De blinden willen ook een plaats in de wereld veroveren Londense mist om 't Gemenebest Steeds toenemend staatsbestel bedreigt democratie Grondwater van de Veluwe kwelt 10 kilometer in zee de bodem uit oordeeld „Maar wat is nu toch eigenlijk licht" Het is geen sterk kasteel, maar toch geen kaartenhuis K.V.P. der Tussen ogen die niets zien N.V. e bloembollen- ort in gevaar? :ho-Slowakije Internationale bureaucratie vertoont gevaarlijke groei Invloed af maling Oosterpolder wordt tevoren onderzocht Naar wij vernemen: MAANDAG 15 JANUARI 1951 PAGINA 3 •-J I i ie jiir, rlijdens- •it geldt ok voor slijk ter Ierland, 1 SVERW ACHTING leeld door het K.N.M.I geldig van Maandag- Dinsdagavond. JKE OPKLARINGEN lijk wisselend bewolkt selijk enkele buien, nu pkaringen en hier en tvorst. Morgen overdag toenemende bewol- later kans op enige In het binnenland in tijdelijk zwakke wind, krachtige tot matige ïvankelijk noord-weste- krimpend naar zuid zuid. r en gemeente" (mr. de cteur van het Vormings- dr. L. A. H. Albering, de van hem bekende wijze de praatavond en itenwisselingen, waaraan ïatige wijze werd deel- te leiden, ornaamste taak die de besturen van de K.V.P. ichouders is gelegd en in de kring Den Helder werkzaamheden inmid- begonnen, is het vormen ïgroepen. nthousiast optreden zal ten de activiteit en poli- oling van de anderen te en het huidige leden- nog beneden onze stand te vergroten. ;nde een spoedig te hou- ïaling van dit weekend- na zullen ook de thans tegenwoordigde afdelin- kans krijgen een paar ne en vruchtbare dagen i door te brengen. BENOEMING >DOM HAARLEM kc. de Bisschop van Haar- ft benoemd tot: Rector em (Koningstraat 20) de Heer C. M. Broers. *ADA WORDT EEN CHTE CONCURRENT ederlandse bloembollen- in de Verenigde Staten laatste tijd een sterke :nt gekregen. In Brits Co- een Canadese provincie Oostkust heeft zich na de wereldoorlog een inten- oemencultuur ontwikkeld, oemen werden tot nu toe naar Montreal en Quebec en, maar bloembollen steeds groter aftrek in de ie Staten. De Canadezen /ast van overtuigd, dat zij weg zijn de Nederlandse te evenaren. Bovendien Canadese tulpen eerder in Veemarkt JAAR., 15 Jan. 95 vette 500-1140; 48 nuchtere kal- 30-35; 21 vette schapen 318 varkens 1.60-1.68 per :ORN, 13 Jan. Spruit- 34, aanv. 300 kg; 9200 kool 6.70—15.50, 6000 kool 6—8.10, 1000 kg gr. 20—10.40, 28.700 kg uien .50—5.10, gew. 3.60—5.20, 20—5.70, nep 10.50—12.30, g bieten I rond 9.109.70, 0—7.40, lang 6.90—7.10, .een II 3.30—4.20, III 4.70 IV 4.20—5.70. HENHUIZEN. 15 Jan. :ool 6.907.30, rode kool !HARWOUDE, 15 Jan. uien 4.80, drielingen 5.70, 10. 42.000 rode kool 7.10 000 kg gele kool 68.40. :g witte kool 6.607.20. iENDIJK, 15 Jan. 2500 55.50. grove 5.705.80, groene kool 714.50, :g rode kool 6.5014.90. gele kool 66.40. 50.000 e kool 5.50—7.20, 1700 kg al doorgedraaid, 2000 kg 001 idem. Zij waren voor de oorlog 'aakse separatistische par- harte toegedaan en nad- iens de oorlog actief sa- rerkt met de nationaal- ische Slowaakse staat, ie gaven toe het commu- n de Sovjet-Unie te haten. :chtbank bevond alle drie jpen schuldig aan alle hten van militair verraad, •raad en spionnage. Het omvat verder confiscatie le bezit en verlies van echten voor 10 jaar. Bis- Vojtassak kreeg 500.000 boete, de beide andean i.OOO kronen. (Van een onzer verslaggevers) Laat men zich van Grave, het oude vestingstadje aan de Maas tussen Nijmegen en Den Bosch, vooral niet te veel voorstellen. Historische bouwwerken zal men er tevergeefs zoeken; mis schien trekt het ouderwetse statige huis in de Begijnenstraat een ogenblik de aandacht, misschien dat men