TROONREDE geeft nog geen duidelijk beeld van beleid Gestadige ontwikkeling West-Europese integratie houdt een belofte in van een verhoogde welvaart der volkeren renigmg rdiend idelft Nog steeds afwachten Naast bezorgdheid is er ook voldoening en dankbaar heid - Tastbare vorm van samenwerking der Vrije Volkeren- Nederland schat Benelux van hoge waar de - Nieuwe basis van betrekkingen tussen Nederland en Indonesië - Voor 't eerst na bevrijding overschot op betalingsbalans - Bouwplan 1953: 55.000 woningen - Uitgebreide zorg voor onderwijs, kunsten en weten- schnnoen - Economisch leven dient versterkt - Doorvoe ring bedriifsoraanisatie en bezitsvorming- Geheel der vraagstukken steeds moeilijker te overzien - rERW ACHTING ld door het K.N.M.I. geldig van Dinsdag- oensdagavond opge- uur): ENDE BEWOLKING k toenemende be- maar waarschijnlijk inde van de dag nog veer. Aanvankelijk ind, later matige tot achtige Westelijke nnacht in het Noor- het land minder jrgen overdag onge- :lfde temperatuur als iRETTE IN STUDIE )IJK De bekende niging Caecilia" te roude heeft in studie bekende show-ope- ria en haar huzaar". 4 October de pre- aan. Er worden kos- loeiten gespaard, om n de puntjes te ver- s de bezoekers van at gewend zijn. i. Vóórhaar uit Alk- de regie in handen int. de heer Geerling operette zowel op op instrumentaal ge- succes te maken, ide Zaanse bperette- snt zijn medewerking Anna Marie Kühne de balletten instu- perettevereniging. die alle windstreken van i een talrijk publiek de voortekenen niet ok dit jaar over be niet hebben te kla- angrijke hindernissen >men. Na de groepen idueel springen voor Tot slot stoelendans, ipsspringen werd de gewonnen door J. J. Vlaar afd. Beem- !e prijs door H. Veld /eel afd. Alkmaar, il springen: le prijs i. Beemster; 2e prijs ;r afd. Alkmaar; 3e hilder afd. Beemster; Veld afd. Alkmaar, irs van de stoelendans Veld; 2. C. Rotteveel; :ker; 4. P. van Saase. B. afd. Heiloo Zondag 21 Sept. jongemannenvereni- tfeiloo haar nieuwe amma openen. Om ordt in de parochie- i. Mis gelezen om te vragen over het wachten ligt. Daarna keurige gerestaureer- -gebouw een ontbijt leden en nieuwe le- jnnen zijn degenen. 17 jaar werden of jaar nog zullen wor- om half negen wordt van de St. Willibror- een feestavond ge- verzorgd zal worden gezelschap van Joop it Leiden. Het pro- rmeldt o.a. drie mas- vaar reeds duizenden h kostelijk mee ge- ebben. Het entree be- '5. de doelman en trap- de gelijkmaker in 't emers kregen nu de akken en zaten steeds issendelft-doel, waar echter een soiiede >etbal „weggaf". Zo lpunten uit, echter Assendelft, dat even itaal onverwachts een elpunt wist te maken, eede helft kwam As- leidelijk in de meer- t zware terrein begon te spelen en al vrij rd het 31. Maar [ingen bij VZV de elkaar Groen ging en P. Wijnker wist n zijn passen te pro- de achterstand tot :e brengen. Een snelle ianval, gevolgd door int, smoorde echter illusie en even voor wist Assendelft zelfs p 52 te brengen. illy Dekker; 2e prijs r. Heren: le prijs Nico prijs Meester Mols. uib: le prijs Herman prijs J. de Nijs; 3e onker. iking kinderen 2e kl. s prijs Harry Zomer- prijs Johan Ligthart; n Grent. ijs: Begonia: le prijs er: 2e prijs Jan Sui- js Truus Pronk. Balsemine: le prijs: 2e prijs Jan Beuker, n); 3e prijs Ria Blok- Coleus: le prijs: Ria prijs Tini Beukers, n); 3e prijs Theeuwis las: Fuchsia:: le pr. out; 2e prijs Piet de ijs Jan Ooijevaar. klas: Caffea: le prijs irs (Schoorldam)2e te Buck; 3e prijs er.