IN DEN NIEUWEN KARDINAAL WORDT
DE VADERLANDSCHE KERK ONDERSCHEIDEN
De eenheid der
Nederlandsche Katholieken
ALAZAR
Nieuw Noordhollandsch Dagblad
UTRECHT IN
FEESTSTEMMING
„De oorlog heeft hem in zijn volle waardig
heid en in zijn diepe werking geopenbaard
aan zijn volk
v__
Actueel e woorden van dr. Gerard
Brom in nTivolite Utrecht
AART 1946
STAVOND
Frits Bouw.
aandag niet
tgesteid tot
en datum.
.O.
t de U.N.O.
dat het nog
ugal aan te
organisatie
en. Hij vindt
t het Inter.
Justitie be.
zonder dat
jende mo.
jp de hoogte
n de onvol,
e dingen in
e Portugee-
ming hij
e woorden,
iet toch op
jp alle slak-
ggenZijn
oon tot de
le Eenheid
ironie. Hij
mdgenooten,
ok met den
;daan en nu
en. Wil de
dé wereld-
dan zal zij
ren moeten
jrwonnenen.
ge binnen.
ge binnen,
meden be.
gde Salazar
niet het be
naar alleen
te streven.
veertien
lel loopend
tusschen de
lijnen, zon
de plaatsen
om het par-
oer te be
de spoorwe-
ld: 250 trac-
40 opleggers
«serve voor
«rder 500
ersonen en
38 personen,
us 240 trac-
ne autobus.
met tractor
erste exem-
Eind April
et begin Oc-
de volledige
rijden. Het
ngte van 14
0 personen
ruime zit.
binnen 10%
r breed en
is dan ook
te capaciteit
trie
reffende de
ieve arbeids
textielin.
or het Col.
elaars goed-
ang van 25
assmg ver-
ederland
ustitie ves.
te maal de
rsonen van
binnenkort
en verwij
den van het
unnen blij.
iftelijk ver.
en verzoek,
end voor 15
t.z.t. zonder
verwijderd.
overweg
n overweg
Gorinchem
een Diesel
eden. waar-
dood werd.
nen
zijn van een
kookdoel-
kunnen op
dezer kaar.
and Maart
de hoeveel-
en. Op bon
A 510: vier
7 der kaart
bon 67 der
liter en op
art UD 510:
VRIJDAG 1 MAART 1946
De Kardinaal verlaat de kerk
na de plechtigheid.
(Van onzen eigen redacteur)
Een diepe stilte, die getuigde
van een ondefinieerbare spanning
hing onder de oude bogen van de
kathedraal. Nederland heeft zijn
Prins der Kerk.
Toen klokslag half elf ie stoet
met de hoogste kerkelijke digni
tarissen van ons land arriveerde
aan den ingang van de kathedraal,
rekte het rijendikke publiek zich,
om Z. Eminentie voor het laatst
als Aartsbisschop-alleen, te aan
schouwen. Fier en met een statige
kalmte schreed Z. Eminentie door
de geel-witte wimpels en rood-
wit-blauwe vanen, het imposante
Godshuis binnen. Het orgel zette
met zware accoorden het Wilhel
mus in en het klankvolume 'eek
de bijna angstige stilte der ver
beiding, te breken.
Dan, na de overreiking der
kardinaalsbonnet door den inter
nuntius mgr. Paolo Giobbe, houdt
Z. Em. een korte toespraak. De
serene stilte in het kerkgebouw
wordt nog beklemmender. Nie
mand wil zich iets laten ontgaan
van de gewogen woorden. En zoo.
dra Z. Em. aan het slot van zijn
toespraak is, galmt als een climax
der vreugdeuiting het Te Deum
laudamus. De spanning is gebro
ken. De plechtige votiefmis vangt
aan.
Vreugdegolf van kathedraal
tot aan paleis.
En als om ca. half een het Deo
Gratias is uitgeklonken; schrijdt
de xardinaal zegenend uit de ka
thedraal.
Dan breekt het enthousiasme
los van de drommen wachtenden.
En wanneer de auto's zich in be
weging zetten wordt het een on
onderbroken gejuich, niet in het
minst van de 1500 escorteerende
jongeren van het adjunctenaat
Utrecht. De kathedraalsklok wil
deelen in de vreugde en verpt
haar klanken over de binnenstad.
