Op de rug van Moeder Aarde
Puzzle van de week
Dank zij de prediking van het geloof
namen barbaarse wreedheden af
DIAMANTEN BRUILOFT
na een zeer werkzaam leven
Melkproductie in 1951
lager dan in jaar tevoren
Luiers drogenvis ontdooien
boven dezelfde houten lamp
Eskimo honden
zijn weergaloos
Echtpaar M. Baltus-A. Vader te 't Zand
L
A
N
O
L
E
1
N
B
E
S
T
M
E
N
T
S
T
A
G
G
A
A
N
E
V
E
N
Sis
N
E
E
L
G
R
A
M
E
G
E
L
M
A
A
N
'flS
N
O
O
T
S
T
1
L
F
A
1
R
D
R
1
E
O
V
E
N
H
U
1
L
N
1
G
D
M
E
E
L
ffi
K
O
O
L
R
A
A
D
R
E
N
H
U
1
S
ra
H
L
1
N
E
K
O
S
T
B
A
A
R
Scheepsberichten
BEURSOVERZICHT
ZATERDAG 26 JANUARI 1952
PAGINA 7
"i
EEN VAN DE MEEST FUNESTE morele smetten van onze Eskimo's
is wel het monsterachtige doden van onschuldigen. Gelukkig
is die gewoonte tegenwoordig heel wat minder, dank zij het
werk van de missionarissen, maar zij bestaat nog steeds. Er is
echter een tijd geweest dat bijvoorbeeld meisjes direct bij hun
geboorte werden gedood. Als er een meisje werd geboren, werd
bet door de aanwezige vrouwen, of zelfs door de eigen moeder
verstikt, terwijl de vader een gat in het ijs hakte. De Eskimo's
geven u zelf een uitleg van die barbaarse gewoonte: „De vrouw
kan niet jagen, zij is een overbodige mond, die in tijden van
hongersnood gevuld moet worden.... bovendien zou ons ras veel
te talrijk worden als alle vrouwen bleven leven...." Zelfs de
vrouw zou u hetzelfde antwoorden: evenals haar man is ook zij
overtuigd "an de geringe waarde van haar geslacht. Evenals
de kinderen, zo verging het ook de ouden van dagen. Tegen
woordig worden zij echter beschermd door de politie, die alle
ouden kent Hun familieleden zijn verantwoordelijk voor hun
dood. Maar wat nu nog slechts in het geheim kan gebeuren,
geschiedde vroeger met medeweten van iedereen. Talrijk zijn
de arme oudjes die hun familie aan de horizont zagen verdwij
nen; zij werden op de wijde sneeuwvlakte eenzaam achtergela
ten om te sterven.
Zonder enige wrok, zonder over
bodige klachten en ongevoelig
misschien hebben zii hier zelf wel
om gevraagd onderwerpen die
oude mensen zich altijd aan die
wet. die ziizelf in hun jeugd wel
licht hebben toegepast op hun
eigen vader en moeder. Zij wer-
nen nog een laatste blik op de
kolonne, die zich aan de gezichts
einder aan hun ogen onttrekt, en
zenden hen met een zielig maar
dapper gebaar nog een laatste
zegenende groet na. Dan trekt
de oude man of vrouw zich terug
in de eenzame iishut 0m te luiste
ren naar de eeuwige stilte en zieh
op de grond uit te strekken om
te sterven
Na een dergelijke opsomming
van morele wreedheden komt
men er onwillekeurig toe de Es
kimo's op de onderste trap van
beschaving te plaatsen. Zij zijn
echter zo primitief, omdat zij- be
horen tot een andere wereld. Zij
worden slechts geleid door een
moraal, die hun wordt opgelegd
door de „strijd om het bestaan."
Die levensdrang is wel iedere
mens aangeboren, maar terwijl hii
bii ons wordt gecontroleerd door
de wetten van godsdienst en be
schaving, is bij de Eskimo's slechts
gebleven de meedogenloze tyran-
nie van een algemeen aangeno
men regel die slechts nuttige we
zens recht van leven geeft en de
sterke het recht om al het andere
te gebruiken en te misbruiken.
Zo'n degradatie en zo'n mis
kenning van de eenvoudigste na-
tuurliike wetten worden slechts
verontschuldigd en verklaard
door dit ene: de Eskimo's hadden
geen. geloof.
Gastvrii.
