De eenige uitweg
uit het misverstand
LUCIE
De wonderbare donderbui
Missie-statie
Alexishaven
de Zieneres van Fatima
Nieuw Noordhollandsch Dagblad
3
op Nieuw-Guinea
RELAAS VAN
MGR. VAN BAAR
grondig vernield
En hier?
Kardinaal spell-
ZATERDAG 8 JUNI 1946
PINKSTER-OVERWEGING
ren! en de vierde ageert: „Espe
ranto!" Alsof de eenheid van vorm
en klank de verscheurdheid der
geesten zou kunnen binden, de
SDlitsing der atomen beheerschen!
Toch is ons de uitkomst uit de
heillooze verwarring gegeven.
,Het Woord is vleesch geworden
en Het heeft onder ons gewoond".
Van Hem bracht de Doopei dit
Goddelijk getuigenis over: Op
wien ge den Geest ziet nederdalen,
en rusten. Hij is het die doopt met
den Heiligen Geest". En op het
Wij verstaan elkaar niet.
„De vrijheid is mij boven alles dierbaar", zegt de een. Hem
wordt geav woord: „Wat gij vrijheid noemt, is slavernij."
„Neen, maar uw socialistische vrijheid is dictatuur", herneemt
hijde Sovjet-Unie heerscht de ware democratie" zegt
ie laatste. Een daverend hoongelach is het antwoord, maar hij
houdt vol: „Uw democratie is onderdrukking van het proleta
riaat." „Gij zijt een landverrader!" vonnist de rechter, doch
de mensch voor hem meent, dat hij slechts land en volk heeft
willen dienen. Allen klagen allen aan: „neo-nazi", „reac-
tionnair", „conservatief"
Woorden, woorden, woorden! t
„Wij verstaan elkaar niet" is gelijkbeduidend met „Wij
mogen elkaar niet lijden": misverstand en liefdeloosheid zijn
één. Zelfzucht en egoisme ontbinden de gemeenschap der
menschen in atomen en het woord verbindt hen niet, doch
verwijdert hen steeds verder van elkaar.
In wanhoop riep de Russische dichter Tsjutschew uit: „Het
woord dat wordt uitgesproken is een leugen!"
En toch was in den beginne het
Woord en het Woord was bij God
en het Woord was God en alles is
door Hetzelve gemaakt.
Dit eèuwig Woord is niet in
schriftteekens en evenmin in
klankreeksen te vangen. Het is
geen woord dat zich van de om
ringende stilte onderscheidt, doch
het is het Licht dat hemel en aarde
vervult, het is de Kracht die den
kosmos schept en het al in zich
vereenigt.
Dit Woord is onuitsprekelijk en
geen oor kan dit Woord hooren,
het verstand kan dit Woord niet
overdenken, het kan zich slechts
in geloof aan dit Woord overgeven
en wanneer de geest van den
mensch met den Heiligen Geest
van het Woord is vereenigd, ,dan
kan de mensch dit Woord „ver-'
staan", in een sprakeloos schou
wen.
Doch niet alleen in de oogen-
blikken der bijzóndere uitvefkie-
zing, in mystieke vervoering aan
tijd en ruimte ontheven, schouwt
de mensch op wien de Heilige
Geest is neergedaald, het Eéne
woord. Ook bij zijn leven,temid
den der menschen, handelend,
sprekend en luisterend, blijft de
kern van zijn wezen in de klaar
heid van het Goddelijk Licht, op
genomen in de alomvattende één
heid van het Woord.
In deze éénheid vervloeien alle
grenzen tusschen den mensch en
zijn naasten: door de gestalten der
lichamen heen ziet hij alom het
beeld en de gelijkenis van den
Eéne, door de klanken van woor
den en zinnen heen hoort hij een
samenklinken van „onuitspreke
lijke verzuchtingen" naar de ééne
waarheid, schoonheid en goedheid
van het Woord.
