Op de rug van Moeder Aarde Puzzle van de week Dank zij de prediking van het geloof namen barbaarse wreedheden af DIAMANTEN BRUILOFT na een zeer werkzaam leven Melkproductie in 1951 lager dan in jaar tevoren Luiers drogenvis ontdooien boven dezelfde houten lamp Eskimo honden zijn weergaloos Echtpaar M. Baltus-A. Vader te 't Zand L A N O L E 1 N B E S T M E N T S T A G G A A N E V E N Sis N E E L G R A M E G E L M A A N 'flS N O O T S T 1 L F A 1 R D R 1 E O V E N H U 1 L N 1 G D M E E L ffi K O O L R A A D R E N H U 1 S ra H L 1 N E K O S T B A A R Scheepsberichten BEURSOVERZICHT ZATERDAG 26 JANUARI 1952 PAGINA 7 "i EEN VAN DE MEEST FUNESTE morele smetten van onze Eskimo's is wel het monsterachtige doden van onschuldigen. Gelukkig is die gewoonte tegenwoordig heel wat minder, dank zij het werk van de missionarissen, maar zij bestaat nog steeds. Er is echter een tijd geweest dat bijvoorbeeld meisjes direct bij hun geboorte werden gedood. Als er een meisje werd geboren, werd bet door de aanwezige vrouwen, of zelfs door de eigen moeder verstikt, terwijl de vader een gat in het ijs hakte. De Eskimo's geven u zelf een uitleg van die barbaarse gewoonte: „De vrouw kan niet jagen, zij is een overbodige mond, die in tijden van hongersnood gevuld moet worden.... bovendien zou ons ras veel te talrijk worden als alle vrouwen bleven leven...." Zelfs de vrouw zou u hetzelfde antwoorden: evenals haar man is ook zij overtuigd "an de geringe waarde van haar geslacht. Evenals de kinderen, zo verging het ook de ouden van dagen. Tegen woordig worden zij echter beschermd door de politie, die alle ouden kent Hun familieleden zijn verantwoordelijk voor hun dood. Maar wat nu nog slechts in het geheim kan gebeuren, geschiedde vroeger met medeweten van iedereen. Talrijk zijn de arme oudjes die hun familie aan de horizont zagen verdwij nen; zij werden op de wijde sneeuwvlakte eenzaam achtergela ten om te sterven. Zonder enige wrok, zonder over bodige klachten en ongevoelig misschien hebben zii hier zelf wel om gevraagd onderwerpen die oude mensen zich altijd aan die wet. die ziizelf in hun jeugd wel licht hebben toegepast op hun eigen vader en moeder. Zij wer- nen nog een laatste blik op de kolonne, die zich aan de gezichts einder aan hun ogen onttrekt, en zenden hen met een zielig maar dapper gebaar nog een laatste zegenende groet na. Dan trekt de oude man of vrouw zich terug in de eenzame iishut 0m te luiste ren naar de eeuwige stilte en zieh op de grond uit te strekken om te sterven Na een dergelijke opsomming van morele wreedheden komt men er onwillekeurig toe de Es kimo's op de onderste trap van beschaving te plaatsen. Zij zijn echter zo primitief, omdat zij- be horen tot een andere wereld. Zij worden slechts geleid door een moraal, die hun wordt opgelegd door de „strijd om het bestaan." Die levensdrang is wel iedere mens aangeboren, maar terwijl hii bii ons wordt gecontroleerd door de wetten van godsdienst en be schaving, is bij de Eskimo's slechts gebleven de meedogenloze tyran- nie van een algemeen aangeno men regel die slechts nuttige we zens recht van leven geeft en de sterke het recht om al het andere te gebruiken en te misbruiken. Zo'n degradatie en zo'n mis kenning van de eenvoudigste na- tuurliike wetten worden slechts verontschuldigd en verklaard door dit ene: de Eskimo's hadden geen. geloof. Gastvrii. Ik heb de Eskimo's nu voor U geschilderd als een mens zonder hart. Maar toch kan die egoïstische en harde mens gastvrii zijn. Over het algemee" de gastvrijheid 'n deugd, die bii primitieve volken en bii hen, die liiden verduren, in hoog aanzien staat, misschien wel omdat zii door anderen in hun nood te