- er: le prijs: Antoon prijs Bertus Tesse- ijs Ans Dekker. inzendingen van de viel een met vaar- td gevlochten zeil- ider op en het baar- ns de verwondering •y deze als de beste kwalificeerde. Opmer- ;nt nog dat deze in- ;rd vervaardigd door -jarige blinde jongen uin. DINSDAG 16 SEPTEMBER 1952 PAGINA 3 IN DE TROONREDE van de nieuwe parlementaire periode zou, zo was ons min of meer officieel al eerder in uitzicht gesteld, na dere opening van zaken gegeven worden in het regeringsprogram van het nieuwe kabinet. Dat kabi net is, na negen weken, samen gesteld op de grondslag van het program van algemene richtlijnen, dat dr. Drees in de laatste dagen van Juni had ontworpen. Zeer algemeen zouden die richt lijnen zijn en het was dan ook de bedoeling, dat iedere minister voor zich zijn beleid in de begro tingshoofdstukken nader zou uit werken. Van een en ander zou in de Troonrede reeds een alge meen beeld worden gegeven. Dit nu is niet gebeurd, en wij kun nen wel aannemen, dat de lange duur van de crisis daarvan de schuld is. Het spreekt haast wel vanzelf, dat de nieuwe bewinds lieden onmogelijk in veertien da gen tijds de dikwijls zware en moeilijke problemen kunnen doorgronden, waar vaak zeer lange tijd voor nodig is. Wij zul len het dus voorshands met deze min of meer vage Troonrede, waarmee wij nu en dan in de mist varen, moeten doen, afwach tend, wat de komende maanden zullen brengen. Het zal nog wel enige tijd duren, voor en aleer op veel gebied voldoende klaar heid en verdiept inzicht is ver kregen. In dit verband verdient de aandacht, wat aan het slot van de Troonrede wordt gezegd, nl., dat het temidden van de dage lijkse zorgen en ingewikkelde probleemstelling, steeds moeilij ker wordt, het geheel te blijven overzien, terwijl het nog moei lijker is, aldus lezen wij in dit staatsstuk „tegenover de vraag stukken van deze tijd de nodige afstand te bewaren en aandacht te schenken aan verdieping van eigen inzicht". Het is ons niet geheel duidelijk, wat hiermede wordt bedoeld. Men zou bijna ge neigd zijn te zeggen, dat het niet van groot optimisme getuigt, als een nieuwe regering onder een dergelijk gesternte haar taak be gint. Van de andere kant kan het betekenen, dat men nog eens heeft willen wijzen op het gevaar, dat in één keer te veel overhoop gehaald wordt en dat, zowel voor regering als voor Staten-Generaal, een andere, betere, werkwijze moet worden gevolgd. Feit is, dat er iets op gevonden zal moeten worden, hoe dan ook, dat tegen over de werkelijk-grote vraag stukken de leidende bewindslie den die frisheid van geest kun nen bewaren, welke noodzakelijk is, om de juiste leiding te kunnen geven en de juiste houding te kunnen vinden. Ten aanzien van de grote kwes ties varen wij, na het lezen van deze Troonrede, nogal in de mist en wij zullen in de komende maanden op veel belangrijke pun ten nadere inzichten hebben af te wachten. Er is wel een en ander aangekondigd heel veel zelfs, misschien wel te veel, gelet op de klacht, dat men al te veel hooi op zijn vork heeft moeten nemen maar veelzeggend is het allemaal niet. Uit de aard van de zaak is weer veel ruimte in deze Troonrede ingenomen door de internationale politiek, de internationale vraag stukken van politieke, economi sche en culturele aard. Men zou zo zeggen, gelet ook op de zo juist nog eens aangehaalde klacht, dat het dus wel een gelukkige oplossing geweest, is, aan het departement van Buitenlandse Zaken twee bewindslieden aan te stellen. Er is nog geen ontspanning in de internationale toestand, maar er is wel meer begrip voor sa menwerking en zelfs kon, zo lezen wij, „aan de samenwerking tussen de vrije volken tastbaar der gestalte worden gegeven". Dit is juist de laatste tijd met de samenwerking