Ondanks nieuwe brede basis:
LANGE OF KORTE
BAAN
35 jaar geleden fuseerden twee
organisaties van handelsagenten
Tsjech
WÉ
politieke tegenstellingen toegespitst
BANDJIR OVER JAVA
SPOR
RADIO
Bochtenwerk punt één
Op zoek na
voo/
in het ko
Regering zonder standpunt inzake
Nieuw-Guinea, gevolg van de motie-Oud
VOOR HARDRIJDERS
Door (III)
Wim v. d. Voort
Scheepsberichten
(^Kees en het Sneeuwpaleis^
door Leo Broeksmit
PAGINA 4
WOENSDAG 2 IANUARI 1952
(Van onze parlementaire redacteur)
GESCHIEDSCHRIJVERS van ons parlementaire en politieke
leven zullen later, boven het afgelopen jaar, misschien het op
schrift plaatsen: Het jaar van de tegenstellingen. Want dat was
het in velerlei opzicht. Begin 1951 spitsten de tegenstellingen zich
toe op de kwestie Nieuw-Guinea en het kabinet DreesVan
Schaik ging er aan ten onder. Daarna volgde de periode van
de kabinetscrisis. Ruim zeven weken lieten zich toen de tegen
stellingen gelden op financieel-economisch terrein. Het nieuwe
kabïnet-Drees, gevormd door prof. Romme, kreeg desondanks
toch nog een brede basis, maar nadien is wel gebleken, dat de
tegenstellingen zich slechts in schijn hadden laten binden. De
K.V.P. zag alle partners afwijken van het regeringsprogram,
voor zover daarin gezegd werd, dat gewaakt zou worden tegen
een onevenredige achteruitgang van de grote gezinnen. De
P.v.d.A. bleef, in de interpellatie-Nederhorst, front maken tegen
de politiek van minister v. d. Brink en V.V.D. en C.H. toonden,
zowel bij de behandeling van de belasting-ontwerpen als van
het ontwerp „Toezicht credietwezev". dat ook zij hun binding
met het nieuwe kabinet niet of nauwelijks voelden.
Maar ook buiten het parlement
werden de tegenstellingen scher
per. Nieuwe antitheses als „socia-
listisch-niet socialistisch" en
„dwang of vrijheid" werden in
ons politieke leven opgeroepen.
Rechts gerichte krachten zochten
trefpunten in het „Comité Burger
recht" en „de Vaderlandse Kring".
In de K.V.P., maar ook in andere
partijen, diende zich het vleugel
probleem aan. En dit beeld dient
nog te worden afgerond met ver
scherpte verhoudingen ook op
sociaal terrein.
Grote moeilijkheden
Dat 1951 een jaar van tegen
stellingen was kan ons intussen
niet onbegrijpelijk voorkomen.
Ons land werd voor geweldige
problemen geplaatst Verzwakt
uit de oorlog gekomen en beperkt
in zijn mogelijkheden door het
verlies van Nederlands-Indië,
kreeg het in dit jaar ook nog de
loodzware gevolgen te dragen van
wat wij kortweg „Korea" zijn
gaan noemen. De prijzen van de
voor onze industrie noodzakelijke
grondstoffen stegen met sprongen
en deze ontwikkeling sloeg een
groot gat in onze betalingsbalans.
Daarnaast werd van Nederland
gevraagd om desondanks toch be
duidend meer uit te geven voor
defensiedoeleinden.
De maatregelen, die daardoor
noodzakelijk werden, hoorden wij
reeds onder het oude kabinet
aankondigen door minister Stik
ker, bij de behandeling van zijn
begroting, in Januari van dit jaar.
„Binnenkort", zo zei toen deze
bewindsman, „zullen besluiten
moeten vallen, die diep zullen in
grijpen in onze maatschappelijke
verhoudingen". Maar voor die
maatregelen concreet op tafel
lagen, zou toch nog heel wat strijd
gestreden moeten worden. Het
kabinet Drees-Van Schaik, dat
zich vertrouwd had gemaakt met
de gedachte om onder het be
staande en eigenlijk niet gefun-
DONDERDAG 3 JANUARI
HILVERSUM I, 402 M.
7.00—24.00 AVRO
7.00 Nieuws; 7.15 Ochtendgym
nastiek; 7.30 Zemdersluiting;
9.00 Nieuws; 9.10 Morgenwij
ding; 9.25 Gramofoonmuziek;
9.30 De Groenteman; 9.35 Wa
terstanden; 9.40 Gramofoon
muziek; 10.50 Voor de kleuters;
11 00 RVU: Drs. W. A. Nell:
„Zorg en liefde, wijsgerig be
schouwd"; 11.30 Pianorecital:
12.00 Zang en piano; 12.25 In 't
spionnetje; 12.30 Land- en tuin-
bouwmiededelingen; 12.33 Gra
mofoonmuziek; 12.50 Financieel
weekoverzicht; 13.00 Nieuws;
13.15 Mededelingen of gramo
foonmuziek; 13.20 Zigeunermu-
ziek; 13.55 U kunt het geloven
of niet; 14.00 Gramofoonmuziek;
14.15 „De conferentie voor mo
rele herbewapening". klank
beeld; 14.45 Gramofoonmuziek;
15.00 Voor de zieken; 16.00 Ne
derland zingt en danst; 16.30
Zendersl uiting; 18.00 Nieuws;
18.15 Sportproblemen; 18.30
RVU: Prof. Dr. S. W. Tromp:
..Enkele aspecten van de tech
nische hulp der Verenigde Na
ties aan minder ontwikkelde ge
bieden: Algemene beginselen en
werkwijze van het technisch
hulpprogramma"; 19.00 Voor de
kinderen: 19.05 Gesproken brief
uit Londen; 19.10 Allerlei; 19.15
Dansmuziek; 19.40 Rubriek van
kunst en cultuur; 20.00 Nieuws;
20.05 Kamerorkest en solisten;
21.05 „Nationale vraagstukken",
discussie; 21.35 Orkestconcert;
21.55 „Dit is mii-n lievelings
melodie". enquête; 22.25 Voor
dracht; 22.45 Orkestconcert;
23.00 Nieuws; 23.15 Spo-rtactuali-
telilten; 23.3024.00 Gramofoon
muziek.
