y
De liiurgie van de H. Pcicisitêiclii
Do
F LIJK
okjesland
Het geheim
van de Paasmorgen
Den Helder
Alkmaar J
Zo
moet het
gebeurd zijn
in de prille morgen
van de Paasdag„de mor
gen der goddelijke soberheidZo,
als de kunstenaars het ons hebben
afgebeeld, gelijk de Vlaamse schilder
wiens meesterstuk wij hier, dank zij
de moderne techniek, in staat zijn
in kleur weer te geven. Christus
verrees uit eigen kracht uit de
dood. Hij deed 't grootste wonder
een groot en diep geheim, vol
trokken in de diepste stilte, en
niemand weet op welke wijze.
De wachters waren de sla
pende, verstomde, door licht
verblinde getuigen, door
vrees bevangen, gelijk later
toen de Engel verscheen
en de aarde weer beef
de: zij werden als do
den. Én toen de Vrou
wen verschenen stelde
de Engel haar gerust
met dit machtige
woord, dat de tijd
doortrild heeft en
doortrillen zal,
zolang iets op
op aarde adem
heeft Hij is
verrezen, Hij
ts hjer piet
Hij gaat U
voor naar
Galilea l
HOORN
Nieuwsteeg 22
bij:
t en Infra-rood s
ook het men- 3
venskracht uit
len van de zon =j
nlichtingen bij: g
ELEFOON 3180 3
iiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiimiiiiiiiiiim
iar", zei smidje 2
:schenen gezicht 2
n. Kijk me goed
ankheer meester 3
kelijk, lezers, de 5
naar zeker onder 2
sbaren en dwin- 3
willoos herhaalde 3
Graef van Adel- 3
erlinge handeling 2
ogen en handen 3
»n. Toen hij ein- 3
zweet hem van 3
oldaat? Wel, die 2
id en mummelde 3
ef van Adelhove 3
iiiiiiiiiiiiiimiiii?
Lteit gaat,
nber One
En deze |i
IIHUIIIIIIIIIIIIIU
OOR de herstel
de Paasnachtvie
ring is het Hoogfeest der
Christenheid weer omge
ven met de stralende li
turgie der Oude Kerk. En
hersteld is ook de over
eenkomst tussen de tekst
der gebeden en de wer
kelijkheid, die in feite
sinds vele eeuwen verbro
ken was. „Deze allerhei
ligste nacht de vere
beata nox die tot dus
ver in de morgen van
Paaszaterdag werd ge
vierd, is weer geworden
zoals zij reeds in de vier
de eeuw was, toen de
gelovigen na het invallen
der schemering naar de
basilieken trokken, daar
de nacht in gebed door
brachten tot aan het be
gin van de Zondag der
Verrijzenis. Dan, als het
middernachtelijk uur aan
brak, werden de heilige
geheimen gevierd, eerst dan mochten het
Gloria en het Alleluja worden aangeheven.
En evenals toen, wordt in de nieuwe riten
de Paasnacht door twee gedachten be
heerst, gedachten aan 's Heren Opstanding
en aan het Heilig Doopsel. Feitelijk door
een dubbele verrijzenis-gedachte: die van
het Hoofd, Christus en die van zijn lede
maten. De Paasnacht bestaat uit
drie gedeelten eerst wordt de
Verrijzenis des Heren op symbo
lische wijze gevierd door de wij
ding van het vuur en van de
Paaskaars, gevolgd door de pro
cessie en het Exsultet. Daarna volgen het
Doopfeest, de lezingen, de litanie, de
doopvontwijding en de vernieuwing der
Doopbeloften. Ten slotte heeft de viering
der heilige Geheimen plaats door een H.
Mis, welke op enkele punten van de ge
wone Orde afwijkt.
De nachtwake begint met het ontsteken
en wijden van het vuur en het licht, waar
mee in oude tijden iedere vesperdienst of
nachtwake aanving. Het was dus oor
spronkelijk geen speciale Paasplechtigheid
maar op de duur bleef ze alleen voor deze
nacht bewaard, in het ontstoken licht en
in de Paaskaars zag en ziet de Kerk het
symbool van haar verrezen Heer.
Bij de wijding van het vuur, uit de steen
geslagen, wordt thans slechts één oratie
gebeden, vroeger drie, dan wordt het vuur
gezegend door het maken van een kruis
teken en besprenkeling met wijwater. Is
deze zegen gegeven, dan is het vuur heilig
en gewijd. Er worden brandende kooltjes
van genomen en in het wierookvat ge
legd en daarna volgt de bewieroking van
het heilige vuur, wat niets anders is dan
een uiting van eerbied voor wat heilig
is. De vroeger gebruikelijke zegening van
de wierookkorrels, blijft in de nieuwe
Orde achterwege. Onmiddellijk na de
zegening en verering van het vuur volgt
de wijding van de Paaskaars. De drietand
van voorheen is weg en de Paaskaars be
vindt zich nu achter in de kerk. Vroeger
stond deze in het priesterkoor en tijdens
Daarachter komen de celebrant met de
geestelijkheid en het volk, allen met kaar
sen in de hand. Achter in de kerk zingt
de diaken „Lumen Christi", Licht van
Christus, het volk knielt en antwoordt
„Deo gratias". De celebrant ontsteekt zijn
kaars aan de Paaskaars. In het midden der
kerk herhaald de diaken „Lumen Christi".
achtste, deze met weglating van het eerste
vers, en de elfde van de vroegere reeks. In
de eerste lectie horen we het verhaal dei-
schepping, in de tweede de doortocht dooi
de Rode Zee, in de derde wordt ons het
Messiaanse Rijk geschilderd en in de vier
de geeft Mozes een aansporing om steeds
trouw te blijven. Opmerkelijk is de rite
het zingen van het Exsultet vond de wij
ding plaats. De plechtigheid der Paas
kaarswijding is geheel nieuw, samengesteld
na een critische studie van de oude ge
bruiken. De drietand verdween, slechts
door één symbool moet de verrezen Chris
tus worden voorgesteld, door de Paaskaars.
