Tussen Salzburg en het IJzeren Gordijn
strijden twee werelden om Oostenrijk
Machinegeweren en gemakzucht
bedreigen erfgoed der Barok
Agrarische jaarbeurs voortaan
zelfstandig in het voorjaar
E
IINE
B n.v.
iSa/a
Verklaring van de Unie
van Christen-Democraten
BAL
Neem IVOROL: uitnemend goed!
tkte
JTRECHT
>GE PRIIS
G. Oudes
ichoorldam
P. van Saase,
uid Schermer
EPAREERT
CHOENEN
Sankt Florian en Mauthausen:
consequenties van uitersten
Scheepsberichten
Oproep tot behoud van geestelijke
vrijheden en een Europese samenwerking
In 1953 internationale zuivel-
expositie in Utrecht
Najaarsbeurs boekte matige resultaten
Worden
exportdagen
afgeschaft?
Kroniek
en kritiek
2A I fcKU/ALj
HAui i ms
op Uw
odellen
or een
■vjfc:
A;"r'r"'B
roor goad, zilver,
uwelen, bloedko
ralen
gestr. 14, Alkmaar
ARIS H. G. WES-
te Schoorldam zal
:ns liquidatie van
bedrijf publiek ver-
n: Op Dinsdag 25
ember 1951 v.m. 10
•ecies, in het perceel
ral kade 1214 te
orldam, om contant
diverse aannemers-
rialen en eereed-
pnen als: steiger-
ir met toebehoren,
lokken, takels, iize
en houten balken, 2
ge aanhangwagen,
in op luchtbanden
reservewiel en bui
and en andere wa-
pomp met electr.
>r „Maroger", los-
aadbakken, zuig- en
pomp „Douglas",
trtfugaatpomp
ilf' en „Sterk",
ïachine „Diesel",
iemolen met elect,
ir, hijsmachine met
kattekop, rol
[draad (nieuw), div.
irslangen 3 en 4 dms.
l 6 M. lang. kruiwa-
heistelling 10 M.
5 betonmolens
ger" en „Unie". 512
Del verb, holle dak-
len, basaltinetegels,
igbaar spoor met
karren, smalspoor,
elstukken, stalen
wanden, ongev. 2000
en witte stenen,
iewagen (Japanner),
arspoorrails, en nog
andere tot voor-
i bedrijf behorende
arialen, nader in ca-
?us omschreven wel-
ip aanvraag ten kan
van gen. notaris
criigbaar is. Bezichti-
op Maandag 24
t. van 2 tot 4 uur.
■oorts op Woensdagen
September 1951 bii
t en 3 Oct. d.a.v. bii
lag telkens n.m. 2 u.
:ies, in het koffiehuis
de Heer P. Mantel
Schoorldam:
it terrein met niet
'bouwde opstal met
ar betonnen zolde-
erf en tuin, destijds
emd voor bouwbe-
f aan de Kanaalkade
sn 14 te Schoorldam
l. Warmenhuizen gr.
A. 55 cA.
bezichtigen op Dins-
25 Sept. en 2 Oct.
van nm. 23 uur.
ivaarding bij de beta-
van de koopsom.
BONDAG 23 SEPT. bij
voor U
van elk merk
n iedere soort!
fVan een onzer verslaggevers)'
WENEN. Vroeg in de morgen reden we Oostwaarts door het
Burgenland tot waar een wit dorpskerkje de top kroont van
een ommuurde heuvel. Daarachter overwoekerden veldbloemen
en distels een eenzaam kerkhof, de grafstenen scheefgezakt,
de paden nauwelijks meer terug te vinden. Achter dit kerkhof
om buigt de dubbele prikkeldraadversperring, die, driehonderd
kilometer lang, de vrije wereld scheidt van Hongarije. Op 't
eerste gezicht scheen de hindernis niet zo moeilijk te nemen.
Maar naderbij gekomen zagen we koperen contactdraden voor
mijnen en raketten glanzen tussen de roestige versperring, en
aan de overkant lag een vijfentwintig meter brede strook
omgeploegd en geëgaliseerd land, waarin iedere voetstap
zich aftekent van wie hier de weg naar de vrijheid zou zoeken.
