GRAF van ST. PETRUS is 19 eeuwen lang een voorwerp van grote verering geweest De „concentratiekampen" in het hedendaagse Spanje Herverdeling van inkomen en vermogen UNESCO laat atheïsten geschiedenis schrijven BANDJIR OVER JAVA Wat de socialisten willen Grote moeilijkheden bij uitgraving onder St. Pieter Naar wij vernemen Internationaal comité laat niets van zich horen Jongens speelden met exolosieven HAAGSE BRIEF Felle verontwaardiging in Katholieke en Christelijke kringen Regelrechte en „koude" socialisatie door Leo Broeksmit PAGINA VRIJDAG 4 jANUARI 1952 VATICAANSTAD (K.N.P.) Na een zware arbeid van ongeveer 12 jaren is de opgTavingsdienst van de Sint Pieter te Rome, welke staat onder leiding van Mgr. Dr. L. Kaas, erin geslaagd met wetenschappelijke zekerheid vast te stellen, waar zich het graf van de eerste Paus, de H. Apostel Petrus, bevindt Het grai dat leiders en werklieden hebben gevonden, is niet, zoals som migen gaarne hadden verwacht, een goed verzegeld en gesloten grab wat men ontdekte?- waren resten. Doch met argumenten, die wetenschappelijk gezien ook de strengste toets der critiek kunnen doorstaan, heelt de opgravingsdienst kunnen bewijzen, dat deze resten tot het graf van Petrus zeil behoren: een kleine ommuurde, doch geïsoleerde ruimte. De menselijke beenderen, die nabij dit grai zijn gevonden, kunnen bij deze stand van de wetenschap niet worden geïdentificeerd. Met de aanbieding van het werk over de opgravingen onder de Confessio van de St. Pieter aan Z.H. Paus Pius XII eindigt het eerste gedeelte van deze werkzaamheden, die sedert 1939 onder de Vaticaanse Basiliek wor den uitgevoerd. Waarlijk een in teressant slot. Aan het werk, dat met een inleiding van mgr. L. Kaas aanvangt, hebben met des kundigheid en toewijding de vier geleerden, die de bijzondere op dracht kregen de blootgelegde monumenten te bestuderen de architect B. M. Apolloni-Ghetti, de paters A. Ferrua en E. Kirsch- baum en prof. E. Iosi mede gewerkt. Het draagt als titel: „De opgravingen onder de Confessio". Het geeft eerst een algemeen overzicht van de oude topografie van de Vaticaanse omgeving; daarna volgt de beschrijving van de heidense grafkamers waar van enige later door Christenen werden gebruikt gelegen in de nabijheid van het apostolisch graf; vervolgens leest men de beschrijving van de plaats van het „herinneringsmonument", dat sedert het midden van de twaalf de eeuw ter ere van de apostel werd opgericht en kan men de opeenvolgende transformaties vol gen, welke dit monument tot aan de bouw van de Constantijnse basiliek heeft ondergaan. Het werk bevat tenslotte de beschrij ving van de bouw van deze ba siliek, de bijzondere eigenschap pen ervan, de radicale verande ringen gedurende de loop van de eeuwen tot aan de gedeelte lijke afbraak in de 16e eeuw, toen de nieuwe basiliek werd opgericht. Als besluit volgt een numismatisch bijvoegsel van de hand van Serafani, waarin de lijst wordt gegeven van het groot aan tal munten, die tijdens de uitgra vingen werden gevonden en waarvan het grootste gedeelte rondom het graf en boven het graf van de Apostel zijn gevon den als getuigenis van een lang durige en ononderbroken ver ering, welke van de tijden van voor en na Constantijn tot aan onze moderne dagen gaat. De behandelde stof is dus uit gebreid. Maar de aandacht con centreert zich natuurlijk op de ZATERDAG 5 JANUARI HILVERSUM 1. 402 meter. 7.00 VARA, 10.00 VPRO, 10.20 VARA, 19.30 VPRO, 20.00—24.00 VARA. 7.00 Nieuws, 7.15 Ochtendgym nastiek, 7.30 Zendersluiting. 9.00 Nieuws en weerberichten, 9.12 Gram. muziek (9.309.35 Water standen), 9.50 Voor de huis vrouw, 10.00 „Tijdelijk uitge schakeld", causerie, 10.05 Mor genwijding. 10.20 Voor de ar beiders in de continubedrijven, 11.40 Strijktrio, 12.00 Metropole Orkest, 12.30 Land- en tunibouw- mededelingen. 12.33 Lichte mu ziek. 13.00 Nieuws, 13.15 „Kleine zonden", hoorspel, 13.30 Accor deon-orkest, 14.10 Filmprogram ma, 14.35 Amateursuitzending. 