De wijding geschiedt door de celebrant en
niet zoals voorheen door de diaken. De
priester tekent met een stift op de kaars
een kruis, en er boven en onder een Alpha
en een Omega en tenslotte het jaartal
(1952). Een gebruik dat reeds door St. Be-
da in de 7de eeuw wordt vermeld.. Vol
komen nieuw zijn de begeleidende woor
den: „Christus heri et hodie". „Christus
gisteren en heden, begin en einde, Alpha
en Omega, Hem behoren de tijden en de
eeuwen, Hem zij de eer en de heerschap
pij door alle eeuwen der eeuwen." Daarna
worden vijf wierookkorrels, die de vijf won
den des Heren voorstellen, op het geteken
de kruis bevestigd en de kaars wordt aan
gestoken en gewijd. Nu volgt de processie
met de Paaskaars, voorop gaat de acolyth
met het wierookvat, dan de subdiaken met
het kruis en de diaken met de Paaskaars.
De overige geestelijken, ontsteken hun -
kaars en in het priesterkoor klinkt ten
derde male het „Lumen Christi" en dan
worden de kaarsen van het volk ontstoken.
Deze plechtigheid is een rite, welke reeds
in het Oosten der 5de eeuw bestond en via
Spanje in de Gallicaanse liturgie werd op
genomen. Is de Paaskaars midden in het
priesterkoor geplaatst, dan volgt het Prae-
conium paschale, het Exsultet, dat nu geen
zegening meer is, maar evenals in oude
tijden een „laus cerei", de lof der kaars.
De tekst is dezelfde gebleven, alleen op het
einde is een gebed voor de burgerlijke over
heid gekomen, dat zoals de bekende litur-
gist Dr. H. Schmidt S.J. veronderstelt,
door Paus Pius XII zelf is gemaakt.
Het feest van de Paasvigilie gaat verder:
de opstandig des Heren wordt gevolgd
door opstanding zijner ledematen uit dood
en zonde door het Heilig Doopsel. Eerst
luisteren wij naar de lezingen uit het Oude
Verbond om te zien hoe alles werkelijkheid
is geworden, om te bidden en te smeken.
Zij heten geen profetieën meer, maar ge
woon lezingen. Vroeger waren er 12, nu
zijn het er vier de eerste, de vierde, de
van het „Flectamus genua" bij de oraties
de oorspronkelijke vorm van dit open
bare gebed is hersteld. De celebrant zingt
Oremus, om het volk tot gebed uit te
nodigen, de diaken roept „Flectamus ge
nua" en het volk knielt om stil te bidden
totdat de diaken zegt „Levate" het volk
staat op en de priester zingt het gebed na
mens de gemeenschap. Daarna volgt de
wijding van het doopwater en de hernieu
wing der Doopbeloften, omlijst door het
zingen der Litanie van alle Heiligen. Ook
hier is een groot verschil met de vroegere
gang van zaken. Oorspronkelijk had dc
litanie alleen de bedoeling de gelovigen
bezig te houden met gebed, terwijl in de
doopkapel het sacrament der wedergeboor
te werd toegediend. Dit kan lang duren en
de litanie werd soms 3, 5 of 7 maal her
haald. In onze oude liturgie, gebeurde dit
tweemaal en de litanie volgde na de doop
vontwijding. De nieuwe Orde laat thans
de litanie in twee gedeelten zingen en
slechts eenmaal. Het eerste deel tot na de
aanroeping „Omnes Sancti et Sanctae Dei"
gaat aan de wijding van het doopwater
vooraf, terwijl het tweede deel gezongen
wordt na de vernieuwing der Doopbelof
ten. Na de wijding van het doopwater
volgt een toespraak van de priester, eerst
met de woorden van Sint Augustinus, dan
met een vermaning van Sint Paulus en
ten slotte met een uitnodiging de doop
beloften te hernieuwen. Deze vernieuwing
wordt besloten met het bidden van het
„Onze Vader". Terwijl het
slotgedeelte der Litanie ge
zongen wordt, brengen de aco-
lythen alles in gereedheid voor
de Heilige Mis. De Mis van
't Paasvigilie heeft geen voet
gebeden, ook de Oude Kerk kende die niet,
eerst in de 11de of 12de eeuw werden zij
ingevoerd. Onmiddellijk wordt met het
Kyrië begonnen, het slot der litanie. Ook
het laatste Evangelie (van Sint Jan) blijft
achterwege. Ook dit is eerst op het laatst
der Middeleeuwen bijgevoegd. Op het
einde der Mis van Paaszaterdag volgde
vroeger de korte Vespers: een drievoudig
Alleluja met de psalm Laudate, de anti
foon „Vespere autem Sabbati" gevolgd
door het Magnificat en een herhaling der
antifoon. Dit is nu anders geworden, de
Paaswake kort na middernacht te sluiten
met Vespers vond men onjuist. Ze wordt
nu besloten met de Lauden evenals
vroeger de Vespers zeer verkort. Zij bestaan
uit een drievoudig Alleluja, de psalm Lau
date, dan de antifoon „Et valde mane una
subbatorum". „Zeer vroeg op de eerste dag
der week toen de zon juist was opgegaan,
kwamen zij bij het graf, alleluja" gevolgd
door de lofzang van Zacharias: „Benedic-
tus Dominus Deus Israël". Geprezen zij de
Heer, de God van Israël," waarna de anti
foon wordt herhaald