OP DE DREMPEL VAN DE BEVRIJDING Holland door honger bedreigd Op 6 Mei 1945 zou het laatste rantsoen definitief zijn opgedeeld Twee verzetsleiders onder Duitse bescherming naar geallieerde linies RONDOM Neder land's bevrijding Inundatie Wieringermeer g toch nog 2-eindpunt? jcilcompetitie Churchill onze sterkste pleitbezorger bij Truman Nederland niet belangrijk in or IW ACHTING oor het K.N.M.I. dig van Zaterdag erdagavond. LIJK BUIEN tchtend plaatselijk veranderlijke be- nkele opklaringen lijk in de middag enkele regen- of Zwakke tot matige eenlopende richtin- dezelfde tempera- en. IRLS HEEFT ENSKANSEN ïARD. De hand- - Girls" is moonen- running- Donder- lde Hugo Girls II belangstelling een n haar grote tegen" ïze competitie, DOS Reeds van het be- het niet aan sipan- ntentelling ging Re- ter. Hugo Girls be- het veld en die uit- et een 34 over- onze plaatsgenoten, zal een return- gespeeld in Hoorn. Hugo-girls dan een e behalen, dan zijn in hun afdeling, wordit de wedstrijd en. /ETTIG GEZAG BINNEN Een de- erd door het plaat- „Steunt Wettig Ge- jeenkomst georgam- Aipeldoorn. Als be- toehoorder ver- de bijeenkomst de van de Nationale ons gewest Majoor spreker trad op de is uit Amsterdam, urig betoog wees op idzakelijkiheid van n burgerwacht (Natio- jn deze zo ernstige ïemoreerdie hierbij t ui 'n dergelijk appa- gen van Mei 1940 en nadruk op, dat, ge- nparige verzet in de zoiets zeer wel mo- lstrekt onmisbaar is. hiertoe tijdig oyer- de handen in elkaar er dit reeds te laat ns werd door de se- het Nationaal Insti- uteenzetting gegeven aarden rechten en lke aan de toetreding nale Reserve verbon- lierna werd gelegen- n tot het stellen van ^schillende van de zegden reeds hun iraaruit bleek, dat zij lijkheid van 'n der- ituut volkomen mza- >laatselijke Commissie arne alle verdere m- gen bericht) nd met de gunstige de pokkenepidemie te namen we, dat de lei- Ronde van Nederland plan is om, indien de blijft, het einde van tappe toch in Tilburg aatsvinden. Hierover nde week worden be- Indien men tot een luit mocht komen, zal het einde zijn van de ?e. KAN KAMPIOEN WORDEN Geel Zw.-DTS, 16.15; 16.15; DOS—DVO, WGW, 16.30. Hugo GirlsKSV 28/5 klas A: VIOS 2—Con 00; 3e klas B: EDO 2 'Con Brio aKSV a DOS a—DVO a. unioren: DWO aFSA ten: DWO a—FSA b, 0 b—FSA a, 14.00. erste kan dan morgen ng vallen. t er het gunstigst voor punt voorsprong op r krijgt de moeilijkste Irijgt nl. WGW op be- hoewel zelf voor de schakeld, de punten cadeau zal doen en ieve plicht zal vervul- dat op bezoek gaat bij t daar de beste kansen erwinning, en is bij een van DWO kampioen, ng zit er dus volop in. vart, dat veilig staat, *en DTS niet kunnen DOS kan in punten- •elijk komen met Con r moet beide wedstrij- winnen; een moeilijke al ook deze keer wel aan Hugo Girls moe- Con Zelo 2 is van or de bezetting van de plaats; verliest Con Ze- haar lot bezegeld, van St. Victor moeten vil 't nog meetellen in om de eretitel. SA a morgen van DWO het kampioen van het n moet DWO haar kam er afstaan. en DOS a zijn favoriet n Con Brio a en DVO a uitslasen van de afge- >ek: TOPVitesse 21, —DWO 3—6 VIO—DTS *o Girls 2DTS 2 20, -ls 2—DOS 2 4—3. isies die op 10 Juni het elftal willen vergezel de lustrumviering in m worden verzocht zich ligste op te geven bij de relzen te N. Niedorp. De allen plm. f3 bedragen, grote deelname zeker it genieten van vele edstrijden en 't zal onze »en grote steun zijn te it 't District volop mee- ïlt niet langer uit, maar poedig op. ZATERDAG 26 MEI 1951 PAGINA 3 Tegen het einde van de bezettingstijd werd de toestand op voedselgebied voor de bevolking van Westelijk Nederland zo critiek, dat, indien er geen hulp van buiten af gebracht zou worden, een catastrophale ontwikkeling moest worden gevreesd. Tegelijkertijd waren de militaire successen der geallieerde legers zo overweldigend, dat een ineenstorting van Duitsland niet lang meer kon uitblijven. Desondanks had het Duitse opperbevel order ge geven tot het verrichten van ontzettende vernielingen in 't nog bezette Nederlandse gebied. Onder deze omstandigheden kwam