Honderdduizend Kilometer per vierentwintig uur! Jood werd priester en stichter van wereldmissie-congregatie Wij hebben het papier maken eigenlijk van de wespen geleerd Hij missioneerde Afrika van achter zijn schrijftafel „Zit niet zo te schrokken je lijkt wel een papiermaker tehuis Bergen □at 25 jaar isch ongeval Castricum Koning terug Noorwegen „Mevrouw, U bestaat helemaat niet" Van lompen en vezels tot ragfijn papier 160 jaar geleden stierf pater Libermann SVERWACHTING ld door het KNMI te ldig van Dinsdagavond iagavond. koog weer. eer met weinig bewol- rakke tot matige wind, jk Noordelijk, later Vannacht en morgen- >ofdzakeiijk in het bin- lichte vorst. Morgen geveer dezelfde tempe- vandaag. aitehuis te Bergen be ar 25 jaar. Zeer velen, de kop van Nloord-Hol- het retraitewerk van Redemptoristen ingang nden. zijn in de afgelo- in Bergen op retraite et vijf-en-twintig jarig an dit bolwerk van krachtsontplooiing in ;n zal ongetwijfeld ve- aansporen, het zegen- litewerk ook in de iet hun daadwerkelijke ing te blijven steunen. 5 KNAAP NA VAL DVERLEDEN -UM Naar wij eerst lamen is de 11-jarige ans S. uit Castricum, n de 5e klas der St. chool in Alkmaar Za ag bij het baden in het ims een ernstig onge- adelijk gevolg overko- ongen is in ae badka- en en met het hoofd harde rand terecht- engevolge waarvan hij rd en naderhand is De ontsteltenis is in zowel als in Alkmaar zeer groot geweest bij ren van dat noodlottig irdebestelling van het verschot van het zo omgekomen knaapje enmiddag om twaalf begraafplaats Buiten- Amsterdam plaats ge il. Uitvaartdienst die om half tien in de k te Castricum werd ;n die o.a. door de es met hun klasse en het hoofd van de rtusschool, de Eerw. Dswald, werd bijge- het bestuur van de erzoekt de heer H. secretaris, publicatie olgende: aatsenrijder Aad de d van de kernploeg NSB, is in Nederland rd. In enkele dagbla- gestaan, dat de Koning 3e voor uitgaan, zich e te houden aan het iema, ed. Vooral de lededeling inzake uit- oor de sportman 'de ;r onaangenaam en in istheid zelfs beledi- aties van de Koning waren zeer teleur- ver beneden de ver- Dit deprimeerde de i zijn stemming was olge niet prettig en primerend te werken iele ploeg. Dit is de de Koning naar huis n door de leider van nadat deze daarover contact heeft gehad 3agelijks bestuur van Van onwilligheid van en van de wens tot geen sprake en wij door dit bericht een druk over de Koning ïgenomen." r het comniuniqué van r van de KNSB. WOORDENBOEK iyser te Alkmaar heeft woordenboek samen- let uitsterven van ihet lect is een van de be- drijfveren geweest vervaardigen van dit us de schrijver in zijn vaalki thij o.a. nog op- grond van een jaren- ijf, zowel in Noord- op Texel, meen ik, rgelijkinig van allerlei e en phonetische ver te mogen conclude- at Texels een Fries Ook de aard van de bevolking, de levens- e gewoonten zijn meer Hollands." MER DAMKRING- OM PETITIE 3 revanche is DOS uit op bezoek gegaan naar Heerhugowaard. Het ital van DOS zag zich ;rwinnaar. In het eers- erd van weerszijde aan er woed gestreden om totdat de partij Kloos- lereboom tenslotte ein- emise en DOS met de n naar huis kon terug- volgen de uitslagen: D.OS. I. ldD. Kloosterboer 1—1 >ldJac. Kooi 11 F. Kunst 20 i. Meereboer 0.2 •boerP. Peereboom 1—1 omA. Wagenaax 11 I. Groen 11 nanC. Klanker 0—1 P. Pierop 20 -J. Oud 02 9—11 D-O-S. 2. 