helpen, tegelijk zich zelf helnen in hun eigen nood van morgen. Maar of ze nu spon taan of berekend is, de gastvrii- he;d van de Eskimo is altijd vol ledig: vriend, viiand, of vreemde ling bieden zii al wat zii kunnen. Hun gastvrijheid kent geen gren zen, of 't nu voot één dag is, of voor onbeperkte tijd- Maar hun opmerkingsgave en hun spotters- geest blijven hun rechten behou den: twee minuten nadat zii een vreemdelin" gastvrij hebben ont vangen, hebben zii hem reeds een sprekende naam gegeven en doen ze hem bijna volmaakt na in zijn manieT van spreken, in zijn be wegingen en houdingen. De igloo Het is onmogelijk te spreken over de Eskimo's zonder een spe ciale aandacht te wijden, aan dat gene wat hun het verblijf in het woudloze Hoge Noorden doenlijk maakt: hun sneeuwhut. De igloo! Dit we woord alleen reeds laat de Tillingen over de rug lopen van de pas aangekomen Noordpool-reiziger. Maar als hii een tocht van een dag achter zich heeft, misschien is verloren gelopen in een storm, uitgehon gerd. op van vermoeidheid, be groet hij als een weldoener die witte verhevenheid, in de verte, eerst nog wat onduidelijk en vaag maar die hii bii iedere stap beter kan onderscheiden:Igloo! Die verlossende kreet ontsnapt onbewust aan ziin verstijfde lip pen: die ene magische naam heeft de gave om hem weer op te wek ken. De igloo is de mooiste overwin ning van de Eskimo in zijn strijd tegen het Hoge Noorden; ik zou durven zeggen, zii is het grootste comfort in dit barre klimaat. Kunstig bouwwerk. Of zii nu gebouwd zijn voor één dag of voor enkele weken: de igloo's verschillen slechts door hun afmetingen. Met behulp van zijn grote mes overtuigt de Eski mo zich eerst en vooral van de stevigheid van zijn bouwmate riaal en trekt op het oog een per fecte cirkel. Uit de onderste helft snijdt hij blokken sneeuw van precies 75 cm lang, bii 20 cm breed en 50 hoog, zodat er tege lijk een groeve ontstaat. Met de sneeuwblokken maakt hii een muurtje in het rond: de volgende rij blokken buigt iets meer naar binnen en zo gaat het verder, tot de blokken elkaar boven raken- Van binnenuit wordt dan de sluitsteen geplaatst, die de ste vigheid van het bouwwerk waar borgt. Tenslotte worden de gleu ven met losse sneeuw opgevuld. Op zo'n hut kimt u bovenop klim men: ze zal niet inzakken en is stevig als een stenen hut. Vlak boven de grond wordt dan met het mes een gat gesneden, juist groot genoeg om de bewo ners toe te lgtep er op hënderi en voeten in te {truipen. Als venster gebruikt men een helder stuk iis, dat elke dag opnieuw wordt af- gekrast, om te zorgen dat het vol doende licht doorlaat, of 'n soort perkament, dat gemaakt is van de ingewanden van een zeehond. Van binnen wordt met losse sneeuw een kleine verhoging aan gebracht, waarop de huiden en de bedden worden gespreid. Ir. een hoek zet men een blok sneeuw waarop de houten lamp komt te staan, die onmiddellijk wordt aangestoken. Daarboven worden staken in de muur gestoken, waaraan de wanten en de laar zen kunnen drogen en om zo goed en zo kwaad als het gaat de be vroren vis te ontdooientus sen de luiers van de baby. De laatste hoek is een heerlijke war boel van huiden, messen, kisten en levensmiddelen. De igloo, die voor langere tijd wordt gebouwd, is ruimer en ho ger. De temperatuur er in is ta melijk gelijkmatig: ze wordt zorg vuldig juist onder nul gehouden. Als de temperatuur stijgt of de lucht in de hut te slecht wordt, steekt men een gat in het sneeuw- dak, waardoor koude of frisse lucht kan binnenstromen. Er is bovendien voor dit doel dikwijls reeds een gat in het dak gemaakt, dat krignak (neusgat) wordt ge noemd. In de permanente „dorpen" be reiken deze igloo's dikwijls