15.30 „Van de wieg tot het graf", 15.45 Dansmuziek, 16.15 Sport- praatje, 16.30 Radio-phil'barmo- niseh orkest en solisten, 17.15 Voor de jeugd, 18.00 Nieuws, 18.15 VARA-varia, 18.20 Lichte muziek. 18.40 Regeringsuitzen ding: Zoeklicht op de Westerse defensie, 19.00 Artistieke staal kaart, 19.30 ..Passepartout", cau serie, 19.40 „Het Oude Testament in deze tijd", causerie, 19.55 „Deze week", causerie, 20.00 Nieuws, 20.05 Actualiteiten. 20.15 Gevarieerd programma, 21.15 Weense muziek, 21.45 Socialis tisch commentaar. 22.00 Negro spirituals, 22.25 „Onder de pan nen", hoorspel. 22.45 Dans muziek, 23.00 Nieuws, 23.15 Or gelspel. 23.30—24.00 Gram. mu ziek. HILVERSUM 2, 298 meter. 7.00—24.00 KRO. 7.00 Nieuws, 7.15 Morgen gebed en liturgische kalender, 7.30 Zendersluiting, 9.00 Nieuws. 9.10 Voor de huisvrouw, 9.35 Klein koor, 10.00 Voor de kleu ters, 10.15 Gram. muziek. 11.00 Voor de zieken, 11.45 Gram. muziek. 11.50 Als de ziele luis tert, 12.00 Angelus, 12.03 Gram. muziek (12.30—12.33 Land- en tuinbouwmededelingen). 12.55 Zonnewijzer. 13.00 Nieuws en katholiek nieuws, 13.20 Amuse mentsmuziek. 14.00 Boekbespre king, 14.10 Gram. muziek, 14.20 Engelse les. 14.40 Omroeporkest. 15.35 Kroniek van letteren en kunsten, 16.15 Gram. muziek. 16.30 De schoonheid van het Gre goriaans. 17.00 Voor de jeugd, 18.00 Nieuws, 18.15 Journalistiek weekoverzicht, 18.25 Zang en orgel, 18.45 Buitenlandse corres pondenties. 19.00 Filmprogram ma. 19.15 Parlementsoverzicht, 19.25 Gram. muziek, 19.52 Actua liteiten, 20.00 Nieuws en weer berichten; 20.08 De gewone man zeg er 't zijne van, 20.15 „Licht baken", causerie. 20.30 Gram. muziek, 21.00 Gevarieerd pro gramma, 21.53 ..Wat zou u doen?". 22.00 Gram. muziek, 22.30 Wij luiden de Zondag in, 23.00 Nieuws. 23.15 Nieuws in Esperanto. 23.22—24.00 Kamer orkest. hoofdstukken, welke betrekking hebben op het graf van de Apos tel en het „herinneringsmonu ment" behandelen. De Paus heeft reeds de gelegenheid gehad een kort overzicht van de resultaten van deze onderzoekingen in Zijn redevoeringen te geven. Hij heeft hierover meer gezegd in de toespraak, welke Hij een jaar geleden bij de sluiting van het H. Jaar uitsprak. Door de be schrijving van de bijzonderheden van de archaeologen en de illu straties en fotografieën kan het publiek vandaag de zin en de be tekenis van de Pauselijke woor den waarderen en begrijpen. Enige hebben zonder twijfel grote illusies gekoesterd het betreft hier niet alleen ongelet terde personen, maar ook som mige geleerden die zich had den voorgesteld, dat de opgra vingen onder het altaar Van de Confessio een goed besloten, ver zegeld graf zouden hebben op geleverd, liefst aangeduid met de naam van de Apostel. Maar de archaeologie weet, dat van de gesloten graven er slechts zeer weinige gedurende de loop der eeuwen zijn overgebleven en dan betreffen deze bijna altijd per sonen, die gedurende hun leven of na hun dood niets hebben achtergelaten; immers de graven van hen, die bij leven of na de dood werden geëerd, of het te- fendeel, de hoon der mensen on- ervonden, blijven gedurende de eeuwen niet ongeschonden be staan. Maar er blijven steeds res ten over van hun graf. Dit con stateren wij vandaag op weten schappelijke en onbetwijfelbare wijze bij het graf van de Prins van de Apostelen. Graf van Petrus, centrum van basiliek De overlevering leert ons, dat St. Petrus, gedood gedurende de vervolging van Nero, werd be graven in de Vaticaanse buiten plaats; dat op zijn graf, sedert het begin van de derde eeuw, de Romeinse priester Gaius de aan wezigheid van een monument aanwees en dat Constantijn, in het begin van de vierde eeuw, boven dit graf een basiliek liet bouwen. Een andere overlevering scheen te bevestigen, dat de hei lige relieken van de Apostel, ge durende de vervolging van Va lerius tegelijk met die van de H. Paulus naar de begraafplaatsen aan de Via Appia waren over gebracht. Deze begraafplaats kreeg later de naam van de H. Sebastianus en inderdaad wer den hier enkele tientallen jaren geleden overtuigende bewijzen gevonden, van de verering, die fedurende een zekere tijd aan eze twee