3. Nieuwland -H. Wiedijk Bakker inP Admiraal 02 t—B. Tuvkstra 0—2 C. Ivang <V2 -K. Bakker Azrt. '02 sC. Kloosterboer 1—1 tN. Sliikerman 20 P. Oud 0—2 0—2 1—1 1—1 ■P DINSDAG b ttpKu/Ae,i i bjZ PAGiNA Waren over het algemeen de Oosterlingen en met name de Chinezen beslist geen domme Jongens, wanneer het er op aan kwam iets nieuws, iets slims te bedenken, toen Europa zich over zijn primitieve perioden had heen geworsteld en 'zich allengs meer beschaving ging eigen maken, stonden in de Westelijke wereld ook mannen met allerhande knobbels op. Mannen met wapen- en met wiskundeknobbels, mannen met landbouw- en veeteeltknobbels en net zo goed mannen met papierfabricage-knobbels. Had die mijnheer Tsai Loen te Lei Jang, zo ongeveer in het jaar honderd, uitgevonden, dat het uit lompen en visnetten goed papier maken was, toen de „witte kunst" via de Arabieren en Muzelmannen zijn intrede in Europa deed, waren er Joden en Spanjaarden, Duitsers en Italianen, die op het principe van de Chinees verder bouwden. Er werden allerlei installaties uitgevonden om de lompen fijn te stampen en schoon te maken. Dat stampen ging eerst met handhamers, maar dat kostte de eerste papiermakers zoveel blaren, dat dat lompengestamp al spoedig door wind- en waterkracht werd verricht. Nog driemaal sneller werden de lompen bewerkt, toen de Hollander Leenderi van Natrus, ongeveer in 1730, met een molen voor de dag kwam, waarbij de lompenstampers waTen vervangen door malende messen. Een moderner en meer c.t perfection- neerde uitvoering van deze fijnmaler vormt een van de essentiële onderdelen van het proces van de huidige papierfabricage. Een nog belangrijker vondst dan die van onze Leendert deed de Fransman Reaumur. Deze eminente geleerde schreef maar zes en een half deel van zijn op twaalf delen geprojecteerde beschouwingen over de insectenwereld. Toen hij met het zevende deel op dreef was, stierf de ijverige man. Maar niet dan nadat hij had vastgelegd, dat de wespen al jaar en dag papier fabrikanten waren van het zuiverste soort. Réaumur vertelde, dat de Canadese wesp zijn nest maalrt door hout af te raspen en de fijngemalen- houtstof dan te vermengen met een kleefstof, welke het insect zelf afscheidt De wesp maakt van het geheel een papje en voila, een water dicht nest Het duurde evenwel nog tientallen jaren, vóórdat hout en bijproducten de grondstoffen zouden gaan uitmaken voor de massale papierfabricage over de gehele wereld. Vóór die lijd probeerde de Duitser Schatter nog papier te bereiden uit asbest en zaagsel, distels, turf, pijnappels, aard appels, tulpen en riet Dat was nog in de tijd, dat men van de aardappel schreef, dat „niet alleen arme lieden ze werkelijk eten, maar ze de honger evengoed stillen als brood dat doet". Ablrffcii 6—1-5 De papierfabrieken van van daag zijn bolwerken van een machtige industrie. In de onaf zienbare hallen kunnen de ge weldige machines maar nauwe lijks staan. Onder het monotoon gedreun van de pers- en droog- cylinders worden de vezels in fracties van seconden tot papier verwerkt. Eindeloze papierbanen worden gewikkeld tot compacte kolossen, die gegrepen door hijs kranen en weggereden door veer- tienwielige vrachtauto's en trucks nooit snel genoeg weer worden weggevreten door de gulzige rotatiepersen van de drukkerijen. En geen palingboer uit Harder wijk of Spakenburg zal er op de Zaterdagse markt zijn hoofd over breken, dat het stuk kranten papier, waarin hij de vettigheid van de zee wikkelt, al de zo veelste phase van dienstbaarheid doormaakt. Een dienstbaarheid, welke werd gevonden en ontwik keld in het verloop van honder den jaren. Een dienstbaarheid, waarbij duizenden werkers met hoofd en handen bloed en tranen zweetten; een dienstbaarheid ten slotte, welke