in West-Europa in het bijzonder het geval. Krijgt men de indruk, dat de regering meer verwacht van de eenwor ding van West-Europa dan van de samenwerking in het verband van de Verenigde Naties, zo moet toch worden opgemerkt, dat de politieke en militaire samenwer king in het verband van het At lantisch Pact de volle aandacht krijgt, welke zij verdient. Maar het schijnt ons juist, dat wij van de eenheid van West-Europa, in militair en politiek en econo misch opzicht, meer hebben te verwachten. Ook geloven wij, dat het juist is, dat de politieke sa menwerking in Europa slechts kan slagen, als de economische samenwerking daarmede gelijke tred houdt. Waar de Troonrede de indruk zou kunnen vestigen, dat er in het kabinet een neiging bestaat, om onder alle omstan digheden aan de samenwerking op economisch gebied voorrang te geven, daar geloven wij wel, dat de waarheid ook hier in het midden ligt. Het een kan niet zonder het ander, er zal dus op dit terrein van een gelijk-opgaan sprake moeten zijn. Maar.... het een moet het ander niet voor de voet lopen! Voor een goede ont wikkeling van de samenwerking is het geboden, dat over hen, die in deze leiding hebben te geven en aan beslissingen hebben mede te werken, die goede geest vaar dig wordt, waaruit een juist be grip spreekt voor een evenwich tige verhouding tussen politiek en economie. Het centrale punt is de werk- gelegenheidspolitiek. In dit ver band lijkt het ons van groot be lang, dat de ontwikkeling van het normale bedrijfsleven primair wordt genoemd. Wij verstaan dat zo, dat het particuliere bedrijfs leven voorrang heeft, ook nu de „dichtheid en de snelle groei van onze bevolking voortdurende toe neming der economische bedry- vigheid dringend noodzakelijk maken". Dit betekent uiteraard voort- Vervolg 7e kolom H.M. de Koningin heeft de gewone zitting der Staten-Generaal geopend met de volgende rede: Leden der Staten-Generaal, Bij het overzien van de ontwikkeling in de achter ons liggende periode is er, naast grond voor bezorgd heid, ook in meer dan één opzicht reden tot vol doening en dankbaarheid. In de internationale toestand is helaas geen ont spanning ingetreden, maar aan de samenwerking tussen de vrije volken kon tastbaarder gestalte wor den gegeven. De grondslagen voor de veiligheid van het Westen werden door voortgezette opbouw der Atlantische strijdkrachten bevestigd en uitgebreid. De voortschrijdende integratie van West-Europa zal die grondslagen verder versterken en houdt, indien zij ook op economisch gebied wordt voortgezet, tevens de belofte in van een blijvende bijdrage tot verhoogde welvaart der daaraan deelnemende volken. In het betalingsverkeer met het buitenland is een wending ten goede opgetreden. Ook in de voor ons liggende periode zal de ont wikkeling der internationale betrekkingen in belang- t rijke mate haar stempel drukken op het beleid. Ten einde in het kader van de Noord-Atlantische ver dragsorganisatie een versterking der West-Europese defensie te bereiken, werd de Europese defensie gemeenschap voorbereid. Een ontwerp van wet tot ratifioatie der in dit verband aangegane overeen komsten zal binnenkort de Staten-Generaal berei ken. Aan een nauwe samenwerking met België en Luxemburg in Beneluxverband blijft de regering grote waarde hechten. Nu belangrijke structurele wijzigingen in de inter nationale verhoudingen met toenemende snelheid tot ontwikkeling komen, zal het aan de behartiging van het buitenlands beleid ten goede komen, indien de wijziging van de bepalingen in de Grondwet be treffende de buitenlandse betrekkingen, welke reeds in eerste lezing