Sfeer van knoeierijen, achterklap en achterdocht in Bandoeng Twee lichtbruine ogen zetten de politie op fantastisch spoor Economische toestand in Noordholland baart geen grote zorgen Westerling kreeg de opdracht rgang" uit elkaar te slaan „Men-doet-maar" - figuren „Zaken" in porceleinf textiel, schenkkurken en tapijten Tiental ten gedupeerden in heel het land Een telefoontje van generaal Kruis Optimistisch jaarverslag der Kamer van Koophandel Zondagsevangelie ZATERDAG 23 JUNI 1951 PAGINA 5 Tengevolge van he vige regenval raak ten enige rotsblok ken op een berghel ling bij Chur los en vielen naar beneden o.m. op een vracht wagen en enige huizen. De chauf feur en een in woonster werden gewond. Een ander brok, met een ge wicht van vijf ton kwam in een slaap kamer terecht en verwondde een jon geman zo ernstig, dat deze in het zie kenhuis overleed. Links een van de zwaar beschadigde huizen. Rechts het zware rotsblok, dat de slaapkamer binnendrong. 's-GRAVENHACE. De beschuldigingen, die tegen het leger in Indonesië zijn uitgebracht, waren voornamelijk gebaseerd op drie bepaalde zaken: 1. Onzuivere toestanden te Bandoeng met de res. kapitein ir. L. R. als middelpunt. 2. De moord op de vaandrig Aernout. 3. Moeilijkheden op de Centrale Werk plaats te Bandoeng. kapitein ir. L. R. (thans in Indo nesische dienst. Een der getuigen verklaarde: „Indien je aan L. R. zei: ik moet morgen honderd auto's hebben, dan stonden er de volgende dag honderd auto's. Maar je moest niet vragen hoe hij er aan kwam Op de Japanse capitulatie is in Indonesië aanvankelijk een chao tische periode gevolgd, zo merkt de Commissie van Drie t.a.v. de beschuldigingen op. In die tijd is er veel ongerechtigs gebeurd. Chaos en goederenschaarste brach ten mede, dat er op veel groter schaal gestolen en geknoeid werd dan bij normale omstandigheden het geval zou zijn geweest. De kans was bijzonder groot dat overheidsdienaren van hun posi tie misbruik zouden maken om voor zich zelf bijzondere voor delen te behalen. De oud-procureur-generaal, mr. Felderhof, zei in dit verband: „De Inspecteurs van Politie hebben weinig tractement. Als een sur veillerend politieman langs kwam, terwijl Chinezen bezig waren een goedang met textiel leeg te stelen, behoefde hij zich alleen maar om te draaien om 10.000 gulden in handen gestopt te krijgen. Men moet zich verwonderen, dat er niet veel meer corruptie was". Ook in het leger werkte het algemene beeld van chaos en goe deren-schaarste misstanden in de hand. Zij waren vooral te ver wachten bij diensten, die goede ren onder zich hadden. Verschillende getuigen hebben echter opgemerkt, dat het leger in verhouding tot andere over heidsdiensten zeker geen slecht figuur heeft gemaakt. Generaal Spoor was bijzonder fel gekant tegen alles wat naar corruptie zweemde. Onder deze omstandig heden konden er geen complotten bestaan van corrupte hoofdoffi cieren. De criminaliteit beperkte zich gelijk overal tot individuele gevallen. Daartegen is naar beho ren opgetreden, zowel door de militaire politie als langs de weg van het administratieve onder zoek. Als voorbeeld diene de arrestatie van de directeur van de Legeraanschaffingsdienst we gens knoeierijen, die waarschijn lijk geruimen tijd hadden ge duurd. Te Bandoeng. Bij de beoordeling van hetgeen in Bandoeng is voorgevallen, mag niet uit het oog worden verloren, dat Bandoeng tot de eerste poli tionele actie (zomer 1947) geïso leerd heeft gelegen waardoor on regelmatigheden daar veel langer hebben doorgewerkt en ook ho gere regionen hebben aangetast dan elders. Er was een algemene sfeer van knoeierijen, achterklap en achterdocht. Bandoeng beschikte over een eerste-rangs-M.D.M.