Sfeer van knoeierijen, achterklap
en achterdocht in Bandoeng
Twee lichtbruine ogen zetten
de politie op fantastisch spoor
Economische toestand in Noordholland
baart geen grote zorgen
Westerling kreeg de opdracht
rgang" uit elkaar te slaan
„Men-doet-maar" -
figuren
„Zaken" in porceleinf textiel,
schenkkurken en tapijten
Tiental ten gedupeerden in heel het land
Een telefoontje van
generaal Kruis
Optimistisch jaarverslag der
Kamer van Koophandel
Zondagsevangelie
ZATERDAG 23 JUNI 1951
PAGINA 5
Tengevolge van he
vige regenval raak
ten enige rotsblok
ken op een berghel
ling bij Chur los en
vielen naar beneden
o.m. op een vracht
wagen en enige
huizen. De chauf
feur en een in
woonster werden
gewond. Een ander
brok, met een ge
wicht van vijf ton
kwam in een slaap
kamer terecht en
verwondde een jon
geman zo ernstig,
dat deze in het zie
kenhuis overleed.
Links een van de zwaar beschadigde huizen. Rechts het zware
rotsblok, dat de slaapkamer binnendrong.
's-GRAVENHACE. De beschuldigingen, die tegen het leger
in Indonesië zijn uitgebracht, waren voornamelijk gebaseerd
op drie bepaalde zaken: 1. Onzuivere toestanden te Bandoeng
met de res. kapitein ir. L. R. als middelpunt. 2. De moord op
de vaandrig Aernout. 3. Moeilijkheden op de Centrale Werk
plaats te Bandoeng.
kapitein ir. L. R. (thans in Indo
nesische dienst. Een der getuigen
verklaarde: „Indien je aan L. R.
zei: ik moet morgen honderd
auto's hebben, dan stonden er de
volgende dag honderd auto's.
Maar je moest niet vragen hoe hij
er aan kwam
Op de Japanse capitulatie is in
Indonesië aanvankelijk een chao
tische periode gevolgd, zo merkt
de Commissie van Drie t.a.v. de
beschuldigingen op. In die tijd is
er veel ongerechtigs gebeurd.
Chaos en goederenschaarste brach
ten mede, dat er op veel groter
schaal gestolen en geknoeid werd
dan bij normale omstandigheden
het geval zou zijn geweest. De
kans was bijzonder groot dat
overheidsdienaren van hun posi
tie misbruik zouden maken om
voor zich zelf bijzondere voor
delen te behalen.
De oud-procureur-generaal, mr.
Felderhof, zei in dit verband: „De
Inspecteurs van Politie hebben
weinig tractement. Als een sur
veillerend politieman langs kwam,
terwijl Chinezen bezig waren een
goedang met textiel leeg te stelen,
behoefde hij zich alleen maar om
te draaien om 10.000 gulden in
handen gestopt te krijgen. Men
moet zich verwonderen, dat er
niet veel meer corruptie was".
Ook in het leger werkte het
algemene beeld van chaos en goe
deren-schaarste misstanden in de
hand. Zij waren vooral te ver
wachten bij diensten, die goede
ren onder zich hadden.
Verschillende getuigen hebben
echter opgemerkt, dat het leger
in verhouding tot andere over
heidsdiensten zeker geen slecht
figuur heeft gemaakt. Generaal
Spoor was bijzonder fel gekant
tegen alles wat naar corruptie
zweemde. Onder deze omstandig
heden konden er geen complotten
bestaan van corrupte hoofdoffi
cieren. De criminaliteit beperkte
zich gelijk overal tot individuele
gevallen. Daartegen is naar beho
ren opgetreden, zowel door de
militaire politie als langs de weg
van het administratieve onder
zoek. Als voorbeeld diene de
arrestatie van de directeur van
de Legeraanschaffingsdienst we
gens knoeierijen, die waarschijn
lijk geruimen tijd hadden ge
duurd.
Te Bandoeng.
Bij de beoordeling van hetgeen
in Bandoeng is voorgevallen, mag
niet uit het oog worden verloren,
dat Bandoeng tot de eerste poli
tionele actie (zomer 1947) geïso
leerd heeft gelegen waardoor on
regelmatigheden daar veel langer
hebben doorgewerkt en ook ho
gere regionen hebben aangetast
dan elders.
Er was een algemene sfeer
van knoeierijen, achterklap en
achterdocht. Bandoeng beschikte
over een eerste-rangs-M.D.M.-
figuur (Men-doet-maar). De res.