door de Staten-Generaal is aanvaard, zo spoedig mogelijk van kracht wordt. Besprekingen met Indonesië worden hervat De regering is bereid de besprekingen met Indo nesië over de Nederlands-Indonesische Unie en daar mee samenhangende kwesties, welke in Februari j.l. werden opgeschort, te hervatten met het doel een nieuwe basis voor de betrekkingen tussen Neder land en Indonesië te leggen. De regering zal zowel de geestelijke en sociale ontwikkeling der bevolking van Nieuw-Guinea als de economische vooruitgang van het land bevorderen. Het ligt in het bijzonder in de bedoeling zo spoedig mogelijk een ontwikkelingsplan voor dit gebiedsdeel vast te stellen. Door een en ander dient de grondslag te worden gelegd voor de mogelijkheid, dat op de duur de bevolking in staat zal worden gesteld zelve over haar toekomst te beslissen. Hiermede wordt tevens gehandeld in overeen stemming met artikel 73 van het Handvest der Ver enigde Naties. In overleg met de regeringen der Nederlandse Antillen en van Suriname zal er naar gestreefd worden de voorbereiding van de nieuwe rechtsorde in het koninkrijk voortgang te doen vinden. Het ligt in de bedoeling met spoed de instelling te bevorderen van de commissie voor het voortgezet overleg, waartoe de conferentie Nederland-Surmame- Nederlandse Antillen besloot. Tengevolge van in 1951 getroffen maatregelen, de gunstige ontwikkeling van de ruilvoet met het bui tenland en een aantal slechts tijdelijk werkende factoren, zal waarschijnlijk in 1952 voor het eerst na de bevrijding de betalingsbalans een overschot vertonen. De goud- en deviezenvoorraad is echter in verhouding tot de totale handelsbeweging nog aan zienlijk kleiner dan voor de oorlog. Daarenboven is de internationale economische toestand Vol onzeker heden, terwijl de dichtheid en de snelle groei van onze bevolking voortdurende toeneming der econo mische bedrijvigheid voor ons land dringend nood zakelijk maken. Het feit, dat de productie reeds geruime tijd gelijk is gebleven en dat de werkloosheid zich gemiddeld in 1952 op een hoger niveau bevindt dan vorige jaren, noopt er toe de werkgelegenheidspolitiek steeds meer als het centrale punt in het sociaal-economische beleid te zien. Primair is de ontwikkeling van het normale bedrijfsleven. Met het oog hierop zal dan ook met name de industrialisatiepolitiek met kracht worden voortgezet, waarbij de mogelijkheid van vol doende investeringen zal zijn te bevorderen, mede door participatie van de overheid in de investeringen waar de omstandigheden daartoe nopen. Naar een versnelde uitvoering van de plarinen voor de ontwikkelingsgebieden wordt gestreefd. De bereidheid bij het bedrijfsleven- om tot nieuwe investeringen over te gaan is uiteraard in belang rijke mate afhankelijk van de verwachtingen om trent de afzet der producten. Daartoe zal handhaving en zo mogelijk verhoging van de koopkracht der bevolking van belang zijn, terwijl tevens de export zal zijn op te voeren. Dit geldt met name voor de uitvoer naar de Verenigde Staten van Amerika en Canada, aangezien ook bij een overigens gunstige betalingsbalans het dollartekort nog blijft bestaan. Een zo snel mogelijk tot stand komen van de wette- ijke voorzieningen, genoemd in de exportnota, die :n de afgelopen zittingsperiode aan de Staten-Gene- laal werd overgelegd, is daarom gewenst. De regering zal, terwille van de toeneming van bet handelsverkeer, krachtige steun verlenen aan pogingen om internationaal tot verlaging van invoer rechten te komen. Waar nodig wordt de uitvoering van openbare, in het bijzonder ook cultuur-technische werken versneld er de voorbereiding van nieuwe plannen wordt ter hand genomen. 