GRAF van ST. PETRUS is 19 eeuwen lang
een voorwerp van grote verering geweest
De „concentratiekampen"
in het hedendaagse Spanje
Herverdeling van inkomen en vermogen
UNESCO laat atheïsten
geschiedenis schrijven
BANDJIR OVER JAVA
Wat de socialisten willen
Grote moeilijkheden bij
uitgraving onder St. Pieter
Naar wij vernemen
Internationaal comité laat niets
van zich horen
Jongens speelden
met exolosieven
HAAGSE BRIEF
Felle verontwaardiging in Katholieke
en Christelijke kringen
Regelrechte en „koude" socialisatie
door Leo Broeksmit
PAGINA
VRIJDAG 4 jANUARI 1952
VATICAANSTAD (K.N.P.) Na een zware arbeid van ongeveer
12 jaren is de opgTavingsdienst van de Sint Pieter te Rome,
welke staat onder leiding van Mgr. Dr. L. Kaas, erin geslaagd
met wetenschappelijke zekerheid vast te stellen, waar zich het
graf van de eerste Paus, de H. Apostel Petrus, bevindt Het grai
dat leiders en werklieden hebben gevonden, is niet, zoals som
migen gaarne hadden verwacht, een goed verzegeld en gesloten
grab wat men ontdekte?- waren resten. Doch met argumenten,
die wetenschappelijk gezien ook de strengste toets der critiek
kunnen doorstaan, heelt de opgravingsdienst kunnen bewijzen,
dat deze resten tot het graf van Petrus zeil behoren: een kleine
ommuurde, doch geïsoleerde ruimte. De menselijke beenderen,
die nabij dit grai zijn gevonden, kunnen bij deze stand van de
wetenschap niet worden geïdentificeerd.
Met de aanbieding van het
werk over de opgravingen onder
de Confessio van de St. Pieter
aan Z.H. Paus Pius XII eindigt
het eerste gedeelte van deze
werkzaamheden, die sedert 1939
onder de Vaticaanse Basiliek wor
den uitgevoerd. Waarlijk een in
teressant slot. Aan het werk, dat
met een inleiding van mgr. L.
Kaas aanvangt, hebben met des
kundigheid en toewijding de vier
geleerden, die de bijzondere op
dracht kregen de blootgelegde
monumenten te bestuderen de
architect B. M. Apolloni-Ghetti,
de paters A. Ferrua en E. Kirsch-
baum en prof. E. Iosi mede
gewerkt. Het draagt als titel: „De
opgravingen onder de Confessio".
Het geeft eerst een algemeen
overzicht van de oude topografie
van de Vaticaanse omgeving;
daarna volgt de beschrijving van
de heidense grafkamers waar
van enige later door Christenen
werden gebruikt gelegen in
de nabijheid van het apostolisch
graf; vervolgens leest men de
beschrijving van de plaats van
het „herinneringsmonument", dat
sedert het midden van de twaalf
de eeuw ter ere van de apostel
werd opgericht en kan men de
opeenvolgende transformaties vol
gen, welke dit monument tot aan
de bouw van de Constantijnse
basiliek heeft ondergaan. Het
werk bevat tenslotte de beschrij
ving van de bouw van deze ba
siliek, de bijzondere eigenschap
pen ervan, de radicale verande
ringen gedurende de loop van
de eeuwen tot aan de gedeelte
lijke afbraak in de 16e eeuw,
toen de nieuwe basiliek werd
opgericht. Als besluit volgt een
numismatisch bijvoegsel van de
hand van Serafani, waarin de lijst
wordt gegeven van het groot aan
tal munten, die tijdens de uitgra
vingen werden gevonden en
waarvan het grootste gedeelte
rondom het graf en boven het
graf van de Apostel zijn gevon
den als getuigenis van een lang
durige en ononderbroken ver
ering, welke van de tijden van
voor en na Constantijn tot aan
onze moderne dagen gaat.
De behandelde stof is dus uit
gebreid. Maar de aandacht con
centreert zich natuurlijk op de
ZATERDAG 5 JANUARI
HILVERSUM 1. 402 meter.
7.00 VARA, 10.00 VPRO, 10.20
VARA, 19.30 VPRO, 20.00—24.00
VARA.
7.00 Nieuws, 7.15 Ochtendgym
nastiek, 7.30 Zendersluiting. 9.00
Nieuws en weerberichten, 9.12
Gram. muziek (9.309.35 Water
standen), 9.50 Voor de huis
vrouw, 10.00 „Tijdelijk uitge
schakeld", causerie, 10.05 Mor
genwijding. 10.20 Voor de ar
beiders in de continubedrijven,
11.40 Strijktrio, 12.00 Metropole
Orkest, 12.30 Land- en tunibouw-
mededelingen. 12.33 Lichte mu
ziek. 13.00 Nieuws, 13.15 „Kleine
zonden", hoorspel, 13.30 Accor
deon-orkest, 14.10 Filmprogram
ma, 14.35 Amateursuitzending.