contact tot stand tussen .enige vooraanstaande Nederlanders en de Duitse autoriteiten hier te lande. Dit contact, dat tot een samenspreking met de Duitsers heeft geleid, kwam van Nederlandse zijde al spoedig onder verantwoordelijkheid der vertrouwensmannen te staan en werd onderhouden in overleg met de Nederlandse regering te Londen en de geallieerde autoriteiten. Hierdoor werd enige tijd in het Westen een toestand geschapen van ,,het geweer aan de voet". Een grote moeilijkheid aan Nederlandse zijde was het heftig verweer van het Verzet tegen de handelwijze van vertrouwensmannen. De Parlementaire Enquête commissie aarzelt niet als haar mening uit te spreken, dat de vertrouwensmannen en de Com mandant Binnenlandse Strijd krachten (C.B.B.) een verstandig beleid hebben gevoerd door een tussenweg te kiezen en niet het systeem van „er op of er onder" te volgen. Zij hebben, aldus de commissie, naar aanleiding van het door Seyss Inquart op 2 April 1945 genomen initiatief een wijs beleid gevoerd. Gedurende de winter 1944/45 kon een ieder begrijpen, dat, hoe wel het offensief der geallieerden tijdelijk voor de grote rivieren was tot staan gebracht, in het voorjaar de grote aanval op Duitsland zou worden geopend, waarbij het dan de vraag was, of en zo ja, welk gedeelte van Noord-Nederland bij dit offensief betrokken zou worden. In ieder geval zagen ook de Duitse hoofd figuren in het Noorden van Ne derland wel in, dat zodra de winter voorbij zou zijn, het einde wel spoedig zou zijn aangebroken. In contact In December 1944 komen dan ook de eerste voorzichtige pogin gen van Seyss Inquart om con tact te krijgen, waartoe hij zich tot dr. H. M. Hirschfeld, waar nemend secretaris-generaal van het ministerie van Handel, Nij verheid en Scheepvaart heeft ge wend. Op 7 Januari 1945 volgde een tweede gesprek, waaruit dr. Hirschfeld duidelijk werd, dat het Seyss Inquart ernst was met het door hem reeds eerder ge opperde idee om West-Nederland onder een soort neutraal beheer te brengen, teneinde de ontzet tende vernielingen, welke er an ders zouden komen, te verhinde ren. De heer Hirschfeld zegt deze mededeling te hebben doorgege ven aan de heer Bosch Ridder van Rosenthal, voorzitter van het College van Vertrouwensmannen. De heer Gerbrandy ontkent ech ter een dergelijke mededeling te Londen ontvangen te hebben. De vertrouwensmannen hadden de gedachte, aldus de heer le Poole, secretaris van dit college, dat het hier ging om de vorming van een soort relief-comité, gelijk tijdens de eerste wereldoorlog in België was opgericht om de bevolking bij te staan. Seyss Inquart Intussen heeft Seyss Inquart in het begin van April 1945 de draad weer opgevat. Wederom wendde hij zich tot de heer Hirschfeld, die hij op de avond van 2 April ontmoette ten huize van dr. Schwebel, Beauftragte voor de provincie Zuid-Holland. Het bleek, dat Seyss Inquart terug kwam uit Oldenburg, waar hij een on derhoud had gehad met Rijks minister Speer. „Ik heb dit ge daan", aldus Seyss Inquart, „om dat het bevel is gekomen de me thode van de verschroeide aarde in Nederland toe te passen en geheel Nederland onder water te zetten. Na een nachtelijke be spreking met Speer is op mijn nadrukkelijk verzoek de opdracht om alle niet-militaire kapitaals goederen te vernietigen ingetrok ken". De overige vernielingen zouden volgens Seyss Inquart nog voorkomen kunnen worden, als het Nederlandse gebied militair van Duitsland zou zijn geïsoleerd en de mogelijkheid van herstel ener verbinding door de Duitse Wehrmacht zou zijn uitgesloten, zodat de autoriteit in Duitsland, die het bevel had gegeven, dien tengevolge geen invloed op de uitvoering der beslissing meer zou hebben. Volgens de heer Hirschfeld heeft Seyss Inquart bij dit onderhoud echter niets over de mogelijkheid van een capitulatie gezegd. De heer Hirschfeld gelooft, dat Seyss Inquart zichzelf heeft ge zien als een man, die misschien nog een uitweg zou kunnen vin den, waardoor hij zijn eigen po sitie zou kunnen redden. Hij wil de proberen zijn gezicht te red den tegenover de geallieerden