N," R. Katli. Nieuws- en Advertentieblad voor Noord-Rolland. T, 1AAR. No. 12. Zaterdag- 8 Februari 1908. 2de Jaargang. FEUILLETON, Moderne Godsdienst. Hand", r, in de >riek (oopen Ver schijnt Woensdag en Zaterdag. Schuldig Buitenland. ilagerij, T 116, lis Heeren., C. OUDES. per flacon. en de beste og niet deed eelijke voor- OS,' Peru- enz. snwoor- 1 AAR on in )ij SCIIER- ur. Directeur. on No. 108. id de extra n sterk con ti KIN". )ht. des sttings cn de es, Broches, zers voor oud. Reparatie n prijs. van Banken1 voorwaarden. bureau van. kristal GAS ES 20 cent; nke MOLTON 'BEZEMS 18,. ;roote flacons on 10 oent s12 pakkeni n LIEEOOEN- kruis POETS- ikt voor uwe int; 12 echte EEB, 30 cent, TEN, 30 cent, MMEN vanaf bbele SPONS- ONS BLAD. ABONNEMENTSPRIJS 60 cents per drie maanden franco aan huis. Te betalen in het begin van ieder kwartaal, nummers3 cent. Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Ons Blad". BUREAUHoogstraat b/d. Langestraat te Alkmaar. Telefoon No. 266. ADVERTENTIËN j Van 15 regels80 cent. Elke regel meer8 Reclames per regel10, II. (Slot). Aan het slot van ons eerste artikel over den modernen godsdienst schreven wij, dat met haast ongeloofelijke scherp zinnigheid men het zich ten taak heeft gesteld, aan het van de erkenning van een persoonlijken, ongeschapen God afgeweken geslacht een anderen grond slag door de wijsbegeerte op te dringen. Het zou ons te ver voeren, moesten wjj alle wijsgeerige stelsels, welke een nieuwen, modernen godsdienst prediken, ook slechts even aanstippen. De voor naamste dwaalleeringen van den tegen- woordigen tijd echter mogen even nader worden uiteengezet en toegelicht. Wat leeren dan de moderne wijs- geeren, die met zooveel minachting neerzien op hen, die gelooven in den Christus, waarachtig God, Schepper en Bestierder van hemel en aarde en al wat er is, omtrent hun godsdienst; met welk maaksel meenen zij de menschheid te kunnen bevredigen? Sommigen hunner zien in den gods dienst eene leege, door sleur ontstane gewoonte, een verdroomd, wezenloos ideaal. Anderen maken het onkenbare, of de duisterheid zelve tot voorwerp hunner godsdienstige vereering. Volgens Tyndall moet de mensch godsdienst be zitten, wjjl hij er behoefte aan gevoelt, om het gebied, dat hij kan kennen, dichtend en droomend te overschrijden Dat zijn dus de geestelijke droomers, die zelf niet weten, wat ze gelooven, in wier brein alles nevelachtig en vaag is, onbestemd, zonder bewust doel. De wijsgeer Spencer leert echter weer iets anders. Volgens hem moet het godsdienstig gevoel bestaan in een for- meelen eeredienst van het scepticisme, d. w. z. wij moeten onze bevrediging zoeken in het bewustzijn dat wij abso luut en geheel onwetend zijn. Wij weten beslist niets, zegt Spencer, en daarin moeten wij maar berusten, of liever nog, die berusting moeten wij verheffen tot onzen eeredienst Volgens Mill echter is de godsdienst de vereering der menschheid, liefde voor de geheele menschheid, het diepe ge voel voor bet algemeen welzijn. Anderen zien den waren godsdienst in den pro- zalschen arbeid voor de verhooging van het lichamelijk welzijn, terwijl het pan theïsme leert, dat de godsdienst is een Amerikaansche roman uit het Duitecb, van OTTO HOECKER, 8) •Meisje, geloof toch aan mijn liefde I Wat heb jy te maken met jou onwaardige bloed verwanten Heb ook ik niet door dien ver- wenechten Huntington, een zwart schaap in mijn familie Jou kunst schonk je een eigen beteekenia I Neen, Ethel, wanneer er ieta in onze liefde is dat mij treurig maakt, dan ie het alleen déze gedachte, dat jij en jij alleen altijd de gevende bent, terwijl ik elechts ontvang. Dat zou mannentrots kunnen bre- ken en echt geluk kunnen verhinderen, zoo ik je niet zóó oneindig liefhad, dat ik dat alles geringschat l« Zy legde toen hare wang tegen de zijne. •Ach Nad, nu zie ik in, hoe