anderzijds getuige nis aflegt van de zegeningen van menselijk verstand en technisch vernuft. Mijnheer Tsai Loen te Lei Jang zal er wel niet het minste ver moeden van hebben gehad, dat de maatschappij zonder papier welhaast ondenkbaar zou wor den. Dat het papier leven en dood, oorlog en vrede, welvaart en armoede, wetenschap en kunst en cultuur mede zou gaan be palen. Zonder papieren is het voor de mens van onze tijd geen doen meer om te leven. Sterker nog: zonder papieren bestaat de mens eenvoudigweg niet. Uw vader en moeder kunnen hon derd eden zweren en duizend maal de handen in het vuur ste ken, wanneer de papieren het niet uitwijzen, dan zijt ge niet geboren. Dan is er iets in uw hoofd niet in orde, wanneer ge wilt gaan trouwen of emigreren of verhuizen, terwij'l ge niet be staat. Om nog niet eens te spre ken over 't ogenblik, dat ge uw moede hoofd ter ruste zoudt wil len gaan leggen. Wanneer ge niet in de papieren genoteerd staat, dan heeft het helemaal geen zin om dood te gaan. En staat ge in eerste instantie wel op de pape rassen, maar wordt er vergeten uw afscheid van dit leven vol- papieren daarbij vast te stellen, dan zijt ge niet gestorven, maar zult ge tot Sint Juttemis blijven voortleven. Zó'n sterke rol is het papier in 's mensen leven gaan spelen. De papieren bepalen de carrière van de mens, de papieren wijzen de weg aan, waarlangs de mens zal gaan; de papieren vergezellen hen van de weg tot aan het graf. Ge moogt met de hoed in de hand door het ganse land kunnen gaan, zonder papieren komt ge niet over de streep. Ge moogt het ver stand hebben van Aristoteles met dat van Thomas van Aquino er bij, wanneer de rapporten en ge tuigschriften onvoldoendes aan wijzen, dan kunt ge beter papier tjesprikker worden in het Von delpark. Ge moogt in een half uurtje voor zes kerstmissen hazen en konijnen kunnen schieten, wanneer ge in de wapenrok ge tooid bent en de majoor vindt, dat ie maar eens moest noteren, dat ge een „afzwaaier" maakte, dan kunt ge wel tot uw pensioen gerechtigde leeftijd op de bevor dering tot korporaal wachten. Ge moogt dan twintig achterstallige belastingaanslagen hebben vol daan, wanneer de ambtenaar uw goeie geld vergeet te noteren, dan stuurt de minister u met het grootste gemak een doorgewin terde deurwaarder. Zo komen er in het leven van ieder mens wel ogenblikken voor, dat het papier hem parten speelt, ten goede of ten kwade. Een troost is dan, dat hoe hardvochtig het papier een mens ook bejege nen moge, het bidprentje dat leven tenminste goedgunstig af sluit..^ Effe gauw eten Toen de mens nog niet gebon den was aan de papieren romp slomp, ging het leven al even min over rozen. En zeker niet het leven van de vroegste papier fabrikanten. Hun rompelomp was, van het papier te moeten leven en dat was in die dagen geen sinecure. Vooral niet in de tijd, dat iedere nieuwe vinding op het gebied van de papierfabricage angstwekkend geheim gehouden werd en de concurrentie op hoog spanning stond. In Duitsland was er in 1350 een papiermaker, die zijn arbeiders een eed af liet leggen, voor geen andere papier- bereider te werken. En als de Italianen buiten hun boekje gin gen, dan werden ze in een privé- gevangenis aan handen en voe len gekluisterd. Daarover werden in die tijd folianten volgeschre ven, ofschoon Abraham van St. Clara, een Augustijner pater, de papierfabricage meer van de vro lijke kant bekeek. Hij schreef, dat de fabrikanten erg veel wa ter gebruiken voor de lompen bereiding, maar met bier en wijn nog beter schijnen overweg te kunnen. En