en aan de andere kant niet zover gaan met onderhandelingen te voeren, dat hij of zijn familiele den met de wrekende hand van EISENHOWER chef der gecombineerde strijdkrachten de Duitse instanties in aanraking zouden komen. Als de dijken het begaven.... Uit een mededeling van de heer Jhr. P. J. Six kan de lezer zich een voorstelling maken, wel ke de gevolgen voor West-Neder land zouden zijn als de Duitsers hun orders van de „verschroeide aarde" zouden hebben uitgevoerd. Het was niet een kwestie van 'n tijdelijke overstroming, welke na een paar maanden weer wegge pompt zou zijn, neen, het zou betekend hebben, dat, met uit zondering van het Gooi en enkele andere hoog gelegen punten, zo als b.v. de duinstreken, heel Noordholland, heel Zuidholland en ongeveer 2/3 van Utrecht in de zee zouden zijn verzonken. Dat betekent dus het uitvallen van woon- en werkgelegenheid voor bijna 4Vs millioen mensen. MONTGOMERY chef ten velde Nederland zou practisch niet meer te bereiken zijn geweest, omdat de toegang via de kanalen afgesloten zou zijn. Die kanalen liggen als regel hoger dan het omliggende land. De kanalen zou den volkomen zijn leeggelopen. Eenmaal leeggelopen, droogt de kanaalbedding uit en scheurt, met het gevolg, dat later inge pompt water door de scheuren wegsiepelt, zodat die kanalen on bevaarbaar blijven. Daar ook de wegen onder wa ter zijn komen te liggen, zijn deze ook onbegaanbaar. Naar taxatie van deskundigen zou het jaren geduurd hebben, voordat West- Nederland weer bewoonbaar zou zijn geworden. We vragen onze lezers deze uitspraak wel in her innering te willen houden, als straks het verzet van het Verzet ter sprake komt. Vertrouwensmannen ingelicht Op 3 April heeft de heer Hirschfeld, via de heer Snouck Hurgonje, het college van Ver trouwensmannen op de hoogte gebracht van zijn gesprek met Seyss Inquart. Hier was men aan stonds diep doordrongen van de buitengewoon moeilijke lijn, wel ke gevolgd moest worden voor het gaande houden van de bespre kingen. De regering te Londen werd aanstonds op de hoogte ge bracht. Daarna is gevolgd een onder houd van de heer A. J. Th. v. d. Vlugt, consul-generaal van Fin land, met dr. Schwebel, op 7 April d.a.v. De heer v. d. Vlugt kreeg de indruk, dat de Duitse autoriteiten, althans Schwebel zelf, onder bepaalde omstandig heden dachten aan een capitula tie van de in West-Nederland aanwezige Duitse troepen. Hier van zijn Vertrouwensmannen en de C.B.S. op de hoogte gesteld, waarna op 10 April een tweede onderhoud tussen de heer v. d. Vlugt, en dr. Schwebel heeft plaats gevonden, waarbij laatst genoemde enerzijds met betrek king tot een eventuele capitulatie retireerde, maar anderzijds te kennen gaf, dat de Duitse mi litaire autoriteiten wel bereid zouden zijn om een bêpaalde vorm een onofficiële wapenstil stand dan wel neutralisering van een bepaald gebied te overwe gen. Hieruit zijn tenslotte de bespre kingen voortgevloeid, welke op 12 April hebben plaats gehad tus sen Seyss Inquart en Schwebel enerzijds en de heren van de Vlugt en Six als afgevaardigden van Vertrouwensmannen ander zijds. Ook al was daarbij de mo gelijkheid van een capitulatie meer naar de achtergrond ver schoven, toch hebben de Ver trouwensmannen in dit van Duit se zijde genomen initiatief de mogelijkheid zien te bereiken, dat de aanval van de geallieer den tegen het Westen van Ne derland niet zou worden doorge zet, waartegenover verdere inun daties konden voorkomen wor den, terwijl tevens door de Duit sers voedsel zou worden binnen gelaten en er geen executies meer zouden plaats vinden, kort om de mogelijkheid van een on officiële wapenstilstand „met het geweer aan de voet", zoals het wel is uitgedrukt. 