OP DE DREMPEL VAN DE BEVRIJDING
Holland door honger bedreigd
Op 6 Mei 1945 zou het laatste rantsoen
definitief zijn opgedeeld
Twee verzetsleiders onder Duitse
bescherming naar geallieerde linies
RONDOM
Neder land's bevrijding
Inundatie
Wieringermeer
g toch nog
2-eindpunt?
jcilcompetitie
Churchill onze sterkste
pleitbezorger bij Truman
Nederland
niet belangrijk
in
or
IW ACHTING
oor het K.N.M.I.
dig van Zaterdag
erdagavond.
LIJK BUIEN
tchtend plaatselijk
veranderlijke be-
nkele opklaringen
lijk in de middag
enkele regen- of
Zwakke tot matige
eenlopende richtin-
dezelfde tempera-
en.
IRLS HEEFT
ENSKANSEN
ïARD. De hand-
- Girls" is moonen-
running- Donder-
lde Hugo Girls II
belangstelling een
n haar grote tegen"
ïze competitie, DOS
Reeds van het be-
het niet aan sipan-
ntentelling ging Re-
ter. Hugo Girls be-
het veld en die uit-
et een 34 over-
onze plaatsgenoten,
zal een return-
gespeeld in Hoorn.
Hugo-girls dan een
e behalen, dan zijn
in hun afdeling,
wordit de wedstrijd
en.
/ETTIG GEZAG
BINNEN Een de-
erd door het plaat-
„Steunt Wettig Ge-
jeenkomst georgam-
Aipeldoorn. Als be-
toehoorder ver-
de bijeenkomst de
van de Nationale
ons gewest Majoor
spreker trad op de
is uit Amsterdam,
urig betoog wees op
idzakelijkiheid van n
burgerwacht (Natio-
jn deze zo ernstige
ïemoreerdie hierbij t
ui 'n dergelijk appa-
gen van Mei 1940 en
nadruk op, dat, ge-
nparige verzet in de
zoiets zeer wel mo-
lstrekt onmisbaar is.
hiertoe tijdig oyer-
de handen in elkaar
er dit reeds te laat
ns werd door de se-
het Nationaal Insti-
uteenzetting gegeven
aarden rechten en
lke aan de toetreding
nale Reserve verbon-
lierna werd gelegen-
n tot het stellen van
^schillende van de
zegden reeds hun
iraaruit bleek, dat zij
lijkheid van 'n der-
ituut volkomen mza-
>laatselijke Commissie
arne alle verdere m-
gen bericht)
nd met de gunstige
de pokkenepidemie te
namen we, dat de lei-
Ronde van Nederland
plan is om, indien de
blijft, het einde van
tappe toch in Tilburg
aatsvinden. Hierover
nde week worden be-
Indien men tot een
luit mocht komen, zal
het einde zijn van de
?e.
KAN KAMPIOEN
WORDEN
Geel Zw.-DTS, 16.15;
16.15; DOS—DVO,
WGW, 16.30.
Hugo GirlsKSV 28/5
klas A: VIOS 2—Con
00; 3e klas B: EDO
2
'Con Brio aKSV a
DOS a—DVO a.
unioren: DWO aFSA
ten: DWO a—FSA b,
0 b—FSA a, 14.00.
erste kan dan morgen
ng vallen.
t er het gunstigst voor
punt voorsprong op
r krijgt de moeilijkste
Irijgt nl. WGW op be-
hoewel zelf voor de
schakeld, de punten
cadeau zal doen en
ieve plicht zal vervul-
dat op bezoek gaat bij
t daar de beste kansen
erwinning, en is bij een
van DWO kampioen,
ng zit er dus volop in.
vart, dat veilig staat,
*en DTS niet kunnen
DOS kan in punten-
•elijk komen met Con
r moet beide wedstrij-
winnen; een moeilijke
al ook deze keer wel
aan Hugo Girls moe-
Con Zelo 2 is van
or de bezetting van de
plaats; verliest Con Ze-
haar lot bezegeld,
van St. Victor moeten
vil 't nog meetellen in
om de eretitel.
SA a morgen van DWO
het kampioen van het
n moet DWO haar kam
er afstaan.
en DOS a zijn favoriet
n Con Brio a en DVO a
uitslasen van de afge-
>ek: TOPVitesse 21,
—DWO 3—6 VIO—DTS
*o Girls 2DTS 2 20,
-ls 2—DOS 2 4—3.
isies die op 10 Juni het
elftal willen vergezel
de lustrumviering in
m worden verzocht zich
ligste op te geven bij de
relzen te N. Niedorp. De
allen plm. f3 bedragen,
grote deelname zeker
it genieten van vele
edstrijden en 't zal onze
»en grote steun zijn te
it 't District volop mee-
ïlt niet langer uit, maar
poedig op.