23 JUNI:
Vigiliedag van
Johannes de Doper
Vandaag bereiden wij ons
voor op de viering van de
feestdag van Johannes de
Doper, een man, die zonder
aanziens des persoons een
pad effende voor de Chris
tus. Door zijn moed tegen
over de laaghartige koning
Herodes heeft hij een bijzon
dere bekoring uitgeoefend
op ons volk, dat in verschil
lende perioden grote offers
heeft moeten brengen voor
de handhaving van het ge
loof. Het is dan ook om deze
reden, dat hij in verschillen
de plaatsen tot kerkpatroon
werd gekozen en na de her
vorming is hij dat gebleven
in Schoorl, Grootebroek,
Beemster, Den Burg (Texel)
Hoogwoud, Huizum (Fr.) en
pas hebben de gelovigen in
Kraggenburg in de N.O.-Pol-
der, waar het pad voor Chris
tus moet worden geëffend,
zich onder zijn bescherming
gesteld. Maar niet alleen op
deze plaatsen moet zijn le
ven tot de mensen spreken,
ook voor ons allen die niet
onder zijn bijzondere be
scherming staan is hij een
machtig voorbeeld en vol eer
bied bereiden we ons van
daag voor om morgen met
meer dan gewone luister zijn
feest te vieren.
In deserto
Deze man, de centrale en on
misbare figuur voor de materiaal
voorziening van het leger, werd
ten hoogste gewaardeerd door
zijn superieuren. Maar naarmate
de omstandigheden geregelder
werden, werden de bij zulk een
persoonlijkheid te verwachten
gebreken opvallender. Het is te
kenend voor de houding van het
militaire apparaat tegenover cor-
cuptie, dat L. R. telkens voorwerp
is geweest van onderzoek, hetzij
administratief, hetzij politieel,
hetzij justitieel.
L. R. trok bij de eerste politiële
actie naar Semarang. Als beheer
der van de grote legerwerkplaats
L.T.D. 81 werd hij opgevolgd
door P. Deze wordt enerzijds gun
stig beoordeeld, maar anderzijds
steeds vermeld als een hoofdper
soon in wat men de „gang" van
L. R. pleegt te noemen.
In deze omgeving werd op 9 Fe
bruari 1948 de Bond van Burger
Personeel in Militaire Inrichtin
gen (B.B.M.) opgericht, die een
specifiek Bandoengse bron van
agitatie en onrust is geweest. Deze
bond trok dadelijk te velde tegen
de leiding van L.T.D. 81.
De moord op vaandrig
Aernout.
Bandoeng was het ideale jacht
terrein voor dilettanten, weer-
hoofden en knoeiers op het gebied
van veiligheidsdiensten. Vaandrig
Aernout was geen veiligheids-
officier, zoals wel beweerd is, hij
trad uit persoonlijke liefhebberij
op als informant. Toen bekend
werd, dat hij in de nacht van 28
op 29 Februari 1948 nabij het
huisje van een kennis, de eerste
luitenant M. von C., was ver
moord, doken er te Bandoeng da
delijk geruchten op, die de „gang"
van L. R. en M. von C. als schul
digen aanwezen. De uitlating van
vaandrig Aernout dat hij op het
punt stond grote knoeierijen te
ontdekken droeg naast de kwade
naam van de „gang" daartoe bij.
De moord gaf de stoot tot een
zuiveringsactie die aanvankelijk
met meer voortvarendheid dan
beleid is uitgevoerd. Kapitein
Westerling, commandant van het
Corps Speciale Troepen, dat bij
Bandoeng was gelegerd, toog na
overleg met generaal-majoor Eng-
les naar de legercommandant om
verslag uit te brengen over het
geen te Bandoeng gaande was.
Westerling ontving daarop van
generaal Spoor een opdracht, om
trent de preciese inhoud waarvan
enige twijfel blijft bestaan, doch
die er in de practijk toe leidde,
dat Westerling onder supervisie
van generaal-majoor Engles „de
„gang" uit elkaar ging slaan".
ijskast van L. R., het mikpunt
van achterdocht en praatjes wa
ren geworden.
De zaak-Aernout is voor de
souvereiniteitsoverdracht onopge
helderd gebleven. Aanvankelijk
waren daarin enkele bezwarende
aanwijzingen tegen M. von C.
maar het samenvallend rapport
van de auditeur-militair van 1
September 1949 concludeert, dat
er voorshands geen enkele ge
gronde reden is om M. von C,
langer verdacht te houden. (Het
dossier werd met alle andere dos
siers van het parket bij de sou
vereiniteitsoverdracht vernietigd).