hij noteert daarbij, dat het wel erg merkwaardig is, bij de papierfabrikanten er zel den een te treffen zonder ezels oren Met het bier en de wjjn zal het tegen het eind van de achttiende (SLUT) eeuw wel niet zo'n vaart meer gelopen hebben. Het was toen een gewoonte geworden, dat de arbeiders bij de baas aan tafel aten, onder die voorwaarde even wel, dat het met het eten gedaan was, wanneer de patroon zijn lepel neerlegde. En dat deed ae patroon vrij snel, want papier fabriceren was een dure aange legenheid en tenslotte was iedere vette hap er een. Andere bazen lieten het eten expres zo heet opdienen, dat het niet te eten was vóórdat de bazen het sein tot ophouden gaven! En dan ging iedereen zonder hap weer aan het werk. Totdat de werklieden de kunst gingen verstaan om in een minimum van tijd een maxi mum aan eten naar binnen te spelen. Met alle maagstoornissen van dien, maar dat was minder erg. Nog lang daarna placht men tegen iemand, die aan tafel zat te schrokken, op te merken: „Je lijkt wel een papiermaker". Nee, dat papierfabriceren was nu niet bepaald een ideale be trekking. Zeker niet, toen men in 1771 in Neder-Oostenrijk ging verordonneren, dat er voortaan gewerkt moest worden van half drie 's morgens tot zeven uur 's avonds en voor de papiermaker de ongeschreven wetten golden, niet te mogen trouwen met de dochter van een scherprechter of een schaapherder en evenmin met de dochter van een uitgestoten papiermaker. Lompen en hout Tot 1800 toe, toen de Fransman Louis Robert de papiermachine uitvond, waarbij een kopergaas- zonder-eind, afgezet met paling vellen de primitieve gereedschap pen ging vervangen, bleven kuip en schepbak, vilt en pers de aan gewezen instrumenten voor de papierfabricage. De lompen en andere vezelstoffen werden met stampers en later door de messen- molen fijn gemaakt en met water vermengd. Vrouwen sorteerden de lompen en maakten ze schoon. Met de schepbak werd het vel geschept en op viltpiaten overge bracht. Het vilt bestond al voor dat men aan papierfabricage en het weven van stoffen begon te denken. Ook al voordat St. Cle mens gekaarde wol tussen zijn voeten en sandalen legde en op het eind van zijn pelgrimstocht tot de ontdekking kwam, dat de wol vilt geworden was. Men maakte het vilt van apen- 'en konijnenhaar of van het haar van robben, geiten en kamelen. De Grieken gebruikten het vilt al 900 jaar vóór Christus. De Ro meinen voerden er hun helmen en bekleedden er hun kurassen mee. De taaie stof bleek een be hoorlijke weerstand te bieden aan de pijlen, waarmee de boogschut ters van Pompejus de soldaten van Julius Caesar te lijf kwamen. In 1666 werden in Europa al vilten hoeden gesignaleerd. Het persen van de papiervellen leverde nog wel moeilijkheden op, voordat Joseph Bramah in 1790 de hydraulische pers uit vond. Wanneer er een „post" vel len onder de pers moest, dan werd met een bel of gong het gehele personeel bij elkaar ge trommeld om de paal, waarmee de „moer" van de pers werd aan gedraaid, in beweging te bren gen. Na 1800 gaat dan de papier fabricage met rasse schreden naar een technische vervolmaking. De nieuwe machine is nauwelijks overal in gebruik of een volgende en betere wordt al weer aange kondigd. Wetenschapsmensen gaan zich intensief met de papierbe reiding bezig houden en overal in de wereld worden contactpunten gezocht, waar het gaat om het opsporen van de meest geschikte grondstoffen. De chemische be reiding wordt een onderwerp van studie, laboratoria werpen zich op kleur- en lijmstoffen en van kleine houten