verkeerd ik gedaan heb, door jou van 't begin af niet alles te zeggen. Doch zie, er kwam nog iets anders by. Gedurende al die jaren had ik ®yn stiefvader en Lise half vergeten, reeds kng treurde ik over hen als over dooden, nn echter... Zy onderbrak zich zelf. •Ik moet je nog over Lise iets mede- deelen... Voor haar was New-York de zekere ondergang. De treurige verhoudingen hadden naar vroeg ryp gemaakt. Vooral hier in de ^areldstad was zjj niet meer te houden. °en ajj zestien jaren oud was, werkte zQ °P «en fabriek. Dat was het ergste. O liefste, weder maakte lederen cent ten nutte, en warm gevoel voor het heelal naar eigen smaak, of ook wel het zelfbewustzijn van den absoluten geest. Godsdienst is de cultus van het schoone, en schoon is alles, wat aan genaam aandoet, leeraren anderen godsdienst is dichterlijke natuurbetrach- ting. Deze dwaling maakt vooral den laatsten tijd opgang. Godsdienst is de eeredienst van het schooneOf konden wij dezer dagen in de Aïkmmrsche Cou rant niet een enthousiast stukje proza lezen van den heer Ternooy Appèl over een herleving van den godsdienst te Boskoop, waar de Protestantenbond een voordracht van gewijde kunst liet geven? Welk eene voorstelling moet zoo iemand van den godsdienst en het godsdienstig bewustzijn hebben Mevr. Holtrop zei daar te Boskoop een aan tal religieus-dichterlijke fragmenten op en dat moet dan een herleving van den godsdienst beteekenen! Terecht haalde de Maasbode daarom dezer dagen het woord aan van Char les SecrétanLe christianisme s'en va de I'Europe, de christelijke godsdienst verdwijnt, en de menschen worden ge paaid met wat kunst. Doch keeren wij tot ons onderwerp terug. Wanneer godsdienst is de dienst van het schoone en alles schoon is, wat aangenaam aandoet, dan kan er bij zulk een godsdienst ook ge9n sprake zijn van werkelijke plichten, van deugden, die men uit godsdienstige overtuiging beoefenen moet. Daarom is er ook geen zedeljjke verantwoordelijkheid. Alles is stemming, genot, gevoel, neiging des harten. En evenals de godsdienst aes- thetisch genot wordt, zoo wordt elk aesthetisch genot godsdienst. De moderne wereld vindt haren gods dienst reeds bij de dieren; de hond moet volgens haar godsdienstig zijn, omdat hij zich afhankelijk gevoelt. Evenals bij het dier, zoo moet ook bij de menschen de godsdienst zijn zonder doel, zonder innerlijke waarheid, zon der bepaald voorwerp; de moderne godsdienst is er nu eenmaal en zoekt bevrediging en vindt deze in ij dele droombeelden of in iets anders. Het materialisme (de stofvergoding) werpt de vraag op, of deze ziekelijke verdichting van bovenzinnelijke gods dienstgestalten al of niet te dulden is. Sommigen zeggenneen, anderenja, doch slechts als privaatzaak. Anderen (de deïsten) schatten de godsdienstigheid zeer hoog en geven ook ik werkte gaarne I Liee echter, kwam 'e avonds niet naar huis en slenterde tot laat in den nacht op straat rond. Schelden hielp niets, haar vader nam haar bovendien tegen moeder in bescherminghij was nu een maal gek op haar en werkelijkmen kon moeiiyk boos zijn op het knappe, levens lustige ding. Op 'zekeren nacht kwam zy niet terug, alle zoeken was te vergeefs. Wij konden slechts vermoeden, dat zy door gewetenlooze menschen, die van hare onervarenheid en lichtzinnigheid gebruik maakten, ontvoerd was. Ten slotte werd vader gevangen ge nomen. Ooms brief kwam, die ons naar Londen riep, en van toen af hield iedere betrekking met mijn stiefvader op. Tevreden en gelukkig ging moeders en mijn leven voorby, en al wat voorafgegaan was, scheen ons nog slechts een booze, vreeselyke droom. Toen stierf moeder ik Btond alleen. Mijn spoedig succes op het tooneel deed my die eenzaamheid beter verdragen. Ik kwam naar hier, ten slotte leerden wy elkaar kennen, en myn geluk scheen volkomen te zijn, toen voor ongeveer twee maanden... o, het