Apostelen werd bewe zen. De hedendaagse opgravingen zeggen ons, dat zich hier, juist onder het altaar van de Confes sio, enige zeer eenvoudige gra ven bevinden, welke, zowel van wege de diepte, waarop zij zijn gelegen, als vanwege een merk teken op een sluitsteen van een der graven, uit de tweede helft van de eerste eeuw moeten date ren. Deze graven en ook eer kleine plaats hiervoor gelegen, zijn intact gebleven, terwijl wij hier in grote getale heidense grafkamers zien, die dateren uit het begin van de tweede eeuw. Deze grafkamers hebben be hoord aan rijke, vrijgekochte sla ven. Zij liggen in twee rijen langs de steile helling van de heuvel, met de voorkant naar het Zuiden. De grafkamers om ringen van alle zijden de kleine plaats, uitgezonderd de Noord zijde, waar zich de helling van de heuvel bevindt. Vele andere graven zijn naast elkaar of bo ven elkaar naast deze oudere ge dolven, steeds in de nabijheid van deze kleine open plaats, welke echter onaangeroerd" gebleven is. Enige overblijfselen van deze kleine muur op de rand van deze plaats, een weinig hoger gelegen dan de oudste graven, maken zonder twijfel deel uit van een graf. Het is deze plaats, welke sedert eeuwen het centrum van de Vaticaanse basiliek vormt. Alle gebouwen, welke hier ach tereenvolgens zijn gebouwd, na dat, waarover dadelijk zal wor den gesproken en hetwelk dateert van even na het jaar 150, zijn rondom dit vaststaande punt, in verering gehouden, opgetrokken. Men heeft zelfs, zoals bij de Con stantijnse basiliek, door deze hal verwege de helling van de Heu vel te bouwen, enorme moeilijk heden moeten overwinnen een zijde van het gebouw rust op deze helling en de andere werd door een sterke onderbouw on derstut en dit op een terrein, gro tendeels door grondwater onder mijnd om dit centrale punt onder het altaar van de Confes sio aan te houden. En waarom? Alleen omdat daar reeds vóór de helft van de tweede eeuw, d.w.z. enkele tientallen jaren na de dood van de Apostel, zijn graf gelegen was en daar werd ver eerd. Herinneringsmonument Op dit graf werd in de tweede helft van de tweede eeuw een „herinneringsmonument"' ge bouwd, maar vóór die tijd had men reeds rond het graf werken uitgevoerd, want op de kleine muur, waarover zojuist sprake was, vindt men de overblijfselen van een tweede muur, wellicht later opgetrokken tengevolge van een latere verhoging van het ter rein. Na het midden van de twee de eeuw (deze datum is bekend door enkele aanwijzingen op de stenen, die de namen Aurelius, Caesar en Faustina dragen) werd een drievoudige rij van nissen aangebracht, waarvan één ter hoogte van de vloer, de twee an deren boven de vloer. De eerste rij heeft aan beide uiteinden een kleine kolom, welke een traver- tijnse stenen plaat draagt bij wijze van een tafel. Eigenaardig is het, dat de richting van de muur en van de nissen door de omgevende gebouwen wordt be paald, maar dat de richting van de treden, waarop de kleine ko lommen staan, een andere rich ting heeft en deze wordt bepaald door de as van het graf en van de oudste graven. Het „herinneringsmonument" blijft bestaan, totdat in de vierde eeuw de Constantijnse basiliek verrijst. Maar hoeveel verande ringen heeft dit monument ge durende de eeuwen niet onder gaan; de bekleding met marmer, de verhoging van de grond er voor, de bouw van een muur te gen de primitieve muur, waar schijnlijk nodig geworden om het instorten van deze laatste te voorkomen en tengevolge van het optrekken van deze tweede muur de verplaatsing van een van de kleine kolommen: een on onderbroken serie van werken, welke getuigen van de grote ver ering, die men voor dit „herin neringsmonument" koesterde. Na de vrede van Constantijn werd de grote basiliek gebouwd. Het herinneringsmonument bleef echter als een soort van monu mentale kapel, versierd met zes marmeren kolommen, bestaan en bevindt zich juist in het centrum van het priesterkoor. De latere werken, welke in de 6e en 7e eeuw het priesterkoor geheel veranderden, brachten ook in de kapel veranderingen aan en ver