen
lijke viering plaats.
Tot en met 31 December duurt
de naviering en verschillende
heiligen, die met Kerstmis in
nauw verband staan, worden in
deze dagen herdacht. Voorop de
Heilige Maagd 26 December
De twee grote momenten der
Kerstviering zijn de Paramonie
en het eigenlijke Kerstfeest. De
passende benaming voor de litur
gische viering van Kerstavond in
het Westen is „Vigilie" voor
het Oosten is die naam onjuist.
Want daar is de vigilie een on
derdeel van de eigenlijke feest
viering zelf, terwijl de „nacht
wake" daaraan voorafgaande, een
geheel eigen karakter heeft. De
kleine uren van het officie
Primen, Tertiën, Sexten en Nonen
zijn veel langer dan gewoon
lijk en heten Koninklijke Uren,
terwijl de gehele plechtigheid
„paramonie" wordt genoemd
van paramenein óp blijven,
bij elkaar blijven.
Zodra de Vespers van 24 De
cember zijn gezongen, begint deze
plechtigheid, welke duurt tot aan
het begin der Vigilie waarmee
het eigenlijke Kerstofficie aan
vangt.
Deze Paramonie bestaat uit een
rijke afwisseling van psalmen,
gebeden en hymnen, die alle zeer
nauw met hét Kerstmysterie in
betrekking staan.
Het Evangelieverhaal wordt
telkens omlijst door lofzangen
Dat hemel en aarde
vandaag in reidansen juichen als profeten,
engelen en mensen
een geestelijk vreugdefeest vieren
want God is
aan hen die wonen in schaduw en duisternis,
in het vlees verschenen,
geboren uit een vrouw.
Stichera van Joannes de Monnik
is het grote feest der Moeder
Gods; op de volgende Zondag
zijn Sint Jozef, Sint Jacobus de
Mindere, neef des Heren, en
koning David voorwerp van haar
verering. Sint Stephanus en de
Heilige Onnozele Kinderen, die in
het Westen op 26 en 28 Decem
ber worden herdacht, hebben in
de Byzantijnse ritus hun feest op
de 27ste en 29ste van die maand.
ter ere der Heilige Maagd en
oden van de grootmeesters onder
de Byzantijnse hymnen-dichters.
Vooral Sophronius is zeer dik
wijls aan het woord.
Dan vormt de vigilie de over
gang naar de eigenlijke Kerst
viering. Ze is voor een groot
deel samengesteld uit psalmen en
gebeden doorweven met hymnen
van de twee grootste dichters der
Deze prachtige „Geboorte
van Christus", uit de
School van Novgorod
XVIe eeuw is een der
kostelijkste, zo niet de
schoonste onder de Kerst-
ikonen, welke de Byzan
tijnse Kerk kent.
Het centrale deel van
de voorstelling wordt in
genomen door het eigen
lijke Kerstgebeuren, Maria
rustend op een tapijt,
vóór de geboortegrot, een
ijsspelonk, waar het God
delijk Kind in de kribbe
ligt.
Een uitvoerige beschrij
ving van de vele details
dezer voortreffelijke af
beelding vindt men in de
tekst.
Het grote wonder in de stal van Bethlehem, middenpaneel van een triptiek van Gerard
David (1460-1523). Een gelijke compositie komt voor in het Brevier van Isabella van
Spanje. (Publicatie „By courtesey of the Jules Bache Foundation, New York.)
Oosterse Kerk: Joannes de Mon
nik bij ons beter bekend als Sint
Joannes van Damascus en Ger-
manos patriarch van Byzantium.
In een ongelooflijke rijkdom
van gedachten wordt het Kerst
geheim uitgebeeld, aarde en men
sen worden onophoudelijk uitge
nodigd tot deelneming aan de
vreugde der Kerk.
Het Kerstgebeuren in
de ikonen
Wie ooit een Oosterse kerk
heeft bezocht, weet, dat de
ikonen daar een belangrijke
plaats innemen en een geheel
eigen atmosfeer aan het heilig
dom geven. Daar is de beelden-
wand, die het altaar afsluit, de
proskynetaria of lessenaars met
hun ikonen, de wanden die vol
ikonen hangen. Ze geven aan een
Oosterse kerk een geheel ander
uiterlijk dan een Latijnse ver
toont. Dat kunst en religie zeer
nauw met elkaar verbonden zijn,
komt vooral bij de ikonen tot
uitdrukking. Het gehele program
der ikonenkunst is: getuigenis af
leggen van de werkelijkheid Gods
te midden der schepping en de
uitstraling van het goddelijk
Woord in deze wereld
De ikonenkunst is geestelijk
ge-oriënteerd en laat zich leiden
door een voorstelling die men
innerlijk van iets heeft. De
zinnelijk waarneembare wereld
speelt een ondergeschikte rol.
natuurgetrouw zijn de ikonen
niet. De heiligen zijn hemel
bewoners en leven in vergeeste
lijkte gestalten/alles wat te sterk
aan de aarde gebonden is vindt
er geen plaats. Opvallend is de
sterke expressie der ogen, die het
Eeuwige Licht hebben geschouwd.
