De Postduivendienst
van het Britse Leger
Ik verdien 100.000 dollar per jaar
en weet u hoe ik die besteed?"
„Het knappe boeltje van juffrouw
Winkels stond dik onder de rook'
De levensgeschiedenis van een rijke
Amerikaan zoals er meer zijn
Sociale
rechtvaardigheid
JZo5tefóta.atje5en Jïo56e/9laadje*
BEURSOVERZICHT
PAGINA 8
ZATERDAG 12 MEI 1951
II
Een rijke Amerikaan, zijn naam
doet er niet toe, hij zou de On
bekende Rijkaard kunnen heten,
als tegenhanger van de „bekende"
Onbekende Soldaat, hoewel het
heel wat prettiger is, een rijke
Amerikaan te zijn die Ameri
kaan dan vertelt zijn levensge
schiedenis, tot leringe en de ver-
make in een Amerikaans blad. en
de „Katholieke Digest" geeft er
ons de vertaling van.
Ja, ik verdien 100.000 per
jaar, en zelfs meer. Ik zal U ver
tellen hoe ik dat doe, hoe leuk ik
dat vind, en wat ik met mijn
geld doe. Ik zal U enkele ver
trouwelijke mededelingen doen,
omdat ik van mening ben dat de
mensen moeten weten, wat er
gebeurt als iemand zoveel ver
dient. In de tijd dat ik nog niet
zoveel had, stond ik verbaasd
over mezelf en liep ik de hele
dag met een jaloerse kop rond.
Ik ben eigenaar van een fa-
brieks-N.V. in een middelmatig
stadje. Ik werk er zelf hard in
mee. Eigenlijk ben ik er zelf niet
mee begonnen, maar ik heb de
zaak toch in dertig jaar uit prac-
tisch niets opgebouwd. Nu is 60
pet. van de aandelen mijn eigen
bezit. De rest behoort hoofdzake
lijk toe aan de arbeiders: in wezen
is het een éénmanszaak, een
familie-onderneming. Ik ben nu
55 jaar. Mijn gezin bestaat uit
mijn vrouw, een zoon en drie
dochters. Mijn zoon is 20 en zal
mij in de zaak opvolgen.
Ik trek een behoorlijk salaris
en krijg bovendien dividend uit
gekeerd over mijn deelname in
het kapitaal, zodat dit met enkele
kleinere inkomsten tezamen een
114.000 maakt.
Natuurlijk zou ik mezelf een
hoger salaris kunnen geven, of de
maatschappij hogere dividenden
kunnen laten uitkeren, maar ik
vind het beter om het overschot
van de winst in de zaak zelf te
laten. In de zaak zelf keer ik ook
aandelen in de winst uit: dat is
een goed ding, want dat heeft mijn
zaak mee helpen opbouwen.
Het is eigenlijk een heel bijzon
der zaakje: het meeste komt op
mij neer en heeft aldus zijn ups
en downs. Daardoor is er een
grote kapitaalsreserve vereist.
Ieder jaar gaat er veel geld ver
loren om nieuwe producten in te
voeren: met sommige ervan heb
ben we succes, met andere gaat
het finaal mis.
In ieder product van de zaak
heb ik een persoonlijke belang
stelling en ben er trots op. in
cursussen voor zakenleiding wordt
altijd geleerd, dat het zakenleven
een „beroep" is. Ik heb er nooit
iets voor geleerd en ik heb toch
een beroepshouding tegenover
mijn producten. Dat is een van
de redenen, waarom ik er abso
luut tegen ben, dat na mijn dood
«le zaak aan iemand verkocht zou
worden, die de hemel wat zou
doen met haar producten of haar
naam.
Nu zal ik U vertellen, wat ik
allemaal met die 114.000 dollar
doe. Voor allerlei belastingen
gaat er 44.000 af. Mijn levens
verzekering kost me 20.000; dat
is wei hoog, maar dat brengt na
mijn dood weer flink wat geld in
het laadje van mijn onderneming
om de overlij densbelasting te
kunnen betalen. Ik probeer ieder
jaar 15.000 dollar over te sparen.
Dit gaat dan in een fonds, be
staande uit aandelen en obliga
ties. Buiten de levensverzekering
is ook dit fonds bedoeld om de
overlij densbelasting te betalen.
Inkomstenbelasting, levensverze
kering en investeringen slorpen
dus 79.000 dollar op. Van de
114.000 dollar blijven er zo nog
35.000 dollar over, waarvan ik
voor 15.000 dollar staatsobligaties
koop; als ik dat niet deed zou ik
nog weer 10.000 dollar aan bij
komende inkomstenbelasting
moeten betalen. En van de 20.000
dollar die er over blijven, leef ik.
Ik zal U vertellen hoe.
Maar laat me eerst even uit
leggen hoe het zit met die over-
lijdensbelasting. In dertig jaar
heeft mijn zaak zich ontwikkeld
van een centen- tot een millioe-
nen-zaak. Ik wil haar behouden,
omdat ik er alleen al plezier in
heb dat zij draait, en omdat ik
wil dat ze voor mijn zoon en
mijn bedienden zal zijn, als ik
overleden ben.