15.30 „Van de wieg tot het graf",
15.45 Dansmuziek, 16.15 Sport-
praatje, 16.30 Radio-phil'barmo-
niseh orkest en solisten, 17.15
Voor de jeugd, 18.00 Nieuws,
18.15 VARA-varia, 18.20 Lichte
muziek. 18.40 Regeringsuitzen
ding: Zoeklicht op de Westerse
defensie, 19.00 Artistieke staal
kaart, 19.30 ..Passepartout", cau
serie, 19.40 „Het Oude Testament
in deze tijd", causerie, 19.55
„Deze week", causerie, 20.00
Nieuws, 20.05 Actualiteiten. 20.15
Gevarieerd programma, 21.15
Weense muziek, 21.45 Socialis
tisch commentaar. 22.00 Negro
spirituals, 22.25 „Onder de pan
nen", hoorspel. 22.45 Dans
muziek, 23.00 Nieuws, 23.15 Or
gelspel. 23.30—24.00 Gram. mu
ziek.
HILVERSUM 2, 298 meter.
7.00—24.00 KRO.
7.00 Nieuws, 7.15 Morgen
gebed en liturgische kalender,
7.30 Zendersluiting, 9.00 Nieuws.
9.10 Voor de huisvrouw, 9.35
Klein koor, 10.00 Voor de kleu
ters, 10.15 Gram. muziek. 11.00
Voor de zieken, 11.45 Gram.
muziek. 11.50 Als de ziele luis
tert, 12.00 Angelus, 12.03 Gram.
muziek (12.30—12.33 Land- en
tuinbouwmededelingen). 12.55
Zonnewijzer. 13.00 Nieuws en
katholiek nieuws, 13.20 Amuse
mentsmuziek. 14.00 Boekbespre
king, 14.10 Gram. muziek, 14.20
Engelse les. 14.40 Omroeporkest.
15.35 Kroniek van letteren en
kunsten, 16.15 Gram. muziek.
16.30 De schoonheid van het Gre
goriaans. 17.00 Voor de jeugd,
18.00 Nieuws, 18.15 Journalistiek
weekoverzicht, 18.25 Zang en
orgel, 18.45 Buitenlandse corres
pondenties. 19.00 Filmprogram
ma. 19.15 Parlementsoverzicht,
19.25 Gram. muziek, 19.52 Actua
liteiten, 20.00 Nieuws en weer
berichten; 20.08 De gewone man
zeg er 't zijne van, 20.15 „Licht
baken", causerie. 20.30 Gram.
muziek, 21.00 Gevarieerd pro
gramma, 21.53 ..Wat zou u
doen?". 22.00 Gram. muziek,
22.30 Wij luiden de Zondag in,
23.00 Nieuws. 23.15 Nieuws in
Esperanto. 23.22—24.00 Kamer
orkest.
hoofdstukken, welke betrekking
hebben op het graf van de Apos
tel en het „herinneringsmonu
ment" behandelen. De Paus heeft
reeds de gelegenheid gehad een
kort overzicht van de resultaten
van deze onderzoekingen in Zijn
redevoeringen te geven.
Hij heeft hierover meer gezegd
in de toespraak, welke Hij een
jaar geleden bij de sluiting van
het H. Jaar uitsprak. Door de be
schrijving van de bijzonderheden
van de archaeologen en de illu
straties en fotografieën kan het
publiek vandaag de zin en de be
tekenis van de Pauselijke woor
den waarderen en begrijpen.
Enige hebben zonder twijfel
grote illusies gekoesterd het
betreft hier niet alleen ongelet
terde personen, maar ook som
mige geleerden die zich had
den voorgesteld, dat de opgra
vingen onder het altaar Van de
Confessio een goed besloten, ver
zegeld graf zouden hebben op
geleverd, liefst aangeduid met de
naam van de Apostel. Maar de
archaeologie weet, dat van de
gesloten graven er slechts zeer
weinige gedurende de loop der
eeuwen zijn overgebleven en dan
betreffen deze bijna altijd per
sonen, die gedurende hun leven
of na hun dood niets hebben
achtergelaten; immers de graven
van hen, die bij leven of na de
dood werden geëerd, of het te-
fendeel, de hoon der mensen on-
ervonden, blijven gedurende de
eeuwen niet ongeschonden be
staan. Maar er blijven steeds res
ten over van hun graf. Dit con
stateren wij vandaag op weten
schappelijke en onbetwijfelbare
wijze bij het graf van de Prins
van de Apostelen.