ZATERDAG 26 MEI 1951
PAGINA 3
Tegen het einde van de bezettingstijd werd de toestand op voedselgebied voor de bevolking
van Westelijk Nederland zo critiek, dat, indien er geen hulp van buiten af gebracht zou
worden, een catastrophale ontwikkeling moest worden gevreesd. Tegelijkertijd waren
de militaire successen der geallieerde legers zo overweldigend, dat een ineenstorting van
Duitsland niet lang meer kon uitblijven. Desondanks had het Duitse opperbevel order ge
geven tot het verrichten van ontzettende vernielingen in 't nog bezette Nederlandse gebied.
Onder deze omstandigheden kwam contact tot stand tussen
.enige vooraanstaande Nederlanders en de Duitse autoriteiten
hier te lande. Dit contact, dat tot een samenspreking met de
Duitsers heeft geleid, kwam van Nederlandse zijde al spoedig
onder verantwoordelijkheid der vertrouwensmannen te staan
en werd onderhouden in overleg met de Nederlandse regering
te Londen en de geallieerde autoriteiten. Hierdoor werd enige
tijd in het Westen een toestand geschapen van ,,het geweer
aan de voet". Een grote moeilijkheid aan Nederlandse zijde
was het heftig verweer van het Verzet tegen de handelwijze
van vertrouwensmannen.
De Parlementaire Enquête
commissie aarzelt niet als haar
mening uit te spreken, dat de
vertrouwensmannen en de Com
mandant Binnenlandse Strijd
krachten (C.B.B.) een verstandig
beleid hebben gevoerd door een
tussenweg te kiezen en niet het
systeem van „er op of er onder"
te volgen. Zij hebben, aldus de
commissie, naar aanleiding van
het door Seyss Inquart op 2 April
1945 genomen initiatief een wijs
beleid gevoerd.
Gedurende de winter 1944/45
kon een ieder begrijpen, dat, hoe
wel het offensief der geallieerden
tijdelijk voor de grote rivieren
was tot staan gebracht, in het
voorjaar de grote aanval op
Duitsland zou worden geopend,
waarbij het dan de vraag was,
of en zo ja, welk gedeelte van
Noord-Nederland bij dit offensief
betrokken zou worden. In ieder
geval zagen ook de Duitse hoofd
figuren in het Noorden van Ne
derland wel in, dat zodra de
winter voorbij zou zijn, het einde
wel spoedig zou zijn aangebroken.
In contact
In December 1944 komen dan
ook de eerste voorzichtige pogin
gen van Seyss Inquart om con
tact te krijgen, waartoe hij zich
tot dr. H. M. Hirschfeld, waar
nemend secretaris-generaal van
het ministerie van Handel, Nij
verheid en Scheepvaart heeft ge
wend. Op 7 Januari 1945 volgde
een tweede gesprek, waaruit dr.
Hirschfeld duidelijk werd, dat
het Seyss Inquart ernst was met
het door hem reeds eerder ge
opperde idee om West-Nederland
onder een soort neutraal beheer
te brengen, teneinde de ontzet
tende vernielingen, welke er an
ders zouden komen, te verhinde
ren. De heer Hirschfeld zegt deze
mededeling te hebben doorgege
ven aan de heer Bosch Ridder
van Rosenthal, voorzitter van het
College van Vertrouwensmannen.
De heer Gerbrandy ontkent ech
ter een dergelijke mededeling te
Londen ontvangen te hebben. De
vertrouwensmannen hadden de
gedachte, aldus de heer le Poole,
secretaris van dit college, dat het
hier ging om de vorming van een
soort relief-comité, gelijk tijdens
de eerste wereldoorlog in België
was opgericht om de bevolking
bij te staan.
Seyss Inquart
Intussen heeft Seyss Inquart in
het begin van April 1945 de draad
weer opgevat. Wederom wendde
hij zich tot de heer Hirschfeld,
die hij op de avond van 2 April
ontmoette ten huize van dr.
Schwebel, Beauftragte voor de
provincie Zuid-Holland. Het bleek,
dat Seyss Inquart terug kwam
uit Oldenburg, waar hij een on
derhoud had gehad met Rijks
minister Speer. „Ik heb dit ge
daan", aldus Seyss Inquart, „om
dat het bevel is gekomen de me
thode van de verschroeide aarde
in Nederland toe te passen en
geheel Nederland onder water te
zetten. Na een nachtelijke be
spreking met Speer is op mijn
nadrukkelijk verzoek de opdracht
om alle niet-militaire kapitaals
goederen te vernietigen ingetrok
ken". De overige vernielingen
zouden volgens Seyss Inquart nog
voorkomen kunnen worden, als
het Nederlandse gebied militair
van Duitsland zou zijn geïsoleerd
en de mogelijkheid van herstel
ener verbinding door de Duitse
Wehrmacht zou zijn uitgesloten,
zodat de autoriteit in Duitsland,
die het bevel had gegeven, dien
tengevolge geen invloed op de
uitvoering der beslissing meer
zou hebben. Volgens de heer
Hirschfeld heeft Seyss Inquart
bij dit onderhoud echter niets
over de mogelijkheid van een
capitulatie gezegd.