Het was een rustige warme laatzomermorgen. Aan beide zijden van
het prikkeldraad zongen vogels dezelfde liedjes onder een eendere
blanwe hemel en sprinkhanen sjirpten eentonig in het hoge gras,
dat over de heuvels golfde zover het oog kon zien. Alles ademde
zoveel vrede, dat het moeilijk was te geloven dat we hier stonden
aan het beruchte, het échte IJzeren Gordijn. Toen zagen we links en
rechts van ons, rond duizend meter van elkaar, de houten wacht
torens die langs de gehele grens het sinistere teken zijn van het
rode concentratiekamp, dat hiér begint en eerst aan de Koreaanse
frontlijn zijn einde vindt.
Niets bewoog er. Het was een
bijzondere onplezierige gedachte,
desondanks te wéten, dat op dit
zelfde ogenblik vanaf die torens
al onze bewegingen argwanend
door verrekijkers werden gade
geslagen, en dat de Hongaarse
volksmilitie er de vinger aan de
trekker hield. We zouden waar:
achtig de eersten niet zijn, die zij
op ditzelfde punt vanaf diezelfde
torens een kogel in het lijf joeg.
Een maand geleden werden, op
de plaats waar wij nu stonden,
twee spelende jongetjes zwaar
gewond door mitrailleurvuur.
Een week later hadden enkele
van onze Belgische collega's dek
king moeten zoeken achter de
grafstenen. Nu gebeurde er niets.
Maar de beklemming groeide.
Ontsnapping
naar de vrijheid
Iemand vertelde het verhaal
van de zes Hongaarse studenten,
die kortgeleden ongeveer op dit
zelfde punt hadden gepoogd, naar
de vrijheid te ontsnappen. Twee
hunner slaagden. Twee anderen
werden in het mijnenveld onmid
dellijk gedood; een derde zwaar
gewond naar een Hongaars zie
kenhuis teruggedragen door de
laatste man. Van deze twee zal
nooit iemand meer horen. Duizen
den mensen verdwenen spoorloos
om wel lichter vergrijpen. Noch
tans: hoe hartstochtelijk moesten
zij alle zes hebben verlangd te
staan waar wij nu stonden: aan
de vrije zijde van het Gordijn.
Hier, aan de uiterste Oostelijke
rand van een land dat, al is het
ook gedeeltelijk door de Rassen
bezet, nog steeds tot de vrije
Westerse wereld behoort, besef
ten wij die morgen beter dan
ooit, hoe diametraal de tegenstel
ling is tussen twee werelden,
twee wereldbeschouwingen waar
van de scheidslijn voor millioe-
nen tastbaar werd in dit roestig
prikkeldraad, heuvel op, hen-
vel af.
„Jedermann"
En onze herinnering reisde te
rug naar het Westelijk beginpunt
van de tocht van meer dan dui
zend kilometer, die wij in de
dagen tevoren door heel Oosten
rijk hadden gemaakt: naar Salz
burg. Hier, vlak voor ons, zagen
wij het grimmig rijk beginnen
van de almachtige staat, waarin
de waarde van het individu wel
bewust is teruggebracht tot die
van het nummer, slechts belang
rijk als schakel tot een eind totaal,
teken van macht. Maar onze her
innering zag het spel waarin juist
één individu, één enkele vrije
mens belangrijk genoeg was ge
acht om hem te kiezen als zinne
beeld voor aller levens/lotgeval:
„Jedermann", krachtens befaamde
traditie ieder jaar opnieuw voor
de Salzburger Dom gespeeld,
spiegel waarin de Westerse mens
zichzelf herkent.
En wfi begrepen: tussen deze
beide uiterste polen vonkt dwars
door Oostenrijk de spanning. Het
land werd daardoor het proefveld
van Europa. Wij mogen het nim
mer prijsgeven. Het prikkeldraad,
aan zijn Oostgrens gespannen, is
tegelijk uitdaging en dringend
vermaan aan allen die nog in
vrijheid leven: arbeidt eensge
zind, zolang er nog tijd is.