het zonder meer voorbijloopt. Joachim George le Sage ten Broek werd daar op 27 November 1775 geboren, hij was een groot kunstenaar en schrijver, was enige tijd als notaris werkzaam in Den Haag, werd vanwege enkele scherp gestelde pamfletten wegens „opruiing" opgeborgen in de Gevangenpoort, kwam er in 1829 vrijwel blind uit en stierf 17 jaar later in zijn geboortehuis. Dat is een brokje geschiedenis, waarin het deftige huis met de grote vensters ook een rol vervult. Men krijgt het te horen en vergeet het wellicht op hetzelfde ogenblik. Grave frekt niet; het is een kleurloos stadje, waarin het garnizoen nog enig leven brengt, en dat wat overigens niets bijzonders is te kampen heeft met overbevolking. Ook *de leerlingen van „Grave" leren de natuur kennen. Planten en dieren op gevoel. Het tastzintuig is bij blinden veel sterker ontwikkeld dan bij zienden De winter heeft er een dik pak sneeuw gebracht, dat nu als een vuilgrijze brij de straten bijkans onbegaanbaar maakt. In het café bij de bushalte is de baas met een der dorpsnotabelen aan een zon derling spelletje kaart bezig. Hij wint een stuiver en verliest een dubbeltje en begint de versleten kaarten weer verwoed te schud den. Er zijn drie klanten, zij drinken bier, hangen op de stoe len en zeggen niets. Dan komt de bus uit Nijmegen om het uur eentje! de klanten vertrek ken, de baas strijkt een dubbeltje op. En op de bruine massa in de straten van Grave spetteren dikke regendruppels Toch heeft die sneeuw wat bij zonders gedaan. Wij liepen in een tuin met een man, van wie wij een kwartier tevoren nog nooit hadden gehoord. De sneeuw was er nat en klef, maar toch was zij nog ongerept wit. De regen had er donkere gaatjes in gepriemd; het waren precies krenten in een melkwit brood. Eventjes tussen twee regenbuien in was er een hoekje zon, niet meer dan een heel smal streepje fijn goud licht. V «tonden stil en zonder er bij na te denken merkten wij op: „Het kan op zo'n dag toch wel mooi zijn met de zon op de sneeuw De man naast ons keek op en begon toen een enthousiast betoog over de schoonheid van de winter, de zon en de sneeuw. Maar" zo sloot hij ziin lof op de winter „hoe ziet er nu eigenlijk alles uit? Wat is nu precies zon, sneeuw en licht....?" Die man was een blinde. Van zijn geboorte af had hij in een peilloze duisternis geleefd, de zon kende hij alleen van horen zeg gen. En daarover te vertellen zou nog wel gaan. Maar hoe nu met het licht? Wij wisten het niet. Op zo'n ogenblik moet toch wel de realiteit van het blind-zijn keihard tot iemand doordringen. Er wordt in deze tijd zo ontzet tend veel geklaagd; het leven is kostbaar, er is ruzie in vele ge zinnen over de huurverhoging, de Verenigde Naties zitten in last met Korea, de regering puzzelt over Nieuw Guinea, de lucht ziet er even grauw uit als anders, de straten zijn vuil en nat, en op het witte plafond van de huis kamer is er sinds de dooi een gore vochtplek gekomen; er is weer een nieuw merk sigaretten, die bioscopen zijn zo verschrikke lijk dnnr, maar we gaan er toch heen omdat we beslist Douglas Fairbanks in „Staatsgeheim" wil len zien. ZienJa, zien!! Huizen, sneeuw, de lucht en voor al het LICHT. Toch niet de straat op. De tuin, waarin wij met de man liepen, behoorde bij het Sint Henricusgesticht, een instituut voor blinden. Natuurlijk zal vrij wel nooit iemand van dit gesticht hebben gehoord. Dat doet er ook niet toe. Al zitten de fraters dag- in dag-uit in de zorgen. De rege ring geeft geen subsidie aan in richtingen voor blinden of doof stommen. Dat schijnt blijkbaar niet nodig te zijn. Het instituut zal