De commissie acht de theorie
als zou vaandrig Aernout zijn ver
moord omdat hij corruptie op het
spoor was, alleen aannemelijk, in
dien een moord met het daaraan
verbonden risico een redelijk
groot belang had. Het zou dus om
een belangrijke corruptie moeten
gaan, en Aernout zou als een be
langrijke bedreiging beschouwd
moeten zijn. Dit punt is uitvoerig
onderzocht. Gebleken is, dat
vaandrig Aernout, voorzover hij
met onderzoeken bezig geweest
mocht zijn, onbelangrijke zaken
onder handen heeft gehad.
Op grond van haar inlichtingen
omtrent de persoon van vaandrig
Aernout acht de commissie het
uitgesloten, dat hij als een be
langrijke bedreiging had be
schouwd kunnen worden. Zij acht
het daarom onaannemelijk, dat
hij wegens het door hem gedaan
corruptie-onderzoek vermoord zou
zijn.
Het rapport houdt zich verder
uitvoerig bezig met de moeilijk
heden op de Centrale werkplaats
van de L.T.D. te Bandoeng waar
de heer v. d. P. werkzaam was
en de agitatie van de B.B.M. her
haaldelijk aanleiding gaf tot wrij
ving. De overplaatsing van de
heer v. d. P. die door de comman
danten van de C.W. herhaaldelijk
werd beproefd, stuitte af op de
legercommandant die geen moei
lijkheden met de B.B.M. wenste.
Na de dood van generaal Spoor
kwam de overplaatsing toch tot
stand. De heer v. d. P. zag hierin
een rancune-maatregel en een
aanleiding tot de eerder genoem
de lastercampagne. Het oordeel
van de commissie hierover heb
ben wij reeds op pagina 1 ver
meld. De commissie vraagt zich
zelfs af of de heer v. d. P. niet
voor ontslag wegens wangedrag
in aanmerking komt, al dan niet
na een strafvervolging.
Mr. T. Brouwer
algemeen secretaris N.K.B.T.B.
DEN HAAG (KNP) Het
Hoofdbestuur van de Nederland
se Kath. Boeren- en Tuinders-
bond heeft mr. T. Brouwer uit
Huissen benoemd tot algemeen
secretaris. Hij is de opvolger van
dr. ir. Roborg, die binnenkort
naar Nieuw-Zeeland emigreert.
(Vervolg van pagina 1)
v. N. wist de zaak bij de Amsterdamse zakenvrouw goed voor
te dragen en had bovendien een secretaresse, de 29-jarige F. M.
T., die steeds maar Duits sprak en zo de indruk welde, dat de
zaak met de verkoop aan Duitsland in orde was. Waar het pre
cies om ging, wist de secretaresse wel niet, maar geld vergoedde
alles. De recherche ging eens met de lichtvaardige jurist praten,
die zich liet ontvallen dat zijn clienten ook nog andere handel
tjes hadden. Hij had trouwens zelf enige duizenden gegeven om
een partij ongeregistreerde effecten te laten kopen, die in een
café in Roosendaal zouden worden verhandeld.
Een zakenvriend van de jurist
„zag er ook wel wat in" en gaf
tienduizend gulden, die hij had
geleend van een andere vriend.
Beiden vertrouwden het zaakje
volkomen. Want zij hadden toch
zeker zélf in het Roosendaalse
café een gesprek gehad met de
effectenverkoper, die lichtbruine
ogen had? Dat was het enige wat
zij wisten van de man, die geen
naam genoemd had. Maar die
lichtbruine ogen....
De recherche had een spoor en
zocht verder. Als nummer vier
werd J. G„ een veertigjarige Ha
genaar gepolst. Dat bleek de man
te zijn, die de textiel had ver
kocht, maar niet aan Duitsland
doch aan enige Haagse firma's.
G. zei in de veronderstelling te
zijn, dat het een reële handel was.
Maar terwijl hij dat allemaal zat
te vertellen, knipperde hij steeds
met zijn ogen. Lichtbruine ogen..
en G. was de bewuste man uit
Roosendaal. Er werd ach en wee
geroepen. Niemand van het vier
tal had de zaak willen oplichten
en zij waren zelfs bereid om als
nog de effecten te leveren, als de
politie de kans gaf.
