Rerum Novarum werd een zegen
voor de arbeidersstand
Hoe Don Bosco zijn zonen
de weg bereidde
Het aandeel van de liefde
in de economische orde
Macht op zich geen kwaad
Het Salesiaans Missie-Mirakel
Het recht
van de Kerk
OVERZICHT
Geen herdenking
zonder bezinning
rook
>p het rood-pluchen
le glorie van het
omwille van de ka-
opgenomen bij deze
■n hadden er geen
i zaten voor de tafel,
rossige schijn van
mlamp, de koppen
de gezichten strak
p dit gewichtig mo
tels zelf voorzitter
lij zat rechts van de
rekende bij ieder
'.wicht merkbaar op
e inblazingen. De
ir deed soms of hij
et betijen en er zelf
ik bij hoorde, maar
■en door elkaar be-
•aten en de discussie
rmeloos gemompel
verlopen, kon hij
aar voren schieten,
hand kletste op de
is meteen stil en hij
'lugge heldere woor-
dslagingen weer een
dampte. De sigaren
'ijpen kwamen voor
erden gestopt uit de
van Jan Winkels,
irouw keek bezorgd
lijnen.
id, de eerste katho-
ersbeweging in Ne-
langrij'ke boodschap en
hoogst gewichtige fo-
oord." Hiervoor kreeg
de Dakinmedaille, zo
et Victoria Cross voor
ïrs wisten dat er door
i postduiven berich-
eland terecht kwamen
niseerden 'n tegenwa-
nde uit een valkenpa-
t was de bedoeling dat
de duiven onderweg
rikken, aanvallen en
c maken. Iedereen, die
in zijn bezit had, werd
litsers zwaar gestraft
Duitsers vermoedden
een bepaald gebied
e" duiven waren neer
an werd alles afgezet,
Lirig onderzocht,
ïaar Engeland zijn ve-
omgekomen. Vele
elgische. Nederlandse
duivenhouders heb-
sven geriskeerd, doch
niet onderbroken ge-
ehappen, die per duif
rgemeesters van Brus-
Den Haag werden
waren boodschappen
aan de Belgische en
duivenhouders „voor
elke zii met hun dui-
allieerde zaak en de
ïgingen hebben ver-
a donkere jaren van
ïhap van het RCS aan
ry betuigt de aanhan-
iran het Corps aan de
te en eindigt met de
.Mogen de vogels, die
'est Europa hun laatste
e vlucht doen, de we-
itoool zijn van de ber-
n het vrije verkeer
rolkeren."
streekPolitie
FC-terrein in Zaandam
gavond om 8 uur een
strijd worden gespeeld
Nederlands politie-
;n Zaans KNVB-elftal.
1ATSFONDSEN
DEROM VAST
1DAM, 11 Mei. Het
te van de beurs was
el, dat de stemming
ggingsmarkt voor de
1 in successie gunstig
insdag j.l. een diepte-
kt te hebben waarbij
angbare papieren am-
erden, is er Woensdag
ag ten gunste ingetre-
il investeringscertifl.
en vandaag gevraagd
met niet minder dan
tot 91 5/8. De conver-
old 90 5/8 (891/2).
ielenmarkt was zo
ag stiller dan vorige
ls bekend, blijft de
iten tot a.s. Dinsdag
dus wel begrijpelijk,
aepshandel zich haast
ieuwe posities waagt,
ïdustriepapieren wer-
ale verschillen naar
n geconstateerd. Olies
I prijshoudend op 299
ps verloor 1 punt en
>31/2 en ook Uni-
»n een fractie luier,
iveranderd 169 7/8.
cultuuraandelen kan
etzelfde gezegd wor-
i de industriemarkt.
elen echter, die giste-
vast waren, moesten
er en daar een klei-
sgeven. Voor het ove-
e stemming prijshou-
lelen exploratie wer-
am gevraagd en ste-
vrjj drukke handel
70. Ook Deli Spoor-
en aandelen waren
ikele punten hoger.
heerste er een gun-
ns voor dg Indone-
senteleniingen.
pvaartmarkt was zeer
t goed op peil, waar-
raart Unie 1 punt ho-
154 1/2.
ten stil en weinig
Ook het agio bleef op
ngewijzigd.
.markt Leiden
II Mei Goudse
e) tot f 207 (per 100
i. 49 partijen handel
dse kaas le srt. f 196
udse kaas 2e srt. f 192
eidse kaas le srt. tot
el matig.
markt Utrecht
11 Mei Op de
:aasmarkt werden aan
n partijen kaas, totaal
vegende 2074 kg. De
en van f 1.87— f 1.95-
was vlug.