Ik heb de Eskimo's nu voor U
geschilderd als een mens zonder
hart. Maar toch kan die egoïstische
en harde mens gastvrii zijn. Over
het algemee" de gastvrijheid 'n
deugd, die bii primitieve volken
en bii hen, die liiden verduren,
in hoog aanzien staat, misschien
wel omdat zii door anderen in
hun nood te helpen, tegelijk zich
zelf helnen in hun eigen nood
van morgen. Maar of ze nu spon
taan of berekend is, de gastvrii-
he;d van de Eskimo is altijd vol
ledig: vriend, viiand, of vreemde
ling bieden zii al wat zii kunnen.
Hun gastvrijheid kent geen gren
zen, of 't nu voot één dag is, of
voor onbeperkte tijd- Maar hun
opmerkingsgave en hun spotters-
geest blijven hun rechten behou
den: twee minuten nadat zii een
vreemdelin" gastvrij hebben ont
vangen, hebben zii hem reeds een
sprekende naam gegeven en doen
ze hem bijna volmaakt na in zijn
manieT van spreken, in zijn be
wegingen en houdingen.
De igloo
Het is onmogelijk te spreken
over de Eskimo's zonder een spe
ciale aandacht te wijden, aan dat
gene wat hun het verblijf in het
woudloze Hoge Noorden doenlijk
maakt: hun sneeuwhut.
De igloo! Dit we woord alleen
reeds laat de Tillingen over de rug
lopen van de pas aangekomen
Noordpool-reiziger. Maar als hii
een tocht van een dag achter
zich heeft, misschien is verloren
gelopen in een storm, uitgehon
gerd. op van vermoeidheid, be
groet hij als een weldoener die
witte verhevenheid, in de verte,
eerst nog wat onduidelijk en vaag
maar die hii bii iedere stap beter
kan onderscheiden:Igloo!
Die verlossende kreet ontsnapt
onbewust aan ziin verstijfde lip
pen: die ene magische naam heeft
de gave om hem weer op te wek
ken.
De igloo is de mooiste overwin
ning van de Eskimo in zijn strijd
tegen het Hoge Noorden; ik zou
durven zeggen, zii is het grootste
comfort in dit barre klimaat.
Kunstig bouwwerk.
Of zii nu gebouwd zijn voor één
dag of voor enkele weken: de
igloo's verschillen slechts door
hun afmetingen. Met behulp van
zijn grote mes overtuigt de Eski
mo zich eerst en vooral van de
stevigheid van zijn bouwmate
riaal en trekt op het oog een per
fecte cirkel. Uit de onderste helft
snijdt hij blokken sneeuw van
precies 75 cm lang, bii 20 cm
breed en 50 hoog, zodat er tege
lijk een groeve ontstaat. Met de
sneeuwblokken maakt hii een
muurtje in het rond: de volgende
rij blokken buigt iets meer naar
binnen en zo gaat het verder, tot
de blokken elkaar boven raken-
Van binnenuit wordt dan de
sluitsteen geplaatst, die de ste
vigheid van het bouwwerk waar
borgt. Tenslotte worden de gleu
ven met losse sneeuw opgevuld.
Op zo'n hut kimt u bovenop klim
men: ze zal niet inzakken en is
stevig als een stenen hut.
Vlak boven de grond wordt dan
met het mes een gat gesneden,
juist groot genoeg om de bewo
ners toe te lgtep er op hënderi en
voeten in te {truipen. Als venster
gebruikt men een helder stuk iis,
dat elke dag opnieuw wordt af-
gekrast, om te zorgen dat het vol
doende licht doorlaat, of 'n soort
perkament, dat gemaakt is van
de ingewanden van een zeehond.
Van binnen wordt met losse
sneeuw een kleine verhoging aan
gebracht, waarop de huiden en
de bedden worden gespreid. Ir.
een hoek zet men een blok sneeuw
waarop de houten lamp komt te
staan, die onmiddellijk wordt
aangestoken. Daarboven worden
staken in de muur gestoken,
waaraan de wanten en de laar
zen kunnen drogen en om zo goed
en zo kwaad als het gaat de be
vroren vis te ontdooientus
sen de luiers van de baby. De
laatste hoek is een heerlijke war
boel van huiden, messen, kisten
en levensmiddelen.
De igloo, die voor langere tijd
wordt gebouwd, is ruimer en ho
ger. De temperatuur er in is ta
melijk gelijkmatig: ze wordt zorg
vuldig juist onder nul gehouden.
Als de temperatuur stijgt of de
lucht in de hut te slecht wordt,
steekt men een gat in het sneeuw-
dak, waardoor koude of frisse
lucht kan binnenstromen. Er is
bovendien voor dit doel dikwijls
reeds een gat in het dak gemaakt,
dat krignak (neusgat) wordt ge
noemd.