0 Hongersnood Op 7 April kreeg de heer v. d. Vlugt telefonisch het verzoek van de heer Louwes, directeur-gene raal van de Voedselvoorziening, om nog dezelfde ochtend bij hem te komen. De heer Louwes bleek zeer opgewonden te zijn. Hij ver klaarde, dat op grond van de laatste'gegevens vaststond, dat er in West-Nederland nog aan voed sel aanwezig was het officiële rantsoen van 450 calorieën per dag gedurende drie weken. Daar na kon de z.g. geheime voorraad nog aangesproken worden, welke toereikend was tot 6 Mei. Zoals de heer Louwes het toen uitdrukte: „Van der Vlugt, dan is het niet meer hongersnood, maar hongersdood!" Er moet iets gebeuren. U moet seinen naar Londen, maar dan zo, dat men ook werkelijk daarop reageert. De heer v. d. Vlugt was zeer onder de indruk van dit onder houd. Als voorzitter van het Interkerkelijk Bureau (I.K.B.) wist hij zelf wel ongeveer, hoe de toestand was, maar dat de toe stand zo kritiek was, dat wist toch eigenlijk niemand op dat moment. Hij besloot toen een gesprek met dr. Schwebel aan te knopen. In het verloop hiervan merkte deze op: De Rijkscommissaris en generaal Blaskowitz staan op het standpunt, dat, als de geallieerden ons niet aanvallen, wanneer zij onze opdracht om de kust te be houden, niet betwisten en wij dus hier niet behoeven te vech ten, dan kunnen wij vanzelfspre kend van onze kant alles doen om de bevolking zoveel levens middelen te geven als mogelijk is. Het verloop van de besprekin gen, welke daar nog op volgden, schetsten wij boven reeds. Londen komt in beweging De besprekingen van 12 April hadden tot gevolg, dat besloten werd de heren Neher en v. d. Gaag naar Londen te zenden. Het verloop van hun tocht beschre ven wij elders. Eenmaal in be vrijding gekomen, is de heer v. d. Gaag met prof. Gerbrandy per vliegtuig naar Londen gegaan. Deze zag dadelijk het belang van de op gang zijnde besprekingen. Maar dit gold allerminst voor alle andere ministers. In het algemeen was hun standpunt: „U kunt de Duitsers niet vertrouwen, wan neer zij iets beloven". Het tegen argument van de heren Neher en v. d. Gaag was: „Wanneer wij er niet op ingaan, wordt de boel onder water gezet. Wanneer wij er wel op ingaan, hebben wij de kans, dat het niet gebeurt. Op mathematische gronden moet u er dus op ingaan om de kleine kans, dat het niet gebeurt, te gebruiken". Voor zijn vertrek naar Londen had de heer Neher eerst nog Prins Bernhard op de hoogte ge- bracht van de stand van zaken. heer Na urenlange besprekingen be sloot de ministerraad, dat prof. Gerbrandy zou trachten een on derhoud te krijgen met mr. Chur chill. Diens eerste reactie was: oppassen! Altijd zat er een dui velse bedoeling achter de gedra gingen van de Duitsers. Toen zij afscheid namen de stukken zouden nog dezelfde nacht, in het Engels vertaald, Churchill ter hand worden gesteld zei de Engelse staatsman nog: „U moet niet denken, dat ik er zo geheel afwijzend tegenover sta". Hij zou het in ieder geval goed bekijken. Nadien heeft de heer Gerbran dy Churchill nog eenmaal ont moet en verder de zaken behan deld met Sir Desmond Morton. CHURCHILL op de bres voor ons bedreigde landje Bovendien was de beslissing op het internationale niveau ver legd, naar contact met Truman, Eisenhower en zelfs Stalin. Toen de zaak eenmaal aan het rollen was, heeft Churchill er met grote kracht voor geijverd. Hij heeft Bedell Smith, Eisenhower's staf chef, doen instrueren. Aan mi nister Eden, die in Amerika was, stuurde Churchill een telegram, met de volgende inhoud: „Denk er om, dat de president goed begrijpt, dat het hier gaat om een land, welks traditie eeuwen ouder is dan die van het Amerikaanse volk en welks on dergang een enorm verlies zou zijn voor de wereld; dat het een land is, dat om zo te zeggen al lang een grote traditie had, voor dat de Amerikaanse Staten er waren". Op 19 April verklaarde Chur chill tegenover Gerbrandy, dat van een gewelddadige bevrijding van Noord-West-Nederland geen sprake kon zijn voor 1 Mei d.a.v. en dat een poging daartoe in elk geval gepaard zou gaan met grote verwoesting, inundatie en tevens zware verliezen. De zaak werd daarop, met instemming van de heer Gerbrandy, in handen van generaal Eisenhower gesteld. Naar Eisenhower De heer Gerbrandy is toen naar Rheims gevlogen, waar hij een onderhoud heeft gehad met Bedell Smith, Eisenhower's staf chef. Deze heeft gezegd, dat de Duitsers goed moesten begrijpen, dat, wanneer de geallieerden con tact