Dat deed de politie wijselijk
niet en hield de heren vast. Maar
het viertal was veelzijdig. Niet
alleen textiel en effecten lagen op
hun terrein. Een zakenman in
Leidschendam werd een voordelig
zaakje voorgespiegeld in porce-
Westerling, zo zegt het rapport,
staat bekend als een volkomen
betrouwbaar en doortastend man,
doch hij miste alle geschiktheid
tot het instellen van een opspo
ringsonderzoek. Hij werkte klaar
blijkelijk met de vooropgezette
overtuiging, dat de geruchten over
de „gang" en de moord op Aer
nout juist waren. Hoewel het
onderzoek in Mei in normaler
banen kwam doordat de justitie
werd ingeschakeld, mag zijn in
vloed met name worden gezien
in de tijdelijke arrestatie o.a. van
M. von C., L. R. en P. De knoeie
rijen bleken op de keper be
schouwd van weinig betekenis en
het in Augustus 1948 door het
parket van de legercommandant
uitgebrachte eindrapport beval iiucvv
dan ook slechts administratieve district
maatregelen aan. --
De legercommandant gelastte de
overplaatsing van P. en L. R. Zijn
standpunt blijkt verder uit zijn
opmerking, dat „onthullingen in
elk geval moesten worden ver
meden, omdat daardoor feiten
aan het licht zouden komen, die
de naam van enkele hoge func
tionarissen in het leger geen goed
zouden doen en daardoor de repu
tatie van het leger in het alge
meen ook zouden aantasten". De
commissie neemt op grond van
getuigenverklaringen aan, dat
hiermede werd gedoeld op enkele
personen, die door het in bruik
leen ontvangen, een auto of een
ALKMAAR. De Kamer van
Koophandel en Fabrieken voor
Noordholland, kantoor Alkmaar,
deed dezer dagen een uitvoerig
jaarverslag over 1950 het licht
zien. Daarin wordt allereerst een
woord van herdenking gewijd aan
drie leden die, sinds de reorgani
satie in 1922, lid van de Kamer
waren, t.w. de heren Joh. Banning
te Edam, M. A. Kotster te Den
Helder en J. Valkering Tz. te
Limmen, die in het verslagjaar
aan de Kamer ontvielen.
Wat de algemene werkzaam
heden betreft, er werden in to
taal rond 4300 inschrijvingen in
het Handelsregister verricht, door
de Kamer en het Handelsregister
werden voorts 13.732 inlichtingen
verstrekt.
Reorganisatie,
Het verslag vermeldt, naast een
overzicht van de verrichte werk
zaamheden i.v.m. de uitvoering
van de Vestigingswet Kleinbedrijf
en de Wet op de Uitverkopen, de
reorganisatie van de Kamer iri
Kamers van Koophandel en Fa
brieken voor Hollands Noorder
kwartier en voor West-Friesland,
met zetels te Alkmaar en Hoorn,
De Kamer bracht verder o.a.
aan de gemeente Alkmaar advies
uit over een in te stellen auto
markt, werkte mede aan de pro
paganda voor het a contant kopen
door het publiek, verleende be
middeling bij de voorbereiding
van een bedrijfs-enquête door de
gemeente Alkmaar gehouden en
adviseerde zowel in Alkmaar als
in andere gemeenten de gemeen
tebesturen in zaken, Handel en
Industrie betreffende.
Verkeer.
De Kamer adviseerde de N.S
tot verbetering van trein-mate-
rieel op de lijn Den Helder
Alkmaar, bracht bij de Rijksver
keersinspectie wensen naar voren
betreffende dienstregelingen en
autobusverbindingen, terwijl ook
het tunnelvraagstuk te Velzen
doorlopend de aandacht van de
Kamer heeft gehad.
Met de Naco werd contact op
genomen over de halteplaatsen
der bussen in de stad en het ver
beteren van het eindpunt der lij
nen te Amsterdam-Noord.
De economische toestand
Hoewel de industrie in het
in opkomst is heeft
Noordhollands Noorderkwartier
een agrarisch aspect hetgeen
mede brengt, dat er een vlotte
afzetmogelijkheid dient te zijn
voor de agrarische producten.
Dit bepaalt in hoge mate de wel
vaart van boer en tuinder. Al
leen voor Den Helder, waar de
Marine een speciale bedrijvig
heid heeft en Alkmaar, waar de
grote industrieën gevestigd zijn,
ligt de zaak anders.
Over de gehele linie bezien
stemmen de resultaten van het
verslagjaar tot tevredenheid. De
agrarische export steeg tot een
bedrag van rond 1600 millioen
gulden.