In de permanente „dorpen" be
reiken deze igloo's dikwijls een
hoogte van drie tot zes meter,
binnenin gemeten van de grond
tot aan de sluitsteen. Zij zijn alle
veel langer en zelfs onderling
met elkaar verbonden door lange
zig-zag-gangen.
Een nachtverblijf.
Het is een poëtisch avontuur,
dat heel wat kamerontdekkers
ons zouden benijden, om eens een
nacht in zo'n sneeuwhut door te
brengen. Ik herinner me nog de
eerste indrukken, die ik daarbij
opdeed en die zeker ook de hun
ne zouden zijn geweest. Als ik
aankom in zo'n hut moet ik neer
zitten op een stapel huiden, ter
wijl de vrouw des huizes met be
hulp van een platte stok de wiek
jes van de lamp heen en weer
schudt om de vlam hoger te doen
oplaaien. Ik profiteer van de ge
legenheid om twee woorden te
zeggen, die ik had geleerd: „Igloo
nakoyok" (Werkelijk een mooie
igloo).
Ayalik antwoordt, echt op zijn
Eskimo's, schijnheilig, en met
minachting over zijn eigen werk:
„Oud vies en in haast gebouwd
met niets dan sneeuw." Ik had
moeten weten, dat hij wel iets
beters kon presteren. Allen zijn
druk bezig genadig op me neer
te kijken als op een kind. Ik kan
slechts enkele woorden spreken
en versta riet veel van wat zij
zeggen: „Niet erg intelligent, die
Grote-Wenkbrauwen." Ze vinden
me een beetje dwaas; met door
dringende ogen bekijken ze mij;
zij uiten hun bevindingen open
lijk tegenover anderen; het moet
wel niet in mijn voordeel zijn,
want ze lachen allemaal luid. Als
de ketel water begint te koken,
wordt hun aandacht van mij af
geleid en naar iets anders getrok
ken: thee: Er staat een bassin met
bevroren vis; een heks van een
vrouw biedt me heel onschuldig
een groot stuk vis aan, zo maar
uit de handen.
Plotseling houden de kerels op
met kauwen; ze lachen allemaal
al in hun vuistje, maar ze bomen
bedrogen uit; ik hanteer mijn
rauwe vis als een expert. Royaal
feliciteren ze mij er mee: „Je
doet als een Eskimo." Na het eten
wordt er een doek rondgegeven
om de handen en mond af te ve
gen; ik ben de laatste, die hem
krijgt
Ayalik en zijn vrouw Ongirlak
hadden besloten dat ik tussen,
de grootvader en de grootmoeder
zou slapenIk laat me dus in
mijn slaapzak glijden; de kinde
ren wikkelen zich helemaal in
een kariboe-huid.
Thee en vis
De volgende morgen, als ik me
sta aan te kleden, kijkt Ayalik me
met verwonderde en medelijden
de blikken aan. Hij blijft lekker
warm onder de dekens liggen,
helemaal in elkaar gedraaid, de
knieën onder de buik en wacht
rillend op zijn kopje thee
waarna met veel smaak bevro
ren vis naar binnen wordt ge
speeld. Hoewel ze nog helemaal
suf van slaap zijn,, strekken de
kindertjes hun mollige handjes
naar het schamele ontbijt uit.
Een half uur verloopt eer Aya
lik in zijn broek kruipt, hetgeen
gepaard gaat met een onsamen
hangend relaas over zijn dromen,
waar de kindertjes met diepe
eerbied naar luisteren. Als zijn
vrouw vindt, dat het welletjes is,
treft zij hem op zijn zwakke plek
door te zeggen, dat het pracht-
weer is, de hemel bewolkt en
geen vleugje wind. Dit doet een
revolutie ontketenen: „Kamik-
sammik" (Mijn laarzen)Zodra
hij deze aan heeft, aarzelt hij toch
nog even, zal hij strikken gaan
zetten, of op zeehondenjacht
gaan, of gaan vissen in de ri
vier? Een beetje spottend
staat zijn vrouw zijn beslissing af
te wachten: de kwaliteit en
kwantiteit van de garderobe zul
len van zijrj keuze afhangen....
Maar nu staat zijn besluit toch
vast: hij zal gaan vissen en van
avond weer thuis komen. Hij
kleedt zich weer helemaal op
nieuw aan en stapt dan waardig
naar buiten met een keteltje
water in de hand; hij neemt er
een flinke slok uit en spuwt deze
weer uit op een stuk berenhuid
om daarmee de schaatsen van de
slee glad te maken. Terwijl zijn
vrouw het vistuig in, orde maakt,
spannen de kinderen de honden
voor de sleeAyalik is ver
trokken!