Een mateloos erbarmen en alien
omvattende liefde vervult hem en
hij kan dsAvoorden der menschen
niet meer misverstaan! Niet het
denken der psychologen doch de
liefde der heiligen dringt tot de
geheimen van de ziel der anderen
door. Dat is „de ware wijsheid"
die óe H. Geest hun schenkt
Toen de mensch zich door den
opstand tegen God uit zijn Een
heid met het Woord had losge
scheurd, toen verstond hij zijn
broeder niet meer maar werd hem
tot moordenaar; de aarde verstond
hem niet meer doch werd hem tot
vloek en vijand; zijn vleesch ver
stond hem niet meer doch werd
hem tot bederf; de zoon verstond
den vader niet meer doch bespotte
diens naaktheid. Niet goddelijk
in God wilde de mensch zijn, maar
een God naast God. „Kom aan,
laat ons een stad en een toren
bouwen, waarvan de top in den
hemel reikt en daardoor onzen
naam beroemd makenEn de
Heer zeide: Zie, zij zijn eenerlei
volk en hebben allen eenerlei
spraak en dit is het wat zij begin
nen te maken.... Laat, ons neer
dalen en laat ons hun spraak ver
warren, opdat een ieder de spraak
van zijn naasten niet hoore".
Zoo moest het komen: buiten
God geen onderling begrip, doch
spraakverwarring en „verstrooiing
over de aarde".
Er staat dat zij ophielden de
stad te bouwen, Maar nimmer
hebben zij het opgegeven, hun po
gen te vernieuwen. Doch al hun
vermetele activiteit, hun machtig
vernuft, hun trotsche denkkracht
kunnen hun spraakverwarring niet
overwinnen, slechts tot in het
krankzinnige verergeren.
„Laat ons de woorden her
ijken!" roept er een; laat ons hun
beteekenis vastleggen in de „sig
nifica", raadt een ander; de lerae
zegt: laat ons vele talen aanlee-
Pinksterfeest waren de eerste doo-
pelingen bijeen,
„En plotseling kwam er een ge-
ruisch uit den hemel als van een
hevigen windvlaag, en vulde heel
het. huis waar zij .vergaderd wa
ren. Vurige tangen verschenen
hun, spreidden zich rond, en zet
ten zich op ieder van hen neer.
Allen werden vervuld van den
Heiligen Geest, en begonnen ver
schillende talen te spreken, naar
gelang de Geest hen liet spreken".
Laat ons dit wonder niet uit
sluitend zien als een miraculeuze
inbreuk op de wetten der spraak-
techniek! Trachten wij het liever
te begrijpen met zwakke analo
gieën uit het natuurlijk leven, de
moeder die - de onsamenhangende
bromtaal van haar kind, de man
die het zuchtwoord van zijn bruid
verstaat: zwakke afspiegelingen
van die eenheid in de Liefde, die
door de wedergeboorte van den
mensch „in water en den H.
Geest" en door het mystieke hu
welijk tusschen Christus en Zijn
Ecclesia ontstaat; zwakke afspie
geling tevens van dat zuivere ver
staanbaar zijn tusschen God en
den nieuwgeboren mensch en
daardoor: tusschen mensch en
mensch.
Alleen dan kan de spraakver
warring, die wij door onzen Ba-
belschen hoogmoed en ik-vergo-
ding hebben verzocht, worden
overwonnen, alleen zoo kaa .het
misverstand worden opgeheven,
kan woorden wisselen gedachten
wisselen, mondeling contact ziels-
contact. worden, kan ons preeken
en praten en lezen en luisteren,
ons philosqpheeren en dichten de
zinneloosheid der eindelooze ver
warring ontgaan, wanneer wij
door de Genade van den H. Geest
onze eenheid met het Eenig Woord
en daardoor onze eenheid met Zijn
beeld en gelijkenis in alle men-
schenzielen, ja in dea geheelen
kosmos, terugvinden.