- figuur (Men-doet-maar). De res. 23 JUNI: Vigiliedag van Johannes de Doper Vandaag bereiden wij ons voor op de viering van de feestdag van Johannes de Doper, een man, die zonder aanziens des persoons een pad effende voor de Chris tus. Door zijn moed tegen over de laaghartige koning Herodes heeft hij een bijzon dere bekoring uitgeoefend op ons volk, dat in verschil lende perioden grote offers heeft moeten brengen voor de handhaving van het ge loof. Het is dan ook om deze reden, dat hij in verschillen de plaatsen tot kerkpatroon werd gekozen en na de her vorming is hij dat gebleven in Schoorl, Grootebroek, Beemster, Den Burg (Texel) Hoogwoud, Huizum (Fr.) en pas hebben de gelovigen in Kraggenburg in de N.O.-Pol- der, waar het pad voor Chris tus moet worden geëffend, zich onder zijn bescherming gesteld. Maar niet alleen op deze plaatsen moet zijn le ven tot de mensen spreken, ook voor ons allen die niet onder zijn bijzondere be scherming staan is hij een machtig voorbeeld en vol eer bied bereiden we ons van daag voor om morgen met meer dan gewone luister zijn feest te vieren. In deserto Deze man, de centrale en on misbare figuur voor de materiaal voorziening van het leger, werd ten hoogste gewaardeerd door zijn superieuren. Maar naarmate de omstandigheden geregelder werden, werden de bij zulk een persoonlijkheid te verwachten gebreken opvallender. Het is te kenend voor de houding van het militaire apparaat tegenover cor- cuptie, dat L. R. telkens voorwerp is geweest van onderzoek, hetzij administratief, hetzij politieel, hetzij justitieel. L. R. trok bij de eerste politiële actie naar Semarang. Als beheer der van de grote legerwerkplaats L.T.D. 81 werd hij opgevolgd door P. Deze wordt enerzijds gun stig beoordeeld, maar anderzijds steeds vermeld als een hoofdper soon in wat men de „gang" van L. R. pleegt te noemen. In deze omgeving werd op 9 Fe bruari 1948 de Bond van Burger Personeel in Militaire Inrichtin gen (B.B.M.) opgericht, die een specifiek Bandoengse bron van agitatie en onrust is geweest. Deze bond trok dadelijk te velde tegen de leiding van L.T.D. 81. De moord op vaandrig Aernout. Bandoeng was het ideale jacht terrein voor dilettanten, weer- hoofden en knoeiers op het gebied van veiligheidsdiensten. Vaandrig Aernout was geen veiligheids- officier, zoals wel beweerd is, hij trad uit persoonlijke liefhebberij op als informant. Toen bekend werd, dat hij in de nacht van 28 op 29 Februari 1948 nabij het huisje van een kennis, de eerste luitenant M. von C., was ver moord, doken er te Bandoeng da delijk geruchten op, die de „gang" van L. R. en M. von C. als schul digen aanwezen. De uitlating van vaandrig Aernout dat hij op het punt stond grote knoeierijen te ontdekken droeg naast de kwade naam van de „gang" daartoe bij. De moord gaf de stoot tot een zuiveringsactie die aanvankelijk met meer voortvarendheid dan beleid is uitgevoerd. Kapitein Westerling, commandant van het Corps Speciale Troepen, dat bij Bandoeng was gelegerd, toog na overleg met generaal-majoor Eng- les naar de legercommandant om verslag uit te brengen over het geen te Bandoeng gaande was. Westerling ontving daarop van generaal Spoor een opdracht, om trent de preciese inhoud waarvan enige twijfel blijft bestaan, doch die er in de practijk toe leidde, dat Westerling onder supervisie van generaal-majoor Engles „de „gang" uit elkaar ging slaan". ijskast van L. R., het mikpunt van achterdocht en praatjes wa ren geworden. De zaak-Aernout is voor de souvereiniteitsoverdracht onopge helderd gebleven. Aanvankelijk waren daarin enkele bezwarende aanwijzingen tegen M. von C. maar het samenvallend rapport van de auditeur-militair van 1 September 1949 concludeert, dat er voorshands geen enkele ge gronde reden is om M. von C, langer verdacht te houden. (Het dossier werd met alle andere dos siers