borgen ten lange laatste het her inneringsmonument voor de ogen van de gelovigen. Het bleef ech ter onder de opnieuw verhoogde vloer het voorwerp van een blij vende verering van de gelovigen en dit was ook het geval, toen de oude basiliek voor de ma jestueuze tempel van de 16e en 17e eeuw plaats moest maken. Zo heeft, sedert het lichaam van St. Petrus door de gelovi gen in een nederig graf op de Vaticaanse heuvel werd gelegd, de verering zich met grote be stendigheid voortgezet tot in on ze dagen. Hierbij moet men re kening houden met het feit, dat er zich topografisch gezien geen enkele verandering heeft voor gedaan en dat er geen enkele on derbreking valt waar te nemen ofschoon er toch zoveel boven het graf van St. Petrus is ge bouwd en gewijzigd. Dit feit geeft elementen van onaanvecht bare wetenschappelijke waarde. Deze bestendigheid, bevestigd door de uitslag van de jongste opgravingen, geeft een nieuw bewijs van de onvergankelijkheid van de belofte, die Christus aan Petrus heeft gedaan: „Gij zijt Petrus, en op deze steenrots zal Ik Mijn Kerk bouwen en de poorten der hel zullen Haar niet overweldigen". is door de Haagse M.T.S. voor t eerst een landelijke bouwkunde-, weg- en waterbouwkunde-prijs- vraag uitgeschreven voor leerlin gen van Nederlandse M.T.S.'en.. is te Amsterdam onlangs opge richt de Nationale stichting „Hel pende Handen" die slachtoffers van het verkeer aanvullende ma teriële en zoveel mogelijk andere maatschappelijke hulp wil ver lenen; aanvankelijk wordt vooral aan jeugdige slachtoffers ge dacht. fungeert Delft als proefgemeente voor een selectie-drukmachine waardoor een belangrijk deel van de gemeente-administratie (b.v. oproepingen voor dienstplicht en verkiezingen) kan worden geme chaniseerd. Voor de machine heb ben ook Israël, Indonesië, Turkije en Zuid-Amerika interesse wordt er hard gewerkt om Delft de enige grote gemeente met een hand-telefoon-centrale te automatiseren. Dat zal echter nog wel tot eind 1953 duren wordt op 2 Februari in het Prin senhof te Delft een tentoonstel ling „Honderdvijftig jaar Rijks archief" geopend. Het Rijksarchief beschikt thans over 30.000 meter planklengte vol documenten.... is mr. H. Haga, president van de Bijzondere Raad van Cassatie te 's-Gravenhage benoemd tot Com mandeur in de Orde van Oranje- Nassau zullen H. M. de Koningin en Z. K. H. Prins Bernhard op 22 Jan. des middags te 12 uur in het paleis op de Dam Nieuw jaarsreceptie houden voor het corps diplomatique, dat 's avonds zal aanzitten aan een diner ten paleize Haagse woonwijk stroomloos Een Haagse woonwijk, begrensd door Laakkade, Trekweg. Broek- sloot en NoordpolderkaaTe, is gis teravond een uur lang stroomloos geweest. Om half zeven begaven twee transformatoren het, tenge volge van overbelasting van het net. Om half acht was de schade hersteld. MADRID (K.N.P.) Terwijl Spanje thans zijn grenzen open stelt om het Internationale Co mité tot bestrijding van de Con centratiekampen gelegenheid te geven een onderzoek in te stel len naar de waarheid der tegen Spanje ingebrachte beschuldigin gen is nog steeds geen antwoord ontvangen, dat het Comité op dit aanbod zal ingaan. In verband met beschuldigin gen, die oa. Franse arbeiders in Toulouse tegen de Spaanse re gering hadden ingebracht en vol gens welke 30 Spaanse arbeiders ten onrechte zouden worden ge detineerd, heeft de aartsbisschop van Toulouse, Kardinaal Saliège, een onderzoek laten instellen. De Spaanse arbeiders waren naar hem is gebleken in het geheel niet vervolgd wegens sta king, zü hadden niet terecht ge staan en waren niet veroordeeld. De Kardinaal achtte zich derhal ve ervan ontslagen verdere stap pen te doen. Het is en blijft een onsmake lijke geschiedenis met de geruch ten over Spaanse concentratie kampen. Dat zij er kort na de burgeroorlog zijn geweest, staat vast. Maar zij waren er niet al leen in het kamp van de latere overwinnaars, zij bestonden ook bij de Roden. Alleen reeds de cijfers over het aantal priesters dat in de gevangenissen en kam pen is overleden en dat in