een hoogte van drie tot zes meter, binnenin gemeten van de grond tot aan de sluitsteen. Zij zijn alle veel langer en zelfs onderling met elkaar verbonden door lange zig-zag-gangen. Een nachtverblijf. Het is een poëtisch avontuur, dat heel wat kamerontdekkers ons zouden benijden, om eens een nacht in zo'n sneeuwhut door te brengen. Ik herinner me nog de eerste indrukken, die ik daarbij opdeed en die zeker ook de hun ne zouden zijn geweest. Als ik aankom in zo'n hut moet ik neer zitten op een stapel huiden, ter wijl de vrouw des huizes met be hulp van een platte stok de wiek jes van de lamp heen en weer schudt om de vlam hoger te doen oplaaien. Ik profiteer van de ge legenheid om twee woorden te zeggen, die ik had geleerd: „Igloo nakoyok" (Werkelijk een mooie igloo). Ayalik antwoordt, echt op zijn Eskimo's, schijnheilig, en met minachting over zijn eigen werk: „Oud vies en in haast gebouwd met niets dan sneeuw." Ik had moeten weten, dat hij wel iets beters kon presteren. Allen zijn druk bezig genadig op me neer te kijken als op een kind. Ik kan slechts enkele woorden spreken en versta riet veel van wat zij zeggen: „Niet erg intelligent, die Grote-Wenkbrauwen." Ze vinden me een beetje dwaas; met door dringende ogen bekijken ze mij; zij uiten hun bevindingen open lijk tegenover anderen; het moet wel niet in mijn voordeel zijn, want ze lachen allemaal luid. Als de ketel water begint te koken, wordt hun aandacht van mij af geleid en naar iets anders getrok ken: thee: Er staat een bassin met bevroren vis; een heks van een vrouw biedt me heel onschuldig een groot stuk vis aan, zo maar uit de handen. Plotseling houden de kerels op met kauwen; ze lachen allemaal al in hun vuistje, maar ze bomen bedrogen uit; ik hanteer mijn rauwe vis als een expert. Royaal feliciteren ze mij er mee: „Je doet als een Eskimo." Na het eten wordt er een doek rondgegeven om de handen en mond af te ve gen; ik ben de laatste, die hem krijgt Ayalik en zijn vrouw Ongirlak hadden besloten dat ik tussen, de grootvader en de grootmoeder zou slapenIk laat me dus in mijn slaapzak glijden; de kinde ren wikkelen zich helemaal in een kariboe-huid. Thee en vis De volgende morgen, als ik me sta aan te kleden, kijkt Ayalik me met verwonderde en medelijden de blikken aan. Hij blijft lekker warm onder de dekens liggen, helemaal in elkaar gedraaid, de knieën onder de buik en wacht rillend op zijn kopje thee waarna met veel smaak bevro ren vis naar binnen wordt ge speeld. Hoewel ze nog helemaal suf van slaap zijn,, strekken de kindertjes hun mollige handjes naar het schamele ontbijt uit. Een half uur verloopt eer Aya lik in zijn broek kruipt, hetgeen gepaard gaat met een onsamen hangend relaas over zijn dromen, waar de kindertjes met diepe eerbied naar luisteren. Als zijn vrouw vindt, dat het welletjes is, treft zij hem op zijn zwakke plek door te zeggen, dat het pracht- weer is, de hemel bewolkt en geen vleugje wind. Dit doet een revolutie ontketenen: „Kamik- sammik" (Mijn laarzen)Zodra hij deze aan heeft, aarzelt hij toch nog even, zal hij strikken gaan zetten, of op zeehondenjacht gaan, of gaan vissen in de ri vier? Een beetje spottend staat zijn vrouw zijn beslissing af te wachten: de kwaliteit en kwantiteit van de garderobe zul len van zijrj keuze afhangen.... Maar nu staat zijn besluit toch vast: hij zal gaan vissen en van avond weer thuis komen. Hij kleedt zich weer helemaal op nieuw aan en stapt dan waardig naar buiten met een keteltje water in de hand; hij neemt er een flinke slok uit en spuwt deze weer uit op een stuk berenhuid om daarmee de schaatsen van de slee glad te maken. Terwijl zijn vrouw het vistuig in, orde maakt, spannen