van het parket bij de sou vereiniteitsoverdracht vernietigd). De commissie acht de theorie als zou vaandrig Aernout zijn ver moord omdat hij corruptie op het spoor was, alleen aannemelijk, in dien een moord met het daaraan verbonden risico een redelijk groot belang had. Het zou dus om een belangrijke corruptie moeten gaan, en Aernout zou als een be langrijke bedreiging beschouwd moeten zijn. Dit punt is uitvoerig onderzocht. Gebleken is, dat vaandrig Aernout, voorzover hij met onderzoeken bezig geweest mocht zijn, onbelangrijke zaken onder handen heeft gehad. Op grond van haar inlichtingen omtrent de persoon van vaandrig Aernout acht de commissie het uitgesloten, dat hij als een be langrijke bedreiging had be schouwd kunnen worden. Zij acht het daarom onaannemelijk, dat hij wegens het door hem gedaan corruptie-onderzoek vermoord zou zijn. Het rapport houdt zich verder uitvoerig bezig met de moeilijk heden op de Centrale werkplaats van de L.T.D. te Bandoeng waar de heer v. d. P. werkzaam was en de agitatie van de B.B.M. her haaldelijk aanleiding gaf tot wrij ving. De overplaatsing van de heer v. d. P. die door de comman danten van de C.W. herhaaldelijk werd beproefd, stuitte af op de legercommandant die geen moei lijkheden met de B.B.M. wenste. Na de dood van generaal Spoor kwam de overplaatsing toch tot stand. De heer v. d. P. zag hierin een rancune-maatregel en een aanleiding tot de eerder genoem de lastercampagne. Het oordeel van de commissie hierover heb ben wij reeds op pagina 1 ver meld. De commissie vraagt zich zelfs af of de heer v. d. P. niet voor ontslag wegens wangedrag in aanmerking komt, al dan niet na een strafvervolging. Mr. T. Brouwer algemeen secretaris N.K.B.T.B. DEN HAAG (KNP) Het Hoofdbestuur van de Nederland se Kath. Boeren- en Tuinders- bond heeft mr. T. Brouwer uit Huissen benoemd tot algemeen secretaris. Hij is de opvolger van dr. ir. Roborg, die binnenkort naar Nieuw-Zeeland emigreert. (Vervolg van pagina 1) v. N. wist de zaak bij de Amsterdamse zakenvrouw goed voor te dragen en had bovendien een secretaresse, de 29-jarige F. M. T., die steeds maar Duits sprak en zo de indruk welde, dat de zaak met de verkoop aan Duitsland in orde was. Waar het pre cies om ging, wist de secretaresse wel niet, maar geld vergoedde alles. De recherche ging eens met de lichtvaardige jurist praten, die zich liet ontvallen dat zijn clienten ook nog andere handel tjes hadden. Hij had trouwens zelf enige duizenden gegeven om een partij ongeregistreerde effecten te laten kopen, die in een café in Roosendaal zouden worden verhandeld. Een zakenvriend van de jurist „zag er ook wel wat in" en gaf tienduizend gulden, die hij had geleend van een andere vriend. Beiden vertrouwden het zaakje volkomen. Want zij hadden toch zeker zélf in het Roosendaalse café een gesprek gehad met de effectenverkoper, die lichtbruine ogen had? Dat was het enige wat zij wisten van de man, die geen naam genoemd had. Maar die lichtbruine ogen.... De recherche had een spoor en zocht verder. Als nummer vier werd J. G„ een veertigjarige Ha genaar gepolst. Dat bleek de man te zijn, die de textiel had ver kocht, maar niet aan Duitsland doch aan enige Haagse firma's. G. zei in de veronderstelling te zijn, dat het een reële handel was. Maar terwijl hij dat allemaal zat te vertellen, knipperde hij steeds met zijn ogen. Lichtbruine ogen.. en G. was de bewuste man uit Roosendaal. Er werd ach en wee geroepen. Niemand van het vier tal had de zaak willen oplichten en zij waren zelfs bereid om als nog de effecten te leveren, als de politie de kans gaf. Dat deed de politie wijselijk niet en hield de heren vast. Maar het viertal was veelzijdig. Niet alleen textiel en effecten lagen op hun terrein. Een zakenman in