In zijn rapport schreef hij: „U
heeft mij om foto's gevraagd.
Doch ik kan u er niet één stu
ren. aangezien niets is overgeble
ven. Je kunt geen foto's nemen,
waar niets is om te fotografee
ren."
Eerst toen ik het met eigen
oogen zag, kon ik gelooven, dat
zulk een totale verwoesting als
in de missies van Nieuw Guinea
mogelijk was. Uit relazen van
mannen van liet leger en uit den
mond van mijn eigen mede
broeders, die uit de missies van
Nieuw Guinea bevrijd waren,
hoorde ik in geuren en kleuren
vertellen van de vernielingen
van den oorlog en meende ik
een helder beeld gevormd te
hebben van de schade, op onze
missiestaties aangericht. Maar
zelfs zoo was ik niet voorbereid
pp wat ik in werkelijkheid zag
tijdens de maanden Mei en Juni,
toen de Australische Regeering
mij verlof gaf, volledig pools
hoogte te nemen van onze mis
sies op Noordoost Nieuw Guinea.
Mijn oudere broer, oud-missio-
naris van Nieuw Guinea en ik
verlieten Brisbane in een leger
vliegtuig. We schonken heele-
maal geen aandacht aan het on
plezierige van een zitje van zes
uren lang op een vlucht van dui
zend mijlen naar Cairns in het
Noorden van Australië, Den vol
genden dag sjeesden wé stilletjes
aan 600 mijlen over de wateren
van de Koraal Zee op een hoogte
van 500 voet naar Port Moresby
op de zuidkust van Nieuw Gui
nea. Hier sleten we 7 dagen
vanwege het slechte weer. Nog
eens 6 dagen „zweetten we het
uit" te Lae bij gebrek aan ver
voer. In Madang werden we
weer 7 dagen opgehouden, om de
ingewikkelde situatie op te los
sen, die door onze intrede in
verboden militaire gebieden ont
stond. Eindelijk, toen alle pro
blemen aan kant waren, werden
we in een motorboot meegeno
men naar onze hoofdstatie van
Alexishaven Wij waren de eer
ste burgerlijke personen, dien
het toegestaan was om terug te
keeren naar de nog maar pas van
de Jappen gezuiverde kuststre
ken. precies zooals de Paters
Roos en Bernarding de eersten
waren, die verleden herfst 't bin
nenland in mochten van Nieuw
Guinea, het land van de Mount
Hagen.
DE Eerwaarde Zuster Maria
Lucie das Dores heeft op 21
en 22 Mei jl een bezoek gebracht
aan het genade-oord Gova da
Iria (Fatima) Zij bezocht o.a.
de verschillende plaatsen der
verschijning, haar ouderlijk "huis
en het kerkhof te Fatima, al
waar de overblijfselen van haar
niahtje Jacinta .en haar neefje^
Francisco rusten.
De Bisschop van Leiria, Mgr.
Dom José Alves Correia sa Silva,
heeft op 21 Mei de H. Mis gece
lebreerd -in tegenwoordigheid
van Zuster Lucie in de Kapel tier
Verschijning en haar de H Com
munie uitgereikt. Zuster Lucie
was vergezeld van de eerwaarde
Zuster Brito. Overste van de
kloosters te Coimbra en te Cova
da Iria. Het was op '17 Mei juist
25 jaar geleden dat Lucie haar
intrede deed in het College van
Viiar.
Een belangrijke verklaring,
die Zuster Lucie, de zieneres
van Fatima op 20 April 1943 aan
den Bisschop van Surza (Spanje)
heeft gezonden, en eerst thans
bekend gemaa'kt wordt, luidt als
volgt:
De goede Jezus toonde mij
Zijne tevredenheid voor het eer
herstel wel onvoldoende gegeven
...volgens Zijn bevel" door den
H. Vader en door Bisschoppen,
Als belooning daarvoor werd be
loofd dat spoedig de oorlog zou
eindigen en de bekeering van
Rusland, welke echter niet on
middellijk zou volgen. Wanneer
de Bisschoppen van Spanje zou
den luisteren naar het bevel van
Onze Lieve Heer en zij de pries
ters en het volk geheel zouden
hervormen, dan was dit goed,
zoo niet, dan zou God toelaten
dat de vijand opnieuw het land*
zou tuchtigen. De goede God laat
zich verzoenen, maar beklaagt
zich bitter over het groot aantal
zielen, die niet Zijn geboden vol
gen.