Graf van Petrus,
centrum van basiliek
De overlevering leert ons, dat
St. Petrus, gedood gedurende de
vervolging van Nero, werd be
graven in de Vaticaanse buiten
plaats; dat op zijn graf, sedert
het begin van de derde eeuw, de
Romeinse priester Gaius de aan
wezigheid van een monument
aanwees en dat Constantijn, in
het begin van de vierde eeuw,
boven dit graf een basiliek liet
bouwen. Een andere overlevering
scheen te bevestigen, dat de hei
lige relieken van de Apostel, ge
durende de vervolging van Va
lerius tegelijk met die van de H.
Paulus naar de begraafplaatsen
aan de Via Appia waren over
gebracht. Deze begraafplaats
kreeg later de naam van de H.
Sebastianus en inderdaad wer
den hier enkele tientallen jaren
geleden overtuigende bewijzen
gevonden, van de verering, die
fedurende een zekere tijd aan
eze twee Apostelen werd bewe
zen.
De hedendaagse opgravingen
zeggen ons, dat zich hier, juist
onder het altaar van de Confes
sio, enige zeer eenvoudige gra
ven bevinden, welke, zowel van
wege de diepte, waarop zij zijn
gelegen, als vanwege een merk
teken op een sluitsteen van een
der graven, uit de tweede helft
van de eerste eeuw moeten date
ren. Deze graven en ook eer
kleine plaats hiervoor gelegen,
zijn intact gebleven, terwijl wij
hier in grote getale heidense
grafkamers zien, die dateren uit
het begin van de tweede eeuw.
Deze grafkamers hebben be
hoord aan rijke, vrijgekochte sla
ven. Zij liggen in twee rijen
langs de steile helling van de
heuvel, met de voorkant naar
het Zuiden. De grafkamers om
ringen van alle zijden de kleine
plaats, uitgezonderd de Noord
zijde, waar zich de helling van
de heuvel bevindt. Vele andere
graven zijn naast elkaar of bo
ven elkaar naast deze oudere ge
dolven, steeds in de nabijheid van
deze kleine open plaats, welke
echter onaangeroerd" gebleven is.
Enige overblijfselen van deze
kleine muur op de rand van deze
plaats, een weinig hoger gelegen
dan de oudste graven, maken
zonder twijfel deel uit van een
graf. Het is deze plaats, welke
sedert eeuwen het centrum van
de Vaticaanse basiliek vormt.
Alle gebouwen, welke hier ach
tereenvolgens zijn gebouwd, na
dat, waarover dadelijk zal wor
den gesproken en hetwelk dateert
van even na het jaar 150, zijn
rondom dit vaststaande punt, in
verering gehouden, opgetrokken.
Men heeft zelfs, zoals bij de Con
stantijnse basiliek, door deze hal
verwege de helling van de Heu
vel te bouwen, enorme moeilijk
heden moeten overwinnen een
zijde van het gebouw rust op
deze helling en de andere werd
door een sterke onderbouw on
derstut en dit op een terrein, gro
tendeels door grondwater onder
mijnd om dit centrale punt
onder het altaar van de Confes
sio aan te houden. En waarom?
Alleen omdat daar reeds vóór de
helft van de tweede eeuw, d.w.z.
enkele tientallen jaren na de
dood van de Apostel, zijn graf
gelegen was en daar werd ver
eerd.
Herinneringsmonument
Op dit graf werd in de tweede
helft van de tweede eeuw een
„herinneringsmonument"' ge
bouwd, maar vóór die tijd had
men reeds rond het graf werken
uitgevoerd, want op de kleine
muur, waarover zojuist sprake
was, vindt men de overblijfselen
van een tweede muur, wellicht
later opgetrokken tengevolge van
een latere verhoging van het ter
rein. Na het midden van de twee
de eeuw (deze datum is bekend
door enkele aanwijzingen op de
stenen, die de namen Aurelius,
Caesar en Faustina dragen) werd
een drievoudige rij van nissen
aangebracht, waarvan één ter
hoogte van de vloer, de twee an
deren boven de vloer. De eerste
rij heeft aan beide uiteinden een
kleine kolom, welke een traver-
tijnse stenen plaat draagt bij
wijze van een tafel. Eigenaardig
is het, dat de richting van de
muur en van de nissen door de
omgevende gebouwen wordt be
paald, maar dat de richting van
de treden, waarop de kleine ko
lommen staan, een andere rich
ting heeft en deze wordt bepaald
door de as van het graf en van
de oudste graven.
Het „herinneringsmonument"
blijft bestaan, totdat in de vierde
eeuw de Constantijnse basiliek
verrijst. Maar hoeveel verande
ringen heeft dit monument ge
durende de eeuwen niet onder
gaan; de bekleding met marmer,
de verhoging van de grond er
voor, de bouw van een muur te
gen de primitieve muur, waar
schijnlijk nodig geworden om het
instorten van deze laatste te
voorkomen en tengevolge van
het optrekken van deze tweede
muur de verplaatsing van een
van de kleine kolommen: een on
onderbroken serie van werken,
welke getuigen van de grote ver
ering, die men voor dit „herin
neringsmonument" koesterde.