Leidschendam werd een voordelig zaakje voorgespiegeld in porce- Westerling, zo zegt het rapport, staat bekend als een volkomen betrouwbaar en doortastend man, doch hij miste alle geschiktheid tot het instellen van een opspo ringsonderzoek. Hij werkte klaar blijkelijk met de vooropgezette overtuiging, dat de geruchten over de „gang" en de moord op Aer nout juist waren. Hoewel het onderzoek in Mei in normaler banen kwam doordat de justitie werd ingeschakeld, mag zijn in vloed met name worden gezien in de tijdelijke arrestatie o.a. van M. von C., L. R. en P. De knoeie rijen bleken op de keper be schouwd van weinig betekenis en het in Augustus 1948 door het parket van de legercommandant uitgebrachte eindrapport beval iiucvv dan ook slechts administratieve district maatregelen aan. -- De legercommandant gelastte de overplaatsing van P. en L. R. Zijn standpunt blijkt verder uit zijn opmerking, dat „onthullingen in elk geval moesten worden ver meden, omdat daardoor feiten aan het licht zouden komen, die de naam van enkele hoge func tionarissen in het leger geen goed zouden doen en daardoor de repu tatie van het leger in het alge meen ook zouden aantasten". De commissie neemt op grond van getuigenverklaringen aan, dat hiermede werd gedoeld op enkele personen, die door het in bruik leen ontvangen, een auto of een ALKMAAR. De Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Noordholland, kantoor Alkmaar, deed dezer dagen een uitvoerig jaarverslag over 1950 het licht zien. Daarin wordt allereerst een woord van herdenking gewijd aan drie leden die, sinds de reorgani satie in 1922, lid van de Kamer waren, t.w. de heren Joh. Banning te Edam, M. A. Kotster te Den Helder en J. Valkering Tz. te Limmen, die in het verslagjaar aan de Kamer ontvielen. Wat de algemene werkzaam heden betreft, er werden in to taal rond 4300 inschrijvingen in het Handelsregister verricht, door de Kamer en het Handelsregister werden voorts 13.732 inlichtingen verstrekt. Reorganisatie, Het verslag vermeldt, naast een overzicht van de verrichte werk zaamheden i.v.m. de uitvoering van de Vestigingswet Kleinbedrijf en de Wet op de Uitverkopen, de reorganisatie van de Kamer iri Kamers van Koophandel en Fa brieken voor Hollands Noorder kwartier en voor West-Friesland, met zetels te Alkmaar en Hoorn, De Kamer bracht verder o.a. aan de gemeente Alkmaar advies uit over een in te stellen auto markt, werkte mede aan de pro paganda voor het a contant kopen door het publiek, verleende be middeling bij de voorbereiding van een bedrijfs-enquête door de gemeente Alkmaar gehouden en adviseerde zowel in Alkmaar als in andere gemeenten de gemeen tebesturen in zaken, Handel en Industrie betreffende. Verkeer. De Kamer adviseerde de N.S tot verbetering van trein-mate- rieel op de lijn Den Helder Alkmaar, bracht bij de Rijksver keersinspectie wensen naar voren betreffende dienstregelingen en autobusverbindingen, terwijl ook het tunnelvraagstuk te Velzen doorlopend de aandacht van de Kamer heeft gehad. Met de Naco werd contact op genomen over de halteplaatsen der bussen in de stad en het ver beteren van het eindpunt der lij nen te Amsterdam-Noord. De economische toestand Hoewel de industrie in het in opkomst is heeft Noordhollands Noorderkwartier een agrarisch aspect hetgeen mede brengt, dat er een vlotte afzetmogelijkheid dient te zijn voor de agrarische producten. Dit bepaalt in hoge mate de wel vaart van boer en tuinder. Al leen voor Den Helder, waar de Marine een speciale bedrijvig heid heeft en Alkmaar, waar de grote industrieën gevestigd zijn, ligt de zaak anders. Over de gehele linie bezien stemmen de resultaten van het verslagjaar tot tevredenheid. De agrarische export steeg tot een bedrag van rond 1600 millioen gulden. Dat vertegenwoordigt