HILVERSUM II, 298 M.
7.00 KRO 10.00 NCRV 11.00 KRO
14.00—24.00 NCRV
7.00 Nieuws; 7.15 Morgengebed
en liturgische kalender; 7.30
Zendersluiting; 9.00 Nieuws: 9.10
Voor de huisvrouw; 9.40 Maas
trichts stedelijk orkest; 10.00 Ge
wijde muziek; 10.30 Morgen
dienst; 11.00 Voor de zieken;
11.45 Kamerkoor; 12.00 Angelus;
12.03 Gramofoonmuziek: (12.30
12.33 Land- en tuiribouwmede-
delingen): 12.55 Zonnewijzer;
13.00 Nieuws en katholiek
nieuws; 13.20 Gramofoonmuziek;
13.25 Mezzo-sopraan en piano;
14.00 Promenade-orkest en so
liste; 14.45 Voor de vrouw; 15.15
Gramofoonmuziek: 15.30 Viool
en piano: 16.00 Bijbellezing; 16.30
Zendersluiting; 18.00 Nieuws;
18.15 Voor de jeugd; 18.40 .Op
de stelling"; 18.50 Leger des
Heils muziek; 19.05 Levensvra
gen van allerlei aard en een
pastoraal antwoord; 19.20 Ver-
zoekprogramma; 19.40 Radio
krant; 20.00 Nieuws en weer
berichten; 20.10 Gevarieerd pro
gramma; 22.15 Buitenlands
overzicht: 22.35 Gramofoon
muziek: 21.45 Avondoverden
king: 23.00 Nieuws en SOS-
berichfen; 23.1524.00 Gramo
foonmuziek.
deerde levenspeil alsnog een
hecht economisch fundament te
kunnen schuiven en waarin het
zonder Korea wellicht ook zou
zijn geslaagd, kon het moeilijk
eens worden over de vraag in
hoeverre deze opzet onder de ge
wijzigde verhoudingen moest wor
den prijs gegeven. En daarnaast
lag het ook in de aard van de
problemen, dat de politieke in
zichten zich hierbij weer scherper
gingen opstellen. Het ging er nu
immers om welke politiek hierbij
gevoerd zou moeten worden. Men
kon het zoeken in een drastische
beperking van de consumptie of
in die van de investeringen of in
beide. Men kon zich een politiek
van indirecte maatregelen den
ken, maar ook een van meer
directe Overheidsbemoeiing.
Hangende dit beraad werd het
kabinet-Drees-Van Schaik in de
nacht van Oud weggevaagd. Een
direct verband tussen dit beraad
en de motie-Oud, die het beleid
van de regering inzake Nieuw
Guinea veroordeelde, was er niet.
De verworpen motie had voor het
kabinet Drees-Van Schaik ook
geen reden behoeven te zijn om
heen te gaan, maar toch leverde
zij een kabinetscrisis op, omdat de
kleine fractie van de V.V.D. daar
door haar partijgenoot Stikker tot
heengaan dwong en daarmede de
Achilleshiel van het kabinet
raakte.
Maar een indirect verband was
er wel. De V.V.D., die onderwijl
meer naar rechts was geschoven,
begeerde of van regeringsverant
woordelijkheid ontslagen te wor
den of deel te hebben aan een
anders gericht 'beleid. Vooral om
deze reden lokte zij een conflict
uit en het was deze reden die de
crisis mede de uiting deed zijn
van politieke tegenstellingen, die
hoewel minder sterk geaccen
tueerd toch ook al bij het be
raad over de te nemen maatrege
len een rol speelden. De forma
teurs en informateurs, die achter
eenvolgens op het toneel versche
nen, hebben allen door hun daden
getoond, dat zij een verdere door
werking van deze tegenstellingen
wilden voorkomen. Zij zochten
niet alleen naar een nieuwe com
promis tussen alle democratische
partijen, zij poogden daaraan ook
uitdrukking te geven door een zo
breed mogelijke opstelling. De
formateurs Drees-Van Schaik
poogden in hun opzet een anti-
revolutionnaire- en nog een libe
rale figuur aan te trekken. Vóór
hen had de heer Stikker zijn taak
beëindigd toen hem duidelijk
werd, dat hij geen medewerking
kon krijgen van de socialisten en
na hem brak mr. Steenberghe om
dezelfde reden zijn taak af. De
laatste man in de rij, prof. Rom
me, streefde eveneens naar de
breedst mogelijke basis. Toen de
A.R. hem medewerking weigerden
probeerde hij nog vrijstaande
anti-revolutionnairen aan te trek
ken, om tenslotte toch weer uit
te komen bij een nieuw vier par
tijen-kabinet.