Ziehier de boete die de goede
God verzoekt; het offer van een
ieder, noodzakelijk om een 'leven
te leiden volgens gerechtigheid
en volgens Zijn geboden. Het is
noodig dit duidelijk ter' kennis
te brengen aan de menschen,
daar velen de beteekenis van het
woord boete niet goed begrijpen,
zij beschikken niet over de
kracht, niet over edelmoedigheid,
zij verliezen den moed en leid
den een leven van onverschillig
heid en zonden.
Terwijl ik met toestemming
van Moeder Overste van Don
derdag op Vrijdag om 12 uur des
nachts in de kapel (van het
klooster) vertoefde, zeide mij
Onze Lieve Heer:
„Het offer van een ieder in de
volbrenging van zijn eigen plicht
en de bevolging van Mijne ge-,
boden is de Boete die Ik verzoek
en verlang,
Portimao 31 Mei,
Louis P. Schols
MAN, de aartsbis
schop van New York, publi
ceerde in een Amerikaansch
blad een artikel, waarin hij
alarm slaat tegen de onder
mijningstactiek van het com
munisme. Hij constateert, dat
communisten en menschen die
met het communisme sympa-
thiseeren, verantwoordelyke
posten bezetten „in de regee
ring, in de industrie, in de vak-
vereenïgïngen, in onze politie
ke opvoedingssystemen, zelfs
in de strijdkrachten van het
land. Leden van de commu
nistische partij benutten pers,
raaio en film om ons te be-
invloeden en tegen ons zelf te
verdeelen".
Dit zegt een verantwoorde
lijk man als kardinaal Spell-
man over het communistische
gevaar in Amerika. Het is zon
der twijfel nuttig, daarvan ken
nis te nemen. Maar het is niet
voldoende het hoofd te schud
den over de gevaren, die Ame
rika bedreigen en ondertus-
schen in gezapige rust meer te
zitten in ons eigen Nederland.
Want, wanneer wij het lijstje
van den kardinaal nagaan,
dan is het hier vrijwel precies
eender. Leest u het nog maour
eens na. En overdenkt dan
eens de conclusie van den
kardinaal; Wanneer het com
munisme overwint, komt ook
de slavernij terug
AVONTUREN DER HEILIGEN
Dit >s de foto van Z. H. Exc.
Mgr. W. van Baar, S.V.D., Apos
tolisch Administrator van Nieuw
Guinea, wiens familie in ons ge
west woonachtig is en die ons
een relaas zond van de verwoes
tingen van zijn missiegebied.
Hier begonnen onze oogen
voor het eerst open te gaan in
vollkomen verslagenheid over de
afdoende vernieling Tusschen de
Jappen, die onze missiestaties
bezet hadden en de geallieerden
die de overweldigers er uit moes
ten werken, werd een meester
lijk stukje vernietiging ten bes
te gegeven. De werkelijkheid
overtrof ver' onze meest wilde
verbeelding. Zelfs toen we nog
maar een paar minuten gaans
van de plek waren, waar onze
vroegere prachtige St. Michaëls-
kathedraal stond, voelden we ons
volmaakt vreemdeling op eigen
domein. Het was onmogelijk de
plaats té herkennen Zou iemand
gezegd hebben, dat'we in een
heel ander deel van Nieuw Gui
nea waren, dan waren we grif
genegen geweest het te geloo
ven. Niets was er over, dat ons
kon herinneren aan onze voor
malige missiestatie Allexïshaven
en uitgestrekte cocosnoot-plan-
tage."