55.000 woningen op het programma Voortzetting van een actief emigratiebeleid acht de regering geboden. Het landbouwbeleid blijft ge richt op een zo groot mogelijke bijdrage van de landbouw in de nationale productie, met inacht neming van de bestaanszekerheid voor de werkers in deze bedrijfstak. In het bijzonder door een consequente voortzetting en uitbreiding van het vestigings- en credietbeleid zal getracht worden de economische positie der mid- denstandsbedrijven zoveel mogelijk te verstevigen. Op het gebied van de woningbouw zal gestreefd worden naar de bouw van tenminste 55.000 wonin gen. Een passende verhoging van de huren zal aan hangig worden gemaakt met compensatie van kosten voor die groepen huurders, ten aanzien van welke dit mogelijk en nodig is. Om de krotopruiming dienstbaar te maken aan bestrijding van werkloosheid, wanneer in komende jaren de bouwbedrijvigheid zou teruglopen, zal de voorbereiding van saneringsplannen worden ter hand genomen. Het zal naar het oordeel van de regering ook tijdens het komende begrotingsjaar geboden zijn een deel van de lopende inkomsten van het Rijk aan te wenden voor het dekken van kapitaalsuitgaven. Het is twijfelachtig of zonder deze financieringswijze de middelen voor de woningbouw en voor werken, noodzakelijk ook terwille van de werkgelegenheid, in voldoende mate zouden kiinnen worden verkre gen, terwijl het tevens aanbeveling verdient, de nog steeds hoge staatsschuld zo beperkt mogelijk te houden. In verband met de zware lasten, die op de bevol king drusken, zal bij de uitgaven grote soberheid zijn te betrachten. Vernieuwing van het onderwijs met voortvarendheid Naast de toenemende krachtsinspanning voor de verdedigirg en op materieel gebied komt de nood zaak tot behoud en versteviging van de geestelijke waarden ?an ons volk sterk naar voren. Voorzie ningen, di» hieraan dienstig kunnen zijn, zijn in de afgelopen jaren voorbereid en, wat betreft de ver nieuwing /an het onderwijs, ten dele reeds in de vorm var wetsontwerpen aan de Staten-Generaal voorgelegd Het ligt in het voornemen de verdere uitwerking hiervan ook in de komende regerings periode m=t voortvarendheid ter hand te nemen. Voortgarg zal worden gemaakt met het treffen van maatregelen, opdat de Nederlandse bevolking zoveel mogelijk aan de verschillende vormen van onderwijs, kunsten en wetenschappen deel kan hebben. Onderzocht zal worden of voor leerlingen van de lagere school wellicht voor alle leerplichtige leer lingen het schoolgeld ware af te schaffen dan wel de regeling ware te vereenvoudigen. Tevens zal worden overwogen of meer belastingfaciliteiten no dig zijn voor kinderen, die in opleiding zijn, of ter tegemoetkoming in de kosten van eigen studie. Ver ruiming van studietoelagen zal worden bevorderd. Aan de bemoeiingen van de omroep en een ont werp van wet tot heffing van kijkgeld hoopt de regering in dit zittingsjaar aan te bieden. Ook overigens wacht op het gebied van de wetgeving regering en Staten-Generaal een omvangrijke taak. Naast reeds genoemde wetsontwerpen zijn o.a. aan hangig een ontwerp inzake de omzetbelasting, dat heffing daarvan bij de detaillist wil beëindigen, een ontwerp op de vervreemding van landbouwgronden om het ontstaan van onrendabele bedrijven te voor komen, benevens voorstellen betreffende herziening van het burgerlijk procesrecht en van de cassatie procedure. Nadere voorstellen aangaande 't burgerlijk proces recht worden voorbereid. In verband met de voorgenomen herziening van het burgerlijk wetboek zullen in de vorm van vraag punten