Dit resultaat mocht, bezien in
het licht van de door de crisis-
Oud opgeroepen gevaren, bevre
digend genoemd worden. Het ge
vaar van een verdere verscher
ping van de tegenstellingen
scheen voorkomen en de te ne
men maatregelen, die alle lagen
van ons volk zouden treffen, kon
den vanaf een breed vlak worden
uitgedragen. Desondanks is het
echter toch een jaar van tegen
stellingen gebleven. Reeds kort
na het optreden van het nieuwe
kabinet deed de P.v.d.A. een
scherpe aanval op de prijspolitiek
van minister v. d. Brink en hoe
wel het niet tot een breuk kwam,
is de P.v.d.A. daarna toch afwij
zend aan de kant gaan staan. Bij
de behandeling van de belasting-
ontwerpen, toch ook een onder
deel zijnde van het regerings
program, waren het C.H. en V.V.
D., die zich aan het compromis
onttrokken en hetzelfde gebeurde
bij de behandeling van het wets
ontwerp „Toezicht Credietwezen".
Feiten als deze konden er zeker
niet toe bijdragen om de onder
linge verhoudingen te verbeteren.
Zij hadden veeleer tot gevolg dat
ondanks de oplossing, die bij de
kabinetscrisis gevonden werd, een
politiek klimaat ontstond gelijk
aan vóór de crisis. Na het belas
tingdebat kwam de bittere ver
klaring van het socialistisch drie
manschap aan het adres van de
V.V.D. Bij de behandeling van
het wetsontwerp „Toezicht cre
dietwezen" werden de antithesen
„socialistisch-niet socialistisch" en
„dwang of vrijheid" geïntrodu
ceerd. De weerslag van de geno
men maatregelen scherpte voorts
ook in breder verband de tegen
stellingen aan en het „vleugel
probleem" binnen verschillende
partijen staat hiermede in nauw
verband.
Zouden de omstandigheden nog
dieper ingrijpende maatregelen
noodzakelijk hebben gemaakt, dan
ware het gevaar niet denkbeeldig
geweest, dat al deze tegenstellin
gen een nieuwe crisis zouden heb
ben opgeroepen. Gelukkig is ons
dat bespaard gebleven. De geno
men maatregelen bleken voldoen
de te zijn en wij eindigen het
nieuwe jaar zelfs onder een wat
lichtere hemel. Bij het jongste
debat over de begroting van „Eco
nomische Zaken" kon de woord
voerder van de P.v.d.A. zijn fel
gebleven critiek dan ook nog
slechts laten steunen op de stel
ling, dat het ook anders had kun
nen lopen. Uit deze critiek, ook
nu, zou intussen wel de conclusie
kunnen worden getrokken, dat de
dit jaar merkbaar geworden te
genstellingen niet enkel het ge
volg zijn van de huidige moei
lijkheden. Is rechts zich scherper
gaan opstellen, links doet dit
evenzeer. Waar een zelfde ont
wikkeling aan het „vleugelpro
bleem" ten grondslag ligt, hangt
er voor de politieke verhoudingen
van straks wel zeer veel van af,
dat in elk geval de K.V.P. tot
een nieuwe vruchtbare synthese
komt.
Begin en einde.
Het jaar eindigt merkwaardi
gerwijze zoals het begon. Evenals
in Januari is ook in December de
kwestie Nieuw-Guinea weer naar
voren gekomen. Daarbij treft
echter een belangrijk verschil.
Begin van dit jaar was er een
regering, die bij monde van mi
nister Van Maarseveen, de staats
man wiens plotselinge dood nog
vers in het geheugen ligt, kon
verklaren, dat van die regering
geen voorstel tot overdracht van
de souvereiniteit verwacht kon
worden. Toch vaagde de heer Oud
dit kabinet weg met als gevolg,
dat ook in dit opzicht de tegen
stellingen werden vrijgemaakt.
Andermaal gaat gesproken wor
den over deze kwestie, maar ook
vóór dit gesprek heeft de Kamer
deze regering niet meer een zelf
de uitspraak kunnen ontlokken.
Zo blijft de herinnering aan de
motie-Oud ook nog op het einde
van 1951 levendig
Er wordt nogal eens gezegd, dat de Hollanders, daarmee bedoel
ik de mensen, die buiten Friesland wonen, zich niet thuis voelen
op de korte baan. Volgens mijn opinie ligt de zaak anders. Als
wij er voldoende gelegenheid voor zouden hebben, konden er
hier zeker even goede rijders te vinden zijn op de korte afstand
als in Friesland. Het is alleen maar een kwestie van oefenen.
Men moet namelijk weten, dat het rijden op de lange baan
veel en veel moeilijker is en ook daardoor veel meer studie
vraagt. Vandaar ook, dat onze beste rijders steeds in het win
terseizoen naar het buitenland gaan om zich op werkelijk ijs
te bekwamen. Vooral het moeilijke bochtwerk op die afstand
ik heb het daar wel steeds over, maar het is ook het zwaarste
onderdeel bij deze race vergt een nauwlettende training.
Als u de grote rijders zoals
mijn Noorse vriend Hjalmar An
dersen door de bochten ziet glij
den, denkt u bijna zeker: „O, is
dat nu alles;;" maar probeert u
het maar eens na te doen. De
kans en ik durf daar ik weet
niet wat om te verwedden is
bijna zeker, dat u op uw handen
eri met een verschrikt gezicht de
bocht beëindigd.
Omdat juist de lange baan zo
veel studie vereist valt 't te be
grijpen, dat er dan ook bitter
weinig gelegenheid overblijft om
zich op de korte baan te specia
liseren.
Hoe zit dat nu met de Friezen?
Wel, de zaak ligt doodeenvoudig
de Friezen trainen speciaal op
deze afstand. Reeds in de zomer
maanden beginnen zij zich hard-
Billiton 31 te Basrah; Bonaire
30 v. Dover-Funchal; Boschfon
tein p. 29 kp. Guardafui-Aden;
Caltex the Hague Tp. 28 nm.