toch wel bliiven bestaan, al is het niet prettig steeds aan de f35.000 te moeten denken, welke de fraters elk jaar „ergens" moe ten zien op te diepen. „We kunnen ze toch zeker niet zo maar de straat opsturen zegt er een tegen ons. „Moet n die jongen eens zien!" Vijf jaar geleden was die blon de stevige jongen nog een deel in de wereld van het licht. Hij woonde in Texel en zijn harte- wens was eens als stuurman bij de grote vaart de wereld te berei zen. Hij was vijftien, toen het verschrikkelijke gebeurde. Een vriend had een dynamietpatroon gevonden. In de tuin zat hij met het ding te spelen. „Laat los dat spul", schreeuw de opeens de blonde jongen en meteen liep hij naar zijn vriend toe om de patroon uit diens han den te rukken. Een scherpe knal. De jongen zit nu in het St. Hen ricusgesticht in het dooie stadje Grave. Het licht zal hij nooit meer zien. Van het varen over de wereldzeeën heeft hij voor altijd afscheid moeten nemen. Er is ook een onderwijzer, die op de huwelijksreis een laborato rium ging bezichtigen. Hij nam een flesje vergif in zijn handen. Enkele uren later lag hij te krim pen van de pijn; geheel verlamd en blind. De verlamming is weg getrokken, de blindheid niet. Thans staat z'n vrouw voor de klas; hijzelf is hard aan het werk om zich via het braille-schrift bekwaam te maken voor kantoor werkzaamheden. Tk moet toch m'n vrouw kunnen onderhou den En dan die schippersjongen. Tij dens de oorlog zat hij onderge doken in het Noorden. Het schip met zijn ouders, broers en zusters werd gebombardeerd. Na de oor log was hij de enige, die niets mankeerde. Vrienden hadden een zak kruit gevonden; zij gooiden er een lucifer in en de jongen, die er met z'n gezicht bovenop stond, zag niets meer en zal nooit meer wat zien. Een en al levenslust. Het is voor een normaal gezond mens een huis van verschrikking, dit St. Henricusgesticht. Het merkwaardige is echter en wat een geluk dat de blinden veel en veel levenslustiger zijn dan de ziende wereld. De fraters vertel len het ons en wij kunnen het met "-ize eigen ogen Vvaarnemen. Ergens in het gebouw dreunt een contrabas „De herdertjes la gen bij nachte" door de gangen. Dat doet de ruim 55-jarige Meeu- wissen, een bijzonder begaafd man, die bij de bouw van een Mariakapel in Grave een prijs vraag voor het schoonste gedicht op de H. Moeder won. De regels staan thans in gouden letters op een plaat onder het beeld gebei teld. ,Zo juist heeft hij een gedicht over Louis Braille geschreven voor de Belgische omroep", ver telt ons frater Adrianus de Beer. „U hebt het zeker al begrepen? Wii krijgen hier veel jongens, die door oorlogshandelingen of bij het snelen met gevonden munitie na 1945 de ogen hebben verloren. Er zijn op het ogenblik zeker 5000 EEN SPELLETJE KAART? Ja, zelfs da kan in 't St. Henricusge sticht in Grave. De kaarten zijn op bij zondere wijze ge prepareerd en voor de rest is 't geheugenwerk. NIET TE GELOVEN Het blindenwerk geniet in Nederland geen staatssubsi die. En daarmede staan wij wat dat betreft een stuk ach terop bij andere landen. Er is het vorige jaar een wets voorstel aanhangig gemaakt om anderhalf millioen aan de blindeninstituten te verlenen. Het wetsontwerp werd afge wenteld. „Als jullie komen, dan komt de rest ook", werd er gezegd en onder die „rest" werden o.a. de doofstommen bedoeld. De regering wilde wel f 35.000.geven, precies de jaarlijkse schuld van het St. Henricusinstituut (giro 14891) voor blinden te Grave. Er is later nog een protest vergadering tegen deze uit spraak van de regering be legd. Zonder enig succes. En dus zullen de instituten voor