De heer Hirschfeld gelooft, dat
Seyss Inquart zichzelf heeft ge
zien als een man, die misschien
nog een uitweg zou kunnen vin
den, waardoor hij zijn eigen po
sitie zou kunnen redden. Hij wil
de proberen zijn gezicht te red
den tegenover de geallieerden en
aan de andere kant niet zover
gaan met onderhandelingen te
voeren, dat hij of zijn familiele
den met de wrekende hand van
EISENHOWER
chef der gecombineerde
strijdkrachten
de Duitse instanties in aanraking
zouden komen.
Als de dijken het begaven....
Uit een mededeling van de
heer Jhr. P. J. Six kan de lezer
zich een voorstelling maken, wel
ke de gevolgen voor West-Neder
land zouden zijn als de Duitsers
hun orders van de „verschroeide
aarde" zouden hebben uitgevoerd.
Het was niet een kwestie van 'n
tijdelijke overstroming, welke na
een paar maanden weer wegge
pompt zou zijn, neen, het zou
betekend hebben, dat, met uit
zondering van het Gooi en enkele
andere hoog gelegen punten, zo
als b.v. de duinstreken, heel
Noordholland, heel Zuidholland
en ongeveer 2/3 van Utrecht in
de zee zouden zijn verzonken.
Dat betekent dus het uitvallen
van woon- en werkgelegenheid
voor bijna 4Vs millioen mensen.
MONTGOMERY
chef ten velde
Nederland zou practisch niet
meer te bereiken zijn geweest,
omdat de toegang via de kanalen
afgesloten zou zijn. Die kanalen
liggen als regel hoger dan het
omliggende land. De kanalen zou
den volkomen zijn leeggelopen.
Eenmaal leeggelopen, droogt de
kanaalbedding uit en scheurt,
met het gevolg, dat later inge
pompt water door de scheuren
wegsiepelt, zodat die kanalen on
bevaarbaar blijven.
Daar ook de wegen onder wa
ter zijn komen te liggen, zijn deze
ook onbegaanbaar. Naar taxatie
van deskundigen zou het jaren
geduurd hebben, voordat West-
Nederland weer bewoonbaar zou
zijn geworden. We vragen onze
lezers deze uitspraak wel in her
innering te willen houden, als
straks het verzet van het Verzet
ter sprake komt.
Vertrouwensmannen ingelicht
Op 3 April heeft de heer
Hirschfeld, via de heer Snouck
Hurgonje, het college van Ver
trouwensmannen op de hoogte
gebracht van zijn gesprek met
Seyss Inquart. Hier was men aan
stonds diep doordrongen van de
buitengewoon moeilijke lijn, wel
ke gevolgd moest worden voor
het gaande houden van de bespre
kingen. De regering te Londen
werd aanstonds op de hoogte ge
bracht.
Daarna is gevolgd een onder
houd van de heer A. J. Th. v. d.
Vlugt, consul-generaal van Fin
land, met dr. Schwebel, op 7
April d.a.v. De heer v. d. Vlugt
kreeg de indruk, dat de Duitse
autoriteiten, althans Schwebel
zelf, onder bepaalde omstandig
heden dachten aan een capitula
tie van de in West-Nederland
aanwezige Duitse troepen. Hier
van zijn Vertrouwensmannen en
de C.B.S. op de hoogte gesteld,
waarna op 10 April een tweede
onderhoud tussen de heer v. d.
Vlugt, en dr. Schwebel heeft
plaats gevonden, waarbij laatst
genoemde enerzijds met betrek
king tot een eventuele capitulatie
retireerde, maar anderzijds te
kennen gaf, dat de Duitse mi
litaire autoriteiten wel bereid
zouden zijn om een bêpaalde
vorm een onofficiële wapenstil
stand dan wel neutralisering van
een bepaald gebied te overwe
gen.
Hieruit zijn tenslotte de bespre
kingen voortgevloeid, welke op
12 April hebben plaats gehad tus
sen Seyss Inquart en Schwebel
enerzijds en de heren van de
Vlugt en Six als afgevaardigden
van Vertrouwensmannen ander
zijds. Ook al was daarbij de mo
gelijkheid van een capitulatie
meer naar de achtergrond ver
schoven, toch hebben de Ver
trouwensmannen in dit van Duit
se zijde genomen initiatief de
mogelijkheid zien te bereiken,
dat de aanval van de geallieer
den tegen het Westen van Ne
derland niet zou worden doorge
zet, waartegenover verdere inun
daties konden voorkomen wor
den, terwijl tevens door de Duit
sers voedsel zou worden binnen
gelaten en er geen executies
meer zouden plaats vinden, kort
om de mogelijkheid van een on
officiële wapenstilstand „met het
geweer aan de voet", zoals het
wel is uitgedrukt.