ruim 30 van de totale Nederlandse export aan agrarische producten. De uitvoer van grote tuinbouw producten liep terug. De leven dige export in het eerste deel van het verslagjaar, met zeer goede prijzen, maakte echter veel goed. De gezamenlijke omzet aan de veilingen was zelfs iets hoger dan het vorig jaar en beliep de som van ruim 44,5 millioen. In de detailhandel was een stijgende omzet te bespeuren; in enkele branches, zoals de levens middelen, was er een terugslag merkbaar. De werkloosheid nam iets toe, vergeleken bij het vorig jaar. Als voornaamste oorzaak werd de grote terugkeer vanmilitairen uit de Oost en de verminderde werkgelegenheid in de landbouw, ten gevolge van het slechte weer, aangenomen. De wederopname van gedemobiliseerden in het ar beidsproces heeft overigens een zeer vlot verloop gehad. In de industrie te Velsen en in de Zaanstreek werden vele werk krachten te werk gesteld, terwijl er ook verscheidene emigreerden. De gemiddelde werkloosheid in het district bedroeg 1,2 tegen een landsgemiddelde van 1,5 De kaasmarkt Dank zij subsidie van het B.Z. (Het Bedrijfschap voor Zuivel) kon de kaasmarkt ook dit jaar voor Alkmaar behouden blijven, hetgeen de Kamer van een groot belang acht voor de reclame van dit nationale product. Waar het belang van deze markt tot in de hoogste kringen is doorgedrongen, mag verwacht worden, dat ook in de komende jaren deze markt zal gesteund worden. De aanvoer op de markt zelf bedroeg bijna 1,2 millioen kg. en was iets hoger dan het voorgaande jaar. In het begin van het verslagjaar noodzaakten de prijsdalingen de Regering steunmaatregelen te nemen, ten einde het prijspeil te kunnen handhaven. Later in het seizoen herstelde de markt zich, mede de ruimere export. De afzet was bevredigend. De totale export bedroeg 69.866 ton met een waar de van ruim f 162.5 millioen. Meer melk De verhoging van de melkpro ductie heeft zich voortgezet met 7 a 8 De totale productie be droeg 5723 millioen kg. Daar het consumptie-melkverbruik vrijwel stabiel bleef, leidde dit tot een grotere boter- en kaasproductie. De hoge wolprijzen zijn gunstig geweest voor de schapenfokkers, terwijl de handel in slachtvee, die zich herstelde na de afschaffing van de distributie, de aanvoer op de Purmerender- en Alkmaarder markt opvoerde. Vermelding ver dient de stichting van een markt voor t.b.c.-vrij vee te Hoorn. De export van levend en ge slacht vee werkte stimulerend op de prijzen, terwijl de afzet van fokvee, met name van stamboek stieren de naam van het Holland se vee een goede klank bezorgde in het buitenland, vooral in Z. Amerika. Verschillende producten De afzet van tuinbouw en bloemzaden was niet onverdeeld gunstig, wel was dat het geval met de bloembollen. De export was weer groter dan het vorig jaar. Ook de handel in granen was niet ongunstig. De kunst mesthandel staat er niet ongun stig voor. De export van de ca cao- en chocolade-industrie gaat ver die van voor de oorlog te boven. De omzet in de levensmid delenbranche ondervond geen al te grote moeilijkheden. De middenstandsbedrijven ga ven een teruggang in de omzet te zien in het begin van het jaar, later herstelde dit zich, mede n.a.v. de aankopen van het pu bliek in verband met het Ko reaanse conflict. In_ de confectie-industrie wordt het iets moeilijker. Hoewel er 'n goede export was, was de import vooral uit België, aanmerkelijk groter. In de kerkorgel-industrie, de borstelfabrieken en machine fabrieken, was voldoende werk gelegenheid. De wederopbouw vond_ gestadig voortgang, vooral ook in Den Helder en de kust plaatsen. Het autobusbedrijf, waar de onkosten stijgen en het vervoer terug loopt, was, evenals de bin nenscheepvaart, die concurrentie heeft van het vrachtautovervoer, minder gunstig. De