De honden
Het is niet mogelijk het leven
van de Eskimo volledig te be
schrijven zonder aandacht te be
steden aan zijn honden. De hon
den zijn een bijzonder eerbetoon
waard, omdat zij voor de Eskimo,
zowel als voor ons, missionaris
sen, de enige hulp zijn. onver
moeibare werkers, dikwijls onze
verdedigers en altijd onze trouwe
vrienden. De Eskimo-hond is on
misbaar en vindt nergens ter we
reld zijns gelijke.
De Hond.. ..De brave burger
beziet hem met een dankbaar oog,
(omdat hij zijn deur bewaakt; de
jager bewondert hem, omdat hij
hem zo verstandig helpt; de land
loper en de zwerver strelen hem
met zachte hand, omdat hij al
tijd zo trouw aan hun zijde blijft;
en de monnik in de Alpen heeft
evenveel zorg voor hem als voor
Jnanuscripten, omdat hij zijn
medewerker is in zijn werk van
barmhartigheid. Dat alles te za-
men betekenen onze honden voor
ons.
De Eskimo's geven hun honden
de namen van verdwenen fami
lieleden en kunnen het niet over
hun hart verkrijgen om de hon
den der afgestorvenen te doden.
Terwijl ze toch allemaal ver-
schilend zijn, hebben alle Eskimo
honden dezelfde goede en slechte
eigenschappen maar toch meer
goede dan slechte.
Blauwe vos.
toen ik van missiepost veran
derde, had ik in mijn jonge meute
ook Marak (Blauwe vos) mee
genomen. Marak was een van
mijn oude honden voor wie ik
een rwak had. Op al mijn reizen
was hij bij me geweest en had
hij alles met mij doorstaan, on
vermoeibaar. Van al mijn honden
was hij bij wijze, mijn lievelings
dier. Toen ik op zekere mor
gen aan de oever van een meer
mijn hoofd buiten de ingang van
van mijn sneeuwhut stak, zag ik
hoe mijn meute in wanorde lag;
sommige honden zaten vol bloed;
alleen Marak stak niet als naar
gewoonte zijn kop omhoog. Met
angst in het hart ging ik kijken:
dood. Overal in het rond bloed en
plukken haar; zijn ledematen
waren uit elkaar gerukt, zijn ge
weldige lichaam was al stijf en
geheel bevroren. Zijn makkers
hadden hem gedood. Nooit meer
zou hij in moeilijke ogenblikken,
als ik zijn naam roep, zijn kop
naar mij toesteken als om mij
met moed en doortastendheid in
zijn blik te zeggen: „Zolang ik bij
je ben.Nooit zou ik hem nog
goede nacht kunnen wensen, als
zijn grote donkere lichaam zich
op de sneeuw had uitgestrekt; dan
bespiedde hij me steeds; zijn kop
scheen los van zijn lichaam te lig
gen, zover rekte hij die steeds
naar mij uit, terwijl hij mij door
dringend aankeek, als wilde hij
zeggen; „Kom je nou, of moe!; ik
opstaan om een liefkozinkje bij
je te komen halen? Ben ik soms
niet veel vermoeider dan jij?"
Dan boog ik mij voorover om
hem, zonder dat de andere hon
den het zagen, een extra rant
soentje toe te schuiven....
Wanneer ik naar Minto ga,
moet ik hem nog, na zoveel jaren,
een groet gaan brengen aan de
voet van de rots, aan het meer.
Dan lijkt het me alsof zijn ver
minkte kop zich opricht om mij
te zeggen: „In mijn tijd ging het
toch heel wat vlugger, hé?"
Missiewerk in de Pool
cirkel.
In de Poolstreken zult u de
missionaris altijd zien met een ge
weer, een zweep, een bijl of een
ander wapen in de hand; naast
zijn slee, zijn wilde honden be
dwingend, of in een boot, op zee
hondenjacht, of bezig met het
herstellen van zijn visnetten. Zo
iets had u zich misschien hele
maal, niet van een missionaris
kunnen voorstellen. Het is dan
ook niet precies datgene, waarop
hij zich door zoveel jaren van
studie en onderzoek had voorbe
reid.
Toen had hii slechts het pries
terschap en zijn zware verant
woordelijkheden voor ogen. Hij
droomde van een diep doorleefde
bediening. Maar wat is de wer
kelijkheid? Jaren aan een stuk
van schijnbare leegte: geen enkel
doopsel, en de biechten en H.
Communies kun je op je vingers
tellen. Zodoende moet hij, zii het
dan niet in dezelfde geest ais de
H. Paulus, noodgedwongen de
woorden van de Apostel der hei
denen tot de zijne maken: „Niet
om te dopen zord Hij mij, maar
om het Evangelie te prediken"
(1 Cor., 17).