Maar als de dood komt, zullen
de belastingen tot een hoger be
drag oplopen, dan er aan kas- en
andere liquiditeiten aanwezig zul
len zijn. Had ik het systeem van
de levensverzekering en het in
vesteringsfonds niet opgebouwd,
dan zou een gedeelte van mijn
deelname in de onderneming aan
buitenstaanders moeten worden
verkocht om bij mijn dood de
overlijdensbelasting te kunnen
voldoen. Nu is de verkoop van
deelname wel een goed ding: het
brengt soms nieuw en jong bloed
in de zaak; maar ik ben nu een
maal van mening dat mijn zoon
en al de andere medewerkers de
zaak beter kunnen voortzetten dan
ieder ander.
Door een systematisch plan van
jaarlijkse giften, tracht ik mijn
vermogen te besnoeien tot een
punt, waarop de belastingen die
het bezwaren gemakkelijk kun
nen worden betaald. Maar als
deze schenkingen niet door lief
dadigheid wordt ingegeven, wordt
er door de schenker betaling van
een premie vereist. Heeft de
schenker weinig ontvangen, dan
kan hij ook maar weinig weg
geven.
IJet lijkt misschien wel erg in
gewikkeld, maar het voornaamste
punt is, dat als iemand zijn groot
ste rijkdom bezit in de vorm van
een zaak, het heel moeilijk is die
rijkdom van zijn zaak los te krij
gen. Hij zit er mee opgescheept
tot hij sterft. En als hij de win
sten om zo te zeggen weer in zijn
eigen zaak onderploegt, dan zit
ten na zijn dood zijn erfgenamen
en de testamentaire uitvoerders
lelijk te kijken met datgene wat
er eigenlijk teveel is.
Mijn vrouw en kinderen zullen
maar heel weinig van mij erven,
behalve dan een aandeel in de
zaak. De uitkering van de levens
verzekering en het fonds zullen
grotendeels aan belastingen moe
ten worden uitgegeven. Als de
zaak na mijn dood goed zal blij
ven draaien, zullen mijn vrouw
en kinderen meer hebben, dan
voor hun direct levensonderhoud
nodig is. Draait zij slecht, dan
zullen ze het niet zo goed hebben.
Dit beleid zou ik anderen niet
graag aanraden, maar voor mij
zelf kan het me niet schelen en
ook mijn vrouw en kinderen zijn
gelukkig niet zo erg op een erfe
nis gebrand.
Nu zal ik U vertellen hoe ik
leef. Ik huiver er een beetje voor,
want ik geef per jaar, alleen voor
mijn levensonderhoud, een 20.000
dollar uit en dat lijkt wel een
beetje veel. Mijn vrouw en ik her
inneren ons alletwee nog heel
goed „de tijd toen" en we hopen
dat we het kunnen blijven doen
zoals nu. Onze conclusie is in
ieder geval altijd dat er geen
dwingende reden is, waarom we
niet langer zouden kunnen leven
zoals we nu doen.
Mijn huis ligt in een tamelijk
modern stadsgedeelte. Het heeft
een waarde van ongeveer 70.000
dollar. Vijf slaapkamers en drie
badkamers. We hebben drie
auto's: een voor mij, een voor
mijn vrouw en een volkswagentje
voor mijn zoon. We houden twee
en een halve bediende: een kok,
een huisknecht-tuinier en af en
toe een werkvrouw. Voor deze
bedienden geven we wel een
5000 dollar per jaar uit, maar ze
zijn goed en zorgen dat de huis
houding netjes in orde is. Zij be
tekenen zowel voor mijn vrouw
als voor mijzelf tijdbesparing.
We doen niet mee aan het offi
ciële rijke-lui's-leven en geven
maar weinig parties, maar we
hebben toch regelmatig onze
gasten. Behalve vrienden, oude
schoolkameraden van mijn vrouw
en mij en de vriendjes en vrien
dinnetjes van onze kinderen, heb
ben we nog een aantal zaken
relaties. Jaarlijks geven we on
geveer 4800 dollar uit aan voedsel
en onderhoud van het huis. Onze
zomervacanties nemen we ge
woonlijk in een villatje aan het
meer, vijf en zeventig kilometer
van waar we nu wonen.
De uitgaven voor wat deskun
dige boekhouders „het behoud
van de zakelijke toestand" noe
men, zi,jn voor een zakenman zeer
aanzienlijk. Er moet veel gedaan
worden, niet voor mij persoonlijk,
maar zuiver en alleen omdat ik
als hoofd van de zaak min of meer
van belang ben. Er zijn lunches,
diners, verplichtingen, reizen. Als
ik op zakenreis ben, heb ik wel
eens een check nodig voor een
etentje. Sommige van die uitga
ven komen ten laste van de zaak,
maar anderen betaal ik uit mijn
eigen zak.
Dan hebben mijn vrouw en ik
nog een aantal kennissen-op-leef-
tijd, die we van tijd tot tijd uit
moeilijkheden helpen, ofschoon
we dat helemaal niet verplicht
zijn. Maar nu we het eenmaal
goed hebben, geven we tegen
woordig meer, dan we anders wel
zouden doen.