was als een donderslag aan helderen hemel 1 •Toevallig leerde ik op jou kantoor je neef Huntington kennen. jy zelf stelde hem aan my voor, en ik verzeker je, ik- had tot dan toe zyn bestaan nooit vermoed. Het ontging my niet, dat de man, toen hij my zag, een merkbare verwondering aan den dag legde en ook maakten zyn doordrin gende vragen naar myn familiebetrekkingen, mijn afkomst enz. een zonderlingen indrnk op my. Daar ik yan dit Talles echter nooit een geheim gemaakt had, zei ik hem de volle waarheid. Stel-je- nu myn verbazing voor, toen deze mensch eenige weken later toe, dat godsdienst zonder persoonlijken God een onding is. Doch hun God is wat week van gevoel, want hij be kommert zich noch om de wereld noch om de zedelijkheid. Het wezen van den de'istischen godsdienst bestaat daarin, dat men vreugde scheppe in het leven, dat men de liefde volge, welke het edele instinct der millioenen beheerscht en de geheele wereld omhelst en dat men daarbij, naargelang de behoeften van het hart, juist die uiterlijke vormen van den godsdienst volgt, waarin men geboren en opgevoed is, en in zoover dit niet al te lastig of met te groote flnanti6ele nadoelen is verbonden. Nog anderen meenen, dat de gods dienst alleen goed is als neusnijper voor het domme volk; de beschaafden heb ben geen godsdienst noodig! Uit al het bovenstaande en hetgeen wij in ons eerste artikel uiteenzetten, zal den lezer reeds duidelijk zijn ge worden, dat dit moderne „christendom" in wezen niet verschilt van den gods dienst des ongeloofsalles toch ook bij den modernen godsdienst is gevoels- vroomheid, omdat het hart er behoefte aan heeft. Het moderne christendom doet zoo weldadig aan, beantwoordt zoo innig aan de gevoelens der men- schelijke natuur, is zoo verrukkelijk met zijn vage liefdesmachten. Of het echter waar is of valsch, dat is het zelfde En ziedaar de dwaüng van den modernen tijdl Men vraagt niet meer Waartoe ben ik uit den aard van mijn wezen, tegenover God, met zedelijke noodzakelijkheid verplicht maar de vraag luidtwaaraan heb ik met mijn dichterlijk-sentimenteelen aanleg be hoefte? Bij den modernen godsdiensti- gen droomer is God niet meer het eerste en het hoogste. Integendeel, de mensch heeft in zijn verwaandheid de rollen omgekeerd. In de plaats van God heeft de mensch zich zelf op den troon ge plaatst om alles voor zich zelf te doen dienen, zooals de moderne heiden en dichter Kloos het eens uitdrukte Ik ben een God in 't diepet van myn gedachten, En zit in 't binnenst van myn ziel ten troon Over my-zelf en 't al, naar ryksgeboón Van eigen stryd en zege, uit eigen krachten En als een heir van donker-wilde machten Joelt aan my op en valt terug, gevloón Yoor 't heffen van myn hand en heldre kroon: Ik ben een God in 't diepet van myn gedachten, hier in myn woning verschynt en niet zon der weinig vertoon my verklaart, dat er nu lang genoeg comedie gespeeld was en dat hy aanspraak maakte op zyn rechten als echtgenoot. Voor ik nog wiet, wat dit moest beduiden, hield hy my reeds een akte voor... Doch ik heb me zelf afschrift verschaft 1 Overtuig je zelf en maak daar uit op welk leed mij bereid werd». Andermaal was zy naar een schryftafel in het aangrenzende vertrek gesneld en kwam nu met een yzeren kistje terug, waar uit zy eenige papieren te voorschijn haalde. Toen de advocaat ze in handen nam, ver bleekte hy. Een vluchtige blik was reeds genoeg om hem te doen zien, dat het echte authentieke stukken waren. Hier was geen twyfel mogelykEthel of een onder haar naam handelende vrouw was werkelyk met Huntington 8. WhiBtler echtelijk verbonden en eveneens had Nelly Minkere uit Dubuque, Jowa, dochter van... te 8ing Sing een vier jarige gevangenisstraf ondergaan. •Dat is ongehoord I zei hij nu. •Deze Huntington is dus, gelyk ik vroe ger slechts durfde vreezen, in werkelijkheid een