Gibraltar; Delft 30 te Hamburg;
Diemerdijk p. 30 Mona eil.-Le
Havre; Heemskerk 30 v. Antw.
te R'dam; Hera 28 v. Curagao-
R'dam; Kota Baroe 30 nm. te
Aden; Lekkerkerk p. 29 nm. Fi-
nisterre-Le Havre; Limburg 31
te Alexandrïé; Maas 30 nm. van
A'dam te Gibraltar; Maasland 30
te llheus; Mapia 31 te Portwet-
tenham; Öndina (T) 29 v. Aden-
Menaelahmadi; Oranje 29 v.
Southampton-Port Said; Polydo-
rus 30 nm. v. Indonesië te New
York; Prins Frederik Hendrik
31 vm. v. R'dam te Valencia;
Roebiah p. 30 Ouessant; Rondo
30 v. Port Said-Alexandrïé; Rotti
30 nm. Liverpool venv.; Sumatra
p. 30 nm. Finisterre; Tosari
29 in Suezkanaal: Trompenberg
p. 30 Ouessant; Willemstad 30 te
Trinidad.
nekkig toe te leggen op sprint,
een afstand van 160 meter. Na
tuurlijk gaat dit op het droge en
zij doen dat door hard te lopen.
Want het kortebaan-rijden is in
wezen meer hardlopen op de
schaats dan rijden, in Friesland
is het kortebaan-rijden ook zo
populair, dat vele ijsbanen er
speciaal op zijn ingericht, er
wordt daar alleen korte baan ge
reden. Men weet, dat ook de be
roemde voetbalcrack Abe Lenstra
z'n weetje op die banen wel
kent. Hij doet dat al even graag
als zijn streekgenoten. Deze ba
nen hebben volgens een oude
Friese traditie een afstand van
160 meter. Daar wijkt men nim
mer van af.
Men heeft mij gevraagd wat
het wezenlijke verschil is tussen
de training en de techniek bij de
sprint en het lange afstandrijden.
Min of meer heb ik dat hierbo
ven reeds uiteengezet. Ik wil
het echter nog eens duidelijk en
precies vertellen.
De sprint eist onnoemelijk veel
routine, zij is daarom en ik
zeg dit voor de adspirant-sprin-
ters uitdrukkelijk ook alleen
alleen op het ijs te leren. Het is
een vrij korte en zeer beweeg
lijke slag, terwijl deze op de
lange afstand rustig en beheerst
is en iets katachtigs heeft. Juist
dat kan zeker door droogtrainen
worden aangeleerd, al heeft men
dan natuurlijk zo gauw men op
het ijs staat nog altijd een fikse
achterstand bij degene, die steeds
op de gladde ijsvloer heeft kun
nen oefenen. Wat echter bij bei
de afstanden van heel groot be
lang is, is de verdeling van het
krachtenreservoir.
Het gebeurt dikwijls dat een rij
der, die onnoemelijk fel van
start is gegaan, halverwege de
baan reeds zijn krachten heeft
opgebruikt en dan in een ont
stellend tempo terugzakt. Bij de
lange afstand speelt dit een zeer
grote rol. Men moet van zichzelf
precies weten tot hoever men
kan gaan, hoeveel kracht men
op die afstand kan gebruiken
zonder het gevaar te lopen zich
zelf dood te rijden. Voor het rij
den door de bochten zonder
vaart te minderen wordt wel bij
zonder veel energie gevraagd.
Men moet z'n balans volkomen
weten te bewaren en ook het
rhythme. Men moet als het ware
gewoon door blijven rijden, al
leen zet men bij 'n linkerbocht
met het rechterbeen sterker af
en bij een rechterbocht natuur
lijk met het andere been.
Ten overvloede kan ik daarbij
nog voegen dat men zo'n slag
voor het ingaan van de bocht en
ook als men er weer uitglijdt
moet berekenen. Een goede ba
lanshouding is ik hoef dat niet
meer te zeggen een uiterst
voorname factor bij het gaan
door de bocht. Van mezelf weet
ik, dat ik gewoonweg nacht
merries heb gehad van die ellen
dige bochten. En het heeft me
ontzettend veel wilskracht ge
kost om dat onder de knie te
krijgen. Het is me gelukt, al heb
ik nog steeds niet de volmaakte
techniek te pakken. U moet bij
voorbeeld een Andersen, een
Farstad een Pajor en andere be
faamde rijders eens zien. Ik hoop
dat het dit jaar, nu er voor ons
land zoveel op het spel staat, be
ter met me gaat. Want niet alleen
voor mezelf maar ook voor mijn
eigen land zou ik dolgraag een
of meer titels (eindelijk) te pak'
ken willen krijgen. We zullen
maar afwachten. Misschien lukt
het nu eens.
DEZE week wilde
ik je iets vertellen
van Kees, die he
lemaal niet van
sneeuw hield. He
lemaal niet? Nee.
Hij had er een hekel aan.
Zodra hij de sneeuwvlok
ken uit de grijze lucht zag
neerdalen, begon zijn ge
zicht te betrekken. „Jakkes"
zuchtte hij dan, „daar be
gint het weer: baantje glij
den, sneeuwballen gooien
en sneeuwpoppen maken,
alsof dat zo leuk is".
Misschien ben je nu een
beetje verbaasd, want de
dingen, die Kees opnoem
de, vind jij juist wel fijn.
Zo is het met de meeste
kinderen, maar Kees was
een uitzondering. Die was
gewoon bang van sneeuw.
Hij vond het al akelig, als
er een sneeuwbal tegen zijn
wang kwam. Dat was nat
en vies, zei hij, stel je voor:
nat en vies!