0 Hongersnood
Op 7 April kreeg de heer v. d.
Vlugt telefonisch het verzoek van
de heer Louwes, directeur-gene
raal van de Voedselvoorziening,
om nog dezelfde ochtend bij hem
te komen. De heer Louwes bleek
zeer opgewonden te zijn. Hij ver
klaarde, dat op grond van de
laatste'gegevens vaststond, dat er
in West-Nederland nog aan voed
sel aanwezig was het officiële
rantsoen van 450 calorieën per
dag gedurende drie weken. Daar
na kon de z.g. geheime voorraad
nog aangesproken worden, welke
toereikend was tot 6 Mei.
Zoals de heer Louwes het toen
uitdrukte: „Van der Vlugt, dan
is het niet meer hongersnood,
maar hongersdood!" Er moet iets
gebeuren. U moet seinen naar
Londen, maar dan zo, dat men
ook werkelijk daarop reageert.
De heer v. d. Vlugt was zeer
onder de indruk van dit onder
houd. Als voorzitter van het
Interkerkelijk Bureau (I.K.B.)
wist hij zelf wel ongeveer, hoe
de toestand was, maar dat de toe
stand zo kritiek was, dat wist
toch eigenlijk niemand op dat
moment.
Hij besloot toen een gesprek
met dr. Schwebel aan te knopen.
In het verloop hiervan merkte
deze op: De Rijkscommissaris en
generaal Blaskowitz staan op het
standpunt, dat, als de geallieerden
ons niet aanvallen, wanneer zij
onze opdracht om de kust te be
houden, niet betwisten en wij
dus hier niet behoeven te vech
ten, dan kunnen wij vanzelfspre
kend van onze kant alles doen
om de bevolking zoveel levens
middelen te geven als mogelijk
is. Het verloop van de besprekin
gen, welke daar nog op volgden,
schetsten wij boven reeds.
Londen komt in beweging
De besprekingen van 12 April
hadden tot gevolg, dat besloten
werd de heren Neher en v. d.
Gaag naar Londen te zenden. Het
verloop van hun tocht beschre
ven wij elders. Eenmaal in be
vrijding gekomen, is de heer v.
d. Gaag met prof. Gerbrandy per
vliegtuig naar Londen gegaan.
Deze zag dadelijk het belang van
de op gang zijnde besprekingen.
Maar dit gold allerminst voor alle
andere ministers. In het algemeen
was hun standpunt: „U kunt de
Duitsers niet vertrouwen, wan
neer zij iets beloven". Het tegen
argument van de heren Neher en
v. d. Gaag was: „Wanneer wij er
niet op ingaan, wordt de boel
onder water gezet. Wanneer wij
er wel op ingaan, hebben wij de
kans, dat het niet gebeurt. Op
mathematische gronden moet u
er dus op ingaan om de kleine
kans, dat het niet gebeurt, te
gebruiken".
Voor zijn vertrek naar Londen
had de heer Neher eerst nog
Prins Bernhard op de hoogte ge-
bracht van de stand van zaken.
heer Na urenlange besprekingen be
sloot de ministerraad, dat prof.
Gerbrandy zou trachten een on
derhoud te krijgen met mr. Chur
chill. Diens eerste reactie was:
oppassen! Altijd zat er een dui
velse bedoeling achter de gedra
gingen van de Duitsers. Toen zij
afscheid namen de stukken
zouden nog dezelfde nacht, in
het Engels vertaald, Churchill ter
hand worden gesteld zei de
Engelse staatsman nog: „U moet
niet denken, dat ik er zo geheel
afwijzend tegenover sta". Hij zou
het in ieder geval goed bekijken.
Nadien heeft de heer Gerbran
dy Churchill nog eenmaal ont
moet en verder de zaken behan
deld met Sir Desmond Morton.
CHURCHILL
op de bres voor ons
bedreigde landje
Bovendien was de beslissing op
het internationale niveau ver
legd, naar contact met Truman,
Eisenhower en zelfs Stalin. Toen
de zaak eenmaal aan het rollen
was, heeft Churchill er met grote
kracht voor geijverd. Hij heeft
Bedell Smith, Eisenhower's staf
chef, doen instrueren. Aan mi
nister Eden, die in Amerika was,
stuurde Churchill een telegram,
met de volgende inhoud:
„Denk er om, dat de president
goed begrijpt, dat het hier gaat
om een land, welks traditie
eeuwen ouder is dan die van het
Amerikaanse volk en welks on
dergang een enorm verlies zou
zijn voor de wereld; dat het een
land is, dat om zo te zeggen al
lang een grote traditie had, voor
dat de Amerikaanse Staten er
waren".