Altijd maar zaaien en nooit
kunnen oogsten, Hoe dikwijls ge
beurt het niet, dat de missiona
ris ergens half bevroren en do-
Wij vervolgen hier de in
teressante beschrijving, wel
ke pater Roger Buliard
O.M.I. in zijn boek „Op de
Rug van Moeder Aarde"
geeft over zijn leven en wer
ken onder de Eskimo's. In
dit gedeelte, dat wij ontle
nen aan het December-num-
mer van de „Katholieke
Digest", besteedt hij veel
aandacht aan de woningen
van de bewoners van het
hoge Noorden en hun trou
we metgezellen op hun le
vensgevaarlijke tochten, de
Eskimo-hond.
delijk vermoeid in de sneeuw-
woestijn ligt en dan z'n blik ver
over de horizon laat dwalen, waar
de spits van het dorpskerkje
naar de warme zon van zijn va
derland wijst?
Rondom zijn sneeuwkerkje
heeft zich een geringe groep pas
gedoopte christenen gevestigd,
die bij hem willen blijven; al de
andere gelovigen en ongelovigen
gaat hij minstens eens per jaar
opzoeken; daar blijft hij dan en
kele dagen bij hun, want hun
nederzetting is wel twee tot drie
honderd kilometer van zijn mis
siepost verwijderd. Als hij op zo'n
afstand bij een zieke of sterven
de wordt geroepen, jaagt hij er in
razende vaart met zijn honden
slee naar toe met een onophou
dend gebed op de lippen, dat hij
maar niet te laat zal komen.
Maar ondanks dit zware leven,
dat op een afstand misschien nog
veel erger lijkt dan het in wer
kelijkheid is, zult u toch geen
Eskimo-missionaris vinden, die
zijn lot zou willen ruilen voor
dat van de andere missieposten,
die wellicht minder uithoudings
vermogen vergen.
Het is een eenvoudig leven, een
leven van totale onafhankelijk
heid, zonder kleinzielige conven
ties. Levensruimte, verplichte da
gelijkse strijd om het bestaan: zo
is het leven van de Noordpool-
missionaris. Zij zijn missionaris
sen: missie: zij zijn werkelijk ge
zonden. Maar ook oblaten: obla
tie zij hebben zichzelf gegeven.
Om u ten slotte te bewijzen,
dat het christendom het énige
middel is om het ras der Eski
mo's tot beschaving en bloei te
brengen, wijs ik zonder meer
op de uitspraken van geleerden
die dit ras tot in het diepste
wezen hebben bestudeerd: Ste-
phanson, Jeness en Rasmussen.
Van deze laatste haal ik slechts
een passage aan waarin hij
spreekt over een missionaris, die
zijn missiepost bij gebrek aan
middelen had moeten opgeven:
„Als men denkt aan de sommen,
d'ie het gekost heeft om de mis
dadigers van deze streken voor
het gerecht te dagen (de terecht
stelling van Alikamek en Tata-
merana, die het Gouvernement
100.000 dollar gekost heeft), dan
is het zonde als men ziet dat
een werk, dat meer dan welk
ander er toe kan leiden om de
groei van misdadigheid onder
deze mensen te stuiten, over
zo'n schaarse middelen beschikt."
Zelfs al zouden onze missiona
rissen aeen enkel doonsel kun
nen toedienen hoe dikwiils
is dit niet het geval zii vin
den toch hun definitieve be-
staanredenen aan de Noordnool
in het duideliike bevel van de
Meester: „Gaat en onderwiist
alle volkeren", in de verwezen
lijking van het bevel van de
H. Schriften om de Bliide Bood-
schan en het Kruis naar de „uit
einden der wereld uit te dra
een" cn in de voorsnelline van
ln de „Maasland" van de Koninklijke Hollandse Lloyd, welk
schip met een broeiende lading zonnebloempitten aan de
Oostelijke Handelskade in de Amsterdamse haven gemeerd
lag, brak Woensdagavond brnd uit. Naar verluidt was er
reeds tweemaal brand aan boord geweest. Over de oorzaak
van deze branden hangt een waas van geheimzinnigheid.
't ZAND Op SI Januari a.s.
hopen de beide echtelieden M-
BaltusA. Vader te ,t Zand de
dag; te herdenken waarop ze voor
60 jaren in den echt werden ver
bonden. Die dag is er dus hopelijk
groot fdest in „De Jonge Prins."