met hen opnamen, dit bete kende, dat zij, de geallieerden, hun beslissing dicteerden. Deze zienswijze werd, na van alle kan ten te zijn bezien, door de minis terraad aanvaard. Op 24 April kreeg generaal Eisenhower een instructie, welke hem de vrijheid gaf met de Duitse autoriteiten in Nederland al dan niet te onderhandelen, zulks op voorwaarde, dat, indien hij be sloot tot onderhandelen, hij niet zou afwijken van de politiek van „onvoorwaardelijke overgave" en dat de militaire autoriteiten van de Sovjet-Unie niet alleen vol ledig op de hoogte gehouden moesten worden, doch ook des- verlangd een vertegenwoordiger bij de onderhandelingen zouden hebben. Onder deze voorwaarden kon generaal Eisenhower maat regelen nemen tot hulpverlening aan de Nederlanders en elke door de omstandigheden geboden wa penstilstandsregeling treffen, voor zover daardoor zijn hoofdoperaties niet geschaad werden. Zoals bekend, heeft toen in Achterveld op 30 April een ont moeting plaats gehad tussen ge allieerde en Duitse gevolmach tigden, van welker resultaat prof. Gerbrandy getuigt: „Het gevolg was, dat met vliegtuigen voedsel kon worden gebracht naar het geteisterde Noord-Westen, welke zendingen door de bevolking met enorme vreugde zijn begroet". Op 2 Mei 1945 vond te Wageningen een tweede samenkomst plaats. De door de vertrouwensmannen nagestreefde situatie werd hier officieel bereikt; o.m. werd vast gelegd, dat de Duitsers voedsel langs de bepaalde landwegen in het bezette gebied zouden toe laten, aangezien de sedert enige dagen plaats vindende voedsel- droppings meer van psychologi sche dan van reële betekenis wa ren, van het allergrootste belang was. Verzet van „het Verzet" De vertrouwensmannen hebben, naar aanleiding van het feit, dat zij contact met Seyss Inquart hebben opgenomen en bij de re gering te Londen met kracht heb ben bepleit om van de geboden gelegenheid tot onderhandelen gebruik te maken, ernstige moei lijkheden gekregen met de illega liteit. Ondands de betrachtte ge heimhouding was al spoedig van hetgeen er gaande was een en ander uitgelekt. Van de zijde van de illegaliteit rees verzet tegen het feit, dat men besprekingen van de aard als de onderhavige had geopend. Er is toen een ernstig verschil van mening ontstaan tussen ver trouwensmannen en de Contact Commissie vertegenwoordigde de gezamenlijke illegaliteit. Dit verschil van inzicht heeft geleid tot zeer ernstige persoonlijke ver wijten en tot een scherpe schrif telijke gedachtenwisseling. Nog op 23 April 1945 heeft de illega liteit getracht de regering te Lon den van haar inzichten, die in zo sterke mate afweken van die van de vertrouwensmannen en Com mandant Binnenlandse Strijd krachten, op de hoogte te stellen. Hoewel dit door de tegenstan ders van het standpunt van ver trouwensmannen ontkend wordt, is de commissie toch van mening, dat het feit, dat men in de Con tact Commissie van buitenaf moest horen, waarmede Vertrou wensmannen bezig waren, niet zonder invloed is geweest op de houding van de vertegenwoordi gers van de illegaliteit. Daarbij kwam nog, dat met de Duitsers was afgesproken, dat dezen o.m. de executies zouden stopzetten, op voorwaarde, dat dan ook van de zijde der illega liteit verdere geweldmaatregelen achterwege zouden blijven. „Minder juist" Voor zover de illegaliteit zich bevond in de B.S., konden de vertrouwensmannen, die tezamen met de C.B.S. de zaak der onder handelingen van de aanvang af hebben behandeld, trachten dit te verwezenlijken, doch er was ook een deel van de illegaliteit, dat alleen door middel van de Contact Commissie te bereiken was en dit deel gevoelde zich door de gemaakte afspraken niet gebonden, hetgeen ook het ont staan der moeilijkheden bevor derd heeft. Gezien het voorgaan de meent de commissie dan ook het door vertrouwensmannen ten deze ingenomen standpunt als minder juist te moeten aanmer ken Dit klemt te meer, waar de in de Contact Commissie verte genwoordigde illegaliteit er altijd Vandaag is het achtste hoofdstuk uit het verslag van de Parlementaire Enquêtecommissie voor publicatie