Na de vrede van Constantijn
werd de grote basiliek gebouwd.
Het herinneringsmonument bleef
echter als een soort van monu
mentale kapel, versierd met zes
marmeren kolommen, bestaan en
bevindt zich juist in het centrum
van het priesterkoor. De latere
werken, welke in de 6e en 7e
eeuw het priesterkoor geheel
veranderden, brachten ook in de
kapel veranderingen aan en ver
borgen ten lange laatste het her
inneringsmonument voor de ogen
van de gelovigen. Het bleef ech
ter onder de opnieuw verhoogde
vloer het voorwerp van een blij
vende verering van de gelovigen
en dit was ook het geval, toen
de oude basiliek voor de ma
jestueuze tempel van de 16e en
17e eeuw plaats moest maken.
Zo heeft, sedert het lichaam
van St. Petrus door de gelovi
gen in een nederig graf op de
Vaticaanse heuvel werd gelegd,
de verering zich met grote be
stendigheid voortgezet tot in on
ze dagen. Hierbij moet men re
kening houden met het feit, dat
er zich topografisch gezien geen
enkele verandering heeft voor
gedaan en dat er geen enkele on
derbreking valt waar te nemen
ofschoon er toch zoveel boven
het graf van St. Petrus is ge
bouwd en gewijzigd. Dit feit
geeft elementen van onaanvecht
bare wetenschappelijke waarde.
Deze bestendigheid, bevestigd
door de uitslag van de jongste
opgravingen, geeft een nieuw
bewijs van de onvergankelijkheid
van de belofte, die Christus aan
Petrus heeft gedaan: „Gij zijt
Petrus, en op deze steenrots zal
Ik Mijn Kerk bouwen en de
poorten der hel zullen Haar niet
overweldigen".
is door de Haagse M.T.S. voor t
eerst een landelijke bouwkunde-,
weg- en waterbouwkunde-prijs-
vraag uitgeschreven voor leerlin
gen van Nederlandse M.T.S.'en..
is te Amsterdam onlangs opge
richt de Nationale stichting „Hel
pende Handen" die slachtoffers
van het verkeer aanvullende ma
teriële en zoveel mogelijk andere
maatschappelijke hulp wil ver
lenen; aanvankelijk wordt vooral
aan jeugdige slachtoffers ge
dacht.
fungeert Delft als proefgemeente
voor een selectie-drukmachine
waardoor een belangrijk deel van
de gemeente-administratie (b.v.
oproepingen voor dienstplicht en
verkiezingen) kan worden geme
chaniseerd. Voor de machine heb
ben ook Israël, Indonesië, Turkije
en Zuid-Amerika interesse
wordt er hard gewerkt om Delft
de enige grote gemeente met
een hand-telefoon-centrale te
automatiseren. Dat zal echter nog
wel tot eind 1953 duren
wordt op 2 Februari in het Prin
senhof te Delft een tentoonstel
ling „Honderdvijftig jaar Rijks
archief" geopend. Het Rijksarchief
beschikt thans over 30.000 meter
planklengte vol documenten....
is mr. H. Haga, president van de
Bijzondere Raad van Cassatie te
's-Gravenhage benoemd tot Com
mandeur in de Orde van Oranje-
Nassau
zullen H. M. de Koningin en
Z. K. H. Prins Bernhard op 22
Jan. des middags te 12 uur in
het paleis op de Dam Nieuw
jaarsreceptie houden voor het
corps diplomatique, dat 's avonds
zal aanzitten aan een diner ten
paleize
Haagse woonwijk stroomloos
Een Haagse woonwijk, begrensd
door Laakkade, Trekweg. Broek-
sloot en NoordpolderkaaTe, is gis
teravond een uur lang stroomloos
geweest. Om half zeven begaven
twee transformatoren het, tenge
volge van overbelasting van het
net. Om half acht was de schade
hersteld.
MADRID (K.N.P.) Terwijl
Spanje thans zijn grenzen open
stelt om het Internationale Co
mité tot bestrijding van de Con
centratiekampen gelegenheid te
geven een onderzoek in te stel
len naar de waarheid der tegen
Spanje ingebrachte beschuldigin
gen is nog steeds geen antwoord
ontvangen, dat het Comité op dit
aanbod zal ingaan.
In verband met beschuldigin
gen, die oa. Franse arbeiders in
Toulouse tegen de Spaanse re
gering hadden ingebracht en vol
gens welke 30 Spaanse arbeiders
ten onrechte zouden worden ge
detineerd, heeft de aartsbisschop
van Toulouse, Kardinaal Saliège,
een onderzoek laten instellen.
De Spaanse arbeiders waren
naar hem is gebleken in het
geheel niet vervolgd wegens sta
king, zü hadden niet terecht ge
staan en waren niet veroordeeld.
De Kardinaal achtte zich derhal
ve ervan ontslagen verdere stap
pen te doen.