doortrapte schurk. Dat zulke dingen je vrees aanjoegen, liefste, begryp ik best, maar je hadt in het bewustzyn van je onschuld den indringer toch van je moeten afhouden. Gij hebt je slechts een langdurig verdriet bereid, zonder iets te verbeteren, want han delen moeten wy nu toch. Deze schande lijkheden moeten aan de kaak gesteld wor den... Nu, ik zal dien Huntington zonder iets te ontzien aan de kaak stellen l< Opgewonden sprong hy op en liep de kamer op en neer. •Niets gemakkeiyker dan datriep hy vervolgens uit, Maar die hoogmoed, die zelfverblin ding wreekt zich op den hoogmoedige zelf en met des te meer vertwijfeling en wanhoop zal hij weeklagen, wan neer hij ziet, dat al zijne droombeelden in rook opgingen, wanneer hij, plots ge rukt uit zijn dichterlijk-sentimenteele stemming, staat zonder God, zonder geloof, zonder hoop, voor de werkelijk heid, die zoo schrijnend-wreed kan zijn. Dan heft de moderne godsdienstige, die minachtend neerzag op en spotte met hen, die den Christus steeds gevolgd zijn, een klaaglied aan, waarin Al de smart en wanhoop, welke zijne ziel verteeren, uitschreit, en met ontzetting staart hij in de eeuwigheid Angstige ziel, na des lichaams verscheiden, Rumoert daar buiten wild boldrend de wind, Zoekend, in ontzetting, naar alle zyden, Of zy ook hier of daar een schuilplaats vindt. Wie helpt er? wie redt? Hoor, hoe, heel den wy den Lucht-omtrek over, zich uitspreidt gezwind 't Klageiyk geluid van haar eindloos lijden, Dof droef gehuil van een wild, hooploos kindI Ziedaar de wanhoop van den moder nen „geloovige". Wegwerpend het ge loof, dat hem beloofde het Eeuwige Leven, koos hij het geloof van den modernen godsdienst, dat geen geloof is, maar vage droomerij en zelfbedrog en werd daardoor het hooploos kind, welks klagel(jk geluid zich uitspreidt over den wijden luchtomtrek Dultschland. Een prachtige wet I Van regeeringswege is Maandag in Duitsch- land een voorloopig wetsontwerp op de uit oefening van geneeskunde door onbevoegden en den handel in geheime middelen open baar gemaakt. Het wetsontwerp wil twee op zichzelf staande, maar nauw verband houdende onder werpen in het belang van de volksgezond heid regelen. In de eerste plaats strekt het, om te verhinderen, dat menschen, die daar toe geen bevoegdheid bezitten, zieaten, kwa len en aandoeningen van menschen of dieren behandelen, in de tweede plaats zal het den handel in kwakzalversmiddelen treffen. Het verbiedt niet alleen een openly ke aan kondiging of aanpryzing vau geheime mid delen en geneeswyzen, maar bet bedreigt daar ook strenge straffen tegen. Strafbaar 1^l •Toen het huwelyk plaats had, waart gy reeds in Engeland. Het bewya hiervan zal wel moeilijk te leveren zyn, wyl men zich daar niet behoeft aan te geven, maar mis schien leven er nog vroegere bedienden of pachters van je oom Ethel schudde treurig het hoofd. •Dat geloof ik nietoom was een men- schenschuwe zonderling, hy had slechts enkele bedienden. Wy leefden in huis en hof die twee jaren byna geheel van de wereld afgescheiden en kwamen met niemand in aanraking». •Maar in Frankrijk ie de verplichting om zich aan te geven des te strenger, dat weet ik uit eigen ondervinding». Zeker 1 Moeder had nog herrie genoeg, vóór zij door bemiddeling des consuls zich de noodige papieren had verschaft. De for mulieren daarvoor heb ik zelf nog ingevuld». •Welnu dan!» Nad klapte verheugd in de handen, •Dan zullen wy dien Huntington eens gauw op de vingers tikken... Heb ik je zoo even overigens goed verstaan onderbrak hy zich zelf. >Gy gelooft, dat jou zuster zich voor jou heeft uitgegeven •Wie zon het anders kunnen zijn Lise alleen kon in het wildvreemde New-York myn persoonlyke aangelegenheden zoo pre cies kennen wij hadden in het geheel geen omgang met elkaar. Daarenboven had zy in de gevangenis, waar zy andermaal voor klei nere