ONTHULLINGEN IN DE NOTA-GERBRANDYI VOLKSPARTIJ
't Herstel van ons gezantschap
bij het Vaticaan
Nieuw Noordhollandsch Dagblad
De houding van Minister de Geer
Overwegingen die
er toe leidden
WIJ HERDENKEN
Waarheen?
OPENING VAN ZAKEN VAN
HET LONDENSCHE BELEID
De Katholieke Partij is de
Volkspartij: Ziet maar naar de
zes aanvoerders pp onze can-
didatenlijsten: mag. dr. Stok
man, doctor in het Kerkelijk
Recht, van Vliet, arbeiderslei
der in het Bossche Diocees,
nrof. mr. Romme, oud-minister,
voorzitter van het college van
Rijksbemiddelaars, onder-voor
zitter van de K.V.P.; dr. ir.
Droesen, landbouwingenieur
en voorzitter van den Limburg-
schen Boerenbond, dr. Mol,
de groote stuwkracht van de
Volksgezondheid in Brabant,
Andriessen, de voorzitter van
den Katholieken Bouwvakar
beidersbond. Een staal 'der Ka
tholieke candidatenlijst, door
de partij zelf tot stand ge
bracht. Een resultaat van wa
re volkskeuze, zooals dat een
ware Volkspartij betaamt.
Steunt de Katholieke Volks
partij, waar de doctor en de
arbeider, de boer en de me
dicus en de middenstander
en de professor, gelijke kan
sen en gelijke rechten hebben,
waar in evenwicht voor alle
onderdeelen van het alge
meen welzijn wordt gezorgd.
STEMT LIJST 2, ROMME
GERBRANDY
DE NOTA VORMT een
boek van 250 bladzijden
en bevat 19 hoofdstukken, die
te zamen de hoofdpunten van
het gevoerde beleid behande
len. Enkele dezer hoofd
stukken zijn van uitvoerige
documentaire bijlagen voor
zien. die nadere officieele toe
lichting geven op het behan
delde onderwerp. Na een5 kort
inleidend hoofdstuk, dat het
heengaan van de Regeering
naar Londen behandelt,
spreekt Prof. Gerbrandy uit
voerig in twee hoofdstukken
over de lotgevallen van de
Regeering zelf. Eerst over het
heengaan van den heer De
Geer èn daarna over de wis
selingen in zijn eigen kabi
net.
De rol; van De Geer,
Breedvoerig en steunend op tal
van documenten behandelt Prof.
Gerbrandy de rol, die de heer
De Geer voor en na zijn aftreden
als minister-president heeft ge
speeld. Zijn betoog, hoewel vol
komen in den mededeelenden
trant gehouden en zonder eenig
spoor van felheid, heeft 'het ka'
rakter gekregen van een uiter
mate scherp requisitoir.
Rejeds in 'het eerste hoofdstuk
wijst Prof. Gerbrandy er op, dat
de heer De Geer faalde in het
leiding geven aan het kabinet.
Terwijl het meerendeel der mi
nisters gedurende de oorlogsda
gen ook 's nachts bijeen bleef, al
thans beschikbaar bleef op het
Departement van Economische
Zaken, vertoefde de heer De Geer
eiken, ook den meest kritieken
nacht, thuis. De leiding die hij in
deze dagen gaf, was niet krach
tig. In Londen manifesteerde zich
spoedig zijn onduidelijke houding
die, naar later bleek, neigde
naar een compromis met den vij
and. De h'eer De Geer verzette
zich tegen het capitulatie-commu
niqué, waarin de positie van Ne
derland als doorvechtende natie
duidelijk werd gestel-3. Hij wei
gerde de teekening van het A.
I.besluit. Hij hield een radio-toe
spraak, die in Engeland een al-
ermiserabelsten indruk maakte.
QRIE MAAL kwam hij in de
vergadering van den Mi
nisterraad met een of ander
opzet, gericht op het vinden
van contact met den vijand. Als
voorbeeld drukt Prof. Ger
brandy in zijn nota een eigen
handig door den heer De Geer
geschreven en geteekend voor
stel af. dat bewaard bleef. Dit
voorstel luidt als volgt:
„Naar aanleiding van het be
roep. door den Führer van het
Duitsche Rijk in zijn Rijksdag
rede van 19 Juli j.l. gedaan op
redelijk en gezond verstand
ter beëindiging van den oorlog
verzoekt de Nederlandsche re
geering te mogen vernemen,
op welken grondslag (met na
me wat de positie van Neder
land betreft) de Führer zich
voorstelt, dat op dit oogenblik
vruchtbare besprekingen ter
bevordering van den vrede-zou-
den kunnen worden geopend."