Tot zolang zal men in Salzburg
nog iedere zomer „Jedermann"
kunnen gaan zien, een onvergete
lijke ervaring. Hugo von Hof-
mannsthals moderne herschepping
van de Nederlandse moraliteit
Elckerlyck, wordt al sedert 1920
in de enscenering van Max Rein-
hardt opgevoerd in de harmoni
sche beslotenheid van het bin
nenplein voor de Salzburger Dom
hetgeen dit jaar geschiedde onder
regie van Helene Thimig, met
Attila Hörbiger in de titelrol.
Maar het zijn de namen niet, het
was de sfeer die het spel ook nu
weer glanspunt van de Festspiele
maakte, de verfijnde traditie, het
detail met zorg gewogen, het
weergaloze „natuurlijke" decor tot
het uiterste benut. Wij zaten
daar in de late middag en hoor
den de bazuinen van de torens
klinken en alle klokken luiden
in de stad. Binnen de Dom dreun
de het orgel en Jedermann's
naam werd geroepen, hoog van
de Franciscanerkerk achter ons en
herhaald van de daken, links en
rechts. Steeds dieper dekte scha
duw het speelplan af, tot alleen
nog maar de trotse Hohe Salz
burg, ongenaakbaar uitziend
over Mozart's wonderschone ge
boortestad honderdduizend in
woners, achtentwintig kerken
zonlicht ving.
Het spel was toen bijna ten
einde: de baarlijke duivel zelf
kwam dwars over de tribunes
heen gillend naar voren rennen
om zich de buit te halen die hem
op het laatste ogenblik nog ging
ontsnappen. De Amerikaan naast
ons, die totnogtoe niets van de
vertoning moest hebben verstaan
of begrepen en van verveling
meer dan eens discreet doch na
drukkelijk had gegeeuwd, zat
plotseling met een klein rukje
rechtop, gespannen. Maar het was
al voorbij. Daar daalde Jeder
mann in doodskleed in zijn graf,
de pelgrimsstaf in de hand, en
zijn Goede Werken en Geloof
hem volgend door hetzelfde luik
in het podium. Het orgel bege
leidde juichend de zang van het
Mozartetrm-koor.
Boodschap is
brandend acfueel
En het mocht juichen: was niet
opnieuw de mens gered? De
Goddelijke triomf in het mysterie
van genade en geloof doet dit
spel eigenlijk veel méér zijn dan
waar kathedralen, kloosters en
kerken, veldkapellen en kruisen
alle stadia tonen van vroeg-Ro-
maans via de perioden der Go-
thiek tot de weelderige uitbun
digheid der Barok vooral, groeien
langs gemakzucht en onverschil
ligheid de kansen voor een gees
telijk nihilisme, verburgerlijkt de
beschaving steeds verder, daalt
het aantal roepingen, stijgt de
geestelijke nood.
Ontkerstening
ten plattelande
We vroegen hierover de mening
van de leider der Katholieke Oos
tenrijkse arbeiders, de loco-burge
meester van Wenen Louis Wein
berger. Naar zijn oordeel grijpt
op dit ogenblik de ontkerstening
vooral ten plattelande om zich
heen, waar, later dan in de indus
triële centra, men thans volop
bezig is te delen in de „zegenin
gen" van een zuiver materialis
tische wereldbeschouwing, hier
nog als een „vooruitgang" gezien.
In een stad als Wenen die dit
proces reeds lang achter de rug
heeft, bespeurde hij daarentegen
een kentering, een Katholiek Ré
veil, het ontwaken van een mili
tant Christendom, dat, voorbij
aan en misschien juist wel dank
zij de verbijsterende ervaringen
van de laatste decennia: de ineen
storting van de oude monarchie,
de burgeroorlog van '34, de An
schluss en de verschrikkingen
waaraan de rode „bevrijdings"-
legers de stad onderwierpen, tot
een nieuwe en vurige beleving
van het geloof is gekomen, vooral
ook onder de jongeren.