de kinderen de honden voor de sleeAyalik is ver trokken! De honden Het is niet mogelijk het leven van de Eskimo volledig te be schrijven zonder aandacht te be steden aan zijn honden. De hon den zijn een bijzonder eerbetoon waard, omdat zij voor de Eskimo, zowel als voor ons, missionaris sen, de enige hulp zijn. onver moeibare werkers, dikwijls onze verdedigers en altijd onze trouwe vrienden. De Eskimo-hond is on misbaar en vindt nergens ter we reld zijns gelijke. De Hond.. ..De brave burger beziet hem met een dankbaar oog, (omdat hij zijn deur bewaakt; de jager bewondert hem, omdat hij hem zo verstandig helpt; de land loper en de zwerver strelen hem met zachte hand, omdat hij al tijd zo trouw aan hun zijde blijft; en de monnik in de Alpen heeft evenveel zorg voor hem als voor Jnanuscripten, omdat hij zijn medewerker is in zijn werk van barmhartigheid. Dat alles te za- men betekenen onze honden voor ons. De Eskimo's geven hun honden de namen van verdwenen fami lieleden en kunnen het niet over hun hart verkrijgen om de hon den der afgestorvenen te doden. Terwijl ze toch allemaal ver- schilend zijn, hebben alle Eskimo honden dezelfde goede en slechte eigenschappen maar toch meer goede dan slechte. Blauwe vos. toen ik van missiepost veran derde, had ik in mijn jonge meute ook Marak (Blauwe vos) mee genomen. Marak was een van mijn oude honden voor wie ik een rwak had. Op al mijn reizen was hij bij me geweest en had hij alles met mij doorstaan, on vermoeibaar. Van al mijn honden was hij bij wijze, mijn lievelings dier. Toen ik op zekere mor gen aan de oever van een meer mijn hoofd buiten de ingang van van mijn sneeuwhut stak, zag ik hoe mijn meute in wanorde lag; sommige honden zaten vol bloed; alleen Marak stak niet als naar gewoonte zijn kop omhoog. Met angst in het hart ging ik kijken: dood. Overal in het rond bloed en plukken haar; zijn ledematen waren uit elkaar gerukt, zijn ge weldige lichaam was al stijf en geheel bevroren. Zijn makkers hadden hem gedood. Nooit meer zou hij in moeilijke ogenblikken, als ik zijn naam roep, zijn kop naar mij toesteken als om mij met moed en doortastendheid in zijn blik te zeggen: „Zolang ik bij je ben.Nooit zou ik hem nog goede nacht kunnen wensen, als zijn grote donkere lichaam zich op de sneeuw had uitgestrekt; dan bespiedde hij me steeds; zijn kop scheen los van zijn lichaam te lig gen, zover rekte hij die steeds naar mij uit, terwijl hij mij door dringend aankeek, als wilde hij zeggen; „Kom je nou, of moe!; ik opstaan om een liefkozinkje bij je te komen halen? Ben ik soms niet veel vermoeider dan jij?" Dan boog ik mij voorover om hem, zonder dat de andere hon den het zagen, een extra rant soentje toe te schuiven.... Wanneer ik naar Minto ga, moet ik hem nog, na zoveel jaren, een groet gaan brengen aan de voet van de rots, aan het meer. Dan lijkt het me alsof zijn ver minkte kop zich opricht om mij te zeggen: „In mijn tijd ging het toch heel wat vlugger, hé?" Missiewerk in de Pool cirkel. In de Poolstreken zult u de missionaris altijd zien met een ge weer, een zweep, een bijl of een ander wapen in de hand; naast zijn slee, zijn wilde honden be dwingend, of in een boot, op zee hondenjacht, of bezig met het herstellen van zijn visnetten. Zo iets had u zich misschien hele maal, niet van een missionaris kunnen voorstellen. Het is dan ook niet precies datgene, waarop hij zich door zoveel jaren van studie en onderzoek had voorbe reid. Toen had hii slechts het pries terschap en zijn zware verant woordelijkheden voor ogen. Hij droomde van een diep doorleefde bediening. Maar wat is de wer kelijkheid? Jaren aan een stuk van schijnbare leegte: geen enkel doopsel, en de