Want alle kinderen en kleinkin
deren worden daarbij verwacht,
op één der dochters na, die kor
telings haar zilveren professie-
feest vierde in het klooster van
de congregatie van Eeuwigduren
de Aanbidding te Brussel.
Schilder Baltus, die thans 83
jaren telt, heeft een groot gezin,
al zijn er bereids van de 16 kin
deren helaas 7 overleden. Vooral
het overlijden van hun zoon Jan
op 45-jarige leeftijd in het be
zettingsjaar 1942 was voor beide
oudjes een harde slag. Ja, ia. voor
oma Baltus, die op 19-jarige leef
tijd in haar geboorteplaats Oud
dorp in 't huwelijksbootje stapte
is het leven lang niet zonder leed
en zorg vergleden, al zou men
dat de nog steeds vitale oude
vrouw niet aanzien. Gedurende
de laatste paar jaar is zij zelfs
tweemaal bediend geweest we
gens zeer zware ziekten, maar
even wonderbaarlijk snel her
steld. Ook de heer des huizes
werd al tweemaal bediend. Zijn
hart is niet zo sterk meer. Maa-
toch geniet hii met smaak van
pijp en sigaar. Hij vertelde hon
derd uit over de goede oude tijd,
en houdt intussen alles goed in de
gaten, want z'n ogen zijn nog
voortreffelijk. Zonder bril ziet hii
uit het raam vandaan zelfs de
boerderij van Portegeis nog. En
dat is kilometers ver.
de nrofeet Malachias (I II)
Van de oneane der zon tot aan
haar ondergane is Miin Naam
groot onder de volken: on iedere
Dlaats wordt Miin Naam een
wierooksoffer en een reine offe
rande gebracht!"
Eerst even de prijswinnaars
van deze week, die alweer
een doos post toegezonden
krijgen:
1. C. Blokker. C. Bokstraal
26. Schagen.
2. Tr. Hollander. Dussel-
dom 19. Limmen.
3. Joh. C. Tames, Torenweg
10. Hem.
4. Cath Apuelman. Streek-
wee 87. Hoogkarsnel.
5. J. Schoenmaker. Metius-
straat 14. Alkmaar.
De nieuwe puzzle staat al
weer klaar. Oplossingen
in open enveloppe met op
schrift „Frijspuzzle" Noor
derpers" in de linkerboven
hoek en als brief gefrankeerd
indien ze per post worden
verzonden worden uiter
lijk Donderdagavond aan ons
bureau verwacht. Voor de
goede oplossers worden vijf
dozen post beschikbaar ge
steld.
WOORDPUZZLE
In de figuur moeten op de
aangegeven verticale rij zelf
gekozen letters woorden ge
plaatst.
De overige groepen van vier
letters moeten uit onderstaan
de groepen worden gekozen:
BALK
BLAD
RAAD
GERE
KAST
EVER
ONTE
PERS
MAAT
BEET
EREN
ROUW
HOUT
LEUR
FANC
OOGD
POST
MAND
BEUK
EVEN
VOOR
ICHT
LOOS
FOON
PERK
IJKEN
Wanneer tenslotte alle woor
den zijn ingevuld, kunt ge in
de middelste aangegeven
verticale rij van boven naar
beneden een woord lezen,
dat wanneer U het daarmee
aangeduide bezit, een goede
karaktereigenschap is.
WIT
-
Lopend naar St. Maar
tensbrug.
Daags na hun trouwdag nam 't
echtpaar Baltus ziin intrek in het
flinke schilderssbedrijf te 't Zand.
In die tijd bestonden er nog geen
fietsen of autobussen, zodat hij
zich beladen met glas of verfwa
ren te voet op karwei begaf- Dik
wijls voerde ziin pad ver weg. Hij
weet zich nog best te herinneren,
dat hii dagelijks naar St. Maar
tensbrug liep om daar de banken
van de kerk te schilderen. In de
nabijheid van Schagerbrug, Oude-
sluis Callantsoog en andere om
gevende plaatsen kwam hii vaak,
omdat toen de boeren regelmatig
schilderwerk hadden. Doch ge
lukkig kwam allengs het rijwiel
de taak verlichten. En in de der
tiger iaren toen geheel Nederland
zuchtte in crisiswee. schafte hij
zich met zijn volwassen zoons,
die allen zonder uitzondering ook
schilder zijn geworden, een auto
aan om het werkende te kun
nen houden.