Dat vertegenwoordigt ruim
30 van de totale Nederlandse
export aan agrarische producten.
De uitvoer van grote tuinbouw
producten liep terug. De leven
dige export in het eerste deel van
het verslagjaar, met zeer goede
prijzen, maakte echter veel goed.
De gezamenlijke omzet aan de
veilingen was zelfs iets hoger
dan het vorig jaar en beliep de
som van ruim 44,5 millioen.
In de detailhandel was een
stijgende omzet te bespeuren; in
enkele branches, zoals de levens
middelen, was er een terugslag
merkbaar.
De werkloosheid nam iets toe,
vergeleken bij het vorig jaar.
Als voornaamste oorzaak werd de
grote terugkeer vanmilitairen
uit de Oost en de verminderde
werkgelegenheid in de landbouw,
ten gevolge van het slechte weer,
aangenomen. De wederopname
van gedemobiliseerden in het ar
beidsproces heeft overigens een
zeer vlot verloop gehad. In de
industrie te Velsen en in de
Zaanstreek werden vele werk
krachten te werk gesteld, terwijl
er ook verscheidene emigreerden.
De gemiddelde werkloosheid in
het district bedroeg 1,2 tegen
een landsgemiddelde van 1,5
De kaasmarkt
Dank zij subsidie van het B.Z.
(Het Bedrijfschap voor Zuivel)
kon de kaasmarkt ook dit jaar
voor Alkmaar behouden blijven,
hetgeen de Kamer van een groot
belang acht voor de reclame van
dit nationale product.
Waar het belang van deze
markt tot in de hoogste kringen
is doorgedrongen, mag verwacht
worden, dat ook in de komende
jaren deze markt zal gesteund
worden. De aanvoer op de markt
zelf bedroeg bijna 1,2 millioen
kg. en was iets hoger dan het
voorgaande jaar. In het begin
van het verslagjaar noodzaakten
de prijsdalingen de Regering
steunmaatregelen te nemen, ten
einde het prijspeil te kunnen
handhaven. Later in het seizoen
herstelde de markt zich, mede
de ruimere export. De afzet was
bevredigend. De totale export
bedroeg 69.866 ton met een waar
de van ruim f 162.5 millioen.
Meer melk
De verhoging van de melkpro
ductie heeft zich voortgezet met
7 a 8 De totale productie be
droeg 5723 millioen kg. Daar het
consumptie-melkverbruik vrijwel
stabiel bleef, leidde dit tot een
grotere boter- en kaasproductie.
De hoge wolprijzen zijn gunstig
geweest voor de schapenfokkers,
terwijl de handel in slachtvee, die
zich herstelde na de afschaffing
van de distributie, de aanvoer op
de Purmerender- en Alkmaarder
markt opvoerde. Vermelding ver
dient de stichting van een markt
voor t.b.c.-vrij vee te Hoorn.
De export van levend en ge
slacht vee werkte stimulerend op
de prijzen, terwijl de afzet van
fokvee, met name van stamboek
stieren de naam van het Holland
se vee een goede klank bezorgde
in het buitenland, vooral in Z.
Amerika.
Verschillende producten
De afzet van tuinbouw en
bloemzaden was niet onverdeeld
gunstig, wel was dat het geval
met de bloembollen. De export
was weer groter dan het vorig
jaar. Ook de handel in granen
was niet ongunstig. De kunst
mesthandel staat er niet ongun
stig voor. De export van de ca
cao- en chocolade-industrie gaat
ver die van voor de oorlog te
boven. De omzet in de levensmid
delenbranche ondervond geen al
te grote moeilijkheden.
De middenstandsbedrijven ga
ven een teruggang in de omzet
te zien in het begin van het jaar,
later herstelde dit zich, mede
n.a.v. de aankopen van het pu
bliek in verband met het Ko
reaanse conflict.
In_ de confectie-industrie wordt
het iets moeilijker. Hoewel er 'n
goede export was, was de import
vooral uit België, aanmerkelijk
groter. In de kerkorgel-industrie,
de borstelfabrieken en machine
fabrieken, was voldoende werk
gelegenheid. De wederopbouw
vond_ gestadig voortgang, vooral
ook in Den Helder en de kust
plaatsen.
Het autobusbedrijf, waar de
onkosten stijgen en het vervoer
terug loopt, was, evenals de bin
nenscheepvaart, die concurrentie
heeft van het vrachtautovervoer,
minder gunstig. De vooruitzichten
van de visserij zijn niet somber,
het bankbedrijf was niet onbe
vredigend en ook voor de verze
keringsbedrijven was 1950 een
gunstig jaar al was er een neiging
merkbaar tot premie-daling.