Op 19 April verklaarde Chur
chill tegenover Gerbrandy, dat
van een gewelddadige bevrijding
van Noord-West-Nederland geen
sprake kon zijn voor 1 Mei d.a.v.
en dat een poging daartoe in elk
geval gepaard zou gaan met grote
verwoesting, inundatie en tevens
zware verliezen. De zaak werd
daarop, met instemming van de
heer Gerbrandy, in handen van
generaal Eisenhower gesteld.
Naar Eisenhower
De heer Gerbrandy is toen
naar Rheims gevlogen, waar hij
een onderhoud heeft gehad met
Bedell Smith, Eisenhower's staf
chef. Deze heeft gezegd, dat de
Duitsers goed moesten begrijpen,
dat, wanneer de geallieerden con
tact met hen opnamen, dit bete
kende, dat zij, de geallieerden,
hun beslissing dicteerden. Deze
zienswijze werd, na van alle kan
ten te zijn bezien, door de minis
terraad aanvaard.
Op 24 April kreeg generaal
Eisenhower een instructie, welke
hem de vrijheid gaf met de Duitse
autoriteiten in Nederland al dan
niet te onderhandelen, zulks op
voorwaarde, dat, indien hij be
sloot tot onderhandelen, hij niet
zou afwijken van de politiek van
„onvoorwaardelijke overgave" en
dat de militaire autoriteiten van
de Sovjet-Unie niet alleen vol
ledig op de hoogte gehouden
moesten worden, doch ook des-
verlangd een vertegenwoordiger
bij de onderhandelingen zouden
hebben. Onder deze voorwaarden
kon generaal Eisenhower maat
regelen nemen tot hulpverlening
aan de Nederlanders en elke door
de omstandigheden geboden wa
penstilstandsregeling treffen, voor
zover daardoor zijn hoofdoperaties
niet geschaad werden.
Zoals bekend, heeft toen in
Achterveld op 30 April een ont
moeting plaats gehad tussen ge
allieerde en Duitse gevolmach
tigden, van welker resultaat prof.
Gerbrandy getuigt: „Het gevolg
was, dat met vliegtuigen voedsel
kon worden gebracht naar het
geteisterde Noord-Westen, welke
zendingen door de bevolking met
enorme vreugde zijn begroet". Op
2 Mei 1945 vond te Wageningen
een tweede samenkomst plaats.
De door de vertrouwensmannen
nagestreefde situatie werd hier
officieel bereikt; o.m. werd vast
gelegd, dat de Duitsers voedsel
langs de bepaalde landwegen in
het bezette gebied zouden toe
laten, aangezien de sedert enige
dagen plaats vindende voedsel-
droppings meer van psychologi
sche dan van reële betekenis wa
ren, van het allergrootste belang
was.
Verzet van „het Verzet"
De vertrouwensmannen hebben,
naar aanleiding van het feit, dat
zij contact met Seyss Inquart
hebben opgenomen en bij de re
gering te Londen met kracht heb
ben bepleit om van de geboden
gelegenheid tot onderhandelen
gebruik te maken, ernstige moei
lijkheden gekregen met de illega
liteit. Ondands de betrachtte ge
heimhouding was al spoedig van
hetgeen er gaande was een en
ander uitgelekt. Van de zijde van
de illegaliteit rees verzet tegen
het feit, dat men besprekingen
van de aard als de onderhavige
had geopend.
Er is toen een ernstig verschil
van mening ontstaan tussen ver
trouwensmannen en de Contact
Commissie vertegenwoordigde
de gezamenlijke illegaliteit. Dit
verschil van inzicht heeft geleid
tot zeer ernstige persoonlijke ver
wijten en tot een scherpe schrif
telijke gedachtenwisseling. Nog
op 23 April 1945 heeft de illega
liteit getracht de regering te Lon
den van haar inzichten, die in zo
sterke mate afweken van die van
de vertrouwensmannen en Com
mandant Binnenlandse Strijd
krachten, op de hoogte te stellen.
Hoewel dit door de tegenstan
ders van het standpunt van ver
trouwensmannen ontkend wordt,
is de commissie toch van mening,
dat het feit, dat men in de Con
tact Commissie van buitenaf
moest horen, waarmede Vertrou
wensmannen bezig waren, niet
zonder invloed is geweest op de
houding van de vertegenwoordi
gers van de illegaliteit.
Daarbij kwam nog, dat met de
Duitsers was afgesproken, dat
dezen o.m. de executies zouden
stopzetten, op voorwaarde, dat
dan ook van de zijde der illega
liteit verdere geweldmaatregelen
achterwege zouden blijven.