biechten en H. Communies kun je op je vingers tellen. Zodoende moet hij, zii het dan niet in dezelfde geest ais de H. Paulus, noodgedwongen de woorden van de Apostel der hei denen tot de zijne maken: „Niet om te dopen zord Hij mij, maar om het Evangelie te prediken" (1 Cor., 17). Altijd maar zaaien en nooit kunnen oogsten, Hoe dikwijls ge beurt het niet, dat de missiona ris ergens half bevroren en do- Wij vervolgen hier de in teressante beschrijving, wel ke pater Roger Buliard O.M.I. in zijn boek „Op de Rug van Moeder Aarde" geeft over zijn leven en wer ken onder de Eskimo's. In dit gedeelte, dat wij ontle nen aan het December-num- mer van de „Katholieke Digest", besteedt hij veel aandacht aan de woningen van de bewoners van het hoge Noorden en hun trou we metgezellen op hun le vensgevaarlijke tochten, de Eskimo-hond. delijk vermoeid in de sneeuw- woestijn ligt en dan z'n blik ver over de horizon laat dwalen, waar de spits van het dorpskerkje naar de warme zon van zijn va derland wijst? Rondom zijn sneeuwkerkje heeft zich een geringe groep pas gedoopte christenen gevestigd, die bij hem willen blijven; al de andere gelovigen en ongelovigen gaat hij minstens eens per jaar opzoeken; daar blijft hij dan en kele dagen bij hun, want hun nederzetting is wel twee tot drie honderd kilometer van zijn mis siepost verwijderd. Als hij op zo'n afstand bij een zieke of sterven de wordt geroepen, jaagt hij er in razende vaart met zijn honden slee naar toe met een onophou dend gebed op de lippen, dat hij maar niet te laat zal komen. Maar ondanks dit zware leven, dat op een afstand misschien nog veel erger lijkt dan het in wer kelijkheid is, zult u toch geen Eskimo-missionaris vinden, die zijn lot zou willen ruilen voor dat van de andere missieposten, die wellicht minder uithoudings vermogen vergen. Het is een eenvoudig leven, een leven van totale onafhankelijk heid, zonder kleinzielige conven ties. Levensruimte, verplichte da gelijkse strijd om het bestaan: zo is het leven van de Noordpool- missionaris. Zij zijn missionaris sen: missie: zij zijn werkelijk ge zonden. Maar ook oblaten: obla tie zij hebben zichzelf gegeven. Om u ten slotte te bewijzen, dat het christendom het énige middel is om het ras der Eski mo's tot beschaving en bloei te brengen, wijs ik zonder meer op de uitspraken van geleerden die dit ras tot in het diepste wezen hebben bestudeerd: Ste- phanson, Jeness en Rasmussen. Van deze laatste haal ik slechts een passage aan waarin hij spreekt over een missionaris, die zijn missiepost bij gebrek aan middelen had moeten opgeven: „Als men denkt aan de sommen, d'ie het gekost heeft om de mis dadigers van deze streken voor het gerecht te dagen (de terecht stelling van Alikamek en Tata- merana, die het Gouvernement 100.000 dollar gekost heeft), dan is het zonde als men ziet dat een werk, dat meer dan welk ander er toe kan leiden om de groei van misdadigheid onder deze mensen te stuiten, over zo'n schaarse middelen beschikt." Zelfs al zouden onze missiona rissen aeen enkel doonsel kun nen toedienen hoe dikwiils is dit niet het geval zii vin den toch hun definitieve be- staanredenen aan de Noordnool in het duideliike bevel van de Meester: „Gaat en onderwiist alle volkeren", in de verwezen lijking van het bevel van de H. Schriften om de Bliide Bood- schan en het Kruis naar de „uit einden der wereld uit te dra een" cn in de voorsnelline van ln de „Maasland" van de Koninklijke Hollandse Lloyd, welk schip met een broeiende lading zonnebloempitten aan de Oostelijke Handelskade in de Amsterdamse haven gemeerd lag, brak Woensdagavond brnd uit. Naar verluidt was er reeds tweemaal brand aan boord geweest. Over de oorzaak van deze branden hangt een waas van geheimzinnigheid. 