ZATERDAG 12 MEI 1951
PAGINA 9
Een totaal verkeerde mening zou het zijn te menen, dat de
beide Pauselijke Encyclieken uitsluitend als richtlijnen voor de
arbeiders zijn geschreven. Een opvatting, die helaas, zo hier en
daar nog wortel heeft geschoten. Anderzijds bedenke men ech
ter, dat vooral Rerum Novarum, maar ook Quadragesimo Anno,
van onmiskenbare zege en invloed zijn geweest op de groei,
de verdere uitbouw en de doelstellingen van de katholieke
arbeidersbeweging in Nederland. En deze ontwikkeling is op
haar beurt een vruchtdragend element geworden in de cultuur
historie van ons volk en heeft in hoge mate bijgedragen tot de
verhoging van het godsdienstig-zedelijke en culturele peil der
arbeidersmassa.
Op deze foto van Z.H. Paus Pius XII ziet
men de even liefdevoUe als scherpe hl ik
van de tegenwoordige regerende Paus,
die het sociale vraagstuk met evenveel
liefde als scherpte bekijkt en in talloze
toespraken en brieven behandeld heeft en
nog behandelt. Wacht de wereld niet met
spanning op het antwoord op de vraag,
of de ff. Vader in een nieuwe encycliek,
dan wel in Zijn rede tot de sociale voor
mannen en arbeiders, die deze week ook
uit ons land naar Rome zijn vertrokken,
nadere verklaringen en toelichtingen op
de sociale leer der Kerk, toegepast op de
moderne omstandigheden, zal geven? Eén
ding staat daarbij vast: de Paus van nü
zal de beginselen en hun diepere richt
lijnen, zoals ze in „Rerum Novarum" en
„Quadragesimo Anno" zijn gegeven, on
verzwakt handhaven, gelijk Hij dat al te
kennen heeft gegeven in de radiobood
schap van Pinksteren 1941, toen Hij de
vijftigste verjaardag van de grote sociale
encycliek herdacht. Toen reeds heeft Pius
XII de fundamentele grondbeginselen van
een gezonde sociale orde op de basis van
„Rerum Novarum" ontvouwd en aange
spoord, om in de geest van Leo XIII te
blijven werken voor een nieuwe orde:
„Laat niet uitsterven onder u, beminde
zonen, of ook maar verzwakken de drin
gende stem van de twee Pausen der sociale
encyclieken, die luide wijst op de zede
lijke plicht van allen, die geloven in de
bovennatuurlijke wedergeboorte der mens
heid, om mede te werken aan de ordening
van de maatschappij en in het bijzonder
van het economisch leven. Dat is een
heilige plicht voor iedereen!"
Het is derhalve alleszins ge
rechtvaardigd, in het kader
van de herdenking der sociale
encyclieken, op deze plaats een
kort woord te wijden aan de ge
schiedenis der Katholieke Arbei
dersbeweging en temeer, omdat
de KAB in de laatste tijd nogal
eens een punt van discussie uit
maakt.
De beginjaren van de katho
lieke arbeidersbeweging in ons
vaderland zijn weinig overzichte
lijk. Belangrijk feitenmateriaal
wacht nog steeds op een nadere
verklaring van de hand der his
torici. Waarom kwam de activi
teit onder de katholieke arbeiders
zo laat tot stand? „Zelfs 10 jaren
na de oprichting van Patrimoni
um?", zo schrijft de katholieke
historicus en kenner van de ge
schiedenis der negentiende eeuw,
prof. Verberne. En hij geeft dan,
hoewel onder voorbehoud, zelf
het antwoord met de woorden:
„de katholieke leiders uit die ja
ren hebben hun aandacht en ac
tiviteit meer gericht op de school
strijd en de beleving van de bur
gerlijke rechten der geloofsgeno
ten." Voor de sociale rechten der
arbeiders bestond toentertijd nog
weinig begrip, zo voegt Verberne
eraan toe.
Het inzicht in het belang van
katholieke arbeidersverenigingen
gaf de stoot aan de oprichting
van de St Josephgezellenver-
enigingen naar het voorbeeld van
Adolf Kopling in Duitsland. Het
karakter van „vakbeweging" ont
brak aan deze verenigingen- Het
zou tot 1888 duren voordat een
onderlinge band werd gesmeed;
het Kamerlid W. CJ. Passtoors
legde in dat jaar in Amsterdam de
grondslag van de R.K. Volksbond,
die zich in hoofdzaak richtte te
gen de socialistische en anti-cle-
ricalistische agitatie van Domela
Nieuwenhuis. Bij het leggen van
contacten ging het bisdom Haar
lem aan de kop. De Twentse ar
beiders zaten evenmin stil en dr.