misdryven was heengebracht, zich wederom van myn naam bediend, om beter onbekend te biyven, wyl wy by de buren toch slechts onder den naam Walker bekend waren. Door het onderzoek van een beambte der vereeniging tot bescherming van kinda ren, kwam de waarheid aan het licht». zullen zijn bepaalde aankondigingen op sexu- eel gebied, onware beweringen, het aanbieden van 'behandeling op een afstand», de aan kondiging van middelen, welke, volgens den Bondsraad, niet verhandeld mogen worden. De verspreiding van aanbevelingen, verkla ringen dat een middel goed gewerkt heeft, adviezen, dankbetuigingen en dergeiyke mede- deelingen in ruimer kring worden geacht gelijk te staan met een openiyke aankondi ging en aanpryzing. Wij noemen dit eene prachtige wet en voor Duitschland is het te hopen, dat ze tot stand komt. Jammer echter, dat het weer voor een ander land is, want ons eigen lieve vader landje heeft even hard behoefte aan een dergeiyke wet I Sla daartoe slechts de meeste bladen op en men vindt er honderden kwakzalvers- advertentiën en in vele bladen ook adver- tentlën die de zonde aanpryzen. Frankrijk. Weg met de kloosterzuster» t Zóó schreeuwden in verwoeden haat da anti clericalen in Frankryk, en de godsdienst- looze, of liever vyandige Regeering stemds daarin toe en verdreef vóór 'n paar jaar niet alleen priesters en kloosterlingen maar ook de Roomsche liefdezusters. Toen kwamen natuurlyk leeken-verplegers en verpleegsters en bekend is het feit, dat de zieken en hulpbehoevenden zeer om dezen ongelukkigen rail treurden I Aan dit alles werden wy herinnerd, toen wy dezer, dagen het volgende lazen De rechtbank voor correctioneele zaken te Parys heeft Vrydag een veroordeelend vonnis uitgesproken tegen een ziekenver pleegster, juffrouw Grenilliet. Juffrouw Gre- nilliet heeft eenigen tyd geleden in het hos pitaal Trousseau een patiëntje gebaad van twee jaar zonder er op te letten, hoe hoog de temperatuur van het badwater was. Het kind werd gruweiyk gebrand en overleed. Het burgerlyk armbestuur, dat het hos pitaal beheert, is veroordeeld tot 4000 frank schadevergoeding, uit te betalen aan den vader van het kind, die als civiele party in het proces optrad. Na uitspraak van het strafvonnis een maand gevangenisstraf voorwaardelyk zeide de president tot de verpleegsterU hebt by de nitoefening van nw beroep een ernstige fout begaan. Toch heeft de rechtbank ge meend u voorwaardezyk te moeten veroor- deelen. zy heeft daarby rekening gehouden met het verslag van den geneesheer die de opdracht had, n te onderzoeken, en die con cludeerde tot verminderde aansprakeiykheid. •Meerdere bewyzen voor myn vermoeden heb ik niet. Ik denk, dat je neef beter op de hoogte is, maar ik kon er niets uit- krygen». •Nu, ik zal de tong van den schurk wel los weten te maken I» De stem van den jongen advocaat klonk scherp zyn voorhoofd fronste zich dreigend. •Hadt jy me nu maar aanstonds ver trouwd, dan was jou alle kommer bespaard gebleven». De kunstenares was weder gaan sitten. •Ach Nad, het ergste weet je altyd nog niet. Hoe die booswicht en dat jou neef I my cynisch mededeelde dat hy in de staatsgevangenis te Jowa op deselfde afdeeling als myn vader was. Zy sloten zich nauw aaneen en naar Huntington verzekerde, benuttigden zy hun vriendschap om na hun bevryding nog slechtere dingen te bedry- ven... En nu komt het vreeseiykstejou neef beweert dat myn stiefvader nog leeft, en hier in New York verblyf houdt... O Nad, het is zoo verschrikkelyk...» Hy trok de weenende zacht naar zich toe. •Ik begryp het», sprak hy zacht. •Die schurk wist je wys te maken, dat je stiefvader zich aan nieuwe misdaden heeft schuldig gemaakthy heeft slechts één be wya van hem noodig, om den ongelukkigs opnieuw in de gevangenis te brengen». Ethel knikte. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1908 | | pagina 1