vrij gegeven. Het handelt over gebeurtenissen, colleges van gezag en bestuur en over mensen, die kort voor en kort na de bevrijding zijn opgetreden. Het zal de welwillende lezer gaan zoals het ons is gegaan bij de eerste lezing: gevoelens van verontwaardiging, van verbazing en van een wat mil dere verwondering wisselen elkaar bij het kennisnemen van de dikwijls ongelooflijke toestanden Ao 1945 af. Hoewel wij het oordeel van de lezer niet willen beïnvloeden, moeten wij wel opmerken, dat de beschreven zaken dienen te worden gezien tegen de achtergrond van het luchtledig, dat door de bevrijding plotseling in Nederland ontstond en dat eerst geleidelijk weer werd opgevuld. zeer wel in geslaagd is de ver eiste geheimhouding te betrach ten. Er is van de zijde van de Con tact Commissie allerlei critiek in deze op vertrouwensmannen ge uit. Er was bezwaar tegen de toon, waarin de onderhandelingen werden gevoerd. Er werd ook gezegd, dat niet voldoende voor waarden waren gesteld om de zich nog in Duitse handen bevin dende gevangenen veilig te stel len. De commissie is van oordeel, dat wellicht in deze critiek een grond van waarheid schuilt en dat men achteraf zou kunnen beweren, dat in deze anders ge handeld had kunnen zijn. Toch meent de commissie dat, hoe be langrijk deze punten ook waren, zij,' gezien tegenover het grote en alles beheersende belang, dat aan de onderhandelingen ten grond slag lag, als van secundaire aard moeten worden beschouwd. Dit grote en alles beheersende belang was de positie van West- Nederland en zijn 4'/s millioen inwoners. Wanneer de strijd zou worden voortgezet, dan zouden de bevolen vernielingen plaats vinden, zou dat gebied 't toneel van een felle strijd kunnen wor den en zou het de vraag zijn wat er van West-Nederland en zijn bevolking zou overblijven, ter wijl rekening moest worden ge houden met een dusdanige cata strophe, dat herstel van de aan gebrachte schade een niet te over- ziene tijd en grenzeloze offers zou vergen. Hier doorheen speelde echter een ander aspect, dat de zaak nog uitermate compliceerde. De voedselvoorziening toch was in een dusdanige deplorabele toe stand geraakt, dat de mogelijk heid om de bevolking nog in enige mate te voeden met dagen geteld moest worden, waardoor op die grond weer de vraag rees, of een bevrijding van het Westen van Nederland door een zeer snel gewapend optreden van de ge allieerden niet moest worden verkozen boven het entameren van onderhandelingen, waarvan de duur niet aanstonds kon wor den overzien en waarvan de uit slag onzeker was. Vertrouwensmannen en de C.B.S. hebben in deze steeds eensgezind het standpunt inge nomen, dat de mogelijkheid van onderhandelen moest worden aangegrepen en dat die lijn ge volgd moest blijven. De commissie is van oordeel, dat deze weg de enige was, die onder deze omstandigheden ver antwoord geacht moest worden. Hoe onzeker het resultaat van onderhandelen ook zou zijn, men mocht eenvoudig, gezien de cata strophe, die van een gewapen derhand optreden het gevolg zou zijn, niet anders doen dan trach ten de in onderhandelen gelegen Toen de discussies in het col- Dit was ook iemand van de De heer v. d. Gaag heeft de lege van Vertrouwensmannen Raad van Verzet. Het was voor gids met veel moeite er toe over de pogingen, van Duitse v. d. Gaag aanleiding later kunnen bewegen om mee te zijde ondernomen, om in West- vanuit het Zuiden te telegra- gaan en met de Duitsers terug Nederland tot een vergelijk te feren dat de heer van Rappard te gaan naar het stadhuis te komen, hun hoogtepunt hadden ergens anders moest onderdui- Gorichem. Dat vond die gids bereikt, mede door de omstan- ken. natuurlijk niet prettig. De heer digheid, dat het verzet zich Tot middernacht moest men v. d. Gaag heeft een klein uur diagonaal tegenover de inzich- bij die NSB-burgemeester blij- moeten praten om hem er van ij der Vatrouwensmannen ven, want het bleek zeer moei- te overtuigen dat hij geen stelden, werd besloten, dat twee lijk te zijn de Duitse legerlei- Duitse provocateur was. dier Vertrouwenslieden, tevens