En het is alsof de juichende me
nigte deze gelegenheid wil aan
grijpen den kardinaal en de bis
schoppen te huldigen voor hun
onwankelbare, vastberaden hou
ding in het verzet. Het wordt één
vijjugdegplf van kathedraal tot
aan pale's.
Het volk viert mee
Utrecht, het middelpunt van
ons katholieke leven heeft een
ander aanzien. De geelwitte kleu
ren dominee:en in de binnenstad.
Van huizen en daken, van auto's
en motoren wappert de geelwitte
kleur. Het verkeer is overbelast,
ondanks net gebod, éénrichtings
verkeer.
De binne.istad is één groot ge
ïmproviseerd parkeerterrein van
wagens uit alle oorden des lands.
Geestelijken in groote verschei
denheid van gewaden zoeken een
weg door de afzettingen. Hier en
daar benut een geestelijke een
kort gedwongen oponthoud voor
het lezen van den brevier.
Gewijde sparning, bijna myste-
rieuse sfeer hangt over straten en
pleinen rondom de majestueuse
kathedraal. In de voorbijflitsende
auto s flonkert hier en daar het
goudbrokaat van wereldlijke hoog
waardigheidsbekleders en Mal-
thezerndders.
De hoofdstad der provincie is
in feeststemming, zonder luid
ruchtigheid, zonder lawaai, maar
de blijheid in de harten weerspie
gelt op de gezichten der honder
den.
Het is het feest van het katho
lieke volk als één geheel. Huis
moeders loopen in schort de straat
op, om te deelen in de blijdschap.
Volendamsche dienstmeisje in
origineele kleederdracht en extra-
opgedoft, doen druk-bewegelijk in
de feestende stad. Arbeiders in
werkplunje, die zich na schafttijd
naar de fabrieken spoeden, maken
een omweg, om althans iets op te
vangen van het bijzonder stads
beeld.
Orkaan van blijheid
in Tivoli.
Zoo te^.i half drie drommen de
genoodigden naar Tivoli voor de
.middagbijeenkomst.
En als om klokslag drie uur de
stoet hier arriveert en allereerst
de bisschoppen een voor een de
zaal betreden, davert het applaus
in zaal en balcon, om aan te
zwellen tot een orkaan van blij
heid als Z. Eminentie de zaal be
treedt en zijn zetel inneemt.
Tivoli is herschapen in een pa
radijs van wit-gele tinten. Toeven
van narcissen en witte tulpen
tooien wanden en ballustraaen.
Het koor „Katholiek Utrecht"
zet het vierstemmige „Christus
Vincit" in van Mathieu Gascogne,
begeleid door het voltallige
Utrechtsch Stedelijk Orkest. En
In het licht van het
nieuwe purper
ZIJN INLEIDING tot zijn
groote rede in „Tivoli"
te Utrecht besloot dr. Ge
rard Brom Donderdagmid
dag aldus: „Wat er in het
nieuwe purper aan het licht
komt* is het wezen van Ka
tholiek Nederland, stil en
diep verborgen onder zoo
veel wat op deze feestver-
gadering verdwijnt bij een
alles overstemmende dank
baarheid. Triomfantelijk
straalt in het vuurrood van
onzen Kardinaal de gloeien
de trouw aan het geloof,
dat onze voorouders zoo
heldhaftig bewaard heb
ben."
tusschen de partijen door flitst,
schittert en knalt het magnesium
der persfotografen, die vanuit alle
hoeken, de zaal met felle stralen
doorboren.
Als de laatste accoorden van het
„Christus Vincit" zijn verstorven,
vangt prof. dr. Gerard Brom zijrf
feestrede aan.
Het „Exultate" van Mozart
Na de rede van prof. Brom, dje
herhaaldelijk door luid en lang
durig applaus werd onderbroken,
zingt Dora van Doorn- Lindeman
met haar volle, gave sopraanstem
het „Exultate" van W. A. Mozart.
In de zaal verstomt elk geluid, zoo
zuiver, zoo machtig, doch licht van
timbre klinkt het heldere geluid
van de begaafde zangeres, die een
overtuigend bewijs aflegde, tot
één der beste sopranen in ons land
te behooren.
In een oprecht woord van dank
heeft vervolgens Z. Em. zien ge
richt tot alle katholieken van Ne
derland, een woord waaruit het
medeleven sprak van den Kardi
naal met zijn geloovigen. (Elders
in dit nummer is deze toespraak
in extenso afgedrukt).