Schrijnende tegenstelling
Zo komt men opnieuw te den
ken over de toekomst van dit
land, dat in een zo beslissende
periode der wereldgeschiedenis
een vooruitgeschoven bastion is
der Westerse cultuur en waarvan
men de ware geest en bestem
ming wellicht het best leert ken
nen bij een vergelijking met wat
er het volledig tegendeel van
vormt.
Op eenzelfde, lange middag
scheidde voor ons de Russische
controle in Enns de twee delen
van zo'n vergelijking, die niemand
zich navranter, schokkender, spre
kender zou kunnen denken. Over
Enns reden wij, na urenlang de
barokke schoonheid te hebben on
dergaan van een van Oostenrijk's
meest beroemde kloosters, de
abdij van Sankt Florian, naar een
oord van verschrikking, waarvan
de Landeshauptmann van Opper-
Oostenrijk, dr. Heinrich Gleissner,
ons tevoren had gezegd, dat het
als een vloek ligt in dit prachtige
land: het voormalig concentratie
kamp Mauthausen.
We weten het wel: die naam is
niet langer in het „nieuws". Men
vergeet snel, de actualiteit is al
beroemdste van haar drie orgels:
dat waarop Anton Bruckner als
jong organist speelde.
Weer zat er een jonge kustenaar
aan de speeltafel met haar 121
registers en toonde de bijkans
eindeloze rijkdom die 7342 pijpen,
de grootste met een omvang van
anderhalve meter, een orgel
maar kunnen schenken, Bach en
Buxtehude tot leven wekkend in
onsterfelijke muziek. In de cryp
te, pal onder dit majestueuze in
strument, zagen wij de sarco-
phaag waarin Bruckner naar zijn
wens begraven werd, en in het
klooster rondom cultuurschatten
uit vele eeuwen en landen. Het
Sint Sebastiaan-altaar van de
Regensburger Albrecht Altdorfer,
werken van Lucas Cranach, Breu
ghel, van Dijck, een bibliotheek
met 120.000 banden en 800 incuna
belen, de kerk door een Milanees
gebouwd, de Marmerzaal beschil
derd door Altomonte uit War
schau, de kapitelen gehouwen
door Johann Bianko uit Genua
en zo, in zaal na zaal, de schep
pingen Van tientallen anderen,
van verre en dichtbij geroepen om
samen deze reeks gebouwen het
stempel op te zetten van een
barok hoogtepunt der Oostenrijk
se cultuur.
Bestiaal dieptepunt
Een nnr later liepen wij zwij
gend pelgrimage in de benauwen
de stilte rond de veriaten barak
ken van Mauthausen, waar de
herinnering leeft aan zevenhon
derdduizend doden wier as ver
strooid is op de hellingen rondom.
Van verre en dichtbij kwamen
mensen ook naar deze plaats,
waar een dieptepunt werd bereikt
van wat geen cultuur meer heten
kan. Hun aller dood schiep het
verschrikkelijk monument der
bestialiteit, karakteristiek voor
het verval van een beschaving
die van haar eigenlijks te bronnen
is vervreemd. Een inscriptie aan
de muur grillige ironie: door
de Russen aangebracht meldde
de naamlozen in duizendtallen
van vermoorden: tienduizenden
Russen, Polen, Hongaren en Zuid-
Slaven, duizenden Italianen en
Belgen, Nederlanders en Span
jaarden, Fransen, Tsjechen, Grie
ken en Duitsers, Britten, Oosten
rijkers en Amerikanen, Noren en
Luxemburgers, samengekomen tot
deze gemeenschap van de dood.
De verminkte gids, zelf hier
fevangene van toen het kamp op
Juni 1938 na de Anschluss be
gon, tot het in 1945 door de Ame
rikanen werd bevrijd, bespaarde
ons geen enkel geheim van het
koel-zakelijke onmenselijke com
plex van gaskamers, galgen en
ovens in de uitgestrekte kelders,
waar hij van iedere steen de bloe
dige historie kende. En hoe snel
men ook vergeet: dit niet.