Het vreemdelingenverkeer was
ongunstiger dan het vorig jaar.
Het aantal dagtoeristen in het
ressort Alkmaar was beduidend
minder. Ook het bezoek aan de
Kaasmarkt was dalende. Uit dit
alles blijkt de verminderde koop
kracht van het publiek.
Financiering detailhandel
In Januari werd het Financie-
rings-instituut voor de Detail
handel te Alkmaar gesticht en
begon het zijn werkzaamheden.
Het bestuur bestond uit de heren
C. Coerts en J. F: H. Plas na
mens de gemeente Alkmaar, Mr.
C. P. Eecen namens de Kamer
en de heren C. W. Keijsper, G.
W. Goes, J. H. Nijhuis en A.
Verveld namens de Alkmaarse
middenstand. Het aantal deelne
mers was aan het eind van het
verslagjaar 59, waarvan drie te
Heiloo. Deze namen voor f 6525
in het kapitaal deel. In totaal
werden 630 credieten tot een be
drag van f 144.026. 85 verstrekt.
Daarvan in Alkmaar f 104.363.33.
Het instituut behoefde niet voor
borgstelling te worden aangespro
ken. De kosten bleven beneden
de bijdrage der deelnemers. Het
overschot van f 1.637.85 werd
voor reservering bestemd. Zo ook
de risico-premie van f 1.581.05,
in totaal van de deelnemers ge
heven.
Edam-Volendam
12.000 inwoners
In de gemeente EdamVolen-
dam is de 12.000ste inwoner ge
boekt
lein. Of hij dan maar even tien
duizend gulden wilde betalen. De
man deed het. Hij zag er geen
kwaad in, want de heer die met
hem kwam onderhandelen luister
de naar de naam Marlin en wekte
de indruk, de Belgische leveran
cier van het porcelein te zijn.
Maar Marlin was J. B. en het
porcelein moet nóg worden afge
leverd.
Intussen had de politie huis
zoeking verricht bij R., de man
die er zes voornamen op na hield.
Daar werden papieren gevonden
met een keurig Frans briefhoofd.
R. had deze papieren in samen
werking met zekere W. J. H., 32
jaar en Hagenaar, bij een Haagse
firma laten drukken.
R. deed nog meer. Hij schreef
op dit keurig Frans-uitziende
briefpapier een even keurige
Franse brief aan zichzelf en aan
zijn „collega's". H. ging met de
brief naar Rotterdam en wist er
een zakenman uit de Maasstad
voor vijf ton mee op te lichten.
Maar er was al weer een nieuw
slachtoffer gevonden, een oudere
Haagse dame, die er warm bij zat.
In no time was zij voor twee a
drie ton de dupe. Ook deze dame
dacht veel te verdienen door veel
geld te lenen of althans door met
haar geld te laten handelen. Toen
de recherche bij haar thuis kwam
om poolshoogte te nemen, lagen
net vijfduizend gulden klaar, die
H. zou komen halen. De dame
wist echter niet beter of H. heette
Derksen van Waayen, wat beter
paste in het milieu van de dame.
Terwijl de politie zat te wach
ten op de komst van de heer
Derksen van Waayen, alias H.,
belde deze op, dat hij 's middags
pas zou komen. Goéd, dacht de
politie, dan wachten we wel, en
H. verscheen. De recherche luis
terde het gesprek achter de gor
dijnen af en H. werd in zijn kraag
gevat. Edoch, H. sprak zó lief en
zo rap, zo geloofwaardig dat de
politiemannen er bijna toe geko
men zouden zijn om hem enige
tientjes toe te stoppen om toch
vooral ook te kunnen profiteren
van het ongelofelijke zakentalent
van deze heer. Dit alleen om te
illustreren hoe deze oplichters
met hun manieren een alleszins
betrouwbare indruk wisten te
geven.
H. was niet te voet of per fiets
naar de Haagse dame gekomen.
Buiten stond een auto, een chi
que auto, met de 32-jarige H. M.
achter het stuur. Maar hij had
lont geroken en was verdwenen
toen de politie buiten kwam,
Eerst was M. nog even naar een
dure zaak in de Houtstraat ge
gaan en toen rap naar Parijs uit
geweken. Zijn geld raakte echter
op en toen hij weer in den Haag
kwam om zijn financiën in orde
te brengen, werd ook hij gegre
pen.