blinden en doofstommen zich verder moeten steken in de schulden. Want de mensen zonder meer op straat zetten, neen, dat gaat toch niet....! blinden in Nederland; en dat is veel meer dan vóór de oorlog. Die links en rechts verspreide patronen, mijnen en ander oor- logsgoed hebben inderdaad tal loze slachtoffers gemaakt. Er loopt in de gang een forse jon gen van misschien 19 jaar, die tijdens de bezetting bij de onder grondse was. Amper na de be vrijding ontdekte, hij een mijn in de duinen bij Zandvoort. Met vier man trok hij erop uit om het gevaarlijke ding te demonteren. En dat lukte, al wisten de jongens niet, dat deze mijn verbonden was met vier andere in de nabijheid. Toen het gevaarlijke karwei bijna gereed was, explodeerden de ver borgen mijnen. Z'n kameraden werden op slag gedood; hijzelf was blind en verloor een arm. Het licht is voor al deze men sen verdwenen; niet de levens lust. De kinderen leren lezen vol gens de modernste methoden. Wat een geduld moeten de fraters niet hebben. Het is echter een mooie taak, welke zij op zich hebben genomen. Het St. Henricusgesticht is het enige katholieke instituut in Nederland. Jaarlijks worden er mensen afgeleverd, die met en kele bijzondere hulpmiddelen even gemakkelijk hun werk op de kantoren kunnen doen als de normale employé's. En het is voor de fraters beslist een prikkel ge weest nog harder aan te pakken, toen een groot-industrieel schreef dat zijn blinde steno-typiste veel beter was dan de anderen. Onbegrijpelijk geheugen. Vroeger was het zo, dat de blin de in het gesticht tot zijn dood bleef. In het St. Henricusgesticht lopen er nog vele oude mannen rond, die de gehele dag bezig zijn met mandenvlechten en borstël- maken. Onder deze bevindt zich ook een heel merkwaardig type, dat in de geleerde wereld bekend staat als het geheugenwonder. Jan Theunissen werd in 1904 als een van een drieling te Zeve naar geboren. Hij is alleen over gebleven. „Het geheugen van de anderen heb ik zeker gekregen....", ver klaart hij. En een geheugen heeft deze Jan. In 1924 heeft professor Roels hem veertien dagen te Utrecht in observatie genomen. Op het derde paedagogische con gres te Tilburg bracht hij Jan Theunissen op het podium, en toen bracht het geheugenwonder de gehele geleerde wereld in stomme verbazing. De wetenschap stond voor een psychologisch raadsel. Zij staat het nu nog. „Probeert u het zelf eens", sprak tot ons frater De Beer. Wij vroegen hem op welke dag 1 December 1911 viel. Prompt kwam het antwoord: „Een Vrij dag". „En wat voor weer was het toen?" „Nou, niet zo best. Het regen de 's middags pijpestelen". „Wanneer ben, je het vorige jaar naar de kapper geweest?" Jan zucht even en merkt dan op dat hij er vier keer heen is geweest. „De eerste maal was het op de vierde Januari....". „Luister nu eens", zegt frater De Beer. „Hoe is het Introitus van de vierde Zondag na Pasen?" Onmiddellijk zingt Jan het ge vraagde. „Hij kan geen noot lezen, maar hij heeft alleen op het geluid af een vierstemmig Tantum Ergo ge componeerd. Toen wij er iets aan hadden veranderd werd hij kwaad. Hij merkte het meteen. vertelde de frater ons nog. Toen Theunissen door professor Roels gevraagd werd hoe hij dat nu eigenlijk deed, kreeg hij tot antwoord: „Dat weet ik niet, ik zie zo de antwoorden voor me staan. Theunissen is een van de vete ranen in het gesticht. En hij zal er ook tot zijn dood blijven. Te genwoordig wordt er een nieuwe methode toegepast. De jongens, die nu komen moeten op hun 21e jaar klaar zijn voor de maat schappij. Zij worden vrijwel allen bekwaam gemaakt voor kantoor- arbeid. De