Schaepman bracht de opgerichte
verenigingen samen in een dio
cesane bond.
De verschijning van de grote
encycliek van Leo XIII was
voor de katholieke arbeiders van
Nederland een krachtige stimu
lans om op de ingeslagen weg
voort te gaan. Schaepman werd
de promotor van de denkbeelden
van Rerum Novarum. De katho
lieke arbeidersbeweging vond er
baat hij- De tijd van zoeken en
tasten was voorbij. De doelstel
lingen stonden scherp voor ogen.
De arbeidersbeweging groeide
in kracht en wasdom. Schaepman
Ariëns, Poels en vele anderen,
drukten hun persoonlijke stem
pel op de latere ontwikkeling.
Het Hoogwaardig Episcopaat
sprak zich in 1906 in beginsel uit
voor een organiseren van de ka
tholieke arbeiders in katholieke
verenigingen. Daarmede werd 'n
uitspraak gedaan in de discussie
over het al of niet steun verle
nen aan de interconfessionele
vorm, die „Unitas" te zien had
gegeven.
Mgr. van de Wetering ijverde
in latere jaren voor de verkrij
ging van een eenheid in de be
weging met één centrale leiding.
Men geraakte tot een overeen
stemming in 1923- Het bisschop
pelijk communiqué van 1916 had
deze vraag nog open gelaten.
Het Verbond deed op 1 Januari
1925 de intrede in de geschiedenis
van de beweging.
De gebeurtenissen uit de laatste
25 jaar van de katholieke
arbeidersbeweging, liggen de
meesten onzer nog vers in het
geheugen. Het is slechts een jaar
geleden, dat op luisterrijke wijze
het zilveren jubileum van het
Verbond werd gevierd, waarbij
de vele activiteiten, maar ook de
moeilijke oorlogs- en bezettings
jaren, waarin de KAB weigerde
voor de overweldiger te bukken,
nogmaals de revue in woord en
geschrift passeerden.
Z. Em. Johannes Kardinaal de
Jong richtte zich bij deze gele
genheid tot de katholieke arbei
ders met de woorden:
Hoogst zegenrijk is de arbeid
van het Verbond geweest voor
het arbeidende volk, voor Kerk
en Vaderland. Met grote dank
baarheid herdenken ook Wij alles
wat de katholieke arbeidersbe
weging tot stand heeft gebracht,
en Wij spreken gaarne Ons volle
vertrouwen uit, dat ook in de
■toekomst Nederland zal blijven
beschikken over een katholiek
georganiseerde arbeidersstand ten
bate van ons gehele volk, in het
bijzonder voor de handhaving en
verdieping van sociale gerechtig
heid en sociale caritas."
De katholieke arbeidersbewe
ging heeft in de loop der jaren
haar goed recht van bestaan be
wezen- Zij is een belangrijke
factor geworden in ons volk.
Zelfs dermate belangrijk, dat
sommige geloofsgenoten zich in
het laatste jaar zorgen hebben
gemaakt over haar grote „macht."
DON BOSCO was niet alleen de man, die de jeugd wist te
leiden als een heilige Rattenvanger van Hameln, want hij
oefende op haar een fantastische invloed uit; hij was niet
slechts de wonderdoener, die terecht als de grootste moderne
mirakelheilige wordt aangezien; hij was ook geïnspireerd, las
in de harten en zag in de toekomst. De visioenen welke hij
kreeg, heette hij in zijn eenvoud en nederigheid „dromen"....
Maar langs die weg leidde zijn Madonna, Maria, Hulp der
Christenen, hem op wonderbare wijze. Zo gebeurde het ook,
toen hij zijn richtlijnen van Hierboven kreeg over het werk
dat hem en zijn opvolgers te wachten stond op het Missieveld.
Luister hoe de Man Gods zet zelf vertelde: „Plots zag ik me
omringd door een groep kinderen en van een Herderin die
Onze Lieve Vrouw was Toen moest Don Bosco in een be
paalde richting kijken. Wat ziet ge? „Bergen, zeeën, heuvels,
weer zeeën en bergen". Daarop riep een der jongens: Ik lees
Santiago; en ik, zei een ander: Valparaiso. En een derde las
de twee samen. Nu vroeg de Herderin hun een andere kant
uit te kijken: Don Bosco zag bergen, heuvels en zeeën; maar
de kinderen juichten: Peking. „Goed", antwoordde de won
dere Vrouw; „trekt nu een lijn van Peking (oude hoofdstad
van China) naar Santiago (hoofdstad van Chili); neemt dan
een aanknopingspunt in het hart van Afrika: dan ziet ge wat
de Salesianen nog moeten verwezenlijken
Maar die afstanden zijn on
metelijk, ziet ge, sommige plaat
sen ontoegankelijk, en de Sale
sianen zo weinig talrijk
Dat is werk voor uw zonen
en voor de opvolgers van die
zonen.