„Minder juist"
Voor zover de illegaliteit zich
bevond in de B.S., konden de
vertrouwensmannen, die tezamen
met de C.B.S. de zaak der onder
handelingen van de aanvang af
hebben behandeld, trachten dit
te verwezenlijken, doch er was
ook een deel van de illegaliteit,
dat alleen door middel van de
Contact Commissie te bereiken
was en dit deel gevoelde zich
door de gemaakte afspraken niet
gebonden, hetgeen ook het ont
staan der moeilijkheden bevor
derd heeft. Gezien het voorgaan
de meent de commissie dan ook
het door vertrouwensmannen ten
deze ingenomen standpunt als
minder juist te moeten aanmer
ken Dit klemt te meer, waar de
in de Contact Commissie verte
genwoordigde illegaliteit er altijd
Vandaag is het achtste hoofdstuk uit het verslag van
de Parlementaire Enquêtecommissie voor publicatie vrij
gegeven. Het handelt over gebeurtenissen, colleges van
gezag en bestuur en over mensen, die kort voor en kort na
de bevrijding zijn opgetreden. Het zal de welwillende lezer
gaan zoals het ons is gegaan bij de eerste lezing: gevoelens
van verontwaardiging, van verbazing en van een wat mil
dere verwondering wisselen elkaar bij het kennisnemen van
de dikwijls ongelooflijke toestanden Ao 1945 af. Hoewel
wij het oordeel van de lezer niet willen beïnvloeden, moeten
wij wel opmerken, dat de beschreven zaken dienen te
worden gezien tegen de achtergrond van het luchtledig,
dat door de bevrijding plotseling in Nederland ontstond
en dat eerst geleidelijk weer werd opgevuld.
zeer wel in geslaagd is de ver
eiste geheimhouding te betrach
ten.
Er is van de zijde van de Con
tact Commissie allerlei critiek in
deze op vertrouwensmannen ge
uit. Er was bezwaar tegen de
toon, waarin de onderhandelingen
werden gevoerd. Er werd ook
gezegd, dat niet voldoende voor
waarden waren gesteld om de
zich nog in Duitse handen bevin
dende gevangenen veilig te stel
len.
De commissie is van oordeel,
dat wellicht in deze critiek een
grond van waarheid schuilt en
dat men achteraf zou kunnen
beweren, dat in deze anders ge
handeld had kunnen zijn. Toch
meent de commissie dat, hoe be
langrijk deze punten ook waren,
zij,' gezien tegenover het grote en
alles beheersende belang, dat aan
de onderhandelingen ten grond
slag lag, als van secundaire aard
moeten worden beschouwd.
Dit grote en alles beheersende
belang was de positie van West-
Nederland en zijn 4'/s millioen
inwoners. Wanneer de strijd zou
worden voortgezet, dan zouden
de bevolen vernielingen plaats
vinden, zou dat gebied 't toneel
van een felle strijd kunnen wor
den en zou het de vraag zijn wat
er van West-Nederland en zijn
bevolking zou overblijven, ter
wijl rekening moest worden ge
houden met een dusdanige cata
strophe, dat herstel van de aan
gebrachte schade een niet te over-
ziene tijd en grenzeloze offers
zou vergen.
Hier doorheen speelde echter
een ander aspect, dat de zaak
nog uitermate compliceerde. De
voedselvoorziening toch was in
een dusdanige deplorabele toe
stand geraakt, dat de mogelijk
heid om de bevolking nog in
enige mate te voeden met dagen
geteld moest worden, waardoor
op die grond weer de vraag rees,
of een bevrijding van het Westen
van Nederland door een zeer snel
gewapend optreden van de ge
allieerden niet moest worden
verkozen boven het entameren
van onderhandelingen, waarvan
de duur niet aanstonds kon wor
den overzien en waarvan de uit
slag onzeker was.
Vertrouwensmannen en de
C.B.S. hebben in deze steeds
eensgezind het standpunt inge
nomen, dat de mogelijkheid van
onderhandelen moest worden
aangegrepen en dat die lijn ge
volgd moest blijven.
De commissie is van oordeel,
dat deze weg de enige was, die
onder deze omstandigheden ver
antwoord geacht moest worden.
Hoe onzeker het resultaat van
onderhandelen ook zou zijn, men
mocht eenvoudig, gezien de cata
strophe, die van een gewapen
derhand optreden het gevolg zou
zijn, niet anders doen dan trach
ten de in onderhandelen gelegen
Toen de discussies in het col- Dit was ook iemand van de De heer v. d. Gaag heeft de
lege van Vertrouwensmannen Raad van Verzet. Het was voor gids met veel moeite er toe
over de pogingen, van Duitse v. d. Gaag aanleiding later kunnen bewegen om mee te
zijde ondernomen, om in West- vanuit het Zuiden te telegra- gaan en met de Duitsers terug
Nederland tot een vergelijk te feren dat de heer van Rappard te gaan naar het stadhuis te
komen, hun hoogtepunt hadden ergens anders moest onderdui- Gorichem. Dat vond die gids
bereikt, mede door de omstan- ken. natuurlijk niet prettig. De heer
digheid, dat het verzet zich Tot middernacht moest men v. d. Gaag heeft een klein uur
diagonaal tegenover de inzich- bij die NSB-burgemeester blij- moeten praten om hem er van
ij der Vatrouwensmannen ven, want het bleek zeer moei- te overtuigen dat hij geen
stelden, werd besloten, dat twee lijk te zijn de Duitse legerlei- Duitse provocateur was.