moderne wereld heeft ook voor de blinden hulpmiddelen uitgedacht, waardoor zij beslist in staat zijn zich later zelf te kunnen onderhouden. Ze leren handelscorrespondentie in het Frans, Duits en Engels; kunnen overweg met de schrijfmachine, zijn experts in het stenograferen. Er is een jongen in het gesticht, die zo hard vooruit wil, dat hij zijn vacantie heeft opgeofferd om te kunnen studeren. Hij wil staatsexamen doen en dan voor meester in de rechten gaan stu deren. Sterk gevoel. Denk dus vooral niet dat een blinde een ongelukkig mens moet zijn. Door het missen van zijn ogen worden andere zintuigen uitermate sterk ontwikkeld, en vooral het gevoel. Op de speel plaats fietsen de jongens lustig langs elkaar, maken bochtjes zonder ongelukken te maken. Zij hebben een eigen harmonie, een band „De Zonnepitters" en kun nen 'n toneelstuk volgen zoals u en ik. Geen woord, geen voetstap gaat verloren. Het is een keer gebeurd, dat een speler op het toneel een gulden op tafel moest leggen. Tot zijn grote verbazing klonk toen een gefluister door de zaal: ,,'t Is maar een kwartje!" Inderdaad had de speler bij ge brek aan een gulden een zinken kwartje op tafel gelegd De maatschapij is nog steeds wat huiverig om een blinde in dienst te nemen. Twee fraters hebben een film opgenomen, waarin zij de gehele opleiding laten zien. Met deze film reizen zij het land af om op die manier belangstelling te wekken bij so ciale en culturele instellingen voor het blindenwerk. „Maar we hebben geen goed apparaat. En die dingen zijn ook weer zo verschrikkelijk duur", verzucht frater Adrianus De Beer. Het is steeds een tekort aan de nodige middelen, waarmede het St. Henricusgesticht (en zeer waarschijnlijk ook de andere blin- dengestichten) overhoop ligt. De liefdadigheid moet het werk in stand houden. En dat is noodza kelijk. Want de paedagogie van het instituut is zo eenvoudig mooi, dat het bijna pijn doet te moeten weten, dat daar in het sfeer- en kleurloze Grave een groep men sen leeft, voor wie zomer on win ter eender is, voor wie Grave met zijn huizen en straten precies het zelfde moet zijn als Amsterdam of Den Haag. En die toch coute que coüte iets willen bereiken in de harde wereld van hun ziende mensen. Die groep mensen in hun levenslust en ontembare ijver een ogenblik te zien zou op vélen een beslist groter effect maken dan een avond Douglas Fairbanks te zien worstelen door het „Staats geheim". (Van onze correspondent) LONDEN, Januari De scheuren in het wankele gebouw van het Brits Gemenebest zijn op de conferentie der premiers te Londen beter zichtbaar dan ooit. Vraag nooit een Engelsman wat het Gemenebest eigenlijk is. De Londense mist hangt om het idee en de goede Brit heeft het onaangename gevoel, dat er niet veel zou overblijven, als deze mist zou optrekken, verdre ven door de hitte van scherpe definities of omschrijvingen. „Als wij'zouden trachten de grondwet te veel te definiëren, zou het rijk in stukken uiteenvallen", zei Lord Baldwin eens. Het Ge menebest is geen sterk kasteel op het fundament van hechte overeenkomsten tussen de leden. Maar het feit, dat het twee wereldoorlogen overleefde, dat de nieuwe onafhankelijke lan den, India, Pakistan en Ceylon er zich bij aansloten zonder enige dwang van Engelse zijde, bewijst dat het ook geen kaartenhuis is. Vele Engelsen dachten aan het woord van Smuts toen de ronde Tafel-Conferentie in Den Haag moeizaam zwoegde aan de Unie „Wij zijn sterker zonder formele overeenkomsten want wij zijn leden van één familie. Als de leden van een familie hun rech ten en plichten op papier moeten zetten, is het