de duizenden loopt, toont aan hoe wreed de communisten en socia listen in die tijd te werk zijn gegaan. Er waren kampen in Barcelona en Valencia. De huidige Spaanse regering schrikt er niet voor terug toe te geven, dat er vele duizenden, ja enkele honderdduizenden zijn gearresteerd en in gevangenissen en concentratiekampen opgeslo ten zijn geweest. Maar, bij duizenden zijn zij los gelaten, zodat hun aantal op zienbarend snel is afgenomen. Een officiële verklaring van de regering, uitgegeven door de mi nister van justitie, Antonio Itur- mendi, stelt vast. dat het aantal gevangenen in Spanje op dit .30.000 bedraagt; onder hen bevinden zich 5000 personen, die tijdens de burger oorlog zware misdaden hebben begaan, waarvoor zij hebben te- recnisia^evisv®»rfeeid' De minister verklaarde voorts, dat momenteel m Spanie geen concentratiekampen mëer be staan en dat de Spaanse regering bereid is een deputatie van het Comité tot bestrijding Van de Concentratiekampen vrii t/iee-ane te geven tot de gevangeniss en tot die plaatsen welke naar haar mening de naam van con centratiekampen zouden verdie nen. VELSEN—NOORD ONTSNAPT AAN GROTE RAMP Naar thans door de politie is medegedeeld, is Velsen op oude jaarsavond aan een ramp ont snapt. Maandagavond meldde zich bij de politie een bakkér, die een jongen had aangetroffen in het bezit van een hoeveelheid spring- glycerine, een uiterst gevaarlijke explosieve stof. Toen de politie op onderzoek uitging, ontdekte zij, dat een complot van ongeveer dertien knapen in de leeftijd van 14 jaar deze springstoffen had ontvreemd uit een bunker in de buurt van het Hoogoven.bedrijf met de bedoeling ze op Oude jaarsavond tot explosie te bren gen. De stoffen en evenzo ont vreemde electrische ontstekers behoorden toe aan een aannemer, die. het materiaal o.m. gebruikt had voor het opblazen van de duikbootbasis in IJmuiden. Het is een wonder, dat de jongens met de vele kilo's springstoffen, die zij uitermate nonchalant vervoer den een van hen had de gela tine en de detonators samen in zijn broekzak geen ongelukken hebben veroorzaakt. Indien de explosieven tot ontsteking waren gekomen zou Velsen-Noord onge twijfeld door een ramp van grote omvang getroffen zijn geweest. NEW YORK. (K.N.P.), De Unesco heeft de uitgave aange kondigd van een standaardwerk over de geschiedenis der mens heid. een werk. dat wellicht een der belangrijkste stukken ge schiedschrijving zal kunnen wor den. dat ooit is verschenen. Met de redactie ervan heeft zii belast de Amerikaanse treleerde. Dr. Ralnh E. Turner, die zal funge ren als voorzitter van de redac tie van de Internationale Com missie voor een weten0ch»noeliike en culturele geschiedenis der mensheid. Deze benoeming heeft zowel in Katholieke als in Christelijke kringen van Amerika naast pijn lijke verbazing ook grote ver ontwaardiging gewekt, omdat dr. Turner bekend staat als een fanatiek atheïst en godsdienst hater. Hij werd o.a. ontslagen door een van Amerika's bekend ste universiteiten, omdat zijn houding tegenover godsdienst en geestelijke groei een storm van verontwaardiging had doen op gaan onder studenten en bui tenstaanders. Het is inderdaad geen geringe opdracht, die dr. Turner van de Unesco heeft ontvangen. Hij zal als voorzitter van de redactie commissie verantwoordelijk zijn voor en daarom de grootste in vloed hebben in de samenstelling van het standaardwerk, dat on geveer 3 millioen woorden zal tellen. De Unesco heeft er ruim twee millioen gulden voor uitge. trokken en hem vijf jaar de tijd gegeven. Ongeveer 1.000 promi nente geleerden van de gehele wereld zullen eraan medewer ken. Op het ogenblik zijn nog slechts de namen bekend ge maakt van de 10 commissieleden en van 65 medewerkers. Van de negen Amerikaanse medewerkers is er niet één Ka tholiek. Vice-voorzitter van de redactiecommissie is de Engels man Prof. Julian S. Huxley, eveneens een atheïst. Boven aan de lijst van Engelse medewer kers staat Earl BeTtrand Rus sell, de vroegere directeur-gene raal van de Unesco. Ook diens medewerking heeft