dier Vertrouwenslieden, tevens ding te bewegen niet op een Zij zijn toen naar een kwar-
verzetmensen, te weten L. Ne- bootje te schieten, dat over de tier gebracht, waar Duitse of-
her en J. van der Gaag, de re- Merwede zou gaan. Eindelijk ficieren feest vierden. Hij ver-
gering te Londen, maar bo- kwam een officier met de me- telde hun, dat hij een geallieerd
venal ook het geallieerde op- dedeling dat alles in orde was uniform wilde aantrekken. De
percommando in te lichten. en daarna volgde de vraag, hoe officieren dachten, dat zij met
de heer v. d. Gaag zich de over- een spion te doen hadden, die
Er werd beide heren gezegd, tocht voorstelde. Deze zei dat naar de overzijde moest om in-
dat zij zich moesten vervoegen hij een eigen weg had om naar lichtingen op te halen,
op het Plein te s-Gravenhage, de overkant te komen. Zij spra- Intussen: afzonderen mocht
waar het kwartier van Seyss ken af dat van een bepaald de heer v. d. Gaag zich niet.
Inquart. De heer van der Gaag tijdstip af, een uur het vuren Midden in de kamer moest hij
is toen door de Rijkscommis- zou worden gestaakt, geduren- de uniform aantrekken. Om 3
saris ontvangen en heeft met de welke tijd de heer Neher uur heeft het gezelschap hem
hem gesproken. Deze zei, dat naar de overkant zou worden naar de roeiboot gebracht en
hij zielsmedelijden had met het gebracht. is men prinsheerlijk naar Lage
Nederlandse volk, dat moest Men durfde namelijk niet Zwaluwe gevaren. Aan de op-
hongeren en vroeg, of de heer samen te gaan. „Wanneer we drachten om niet te schieten
v. d. Gaag alles wilde doen om tegelijk gaan, kunnen ze ons heeft men zich gehouden. De
het volk te redden van de hon- beiden doodschieten', was hun heer v. d. Gaag stelde zich toen
gerdood. gedachtengang. De heer van onmiddellijk met Prins Bern-
Over capitulatie werd niet der Gaag moest dus naar de hard in verbinding. Deze heeft
gesproken. Daarop werden de Wehrmacht toe om over te voor het schorsen van het vu-
heren Neher en v. d. Gaag kunnen steken. De heer Neher ren gedurende een uur aan ge-
overgegeven aan Schwebel, bleef waar hij was. „Wanneer allieerde ziide eezorgd.
Beauftragte voor de provincie hij veilig overkomt, is dat voor
Zuid-Holland. mÜ een bewijs, dat ze te goe- Toen is de heer Nener in een
,r v" Gaag wilde zijn der trouw zijn. Dan zal ik over- rubberbootje naar de overkant
geallieerde uniform meenemen, steken met een bootje waar de gevaren, onder geleide van
Seyss Inquart stond als een witte vlag op staat". tweeDuitse soldaten en een
eend te kijken van dat uniform De Duitsers vroegen de heer jonge officier. Daar werd de
en het pistool, welke hij bij v. d. Gaag, hoe hij wilde over- heer Neher begroet door een
zich had in een koffertje, steken. Hij antwoordde, dat hij Canadese commandant met 'n
Schwebel heeft het koffertje alleen een auto wilde hebben paar officieren. Ook hebben de
gedragen van de leider van de met twee Duitse officieren en Duitsers hun gegeven woord
Raad van Verzet, waarin een dat men zou rijden, zoals hij gestand gedaan om de volgende
geallieedre uniform en een dat zou aangeven. Het was morgen tussen 11 en 12 uur
groot pistool zaten! toen 1 uur 's nachts. Verder geen radiopeilingen te houden,
Per auto zijn de heren v. d. moesten de Duitsers hun ere- zodat de heer v. d. Gaag zijn
Gaag en Neher naar Gorichem woord geven, dat zij de wagen behouden overkomst, zonder
gebracht, waar zij ontvangen zouden laten staan en dat zij enig gevaar voor wie dan ook,
werden door de NSB-burge- hem niet zouden volgen. Hij kon doorseinen. Over de be-
meester, die zeer mededeelzaam moest nl. naar een gids en het sprekingen van de heren Neher
bleek. Hij vertelde bijv. dat was levensgevaarlijk een adres en v. d. Gaag te Londen, pu-
hij wist, waar een zekere van vrij te geven. Alles is volgens bliceren wij verschillende bij-
Rappard was ondergedoken, de plannen gegaan. zonderheden elders in dit blad.
mogelijkheid tot het uiterste uit
te buiten.
