TWEEDE BLAD.
Een liberaal pleidooi
De laatste Offers.
Zaterdag 26 Mei 1908.
KALENDER
voor de dagen der week.
17 MEI.
BLAD.
17 Mei, Zondag. H. Pascbalia Baylon. Evan
gelie: De Trooster wordt
beloofd. Joann. XVI: 5-14.
18 Maandag. H. Venantine.
19 Dinsdag. H. Petrus Celestinus.
20 Woensdag. H. Bernardinus van Senen.
21 Donderdag. H. Felix van Cantalicie.
22 Vrijdag. H. TTbaldus.
23 Zaterdag. H. Marcus.
Vierde Zondag na Paschen.
Derde Zondag der Maand.
Les uit den eersten brief van den
H. apostel JacobusI, 17—21.
Veel geliefdenAlle beste gave en
allo volmaakt geschenk is van boven en
daalt af van den Vader der lichten, bij
wien geene verandering is noch schaduw
van afwisseling. Want uit vrijen wil
heeft Hij ons zijne kinderen gemaakt
door het woord der waarheid, opdat wij
als eerstelingen zijner schepping zouden
zijn. Gij weet het, mijne zeer geliefde
broeders I
Ieder mensch nu zij vaardig om te
hooren, doch traag om te spreken, en
traag tot toorn Want de toorn des mans
werkt Gods gerechtigheid niet. Legt
daarom af alle onreinheid en overvloed
van boosheidneemt op in zachtmoedig
heid het ingeplante woord, dat uwe
zielen kan zalig maken.
Evangelie volgens den H. Joannes
XVI, 5-14.
Te dien tijde sprak Jeeus tot zjjne
leerlingenIk ga tot Hem, die Mij
gezonden heeft; en niemand uwer vraagt
Mjjwaar gaat Gij heen Doch omdat
Ik u dit gezegd heb, heeft de droefheid
uw hart vervuld. En toch, Ik zeg u de
waarheidhet is u nuttig dat Ik heenga
want indien lk niet wegga, zal de Para
kleet niet tot u komenmaar indien Ik
wegga, zal Ik Hem tot u zenden. Als
Hij nu gekomen is, zal Hij de wereld
overtuigen van zonde en van rechtvaar
digheid en van oordeel. Van zonde
namelijk, omdat zij in Mij niet geloofd
hebbenen van rechtvaardigheid, omdat
Ik tot den Vader ga en gij Mij niet
meer zult zien; en van oordeel, omdat
de vorst dezer wereld reeds geoordeeld is.
Nog veel heb Ik u to zeggen, maar
gij kunt het nu niet raden. Doch als die
Geest der waarheid gekomen is, zal Hij
u alle waarheid lesren. Want Hij zal
niet spreken uit Zich zeiven, maar al
wat Hij hooren zal, zal Hij spreken, en
u verkondigen wat toekomstig is. Hij
zal Mij verheerlijken, want van het mijne
zal Hij ontvangen en het u verkondigen.
Tegen onze gewoonte in, wenschen
wij heden, op deze plaats, eene kwestie
ter sprake te brengen, welke feitelijk
ond6r het plaatselijk nieuws thuis hoort.
In onze nummers van 15 en 22 April
en 9 Mei jl. kwamen correspondenties
voor uit Noord Scharwoude, over eene
aldaar op handen zijnde verkiezing voor
den gemeenteraad, en waarin betoogd
werd, dat het bestuur der liberale kies-
vereeniging, hoewel bij eene vorige
gelegenheid het goed recht der Katho
lieken op een raadszetel erkennende,
nu weder begon te draaien en blijkbaar
spijt had, die erkenning vroeger te
hebben gedaan. Dit werd opgemaakt uit
een bericht in de Nieuwe Langedijker
Courantwaarin gezegd werd, dat het
bericht als zou de liberale kiesvereeni-
ging (u bedoelt zeker het bestuur en
niet de leden te Noord-Scharwoude zijn
woord gegeven hebben om bij de eerst
volgende gemeenteraadsverkiezing te
Noord-Scharwoude den kath. candidaat
te steunen, totaal uit de lucht is ge
grepen." Hierop schreef de redacteur van
de N. L. C. persoonlijk een uitvoerig
antwoord, dat wij echter niet overnamen,
wijl het volgens ons zóó geheel om de
zaak heendraaide en daarenboven zulke
onnoozele gedachte over ons had, dat
opname nutteloos plaatsruimte zou
vergen.