Soms mopper ik over al die
soorten van mensen, die om geld
komen vragen. Zij voelen dat ik
op een gemakkelijke manier een
man van betekenis ben geworden
en denken, dat ik beter af ben,
dan het in werkelijkheid is. Dat
zijn zo van die vervelende dinge
tjes, die er op de koop toe bij
komen, als je succes in je leven
hebt gehad. En als je dan tracht
uit te leggen, dat datgene wat je
geeft, alles is wat je kunt geven,
denken ze dat je maar geeft, wat
anders toch verloren zou gaan;
maar dat is niet waar.
Mijn persoonlijke en mijn za
kelijke boekhouding lopen zo door
elkaar, dat zij bijna niet te schei
den zijn. Met het gevolg, dat de
boekhouder van de onderneming
ook over mijn persoonlijke finan
ciën gaat. Hij geeft aan mijn
vrouw de beslissing of het huis
bijgeschilderd kan worden. Hij
zegt me wanneer ik een paar dui
zend dollar moet uittrekken voor
de overlijdensbelasting. Hij harkt
eigenlijk al het overtollige geld
bij elkaar en ik kan er nooit de
hand opleggen: hij is practisch
de baas!
Een van mijn bedienden heeft 'n
salaris van 13.500 dollar per jaar;
na alles aan belasting, levens
verzekering en dergelijke betaald
te hebben, blijft er nog 10.000
dollar voor hem over. Ik met mijn
114.000 houd voor mijn levens
onderhoud maar tweemaal zoveel
over als deze bediende: niet tien
maal, geen vijfmaal, maar slechts
tweemaal zoveel.
Maar ik heb een behoorlijk in
komen, en ik vind het wel ple
zierig. Het vergemakkelijkt mijn
problemen. Als ik reis bijvoor
beeld, kan ik een slaapwagen
nemen en hoef ik niet op een of
andere harde bank een uiltje te
knappen. Over doktersrekeningen
behoeven we ons geen zorgen te
maken. De uitgaven voor onze
wagens zijn ook al geen groot be
zwaar. Toen mijn kinderen een
televisie-apparaat vroegen, gin
gen we er een kopen. Ze kunnen
naar een zomerkamp gaan. De
oudere kinderen kunnen het col
lege bezoeken. En een neefje van
me kon ik daar ook laten stude
ren. Als ik terugdenk aan mijn
vroegere jaren, toen ik een laag
inkomen had, zoals de meeste
andere mensen, dan laat ik altijd
in dankbaarheid al de grote voor
delen, die ik nu heb, aan mijn
geest voorbijgaan.
Ik „zit" niet zo erg op mijn
100.000 dollar per jaar. Als men
zo'n inkomen heeft, dan houdt
men op een zuiver individueel
wezen te zijn. Men voelt dan dat
men ook heeft te zorgen voor
andere mensen. Maar ik geef toe
dat die ook het recht hebben te
vragen, wat er toch allemaal met
zo'n groot inkomen gedaan wordt
en ik hoop dat mijn levensgeschie
denis een anwoord op hun vraag
heeft kunnen geven".
HET BEGRIP RECHTVAAR
DIGHEID in het algemeen, en
dat der z.g. sociale rechtvaardig
heid in het bijzonder, behoort
tot die toverwoorden e.n zware
begrippen die in de sleur van het
daeelüks leven maar al te licht
worden geteld en gemakkelijk
aanvaard, zonder dat de beteke
nis ervan voldoende tot ons
doordringt. Nauwelijks twee jaar
na de verschijning van de
encycliek „Quadragesimo Anno"
schreef de bekende Duitse com
mentator, prof. von Nell Breu-
ning S.J., djtt deze encycliek kon
gelden als de .encycliek der
sociale rechtvaardigheid". En
prof. Kors O.P. noemde in 1934
in zijn inaugurale rede als rec-
tor-magnificus van de Katholieke
Universiteit van Nijmegen die
uitdrukking sociale rechtvaar
digheid, betrekkelijk nieuw. Zij
verkreeg eerst langzamerhand
burgerrecht en werd tenslotte,
in 1931, m „Quadragesimo Anno"
„als het ware gecanoniseerd".
Wat al misverstanden rijzen er
over de begrippen rechtvaardig
loon, rechtvaardige prijs e.d.! En
toch, de rechtvaardigheid is een
deugd, die niet verwaarloosd
mag worden. Zij regelt onze
verhouding tot een ander e» wel
ten opzichte van de rechten van
een ander. Zij is „de voortduren
de en onveranderde wil om aan
iedereen zijn recht toe te be
delen. (Dat is een verschil met
de liefde die een ander geeft,
wat van zichzelf is.)