M. werkte echter ook zelfstan
dig en hij had van de Haagse
dame geld weten los te krijgen
met de mededeling, dat hij een
pracht van een schenkkurk had
ontworpen hij liet het ding
zelfs zien en als hij nu wat
geld had om er voldoende te laten
makenEnfin, de dame be
taalde weer, want het was een
voordelig zaakje. M. hield voor
deze zaak een bedrijfsleider, de
46-jarige Hagenaar M. de V., die
in feite de schenkkurkenkoning
moest voorstellen.
De dame bleek een voordelig
object en daarom werd ook de
38-jarige R. G. met haar in con
tact gebracht. Hij had een bijzon
der soort projectie-apparaat waar
op octrooi was aangevraagd. Als
hij nu geld kreegEn de dame
fourneerde 175.000 gulden.
G. vertrok met het geld naar
Spanje, waar hij nu goede sier
maakt. Zijn uitlevering is ver
zocht. Een nieuwe figuur kwam
op de proppen, A. B., Hagenaar en
31 jaar. Hij deed in Belgische
tapijten om de zaken niet al te
eenzijdig te houden. Hij liep rond
in het uniform van eerste luite
nant, maar was in feite een ge
degradeerde dienstplichtig ser
geant. Hij trok maar weer eens
naar de Rotterdamse zakenman,
sprak even fluwelig als de rest,
reed in zijn auto, bracht „echte"
stukken ter overtuiging mee en
streek drieduizend gulden op.
Zo maakten de oplichters tien
tallen slachtoffers. Notarissen,
geestelijken, bekende bankiers en
zakenlieden in alle delen van het
land werden door deze lieden op
gelicht. G. S., dertig jaar en uit
den Haag, sloot zich ook aan en
lichtte een zakenvrouw in Har
derwijk voor tienduizend gulden
op. Minder deed hij het niet.
A- V- ??-> 36 jaar en uit den Haag,
viel bij deze practijken van zich
keurig voordoende heren geheel
uit de toon. Hij deed zich voor als
oorlogsslachtoffer en om alles
echt te doen lijken, bewoog hij
zich voort op krukken. Van een
bankier wist hij tienduizend gul
den los te krijgen om zich in
Duitsland te laten behandelen.
Van 'n ander kreeg hij 'n nieuwe
fiets. Dan zou hij een kranten
wijk kunnen krijgen. Enfin, in
totaal streek de schurk een ton
°Pm
Trouwens alle boeven deden
zich voor als „illegale" werkers.
Doch hun illegale werk was
alleen in dossiers van de P.R.A.
te vinden.
De telefoon was een prachtig
hulpmiddel voor hen. Er is een
zakenman, die nu nog gelooftdat
hij met generaal Kruis heeft ge
sproken, die de zakenlui warm
aanbeval. Voor alles gaven de op
lichters zich uit: arts, notaris,
ambtenaar van sociale z aken,
kortom niets was ben te dol. In
totaal zijn reeds negentien perso
nen gearresteerd en veertien be
vinden zich in voorlopige hech
tenis.
Het onderzoek is nog in volle
gang. Er is geen sprake van een
Ijende. Er was geen leider. Ieder
werkte voor zich maar hield de
anderen nauwkeurig op de hoogte
van zijn oplichterijen, zodat het
niet kon voorkomen, dat een
slachtoffer te snel achter elkaar
door twee man werd bezocht, wat
argwaan zou kunnen wekken.
Het was dus meer een coöpera
tieve samenwerkingHoeveel
arrestaties nog zullen volgen, is
niet te zeggen, doch er staat wel
vast, dat de heren in totaal voor
veel meer dan een millioen gul
den hebben losgekregen van
mensen uit het gehele land.
6e ZONDAG
NA PINKSTEREN
Wat het meest opvalt, hoeft
niet altijd het belangrijkste te
zijn. Een bericht in de krant van
twee regels kan van meer gewicht
blijken dan het hoofdartikel of
een mededeling van drie kolom
men. Zo (misschien) het evan
gelie van Zondag. Als we even
stilstaan bij die wonderbare
broodvermenigvuldiging, raken
we onder de indruk van de ont
zaglijke macht van Christus.