Uit het laatste nummer van de
Nieuwe Langendijker Courant blijkt
echter, dat de rédacteur over deze be
handeling onzerzijds zeer verstoord is!
Hij -zegt, als wij zijn stuk niet opnemen,
dat wij dan onzen plicht verzaken, de
lezers eenzijdig inlichten en slecht on
derwijzen. Meer nogl „Op deze wijze
voert zij (d. i. Ons Blad) haar lezers
Hngs de enge paden van bekrompenheid
en eenzijdigheid"
Ziet, nu wordt hot ons toch wel wat
te benauwd om het hart. Waar hier
blijkbaar zulk een verlicht liberaal aan
het woord is, moet de katholiek wel
zwichten. Wij nemen hier daarom alsnog
het antwoord van de Nieuwe Langen
dijker Courant in zijn geheel op, wijl
er om zijn inhoud bij ons absoluut niet
het minste bezwaar tegen bestaat
Ziehier dan nog eens ons bericht met
het antwoord van de N. L. C.
Noord-Scharwoude.
>Het gedraai begint al. De Nieuwe
Langedijker Courant, waarvan de heer J.
H. Keizer redacteur-uitgever ia, bevat een
berichtje blijkbaar van den redacteur zelf,
waarin gezegd wordt, dat het bericht, als
zou de liberale kieavereeniging te Noord-
Scharwoude zijn woord gegeven hebben
om bij de eerstvolgende gemeenteraads
verkiezing te Noord-Scharw. den Kath.
candidaat te steunen, totaal nit de lucht
is gegrepen. Nu moet men weten, dat
genoemde heer Keizer tevens voorzitter
is van de vooruitstrevende liberale kiea
vereeniging en dat hij indertijd een der
afgevaardigden was, die met den heer
pastoor de gemeenteraadsverkiezing hebben
besproken en van welke bijeenkomst een
uitvoerig relaas in de Nieuiue Lang. Courant
plaats vond. Dat zelfs de zeereerw. heer
pastoor met een ingezonden stuk tegen
dat verslag is moeten opkomen. En...
dat niet het bericht in Ons Blad luidde
>de liberale kieavereeniging heeft zijn
woord gegeven enz.», maar dat de liberale
heeren indertijd de aanspraak der Katho
lieken op een raadszetel hebben toege
geven. Wat zou men nu van een liberale
vereeniging mogen verwachten. Toch zeker,
dat zij aan dat rechtvaardigheidsbeginsel
uitvoering gaf. Maar nu begint het ge
scharrel alweer. In plaats van flinkweg
voor den dag te komen, maken ze gebruik
van een berichtje, dat geheel verdraaid is.
En dat heet dan nog wel vooruitstrevende
liberale kiesvereeniging«.
Tot zoover ons bericht, waarop de
N. L. C. laat volgen
Op toevallige wijze werd Donderdag j.l.
onze aandacht gevestigd op dit bericht,
waarin wij met naam en toenaam worden
genoemd.
Van welwillende zijde ontvingen wij dit
nr. heden ter inzage, en wjj haasten ons
onze lezers en belanghebbenden met den
inhoud van dit bericht bekend te maken.
Breedvoerig hopen wij hierop in ons
volgend nr. terug te komen.
In ons nr. van 3 Mei plaatsten wij
bovenstaande en kondigden wij aan, dat
wij in ol nr. van heden breedvoerig
hierop zouden terug komen.
Wy hebben de nrs. van ons blad van
8 en 12 December 1907 voor ons liggen,
en lazen het verslag der algemeene ver
gadering van de Liberale Kieavereeniging
er nog eens op na en het ingezonden
stuk, naar aanleiding van dat verslag, van
den Z.Eerw. Heer Willenborg, pastoor te
Noordscharwoude, met het antwoord, dat
do voorz. der Liberale Kieavereeniging
daarop heeft gegeven.
Wy vragen»Was de Redactie van
Ons Blad met den inhoud van genoemd
verBlag en de aangehaalde ingezonden
stukken bekend, toen zij aan het boven
staande stukje in haar nr. van 22 April
plaatsing gaf
Wy mogen toch aannemen, dat de Red.
van Ons Blad zonder eenig bewijsmateriaal
niet tot de plaatsing van bedoeld bericht
zon zijn overgegaan.
Zou de Red. heusch denken, dat wy
op losse gronden hebben tegengesproken,
dat er van den kant van het bestuur der
Liberale Kieavereeniging eene belofte is
gedaan aan de R. Katholieke Kieaveree
niging
Neen, antwoorden wij de Redactie. De
bewijzen daarvoor zijn in ons bezit.