Het gaat bij de regeling der
rechtyaardigheid echter nie.t al
leen om de rechten van de enke
ling, maar ook om de rechten
van en de rechtsverhoudingen
tot de gemeenschap. Hier is dus
het algemeen welzijn in het ge
ding. Hier noemt prof. Kors de
rechtvaardigheid „de deugd vgn
de goede burger", want zij om
vat alles wat een burger tot een
goed burger maakt. En omdat
dat nodig is voor het algemeen
welzijn, door de wet wordt be
paald, draagt zij ook de naam
van wettelijke rechtvaardigheid.
Daarnaast onderscheiden wij nog
de z.g. ruilrechtvaardigheid, en
de verdelende rechtvaardigheid.
De wettelijke rechtvaardigheid
valt te vereenzelvigen met de
sociale rechtvaardigheid, omdat
zij beide de verhoudingen rege
len ten opzichte van het alge
meen welzjjn.
Zij die sociale rechtvaardig
heid, is de deugd, welke 's men
sen wil blijvend geneigd maakt
de rechten der gemeenschap op
zijn uiterlijke menselijke werk
zaamheid ten bate van het al
gemeen welzijn, te eerbiedigen
en zich daarnaar te gedragen!
Een paar korte gedachten over
een zeer diep-insnijdend en wijd-
omvangrijk begrip, dat de grote
sociale encycliek nader tot de
mensheid gebracht heeft, tot
haar heil en welzijn en tot eer
en glorie van Hem Die geheel
Rechtvaardigheid en Liefde is!
HOE DE EERSTE WERKLIEDENVERENIGING
IN ENSCHEDE ONTSTOND
In het „Rerum Novarum" -
nummer, dat Lering en Leiding
van de katholieke arbeidersbe
weging in 1931 uitgaf, werden
herinneringen opgehaald van
zestigjarigen en onder hen was
Jan Winkels uit Enschedé, ten
wiens huize in November 1889
de eerste katholieke arbeiders
organisatie in ons land werd op
gericht, op aanstichting van de
jonge kapelaan Ariens, de grote
voorman uit onze sociale eman
cipatie, mgr. dr. Ariens. Over
die oprichting vonden wij een
treffende beschrijving in het
boek van Jan Nieuwenhuis,
„Vooruit en Omhoog", een le
vensbeeld van dr. Alfons Ariens"
en wij menen onze lezers bij
deze encycliekherdenking die
korte schets niet te mogen ont
houden:
Zij zat kersvers in haar nieu
we boeltje. Pas getrouwd en
met een spaarduitje van beide
kanten had. zij zich ordentelijk
in de spulletjes kunnen zetten.
De kamer was fris behangen
met vrolijk bloempjespapier, er
lag zeil op de vloer, in een blin
kend gepoetste koperen pot op
een spichtig tafeltje troonde een
clivia bij het venster. De bruine
linnenkast glansde van de boen
was. In de nauwe ruimte daar
boven, bijna tegen het plafond,
stonden de Heilige Maagd en St.
Antonius onder hun stolpen ter
weerszijden van het druk-ver-
gulde kruis.
De jonge vrouw Winkels was
alles bij elkaar best tevreden
met haar Jan, met haar huisje,
met het leven, met alles. Zij
zouden het samen wel rooien.
Maar die avond liep haar hoofd
om en dribbelde zij doenig door
de kleine ruimte.
Op zoveel bezoek ineens had
zij niet gerekend. Zij kwam
kommen tekort voor koffie; van
tijd tot tijd moest er vlug een
worden omgespoeld om weer
iemand een beurt te kunnen
geven. En spijtig keek zij naar
de zittingen van haar nieuwe
stoelen, waar zomaar een plank
over was gelegd, omdat er an
ders geen plaats genoeg was. In
de rieten armstoel, nog van
grootvader-zaliger, zat de kape
laan. Hij hing nu eens over de
linker, dan weer over de rechter
leuning, wierp zich achterover
met een peinzend gezicht of
boog zich met een ruk naar vo
ren om alle tien de vingers van
zijn handen te betrekken in een
klemmend betoog.
Hij had de grote sigarenkoker
die hij voor zulke gelegenheden
bij zich droeg, rond laten gaan
tot hij leeg was. De rook hing
dik in het bekrompen kamertje.
Er viel as op het rood-pluchen
tafelkleed, de glorie van het
huis, alleen omwille van de ka
pelaan niet opgenomen bij deze
gelegenheid.
De mannen hadden er geen
oog voor. Zij zaten voor de tafel,
in de zachte rossige 'schijn van
de petroleumlamp, de koppen
bij elkaar, de gezichten strak
en ernstig op dit gewichtig mo
ment.
Jang Winkels zelf voorzitter-
de zo wat. Hij zat rechts van de
kapelaan en rekende bij ieder
nunt van gewicht merkbaar op
diens tijdige inblazingen. De
jonge priester deed soms of hij
alles maar liet betijen en er zelf
niet wezenlijk bij hoorde, maar
als de mannen door elkaar be
gonnen te praten en de discussie
in een vormeloos gemompel
dreigde te verlopen, kon hij
vlotseling naar voren schieten,
zijn vlakke hand kletste op de
tafel, het was meteen stil en hij
bracht met vlugge heldere woor
den de beraadslagingen weer een
stap verder.