beste m hun weder zijdse betrekkingen verdwenen." Daarom verzetten de dominions zich tegen een gezamenlijk secre tariaat en van een „Kabinet voor het Gemenebest' 'willen zij hele maal niet weten. Het hoofd van het Britse leger is Chef van de Generale Staf van het Rijk, maar het Rijk heeft geen generale staf Nooit zijn de banden tussen de leden van 't Gemenebest zo sterk geweest als nu, zeggen de Engel se socialisten. De wijsheid van Attlee's regering schijnt te zijn, dat zij deze „hechte banden" nooit aan een proef onderwerpt. Op deze conferentie is gebleken dat de Statenbond in de buitenlandse politiek niet met een stem zal spreken. Er zijn diepe menings verschillen tussen de nieuwe do minions, India, Pakistan en Ceylon, en de oude, de blanke leden van het Gemenebest. Nehroe weigert zich aan te sluiten bij een bloc dat anti- Chinees of anti-Russisch genoemd zou kunnen worden. De Britse politiek tegenover China houdt rekening met twee tegengestelde mogelijkheden. Misschien is com munistisch China niet meer dan een werktuig in de handen van het Kremlin. Mischien zijn de Chinese communisten en kan Mao Tse Toeng een tweede Tito worden. Ofschoon de tekenen er op wijzen, dat de eerste Veronder stelling juist is,heeft Nehroe zon der ophouden gepleit voor de tweede. ROLSCHAATSEN? Dat is zelfs voor deze jongen geen bezwaar. Op gevoel bindt hij de schaat sen onder. En straks zal hij geen botsingen maken, daarvoor waakt zijn scherp gehoor. In ieder sreval willen India. Pa kistan en Ceylon neutraal bliiven in het conflict tussen het Westen en het Communisme. Zii wensen niet mee te doen aan een Stille Oceaannact. de wens van Austra lië en Nieuw-Zeeland. en aan de herbewanenine van Janan. die Attlee goedkeurt als het vredes verdrag met Janan klaar is en die Australië en Nieuw-Zeeland onder zekere voorwaarden niet zouden tegenwerken. Zii zouden Communistisch China willen toe laten tot de Organisatie der. Ver enigde Naties on dit ogenblik, in dit geval gesteund door Attlee. maar tegengewerkt door de oude Dominions, die niet begriinen hoe China lid kan worden van een organisatie wier handvest het met voeten treedt. Dit zijn diepe meningsverschil len. Hierbij komt nog dat India en Pakistan lang niet overtuigd zijn dat hun belangen gediend zijn door lidmaatschap van het Gemenebest. Toen de premiers weigerden Kashmir op de agenda te plaatsen, gingen er onmid dellijk in Karachi stemmen op om het lidmaatschap op te zeg gen. Nehroe heeft sterke tegen standers in India. Hij behoort tot de slinkende groep intellectuelen die in Engeland zijn opgeleid, en volgens hun tegenstanders ver vreemd zijn van hun volk. Hier bij komt nog een zekere naijver tussen Nehroe en Soekarno, die graag de rol van leider in Zuid- Oost-Azië zou overnemen. Als Pandit Nehroe tot de conclusie zou komen, dat hij zich vergist, dat Communistisch China een ge vaar is, dat neutraliteit onmo gelijk is, zou hij onmachtig zijn om een andere politiek tg volgen. Er is nog een ander punt. Attlee, de vader der onafhanke lijkheid, heeft een groot gezag in India en Pakistan. Wat zou er ge beuren als Churchill weer Minis ter-President werd, een moge lijkheid waarmee men in Enge land voor het eerst sinds 1945 ernstig rekening houdt. Churchill heeft zich met hand en tand te gen de onafhankelijkheid van de nieuwe Dominions verzet, zo zelfs, dat Minister Gaitskell in het Lagerhuis durfde spreken over een „gebrek aan realisme cn menselijkheid" in zijn houding tegenover India. Het Gemenebest is geen sterk gebouw. Op het ogenblik wil nie mand het laten aankomen op een breuk, zoals bleek toen Pa kistan koppig was en men een compromis vond om Liaquat Ali Khan naar Londen te lokken. Maar de houding der Aziatische landen brengt ernstige problemen met zich mee. De Perzische Golf en haar olievelden waren vroeger de verantwoordelijkheid van net Brits hoofdkwartier in India. Hoe kan het Midden Oosten nu wor den verdedigd Veel verwachtte men niet van de conferentie en zij beantwoordt aan de verwach tingen. IERLAND ONTSTEMD OVER M.L.D.