Als de Red. meent, dat wy dit deden
naar aanleiding van het bericht in Ons
Blad, dan vergiet zij zich, want wij wisten
niet, dat in Ons Blad een bericht had
gestaan, waarin de mededeeling«dat de
liberale heeren indertijd de aanspraak
der Katholieken op een raadszetel hebben
toegegeven.»
Van een «verdraaien» van dat bericht
is dus geen sprake en het verwijt, dat
we met opzet dit hebben willen doen en
door «gescharrel» en gedraai» trachten af
te komen van eene belofte, langs wegen,
geheel in stryd met rechtvaardigheid,
eerlijkheid en goeden wil, achten wy op
deze wijze voldoende weerlegd.
Wij laten het nu aan het oordeel van
de Red. van Ons Blad over, de vraag
te beslissen, wie in dezen nu het meest
heeft «gescharreld» en «gedraaid».
Waarom acht ge het gewensoht, zou
den wij der Redactie willen vragen,
die wij voor dit bericht verantwoordelijk
stellen, te schrijven, «dat zelfs de
Zeereerw. heer pastoor met een ingezon
den stuk tegen dat verslag (van de ge
houden conferentie Red. N. L. Crt.)
is moeten opkomen
Is de Red. op de hoogte van het ant
woord, dat wi] daarop gaven of heeft alleen
dat ingezonden stuk voor haar gezag
Twee dingen zijn bier mogelijk Of zij
laat zich eenzijdig inlichten, bf zij hecht
geen waarde aan hetgeen van onze zijde
wordt gezegd en geschreven. In het eerste
geval is een onderzoek naar de bronnen,
door welke zy zich laat inlichten, ge-
wenscht ot zij zegt ons op den man
af, dat zij redenen heeft aan onze waar
heidszin en oprechtheid te twijfelen in
welk geval zij zulks met bewijzen zal
trachten te staven daarvan hoViden wij
ons natuurlijk overtuigd 1
Het geheele insinueerende stukje ademt
een wantrouwen waarover wij verbaasd
staan. Want van wantrouwen getuigt het
slot«wat zon men nu van eene liberale
vereeniging mogen verwachten enz.»
Toen zij dit schreef, was wellicht het
schriftelijk ontslag van het afgetreden
raadslid nog niet eens ingediend en hoe
wel het bestuur der kiesvereeniging er nog
niet aan dacht te vergaderen, werd toen
al verondersteld, dat door «gescharrel» en
«gedraai» een katholiek uit den Raad moet
worden geweerd, 't Is toch kras.
Wy dachten hier byna aan het spreek
woord van «de waard en zijn gasten».
Wy hebben nog één verzoek. Gaarne
zullen wij met de Redactie van Ons Blad
in dezen van gedachten wisselen, doch
wij hopen, ingeval genoemde Redactie op
dit schryven ingaat, dat zy zoo vriende
lijk zal zijn het in zyn geheel op te
nemen. Wij zullen dit eveneens doen en
zoo blijven onze lezers volkomen van alles
op de hoogte en ddérom is het te doen.
J. H. KEIZER,
Red. N. L. Ct.
Nu hopen wij, dat de booze bui van
den heer Keizer over zal zijn, en ons
rest alléén, de vragen te beantwoorden,
welke de N. L. C. ons meende te mogen
stellen.
Boven merkten wij reeds op, dat de
N. L. C. zülk een onnoozele gedachte
van ons moet hebben, dat wij het oor
spronkelijk niet de moeite waard achtten,
op. zijn geschrijf in te gaan.
De eerste vraag, die de N. L. C ons
nl. stelt is, of de Redactie van Ons Blad
met den inhoud van het verslag der
Lib. Kiesvereeniging en het ingezonden
stuk van pastoor Willenborg bekend
was, toen wij aan het stukje van 22
April (zie boven) plaatsing gavenMaar,
redactie van de N. L. G.ziet u de
katholieke pers voor zóó dom aan, dat
zij zich niet eerst geheel op de hoogte
der zaak stelt, alvorens daarover te
schrijven? Dat pleit dan niet voor uwe
liberale verlichtheid! Wij kenden de
kwestie door en door. Op 8 en 12 Dec.
1907 bevatte de N. L. C. het bewuste
verslag en Ingezonden Stuk, 13 Dec.
hadden wij beiden in ons bezit en den
zelfden avond schreven wij een hoofd-
artikeltje over „Liberale Verkiezings
praktijken", dat Zaterdag 14 December
gepubliceerd werd en dat wij, wijl de
N. L. C. hiervan blijkbaar geen jota
weet, maar eens ia zijn geheel zullen
laten volgen:
Liberale verkiezingspraktijken.