Het is en blijft een onsmake
lijke geschiedenis met de geruch
ten over Spaanse concentratie
kampen. Dat zij er kort na de
burgeroorlog zijn geweest, staat
vast. Maar zij waren er niet al
leen in het kamp van de latere
overwinnaars, zij bestonden ook
bij de Roden. Alleen reeds de
cijfers over het aantal priesters
dat in de gevangenissen en kam
pen is overleden en dat in de
duizenden loopt, toont aan hoe
wreed de communisten en socia
listen in die tijd te werk zijn
gegaan. Er waren kampen in
Barcelona en Valencia.
De huidige Spaanse regering
schrikt er niet voor terug toe te
geven, dat er vele duizenden, ja
enkele honderdduizenden zijn
gearresteerd en in gevangenissen
en concentratiekampen opgeslo
ten zijn geweest.
Maar, bij duizenden zijn zij los
gelaten, zodat hun aantal op
zienbarend snel is afgenomen.
Een officiële verklaring van de
regering, uitgegeven door de mi
nister van justitie, Antonio Itur-
mendi, stelt vast. dat het aantal
gevangenen in Spanje op dit
.30.000 bedraagt;
onder hen bevinden zich 5000
personen, die tijdens de burger
oorlog zware misdaden hebben
begaan, waarvoor zij hebben te-
recnisia^evisv®»rfeeid'
De minister verklaarde voorts,
dat momenteel m Spanie geen
concentratiekampen mëer be
staan en dat de Spaanse regering
bereid is een deputatie van het
Comité tot bestrijding Van de
Concentratiekampen vrii t/iee-ane
te geven tot de gevangeniss en
tot die plaatsen welke naar
haar mening de naam van con
centratiekampen zouden verdie
nen.
VELSEN—NOORD ONTSNAPT
AAN GROTE RAMP
Naar thans door de politie is
medegedeeld, is Velsen op oude
jaarsavond aan een ramp ont
snapt.
Maandagavond meldde zich bij
de politie een bakkér, die een
jongen had aangetroffen in het
bezit van een hoeveelheid spring-
glycerine, een uiterst gevaarlijke
explosieve stof. Toen de politie
op onderzoek uitging, ontdekte
zij, dat een complot van ongeveer
dertien knapen in de leeftijd van
14 jaar deze springstoffen had
ontvreemd uit een bunker in de
buurt van het Hoogoven.bedrijf
met de bedoeling ze op Oude
jaarsavond tot explosie te bren
gen. De stoffen en evenzo ont
vreemde electrische ontstekers
behoorden toe aan een aannemer,
die. het materiaal o.m. gebruikt
had voor het opblazen van de
duikbootbasis in IJmuiden. Het
is een wonder, dat de jongens met
de vele kilo's springstoffen, die
zij uitermate nonchalant vervoer
den een van hen had de gela
tine en de detonators samen in
zijn broekzak geen ongelukken
hebben veroorzaakt. Indien de
explosieven tot ontsteking waren
gekomen zou Velsen-Noord onge
twijfeld door een ramp van grote
omvang getroffen zijn geweest.
NEW YORK. (K.N.P.), De
Unesco heeft de uitgave aange
kondigd van een standaardwerk
over de geschiedenis der mens
heid. een werk. dat wellicht een
der belangrijkste stukken ge
schiedschrijving zal kunnen wor
den. dat ooit is verschenen. Met
de redactie ervan heeft zii belast
de Amerikaanse treleerde. Dr.
Ralnh E. Turner, die zal funge
ren als voorzitter van de redac
tie van de Internationale Com
missie voor een weten0ch»noeliike
en culturele geschiedenis der
mensheid.
Deze benoeming heeft zowel
in Katholieke als in Christelijke
kringen van Amerika naast pijn
lijke verbazing ook grote ver
ontwaardiging gewekt, omdat
dr. Turner bekend staat als een
fanatiek atheïst en godsdienst
hater. Hij werd o.a. ontslagen
door een van Amerika's bekend
ste universiteiten, omdat zijn
houding tegenover godsdienst en
geestelijke groei een storm van
verontwaardiging had doen op
gaan onder studenten en bui
tenstaanders.
Het is inderdaad geen geringe
opdracht, die dr. Turner van de
Unesco heeft ontvangen. Hij zal
als voorzitter van de redactie
commissie verantwoordelijk zijn
voor en daarom de grootste in
vloed hebben in de samenstelling
van het standaardwerk, dat on
geveer 3 millioen woorden zal
tellen. De Unesco heeft er ruim
twee millioen gulden voor uitge.
trokken en hem vijf jaar de tijd
gegeven. Ongeveer 1.000 promi
nente geleerden van de gehele
wereld zullen eraan medewer
ken. Op het ogenblik zijn nog
slechts de namen bekend ge
maakt van de 10 commissieleden
en van 65 medewerkers.