(w.g. DE GEER.
In zijn eerste onderhoud met
Mr. Churchill had hii al gesug
gereerd 'n soort vrede van
Amiens.
Het laat zich denken; dat deze
houding cnitisclïe reactie wekte. De
ongerustheid van H.M. de Koningin
ateeg. Tegen het einde van Augustus
1940 vroeg de heer De Geer ontslag;
zonder dat deze aanvrage betiteld
kon worden als "vrijwillig'. De heer
De Geer werd niet meer opgenomen
EINDELIJK is de Nota van oud-minister Ger
brandy over het beleid van de Nederlandsche
Regeering te Londen gedurende de oorlogsjaren
gevoerd, verschenen. Het is een dik boek, dat
een scherpen aanval op de houding van den
toenmaligen ministerpresident, jhr. mr. dr. de
Geer bevat, die herhaaldelijk contact met den
vijand wilde zoeken, omdat hij den oorlc^j verlo
ren waande. Hij vroeg onvrijwillig ontslag, wilde
naar Indië, ging echter via Zwitserland naar Ne
derland, schreef een brochure, die hij niet zou
publiceeren zonder toestemming van de Koningin,
kreeg die niet en gaf de brochure toch uit.
in het nieuwe kabinet; hoewel hij
zelf om de portefeuille van Finan
ciën vroeé'. Na zijn aftreden leefde
hij vrij teruggetrokken in Boxmoor
buiten Londen. H.M. de Koningin
vetrleende hem op grond van zijn
verdiensten in het verleden en om
dat zijn houdiing toen nog niet aan
oneervolle motieven scheen te moe
ten worden toegeschreven, krachtens
éénstemmig besluit in den Minister
raad, een hoog'e onderscheiding.
Was het daarbij gebleven, dan
had de heer De Geer zijn rust,
in eere kunnen genieten. De heer
De Geer vertoonde spoedig de
neiging om Engeland te verlaten
en zich naar Zwitserland te be
geven. De Regeering verzette zich
echter daartegen, omdat zij de
de overtuiging was toegedaan,
dat Zwitserland, blijkens haar
inlichtingen, reeds vol Duitsche
spionnen, eerlang het lot van
Nederland zou deelen en dat de
heer De Geer dus, wanneer hij
zich daar zou bevinden vroeg of
laat in handen van de Duitsehers
zou vallen, die zich ^eelfs tegen
zijn wil propagandistisch van
hem zouden bedienen.
Aangezien de heer De Geer echter
vurig verlangde naar den troost van
het familie-contact wferd in overleg
met hem besloten, hem in de gele
genheid te stellen zich op Rijks
kosten naar Nederlandsch-Indië te
begeven, waar hem een bepaalde
regeeringsopdracht zou wachten, In
Nederlandsch-Ind'ië bevonden zich
twee van zijn kinderen.
Naar Lissabon en toch
naar Nederland!
Onder deze uitdrukkelijke af
spraak begaf de heer De
Geer zich naar Lissabon. Spoe
dig echter bleek de Nederland
sche Regeering uit inlichtingen
van haar gezant aldaar, dat de
heer de Geer zich in Lissabon»
tegen den uitdrukkelijken wil
van de regeering en in strijd
met een afspraak, waaraan hij-
zich zelf had onderworpen, met
het plan rondliep zich niet
slechts naar Zwitserland, doch
naar Nederland te begeven en
deswege contact opnam met de
Duitsche autoriteiten in Lissa
bon. De Nederlandsche gezant
en de Nederlandsche zaakge
lastigde hebben verschillende
malen met hem gesproken, hem
het bijzondere van zijn positie
voorgehouden, hem de moge
lijkheid voorgesteld, zijn vrouw
naar Lissabon te laten overko
men. hem gewezen op zijn uit-'
drukkelijke afspraken. Het
hielp 'alles niets. De heer De
Geer beloofde nader beraad,
terwijl hij het passage-biljet
naar Berlijn al in zijn zak had.