-DETACHERING De „Bond tegen verdeling van Ierland" heeft telegrafisch aan de burgemeesters der voornaam ste Ierse steden gevraagd, spe ciale gemeenteraadsvergaderingen bijeen te roepen om de protest beweging tegen het zenden van Nederlandse marinevliegers naar Ulster te steunen. Voor Dinsdag avond is in Dublin een vergade ring belegd van vertegenwoordi gers van vakbonden en handels organisaties, speciaal van fruit- importeurs en handelaren in radiotoesetllen. DE SURINAAMSE STATEN EN ONZE MARINIERS De Staten van Suriname heb ben een brief tot de landsregering gericht, waarin zij mededelen met bevreemding kennis te hebben genomen van het besluit van den Haag tot vervanging van de land macht in Suriname door mari niers. Zij hopen dat met de be langen van de Surinaamse mili tairen terdege rekening zal wor den gehouden. Blijkens het Voorlopig Verslag van de algemene politieke beschouwingen van de Eerste Kamer over de begroting 1951 hebben verschillende leden bezwaar tegen de stelling, dat de fracties wier geestverwanten in het kabinet zitting hebben, dientengevolge verplicht zouden zijn, de kabinetspolitiek zonder meer te steunen. Zij waren van oordeeel dat bij desbetreffende opmerkingen in de gedachtenwisselingen het oog tezeer gericht was geweest op de situatie in Engeland, waar men in feite één regerings- en één oppositiepartij kent. De politieke „Grondwaterdeeltjes uit de Veluwse heuvels zijn het verst op meer dan tien kilometer af stand van de kustlijn in het IJselmeer geconstateerd". Dit merkwaardig feit is een van de vruchten van het hydro logisch onderzoek, dat in de Ve- luwe-kuststrook en de aangren zende IJselmeerbodem reeds se dert tal van jaren wordt ver richt. Het doel daarvan is vooral, de gevolgen te kunnen nagaan die voor de thans in aanleg zijnde Oosterpolder en voor de omge ving zouden kunnen voortvloeien uit het scheppen van een grote diepe droogmakerij in de onmid dellijke nabijheid van Veluwe en Gooi. Dit brengt nl. bijzondere moeilijkheden met zich mee door de kwelling van water uit de Ve luwse heuvels, waarvan de grondwaterstroom, zoals boven ezegd, tot tien kilometer buiten dekust actief blijkt te zijn. Het onderzoek, waaraan in de veertiger jaren werd begonnen, is thans zover gevorderd, dat men een inzicht heeft in de wa terstaatkundige gesteldheid van dit gebied, zoals die na de vol- tooing van de Oosterpolder zal zijn. Op grond van dit onderzoek is het tracé van de zgn. Een- meerdijk van de Oosterpolder vastgesteld. De vorming van dit randmeer is een van de middelen om mo gelijke schade tegen te gaan. In beginsel kan hiermede worden bereikt, dat het grondwaterop pervlak in de Veluwse kuststrook en de daar over een uitgestrekt gebied optredende en vanuit de heuvels gevoede kwel, door de drooglegging niet worden be ïnvloed. Een punt waaraan voorts de laatste tijd veel aandacht is ge schonken, betreft de invloed van de vroegere Eemzee-overspoeling op de geologische gesteldheid van dit kustgebied. Het was reeds uit vroegere boringen be kend dat de Èemzee zich heeft uitgestrekt over de huidige kom van het IJselmeer, een groot deel van de Gelderse Vallei en een gebied bij