Hij verkeerde n.l. in de geluk
kige omstandigheid v^fd werk van
aannemer Tuin te kunnen aan
nemen. Zelfs had men in Gelder
land 'n schildersonderneming ge
sticht, maar die kon de economi
sche stormen van die jaren niet
doorstaan. De een voor en de
ander na hebben zijn zoons zich
later evenwel in verschillende
plaatsen van West Friesland en
Kennemerland kunnen vestigen
als zelfstandige schilders en het
gaat hen allen gelukkig wel. Al
leen de iongste is in het bedrijf
te 't Zand gebleven om dat te
kunnen voortzetten zodra de oude
baas het werken er aan zou ge-
v^n. Dat dit echter pas kort ge
leden gebeurde valt wel af te lei
den uit het feit dat Baltus nog
op 78-iarige leeftijd kwiek de
verfkwast en het snijdiamant wist
te hanteren.
Een arbeidzaam leven heeft dit
diamanten bruidspaar achter de
rug. O» de 31 ste, als heiden zich
naar het kleine Godshuis van 't
Zand zullen begeven voor het bij
wonen van de plechtige Hoog
mis, zal het hen aan belangstel
ling zeker niet ontbreken.
Stikker naar Parijs
's-GRAVENHAGE. De mi
nister van Buitenlandse Zaken,
mr. D. U. Stikker, is gisteren naar
Parijs vertrokken ter bijwoning
van de besprekingen over de
Europese defensie. De minister
wordt Maandag in den Haag te
rugverwacht.
Amstelvaart 24 v. A'dam te
Galveston; Klipfontein verm. 25
v. Antw.-A'dam; Orion 24 van
Gibraltar-Antwerpen; Alamak p.
25 vm. Gibraltar-Marseille; Al-
blasserdijk 24 nm. v. New Orle-
ans-Brohwsville; Aldabi p. 24
BahiaAlphacca 24 v. Montevi-
deo-Paranaguay; Boissevain 22
te Pokohama; Oranjestad 25 te
Laguaira; Straat Soenda 23 te
Eastlonden; Veendam 24 v. New
York-Le Havre; Weltevreden 21
v. os Angeles-San Francisco;
Westland 24 v. SantosWillem
Ruys p. 24 20 u. Kp. Finisterre-
Port Said.
SCHEEPVAART EN CULTURES
VAST
AMSTERDAM. 25 Jan. Ge
heel in tegenstelling tot gisteren
beheerste vandaag een vaste
stemming de marlet, waarbij
vrijwel alle sectoren op een
hoger niveau kwamen. Het begon
in de Scheepvaartafdeling, waar
de K.N.S.M. de eerste scheep
vaart-maatschappij is, die over
het afgelopen boekjaar een divi
dend voorstelt en wel 9 pet. tegen
vorig jaar 7 pet. De aandelen
stegen van 136 3/4 tot 141M. Ook
de overige scheepvaartpapieren
waren vast.
Wordt de cultuurmaTkt de
laatste tijd verwaarloosd, van
daag was dit zeker niet het ge
val. Voortdurend werden er vrij
grote hoeken gevormd in de
voornaamste cultures, waarbij
winsten van 2 tot, 4 punten wer
den geboekt. Aandelen Billiton
II kwamen van 180 op 186.
De reeds gewoon geworden
Switch transactie van Olie in
Unilever scheen vandaag niet
uitgevoerd te worden. Olies ste
gen daardoor tot 288. na de ge
hele week tussen 286 en 287
verhandeld te zijn. Unilever
beekte wederom een kleine winst
en gold 190 'A (189), Philips
daarentegen was amper prijshou
dend. AKU en de meeste incou
rante soorten onveranderd. Het
agio voor Amerikaantjes bleek
gisteren na beurs tot 8t< procent
achteruitgelopen te ziin, van
daag werd deze ontwikkeling m
lichtere mate voortgezet en
taxeerde men het op 8 pet. In
overeenstemming hiermede wa
ren ook de dollarobligaties aan
de lage kant. Guldensbeleggin
gen traag.
GEEN VREDESVERDRAG VAN
JAPAN MET RUSLAND
TOKIO, 25 Jan. (A.P.). De
Japanse premier Yosjida heeft
vandaag in het parlement ver
klaard, dat Japan geen vredes
verdrag zal ondertekenen met de
Sow jet-Unie of communistisch
China.
„Afgezien van alle ideologische
verschillen kunnen we nooit een
verdrag met de Sowjet-Unie slui
ten zolang in Rusland nog 430.000
Japanse krijgsgevangenen vast
gehouden worden".
ACTIE OP PHILIPPIJNEN
TEGEN DE HUKS
MANILLA (A.F.P.). Donder
dag zijn een groot aantal land
strijdkrachten en bijna de gehele
Philippijnse luchtmacht een
grootscheepse actie begonnen te
gen de Huks (opstandelingen),
die zich hebben teruggetrokken
in de bergen ten Zuidoosten van
de Amerikaanse luchtbasis Clark.