vooruitzichten van de visserij zijn niet somber, het bankbedrijf was niet onbe vredigend en ook voor de verze keringsbedrijven was 1950 een gunstig jaar al was er een neiging merkbaar tot premie-daling. Het vreemdelingenverkeer was ongunstiger dan het vorig jaar. Het aantal dagtoeristen in het ressort Alkmaar was beduidend minder. Ook het bezoek aan de Kaasmarkt was dalende. Uit dit alles blijkt de verminderde koop kracht van het publiek. Financiering detailhandel In Januari werd het Financie- rings-instituut voor de Detail handel te Alkmaar gesticht en begon het zijn werkzaamheden. Het bestuur bestond uit de heren C. Coerts en J. F: H. Plas na mens de gemeente Alkmaar, Mr. C. P. Eecen namens de Kamer en de heren C. W. Keijsper, G. W. Goes, J. H. Nijhuis en A. Verveld namens de Alkmaarse middenstand. Het aantal deelne mers was aan het eind van het verslagjaar 59, waarvan drie te Heiloo. Deze namen voor f 6525 in het kapitaal deel. In totaal werden 630 credieten tot een be drag van f 144.026. 85 verstrekt. Daarvan in Alkmaar f 104.363.33. Het instituut behoefde niet voor borgstelling te worden aangespro ken. De kosten bleven beneden de bijdrage der deelnemers. Het overschot van f 1.637.85 werd voor reservering bestemd. Zo ook de risico-premie van f 1.581.05, in totaal van de deelnemers ge heven. Edam-Volendam 12.000 inwoners In de gemeente EdamVolen- dam is de 12.000ste inwoner ge boekt lein. Of hij dan maar even tien duizend gulden wilde betalen. De man deed het. Hij zag er geen kwaad in, want de heer die met hem kwam onderhandelen luister de naar de naam Marlin en wekte de indruk, de Belgische leveran cier van het porcelein te zijn. Maar Marlin was J. B. en het porcelein moet nóg worden afge leverd. Intussen had de politie huis zoeking verricht bij R., de man die er zes voornamen op na hield. Daar werden papieren gevonden met een keurig Frans briefhoofd. R. had deze papieren in samen werking met zekere W. J. H., 32 jaar en Hagenaar, bij een Haagse firma laten drukken. R. deed nog meer. Hij schreef op dit keurig Frans-uitziende briefpapier een even keurige Franse brief aan zichzelf en aan zijn „collega's". H. ging met de brief naar Rotterdam en wist er een zakenman uit de Maasstad voor vijf ton mee op te lichten. Maar er was al weer een nieuw slachtoffer gevonden, een oudere Haagse dame, die er warm bij zat. In no time was zij voor twee a drie ton de dupe. Ook deze dame dacht veel te verdienen door veel geld te lenen of althans door met haar geld te laten handelen. Toen de recherche bij haar thuis kwam om poolshoogte te nemen, lagen net vijfduizend gulden klaar, die H. zou komen halen. De dame wist echter niet beter of H. heette Derksen van Waayen, wat beter paste in het milieu van de dame. Terwijl de politie zat te wach ten op de komst van de heer Derksen van Waayen, alias H., belde deze op, dat hij 's middags pas zou komen. Goéd, dacht de politie, dan wachten we wel, en H. verscheen. De recherche luis terde het gesprek achter de gor dijnen af en H. werd in zijn kraag gevat. Edoch, H. sprak zó lief en zo rap, zo geloofwaardig dat de politiemannen er bijna toe geko men zouden zijn om hem enige tientjes toe te stoppen om toch vooral ook te kunnen profiteren van het ongelofelijke zakentalent van deze heer. Dit alleen om te illustreren hoe deze oplichters met hun manieren een alleszins betrouwbare indruk wisten te geven. H. was niet te voet of per fiets naar de Haagse dame gekomen. Buiten stond een auto, een chi que auto, met de 32-jarige H. M. achter het stuur. Maar hij had lont geroken en was verdwenen toen de politie buiten kwam, Eerst was M. nog even naar een dure zaak in de Houtstraat ge gaan en toen rap naar Parijs uit geweken. Zijn geld raakte echter op en toen hij