een aantal principiële kwesties aan de Tweede Kamer ter behandeling worden voorgelegd. Gestreefd wordt naar een spoedige indiening van wetsontwerpen betreffende een algemene regeling van de administratieve rechtspraak. Een staatscommissie zal een onderzoek instellen nopens in ons kiesstelsel aan te brengen wijzigingen. Voorts zal mede in verband met het vraagstuk van de samenvoeging van gemeenten de meest gewenste bestuursvorm voor de grote gemeenten in onderzoek worden genomen. Binnenkort herziening van Pensioenwet te verwachten Een herziening der pensioenwetgeving is in voor bereiding. Een definitieve regeling van de ouderdomsvoor ziening, ook voor zelfstandigen, op de grondslag van de sociale verzekeringsgedachte, zal worden voorbe reid, zodra het advies van de Sociaal-Economische Raad is ontvangen. Op dezelfde grondslag zal een definitieve regeling van de kinderbijslag voor zelf standigen worden bevorderd. Vereeenvoudiging van de administratie van de sociale verzekering en de belastingen wordt voorbereid. De regeling van het ziekenfondswezen en de organisatie der gezondheidszorg zullen zijn te her zien. Op het gebied van de landbouw zijn o.a. voorbe reid een Landbouwarbeidswet, een Landbouwwet ter vervanging van de zogenaamde crisiswetgeving welke aangepast zal zijn aan de wetgeving inzake de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie, en een her ziening van de Pachtwet. Een krachtige doorvoering van de bedrijfsorgani satie zal worden bevorderd, opdat deze binnen een redelijke termijn over de gehele linie van het be drijfsleven wordt verwerkelijkt. Tevens zal bijzon dere aandacht worden geschonken aan het vraag stuk van de „bezitsvorming". Steeds groter wordt de kring van problemen, die U ter beoordeling worden voorgelegd. Niet alleen binnenslands, maar ook internationaal vragen voort durend meer onderwerpen de aandacht van de rege ring en volksvertegenwoordiging. Temidden van de dagelijkse zorgen en ingewikkelde problematiek wordt het steeds moeilijker het geheel te blijven overzien. Nog moeilijker is het tegenover de vraag stukken van deze tijd de nodige afstand te bewaren en aandacht te schenken aan verdieping van eigen inzicht. Moge God U wijsheid schenken en Gij als goede vertegenwoordigers des volks in het komende zittingsjaar tot zegen van het koninkrijk en voor zover het in ons vermogen ligt van de wereld werkzaam zijn. Onder deze bede verklaar ik de zitting van de Staten-Generaal voor geopend. (Vervolg van le kolomj zetting van de industrialisatie- politiek (van minister van den Brink?), die de laatste tijd wel wat op de achtergrond scheen te geraken, maar nu lezen wij dan met instemming, dat die politiek voortgezet zal worden „met kracht". Het schijnt ons toe, dat de nieuwe minister van Economi sche Zaken voorlopig een over winning heeft behaald, als wij zien, dat, volgens de tekst van de Troonrede, de mogelijkheid van voldoende investeringen te bevor deren zal zijn, weliswaar „mede door participatie van de overheid in de investeringen", maar dan toch slechts voor zover „de om standigheden daartoe nopen". In het bijzonder op dit punt wachten wij de nadere uitwerking met belangstelling af! Een verrassing lijkt ons de mededeling van de nieuwe mi nister van Wederopbouw en Volkshuisvesting, dat gestreefd zal worden naar de bouw van 55.000 woningen. Dit is van de nieuwe katholieke bewindsman een bemoedigend geluid en als hij er, met aller medewerking, in slaagt, deze productie tot stand te brengen, dan verdient hij de dank der natie. Met belangstelling zal mogen worden afgewacht, hoe de rege ring ten aanzien