OPLOSSING VORIGE WEEK
Nijverheid; Antarctis; Presbyter;
Onthouden; LaValetta: Epitheton;
Overlijden: Newcastle.
De uitspraak is van Napoleon
en luidt:
„Anarchie voert altijd weer tot
absolute heerschappij".
Naam:
Adres:
AMSTERDAM. De totale
melkproductie in 1951 is iets ten
achter gebleven bij die in 1950.
Er werd n.l. geproduceerd 5.688
mililoen kg melk tegen 5.771 mil-
lioen kg in 1950, zo blijkt uit een
opgave van het C.B.S. Het aantal
melk- en kalfkoeien bedroeg in
Mei 1951 1.533.000 tegen 1.518.000
in Mei 1950. De melkgift per koe
daalde van 380 kg in 1950 tot
3730 kg in 1951.
Van de totale melkproductie
werd in de fabrieken aangevoerd
4.670 millioen kg in 1951 tegen
4.766 millioen kg in 1950. Het vet
gehalte steeg in 1951 met 0,03
procent tot 3,65 procent. De con
sumptie op de boerderij en in de
volle melkgebieden bleef in 1951
onveranderd totaal 480 millioen
kg. Voor boerenkaas en boter
werd 228 millioen kg bestemd
(225 millioen kg) en voor opfok-
melk 310 millioen kg (300 mil
lioen kg).
Aan volle en gestandaardiseer
de melk werd vorig jaar 1541
millioen kg (1500 millioen kg in
1950) in consumptie gebracht, aan
onder- en karnemelk 179 millioen
kg (165 millioen kg) en aan
room ruim 8 millioen kg tegen
STORMLOOP OP BANK
TE PARAMARIBO
PARAMARIBO, 25 Jan. (ANP).
Donderdag zijn de loketten van
Vervuurts bank te Paramaribo
gesloten, nadat Woensdag een
stormloop op de bank had plaats
gevonden en grote bedragen wa
ren opgevraagd, zulks n.a.v. ge
ruchten dat er een tekort zou
zijn geconstateerd.
Volgens persberichten zou de
Surinaamse regering zieh bereid
hebben verklaard tot een garan
tiestelling, doch de staten zouden
zich in een nachtelijke vergade
ring hiertegen hebben uitgespro
ken. De directeur van de bank,
Otto Vervuurt, is Donderdag in
verzekerde bewaring gesteld.
bijna 8 millioen kg vorig jaar.
Er is in 1951 83'/2 millioen kg
boter bereid (93,2 millioen kg in
1950), 7P/2 millioen kg volvette
kaas kaas (60,2 millioen kg), 47
millioen kg 40 plus kaas (44,7
millioen kg), 1,6 millioen kg 20-
plus kaas (2 millioen kg). Voorts
werd in 1951 109,9 millioen kg
gesuikerde volle gecondenseerde
melk vervaardigd (99,6 millioen),
52 millioen kg ongesuikerde volle
gecondenseerde melk (58,3 mil
lioen), 17,1 millioen kg gesuiker
de magere gecondenseerde melk
(14,2 millioen) en 37,2 millioen
kg volle en magere melkpoeder
en gewone zuur-caseine (42,7
millioen kg).
Vliegveldkwestie
Ypenburg of Schieveen
's-GRAVENHAGE. Naar wij
vernemen is het te verwachten
dat de minister van Verkeer en
Waterstaat binnenkort de vlieg
veldkwestie YpenburgSchieveen
aan de ministerraad ter beslis
sing zal voorleggen.
MOTORRIJDER TE WATER
EN VERDRONKEN
In de afgelopen nacht is de 47-
jarige groentehandelaar A. G. J.
Gijben uit Leidsehendam met zijn
motor te water geraakt en ver
dronken. De heer Gijben reed
omstreeks 12 uur op de Westvliet-
weg op weg naar huis. Bij het
park Leeuwenberg geraakte hij
in de Vliet. Een bewoner van de
Westvlietweg, de heer van Rees,
hoorde dit en waarschuwde de
brugwachter van de oude tolbrug.
Na de politie te hebben gealar
meerd gingen de beide mannen
aan het dreggen. Het slachtoffer
werd opgehaald, maar dr. Hannig
die te hulp was geroepen, kon
nog slechts de dood constateren.
Kaasmarkt Leiden
le soort Goudse kaas f 2.32
2.37, 26 partijen: Goudse kaas 2e
soort f 2.282.31, 26 partijen;
Leidse kaas le srt. f 2.232,25,
2 partijen. Handel matig.