ding te bewegen niet op een Zij zijn toen naar een kwar- verzetmensen, te weten L. Ne- bootje te schieten, dat over de tier gebracht, waar Duitse of- her en J. van der Gaag, de re- Merwede zou gaan. Eindelijk ficieren feest vierden. Hij ver- gering te Londen, maar bo- kwam een officier met de me- telde hun, dat hij een geallieerd venal ook het geallieerde op- dedeling dat alles in orde was uniform wilde aantrekken. De percommando in te lichten. en daarna volgde de vraag, hoe officieren dachten, dat zij met de heer v. d. Gaag zich de over- een spion te doen hadden, die Er werd beide heren gezegd, tocht voorstelde. Deze zei dat naar de overzijde moest om in- dat zij zich moesten vervoegen hij een eigen weg had om naar lichtingen op te halen, op het Plein te s-Gravenhage, de overkant te komen. Zij spra- Intussen: afzonderen mocht waar het kwartier van Seyss ken af dat van een bepaald de heer v. d. Gaag zich niet. Inquart. De heer van der Gaag tijdstip af, een uur het vuren Midden in de kamer moest hij is toen door de Rijkscommis- zou worden gestaakt, geduren- de uniform aantrekken. Om 3 saris ontvangen en heeft met de welke tijd de heer Neher uur heeft het gezelschap hem hem gesproken. Deze zei, dat naar de overkant zou worden naar de roeiboot gebracht en hij zielsmedelijden had met het gebracht. is men prinsheerlijk naar Lage Nederlandse volk, dat moest Men durfde namelijk niet Zwaluwe gevaren. Aan de op- hongeren en vroeg, of de heer samen te gaan. „Wanneer we drachten om niet te schieten v. d. Gaag alles wilde doen om tegelijk gaan, kunnen ze ons heeft men zich gehouden. De het volk te redden van de hon- beiden doodschieten', was hun heer v. d. Gaag stelde zich toen gerdood. gedachtengang. De heer van onmiddellijk met Prins Bern- Over capitulatie werd niet der Gaag moest dus naar de hard in verbinding. Deze heeft gesproken. Daarop werden de Wehrmacht toe om over te voor het schorsen van het vu- heren Neher en v. d. Gaag kunnen steken. De heer Neher ren gedurende een uur aan ge- overgegeven aan Schwebel, bleef waar hij was. „Wanneer allieerde ziide eezorgd. Beauftragte voor de provincie hij veilig overkomt, is dat voor Zuid-Holland. mÜ een bewijs, dat ze te goe- Toen is de heer Nener in een ,r v" Gaag wilde zijn der trouw zijn. Dan zal ik over- rubberbootje naar de overkant geallieerde uniform meenemen, steken met een bootje waar de gevaren, onder geleide van Seyss Inquart stond als een witte vlag op staat". tweeDuitse soldaten en een eend te kijken van dat uniform De Duitsers vroegen de heer jonge officier. Daar werd de en het pistool, welke hij bij v. d. Gaag, hoe hij wilde over- heer Neher begroet door een zich had in een koffertje, steken. Hij antwoordde, dat hij Canadese commandant met 'n Schwebel heeft het koffertje alleen een auto wilde hebben paar officieren. Ook hebben de gedragen van de leider van de met twee Duitse officieren en Duitsers hun gegeven woord Raad van Verzet, waarin een dat men zou rijden, zoals hij gestand gedaan om de volgende geallieedre uniform en een dat zou aangeven. Het was morgen tussen 11 en 12 uur groot pistool zaten! toen 1 uur 's nachts. Verder geen radiopeilingen te houden, Per auto zijn de heren v. d. moesten de Duitsers hun ere- zodat de heer v. d. Gaag zijn Gaag en Neher naar Gorichem woord geven, dat zij de wagen behouden overkomst, zonder gebracht, waar zij ontvangen zouden laten staan en dat zij enig gevaar voor wie dan ook, werden door de NSB-burge- hem niet zouden volgen. Hij kon doorseinen. Over de be- meester, die zeer mededeelzaam moest nl. naar een gids en het sprekingen van de heren Neher bleek. Hij vertelde bijv. dat was levensgevaarlijk een adres en v. d. Gaag te Londen, pu- hij wist, waar een zekere van vrij te geven. Alles is volgens bliceren wij verschillende bij- Rappard was ondergedoken, de plannen gegaan. zonderheden elders in dit blad. mogelijkheid tot het uiterste uit te buiten. Het resultaat heeft, naar het oordeel van de commissie, ver trouwensmannen en de C.B.S. dan ook volkomen in het gelijk gesteld. Wanneer de