groot protest uitgelokt. Bertrand Russell is voorstander van het vrije hu welijk en de vrije moraal. Zijn werken zijn veelal gericht tegen het Christendom. Als directeur- generaal heeft hii de Unesco ge heel en al a-rèligieus willen houden. (Van onze parlementaire redacteur) De tüd dat iedereen het zonder meer mocht of moest doen met hetgeen hi] had of niet had, ligt al ver achter ons. Thans is het zo, dat de overheid met haar belastingpolitiek ook sociale doeleinden nastreeft. Zonder een dergelijke politiek ware b.v. een Noodvoorziening Ouden van dagen zoals wij die nu ken nen, niet denkbaar Anders gezegd: de overheid herverdeelt tot op zekere hoogte ons aller inkomen en vermogen. Het meerdere wordt wat afgeroomd ten behoeve van het mindere. Deze politiek is in beginsel ze ker niet onjuist. In de Vasten brief van het Nederlands Episco- Eaat van 1949 werd in dit ver and gezegd: „Als de overheid daarvoor onze bijdragen vraagt in de vorm van belastingen, die nen onze goederen tot welzijn van anderen in de gemeenschap" en „De wet doet dan voor een goed deel niet anders dan onze christelijke plicht nader omschrij ven en tot uitvoering brengen." Desondanks is echter toch wel de laatste tijd de vraag gaan klemmen waar hier de grenzen liggen. Het doel wordt ongetwijfeld voorbij gestreefd wanneer' de overheid de sociale rechtvaardig heid nog slechts kan dienen, door deze elders uit het oog te verlie zen. Wij denken hierbij b.v. aan de huidige huurpolitiek. Grote groe pen van ons volk ondervinden daarvan de voordelen maar deze voordelen worden mede bereikt ten koste van hen, die van een klein huizenbezit moeten leven. Daarnaast zijn er practische be zwaren. Het meerdere dat thans wordt afgeroomd zou anders wel licht voor een belangrijk deel belegd zijn in objecten die nieu we welvaart kunnen scheppen. En ook de onmogelijkheid om nog voldoende kapitaal te vinden voor de woningbouw confron teert one thans met het aldus op geworpen probleem. Uit het nieuwe plan van de Partij van de Arbeid blijkt, dat de samenstellers van dit plan er eveneens van overtuigd zijn ge raakt, dat de herverdeling van inkomen en vermogen zoals die thans door middel van de be lastingpolitiek word toegepast, „de grens nadert van wat in de huidige maatschappij nog doel matig is." Toch wil het plan in deze rich ting blijven voortgaan: een stre ven, dat op zichzelf loffelijk is, maar waarbij dan naar nieuwe mogelijkheden zal moeten wor den gezocht, die niet mank gaan aan de bovengenoemde euvelen. De mogelijkheden, die het plan in dit verband aangeeft, zouden wij dan ook mede in dit licht wil len bezien. Het plan staat op de eerste plaats een wel zeer radicale me thode voor. Het wenst een deel van het bedrijfsleven te sociali seren teneinde de overheid op deze wijze aan middelen te hel pen. Een dergelijke methode moge in de socialistische gedachtengang aanvaardbaar zijn; niet-socialisten plegen heel wat minder luchthar tig met het eigendomsrecht om te springen. Hier zou niet slechts het meerdere worden afgeroomd maar zelfs het hele bezit worden ont eigend ten behoeve van de ge meenschap. Dat op deze wijze sociale recht vaardigheid met onrecht zou wor den gekocht, kan zonder meer duidelijk zijn. De practische bezwaren ten aanzien van zo'n methode wegen intussen zo mogelijk nog zwaar der De overheid die men op deze wijze rijker zou willen maken, wordt in elk geval voorhands juist armer, omdat zij zich immers zou moeten verplichten om enorme schadeloosstellingen te betalen. Op het congres waarop het plan werd aangeboden, heeft de par tijgenoot Staatssecretaris Van Rhijn dan ook o.m. op deze moei lijkheid gewezen. Daarnaast zou de sociale zeker heid van duizenden zonder meer afhankelijk worden van de vraag of de socialisatie al dan niet een succes zou worden. En. dat lijkt ons al wel heel riskant. In '48 kwam de Staatscommis- sie-Couvee die een onderzoek in stelde naar de al of niet wense lijkheid van de socialisatie van de mijnen, tot de conclusie, „dat het algemeen welzijn door de sociali satie