Opwachting bij den
Kardinaal
Als de Kardinaal zijn plaats op
nieuw heeft ingenomen, zet het
koor Bruckner's machtige Te
Deum" in, als slot van deze in
drukwekkende bijeenkomst.
Dan stroomden de genoodigden
van buiten de stad Utrecht de
kleine foyer in, waar allen in de
gelegenheid worden gesteld hun
opwachting te maken bij Z. Em
Arm en rijk, van allen rang en
stand blikt Z. Em. even minzaam
toe. Voor wie den hoogen Ame
lander kennen is zulks vanzelf
sprekend, want Z Em. is de een
voud zelve.
Eerst als de Dom zes maal heeft
geslagen, verlaten de laatste ge
noodigden 't feestgebouw, draaien
late auto's het parkeerterrein uit
en keert langzaamaan de rust
weer.
MA dus t$ hebben vastgesteld, dat wij, Katholieken van Ne-
Cerland, de erfenis van Schaepman en Ariëns en anderen
zullen handhaven, zoolang we één zijn en één blijven, heeft
dr. Blom in zijn groote rede voor de Katholieken-vergadering in
Tivoli te Utrecht de bet eekenis van die Katholieke eenheid ge
schetst. De eenheidzoo zei hij, die wij als Katholieken vormen,
stamt samen met de eenheid van ons volk als een kleiner kring
binnen een grooter. De oorlog beeft die algemeene eenheid
door een gemeenschappelijk verzet bevestigd.
Nederland ziet op het oogenblik <Je
verbroedering van ons volk bezege-
NadatAmsterdamsehe Joden ir.'
Limburg ondergedoken waren; wer
den Limburgers gasvrij in Friesland
opgenomen. Noord en Zuid beleef
den den samenhang van het vader
land als een werkelijkheid. Katho
lieken en Protestanten hebben in de
deelgenootschap van het lijden en
de samenwerking van den weerstand
de eenheid van or.s volk gediend,
zooals geen kunstmatige eenheids
partij het ooit kan afdwingen. Zal
Nederland geestelijk één worden;
dan moeten overoude wouden lang
zamerhand dichtgroeien; want een
vormigheid kan desnoods met ge
weld worden gemaakt; maar één
hart en één ziel; wat we hopen en
bidden eenmaal te zijn, worden we
eerst door een wedergeboorte; die
de Koning van de harten en de
Herder van de zielen alleen verze
keren kan. Goddank zijn er al bij
het opruimen van mijnvelden heel
wat vooroordeelen overwonnen. Ne
derland was pijnlijk gescheiden toen
het bloed van slachtoffers op den
brandstapel aan den eenen kant
en het bloed van de martelaars van
Gorkum en Alkmaar aan den ande
ren kant een rampzalige scheidings
lijn door de burgerij getrokken had.
len door het bloed dat Katholieken
en Protestanten samen voor de va-
derlar.dsche vrijheid geofferd heb
ben.
Over eenheid weten Katho
lieken mee te spreken.
Zij zijn bij uitstek dragers van
de eenheid. In den oorlog hebben
zij en niet zij alleen ondervon
den wat het zeggen wil. dat de
Heilige Geest leiders over de
Kerk heeft aangesteld. Heel Ne
derland zag met eerbied naar de
Bisschoppen op en Katholiek Ne
derland deed het met de harte
lijkheid van kinderen, die op va
der groot gaan. Nadat de mijter
nog geen honderd jaar geleden
diende om Protestanten bang te
maken, leken alle landgenooten
nu onder de bisschopsmuts als on
der één hoedje te vangen. Geen
beeld kan de werkelijke toenade
ring weergeven, waardoor de par
tijen elkaar bij een gedachtenwis-
seling eindelijk leeren verstaan.
Dekken vaderland en Moederkérk
elkaar natuurlijk op lange na
niet, ze blijken elkaar op allerlei
vitale punten dan toch te raken.
Wij Katholieken zijn het
niet, die de eenheid van ons
volk verbroken hebben; wij
zijn nog één, zooals we het
vóór de Hervorming waren. En
de eenheid van ons volk wordt
doelmatig gediend door die on
wrikbare eenheid van onze
Kerk, waaraan zooveel land
genooten zich kunnen stichten,
volledig hoog te houden. In de
Nederlandsche gemeenschap
heeft deze vastheid van het
oude geloof de functie, die het
ijzer heeft in het beton of lie
ver het beenderstelsel in het
lichaam. Buitenstaanders zien
de katholieke eenheid soms
voor een opzettelijke taktiek
aan, waarmee onze feitelijke
verschillen bedekt moeten
worden. Ingewijden weten, hoe
eenheid het wezen is en het
leven van de Kerk zelf. Het
handhaven van die eenheid
beteekent als zoodanig een ge
tuigenis voor de waarheid.