commissie dan ook het geheel van de ge beurtenissen in April 1945 over ziet, spreekt zij als haar oordeel uit, dat vertrouwensmannen en de C.B.S. naar aanleiding van het door Seyss Inquart op 2 April genomen initiatief, een wijs be leid hebben gevoerd. ZUIVER MILITAIRE MAATREGEL Verschillende door de Enquête Commissie eehoorde uersonen hebben over de onderwaterzet- tine van de Wierineermeer ver klaard. dat dit een zuiver mili taire maatregel is geweest. De geallieerden begonnen in Fries land maatregelen te nemen tegen de Afsluitdiik en toen is Blasko witz benauwd geworden, dat zij narachutisten zouden doen lan den in de Wieringermeer. dus aan de Hollandse ziide van de Afsluit dijk, want dan konden de gealli eerden via deze diik West-Neder land binnen rukken. Ook de Commandant der Bin nenlandse Strijdkrachten, de heer Koot verklaarde, dat de Duit sers een aanval met parachutisten op de Wieringermeer mogelijk hebben geacht en daarom de Wieringermeer onder hebben la ten lopen. De Wieringermeer was uit strategisch oogpunt een be langrijk object. De heer Kok, ko lonel der Genie, deelde mede. dat een landing van parachutisten was voorbereid om de B.S.-ers te hulp te komen om als uiterste maatregel de sluizen aan Den Oever in ongeschonden staat in handen te krijgen. Dit wist Kiehl, de Referent Wasserwirtschaft theim Wehrmachtsbefehlhaber. Dat de Duitsers bij de Wierin germeer hebben gedaan, was bij de Haarlemmermeerpolder ook voorbereid. Aan genoemde Wiehl en zijn ondergeschikten is het ook te wij ten, dat het gebied van Schalk wijk onder water is gelopen. Ook bereidde de bezetter de vernie lingen voor van de militaire inun- datiesluis te Wijk bij Duurstede met behulp van 5 ladingen, elk van 275 kg. springstof. Zou deze sluis vernield zijn, dan zou de dichting van de daardoor in de rivierdijk ontstane opening bin nen afzienbare tijd niet mogelijk geweest zijn. De inundatiën ten Oosten van Utrecht zijn niet voltooid, door dat reeds spoedig bleek, dat in dit gebied de stellingen van de bezetter overlast van het water gingen ondervinden. De crootste moeilijkheid waarvoor men zich te Londen ceDlaatst zae. toen in Maart- Anril 1945 berichten uit Neder land kwamen, waaruit de be doeling der Duitsers bleek, om eeheel West-Nederland aan de zee ten nrooi te eooien was. dat dit eebied. waar 4.5 millioen mensen woonden, voor de treal- lieerden helemaal niet interes sant was. Hun doelstelling was de Duitse weerstand te breken en Duitsland tot capitulatie te dwingen. Dan kwam dat stukje Nederland ook wel vrij! In een bespreking, welke de heer Gerbrandy eind Februari 1945 te Parijs met Eisenhower en Bedell Smith had gehad, had hij getracht te bereiken, dat het ge allieerde opperbevel acties zou ondernemen om de onhoudbare toestand in het Westen van Ne derland te doen beëindigen. ,,We kunnen toch geen lijken bevrij den", had Gerbrandy bij die ge legenheid gezegd. De heer Neher drukte zich te genover de Enquête-commissie als volgt uit: Indien men het nog niet zeker wist, dan leerde men het in Londen nog een keer te meer, dat in het grote spel Ne derland niet een zo verschrikke lijke belangrijke factor was. Men had wel respect voor de Neder landers, doch de grote strijd tus sen millioenen mensen en over enorme belangen werd door de anderen niet in hetzelfde licht gezien als wij dat deden. Achteraf bezien, is het maar ge lukkig, dat het tot een verovering van West-Nederland is gekomen. Een Canadees generaal, Galloway geheten, heeft hierover aan .de heer Neher verklaard, tijdens de besprekingen op 30 April te Ach terveld: ,,Als U. deze poging tot verbetering van" de situatie niet had ondernomen, zou er geen steen op de andere zijn blijven staan. Het was onmogelijk om via de begane grond een grote aanval in te zetten; we konden het dus alleen uit de lucht doen. .Dat betekent, dat Amsterdam volkomen van de aardbodem zou zijn verdwenen, om over andere steden nog niet te spreken. te| n\ e-1 le Je rdl »n B. ■n. is- M lid tr ie- IP J

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1951 | | pagina 3