zelfs vermoedelijk geschaad zou worden." In Engeland werden de mijnen in '46 genationaliseerd, maar on danks de grote sommen die aan de modernisering ten koste wer den gelegd, is de productie er per man-uur nauwelijks hoger dan voor de oorlog. En nog dezer da gen hebben wij in „Het Vrije Volk" kunnen lezen, dat binnen de kring van Labour de overtui ging is gerijpt, „dat de nationali satie niet alle problemen van de betrokken industrie vermocht op te lossen." Een ander middel dat in het plan wordt genoemd om tot een betere verdeling van inkomen en vermogen te komen, is aan het bovenstaande nauw verwant. Het gaat hier om het vestigen van overheidsaanspraken op nieuwe investeringen. In plaats van afroming door middel van belastingen zou de overheid een of meer aandelen in het betrokken bedrijf moeten krijgen. Het socialistisch kamer lid Hofstra, lid van de plan-com missie, heeft deze gedachten ook reeds eerder in de Tweede Ka mer ontwikkeld, maar nog beter dan toen wordt n.u duidelijk, dat het hier in feite om een geleide lijke „koude" socialisatie gaat. Wordt ook bij deze methode het eigendomsrecht langzaam uitge hold; de practische bezwaren lij ken ons hier nog sterker dan bij de socialisatie ineens. In dat laatste geval kan de overheid al thans zelf de verantwoordelijk heid voor de verdere gang van zaken nemen. Bij de geleidelijke socialisatie echter moet de onder- nemers-spirit echter al langzaam afsterven naarmate de overdracht verder schrijdt. De gedachte om ook de arbei der deel te doen hebben in de nieuwe investeringen doet ons daarentegen wel vertrouwd aan. Ook in katholieke kring leeft de gedachte om daardoor tot een be tere bezitspreiding te komen. Maar de uitwerking die het plan aan deze gedachte geeft blijkt wel zeer te verschillen van de onze. Anders dan in de opzet Romme-v. d. Brink, waarbij een verband wordt gelegd tussen ar beiders en bedrijf (bedrijfstak) wil het plan een stelsel dat de arbei ders een aanspraak geeft op een deel van de winsten van alle be drijven tezamen, een aanspraak die desgewenst ook nog aan de overheid zou kunnen worden overgedragen. Op deze wijze zouden echter naar onze mening zeer belangrijke neven-voordelen verloren gaan. De arbeider moet deelgenoot worden van het bedrijf waarin hij werkt. Dat versterkt zijn ge voel voor eigenwaarde, dat ver sterkt ook zijn wil om zich voor dat bedrijf in te spannen. Dit kan verwezenlijkt worden door de arbeiders ook te interesseren bij de uitkomsten van het bedrijf, hetgeen temeer van belang is om dat uiteindelijk slechts in een verhoging van de productie de middelen kunnen worden gevon den om het sociale beleid van de afgelopen jaren voort te zetten en nog uit te bouwen. ZWITSERS INGENIEUR BLEEK ZWENDELAAR VENLO. De Zwitserse inge nieur J. K. uit Linthal, die in Venlo een millioenenhouw-zwen- del in militaire objecten had uit gedacht en z'n fantastische plan nen bij verscheidene Venlose aannemers geloofwaardig wist te maken, is Woensdag te Roermond wegens oplichting tot 9 maanden gevangenisstraf veroordeeld. De Venlose politie greep in, toen K. nog slechts f 700.had kregen. FEUILLETON 109. Verhagen had met een stalen gezicht verklaard, dat, jonge meisjes tijdens een feest een bosje van die distels naast zich ophingen als teken, dat ze nog niet verloofd waren. „Dan weten de jongens, dat ze hun het hof mogen maken", had hij gezegd. Natuurlijk had Henk vanmid dag stiekem een bosje van die distels geplukt om vanavond boven z'n hoofd te hangen en de luitenant was heel benieuwd, hoe hun bezoekers hierop zou den reageren. Het was namelijk de distel djeroedjoe, die de in landers bij een kraamvrouw op hangen als tovermiddel voor een vlotte bevalling! De kapitein kwam uit de pon dok en ging bii hem zitten. „In onze nieuwe standplaats kan het leuk worden. Ik kreeg daar straks bericht, dat daar die guerrillabende ..Matjan" ope- reert. Dat is die troep, die ge commandeerd wordt door een in Nederland opgeleide Javaan. Kertau en Kerto heet die vent. F" moet een expert ziin in het