De koffie dampte. De sigaren
waren op. Pijpen kwamen voor
de dag en werden gestopt uit de
tabaksbuidel van Jan Winkels.
Zijn jonge vrouw keek bezorgd
naar de gordijnen.
Zo ontstond de eerste katho
lieke arbeidersbeweging in Ne
derland.
De Postduivendienst van het
Britse leger, die een vee] be
langrijker aandeel in deze oorlog
•hééft gehad dan aanvankelijk om
redenen van veiligheid kon wor
den bekendgemaakt, hield na de
Duitse capitulatie te Berlijn 'n
kleine doch niettemin trotse
plechtigheid, waarbij vluchten
duiven, behorend tot „Nr. 3 Field
Force," in het Olympische Sta
dion werden losgelaten voor hun
laatste operationele vlucht in N.
W-Europa. Sommige van deze
duiven hebben dienst achter de
rug boven Normandië, tijdens de
slag in de Ardennen en bij het
overtrekken van de Rijn.
De Postduivendienst van het
Britse leger is een onderdeel van
het „Royal Corps of Signals," de
verbindingsdienst. De duiven, die
te Berlijn werden losgelaten,
voerden met zich boodschappen,
o-a. voor Prinses Mary, zuster van
de koning, die commandante van
het R.CS is. voor generaal-majoor
L. G. Phillips, de directeur van
de verbindingsdienst in het Brit
se ministerie van oorlog.
Gedurende de oorlog zijn de
meeste postduiven van het leger
„gerecruteerd" uit het bezit van
pariculiere eigenaars- De vogels
vlogen met hun boodschappen
naar hun eigenaars, waarop de
berichten direct werden doorge
stuurd naar het hoofdkwartier
van de organisatie te Londen.
Zij waren verpakt in kleine ko
kertjes van papier maché die on
geveer 1/16 van een Engels ons
wogen, d-w.z. ongeveer 1% gram.
In de jaren dat West-Europa
door de Duitsers was bezet wer
den de duiven in een bepaald
soort kooien verpakt, die beves
tigd aan een parachute, door
vliegtuigen werden uitgeworpen
boven Frankrijk, België, Neder
land en Denemarken. Patriotten
stuurden dan hun berichten door
middel van deze duiven naar
Engeland. Op deze manier werd
onder andere in Engeland een
aantal lanceerplaatsen van V-wa
pens bekend.
Een van de duiven, die in Ber
lijn werden opgelaten, heeft in
dertijd een uiterst hachelijke
tocht gemaakt over de Noordzee,
van Denemarken naar Engeland,
De encycliek
Nu we aan de voor
avond van de encycliek
herdenking staan op
15 Mei a.s. is het zestig
jaar geleden, dat „Re-
rum Novarum" ver
scheen moet er hier
toch ook iets van gezegd
worden. Het is natuur
lijk een ernstige zaak,
om geen grapjes over te
maken, want „R.N." is
door niemand minder
dan kardinaal Manning
de grondwet van de
twintigste eeuw genoemd
Ze was „een lichtbaken
in de donkere tijd van
sociaal gevaar en sociale
woeling". Een mijlpaal
in een bewogen tijdperk
van de geschiedenis! En,
het handboek van de
werkman, om tot in de
verste eeuwen er wijze
lessen uit te putten. Enz.
De tijd is dan ook voor
bij, dat arbeidersleiders,
gelijk zestig jaar gele
den wel gebeurd moet
zijn, met propagandis
tische pathos uitriepen:
Rerum Novarum
arbeiders verenigt u!
Toen veertig jaar later
„Quadragesimo Anno"
verscheen, moet het nog
wel gebeurd zijn, ergens
in Nederland, dat een
voorzitter van een werk
liedenvergadering daar
aan toevoegde: „Quadra
gesimo Anno", tot de
dood ons scheidtZo
iets gebeurt nu niet
meer. De katholieke
arbeidersbeweging heeft
zich stap voor stap ont
wikkeld en uitgebreid,
tot ze nu een door som
migen gevreesde macht
is geworden. Maar wie
daar bezwaar tegen
heeft, moet nog eens
denken aan de toestan
den van vroeger, aan de
tijd b.v. dat Mgr. dr.
Ariëns z.g. de eerste
katholieke arbeidersver
eniging in Twente op
richtte
A.C. en humor
Onze goede vriend H.
v. d. B. te H. heeft be
zwaar tegen het feit, dat
wij de vorige week een
mopje verkocht hebben
over A.C., in verband
met diens pleidooi voor
versobering en nalaten
van luxe, o.a. wat dure
vacantiereizen naar het
buitenland betreft, en
dat terwijl de Bruijn
met 1200 K.A.B.-ers naar
Rome gaat! Dat was na
tuurlijk maar een grapje,
en wij, die de Bruijn,
mitsgaders A.C., heel
goed kennen, weten ze
ker, dat hij het als zo
danig weet te waarde
ren. Al zit er ook in
humor altijd een kern
van waarheid en een
grondtrek van tragiek.