Want de waarheid vormt een
ondeelbaar geheel, waarvan
het eene lid harmonisch het
andere bevestigt, terwijl de
dwaling daarentegen in stuk
ken uiteenvalt die elkaar ho
peloos tegenspreken. Daarom
staat in het Credo de eenheid
als eerste kenmerk van de
Kerk beleden, omdat alles in
de leer van „één Heer, één Ge
loof, één Doop" besloten ligt.
Onze eigen intieme sfeer.
Hoe meer onze andersdenkende
medeburgers vertrouwd met ons ra
ken, hoe beter ze leeren verstaan,
dat we ons pas volledig thuis voelen
onder ons huisgenooten van het ge
loof waarvoor de apostel van het
ruime hart een voorkeur heeft uit
gesproken. Daar is de eigen intieme
sfeer waarin Nedelanders enkel
kunnen aarden. Laat het Katholicis
me zich naar buiten vertoonen in de
gedaante van een weerbaar leger,
dat nooit aan demobiliseeren denkt;
van binnen bljjkt het een groote fa
milie te wezen. En hoe hoog we ook
onze verwachting1 stellen op de toe
Kardinaal de Jong tijdens zijn
dankrede in „Tivoli"
k-omst van een katholieke bescha
ving, wezenlijk staat onze stijl ge-
teekend in het grondplan van het
gezinsleven. Daar is het hart van
alles wat we maar in programs van
actie zouden kunnen vastleggen,
want onze vereenigingen worden
eenvoudig als onmisbare steun om
het familiehuis heengebouwd.
Een godgeklaagde titel.
Voorzoover het besef van de ka
tholieke eenheid ergens vervaagd
mocht zijn, wordt het wel verleven
digd, wanneer een aanval ons op
onze geestelijke gemeenschap laat
bezinnen. Een socialistisch weekblad
heeft in den Advent een bekend
schrijver het hoofdartikel laten le
veren me den ongeloofelijken god-
geklaagden titel: "De grootheid van
Judas", om. zooals het uitdrukke
lijk heette: "eerherstel" aan den
aartsverrader te geven. De geest
van den Antichrist woedt niet enkel
over onze grenzen. Eerherstel aan
Judas! Heeft ons volk dan nog niet
geleerd dat de wereld zonder Chris
tus een hel is? Psychologische sofis
men zijn de taal van denzelfden dui
vel die in Judas is gevaren. Al zou
den zulke valsche vernuftigheden,
ook het geheim van de ongerech
tigheid kunnen onthullen wat er ze-
ke niets van heeft; dan zou die ver
klaring toch nooit in der eeuwig
heid een rechtvaardiging beteeke-
nen. Eerherstel aan Judas! Wij zijrj
gewoon het woord eerherstel te ge
bruiken voor boetegebeden die den
Zaligmaker aan het hart gelegd
worden.
En verbindt de Kardinaal ons
met den Paus, de Paus ver
tegenwoordigt den Apostel,
die ons uit den grond van ons
hart leert beladen: „Gij zijt
«de Christus, de Zoon van den
levenden God" Voor de
klaarheid van de verhoudin
gen blijft het volstrekt noodig
om ons in de gegeven omstan
digheden beslist op een af
stand te houden. Het is daar
om een welkome waarschu
wing, dat hetzelfde socialis
tische weekblad onlangs ver
klaarde: „De politiek moet er
dus op gericht zijn de R. K.
partij te breken". Wij voelen
ons bij die oorlogsverklaring
minder verrast dan vereerd,
omdat vrienden van Judas
alleen onze geslagen tegen
standers kunnen zijn.
Van overkoepeling
gesproken!
"LIET tegenwoordig ge-
n slacht" zoo merkte dr.
Gerard Brom in zlin rede te
Utrecht op „dat het verband
tusschen losgelaten elementen
terug moet vinden, spreekt
graag van overkoepeling. Dit
beeld is ons lief, want wii
zijn van ouds onder koepels
thuis en weten, dat de koepel
van de koepels het apostelgraf
in Rome bekroont. Deze koepel
is de groote lichtkroon boven
enze gemeenschap, waardoor
elke kleur een eigen glans ont.
vangt".