Van de negen Amerikaanse
medewerkers is er niet één Ka
tholiek. Vice-voorzitter van de
redactiecommissie is de Engels
man Prof. Julian S. Huxley,
eveneens een atheïst. Boven aan
de lijst van Engelse medewer
kers staat Earl BeTtrand Rus
sell, de vroegere directeur-gene
raal van de Unesco. Ook diens
medewerking heeft groot protest
uitgelokt. Bertrand Russell is
voorstander van het vrije hu
welijk en de vrije moraal. Zijn
werken zijn veelal gericht tegen
het Christendom. Als directeur-
generaal heeft hii de Unesco ge
heel en al a-rèligieus willen
houden.
(Van onze parlementaire redacteur)
De tüd dat iedereen het zonder meer mocht of moest doen met
hetgeen hi] had of niet had, ligt al ver achter ons. Thans is het
zo, dat de overheid met haar belastingpolitiek ook sociale
doeleinden nastreeft. Zonder een dergelijke politiek ware b.v.
een Noodvoorziening Ouden van dagen zoals wij die nu ken
nen, niet denkbaar Anders gezegd: de overheid herverdeelt tot
op zekere hoogte ons aller inkomen en vermogen. Het meerdere
wordt wat afgeroomd ten behoeve van het mindere.
Deze politiek is in beginsel ze
ker niet onjuist. In de Vasten
brief van het Nederlands Episco-
Eaat van 1949 werd in dit ver
and gezegd: „Als de overheid
daarvoor onze bijdragen vraagt
in de vorm van belastingen, die
nen onze goederen tot welzijn
van anderen in de gemeenschap"
en „De wet doet dan voor een
goed deel niet anders dan onze
christelijke plicht nader omschrij
ven en tot uitvoering brengen."
Desondanks is echter toch wel
de laatste tijd de vraag gaan
klemmen waar hier de grenzen
liggen.
Het doel wordt ongetwijfeld
voorbij gestreefd wanneer' de
overheid de sociale rechtvaardig
heid nog slechts kan dienen, door
deze elders uit het oog te verlie
zen.
Wij denken hierbij b.v. aan de
huidige huurpolitiek. Grote groe
pen van ons volk ondervinden
daarvan de voordelen maar deze
voordelen worden mede bereikt
ten koste van hen, die van een
klein huizenbezit moeten leven.
Daarnaast zijn er practische be
zwaren. Het meerdere dat thans
wordt afgeroomd zou anders wel
licht voor een belangrijk deel
belegd zijn in objecten die nieu
we welvaart kunnen scheppen.
En ook de onmogelijkheid om
nog voldoende kapitaal te vinden
voor de woningbouw confron
teert one thans met het aldus op
geworpen probleem.
Uit het nieuwe plan van de
Partij van de Arbeid blijkt, dat
de samenstellers van dit plan er
eveneens van overtuigd zijn ge
raakt, dat de herverdeling van
inkomen en vermogen zoals die
thans door middel van de be
lastingpolitiek word toegepast,
„de grens nadert van wat in de
huidige maatschappij nog doel
matig is."
Toch wil het plan in deze rich
ting blijven voortgaan: een stre
ven, dat op zichzelf loffelijk is,
maar waarbij dan naar nieuwe
mogelijkheden zal moeten wor
den gezocht, die niet mank gaan
aan de bovengenoemde euvelen.
De mogelijkheden, die het plan
in dit verband aangeeft, zouden
wij dan ook mede in dit licht wil
len bezien.
Het plan staat op de eerste
plaats een wel zeer radicale me
thode voor. Het wenst een deel
van het bedrijfsleven te sociali
seren teneinde de overheid op
deze wijze aan middelen te hel
pen.
Een dergelijke methode moge
in de socialistische gedachtengang
aanvaardbaar zijn; niet-socialisten
plegen heel wat minder luchthar
tig met het eigendomsrecht om te
springen. Hier zou niet slechts het
meerdere worden afgeroomd maar
zelfs het hele bezit worden ont
eigend ten behoeve van de ge
meenschap.
Dat op deze wijze sociale recht
vaardigheid met onrecht zou wor
den gekocht, kan zonder meer
duidelijk zijn.
De practische bezwaren ten
aanzien van zo'n methode wegen
intussen zo mogelijk nog zwaar
der De overheid die men op deze
wijze rijker zou willen maken,
wordt in elk geval voorhands juist
armer, omdat zij zich immers zou
moeten verplichten om enorme
schadeloosstellingen te betalen.
Op het congres waarop het plan
werd aangeboden, heeft de par
tijgenoot Staatssecretaris Van
Rhijn dan ook o.m. op deze moei
lijkheid gewezen.
Daarnaast zou de sociale zeker
heid van duizenden zonder meer
afhankelijk worden van de vraag
of de socialisatie al dan niet een
succes zou worden. En. dat lijkt
ons al wel heel riskant.