Wij zouden onze vriend
nog wel een staaltje van
K.A.B.-humor kunnen
vertellen: het moet de
Verbondsadviseur zelf
geweest zijn, die een
vergadering van het Ver-
bondsbestuur, kort voor
1 November vorig jaar,
binnen kwam met de
mededeling, dat de Dog
ma-verklaring van Ma
ria niet zou doorgaan.
Allen zaten met grote
vraagogen. En ja, weet
je waarom niet, ze zeg
gen, dat de Bruijn dr
tegen is. En ze lachten
allemaal, A.C. incluis!
Overwerkt
Daar heb ik het weer
gelezen van een musicus,
die „overwerkt" is en
kort tevoren had een
krant een deskundig ar
tikel, waarin te lezen
stond, dat overwerkt-zijn
onzin is. Hij zegt, dat de
mens acht uur moet sla
pen, acht uur werken en
verder naar de bioscoop.
Ook acht uur??? Dat is
natuurlijk ook onzin. Als
hij bedoeld, dat de rest
voor ontspanning is, ko
men we weer in strijd
met de strevingen naar
versobering en uitban
ning van luxe. En hoe
moet het met de verho
ging van de arbeidspro
ductiviteit? Een film op
zijn tijd kan geen kwaad,
maar om daar acht uur
per dag aan te besteden,
dat lijkt ons nogal bar.
Dat is stellig goed, om
geestelijk overwérkt te
worden, vooral als ik zo
eens let op de titels, die
week in week uit en van
dag tot dag in de bios
copen van stad en land
draaien!
Niemand kan de dood
ontvluchten
Een koopman in Bag
dad zond zijn dienaar
naar de markt om in
kopen te doen. Naast
hem stond.... de Dood,
die een beweging tegen
hem maakte. Was het
een bedreiging? De die
naar ging verschrikt
naar het huis van zijn
meester en vroeg hem
te paard pijlsnel naar
Samara te mogen gaan,
daar zou de Dood hem
zeker niet vinden. De
koopman ging daarop
zelf naar de markt, om
de inkopen te voltooien.
Hij zag er de Dood, en
vroeg hem, waarom hij
zijn bediende had be
dreigd. Ik dreigde niet,
zei de Dood, maar maak
te een beweging, om te
kennen te geven, dat ik
me verbaasde, hem hier
in Bagdad nog aan te
treffen, terwijl ik ge
dacht had, hem pas van
avond te zullen vinden
in Samara!
VEELBESPROKEN VLEUGELShet zou de titel kunnen
zijn van een film. Ze zijn er met Gouden Vleugels, met
Vlammende Vleugels en zo meer. De veelbesprokene zijn die
van de Katholieke Volkspartij, welke volgens sommigen wel,
volgens anderen niet bestaan. Natuurlijk ligt de waarheid
ook hier weer in het midden. Er zijn geen vleugels en ze
moeten er ook- niet zijn, maar er zijn meningsverschillen,
uiteenlopende opinies, afwijkende meningen. Romme had
het over de K.V.P.-vogel, waarop de Tijd zei, dat een vogel
zonder vleugels natuurlijk niet vliegen kan. En wat is een
vogel die niet vliegt. „Een mens is geboren om te werken,
gelijk een vogel om te vliegen". Zelfs dat staat in „Quadra
gesimo Anno"! Als we het met de engeltjes proberen, komen
we misschien een eind verder. Een politieke partij is geen
engel, al moeten de leden proberen het te zijn, maar in de
primitieve voorstelling van de mensen hebben engeltjes toch
vleugels. En als de waanvoorstelling van meneer Duynstee
c.s. zou opgaan, dan zou dat engeltje gauw uit mekaar ge
sjord worden, omdat de ene vleugel links, de andere rechts
zou gaan. Van het gevleugelde woord der katholieke eenheid
zou alleen het woord overblijven!
Zinneloos
Hoe is het mogelijk,
dat deze man is vrijge
sproken, zei de rechter
tot een van de twaalf
leden der jury, ergens
in Amerika; wat voor
reden kan dat toch zijn
geweest? Doodgewoon
zinneloosheid, zei de
man. Maar dat kan toch
niet, meende de rechter,
alle twaalf?!?!
De beste manier
De Kardinaal van En-'
geland ging met de
Anglikaanse Aartsbis
schop van Canterbury
van een receptie naar
huis en de aartsbisschop
bood de kardinaal zijn
auto aan. „Wij dienen
toch dezelfde Heer",
meende de aartsbisschop.
„Zeker", zei de kardinaal
„dat is zo, u dient Hem
op uw manier, ik op de
Zijne"
Een uitstekende
gedachte!
Kardinaal van Roey
van België was in de
bezettingstijd genodigd
om de overname van de
Universiteit van Leuven
door Duitse geïmpor
teerde professoren bij te
wonen. Hij luisterde ge
duldig naar de mooie
woorden van de woord
voerder der collabora
teurs, die schoon sprak
over toenadering tussen
België en Duitsland,
vriendschap, culturele
samenwerking enz. Toen
de Kardinaal rechtstond,
om te antwoorden, viel
er diepe stilte. Hij hield,
de kortste rede van zijn
carrière, toen hij zei:
„Dat idee van die sa
menwerking is een uit
stekende gedachte, om
na de oorlog te overwe
gen!" De nieuwe profs
hebben nooit les gege
ven in Leuven.