Eenmaal in Nederland terug
gekeerd, publiceerde hij een
brochure, waarin Hitier als de
Führer de Koningin werd
niet met name genoemd als
,,de meest bevoegde autoriteit"
ten tooneeie werd gevoerd. H:
DE GEER
zond den tekst van deze bro
chure tevoren naar Londen en
beloofde haar niet te zullen pu
bliceeren zonder toestemming
van de Koningin Die toestem
ming werd hem nimmer v.er-
ieend, doch binnen enkele da
gen was de brochure gepubli
ceerd.
Is het wonder, dat de heer
Gerbrandy aan het slot van
zijn hoofdstuk mededeelt, dat
hii in begin Juni 1945, vóór
ziin aftreden als Minister van
Justitie, opdracht gaf een voor-,
onderzoek in te stellen, ten
einde te komen tot een ant
woord op de vraag of straf
rechtelijke vervolging van den
heer De Geer op haar plaats
was? De nota deelt het resul
taat van deze opdracht niet
verder mede.
De kinderbijslag
De minister van sociale zaken
heeft bij de Tweede Kamer een
wetsontwerp tot wijziging van de
kinoerbijslagwet ingediend, ten
doel hebbend buiten twijfel te
stellen, dat ook ambtenaren in
beginsel onder de werking der
der kinderbijslagwet vallen en te
bepalen dat indien een verkorte
werkweek toepassing vindt, de
Zaterdag voor de premiebereke-
r:ng als arbeidsdag behoort te
worden beschouwd.
HET KabinetGerbrandy
heeft ook het Nederland,
sche Gezantschap bij het Va.
ticaan hersteld. De overwe.
gingen daartoe waren de vol
gende; Ten eerste: Het
Vaticaan werd in den oorlog
een waarnemingspost van
groot belang op diplomatiek
gebied. Tèn tweede: Ver.
scheidene onzer bondgenoo-
ten onderhielden normale
betrekkingen met het Vati
caan; gelijkheid van politiek
in dezen zin was gewenscht.
Ten derde: De versterking
van de diplomatieke relaties
tusschen het Vaticaan en Ja
pan in 1942 maakte het te.
meer gewenscht, dat de
daarvoor in aanmerking ko.
mende geallieerden, die te.
gen Japan levensbelangen
hadden te verdedigen, in de
representatie op het Vaticaan
niet ontbraken.
Ten vierde: De houding van
de roomsch-katholieke gees,
telijkheid en van 't roomsch.
katholieke volksdeel in 'Ne.
derland. voor wie destijds
het verwerpen van de voor
het gezantschap op de be.
grooting aangevraagde gel.
den toch een teleurstelung
had beteekend, verdiende in
de behandeling van deze
zaak ernstige overweging.
Daarnaast is getracht zooveel
mogelijk te peilen, welke de
reactie van protestantsche zijde
in Nederland zou zijn. Op grqnd
van de he* door zijn ambtge.
nooten verstrekte inlichtingen
kon de Minister van Buitenland,
sche Zaken concludeeren, dat
het herstel meer toegejuicht dah
becrïtiseerd zou worden
Overigens deelt profGerbran
dy over deze belangrijke zaak
het volgende mede:
„Vóór het aftreden van minis,
ter de Geer was door mij in den
ministerraad een voorstel gedaan
tot het wederinstellen van een
Nederlandsch gezantschap bij het
Vaticaan. Het algemeen .gevoe
len, ook dat van den Minister
van Buitenlandsche Zaken, was
vóór dit herstel. Het was nl. te
voorzien de aanwijzingen
daartoe waren reeds aanwezig
dat het Vaticaan zou worden
een der meest belangrijke waar
nemingsposten in Europa. Bij de
discussie in 1940 woog intusschen
nogal de overweging, dat het
hier gold een post, ^Jartegen
indertijd door net Nederland
sche parlement bezwaar was ge.
maakt. Deze overweging leidde
er toe', dat van het nemen van
een positieve beslissing werd af.
gezien, te meer, wijl ae toenma
lige minister-president met groo.
ten nadruk dezen kant der zaak
naar voren bracht.