Elburg. Door nieuwe boringen hebben de onderzoekers de vroegere kustlijn thans vrij nauwkeurig kunnen bepalen. De afzettingen van de Eemzee- overspoeling hebben zich over grote gebieden ontwikkeld als kleilagen, die vrij goed afsluitend zijn en een scheiding vormen tussen het diepere grondwa ter en het betrekkelijk dicht on der het aardoppervlak aanwezige grondwater dat voor de cultuur van belang is. Deze kleilagen zul len enerzijds verhinderen dat de landbouw schade ondervindt van de daling van het diepere grond water door de afmaling van de Oosterpolder, doch anderzijds het effect van het randmeer teniet kunnen doen. Aan de andere kant zal, waar de kleilaag in de Oos terpolder zélf voorkomt, de kwel beperkt blijven. is bij Kon. Besluit gratie verleend aan Aus der Fünten, Fischer, Stover en Kohier, dei tot de dood straf waren veroordeeld. Deze straf is veranderd in levens lang heeft mej. Marga Klompé, Twee de Kamerlid voor de K.V.P., aan de minister van Buitenlandse Za ken schriftelijke vragen gesteld over dc motieven die de Regering er toe hebben gebracht Neder landse marinevlicgcrs te laten stationneren in Ulster. zijn gisteravond twaalf Ameri kaanse dagbladredacteuren voor een studiereis van vijf weken naar de Marshall-tanden uit New- York vertrokken. Zij zullen 23 Januari in Nederland aanko men. is tot commissaris voor de Emi gratie bij het Ministerie van So ciale Zaken benoemd mr. ir. B. B. Haveman.... toestand in ons land is echter ge heel anders. De toegenomen staatstaak en de overbelasting van de volksverte genwoordiging, aldus enige leden vormen een ernstig gevaar voor de democratie. Een steeds omvangrijker staats bestel en een groeiende invloed van de administratie brengen ook voor ons land de mogelijkheid nabij, dat het geleidelijk tot een totalitaire staat verwordt, aldus deze leden, die ook de overheer sende positie van de minister van financiën waartegenover de ove rige bewindslieden meer dan eens slechts volgzame „medewerkers" schijnen, een gevaar achtten, te meer waa.r al te vaak de kabi- nets-kwestie wordt gesteld indien het parlement daartegen wenst op te komen Dat houdt een be dreiging in voor de waardering, die het volk voor onze demo cratische staatsinstellingen be hoort te hebben. Verscheidene leden wensten te breken met de gewoonte van het houden van algemene be schouwingen op de oude voet, en zouden de begrotingshoofdstuk ken willen behandelen als gewo ne wetsontwerpen, zo spoedig mogelijk na ontvangst bij de Ka mer. Ettelijke leden hadden de in druk, dat er, ondanks de financi ële malaise in verschillende Eu ropese landen een hausse was ontstaan in internationale bijeen komsten. Meer dan eens rijst het vermoeden dat deze bijeenkoms ten om andere dan zakelijke cn dringende reden worden bevor derd. Doublures ontbreken evenmin. Zij vroegen de regering op dit punt meer soberheid te willen be vorderen nu zich een aantal in ternationale instituten dreigt te ontwikkelen in internationaal ka der de bureaucratie waarover hier te lande al wordt geklaagd, in omvang en kosten verre wordt overtroffen. Nu Indonesië ons in Nieuw-Gui- nea als „bezettende mogendheid" beschouwt, vroegen ettelijke le den of overdracht van wapens aan de Republiek verder nog wel verantwoord is. Zij herinnerden aan de reeds eerder gerezen ernstige bezwaren daartegen met het oog op het misbruik dat van de overgedragen wapens placht te worden gemaakt tot verstoring en vernietiging van de federatie ve orde in Indonesië, die voor de overgangsphase was overeenge komen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1951 | | pagina 3