Overdrijving
Alle overdrijving
schaadt, ook als Justitie
ingrijpt in ware of ver
meende gokspelletjes.
Met de speelholen in
den Haag heeft de po
litie nog moeite (om ze
op de juiste wijze aan te
pakken) maar de voet
balpools worden „opge
rold" en nu moeten ook
de postduiven er aan
geloven. De prijzen zijn
te hoog en het wordt
clandestiene loterij, zegt
men. Pas op, of straks
gaan pater Wesseling en
Jan'Dcrks ook nog op de
bon, vanwege de twee
bromfietsen, die ze heb
ben uitgeloofd voor de
jonge man of jonge
vrouw, die in 100 woor
den de inhoud van de
brochure „Geen andere
kans" weet saam te vat
ten. Voor menigeen geen
andere kans, om een
bromfiets te bekomen
enzich de inhoud
van deze rijke brochure
eigen te maken!
Hef convooi was
vastgelopen
Dit is een aardige ge
schiedenis uit de Catho
lic Herald van een paar
jaar terug. Pater Meeus,
Belg van geboorte, tot
Chinees burger genatu
raliseerd, vertelde aan
zijn vrienden, hoe de
studenten in België zich
op een leraar, die zij
lastig vonden, wisten te
wreken, doorsuiker
in het benzinereservoir
van zijn auto te doen!
De Chinezen wisten zich,
als goede patriotten, in
de strijd tegen de Jap
pen dit lesje eigen te
maken en de pater was
danook niets verwonderd
te horen, hoe op een
nacht een Japans con
vooi in de modder was
blijven steken, enkele
kilometers buiten Hong
kong. Toen de Jappen
een paar weken later
Hongkong hadden bezet,
was pater Meeus door
zijn bisschop overge
plaatst, wat in Neder
landse vertaling bete
kent: ondergedoken.
„Ik heb u nodig1'
Natuurlijk had de bis
schop daarvoor gezorgd.
Deze was de bijzondere
beschermer van pater
Meeus en dat zat zo: pa
ter Meeus was eens de
zoon van een bekend
Belgisch industrieel. Hij
zat in de trein en ont
moette een Chinees. Ka-
rel, zo heette de student
van Leuven, sprak met
gloed en warmte over
de schoonheid van het
katholiek geloof en dat
trof zijn oosterse mede
reiziger buitengewoon.
Juist voordat de trein
Brussel binnenreed,
maakte de Chinees zich
bekend alsbisschop
van een der provincies
in China! En hij zei tot
de verbaasde jongeling:
Ik heb u nodig in China.
Zo kwam het, dat de
zoon van de Belgische
industrieel de eerste
blanke was, die door een
Chinees bisschop tot
priester gewijd zou wor
den. En zo kwam het
ook, dat die Japanse
vrachtauto's bij Hongkong
in de modder bleven
steken!
Van 1892
„De politieke geschil
len moeten verdwijnen,
al hun krachten moeten
de katholieken vereni
gen, om de zedelijke
grootheid van hun land
te bewaren of te ver
meerderen". En dit ook:
De katholieken moeten
samen werken, om de
rechten van de Kerk te
verdedigen, met terzijde
stelling van alle politie
ke geschillen en zij moe
ten zich aaneensluiten,
als één man, om met al
le wettelijke en eerlijke
middelen het toenemend
misbruik van de wetge
vende macht tegen te
gaan". Dit zijn twee ci
taten uit een encycliek
van Paus Leo XIII, van
1892, gericht tot de
Franse katholieken, over
de staatkundige eenheid
van de katholieken in
Frankrijk. De citaten
worden eerbiedig opge
dragen aan prof. F. D.
en de „Maasbode".
En dit uit 1936
Nu we toch aan het
herdenken zijn, in onze
paperassen vonden we
het Herderlijk Schrijven
van de Nederlandse Bis
schoppen, van 1936,
waarin de gelovigen
werden aangespoord, in
de Meimaand bijzonder
te bidden tot Maria,
vooral de Rozenkrans,
die zo menig keer het
gevaar van anti-christe
lijke stromingen heeft
overwonnen. Bidt toch
de Rozenkrans in de
huiselijke kring, om
„door de machtige voor
spraak van de Allerhei
ligste Maagd en de hulp
der Christenen, Konin
gin van de Vrede, te
verkrijgen, dat afgewend
worden de ontzettende
gevaren, die ons thans
van alle kanten bedrei
gen"Dat werd 15
jaar geleden geschreven.
Het kon nu geschreven
zijn. De geschiedenis
herhaalt zich altijd en
bidden is altijd nodig!