Maar waar moeten we zo
veel volk vandaan halen?
Ziet ge daar die 500 missio
narissen staan, vertrekkens-ge-
reed? En verderop en elders nog
veel meer? Trek nu de lijn van
Santiago naar Afrika. Wat. ziet
ge nu?
Ik zie tien centra van mis
sieposten.
En langs deze kant ziet ge
tien, centra 'van Midden-Afrika
tot Peking. Deze centra nu moe
ten de missionarissen leveren,
want het zijn studiehuizen stich
tingen en noviciaten, welke voor
al die werelddelen nodig zijn.
En nog eens vroeg Don Bosco,
die zo breed en ver niet durfde
denken:
Maar waar zullen we toch
zoveel missionarissen vinden, om
naar al die wilden te sturen,
welke mensenvlees eten, naar
die valse christenen en naar die
heidenen?
Weer had Don Bosco een
droom gehad en zag hij zich ver
plaatst naar een onbekende
streek, waar hij mensen in dichte
drommen op een vlakte zag:
groot, wreed en bijna naakt.
Sommigen waren op jacht, an
deren droegen brokken vlees op
de punt van de lans, die ze op
hun schouder legden; weer an
deren vochten ondereen of tegen
soldaten, op zijn Europees ge
kleed. Toen verschenen missio
narissen aan de einder, allen van
verschillende Orden en Congre
gaties; nauwelijks waren ze bij
de Indianen, of ze werden afge
slacht.... En ondertussen daag
de een nieuwe groep missionaris
sen op, voorafgegaan door een
stoet jongelingen. Ook zij trok
ken recht op de Indianen af, en
Don Bosco begon reeds voor hun
leven te vrezen; doch nu merkte
hij twee dingen op: het waren
Salesianen, van wie hij de eer
ste kende, de volgende echter
helemaal niet, en nu deden de
wilden nietsZe begonnen in
tegendeel te lachen, schaarden
zich rond de blanke geloofshel
den en luisterden naar het gods
dienstonderricht, dat men hun
schonk, om een tijdje later het
rozenhoedje mee te bidden, dat
de missionarissen hun aanleer
den
Wat Don Bosco daar in een
droom zag, begon werkelijkheid
te worden, toen op 11 November
1875 de eerste expeditie plaats
had naar Zuid-Amerika, onder
de zegen van Don Bosco en on
der leiding van de latere kardi
naal Cagliero.
De Salesianen waren gevraagd
door de consul van Argentinië,
om Vuurland en Patagonië te
komen bekerenEn de dap
pere kerels vertrokken uit Bue-
nos-Aires, om stelselmatig eerst
Vuurland te bewerken, dat. nu
bisdom is en waar alle priesters,
hoog en laag, Salesianen zijn. Na
Vuurland kwam Patagonië aan
de beurt, dat voordien nooit ern
stig werd verkend. In het jaar
1878 zette Argentinië alles op het
spel om die Indianen te onder
werpen: de Salesianen trokken
met de legers mee op en verkre
gen meer met goedheid dan de
staat met zijn wapens. Het ge
beurde in die tijden, dat soms
een Indiaanse hoofdman in de
missies aanlandde en beweerde
door een „zwartrok" te zijn ge
stuurd om zich en zijn stam te
laten onderrichten. Wanneer die
man dan in de missiepost een
portret van Don Bosco zag, zei
hij: „Die daar was hetDon
Bosco had zoveel jaren na zijn
dood met de Indianen te paard
door de Pampa gereden, om het
zijn Zonen een beetje gemakke
lijker te makenEn nu ging
het verderop: Paraguay kwam
aan de beurt, Paraguay met de
Chaco, het meest beruchte deel
misschien van de te bekeren
grond van Zuid-Amerika. Want
er was nooit een katholiek mis
sionaris in gelukt zich in de
Chaco te vestigen. En in 1920
zetten de Salesianen daar de slag
inMaar om de 100.000 men
sen te winnen voor het geloof,
die daar op een oppervlakte van
300.000 km2 tien maal ons
land verspreid leven, zal er
nog wel een hele tijd verlopen.