gebouwtjes, ge brekkige zolderruimten en voch tige schuren groeien de papier fabrieken van de vroege en la tere middeleeuwen uit tot mach tige complexen van hallen en werkplaatsen, opslagruimten en expedities met schepen en auto parken. De arbeider, die vroeger zijn handen kapot schuurde aan de stampende hamers en de nagels van zijn vingers verloor in de lompenbrij in de kuip, heeft nu bijkans niet veel meer te doen dan controlerend op te treden. De kolossale machines, die 100.000 kilometer papierbaan per etmaal leveren, nemen aan de ene zijde de brij op en doen aan de andere zjjde het kant-en-klaar-papier uit de geweldige cylinders rollen. De automatisch bereidde „vezelpap" wordt op de kopergaasband ge bracht, wordt door grove en fijne persen, door lijmbanden en droog- cylinders geleid en is papier ge worden, nog sneller dan het in deze enkele regels is gezegd. Lompen, helmgrassoorten, maar vooral hout het hout van de fijnspar vormen de grondstof fen van de moderne papierberei ding. Van het hout worden de houtslijp (de houtstof) gebruikt en de zogenaamde cellulose of celstof, dat is de zuivere planten- vezel, welke door chemische werking uit het' hout onttrokken wordt. De houtslijp dankt de papierfabricage aan spelende kin deren, die de Duitse weversbaas Keiler uit Saksen op het denk beeld bracht hout met water op een steen af te slijpen. Die kinderen drukten kersenpitten op een plankje en slepen net zolang met een steentje over die pitten heen, dat de kern kwam bloot te liggen. Ze maakten van die pit- tenkernen kraaltjes. Samenstelling van de grond stoffen leverden dan de verschil lende papierkwaliteiten. Het zui vere lompenpapier het beste van uitsluitend lompen ge maakt; het zogenaamde „lompen houdend" papier, dat hoogstens 25 pet. celstof bevat, maar geen houtslijp; de houtvrije soorten, papieren van willekeurige samen stelling, maar zonder houtslijp en dan tenslotte de houthoudende soorten, waarin wel houtslijp is verwerkt. En natuurlijk is er dan nog het oude papier dat wordt fijngemalen en weer als grond stof voor nieuw papier dienst doet. Grondstof voor nieuw pa- Met de hand geschept papier wordt in de lucht gedroogd. pier....! Lompen....! En hout sjonge, wat zijn die stammetjes Van die kleine Finse fijn- tegenwoordig prijzig, sparstammetjes. Maar sjonge, FRITS VERHORST (Van een onzer redacteuren) „Misschien" -zo begint pater drs. Burmanje in het gedenk boek over pater Libermann „is hel' de eerste keer in uw leven, dat u over pater Libermann leest". De eerlijkheid gebiedt ons dit volmondig te erkennen, en we vinden het wel een beetje beschamend dat we wèl een Duits schilder van die naam kennen, doch niet de man, die zich als eerste het lot der negers waar ook ter wereld had aangetrokken, de man, die, zonder zelf een voet in de Afrikaanse oerwouden gezet te hebben, vanuit Parijs een net van missieposten over Afrika wierp om ook daar onder die meest verlaten zielen, mensen te vangen. Niet voor de slavenhandel, maar om hen voor Christus vrij te kopen. Aldus werd pater Libermann, de be keerde Jood en de stichter van de wereld-missiecongregatie van de Paters van de H. Geest, de apostel der negers, de apostel van de meest verlaten zielen en de grondlegger van het moderne Afrikaanse missiewerk. Toegegeven, er waren reeds priesters in Afrika werkzaam. Doch deze hielden zich alleen bezig met de zielzorg onder de blanke kolonisten en Abessijnen (Capucijn Massaja!) aequatoriaal Afrika was in die dagen nog onbetreden gebied, een groot wit vlak op de wereldkaart. Zoals onze