Wij eren in deze dagen
Paus Leo XIII en ook
deze Paus heeft herhaal
delijk op het nut van
het bidden van de Ro
zenkrans gewezen, o.a.
in zijn bekende ency
cliek, geheel aan de Ro
zenkrans gewijd, zegt
Hij o.m.: „Onder de ere
titels, welke Maria sie
ren, verdient vooral
vermelding de ere-naam,
die ontleend is aan de
Rozenkrans. Daardoor
hebben haar heerlijke
weldaden voor heel de
christenheid, voor altijd
een heilige wijding ont
vangen".
met een belangrijke boodschap en
een aantal hoogst gewichtige fo
to's „aan boord." Hiervoor kreeg
de vogel de Dakinmedaille, zo
ongeveer het Victoria Cross voor
postduiven-
De Duitsers wisten dat er door
middel van postduiven berich
ten in Engeland terecht kwamen
en zij organiseerden 'n tegenwa-
pen, bestaande uit een valkenpa
trouille. Het was de bedoeling dat
de valken de duiven onderweg
zouden oppikken, aanvallen en
onschadelijk maken. Iedereen, die
postduiven in zijn bezit had, werd
door de Duitsers zwaar gestraft
en als de Duitsers vermoedden
dat er in een bepaald gebied
„vijandelijke" duiven waren neer
gekomen dan werd alles afgezet,
en nauwkeurig onderzocht.
Op weg naar Engeland zijn ve
le duiven omgekomen. Vele
Franse, Belgische, Nederlandse
en Deense duivenhouders heb
ben hun leven geriskeerd, doch
de dienst is niet onderbroken ge
weest.
De boodschappen, die per duif
naar de burgemeesters van Brus
sel en van Den Haag werden
gestuurd, waren boodschappen
van dank aan de Belgische en
Nederlandse duivenhouders „voor
de hulp, welke zii met hun dui
ven de Geallieerde zaak en de
verzetsbewegingen hebben ver
leend in de donkere jaren van
de bezetting."
De boodschap van het RCS aan
Prinses Mary betuigt de aanhan
kelijkheid van het Corps aan de
commandante en eindigt met de
woorden: „Mogen de vogels, die
in Noord-West Europa hun laatste
operationele vlucht doen, de we
reld 'n symbool zijn van de her
opening van het vrije verdeer
tussen de volkeren."
ZaanstreekPolitie
Op het ZFC-terrein in Zaandam
zal Dinsdagavond om 8 uur een
voetbalwedstrijd worden gespeeld
tussen het Nederlands politier
elftal en een Zaans KNVB-elftal.
STAATSFONDSEN
WEDEROM VAST
AMSTERDAM, 11 Mei. Het
belangrijkste van de beurs was
vandaag wel, dat de stemming
op de beleggingsmarkt voor de
derde maal m successie gunstig
was. Na Dinsdag j.l. een diepte
punt bereikt te hebben waarbij
de meest gangbare papieren am
per 87 noteerden, is er Woensdag
een wijziging ten gunste ingetre
den. Vooral investeringscertifi
caten werden vandaag gevraagd
en stegen met niet minder dan
11/2 punt tot 91 5/8. De conver
sielening gold 90 5/8 (89 1/2).
De aandelenmarkt was zo
mogelijk nog stiller dan vorige
dagen. Zoals bekend, blijft de
beurs gesloten tot a.s. Dinsdag
en het is dus wel begrijpelijk,
dat de beroepshandel zich haast
niet aan nieuwe posities waagt.
Voor de industriepapieren wer
den minimale verschillen naar
beide zii den geconstateerd. Olies
bleven goed prijshoudend op 299
(298), Philips verloor 1 punt en
sloot op 253 1/2 en ook Uni
levers waren een fractie luier.
A.K.U.'s onveranderd 169 7/8.
Van de cultuuraandelen kan
eigenlijk hetzelfde gezegd wor
den als van de industriemarkt.
Tabaksaandelen echter, die giste
ren vrij vast waren, moesten
vandaag hier en daar een klei
nigheid prijsgeven. Voor het ove
rige was de stemming prijshou
dend. Aandelen exploratie wer
den wederom gevraagd en ste
gen onder vrjj drukke handel
van 66 tot 70. Ook Deli Spoor-
obligaties en aandelen waren
vandaag enkele punten hoger.
Eveneens heerste er een gun
stige tendens voor d£ Indone
sische gemeentelendngen.
De scheepvaartmarkt was zeer
stil en sloot goed op peil, waar
bij Scheepvaart Unie 1 punt ho
ger was op 154 1/2.
Amerikanen stil en weinig
veranderd. Ook het agio bleef op
8 procent ongewijzigd.
Kaasmarkt Leiden
LEIDEN 11 Mei Goudse
kaas (zware) tot f 207 (per 100
kg in gids). 49 partijen handel
matig. Goudse kaas le srt. f 196
f 200; Goudse kaas 2e srt. f 192
f 195; Leidse kaas le srt- tot
f 180, handel matig.
Kaasmarkt Utrecht
Utrecht 11 Mei Op de
Utrecht.'e kaasmarkt werden aan
gevoerd tien partijen kaas, totaal
394 stuks, wegende 2074 kg. De
prijzen waren van f 1.87f 1.95'
De handel was vlug.