Oostenrijk's toekomst
„De doden ter ere, de levenden
tot vermaan" is de zin van een
opschrift op de sobere gedenk
steen, die in Mauthausen het
midden markeert van de voor
malige appèl-plaats. Waartoe
strekt dit vermaan speciaal dit
land?
Het is niet zonder zin zich te
herinneren, dat de Oostenrijkse
barok, die feestelijke stijl die nog
altijd het stramien vormt waarop
dit land zijn leven borduurt, be
gon als een bevrijdende reactie
op de Turkse bedreiging die na
eeuwen eindelijk en voorgoed
werd afgeslagen voor de wallen
van Wenen: 12 September 1683.
Vanaf de Kahlenberg en de hel
lingen van het Wienerwald
stroomden op de morgen van die
dag de Katholieke legers de vij
and tegemoet, 80.000 man, door
hertog Karei van Lotharingen en
Koning Johann Sobieski van Po
len geleid, hun wapens gezegend
door de Legaat des Pausen, de
Capucijn Marco d'Aviano die
voor het ochtendgloren op een
altaar van dieptrommen in het
legerkamp de H. Mis gelezen had,
door Sobieski gediend. Zij ver
sloegen de 300.000 Turken die
onder Kara Mustafa de stad reeds
zestig dagen hadden belegerd en
bevochten zo een keerpunt in de
Europese historie, van zo groot
belang dat de Kerkelijke kalen
der er nog altijd aan herinnert
door het feest van Maria's Naam.
Van dan af was het land opnieuw
het natuurlijk ontmoetingspunt
van de culturen van Noord en
Oost, Zuid en West wier wegen
door het hart van Europa hier
kruisten.
Indien Oostenrijk tronw blijft
aan wat „Jedermann" het voor
houdt en zijn barok tot inspiratie
diende, zal de reële en zeer na
bije bedreiging waarvan het IJze
ren Gordijn het teken is, uitein
delijk voor zijn cultuur geen do
delijk gevaar blijken doch veeleer
een reden om een Katholicisme
uit traditie opnieuw te maken tot
levende actualiteit. Het kan we
ten, dat van ontrouw Mauthausen
een verschrikkelijke consequentie
Wie in de toekomst geloven
wil, mag voor dit land, om zijn
ligging en zjjn verleden, een his
torische roeping verwachten, wan
neer eenmaal in Centraal Europa
het prikkeldraad is opgerold en
de wereld opnieuw een even
wicht zoekt in vrede.
Arendskerk 21 v. Suez-Singa
pore, Garoet 21 v. Tj. Priok-Pa-
lembang, Kedoe 22 v. Panaroekan
te Banjuwangi verw., Langkoeas
22 v. Makassar te Balikpapan
verw., Loosdrecht 21 Aden verw.,
Muiderkerk 22 Bombay verw.,
Prins Willem 11 p. 21 Lizard
Riouw 21 v. Aden-Suez, Singkep
p. 21 Gibarltar, Laertes 20 te Be-
lawan, Poseidon 21 v. Antwerpen,
Zijpenberg 2,0 Ouessant, Blom-
mersdijk 21 v. Antwerpen, Sapa-
roea 20 te Madras, Veenaam 24
9 u. vm. Rede Southanmpton
verw. v. New York, Amstelkerk
20 v. Freetown-Monrovia, Bever
wijk 21 ten anker Ancona, Her-
silia 20 v. Paita-Czilao, Oranje
stad 21 te Laguaira, Prins Willem
III 16 van Montreal, Straat Ma-
lakka 18 te Kaapstad, Alkerk 20
v. Manïlla-Singaopre, Altair 20
nm. v. Santos te Rio de Janeiro.
Gooiland p. 20 Madeira, Kerto-
sono 21 te Marseille, Kota Gede
20 v. Suez-Aden, Madoera 21 v.
New York te Calcutta verwacht,
Mariekerk 20 v. Marseille-Genua,
Meerkerk 20 te Zanzibar, Modjo
kerto 20 v. Belawan-Aden, Oram
je 20 v. Tj. Priok.