Boven Paraguay liggen de
Verenigde Staten van Brazilië
zoals de officiële titel luidt
het zijn trouwens twee en twin
tig landen die een confederatie
vormen. Heel het binnenland
wordt beheerst door de machtige
Amazone, die meer dan 6000 km
lang is en leven en gestalte en
vruchtbaarheid schenkt aan ein
deloze en zeer geheimzinnige
stukken land, die nooit door
blanken betreden werden. Twee
namen vooral hebben in verband
daarmee een magische klank: de
Rio Negro (de Zwarte Stroom)
en de Matto-Grosso (het Grote
Woud). De Salesiaanse held, die
de Indianen van Rio Negro als
zijn kinderen en die zij als hun
vader beschouwden, was Don
Balzola, een man, die een plaats
verdient naast een Pater Lievens,
een Pater De Smet en een Pater
Damiaan. Later zou hij zich even
eens wegschenken aan de India
nen van Matto-GrossoDe Bo-
roro's is de naam van de ver
schrikkelijke Indianen, die zich
niet lieten bekeren door mensen,
maar het wel lieten gebeuren
door Onze Lieve Vrouw.
En die Bororo's gingen daarna
de andere stammen opzoeken, om
hen te overtuigen ook bij de Mis
sionarissen te komen wonen
Maar aan de andere kant van
Brazilië's grenzen, in Ecuador,
wachtte ook nog werk: de beke
ring van de wrede Jivaro's, die
slechts langzaam vordert Even
als in Columbië, waar onder an
dere twee Melaatsenkolonies zijn
waar 5000 arme sukkelaars en
veroordeelden verzorgd worden.
Maar ook in het Verre- en het
Midden-Oosten voeren Salesianen
de strijd voor Christus' Rijk:
Iran, Syrië, Turkije en Palesti
na; Indië, waar de Salesianen in
de Bisdommen Krishnagar en
Shillong en in het aartsbisdom
Madras de zielezorg waarnemen.
In 1906 landden de Missiona
rissen in Macao, dat als spring
plank zou dienen om het Hemel
se Rijk binnen te trekken, wat
dan ook naderhand is gebeurd.
En zo kwam dan het Bisdom
Shiu-Chow tot stand, met zijn
grotere oppervlakte dan ons land
en zijn bevolking van bij de
3.000.000 zielen.
Zoals de Salesianen op meer
dere plaatsen in China de massa
veroverden door een orkest op
te richten, de harmonica te be
spelen en zangkoren in het open
baar te laten optreden, zo deden
ze het met voetbalmatchen in
Japan. Want waar ze een nieuwe
verovering op het oog hadden,
begonnen ze onder elkaar op een
volksplein te voetballen, waarbij
de jeugd natuurlijk aanstonds
gewonnen was voor zo'n sportie
ve kerels.... En dan liep en
loopt het bekeringwerk langs de
kinderen over op de ouders
Nu bloeit daar de Apostolische
Prefektuur van Myasaki, onder
de leiding van de pionier uit het
eerst uur, Mgr. Cimatti.
Wat Don Bosco in zijn droom
„gezien" had, zou Koning Leo
pold II voor een deel helpen
verwezenlijken. Want hij was
het, die er maar steeds bij de
Salesianen op aandrong dat ze
een Missie zouden stichten in het
onmetelijke Kongoland, dat hij
op eigen initiatief en ondanks
zoveel tegenwerking uit de grond
had gestampt. En Koning Leo
pold droeg zijn verlangen over
op Kardinaal Merrier, die zich
voor de wagen spande van de op
volger van Don Bosco, de heilig
levende en heilig gestorven Don
Rua, in Turijn het Moeder
huis der Salesianen ging op
zoeken. Die twee grote mannen
werden het gemakkelijk eens en
zo vertrok de eerste groep Bel
gische Salesianen onder leiding
van de latere Mgr. Sak in het
jaar 1911 naar Elisabethstad,
waar aanstonds begonnen werd
met een school voor Blanken.
In Kafubu, waar Monseigneur
van Heusden verblijft, bloeit de
grote vakschool voor zwarten.
Anderen volgen er de lagere
school of de landbouwschool en
de kleinsten worden in het wees
huis opgenomen.
In Kipushya worden de Kate-
chisten en onderwijzers van mor
gen gevormd. Ngaye is de melaat
senkolonie en in Kakyelo vindt
men het Klein Seminarie.
Dat is, in grote trekken, de
toestand van de Salesiaanse Mis
sies in de wereld. Wanneer men
bedenkt, dat zij een 24.000.000
zielen te bekeren hebben gekre
gen en dat die mensen op een
oppervlakte van 3.000.000 km2
verspreid zitten, of op een op
pervlakte dus van 100 maal ons
land, dan vraagt men zich be
zorgd af zoals Don Bosco in
zijn droom waar de mannen
vandaan moeten komen, om dat
reusachtig werk tot een goed ein
de te brengen. Onze Lieve Heer
schijnt ook hier geen zwaarder
werk op de schouders dier Con
gregatie te willen leggen, dan zij
kunnen dragen. En daarom heeft
ze het Oude Europa en tegelijk
het jonge Amerika voorbereid
om bij te springen, waar het no
dig mocht blijken.