In '48 kwam de Staatscommis-
sie-Couvee die een onderzoek in
stelde naar de al of niet wense
lijkheid van de socialisatie van de
mijnen, tot de conclusie, „dat het
algemeen welzijn door de sociali
satie zelfs vermoedelijk geschaad
zou worden."
In Engeland werden de mijnen
in '46 genationaliseerd, maar on
danks de grote sommen die aan
de modernisering ten koste wer
den gelegd, is de productie er per
man-uur nauwelijks hoger dan
voor de oorlog. En nog dezer da
gen hebben wij in „Het Vrije
Volk" kunnen lezen, dat binnen
de kring van Labour de overtui
ging is gerijpt, „dat de nationali
satie niet alle problemen van de
betrokken industrie vermocht op
te lossen."
Een ander middel dat in het
plan wordt genoemd om tot een
betere verdeling van inkomen en
vermogen te komen, is aan het
bovenstaande nauw verwant. Het
gaat hier om het vestigen van
overheidsaanspraken op nieuwe
investeringen.
In plaats van afroming door
middel van belastingen zou de
overheid een of meer aandelen
in het betrokken bedrijf moeten
krijgen. Het socialistisch kamer
lid Hofstra, lid van de plan-com
missie, heeft deze gedachten ook
reeds eerder in de Tweede Ka
mer ontwikkeld, maar nog beter
dan toen wordt n.u duidelijk, dat
het hier in feite om een geleide
lijke „koude" socialisatie gaat.
Wordt ook bij deze methode het
eigendomsrecht langzaam uitge
hold; de practische bezwaren lij
ken ons hier nog sterker dan bij
de socialisatie ineens. In dat
laatste geval kan de overheid al
thans zelf de verantwoordelijk
heid voor de verdere gang van
zaken nemen. Bij de geleidelijke
socialisatie echter moet de onder-
nemers-spirit echter al langzaam
afsterven naarmate de overdracht
verder schrijdt.
De gedachte om ook de arbei
der deel te doen hebben in de
nieuwe investeringen doet ons
daarentegen wel vertrouwd aan.
Ook in katholieke kring leeft de
gedachte om daardoor tot een be
tere bezitspreiding te komen.
Maar de uitwerking die het
plan aan deze gedachte geeft
blijkt wel zeer te verschillen van
de onze. Anders dan in de opzet
Romme-v. d. Brink, waarbij een
verband wordt gelegd tussen ar
beiders en bedrijf (bedrijfstak) wil
het plan een stelsel dat de arbei
ders een aanspraak geeft op een
deel van de winsten van alle be
drijven tezamen, een aanspraak
die desgewenst ook nog aan de
overheid zou kunnen worden
overgedragen.
Op deze wijze zouden echter
naar onze mening zeer belangrijke
neven-voordelen verloren gaan.
De arbeider moet deelgenoot
worden van het bedrijf waarin
hij werkt. Dat versterkt zijn ge
voel voor eigenwaarde, dat ver
sterkt ook zijn wil om zich voor
dat bedrijf in te spannen. Dit
kan verwezenlijkt worden door
de arbeiders ook te interesseren
bij de uitkomsten van het bedrijf,
hetgeen temeer van belang is om
dat uiteindelijk slechts in een
verhoging van de productie de
middelen kunnen worden gevon
den om het sociale beleid van de
afgelopen jaren voort te zetten
en nog uit te bouwen.
ZWITSERS INGENIEUR
BLEEK ZWENDELAAR
VENLO. De Zwitserse inge
nieur J. K. uit Linthal, die in
Venlo een millioenenhouw-zwen-
del in militaire objecten had uit
gedacht en z'n fantastische plan
nen bij verscheidene Venlose
aannemers geloofwaardig wist te
maken, is Woensdag te Roermond
wegens oplichting tot 9 maanden
gevangenisstraf veroordeeld. De
Venlose politie greep in, toen K.
nog slechts f 700.had
kregen.
FEUILLETON
109.
Verhagen had met een stalen
gezicht verklaard, dat, jonge
meisjes tijdens een feest een
bosje van die distels naast zich
ophingen als teken, dat ze nog
niet verloofd waren. „Dan weten
de jongens, dat ze hun het hof
mogen maken", had hij gezegd.
Natuurlijk had Henk vanmid
dag stiekem een bosje van die
distels geplukt om vanavond
boven z'n hoofd te hangen en de
luitenant was heel benieuwd,
hoe hun bezoekers hierop zou
den reageren. Het was namelijk
de distel djeroedjoe, die de in
landers bij een kraamvrouw op
hangen als tovermiddel voor een
vlotte bevalling!
De kapitein kwam uit de pon
dok en ging bii hem zitten. „In
onze nieuwe standplaats kan
het leuk worden. Ik kreeg daar
straks bericht, dat daar die
guerrillabende ..Matjan" ope-
reert. Dat is die troep, die ge
commandeerd wordt door een
in Nederland opgeleide Javaan.