Daarom wijken de ikonen zo
sterk af van religieuze schilder
stukken in het Westen en bij de
Kerst-ikonen spreekt dit verschil
heel duidelijk.
Ujft de vroege Middeleeuwen
zijn slechts zeer weinig ikonen
bewaard gebleven, de meeste
werden vernield tijdens de Beel
denstrijd, welke de Griekse Kerk
teisterde in de achtste en negen
de eeuw. In -haar diepste wezen
ging deze strijd niet over de
vraag of het geoorloofd was hei
ligenbeelden te vereren, maar
over de veel verder gaande kwes
tie of men Christus mag afbeel
den of niet. Voor het Oosten,
waar eeuwenlang een felle strijd
was gevoerd rond het Christus
dogma en verschillende kette
rijen waren ontstaan, was dit een
brandend probleem. In een ver
schrikkelijke terreur hebben de
Ikonoclasten de beelden ver
brijzeld en verbrand. De ortho
doxen of rechtgelovigen echter
formuleerden de stelling, dat de
ikonen voortreffelijk en heilig
waren, want een der grootste
mysteries van het Christendom
was de Menswording van Gods
Zoon en daarom mocht Hij ook
worden afgebeeld, opdat men
door de zichtbare afbeelding tot
liefde voor de onzichtbare Heer
der Heerlijkheid zou worden ver
voerd. Twee grote leraars der
Griekse Kerk, Sint Joannes van
Damascus en Sint Theodorus van
Stoedion, hebben deze waarheid
geformuleerd en tot overwinning
gebracht. Rond 840 was de vrede
hersteld en het Feest der Ortho
doxie bekroonde de rechtmatig
heid der ikonen. Maar een schat
van afbeeldingen was verloren
gegaan.
De meeste Kerstvoorstellingen
zijn dan ook uit latere tijden,
vooral de Russen hebben prach
tige ikonen geschilderd.
grondslag: een sterke nadruk
wordt gelegd op het Goddelijke
van het Kerstkindje en aan Maria
wordt een grote plaats ingeruimd.
De Westerling, die zo graag het
Kindje van Bethlehem in de
kribbe ziet afgebeeld, staat on
wennig tegenover de Oosterse
voorstellingen van het Goddelijk
Kind hij vindt ze te streng en
te plechtig.
Op de beroemde Smolenskaja
de ikoon van Onze Lieve
Vrouw van Smolensk heeft
het Christuskind op Maria's ar
men volgens hem een uitdruk
king, die veel te rijp is voor zijn
leeftijd. Maar de schilder vergat
niet, dat het Kindje tevens de
alwetende God is Bovendien gaf
hij Het een schriftrol in de hand,
als aanduiding dat Christus is het
vleesgeworden Woord.
De voorstelling van het slapen
de Jezuskindje kent de ikonen-
schilder ook, maar hij stelt de
Emmanuel voor met open ogen,
gedachtig het woord uit het
Hooglied: „Ik slaap, maar mijn
hart waakt."
De prachtigste Kerstikoon, wel
ke de Byzantijnse Kerk kent,
geeft duidelijk de centrale plaats
weer, welke de Heilige Moeder
maagd inneemt. Het centrum
wordt gevormd door de eigen
lijke Kerstvoorstelling: Maria rus
tend op een tapijt vóór do grot
der geboorte, waar het goddelijk
Kind in een kribbe ligt en ook
de os en ezel zich bevinden. Mid
den boven Christus straalt de
ster. Rondom deze hoofdgroep
staan verschillende andere voor
stellingen: links bovenaan de
engelen die het Kerstlied zingen
en rechts wordt de geboorte aan
gekondigd. 'Daaronder de herders
die luisteren en aan de andere
kant de drie koningen met hun
geschenken. Onderaan ziet men
vrouwen die het Goddelijk Kind
verzorgen en daarnaast Sint Jozef
in diep gepeins verzonken. Vóór
hem staat de bekoorder in de
gestalte van een herder, die tot
hem spreekt. Dit duidt op de
angst van Sint Jozef vóórdat de
engel hem geruststelde. Geheel
deze ikoon is een prachtig illu
stratie, van het wonderschone
Kersttroparion:
„Wat zullen wij U aanbieden,
o Christus, want voor ons hebt
Gij U op aarde laten zien als
mens. Alle schepselen brengen
U een getuigenis van hun
dankbaarheid: de engelen hun
zang, de hemelen een ster. de
wijzen hun gaven, de herders
hun bewondering, de aarde een
kribbe. Maar toij mensen, wij
geven U een Moeder-maagd".
De leidende gedachten van de
Byzantijnse Kerstviering lig
gen ook aan de ikonografie ten