lezers natuurlijk weten telt pater Liber mann ook in ons land vele volgelingen. De paters van de H. Geest hebben namelijk huizen in Rhenen, Cemert, Gennep, Weert, Halfweg en Baarle-Nassau. Wie was die pater Libermann? Nu, zijn levensgeschiedenis is wel uitermate belangwekkend en in teressant. Jacob Libermann werd 12 April 1802 geboren in Saverne, een stadje in de Elzas. Vader Li bermann, rabbijn van de syna goge, wilde van Jacob zijn op volger maken en stuurde hem naar de rabbijnenschool te Metz. Hier ontmoette Jacob voor het eerst in zijn leven de figuur van Jezus: een vriend vroeg hem na- Pater Franciscus Libermann C.S.Sp., tweede stichter van de Congregatie der Paters van de H. Geest. Dan komt hij in contact met twee jonge seminaristen, twee.... kleurlingen. Hij hoort van de grote geestelijke nood in hun ge boortelanden en gedrieën beslui ten zij de missionering dezer ge bieden te organiseren. Franciscus die er nooit gras over laat groeien, is meteen op weg naar Rome om daar in naam van de jongere confraters het „werk der zwarten" aan de H. Stoel voor te leggen. Nieuwe tegenslag wachtte hem echter; hij moest zijn plan DE IMMIGRANT EN HET HUIS AUCKLAND, (A.P.) Een Nederlandse immigrant A. J. Groenestein is Maandag uit Den Haag met een vrouw, negen kin deren en het grootste „prefab"- huis dat ooit naar hier verscheept werd, aangekomen. Het is een bungalow met zes kamers, een volledig uitgeruste keuken, een eetkamer en een salon. Groene stein is onderwijzer. Hij heeft een stuk land toege wezen gekregen. MISSIONARISSEN GINGEN TER SLAVENMARKT Toen de Paters van de H. Geest in Oost-Afrika kwa men, heerste daar nog de slavenhandel in al zijn wreedheid. Sterke slaven werden voor het werk en zij, die goed in hun vlees zaten, voor de consumptie verkocht. Kon men geen hele neger be talen, dan kocht men een deel. Het stuk werd dan op het lichaam van de zwarte met krijt afgetekend en de naam van de koper werd er op geschreven. Was het hele lichaam verkocht, dan werd het onder de kopers verdeeld. „En", vertelt pater drs. Loffeld in het boek bij de 100ste gedenkdag van het overlijden van pater Liber mann uitgegeven, „ook de missie-methode ging uit van de slavenhandel Negers en negerinnetjes werden voor 25 a 50 franken op het eiland Zanzibar gekocht, rond de missie-statie opgevoed en onderwezen; zij werden ge doopt, deden hun Communie, huwden en zwermden als christelijke gezinnen uit over een groot deel van Afrika. Stanley en Livingstone, wier karavanen van Zanzibar uit vertrokken, schreven des tijds veel goeds over dit be schavingswerk. „Het was niets anders", aldus pater Loffeld, „dan de trouwe door- - voering van Libermann's be ginsel: geen geloof zonder beschaving; geen beschaving zonder geloof". moeilijkheden en hinderpalen die Frans op zijn weg vond te be lichten, maar op 13 September 1843 vertrokken zijn eerste mis sionarissen naar Kaap Palmas in Aequatoriaal Afrika. Helaas, twee maanden later kwam het ver- letterend nieuws, dat 5 van de gestorven waren aan de Afri kaanse koortsBovendien kreeg Libermann last met de overheden van het Parijse semi narie van de H. Geest, waar men jongelieden opleidde voor pastoor in de Franse koloniale parochies. Het seminarie van de H. Geest was echter niet levensvatbaar meer, en na veel over en weer gepraat en de gebruikelijke strub belingen kwam men op aandrin gen van Rome tot een fusie: pater Libermann werd generaal- overste en de priester Claude Francois Poullart des Places, de grondvester van het seminarie van de H. Geest, werd beschouwd