't ZAND Op SI Januari a.s. hopen de beide echtelieden M- BaltusA. Vader te ,t Zand de dag; te herdenken waarop ze voor 60 jaren in den echt werden ver bonden. Die dag is er dus hopelijk groot fdest in „De Jonge Prins." Want alle kinderen en kleinkin deren worden daarbij verwacht, op één der dochters na, die kor telings haar zilveren professie- feest vierde in het klooster van de congregatie van Eeuwigduren de Aanbidding te Brussel. Schilder Baltus, die thans 83 jaren telt, heeft een groot gezin, al zijn er bereids van de 16 kin deren helaas 7 overleden. Vooral het overlijden van hun zoon Jan op 45-jarige leeftijd in het be zettingsjaar 1942 was voor beide oudjes een harde slag. Ja, ia. voor oma Baltus, die op 19-jarige leef tijd in haar geboorteplaats Oud dorp in 't huwelijksbootje stapte is het leven lang niet zonder leed en zorg vergleden, al zou men dat de nog steeds vitale oude vrouw niet aanzien. Gedurende de laatste paar jaar is zij zelfs tweemaal bediend geweest we gens zeer zware ziekten, maar even wonderbaarlijk snel her steld. Ook de heer des huizes werd al tweemaal bediend. Zijn hart is niet zo sterk meer. Maa- toch geniet hii met smaak van pijp en sigaar. Hij vertelde hon derd uit over de goede oude tijd, en houdt intussen alles goed in de gaten, want z'n ogen zijn nog voortreffelijk. Zonder bril ziet hii uit het raam vandaan zelfs de boerderij van Portegeis nog. En dat is kilometers ver. de nrofeet Malachias (I II) Van de oneane der zon tot aan haar ondergane is Miin Naam groot onder de volken: on iedere Dlaats wordt Miin Naam een wierooksoffer en een reine offe rande gebracht!" Eerst even de prijswinnaars van deze week, die alweer een doos post toegezonden krijgen: 1. C. Blokker. C. Bokstraal 26. Schagen. 2. Tr. Hollander. Dussel- dom 19. Limmen. 3. Joh. C. Tames, Torenweg 10. Hem. 4. Cath Apuelman. Streek- wee 87. Hoogkarsnel. 5. J. Schoenmaker. Metius- straat 14. Alkmaar. De nieuwe puzzle staat al weer klaar. Oplossingen in open enveloppe met op schrift „Frijspuzzle" Noor derpers" in de linkerboven hoek en als brief gefrankeerd indien ze per post worden verzonden worden uiter lijk Donderdagavond aan ons bureau verwacht. Voor de goede oplossers worden vijf dozen post beschikbaar ge steld. WOORDPUZZLE In de figuur moeten op de aangegeven verticale rij zelf gekozen letters woorden ge plaatst. De overige groepen van vier letters moeten uit onderstaan de groepen worden gekozen: BALK BLAD RAAD GERE KAST EVER ONTE PERS MAAT BEET EREN ROUW HOUT LEUR FANC OOGD POST MAND BEUK EVEN VOOR ICHT LOOS FOON PERK IJKEN Wanneer tenslotte alle woor den zijn ingevuld, kunt ge in de middelste aangegeven verticale rij van boven naar beneden een woord lezen, dat wanneer U het daarmee aangeduide bezit, een goede karaktereigenschap is. WIT - Lopend naar St. Maar tensbrug. Daags na hun trouwdag nam 't echtpaar Baltus ziin intrek in het flinke schilderssbedrijf te 't Zand. In die tijd bestonden er nog geen fietsen of autobussen, zodat hij zich beladen met glas of verfwa ren te voet op karwei begaf- Dik wijls voerde ziin pad ver weg. Hij weet zich nog best te herinneren, dat hii dagelijks naar St. Maar tensbrug liep om daar de banken van de kerk te schilderen. In de nabijheid van Schagerbrug, Oude- sluis Callantsoog en andere om gevende plaatsen kwam hii vaak, omdat toen de boeren regelmatig schilderwerk hadden. Doch ge lukkig kwam allengs het rijwiel de taak verlichten. En in de der tiger iaren toen geheel Nederland zuchtte in crisiswee. schafte hij zich met zijn volwassen zoons, die allen zonder uitzondering ook schilder zijn geworden, een auto