Van baantje glijden hield
Kees ook niet. Hij kon het
niet en hij probeerde het
ook niet. „Wat is daar nou
aan" mopperde hij en ter
wijl de andere jongens en
meisjes vrolijk voorbijvlo
gen, stond hij met een ver
veeld gezicht voor het raam
te kijken. Soms wenkten
de kinderen hem wel eens.
„Kom mee!" riepen ze dan,
„willen we een sneeuwpop
maken?" Kees wist wel, wat
hij liever deed. Met zijn
handen in die koude sneeuw
graaien? Hij bedankte er
voor, nooit van zijn leven.
Dat was bijna net zo erg als
schaatsenrijden.
Het leek wel, of Kees
helemaal geen echte Hol
landse jongen was. „Ga
toch eens naar buiten, kijk
toch eens wat een pret je
vriendjes maken", zei zijn
moeder vaak. Kees luister
de niet. Hij bleef maar bin
nen zitten, tot hij op een
goede dag.
ACH nee, het gebeurde
niet op een dag. Het
was nacht, Kees wist het
zeker. Hij lag in bed en hij
had al geslapen, toen er
opeens op de voordeur ge
klopt werd. Niemand deed
open. „Vader en moeder
horen het zeker niet" dacht
Kees en omdat het kloppen
maar aan bleef houden, be
sloot hij zelf open te gaan
maken. Hij schoot een dik
ke trui over zijn pyama aan,
deed een paar warme pan
toffels aan zijn voeten en
liep zachtjes naar de deur.
Hé, daar stond een
sneeuwpop op de stoep. Het
was een mooie, met ogen
van gitzwarte kooltjes, een
echte hoed en een wollen
sjaal. Hij trok Kees met
een hand naar buiten en
deed met zijn andere hand
pen naar binnen. „Aah" zei
Kees, „wat prachtig".
De zaal was werkelijk
schitterend. Aan de muren
hingen kandelaartjes van
ijskristal met pinkelende
sterretjes als kaarsjes. Aan
de ene kant van de zaal
stond een grote tafel te
midden van sierlijke stoel
tjes, die met glanzend rijp
waren bedekt. Aan de an
dere kant lag een spiegel
gladde vloer, waarin Ijs
bloemen blonken.
De sneeuwpop moest
Kees weer meetrekken.
de deur dicht. „Ik sta hier
al een uur op je te wach
ten" zei hij enkel, „kom
mee, ik heb niet veel tijd
meer".
Kees begreep er niets van.
„Memaar" stotterde hij,
„ikik ken je niet eens, we-
waar ga je naar toe?"
Hierop trok de sneeuwman
zijn wenkbrauwen van lu
cifershoutjes hoog op.
„Waar zou ik nou naar toe
gaan!" zei hij, „da's me ook
een vraag". Kees dacht even
na „Ga je, ga je naar een
soort sneeuwpaleis of zo?"
„Een soort sneeuwpaleis"
antwoordde de sneeuwpop
verontwaardigd „ik ga
naar het mooiste en grootste
sneeuwpaleis dat er maar
te vinden is".
De sneeuwpop had niet
teveel gezegd. Kees keek
zijn ogen uit. Eerst liepen
ze een lange witte laan tus
sen dennebomen door en
toen kwamen ze aan eer:
toegangspoort, die wel van
glas leek. Het was een poort
van ijs, helemaal met glin
sterende pegeltjes versierd.
Het paleis zelf was nop
veel mooier. Het was
sneeuwwit en het had zo
veel torentjes en koepel
tjes, als Kees in het fijnste
sprookjesboek nog nooit ge
zien had. Hij stond er vo'
verbazing naar te kijken
Ze beklommen een trap van
ijstreden, waarop een lo-
pertje van kleine sneeuw
vlokjes was gelegd en lie-
„Kom" zei hij, „dan zal ik
je eens wat laten zien". Ze
gingen ieder op zo'n sier
lijk stoeltje aan de lange
tafel zitten, naast andere
sneeuwmannen, grote en
kleine, deftige en eenvou
dige. Er was een feestmaal
aan de gang, een heerlijk
feestmaal. Er stonden ijs
puddingen met sneeuwwit
slagroom op tafel, porties
ijs met vruchtjes en fijne
poedersuiker en frisse ijs-
toffee's. Kees strekte zijn
hand uit, maar de sneeuw
man naast hem hield hem
tegen. Weer gingen zijn
wenkbrauwen van lucifer
houtjes verbaasd omhoog.
„Jij houdt toch niet van
sneeuw of ijs?" zei hij,
„sneeuw is nat en vies, ijs
is koud".
Kees keek beschaamd
voor zich. Wat moesten al
die sneeuwpoppen aan tafel
wel niet van hem denken!
Gelukkig, ze schenen 't niet
gehoord te hebben. Ze had
den het veel te druk met
hun ijspudding. Kees zag ze
smullen en hij kreeg zelf
steeds meer trek. „Zou ik
niet een heel klein beetje
mogen proeven?" vroeg hij
aan de sneeuwman, maar
die schudde van nee. „Zo
gauw je eens met sneeuw
bent ingewreven" was zijn
antwoord, „zo gauw je eens
een sneeuwpop hebt ge
maakt en met sneeuwballen
hebt gegooid".
De sneeuwman was nog
niet uitgesproken, of er
klonk vrolijke muziek door
de zaal. Wat was er aan
de hand? De sneeuwman
nen gingen dansen op de
spiegelgladde ijsvloer met
bloemen. „O, wat zou ik
graag meedoen met die
sneeuwpoppendans" -riep
Kees opgetogen en weer
keek de sneeuwman ver
baasd. „Heb je al eens op
het ijs gestaan?" vroeg hij.