Maar waarom ons druk maken
over wat Don Bosco ons voor
zeker heeft verteld? Want ook
over de toekomst van zijn Con
gregatie heeft hij uitleg gekregen
bij Onze Lieve Vrouw. Luister
maar: „Ik hoorde een stem, die
me toeriep: „Ga op deze steen
staan, en ik zal u de triomf laten
zien van de Congregatie van Sint
Franeiscus van Sales (Patroon
der Congregatie; vandaar haar
naam: Salesianen van Don Bosco;
in afkorting: S.D.B.). En op een
onoverzienbare vlakte klom ik,
op de steen en meende heel de'
aarde te overschouwen. En ik
zag er mannen van alle kleur,
van alle naties en in alle moge
lijke kledij; zoveel, dat ik me
afvraag of de wereld wel zoveel
mensen kan bevatten. Ik bekeek
de eersten aandachtig: ze waren
gekleed als onze Italianen. Het
waren Salesianen, die jongens
en meisjes bij de hand hielden
Dan kwamen er anderen, nog
anderen en weer anderen, die
ik niet meer kende; oneindig
velen.En toen moest ik beur
telings naar de vier windstreken
kijken: van alle kanten zag ik
eindeloze massa's mensen optrek
ken: maar alle groepen hadden
dit gemeen, dat ze allemaal door
Salesianen geleid werden, van
wie ik echter geen enkele kende.
Daarop hoorde ik een stem me
toespreken: „Ge zult niet begrij
pen, wat ik u zeg. Alles, wat ge
zo juist gezien hebt, is de oogst,
welke de Salesianen moeten in
halen. Maar ziet ge wel hoe groot
het veld is, waarop ze moeten
arbeiden. De eersten hebt ge her
kend: maar die verderop volgden
waren u helemaal vreemd. Dit
wil ik u zeggen, dat de Salesia
nen niet alleen in deze eeuw,
maar ook in de toekomstige
eeuwen op hetzelfde arbeidsveld
zullen moeten werken...."
(Bijzonderheden in dit artikel
zijn vooral ontleend aan het
boeiende boek: „De Dromen
van Don Bosco". Uitgegeven
door Don Bosco, Gouddallaan
90, Sint-Pieters-Woluwe).
Deze vorm van vrees is een zui
ver menselijk verschijnsel. Het
vertoont zich overal in de wereld
waar een sterke concentratie van
krachten zich openbaart. De in
ternationale politieke verhoudin
gen in de moderne geschiedenis
zijn er sprekende voorbeelden
van.
De critici mogen evenwel be
seffen, dat macht op zich geen
kwaad is. De Heilige Vader
heeft destijds de katholieke ar
beiders van België voorgehouden
de macht van hun organisaties in
dienst te stellen van de verwe
zenlijking der sociale orde en de
uitbouw der publiekrechtelijke
bedrijfsorganisatie, welke een, eis
yan de natuurlijke orde betekent.
Wij ontkennen geen ogenblik,
dat de leiders van de katholieke
arbeiders voortdurend zich zul
len moeten afvragen, welke ver
antwoordelijkheid zij dragen,
wanneer zij het „machtige" appa
raat van de KAB hanteren. Maar
anderzijds mogen wij ons geluk
kig prijzen in deze jaren van
spanningen, dat de KAfi zich een
zelfbeheersing heeft opgelegd en
alles in dienst heeft gesteld om --- -
de sociale rust te bewaren. Men een schonere toekomst.
bedenke hoe de situatie zou zijn
op dit moment, wanneer de KAB
geen „machtige rol" speelde.
Welke invloed zou de commu
nistische vakbeweging hebben en
in hoeverre zouden wij geyorderd
zijn met het nationaal herstel en
het leveren van een bijdrage in
de krachtsinspanning om West-
Europa en de christelijke bescha
ving veilig te stellen?