Aan het einde van de vrije wereld hij het IJzeren Gordijn.
Vlak achter het kerkhof van een Oostenrijks dorpje in
het Burgenland is de prikkeldraadversperring gespannen,
die, dicht met mijnen en raketten bezet, over een lengte
van driehonderd km. vrijheid scheidt van rode tyrannie.
Het vijfde congres van de Unie
van Christen-Democraten, dat
één dezer dagen in Bad-Ems bij
een kwam' heeft zich gericht tot
alle christenen met een oproep
tot broederlijke samenwerking,
niet alleen ter verdediging van
hun geestelijk erfgoed, maar ook
om hun beginselen van sociale
rechtvaardigheid en internatio
nale saamhorigheid met moed
en durf in practijk te brengen.
In deze oproep werd aan de
aangesloten nationale groepen
meer dan ooit de taak gesteld,
in de brede lagen der volken en
in de wetten en zeden der lan
den haar geestelijke wereldbe
schouwing tot uiting te brengen
en te doen doordringen, w:elke
de wereld van alle vormen van
materialisme en totalitarisme zal
bevrijden.
Het congres bevestigde op
nieuw de wil der N.E.I. tot
waarborging van alle geestelijke
vrijheden en in het bijzonder
van die der ouders, om onafhan
kelijk van de graad van hun
welstand, hun kinderen overeen
komstig hun godsdienstige over
tuiging te doen onderwijzen en
het congres verklaarde, dat de
verdediging der geestelijke' vrij
heden onafscheidelijk is van die
der politieke vrijheden en der
sociale rechtvaardigheid, omdat
zij alle strekken tot hetzelfde
doel: de mens te bevrijden van
iedere dienstbaarheid, die zijn
volle ontplooiing in de weg
staat; vandaar een dringende
oproep tot alle geestelijke groe
peringen om te komen tot een
zo breftd mogelijke veelvoudige
samenwerking voor de opbouw
van een democratisch Europa.
Mens-onterende toestanden
Een speciale verklaring werd
in Bad-Ems uitgegeven tegen de
mensonterende toestanden ach
ter het IJzeren Gordijn, waar
geen vrijheid bestaat voor de
menselijke persoonlijkheid en
waar de concentratiekampen, de
dwangarbeid en de deportaties
iedere dag duizenden slachtof
fers maken.
de bron van aesthetische ontroe
ring die het zijn plaats geeft in
de Festspiele.
In Middeleeuwse trant immers
brengt het een boodschap die
brandend actueel is, voor iedere
mens, ook voor de Oostenrijkse.
De nabijheid van zoiets als een
IJzeren Gordijn moet een land
wel manen tot bezinning op de
eigentijkste bronnen van zijn be
schaving en zijn kracht. En dat
doende heeft ook het goedlachse
Oostenrijk reden zich wezenlijk
verontrust te gevoelen. Want van
kerkelijke zijde schat men, dat
niet meer dan een kwart van de
zeven millioen zielen tellende en
bijna geheel als „Katholiek" ge
registreerd staande bevolking,
ook werkelijk practiseert.
In dit land dat in al zjjn steden
en dorpen en langs alle wegen
volgebouwd staat met monumen
ten van zijn Christelijke cultuur,
Twee barok-torens heft het
klooster van St. Florian in het
Oostenrijkse heuvellandschap.
Hier ligt Bruckner begraven
onder het orgel waarop hij
meesterlijke improvisaties
schiep en rondom stalt
eeuwenoude cultuur haar
schatten uit.
erg genoeg en iedere dag heeft
immers aan zijn eigen leed vol
doende? En toch: hier is een
teken aan de wand, symbool van
een cynische verachting voor de
waardigheid van de mens, actueel
voor ons die zijn blijven leven,
verbijsterend om het contrast,
juist hier.