van de verho ging van de koopkracht te werk zal gaan en zal kunnen gaan. Het punt wordt wel aangeroerd, maar de concrete maatregelen zitten nog in het vat. In elk ge val lijkt het een goed geluid, als van verbetering van de koop kracht nu kan worden gesproken, na de maatregelen van voorheen, die tot versobering van investe ring en gebruik leidden. De rege ring is in dit hoofdstuk van de Troonrede nogal optimistisch, waar zij blijkbaar meent, dat de verbeterde positie ons thans ver oorlooft, de lijn weer wat om te buigen. De practijk zal dan wel leren, hoe dit precies te rijmen valt met de paragrafen in de rede, waarin weliswaar gezegd wordt, dat wij er financieel wel wat beter voor staan, maar waar op toch de nodige reserves vol gen, terwijl daarenboven de internationale toestand „vol on zekerheden" is. Wij hopen echter niets vuriger dan dat het licht-getinte opti misme van de regering bewaar heid zal worden, en dat door zetting en doorwerking van de integratie van Europa ook op economisch gebied ons zal voort helpen op de weg naar hoger welvaart. Er worden in de Troonrede veel concrete punten genoemd, maar dat geschiedt allemaal nog heel algemeen en vaag; het betreft hoofdzakelijk de aankondiging van wetsontwerpen, waarover veel te zeggen zou zijn, als we er iets meer van wisten. Dat komt dan allemaal t.z.t. wel. Dat een passende verhoging van de huren aanhangig gemaakt zal worden, wisten we eigenlijk al, evenals dat een oplossing ge zocht zal worden voor het vraag stuk van de compensatie. Bijzon der nietszeggend is de zinsnede, dat in verband met de zware las ten, welke op de bevolking druk ken, bij de uitgaven grote sober heid zal zijn te betrachten. Wij hadden tenminste graag gehoord, dat die grote soberheid betracht zal worden. Wij vernemen van saneringsplannen en krotoprui ming enz. en het verheugt ons toch wel. dat thans ten aanzien van de vernieuwing van hfet onderwijs gezegd wordt, dat ver wezenlijking van plannen op dit punt met voortvarendheid ter hand genomen zal worden. De vermelding, dat de noodzaak tot behoud en versteviging van de geestelijke waarden van ons volk sterk naar voren komt, zal, naar wij hopen, betekenen, dat op dit gebied inderdaad een en ander zal worden gedaan. Wat betreft het komende werk van minister De Bruijn horen wij, dat een krachtige doorvoering van de bedrijfsorganisatie zal worden bevorderd met de hoopvolle toe voeging, dat deze binnen een redelijke termijn zal worden be vorderd. Verder worden verschil lende wensen, welke in katho- lic-.e kringen leven, aangeroerd. Wij hopen, dat een gezonde ge zinspolitiek uit de daden van het kabinet krachtiger zal blijken, dan met de Troonrede het geval Wjj hopen, dat in de uitwer king van de grote en de kleine zaken ook dat positief-christelijke geluid zal doorklinken, dat in deze Troonrede niet zo sterk op valt, hoewel toch bedacht moet worden, dat bij de jongste ver kiezingen toch minstens twee derde van de bevolking voor zulk een positief-christelijke instelling gekozen heeft. De bede om Gods wijsheid moge dan ook geen zin ledige frase zijn, en zij moge ondersteund worden door het ge bed van velen voor het welzijn van het vaderland. Dat is ook het dienen van het algemeen be lang, waarop de Troonrede als zij, wat nooit eerder in deze vorm geschiedde, de leden van de Sta ten-Generaal voorhoudt, dat zij „als goede vertegenwoordigers des volks" en dus niet voor groeps belangen, welke dan ook tot zegen van het Koninkrijk en voor zover mogelijk, van de wereld, werkzaam moeten zjjn.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1952 | | pagina 3