als de eerste stichter van de Congregatie van de H. Geest en het Onbevlekt Hart van Maria. Progressief! Op de knooppunten van de ge schiedenis der Kerk stelt God gewoonlijk Zijn mensen. Liber mann was die mens voor Afrika. Op dit onmetelijk continent ge beurde niets zonder hem. De Franse regering consulteerde hem. Rome vroeg zijn adviezen over de verdeling der missiegebieden. De Propaganda Fide gaf haar fiat aan zijn „missiepolitiek", die via scholen, catechisten en inlandse priesters de harten der negers wilde bereiken. Dat laatste is thans iets van zelfsprekends, maar toen, in de jaren 18401852, klonk dat alles erg „progressief"! Als generaal-overste van de Congregatie van de H. Geest en directeur van het koloniale semi narie lag toen geheel de priester opleiding voor Afrika en de An tillen in zijn hand. Precies tien volle jaren heeft hij van God toegemeten gekregen De moderne papiermachine, zoals die bij van Gelder in Velsen wordt gebruikt. Zoals men ziet zijn de Paters van de H. Geest in vier werelddelen actief. Alleen reeds in Afrika hebben zij 458 staties, 2 Aartsbisdom men, 8 Bisdommen, 16 Apost. Vicariaten en 5 Apost. Praefecturen. In 82 hospitalen en in 268 medische hulpposten verzorgden zij in 1 jaar meer dan 2 millioen zieken en gewonden! melijk advies bij de vertaling van een Hebreeuwse tekst uit het Mattheus-evangelie. En op Vigilie van Kerstmis 1826 stond Jacob, in het lange witte kleed der do- oelingen aan de heilige vont te Parijs. Hij ontving de namen: Pranciscus Maria en Paulus. En •ven later vinden we Frans als itudent van het seminarie Saint Sulpice, in het hartje van Parijs. Hij had een gezond stel hersens sn was een toonbeeld van plichts betrachting. Maar geen glorie mnder lijden: Frans krijgt de vallende ziekte. Tot overmaat van ramp werd zijn studiebeurs ngetrokken. Frans ging toen verken voor de kost; speelde '.elfs voor huisknecht als hij zijn studies maar mocht, voortzetten. Wie denkt hier niet aan Petrus Donders?) en werd al spoedig, wegens zijn heilige levenswandel, de vertrouwensman van velen, zo zelfs dat we hem in 1838 te Ren- nes vinden als novicenmeester van de paters Eudisten. eerst maar eens op papier uitzet ten. En dan maar wachten, af mattend wachten.... Na vier maanden kreeg hij echter de goedkeuring van de Kardinaal prefect, en in 1841 priester ge wijd zijnde, begon hij, met twee confraters, te la Neuville in een leegstaand landhuis onder de schutse van het H. Hart van Ma ria het „werk der zwarten". Om vast wat te wennen aan het leven van een missionaris leefde en sliep men in één kamer. Geen bedden, geen tafels en één maaltijd per dag. Zulk een idealisme zou nooit lang stand houden. Pater Liber mann besefte dit heel goed en daarom stond hij er op, dat ze allen een bed hadden en vol doende dekens. Eerste expeditie Het zou ons te ver voeren alle om de grondslag te leggen van de Evangelieprediking in Afrika, want 2 Februari 1852 overleed hij. te Parijs in een geur van heilig heid; maagkanker had zijn toch al ziekelijke lichaam ondermijnd. Hij had zijn geliefd Afrika nooit mogen zien. Ziet de velden staan wit van de oogst Bijna 1500 missionarissen van de H. Geest liggen er thans langs de Aequator begraven, maar in hun missiegebied zijn momen teel meer dan 33 millioen chris tenen, meer dan 500.000 doop leerlingen en er werden in 1950 meer dan 20 millioen H.H. Com munies uitgereikt! En alleen reeds de Nederlandse provincie heeft bijna 300 missionarissen over zee*

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1952 | | pagina 3