Ten einde het economisch her
stel van het land te bevorderen
en omdat de bevoorrading van
binnen- en buitenlandsche
brandstoffen thans verzekerd is,
zal het autoverkeer in België op
1 Juli a«. vrijgegeven wórden.
De monnikenvader Benedictus
ontving ieder jaar eenmaal bezoek
van zijn heilige zuster Scholastica.
De heilige man daalde dan den
Monte Cassino af en in een ge
bouwtje dat bij het klooster be
hoorde, ontmoette hij zijn zuster.
Dan bleven zij tot den ond
samen en hun mond liep ^er
van de hemelsche dingen .vaar
Hiuh hart vol van was Tegen den
nivond gebruikten broer en zus
samen den maaltijd, maar dan
kwam allengs het uur van schei
den, want ook de heilige abt luis
terde naar het klokje van gehoor
zaamheid, dat de broeders naar
hun slaapstee riep.
Eens hadden zij weer dat jaar-
lijksche feest van den gezamen-
lijken maaltijd genoten. Zij kon
den maar niet uitgepraat komen,
over de goedheid van Onzen Lie
ven Heer en hoe heerlijk het is,
zich geheel aan Hem over te ge
ven.
Broer, zei Scholastica, wat is
het toch verrukkelijk om samen
over de vreugden van het hemel
sche leven te spreken! Moet gij
nu al weer naar uw klooster te
rug? Toe, blijf dezen nacht bij mij,
laat ons tot den ochtend ons ge
sprek voortzetten!
Van'die vraag schrok de vader
der monniken Was daar niet een
duiveltje in hun heilig samenzijn
binnengedrongen, dat hem met
vrome verlangens wilde verlei
den
Maar Scholastica, sprak hij
op een toon van licht verwijt, hoe
kun je zoo iets vragen? Ik bui
tenshuis overnachten? Dat kan in
geen geval!
Als Behedictus zoo iets zei. viel
er niet meer aan te wrikken.
Scholastica kreeg tranen in de
oogen. Zij boog het hoofd en sprak
in stilte met Hem, die zelfs aan
een monnikenvader een uitzonde
ringsgeval kan voorschrijven.
Het was een heldere avond met
een wolkelooze lucht. Plots werd
het pikdonker Het volgende
oogenblik stond het kamertje in
het felle licht van een bliksem
flits. Een ratelende donderslag.
En op hetzelfde oogenblik waarop
Scholastica haar hoofd ophief,
brak er een stortbui los, een ware
wolkbreuk, die in een ommezien
alle wegen en paden in kreken en
poelen veranderde.
Vader Benedictus was heelemaal
niet gesticht door deze wonder
bare gebedsverhooring, die hem
den terugkeer naar het klooster
vóór het aanbraken van den dag
onmogelijk maakte.
Moge Onze Lieve Heer je
dit vergeven, zuster! Wat heb Se
gedaan?
Wel, antwoordde zij, toen gij
niet wilde doen waarom ik vroeg,
heb ik mijn Meester gevraagd, en
Die heeft wel naar me geluisterd.
Ga nu maar naar uw klooster te
rug, als ge kunt; en laat mij
maar hier.
Maar daar viel natuurlijk niet
aan te denken, en zoo gebeurde
het, dat broer en zus ook nog den
geheelen nacht met heilige ge
sprekken doorbrachten.
Hos kwam het nu, dat Onze
Lieve Heer den H. Benedictus, die
naar zijn monniken terugwilde,
zijn zin niet gaf, maar wel aan de
H Scholastica die langer met
haar broeder wilde samenzijn?
Dat komt, zegt de H. Gregorius
de Groote, die dit voorval ver
haalt doordat God liefde i&
en daarom was Scholastica het
sterkst, omat zij op dat oogenblik
1 het sterkst liefhad!