Kees kreeg een vuurrode
kleur. „Ik zal het morgen
doen" zei hij „en ik ga ook
sneeuwballen gooien. Maar
mag ik dan nog eens
komen kijken enneook
mee-eten en meedansen?"
De sneeuwman knikte en
toen gaf hij Kees een zetje.
Zoef, daar schoof hij het
gladde sneeuwpaleis uit én
de witte weg over. Steeds
harder ging het, tot Kees
met een bons weer in zijn
bed zat.
DE hele morgen moest
Kees aan zijn bezoek
aan het sneeuwpaleis den
ken en toen het middag
waszocht hij vlug de
schaatsen op, die hij eens
voor zijn verjaardag had
gekregen. Hij had ze nooit
gebruikt, maar nu bond hij
ze toch onder en al ging
het nog zo moeilijk. Kees
probeerde ijverig te schaat
sen!
Bij het naar huis gaan
deed hij mee met sneeuw
ballen gooien en vóór hij
binnen was, stond er een
prachtige sneeuwpop op de
stoep. „Wat mankeert jou
ineens, Kees?" vroeg ieder
een, maar Kees zweeg ge
heimzinnig. Hij kon toch
niet over zijn tocht naar
het sneeuwpaleis gaan ver
tellen?
Ja, dat sneeuwpaleis
Kees kwam er nooit meer.
Hij zag de sneeuwpop van
die nacht niet meer terug.
Maar hij had voor eens en
voor altijd geleerd van
sneeuw en ijs te houden. En
zeg nu zelf: was dat eigen
lijk niet fijner dan een be
zoek aan het sneeuwpaleis?
Want dat sneeuwpaleis, zie
je, was toch maar een
droom
Op de Tweede Kerstdag 1916 kwam de fusie tot stand tussen
de R.K. Handelsreizigersverenïging te Rotterdam en de R.K.
Bond St. Christoffel te Den Bosch en bij de geboorte van dit
kerstkindje aldus Z.H. Exc. Mgr. B. J. Alfrink op het te Utrecht
gehouden congres van St. Christoffel was Mgr. H. van de
Wetering peter. Niet alleen hierom toonde de coadjutor-aarts
bisschop gaarne belangstelling voor de samenkomst van deze
„Christus-dragers", maar ook waardeerde Zijne Excellentie het,
dat de bond de maatschappelijke en economische belangen
van rijn leden steeds trouw en met succes behartigd had.
Desnoods, aldus Zijne Excel
lentie. zou het verzorgen van
maatschappelijke belangen ook
buiten katholiek verhand kun
nen plaats hebber*, maar voor
gelovige christenen kan dit alles
'beter 'gebaseerd zijn op de
katholieke levensovertuiging.
De functie van Sint Christof
fel in de samenleving betekent
een schakel te zijn tussen de
consumptie en de productie, het
geen een lange weg in deze tijd
is: als onderdeel der maatschap
pelijke samenleving heeft dit die
nende waarde, doch des te meer
waarde zal dit dienen hebben,
ais het geschiedt naar het voor
beeld van Hem, die gekomen is
om te dienen.
Ook het ideaal van de heilige
reus Christoffel was: diensten te
bewijzen aan de evenmens bij
het overtrekken van de brede
rivier. In deze zin kan er over
eenkomst zijn tussen de taak
der Sint Christoffel-leden en
het leven van Sint Christoffel.
Zijne Excellentie dankte de
leden van de vijf en dertig jaar
geleden gefuseerde organisaties
voor wat in deze tijd in de geest
van apostolaat naar binnen en
naar buiten gedaan was en bad,
op voorspraak van hun patroon
heilige, Gods zegen over hun
gezinnen en organisatie af.
Op verzoek van de algemeen
voorzitter, de heer A. A. Koot
uit Bussum, legden allen dan
staande de belofte af, dat zij in
deze geest zouden blijven wer
ken.
In zijn begroetingsrede her
dacht de heer Koot de pioniers
uit het verleden, als .mensen,
die van goede wille" waren.
Verder werd teruggedacht aan
het tot stand komen van de wet
van 1936, regelende de rechts
positie van handelsagenten en
reizigers, de rijksregeling van
1946 voor een gegarandeerd
minimum-inkomen, de voorbe
reiding 'op een wettelijke be
scherming van dit beroep etc.
Met nadruk wees spr. er op,
dat de Sint Christoffel-mannen
door de bijzondere plaats die zij
in de hiërarchie van het bedrijfs
leven innemen, straks verant
woordelijke plaatsen zullen kun
nen innemen in de publiek
rechtelijke organen of althans
waardevolle adviseurs kunnen
zijn.
Bedenkelijk achtte spr. het
dat men. in. de na-oorlögse tijd
vaak zoekt naar oplossingen van
problemen, waarbij de direct-
betrokkener» soms in het geheel
niet geraadpleegd worden. Een
schande noemde spr. het, dat in
1951, ondanks 'het 12y;>-jarig be
staan van de Vestigingswet
Kleinbedrijf, het cadeau-stelsel
weliger tiert dan ooit.
Vijf jaar geleden had prof. v.
d. Brink de Sint Christoffel-leden
voorgehouden, dat zii in de ko
mende jarer» een belangrijke rol
zouden kunnen spelen; dat de
vertegenwoordigers zich name
lijk zouden moeten opwerken tot
adviseurs inzake de op de markt
levende behoeften. Thans, nu de
verwezenlijking van de P.B.O.
zo vlak voor de deur staat, had
men prof. mr. J. J. M. van der
Ven gevraagd op het congres te
spreken over de handelsrei
zigers, handelsagenten en de
P.B.O.