aan om het werkende te kun nen houden. Hij verkeerde n.l. in de geluk kige omstandigheid v^fd werk van aannemer Tuin te kunnen aan nemen. Zelfs had men in Gelder land 'n schildersonderneming ge sticht, maar die kon de economi sche stormen van die jaren niet doorstaan. De een voor en de ander na hebben zijn zoons zich later evenwel in verschillende plaatsen van West Friesland en Kennemerland kunnen vestigen als zelfstandige schilders en het gaat hen allen gelukkig wel. Al leen de iongste is in het bedrijf te 't Zand gebleven om dat te kunnen voortzetten zodra de oude baas het werken er aan zou ge- v^n. Dat dit echter pas kort ge leden gebeurde valt wel af te lei den uit het feit dat Baltus nog op 78-iarige leeftijd kwiek de verfkwast en het snijdiamant wist te hanteren. Een arbeidzaam leven heeft dit diamanten bruidspaar achter de rug. O» de 31 ste, als heiden zich naar het kleine Godshuis van 't Zand zullen begeven voor het bij wonen van de plechtige Hoog mis, zal het hen aan belangstel ling zeker niet ontbreken. Stikker naar Parijs 's-GRAVENHAGE. De mi nister van Buitenlandse Zaken, mr. D. U. Stikker, is gisteren naar Parijs vertrokken ter bijwoning van de besprekingen over de Europese defensie. De minister wordt Maandag in den Haag te rugverwacht. Amstelvaart 24 v. A'dam te Galveston; Klipfontein verm. 25 v. Antw.-A'dam; Orion 24 van Gibraltar-Antwerpen; Alamak p. 25 vm. Gibraltar-Marseille; Al- blasserdijk 24 nm. v. New Orle- ans-Brohwsville; Aldabi p. 24 BahiaAlphacca 24 v. Montevi- deo-Paranaguay; Boissevain 22 te Pokohama; Oranjestad 25 te Laguaira; Straat Soenda 23 te Eastlonden; Veendam 24 v. New York-Le Havre; Weltevreden 21 v. os Angeles-San Francisco; Westland 24 v. SantosWillem Ruys p. 24 20 u. Kp. Finisterre- Port Said. SCHEEPVAART EN CULTURES VAST AMSTERDAM. 25 Jan. Ge heel in tegenstelling tot gisteren beheerste vandaag een vaste stemming de marlet, waarbij vrijwel alle sectoren op een hoger niveau kwamen. Het begon in de Scheepvaartafdeling, waar de K.N.S.M. de eerste scheep vaart-maatschappij is, die over het afgelopen boekjaar een divi dend voorstelt en wel 9 pet. tegen vorig jaar 7 pet. De aandelen stegen van 136 3/4 tot 141M. Ook de overige scheepvaartpapieren waren vast. Wordt de cultuurmaTkt de laatste tijd verwaarloosd, van daag was dit zeker niet het ge val. Voortdurend werden er vrij grote hoeken gevormd in de voornaamste cultures, waarbij winsten van 2 tot, 4 punten wer den geboekt. Aandelen Billiton II kwamen van 180 op 186. De reeds gewoon geworden Switch transactie van Olie in Unilever scheen vandaag niet uitgevoerd te worden. Olies ste gen daardoor tot 288. na de ge hele week tussen 286 en 287 verhandeld te zijn. Unilever beekte wederom een kleine winst en gold 190 'A (189), Philips daarentegen was amper prijshou dend. AKU en de meeste incou rante soorten onveranderd. Het agio voor Amerikaantjes bleek gisteren na beurs tot 8t< procent achteruitgelopen te ziin, van daag werd deze ontwikkeling m lichtere mate voortgezet en taxeerde men het op 8 pet. In overeenstemming hiermede wa ren ook de dollarobligaties aan de lage kant. Guldensbeleggin gen traag. GEEN VREDESVERDRAG VAN JAPAN MET RUSLAND TOKIO, 25 Jan. (A.P.). De Japanse premier Yosjida heeft vandaag in het parlement ver klaard, dat Japan geen vredes verdrag zal ondertekenen met de Sow jet-Unie of communistisch China. „Afgezien van alle ideologische verschillen kunnen we nooit een verdrag met de Sowjet-Unie slui ten zolang in Rusland nog 430.000 Japanse krijgsgevangenen vast gehouden worden". ACTIE OP PHILIPPIJNEN TEGEN DE HUKS MANILLA (A.F.P.). Donder dag zijn een groot aantal land strijdkrachten en bijna de