Kertau en Kerto heet die vent.
F" moet een expert ziin in het
organiseren van overvallen en
hij —eet altijd de bevolking op
z'n hand te krijgen. Nou. als die
kamponglieden hem steunen,
dan zal ik gauw laten merken,
dat ik daar niet van gediend
ben".
De luitenant fronste de wenk
brauwen. Uit gesprekken van
jongens, die met de comman
dant enkele patrouilletochten
hadden gelopen, had 'hij gehoord
dat de kapitein soms vrji bruut
tegen de inlandse bevolking was
opgetreden. Verhagen was er
niet bii geweest en hij wilde er
dus geen oordeel over vellen,
maar het deed hem toch on
prettig aan.
Kapitein Horstman scheen zijn
gedachten te raden. „Ik wil niet
nodeloos ruw zijn. maar ik stel
de veiligheid van de troep boven
het belang van de mensen hier.
U bent reserve-officier en dus
eigenlijk burger. Ik ben beroeps
militair en die 'hebben soms een
andere mening. Maar over die
mening zullen wij vandaag niet
redetwisten."
Het afscheidsfeest werd een
groot succes. De jongens hadden
een aardig kamporkestje, er was
zang en er waren toneelstukjes
en pantomimes, waarvan de ver
tolkers minstens evenveel plezier
hadden als de gasten. Henk was
geweldig op dreef en hij had
nog veel meer succes, dan hii
zelf wist. Wanneer hij niet op
trad, zat hij op een soort troon
zetel, die hij van een kampkist
en een deken Had gemaakt en
boven zijn hoofd hing het bosje
djeroedjoe, duidelijk zichtbaar
aan de boom bevestigd. De in
landse meisjes giebelden en
Henk lachte aanmoedigend terug.
In het tweede gedeelte van de
avond, nadat verversingen waren
rondgediend, dansten twee Ja
vaanse meisjes de pengogam-
majang. Het waren echte dans
meisjes. Hun oogleden waren
donker gepoederd met tjelak,
hun gezicht en armen met boreh
geparfumeerd en in de dikke,
zwarte haarwrong, die vochtig
glansde van de geurige olie,
gloeide een purperen botan-
bloem. Hun soepele 'heupen golf
den onder de strakke sarong, de
kerontjongringen om hun enkels
rinkelden in de steeds sneller
draaiende passen. Achter de
vochtig glanzende, volle rode
lippen blonken de felwitte tand
jes, Sneller, steeds snellej voer
de de trommelslager het rhyth-
me op. Stok en hand roffelden
pp de gendang. In suizelende
vaart draaiden de meisjes rond,
maar ook in het hoogtepunt van
de dans hielden de slanke vin
gers sierlijk de paarse bloemkolf
vast, die de danseresjes verbond.
Nadat de passen zo snel waren
geworden, dat de belletjes van
de kerontjongs geen maat meer
aangaven, maar bleven doorrin
kelen, dwong de trom de dan
sende voeten te vertragen, steeds
langzamer, totdat de wervelende
dans in een gliidende beweging
eindigde.
Het werd donker, maar in de
bomen hingen lolengs, papieren
lantaarns, en in het zachte licht
daarvan werd het feest voort
gezet. Een andere danseres voer
de een Javaanse volksdans uit.
Een slinger van kiambang bloe
men trilde om haar slanke
schouders. Slangachtig soepel
tekenden haar tengere armen
de sierlijke voelsprieten na van
de vlinder, die zij voorstelde. De
eentonige ntmr.iek van een ham
boe-fluit en een ketjapi, een
viersnarige luit, had geen eigen
uitdrukking en gaf alleen de
cadans aan. Maar plotseling viel
de gelinang *- in, met korte, felle
slagen, 't Was de zonnestraal, die
de op een bloem wiegende vlin
der aanraakte en tot een dartele
liefdesvlucht opwekte. Zoekend
danste het meisje de kring rond,
maar de glimlach, die om haar
lippen speelde, deed vermoeden
dat ze haar partner reeds had
gekozen. Met sierlijke bewegin
gen draaide ze voort, maar on
verwachts wendde ze zich om.
hield de punt van haar slendang
om de vingers gewonen vast en
zwaaide het uiteinde naar Henk,
zodat de doek om zijn schouders
viel. De jongens juichten er»
Verhagen riep: „Mee dansen, jö,
jii bent als partner gekozen."
Onder aanmoedigend gelach
van de gasten en van ziin kame
raden volgde de soldaat de dans,
die nu weer sneller werd. Ijve
rig bootste hij de passer» van
het meisje na. totdat hij in een
duizelende draai zijn evenwicht
verloor en tussen de applaudi-
serende jongens viel.
Muziekinstrument met drie
kleine trommels.
(Wordt vervolgd)