In dit verband bracht spr. on
der meer naar voren, dat de
leden van Sint Christoffel, die
voor geen enkel bedrijf repre
sentatief geacht kunnen worden,
begrip zullen moeten hebben
voor de noodzaak der reorgani
satie en de her-oriëntering van
geheel het Nederlandse vak
verenigingsleven; desnoods zal
men een offer moeten kunnen
brengen, om het jarenlang „ver
trouwd" geraakte milieu te
verlaten, als de bakens verzet
zouden moeten worden. De han
delsreiziger zal een plaats krij
gen in de ondernemersraad,
maar eer het zover is. zal er
nog veel „begrip" opgebracht
moeten worden.
FEUILLETON
107. Verhagen snelde toe om
hem te helpen. De gekwetste
guerrillastrijder lag ineengekron
keld voorover. Zijn benen waren
opgetrokken en een vochtige
donkere vlek breidde zich lang
zaam uit op het mos. De soldaat
knielde naast hem en wilde hem
voorzichtig op zijn rug leggen.
Juist toen de jongen zich over de
man heenboog, zag Verhagen een
kris opflitsen. De soldaat greep
naar zijn borst en zakte langzaam
op zij, maar de zwaar gewonde
inlander richtte zich op eén arm
op en stootte nog twee maal de
kris tot de handgreep in zijn
lichaam.
De luitenant voelde een weeë
duizeling. Toen hamerde zijn hart
wild in z'n borst en joeg het
bloed kloppend naar de slapen.
Een blinde woede bracht een rode
waas voor zijn ogen, maar toch
zag hij heel duidelijk, hoe het
vaalbruine gezicht verbrijzeld
werd tot een bloedige massa, toen
hij er zijn pistool op leegschoot.
'Automatisch bleef hij de trek
ker overhalen, ook nadat de
laatste kogel was verschoten.
Toen kroop plotseling een gevoel
van walging door z;jn lichaam
omhoog en hij moest diep ademen
en z'n nagels in de handpalmen
drukken om niet te braken.
Koude zweetdruppels liepen
langs zijn voorhoofd en het was
alsof een ijzeren band om zijn
slapen knelde. Van heel ver
scheen een geluid van opgewon
den stemmen en snelle voetstap
pen tot hem door te dringen,
maar hij gaf er zich geen reken
schap van. Hij voelde zich, alsof
hij alleen in dit bos was, alleen
met het lijk van de jongen, voor
wiens leven hij verantwoordelijk
was geweest en dat van de tegen
stander, die hij in woede had
vermoord. Hij keek naar het ver
minkte lijk van de guerrillastrij
der en wendde vol afgrijzen het
hoofd af. Maar onweerstaanbaar
werd zijn blik naar dat bloedige
gelaat getrokken. Deze man had
hij gedood. Niet uit noodzaak,
maar uit wraak had hij hem
neergeschoten. Hij wist dat het
wraak was geweest, want toen
hij zijn pistool trok, had de man
hét mes reeds laten vallen en was
hij neergezonken naast zijn
slachtoffer.
Verhagen zag nu wonderlijk
helder, hoe het was gegaan. De
inlander lag hijgend op z'n zij
en keek met woeste triomf in zijn
pijnlijk vertrokken gezicht naar
de jongen, naast hem neerge
vallen. De kris lag even verder
dan de halfgeopende hand van de
Javaan.
Toen had hij de man doodge
schoten. Niet om de soldaat te
helpen, maar in een woeste drang
om te vernietigen, om dat in pijn
nog grijnzende gezicht te ver
minken.
Hij hoorde hoe iemand tegen
hem sprak, maar de betekenis
drong niet tot hem door. Hij keek
naar het verminkte gezicht en 'n
smartelijke verwondering kwam
over hem, dat hij zoiets had kun
nen doen. Deze dode man was
een moordenaar. Zeker. Hij had
de jongen, die zich over hem heen
boog om hem te helpen, verra
derlijk vermoord. Maar gaf dat
een ander het recht om hem dood
te schieten?
Verhagen wist nu opeens heel
duidelijk, wat zijn plicht was ge
weest, zijn plicht als officier en
als mens. Hij had deze inlander
gevangen moeten nemen en over
moeten geven aan de krijgsraad.
Misschien was de man dan ter
dood veroordeeld. Misschien.
Maar dan nadat hij was verhoord
en zich had kunnen verdedigen.
En misschien ook was hij met
dwangarbeid gestraft. In beide
gevallen was er recht gedaan.
Maar hij had de man gedood. Hij
had hem geen gelegenheid gege
ven om zich te verantwoorden.
Hij had hem niet gevraagd, wie
die vreselijke haat in zijn hart
had gezaaid, dat hij, zelf zwaar
geiyond, zijn laatste krachten
verzamelde om een willekeurige
blanke te vermoorden, een jon
gen, die kwam om hem te helpen.
Met een schok besefte de luite
nant, dat men die vraag ook aan
hem zou kunnen stellen. Wanneer
nu de tegenstanders hier de over
hand hadden, zou hun comman
dant voor dezelfde keus staan als
hij daarstraks. Of liever, er was
geen keus. Hij zou de blanke do
den en een andere blanke hem
weer, want deze duivelse kring
loop zou nooit gesloten worden.
Verhagen zag plotseling, waar
om hij deze man had gedood. Hij
had het gedaan, onafhankelijk
van zijn eigen wil, handelend sils
onderdeel van z'n groep. Het pri
mitieve groeps-instinct van de
mens had hem er toe gedreven
om de misdaad, tegen iemand
van zijn groep begaan, te wreken.