Het brood groeit door Zijn zege
ning. De zeven broodjes en paar
visjes sterken, ja verzadigen een
menigte van minstens vierduizend
mensen. Was het een groep van
honderd geweest, we zouden ver
steld gestaan hebben. Hoe moeten
de apostelen zich gevoeld hebben
toen zij de stukken brood van de
Meester ontvingen met de op
dracht die aan de menigte uit te
reiken? Zo zuinig mogelijk gaven
ze aan een forse man een klein
stukje, aan een zwakkere een
groter, aan een vrouw het laatste,
om te ontdekken dat ze nog even
veel om uit te delen bezaten als
toen ze begonnen. Met welk een
ontroering keken ze neer op de
uitgestrekte handen en naar het
brood dat zij door Zijn macht
konden blijven uitdelen- Van de
zeven broodjes haalden ze zeven
manden korsten op. Zonder over
drijving: een geweldig wonder
Dit is het verhaal dat onze
Moeder de H. Kerk ons voorhoudt.
Maar vestig uw aandacht ook op
de vierduizend mensen (waarbij
Sint Matteus aantekent dat vrou
wen en kinderen niet meegere
kend zijn). Drie dagen trokken ze
achter Jezus aan. 't Zijn de twee
regels die in het niet verzinken
bij het grote wonder, en toch zijn
ze heel belangrijk bij het vormen
van ons beeld van Jezus. Volgt
immers uit deze paar woorden
niet dat de Meester een mens
was, die deze duizenden zo boeide
dat zij hun gewone bezigheden
verlieten, hun drang naar geld
verdienen vergaten, niet dachten
aan honger en dorst? Ook zij
verlieten tijdelijk alles om
in Zijn nabijheid te zijn, om te
luisteren naar Zijn woorden, toe
te zien naar wat Hij deed.
Nu zou iemand kunnen ver
wijzen naar Mt. 15, 29-39 waar
dezelfde gebeurtenis vermeld
wordt. Daar echter wordt dit
wonder ingeleid met een reeks
laten we zeggen kleine
wondertjes: „men legt aan Jezus'
voeten kreupelen, lammen, blin
den, stommen en yeel anderen
en Hij geneest ze allen", 't Is
niet de persoonlijkheid van de
Meester, die de menigte aantrekt,
maar Zijn wondermacht, geen be
langstelling in de Meester, maar
een zekere zucht naar sensatie.
Dit is een wijze opmerking.
Maar is het niet duidelijk dat
Jezus in deze volksmassa zo iets
niet afkeurt. Zijn woorden klin
ken vol medelijden. Was die sen-
satielust in de menigte zo sterk,
danzouJezus.de grote paedagoog,
daarvan toch geen genezing be
tracht hebben door zulk een op
schudding-wekkend mirakel.
Neen, de Meester zag in die
mensen werkelijke belangstel
ling, echt vertrouwen in Hem.
Uitzonderingen daargelaten, wa
ren zij gegrepen door de aantrek
kingskracht van Jezus' persoon.
Zij ontwaarden iets van de
kracht die van Hem uitging, en
welke de Twaalf bijna ten volle
ervoeren. Die Apostelen! 't Wa
ren rauwe, natuurlijke mannen,
gehard in storm en wind, uit op
geld verdienen, nuchtere, zake
lijke lieden, die hun verlangen
lieten uitgaan naar een eigen
boot, een huis voor vrouw en
kinderen; practische mannen die
goed wilden zijn in een gewoon,
normaal leven en zij hechten
zich vast aan Jezus, zij trekken
mee, zij laten zich leiden naar
eenzame plekken .zij laten zich
uitsturen zonder geld, zonder tas,
zonder sandalen.
Hoe kon dat? Moet het ant
woord niet zijn: omdat Jezus ook
als mens en dit is werkelijk
belangrijk! alle eigenschappen
bezat (en voor ons bezit) waar
door flinke .normale, goedwillen
de practische mannen en vrou
wen in Hem vielen. We sluiten
de genade zeker niet uit, maar is
het niet treffend dat die schijn
heilige farizeeërs, de wetgeleer
den met hun drogredenen, de
kliek die intrigeert en politiek
bedrijft Jezus niet konden uit
staan en Jezus hen niet?
Mochten we eens tot het in
zicht komen dat wanneer wii de
Meester niet kunnen waarderen,
dit ligt aan het feit dat wii onze
Heer niet kennen of niet horen
tot de normale, flinke, goedwil
lende mensen. Beide mankemen
ten moeten we met Gods hulp
uit de weg ruimen.
P. C. de Haas
Feestdagen in de komende week:
Zondag 24 Juni H. Johannes de
Doper.
Vrijdag 29 Juni H.H. Apostelen
Petrus en Paulus.