Het resultaat heeft, naar het
oordeel van de commissie, ver
trouwensmannen en de C.B.S.
dan ook volkomen in het gelijk
gesteld. Wanneer de commissie
dan ook het geheel van de ge
beurtenissen in April 1945 over
ziet, spreekt zij als haar oordeel
uit, dat vertrouwensmannen en
de C.B.S. naar aanleiding van het
door Seyss Inquart op 2 April
genomen initiatief, een wijs be
leid hebben gevoerd.
ZUIVER MILITAIRE
MAATREGEL
Verschillende door de Enquête
Commissie eehoorde uersonen
hebben over de onderwaterzet-
tine van de Wierineermeer ver
klaard. dat dit een zuiver mili
taire maatregel is geweest. De
geallieerden begonnen in Fries
land maatregelen te nemen tegen
de Afsluitdiik en toen is Blasko
witz benauwd geworden, dat zij
narachutisten zouden doen lan
den in de Wieringermeer. dus aan
de Hollandse ziide van de Afsluit
dijk, want dan konden de gealli
eerden via deze diik West-Neder
land binnen rukken.
Ook de Commandant der Bin
nenlandse Strijdkrachten, de heer
Koot verklaarde, dat de Duit
sers een aanval met parachutisten
op de Wieringermeer mogelijk
hebben geacht en daarom de
Wieringermeer onder hebben la
ten lopen. De Wieringermeer was
uit strategisch oogpunt een be
langrijk object. De heer Kok, ko
lonel der Genie, deelde mede. dat
een landing van parachutisten
was voorbereid om de B.S.-ers te
hulp te komen om als uiterste
maatregel de sluizen aan Den
Oever in ongeschonden staat in
handen te krijgen. Dit wist Kiehl,
de Referent Wasserwirtschaft
theim Wehrmachtsbefehlhaber.
Dat de Duitsers bij de Wierin
germeer hebben gedaan, was bij
de Haarlemmermeerpolder ook
voorbereid.
Aan genoemde Wiehl en zijn
ondergeschikten is het ook te wij
ten, dat het gebied van Schalk
wijk onder water is gelopen. Ook
bereidde de bezetter de vernie
lingen voor van de militaire inun-
datiesluis te Wijk bij Duurstede
met behulp van 5 ladingen, elk
van 275 kg. springstof. Zou deze
sluis vernield zijn, dan zou de
dichting van de daardoor in de
rivierdijk ontstane opening bin
nen afzienbare tijd niet mogelijk
geweest zijn.
De inundatiën ten Oosten van
Utrecht zijn niet voltooid, door
dat reeds spoedig bleek, dat in
dit gebied de stellingen van de
bezetter overlast van het water
gingen ondervinden.
De crootste moeilijkheid
waarvoor men zich te Londen
ceDlaatst zae. toen in Maart-
Anril 1945 berichten uit Neder
land kwamen, waaruit de be
doeling der Duitsers bleek, om
eeheel West-Nederland aan de
zee ten nrooi te eooien was. dat
dit eebied. waar 4.5 millioen
mensen woonden, voor de treal-
lieerden helemaal niet interes
sant was.
Hun doelstelling was de Duitse
weerstand te breken en Duitsland
tot capitulatie te dwingen. Dan
kwam dat stukje Nederland ook
wel vrij!
In een bespreking, welke de
heer Gerbrandy eind Februari
1945 te Parijs met Eisenhower en
Bedell Smith had gehad, had hij
getracht te bereiken, dat het ge
allieerde opperbevel acties zou
ondernemen om de onhoudbare
toestand in het Westen van Ne
derland te doen beëindigen. ,,We
kunnen toch geen lijken bevrij
den", had Gerbrandy bij die ge
legenheid gezegd.
De heer Neher drukte zich te
genover de Enquête-commissie
als volgt uit: Indien men het nog
niet zeker wist, dan leerde men
het in Londen nog een keer te
meer, dat in het grote spel Ne
derland niet een zo verschrikke
lijke belangrijke factor was. Men
had wel respect voor de Neder
landers, doch de grote strijd tus
sen millioenen mensen en over
enorme belangen werd door de
anderen niet in hetzelfde licht
gezien als wij dat deden.
Achteraf bezien, is het maar ge
lukkig, dat het tot een verovering
van West-Nederland is gekomen.
Een Canadees generaal, Galloway
geheten, heeft hierover aan .de
heer Neher verklaard, tijdens de
besprekingen op 30 April te Ach
terveld: ,,Als U. deze poging tot
verbetering van" de situatie niet
had ondernomen, zou er geen
steen op de andere zijn blijven
staan. Het was onmogelijk om
via de begane grond een grote
aanval in te zetten; we konden
het dus alleen uit de lucht doen.
.Dat betekent, dat Amsterdam
volkomen van de aardbodem zou
zijn verdwenen, om over andere
steden nog niet te spreken.
te|
n\
e-1
le
Je
rdl
»n
B.
■n.
is-
M
lid
tr
ie-
IP
J