weer in den Haag kwam om zijn financiën in orde te brengen, werd ook hij gegre pen. M. werkte echter ook zelfstan dig en hij had van de Haagse dame geld weten los te krijgen met de mededeling, dat hij een pracht van een schenkkurk had ontworpen hij liet het ding zelfs zien en als hij nu wat geld had om er voldoende te laten makenEnfin, de dame be taalde weer, want het was een voordelig zaakje. M. hield voor deze zaak een bedrijfsleider, de 46-jarige Hagenaar M. de V., die in feite de schenkkurkenkoning moest voorstellen. De dame bleek een voordelig object en daarom werd ook de 38-jarige R. G. met haar in con tact gebracht. Hij had een bijzon der soort projectie-apparaat waar op octrooi was aangevraagd. Als hij nu geld kreegEn de dame fourneerde 175.000 gulden. G. vertrok met het geld naar Spanje, waar hij nu goede sier maakt. Zijn uitlevering is ver zocht. Een nieuwe figuur kwam op de proppen, A. B., Hagenaar en 31 jaar. Hij deed in Belgische tapijten om de zaken niet al te eenzijdig te houden. Hij liep rond in het uniform van eerste luite nant, maar was in feite een ge degradeerde dienstplichtig ser geant. Hij trok maar weer eens naar de Rotterdamse zakenman, sprak even fluwelig als de rest, reed in zijn auto, bracht „echte" stukken ter overtuiging mee en streek drieduizend gulden op. Zo maakten de oplichters tien tallen slachtoffers. Notarissen, geestelijken, bekende bankiers en zakenlieden in alle delen van het land werden door deze lieden op gelicht. G. S., dertig jaar en uit den Haag, sloot zich ook aan en lichtte een zakenvrouw in Har derwijk voor tienduizend gulden op. Minder deed hij het niet. A- V- ??-> 36 jaar en uit den Haag, viel bij deze practijken van zich keurig voordoende heren geheel uit de toon. Hij deed zich voor als oorlogsslachtoffer en om alles echt te doen lijken, bewoog hij zich voort op krukken. Van een bankier wist hij tienduizend gul den los te krijgen om zich in Duitsland te laten behandelen. Van 'n ander kreeg hij 'n nieuwe fiets. Dan zou hij een kranten wijk kunnen krijgen. Enfin, in totaal streek de schurk een ton °Pm Trouwens alle boeven deden zich voor als „illegale" werkers. Doch hun illegale werk was alleen in dossiers van de P.R.A. te vinden. De telefoon was een prachtig hulpmiddel voor hen. Er is een zakenman, die nu nog gelooftdat hij met generaal Kruis heeft ge sproken, die de zakenlui warm aanbeval. Voor alles gaven de op lichters zich uit: arts, notaris, ambtenaar van sociale z aken, kortom niets was ben te dol. In totaal zijn reeds negentien perso nen gearresteerd en veertien be vinden zich in voorlopige hech tenis. Het onderzoek is nog in volle gang. Er is geen sprake van een Ijende. Er was geen leider. Ieder werkte voor zich maar hield de anderen nauwkeurig op de hoogte van zijn oplichterijen, zodat het niet kon voorkomen, dat een slachtoffer te snel achter elkaar door twee man werd bezocht, wat argwaan zou kunnen wekken. Het was dus meer een coöpera tieve samenwerkingHoeveel arrestaties nog zullen volgen, is niet te zeggen, doch er staat wel vast, dat de heren in totaal voor veel meer dan een millioen gul den hebben losgekregen van mensen uit het gehele land. 6e ZONDAG NA PINKSTEREN Wat het meest opvalt, hoeft niet altijd het belangrijkste te zijn. Een bericht in de krant van twee regels kan van meer gewicht blijken dan het hoofdartikel of een mededeling van drie kolom men. Zo (misschien) het evan gelie van Zondag. Als we even stilstaan bij die wonderbare broodvermenigvuldiging, raken we onder de indruk van de ont zaglijke macht van Christus. Het brood groeit door Zijn zege ning. De zeven broodjes en paar visjes sterken, ja verzadigen een menigte van minstens vierduizend mensen. Was het een groep van honderd geweest, we zouden ver