organiseren van overvallen en hij —eet altijd de bevolking op z'n hand te krijgen. Nou. als die kamponglieden hem steunen, dan zal ik gauw laten merken, dat ik daar niet van gediend ben". De luitenant fronste de wenk brauwen. Uit gesprekken van jongens, die met de comman dant enkele patrouilletochten hadden gelopen, had 'hij gehoord dat de kapitein soms vrji bruut tegen de inlandse bevolking was opgetreden. Verhagen was er niet bii geweest en hij wilde er dus geen oordeel over vellen, maar het deed hem toch on prettig aan. Kapitein Horstman scheen zijn gedachten te raden. „Ik wil niet nodeloos ruw zijn. maar ik stel de veiligheid van de troep boven het belang van de mensen hier. U bent reserve-officier en dus eigenlijk burger. Ik ben beroeps militair en die 'hebben soms een andere mening. Maar over die mening zullen wij vandaag niet redetwisten." Het afscheidsfeest werd een groot succes. De jongens hadden een aardig kamporkestje, er was zang en er waren toneelstukjes en pantomimes, waarvan de ver tolkers minstens evenveel plezier hadden als de gasten. Henk was geweldig op dreef en hij had nog veel meer succes, dan hii zelf wist. Wanneer hij niet op trad, zat hij op een soort troon zetel, die hij van een kampkist en een deken Had gemaakt en boven zijn hoofd hing het bosje djeroedjoe, duidelijk zichtbaar aan de boom bevestigd. De in landse meisjes giebelden en Henk lachte aanmoedigend terug. In het tweede gedeelte van de avond, nadat verversingen waren rondgediend, dansten twee Ja vaanse meisjes de pengogam- majang. Het waren echte dans meisjes. Hun oogleden waren donker gepoederd met tjelak, hun gezicht en armen met boreh geparfumeerd en in de dikke, zwarte haarwrong, die vochtig glansde van de geurige olie, gloeide een purperen botan- bloem. Hun soepele 'heupen golf den onder de strakke sarong, de kerontjongringen om hun enkels rinkelden in de steeds sneller draaiende passen. Achter de vochtig glanzende, volle rode lippen blonken de felwitte tand jes, Sneller, steeds snellej voer de de trommelslager het rhyth- me op. Stok en hand roffelden pp de gendang. In suizelende vaart draaiden de meisjes rond, maar ook in het hoogtepunt van de dans hielden de slanke vin gers sierlijk de paarse bloemkolf vast, die de danseresjes verbond. Nadat de passen zo snel waren geworden, dat de belletjes van de kerontjongs geen maat meer aangaven, maar bleven doorrin kelen, dwong de trom de dan sende voeten te vertragen, steeds langzamer, totdat de wervelende dans in een gliidende beweging eindigde. Het werd donker, maar in de bomen hingen lolengs, papieren lantaarns, en in het zachte licht daarvan werd het feest voort gezet. Een andere danseres voer de een Javaanse volksdans uit. Een slinger van kiambang bloe men trilde om haar slanke schouders. Slangachtig soepel tekenden haar tengere armen de sierlijke voelsprieten na van de vlinder, die zij voorstelde. De eentonige ntmr.iek van een ham boe-fluit en een ketjapi, een viersnarige luit, had geen eigen uitdrukking en gaf alleen de cadans aan. Maar plotseling viel de gelinang *- in, met korte, felle slagen, 't Was de zonnestraal, die de op een bloem wiegende vlin der aanraakte en tot een dartele liefdesvlucht opwekte. Zoekend danste het meisje de kring rond, maar de glimlach, die om haar lippen speelde, deed vermoeden dat ze haar partner reeds had gekozen. Met sierlijke bewegin gen draaide ze voort, maar on verwachts wendde ze zich om. hield de punt van haar slendang om de vingers gewonen vast en zwaaide het uiteinde naar Henk, zodat de doek om zijn schouders viel. De jongens juichten er» Verhagen riep: „Mee dansen, jö, jii bent als partner gekozen." Onder aanmoedigend gelach van de gasten en van ziin kame raden volgde de soldaat de dans, die nu weer sneller werd. Ijve rig bootste hij de passer» van het meisje na. totdat hij in een duizelende draai zijn evenwicht verloor en tussen de applaudi- serende jongens viel. Muziekinstrument met drie kleine trommels. (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1952 | | pagina 6