gehele Philippijnse luchtmacht een grootscheepse actie begonnen te gen de Huks (opstandelingen), die zich hebben teruggetrokken in de bergen ten Zuidoosten van de Amerikaanse luchtbasis Clark. OPLOSSING VORIGE WEEK Nijverheid; Antarctis; Presbyter; Onthouden; LaValetta: Epitheton; Overlijden: Newcastle. De uitspraak is van Napoleon en luidt: „Anarchie voert altijd weer tot absolute heerschappij". Naam: Adres: AMSTERDAM. De totale melkproductie in 1951 is iets ten achter gebleven bij die in 1950. Er werd n.l. geproduceerd 5.688 mililoen kg melk tegen 5.771 mil- lioen kg in 1950, zo blijkt uit een opgave van het C.B.S. Het aantal melk- en kalfkoeien bedroeg in Mei 1951 1.533.000 tegen 1.518.000 in Mei 1950. De melkgift per koe daalde van 380 kg in 1950 tot 3730 kg in 1951. Van de totale melkproductie werd in de fabrieken aangevoerd 4.670 millioen kg in 1951 tegen 4.766 millioen kg in 1950. Het vet gehalte steeg in 1951 met 0,03 procent tot 3,65 procent. De con sumptie op de boerderij en in de volle melkgebieden bleef in 1951 onveranderd totaal 480 millioen kg. Voor boerenkaas en boter werd 228 millioen kg bestemd (225 millioen kg) en voor opfok- melk 310 millioen kg (300 mil lioen kg). Aan volle en gestandaardiseer de melk werd vorig jaar 1541 millioen kg (1500 millioen kg in 1950) in consumptie gebracht, aan onder- en karnemelk 179 millioen kg (165 millioen kg) en aan room ruim 8 millioen kg tegen STORMLOOP OP BANK TE PARAMARIBO PARAMARIBO, 25 Jan. (ANP). Donderdag zijn de loketten van Vervuurts bank te Paramaribo gesloten, nadat Woensdag een stormloop op de bank had plaats gevonden en grote bedragen wa ren opgevraagd, zulks n.a.v. ge ruchten dat er een tekort zou zijn geconstateerd. Volgens persberichten zou de Surinaamse regering zieh bereid hebben verklaard tot een garan tiestelling, doch de staten zouden zich in een nachtelijke vergade ring hiertegen hebben uitgespro ken. De directeur van de bank, Otto Vervuurt, is Donderdag in verzekerde bewaring gesteld. bijna 8 millioen kg vorig jaar. Er is in 1951 83'/2 millioen kg boter bereid (93,2 millioen kg in 1950), 7P/2 millioen kg volvette kaas kaas (60,2 millioen kg), 47 millioen kg 40 plus kaas (44,7 millioen kg), 1,6 millioen kg 20- plus kaas (2 millioen kg). Voorts werd in 1951 109,9 millioen kg gesuikerde volle gecondenseerde melk vervaardigd (99,6 millioen), 52 millioen kg ongesuikerde volle gecondenseerde melk (58,3 mil lioen), 17,1 millioen kg gesuiker de magere gecondenseerde melk (14,2 millioen) en 37,2 millioen kg volle en magere melkpoeder en gewone zuur-caseine (42,7 millioen kg). Vliegveldkwestie Ypenburg of Schieveen 's-GRAVENHAGE. Naar wij vernemen is het te verwachten dat de minister van Verkeer en Waterstaat binnenkort de vlieg veldkwestie YpenburgSchieveen aan de ministerraad ter beslis sing zal voorleggen. MOTORRIJDER TE WATER EN VERDRONKEN In de afgelopen nacht is de 47- jarige groentehandelaar A. G. J. Gijben uit Leidsehendam met zijn motor te water geraakt en ver dronken. De heer Gijben reed omstreeks 12 uur op de Westvliet- weg op weg naar huis. Bij het park Leeuwenberg geraakte hij in de Vliet. Een bewoner van de Westvlietweg, de heer van Rees, hoorde dit en waarschuwde de brugwachter van de oude tolbrug. Na de politie te hebben gealar meerd gingen de beide mannen aan het dreggen. Het slachtoffer werd opgehaald, maar dr. Hannig die te hulp was geroepen, kon nog slechts de dood constateren. Kaasmarkt Leiden le soort Goudse kaas f 2.32 2.37, 26 partijen: Goudse kaas 2e soort f 2.282.31, 26 partijen; Leidse kaas le srt. f 2.232,25, 2 partijen. Handel matig.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1952 | | pagina 7