De katholieke arbeiders zullen
in samenwerking met de ka
tholieke werkgevers middenstan
ders, boeren en leden der vrije
beroepen, dienen te bouwen aan
een christelijk-sociale orde waar
toe op de allereerste plaats nodig
is de bezinning op de inhoud der
Pauselijke encyclieken, die het
„christelijke herstelplan" bevat
ten voor de geschonden samen
leving dezer dagen, die opnieuw
gebukt gaat onder ondragelijke
spanningen en gevaren-
Een herstelplan, dat niet speci
fiek katholiek is, omdat het steun
vindt in de natuurlijke orde, en
daarom voor allent aanneme
lijk en aanvaardbaar is-
De herdenking moge dan ook
allerminst slechts een „terugzien
op de afgelegde weg" betekenen,
maar moet veeleer zijn een be
ramen op een plan van actie,
om met pater dr. mr. Angelinus
O.F.M. Cap te spreken „waar
bij alle goedwillenden de handen
ineen moeten slaan, om op de
ruines van het verleden samen
te werken, aan de opbouw van
IN „QUADRAGESIMO ANNO" hoe kan men de geesf van
„Rerum Novarum" beter eren dan door deze prachtige herden
kingsencycliek van 1931 voortdurend in herinnering te bren
gen? zegt Pius XI, dat Hij met die omzendbrief ten doel
had, niet alleen de grote weldaden te overwegen, welke voor
de Kerk en voor de gehele maatschappij uit de encycliek „Re
rum Novarum" zijn voortgevloeid, maar meer nog, om „de
leer van de grote Meester aangaande de sociale en economi
sche vraagstukken te handhaven tegen sommige moeilijkheden
en in bepaalde punten verder te ontwikkelen, tenslotte,
om het huidige economisch stelsel (1931) voor de vierschaar
te roepen, de zaak van het socialisme te onderzoeken, de wor
tel van de hedendaagse verwarring (1931) bloot te leggen
en tegelijkertijd de enige weg tot een heilbrengende vernieu
wing te wijzen, n.l. de hervorming der zeden in christelijke
zin
Dit laatste punt blijft uiteraard
voor het hoogste gezag van de
Kerk het kernpunt van het pro
bleem en de Paus betoogt dan ook
in talrijke bladzijden, dat het eco
nomisch leven, dat lijdt onder een
dictatuur, hervormd moet worden.
Leidend beginsel moet zijn, dat er
een economische en juridische or
de moet komen, gebaseerd op
rechtvaardigheid en naastenliefde:
het economisch leven moet door
trokken worden van de christelij
ke geest!
Hoe? Wel op zeer bijzondere
wijze wordt het aandeel van de
liefde beklemtoond. De liefde,
niet ter vervanging van de recht
vaardigheid, die niet gegeven
wordt, maar de liefde naast de
rechtvaardigheid. Zij zij er de
bekroning van! Dit, dat aandeel
van de liefde in de economische
orde, is wel een zeer bijzondere
en hoge eis, zegt prof. Cobbenha-
gen in een rede over katholieke
activiteit op economisch terrein,
welke hij in 1938 hield voor de
Sociale Week te Rolduc. Een
moeilijke eis, omdat het toch al
zoveel moeite kost, in het econo
misch leven de rechtvaardigheid
gelding te verschaffen, met name
de sociale rechtvaardigheid. En
toch is die eis ook weer zeer na
tuurlijk, omdat ze noodzakelijk
voortvloeit uit de leer, dat we al
len leden zijn van één groot ge
zin en kinderen van dezelfde He
melse Vader, ja, zegt de ency
cliek, dat we allen één lichaam
zijn in Christus.
Men stelle zich eens voor, zo
citeren wij nu het volgende tref
fende citaat uit de genoemde re
de van prof. Cobbenhagen, wat
dit zeggen wil: in alle economi
sche verhoudingen tussen indivi
duen, tussen groepen, tussen vol
ken, in alle contracten, bij alle
concurrentie, niet alleen de
rechtvaardigheid, maar ook de
liefde te betrachten! De liefde,
die Sint Paulus zo grandioos
heeft getekend, de liefde die ge
duldig is en goedertieren, niet
afgunstig, noch heerszuchtig noch
hoogmoedig, die niet onedel han
delt, en zichzelf niet zoekt, die
zich niet verheugt op een over
winning op een zwakkere, min
der kapitaalkrachtige, met min
der economisch doorzicht begaaf
de broeder, maar die verheugd is,
de ander goed te doen.
Na zoveel eeuwen van steeds
groeiende onchristelijkheid op
economisch gebied, klinkt die in
de grond toch heel gewone chris
tentaal onwennig!
Die Paulustekst moest op een
goede dag worden aangeslagen
in de kantoren der grote onder
nemingen en bevolen zou moe
ten worden, deze te observeren
in heel de maatschappelijke en
politieke omgang!
In de commerciële onderhan
delingen, in de contracten in de
zakelijke correspondentie, in de
in- en verkooppolitiek, in de
reclame!