Barok hoogtepunt
Tevoren hadden wij in de zwie
rige blanke kerk van de Augus
tijner koorheren van St. Florian
patroon van de brandweerlie
den lang geluisterd naar het
(Van een onzer verslaggevers)
UTRECHT Ter gelegenheid van de opening van de 57ste
Jaarbeurs maakten wij reeds melding van de bezwaren, die
vooral in kringen van importeurs bestonden tegen het feit dat
de Agrarische afdeling van de Jaarbeurs aan de najaarsbeurs
was verbonden. Wij spraken toen de verwachting uit, dat men
mogelijk tot een afzonderlijke beurs voor de agrarische sector
in het voorjaar zou geraken. Nu de 57ste beurs weer tot het
verleden behoort, heeft mr. Milius medegedeeld dat de Jaar
beurs inderdaad overweegt, om tot het houden van een afzon
derlijke agrarische beurs te komen.
Het overleg is nog niet afge
sloten, maar er is een zeer grote
mogelijkheid dat de eerste Agra
rische Beurs in Mei 1952 zal ge
houden worden. Hier zullen dan
wellicht ook in ruime mate agra
rische producten vertegenwoor
digd zijn. In ieder geval komt er
in Mei 1952 een afzonderlijke
beurs van zuivel- en landbouw
machines op het Vredenburg en
eventueel aan de Croeselaan.
Een en ander houdt ook ver
band met het internationale
Zuivelcongres, dat in Juni 1953
in Den Haag wordt gehouden.
De Jaarbeurs wil daaraan een
grote internationale zuivelexpo-
sitie verbinden, waartoe de
beurs in 1952 dan een aanloop
zou kunnen vormen, die ge
legenheid geeft ervaring op te
doen. Er zijn goede kansen dat
deze internationale manifestatie
zou kunnen uitgroeien tot een
jaarlijks weerkerende gebeurte
nis op het gebied van de zuivel-
productie. De exposities die
Engeland er» Denemarken tot
nog toe plegen te houden, had
den een overwegend nationaal
karakter.
Ten aanzien van de resultaten
van de 57ste Jaarbeurs verklaar
de mr. Milius, dat de matige
verwachtingen die men koester
de. over het algemeen bewaar
heid zijn geworden. De beurs
was rustig op er werd voorzich
tig gekocht.
Er is geen „inhaal"-vraag
meer. We zijn weer beland bii
de „normale" beurzen, die van
de betrokkenen groter inspan
ningen vragen in het overwin
nen van moeilijkheden. Die
„normale" tiid is niet erg hoop
vol door de huidige onzekerheid,
de liquiditeitsmoeilijkheden,
vooral van de kleinere onder
nemers, de prijsmoeiliiMieder» en
de weeldebelasting, die op deze
beurs ten gunste werkte van de
aanwezige voorraden en ongun
stig voor de nieuw productie.
Sommige artikelen zullen er
wellicht 70 procent in prijs door
stijgen.
De groep productiemiddelen
leverde over het algemene goede
resultaten, zowel in de indu
striële als de agrarische sector.
De industrie van agrarische
hulpmiddelen maakte goede
kansen, ook voor export. Frank
rijk alleen bestelde al 400 nieu
we Nederlandse harkkeerders..
Het bezoek was gelijk aan dat
van de najaarsbeurs 1949. maar
20 procent minder dan dat van
de najaarsbeurs 1950 die onder
invoed stond van Korea. Hoewel
men ter Jaarbeurs het overzicht
over het buitenlandse bezoek is
kwijtgeraakt omdat lang niet
alle buitenlanders zich met de
buitenlandse dienst in verbin
ding stellen, was het bezoek in
ieder geval verdeeld over meer
landen dan ooit te voren, zestig
ditmaal. Volgens mr. Milius vor
men de exportdagen een pro
bleem en is het een open vraag
of zij, zeker in de huidige vorm.
behpuden kunnen blijven.