steld gestaan hebben. Hoe moeten de apostelen zich gevoeld hebben toen zij de stukken brood van de Meester ontvingen met de op dracht die aan de menigte uit te reiken? Zo zuinig mogelijk gaven ze aan een forse man een klein stukje, aan een zwakkere een groter, aan een vrouw het laatste, om te ontdekken dat ze nog even veel om uit te delen bezaten als toen ze begonnen. Met welk een ontroering keken ze neer op de uitgestrekte handen en naar het brood dat zij door Zijn macht konden blijven uitdelen- Van de zeven broodjes haalden ze zeven manden korsten op. Zonder over drijving: een geweldig wonder Dit is het verhaal dat onze Moeder de H. Kerk ons voorhoudt. Maar vestig uw aandacht ook op de vierduizend mensen (waarbij Sint Matteus aantekent dat vrou wen en kinderen niet meegere kend zijn). Drie dagen trokken ze achter Jezus aan. 't Zijn de twee regels die in het niet verzinken bij het grote wonder, en toch zijn ze heel belangrijk bij het vormen van ons beeld van Jezus. Volgt immers uit deze paar woorden niet dat de Meester een mens was, die deze duizenden zo boeide dat zij hun gewone bezigheden verlieten, hun drang naar geld verdienen vergaten, niet dachten aan honger en dorst? Ook zij verlieten tijdelijk alles om in Zijn nabijheid te zijn, om te luisteren naar Zijn woorden, toe te zien naar wat Hij deed. Nu zou iemand kunnen ver wijzen naar Mt. 15, 29-39 waar dezelfde gebeurtenis vermeld wordt. Daar echter wordt dit wonder ingeleid met een reeks laten we zeggen kleine wondertjes: „men legt aan Jezus' voeten kreupelen, lammen, blin den, stommen en yeel anderen en Hij geneest ze allen", 't Is niet de persoonlijkheid van de Meester, die de menigte aantrekt, maar Zijn wondermacht, geen be langstelling in de Meester, maar een zekere zucht naar sensatie. Dit is een wijze opmerking. Maar is het niet duidelijk dat Jezus in deze volksmassa zo iets niet afkeurt. Zijn woorden klin ken vol medelijden. Was die sen- satielust in de menigte zo sterk, danzouJezus.de grote paedagoog, daarvan toch geen genezing be tracht hebben door zulk een op schudding-wekkend mirakel. Neen, de Meester zag in die mensen werkelijke belangstel ling, echt vertrouwen in Hem. Uitzonderingen daargelaten, wa ren zij gegrepen door de aantrek kingskracht van Jezus' persoon. Zij ontwaarden iets van de kracht die van Hem uitging, en welke de Twaalf bijna ten volle ervoeren. Die Apostelen! 't Wa ren rauwe, natuurlijke mannen, gehard in storm en wind, uit op geld verdienen, nuchtere, zake lijke lieden, die hun verlangen lieten uitgaan naar een eigen boot, een huis voor vrouw en kinderen; practische mannen die goed wilden zijn in een gewoon, normaal leven en zij hechten zich vast aan Jezus, zij trekken mee, zij laten zich leiden naar eenzame plekken .zij laten zich uitsturen zonder geld, zonder tas, zonder sandalen. Hoe kon dat? Moet het ant woord niet zijn: omdat Jezus ook als mens en dit is werkelijk belangrijk! alle eigenschappen bezat (en voor ons bezit) waar door flinke .normale, goedwillen de practische mannen en vrou wen in Hem vielen. We sluiten de genade zeker niet uit, maar is het niet treffend dat die schijn heilige farizeeërs, de wetgeleer den met hun drogredenen, de kliek die intrigeert en politiek bedrijft Jezus niet konden uit staan en Jezus hen niet? Mochten we eens tot het in zicht komen dat wanneer wii de Meester niet kunnen waarderen, dit ligt aan het feit dat wii onze Heer niet kennen of niet horen tot de normale, flinke, goedwil lende mensen. Beide mankemen ten moeten we met Gods hulp uit de weg ruimen. P. C. de Haas Feestdagen in de komende week: Zondag 24 Juni H. Johannes de Doper. Vrijdag 29 Juni H.H. Apostelen Petrus en Paulus.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1951 | | pagina 5