Eenige maanden na het aftre.
den van minister de Geer, toen
de Minister van Buitenlandsche
Zaken in Ned. Indië vertoefde,
heb ik contact gezocht met den
Britschen Pauselijken Delegaat,
Mgr. Godfrey. Ik wensdlite nl.
zekerheid te hebben, dat, inge
val van Nederlandsche zijde het
herstel van het gezantschap zou
worden bevorderd, van de zijije
van het Vaticaan de noodige
medewerking zou worden ver
leend. Ik heb Mgr. Godfrey ge.
heel officieus gevraagd mij te
dezer zake te willen inlichten.
Na enkele weken ontving ik van
Mgr. Godfrey de mededeèling,
dat hem gebleken was, dat het
De herdenking van de gefu-
silleerden ap de Waalsdorper-
vlakte bijxDen Haag aan den
vooravond van het feest der
bevrijding is een ware bede
vaart geworden. Duizenden,
zich scharende in een onafzien
bare rij, hebben daar, niet ver
van de plaats waar honderden
voor het executiepeleton 't le
ven lieten, een stille, indruk
wekkende hulde aan deze man
nen van het verzet gebracht.
Overal in den lande hebben
dergelijke herdenkingen plaats
gehad.
De minister-president prof.
ir. W. Schermerhorn heeft voor
de microfoon een herdenkings
rede uitgesproken.
herstel van 'het gezantschap van
de zijde van het Vaticaan zeer
op prijs werd gesteld, maar dat
de verkeersmoeilijkheden zoo
groot waren, dat het effectuee.
ren van het herstel practische
moeilijkheden zou opleveren.
Tegelijkertijd verklaarde Mgr.
Godfrey zich bereid feitelijk alle
tusschenkomst te verleenen,
welke voor de Ned. regeering
van belang kon zijn. Dit is ook
geschied Ik heb vanzelfsprekend
de zaak 'van het herstel van het
gezantschap laten rusten.
In het voorjaar 1943 kregen
wij van Mgr. Godfrey de mede.
•deeling, dat de factische bezwa.
ren tot herstel van het gezant,
schap niet meer zoodanig waren,
dat de practische uitvoerbaar,
heid dubieus was. De Minister
van Buitenlandsche Zaken heeft
daarna het herstel van het ge
zantschap in den Ministerraad
aan de orde gesteld. Het kabinet
vereenigde zich unaniem met het
voorstel van Buitenlandsche Za.
ken, de goedkeuring van H.M. de'
Koningin te vragen op het her
stel van het Nederlandsche ge.
zantsdhap bij het Vaticaan. H M.
de Koningin bevond zich ten
tijde der beslissing in de Ver.
eenigde Staten van Noord.Ame
rika. De goedkeuring door H.M.
de Koningin is daardoor ver.
traagd geworden, maar na terug
komst verleend. De Minister van
Buitenlandsche Zaken regelde
vervolgens het aanstellen van
den Nederlandschep gezant met
het Vaticaan. Italië's capitulatie
en de bezetting van Rome brach
ten intusschen een andere ver
traging, zoodat de aangewezen
Nederlandsche gezant, Jhr. Van
Weéde, pas in den zomer van '44
naar zijn standplaats is vertrok
ken Van de zijde van het Vati.
caan was, ook na de beslissing
van het Nederk che parle
ment, een internuntius bij de
Nederlandsche regeering gehand,
haafd De internuntius geduren.
de dén oorlog. Mgr. Giobbe, is
pas eenigen tijd na het herstel
van het Nederlandsche gezant,
schap naar-Londen overgekomen,
QNS LEVEN in dezen Paasch-
tijd moet bevestigen, dat
wij inderdaad „met Christus
verrezen" zijn.
Wanneer wij, op Vrijdags
visch en Zondagsmis na, de
zelfde praatjes iferkoopen en
dezelfde wegen bewandelen als
Jan en- Alleman, dan blijkt van
dat „verrezen zijn" niet veel!
Gisteren heeft de verrezen
Heiland zich aan ons voorge
steld als onze Goede Herder.
Houden wij dat beeld vast:
Wij zwerven niet op eigen
houtje door het leven, maar
als schapen, de weg gaande die
de Herder ons wijst.
Zitten wij „in de knoop",
zoeken wij dan bij Hem den
'juis'ten weg, in Zijn Evangelie
en bij Zijn herders-plaatsver
vangers. Dan zullen wij niet
verdwalen.
MARCUS