Maximaal resultaat en
minimale inspanning
(Sm.) Toen minister Lief-
tinck uit Amerika en Canada
terug kwam, heeft hij met be
trekking tot zijn ervaringen in
Washington en Ottawa gezegd,
dat het de taak is, bij minimale
inspanning (d.w.z. bij de mini
male mogelijkheden van finan
ciën ed-) een maximaal resultaat
te bereiken. Toen wij dat hoor
den, dachten wij: Waar hebben
wij dat méér gelezen? En als we
de toelichting op de Rijksbegro
ting bekijken, zien wij, dat pre
cies hetzelfde daar geschreven
staat met betrekking tot.de
verdeling van bedrijven in de
Noord-Oostpoider. Of met deze
slagzin van de minister het pro
bleem van grote of kleine bedrij
ven kan worden opgelost, is nog
een vraag. In elk geval betreu
ren wij ligt, dat de regering van
plan schijnt te zijn, het oude ver
delingsplan van 1947 te herzien
in d i t opzicht, dat een dierbare
wens van de katholieke sociale
organisaties en van de Katholieke
Volkspartij, om in dit nieuwe
land met de mogelijkheid van
voldoende kleine bedrijven reke
ning te houden, de vervulling
weer ziet uitgesteld. Wij hebben
het vertrouwen, dat daarover van
onze kant het laatste woord nog
niet gezegd zal zijn. In het alge
meen is de leuze: Maximum re
sultaat bij minimale inspanning,
in de zin, zoals de regering dit
in de Nota bedoelt, natuurlijk
juist, maar wij rekenen er wel
op, dat het niet de indeling van
de N.O.P. zal zijn, die hier als
proefkonijn moet dienen. Er zijn
nog heel wat gebieden, „secto
ren" en „instanties", bij en van
wege departementen e.d., waar
er volop gelegenheid is, om dit
devies nog heel wat doeltreffen
der in practijk te brengen, dan
totnogtoe geschiedt
Kamer van 150?
(Sm.) Dezer dagen hebben
wij ons laten vertellen, dat het
nog; niet eens zo zeker was, dat
er in het parlement een voldoen
de, dat is twee-derde, meerder
heid zou zijn voor het voorstel
om de Grondwet ook te wijzigen
in die zin, dat het aantal leden
van de Tweede Kamer zal wor
den uitgebreid tot 150 en dat van
de Eerste tot 75. Het schijnt, dat
met name in het kamp der Anti-
Revolutionnairen nog enige weer
stand moest worden overwonnen,
terwijl een eenstemmig standpunt
van de huidige Tweede Kamer
fractie van de P.v.d.A. nog geen
voldongen feit zou zijn. Wat de
Anti-Revolutionnairen betreft,
kan de zaak echter in kannen en
kruiken geacht worden, nu dr.
Schouten, de fractieleider, in zijn
eerste rede in het nieuwe poli
tieke werkseizoen, te Drachten
gehouden, op een desbetreffende
vraag liet uitkomen, dat hij de
uitbreiding van het aantal Ka
merleden zeer redelijk en door
de practijk geboden acht. Met de
argumenten, welke dr. Schouten
daarbij opsomde, kan o.i. geheel
worden ingestemd. Het gaat hier
vooral om het feit, dat in het
algemeen de Kamerleden overbe
last zijn, en dat velen van hen
zeer vaak en zeer geregeld aan
het binnenlandse parlementaire
werk moeten worden onttrokken
door hun noodzakelijke en on
misbare werkzaamheden op inter
nationaal niveau. De Raad van
Europa en zijn algemene verga
deringen, zijn diverse commis
sies, het werk in de Verenigde
Naties en haar organen, vele
andere internationale conferen
ties e.d., zij alle eisen aanwezig
heid en deelneming aan werk
zaamheden en discussies van ver
schillende Kamerleden op. Er
wordt toch al zoveel geklaagd
over het nemen van velerlei be
slissingen op internationaal ter
rein, buiten het parlement om,
dat het ook daarom al nodig is,
dat leden van de eigen Volks
vertegenwoordiging „erbij zijn"
wanneer verschillende maatrege
len en beslissingen worden voor
bereid. Zij worden dan inderdaad
aan het eigen parlementaire werk
onttrokken. Om dat goed te ma
ken, is uitbreiding van het aantal
leden van ons parlement ook
naar ons gevoelen zeer wel ge
rechtvaardigd.