Het was niet, omdat hij een haat
had tegen die ander, want als hij
hem krijgsgevangene had ge
maakt, zou hij hem goed hebben
behandeld. Hij voelde zelfs een
soort sympathie voor de zes an
dere gevangenen en hij zou ze ze
ker bèschermen, wanneer iemand
hen zou aanvallenomdat
het „zijn" krijgsgevangenen
waren en ze dus enigszins bij zijn
groep behoorden.
Het was ook niet geweest, om
dat hij op de vermoorde bijzonder
gesteld was geweest, want hij
had zich niet eens afgevraagd,
welke jongen het was. Het was
een van zijn jongens, dat was
voldoende. Het was hetzelfde
groepsinstinct, dat bij een ver
keersongeval de sympathie der
automobilisten naar de chauffeur
trekt en die der voetgangers naar
het slachtoffer; dat de bewoners
van twee dorpen tegen elkaar op-
zét en dat de menigte doet joelen
tegen de politie, wanneer die een
hunner opbrengt.
Toen de tegenstander zijn kris
in het lichaam van die jongen
stak, had Verhagen zich vereen
zelvigd met die jongen.
(Wordt vervolgd)
PRAAG (K.N.P.) Prei
Radio Praag aan 40 Ka!
deze priesters waren tot
diging van „vijandelijke
republiek". De priesters
gratieverzoek hebben ïi
„Vredescomité van de K
comité is de organisatie
gen instrumenten zijn v
Kerk in Tsjecho-Slowaki
van het ware geloof.
De gelederen van het
zouden na genoemde s
weer met 40 „herschoolde
ters, die volgens de comi
sche berichten voor de
nistische gevangenis-m
zijn gezwicht, versterkt
In dit licht zou het beg
kunnen zijn, dat aan de
„volledige kwijtscheldir
straffen" werd verleend
weer in hun ambt worde
steld. Zij hebben een ve
moeten afleggen, dat zij c
tieven van de regering
volgen en het commui
regime niet zullen hinden
De priesters behoeven
te worden van de Commu;
Partij. Het Ministerie vot
dienstzaken te Praag he
de wens te kennen gege
de zgn. „patriottenprieste
ver niet officieel tot de
moeten toetreden om zo
volk de indruk te wekker
onpartijdig staan tegenovi
gering. Daardoor zoude:
afkerigheid en het wan
van de gelovigen kunnen
men.
In het kader van deze
dende manoeuvre heeft h
van genoemd ministerie,
Fierlinger, de zwaar-zie
schop van Budejovice
Hlouch, bezocht oun hem
gen de aartsbisschoppelij
te Praag van de in gevanj
levende Mgr. Beran ovci
men. Als beloning bood F
de bisschop een gratis 1
ling door de beste spe
aan. Mrg. Hlouck heeft
bod geweigerd.
Vaticaanse kringen,
genoemde regeringsmano
de hoogte waren, hebbe
opgemerkt, dat merkwi
wijze tegen 40 Slowaak:
ters een proces wordt voc
deze priesters worden ei
schuldigd te hebben gi
reerd met het Vaticaan er
pogingen te hebben get
over de Tsjechische f
vluchten. Klaarbiykelijk
dus de vrijgelaten en 1
priesters de 40 open
plaatsen der beschuldigd:
ten. Misschien worden
anderen, die door de co
ten thans beschuldigd
hun beurt vrijgelaten, n
in dienst van de commu
kerkvervolging.
Het Vaticaan heeft de
Slowaakse gelovigen het
gedaan om één dag van
te maken tot een gebed:
eerherstel voor de bele
die de H. Vader door de
Slowaakse radio en pers
aangedaan De Pauselijk
omroep waarschuwt uitdi
geen lijsten van deelner
te leggen, omdat die in v
handen zouden kunnen v
Terwijl Rome uitdrukk
aan zijn bezorgdheid en
vervolging in Tsjecho-S
Het Indische elftal, da
te van de Amibonese ka
ners enige wedstriider
land speelt, kwatm gis
tegen Vitesse. De Arr
bleven met 42 in de
heid.
In Beieren werden
tionale skispringwedstr
houden. De begetting
zeer sterk en tot veler
won de 24-jarige Zwee
voor de wereldrecordhou
Weiler.
In Parijs, voor meer
toeschouwers, verslor
ge Italiaanse middengev
lazzo de Fransman Au
de tweede ronde. Deze 2
zal nu waarschijnlijk o:
a.s. tegen Luc van Dam
Bij de sluiting vai
sehrijvingen voor de Ol
winterspelen in Oslo ontl
land op het apoèl. Natui
een evt. latere inschrii
geaccepteerd worden, j
redenen opgegeven word
°tn de inschrijving
werd. Acht en twinti
waaronder Nederland g:
de précense.
-— Het gaat de Britten
met de voorbereiding
p Ivmpische Zomerspele
tegenslag met de 400-n
Pugih, komt thans ook h>
dat de 17-iarige sprintk
•June Foulds door een
commissie zal worden g'
verband met haar optr<
de BBC.
Onze landgenoten
jmgs blijven 't maar m;
won mej. Heemskerk
naar eerste partij, gistei
ze weer de eer aan ha
stander laten. Oo:k Donn
vpf ronden slechts t™e
5[e%n. w.o. tegen d
Schmidt. Hij sluit de
Punt.
De traditionele i
~92l. *n, ?a° Paulo zag
reldfbezetting aan de i
schijnen. De Duitser
won de 7.3 km-loop voo
zihaan Aauilar. De Del
Werd tiende.