Geen van al die in hun sys
teem deskundige en door en
door geoefende zakenlieden en
kantoormensen, van hoog tot
niet ieder uitmaken. Daarom
moet er, naast de verbetering
van de geest, ook gestreefd wor
den naar hervorming van de in
stellingen en organisatievormen.
Het streven naar betere mensen
en betere instellingen ga hand
in hand. Maar, dit ook zegt de
Paus: Bü al dit werk komt de
wet van de liefde op de eer
ste plaats.
ZESTIG JAAR na „Rerum No
varum" en twintig jaar na „Qua
dragesimo Anno" wordt nog her
en der betwist het recht van de
Kerk, om zich met sociale en
economische aangelegenheden in
te laten. Daarom is het nuttig, bij
de aanstaande encycliekherden
king nog eens even een en ander
in herinnering te brengen aan
gaande dit gewichtige punt. Paus
Pius XI bevestigde in „Quadra
gesimo Anno" van 15 Mei 1931,,
wat Leo XIII veertig jaar tevo
ren in zijn „Magna Charta" van
de sociale orde te kennen had ge
geven, dat in de sociale kwestie
geen oplossing mogelijk was, al
thans geen aannemelijke, voegde
de Paus daar veelbetekenend aan
toe, tenzij met de hulp van de
godsdienst en de Kerk. Hij steun
de op de „onveranderlijke begin
selen, geput uit de schatkamer
der natuurlijke rede, en de god
delijke openbaring" en zo ver
kondigde Hij, als één die gezag
heeft, de rechten en plichten,
waardoor de onderlinge verhou
ding van bezittenden en proleta
riërs, van hen, die kapitaal ver
schaffen en hen die arbeid pres
teren, moet beheerst worden en
ook, welke taak hier was wegge
legd voor de Kerk, voor het
Staatsgezag en voor de betrokke
nen zelf.
De Kerk heeft de rijke bron
nen van het Evangelie volstrekt
niet ongebruikt laten liggen, con
stateert Pius XI met dankbaar
heid en Hij herhaalt, dat de Kerk
„het recht en de plicht heeft, in
zake kwesties van sociale en eco
nomische aard te beslissen met
oppergezag. Vooreerst worde
hier opgemerkt, dat de Paus van
1931, sterker dan die van 1891,
dit recht van beslissen voor de
Kerk ook opeist voor econo
mische aangelegenheden.
Wanneer de Kerk zich zonder
reden zou mengen in deze aardse
aangelegenheden, zou zij haar
boekje te buiten gaan, maar zij
kan zich in geen geval onttrek
ken aan de taak, Haar door God
opgelegd, om Haar gezag te doen
gelden in kwesties, die de zeden
wet raken. Zij bemoeit zich, zo
betoogt Pius XI met nadruk, niet
met technische kwesties, want
daartoe mist zij de geschikte mid
delen en de opdracht, maar als
sociale en economische kwesties
de zedenwet raken, dan is de
Kerk volledig bevoegd.
Het zou een dwaling zijn, te
beweren, dat de economische en
de morele orde zover uit elkaar
liggen, en elkaar zo vreemd zijn,
dat de eerste volstrekt onafhan
kelijk zou zijn van de tweede. Er
zijn zgn. economische wetten,
maar er is ook een doel, door
God de Schepper aan heel de
economische orde gesteld. Ge
trouw aan de Zedenwet, de wet
laag, zou weten, wat er mede van God, de Schepper der na-
aan te vangen!
Wat zouden er weinig trans
acties tot stand komen op die
dag. Maar is dat dan niet de
meest-sprekende veroordeling van
dit stelsel? Veroordeeld, let wel,
op grond van een maatstaf die
niet door een of andere fantas
tische geest is uitgedacht maar
die Gods maatstaf is, die op de
oordeelsdag zal worden aange
legd- Zeker zullen dan veler» niet
subjectief schuldig zijn, want
wat het gemeenschappelijk wel
zijn eist, kan in de ingewikkelde
maatschappelijke verhoudingen
tuur, zullen wij de bijzondere
doeleinden, zowel individuele als
sociale, op economisch gebied na
gestreefd, harmonisch moeten
rangschikken in de gezamenlijke
reeks van doeleinden. En dan
zullen zij voor ons worden als
zoveel trappen, waarlangs wij
zullen opstijgen, om te geraken
tot het einddoel van alles, „tot
God, Die voor Zichzelf en voor
ons, het hoogste en onuitputte
lijke Goed is.
Onnodig te zeggen, dat de te-
genwoodige Paus, Pius XII, deze
opvattingen bij herhaling en met
nadruk heeft bevestigd!