Voor de zooveelete maal zyn wy thans
weer eens getuige van het feit, hoe de
liberalen, wanneer het Katholieken geldt,
hunne «liberaliteit», waar zij zoo groot
op gaan, in praktyk brengen 1
Daar het een feit uit onze naaste om
geving betreft, zal het des te meer pakken
en wenschen wy bet van deze plaats te
bespreken.
Door overiyden is te Noord Scharwoude
een vacature voor den gemeenteraad ont
staan. Daar tot dusver de Katholieken
nog niet in den Raad waren vertegen
woordigd, stelden dezen pogingen in het
werk een Katholiek te zien candidaat
gesteld en vroegen daarom eene conferentie
aan met de Vooruitstrevend Liberale
Kiesvereeniging te Noordscharwoude.
Op deze byeenkomst verdedigde de
Z.Eerw. heer Pastoor bet goed recht op
een Katholiek lid in den Raad le om
bet getal Katholieken in die gemeente,
2e omdat het eene vacature gold en dus
niemand van zijn zetel werd afgestooten,
3e omdat de Katholieken slechts één zetel
vragen, hoewel zy er rechtens meer mogen
hebben, 4e omdat het wenschelyk is een
Katholiek in den Raad te hebben, indien
er Katholieke belangen in den Raad
moeten besproken worden en 5e omdat
één Katholiek lid toch wel geen schade
aan de anderen zal doen.
Wat antwoordde de voorzitter der Libe
rale Kiesvereeniging op deze klemmende
argumenten
Volgens een verslag in een plaatselijk
blad, zei de voorzitter, dat de Lib. Kies
vereeniging reeds een voorloopige groslijst
van drie leden had opgemaakt en dat
van alle drie de antwoorden reeds waren
ingekomen, dat het dus niet aanging,
zooals de Z.E. heer Pastoor nog voorstelde,
vóór de algemeene vergadering een andere
groslijst op te maken of er een vierden
candidaat aan toe te voegen.
Wat is achteraf nu echter gebleken?
Dit, dat de voorzitter der Vooruitstr.
Lib. Kiesvereeniging, toen de conferentie
met de Kath. Kiesvereeniging plaats had,
reeds wist, dat een der voorloopige candi-
daten de voorloopige candidatuur niet aan
nam I
Wat ware nu gemakkelijker geweest,
indien men strikt eeriyk te werk had
willen gaan en indien het den liberalen
van Noord-Scharwoude werkelyk ernst is
met hun beweren, dat de Katholieken
aldaar recht hebben op een raadszetel,
wat ware gemakkelijker geweest, dan
aanstonds een Katholiek te candideeren
Dit iB echter niet gebeurd, en wat nog
een vreemder licht op hun zgn. «libera
liteit» werpt, is dit, dat op bedoelde
conferentie totaal verzwegen is, dat een
der candidaten de voorloopige candidatuur
niet wenschte aan te nemen
Wat te denken van zulk een handelwijze
Waar blyft de Vooruitstrevend Liberale
Kiesvereeniging van Noord-Scharwoude
thans met haar «liberaliteit» Wat moet
men er van gelooven als die kiesveree
niging zegt het goed recht der Katholieken
te zullen erkennen
Zal het bij een volgende vacature niet
precies betzelfde gaan als thans
In welk bespottelyk daglicht komt na
dit alles ook te Btaan het gezegde van
den voorzitter der Lib. Kiesvereeniging,
dat hij teleurgesteld is, in een Ingezonden
Stuk van den Z.Eerw. Heer Pastoor te
moeten lezen, dat hij (de president) zou
hebben getracht een verbod uit te lokken
om daardoor eiken weg tot gemeenschap
pelijk overleg by gemeenteraadsverkiezin
gen af te snyden I
Och nee, dat is de bedoeling van den
president der Lib. Kiesvereeniging heele-
maal niet geweest I
Hij bad zelfs heel gaarne een Katholiek
gecandideerd 1 Welzeker, doch waarom
moest hy dan vragen, of het Bestuur met
anderen voeling mocht houden en waarom
die teleurstelling over het schrijven van
den Z.Eerw. Heer pastoor, die toch heeft
geschreven: «waarlijk, als ik den President
niet beter kende, dan zou ik denken, dat
hy hier een verbod wilde uitlokken, om
zich daarachter in het vervolg te kunnen
dekken
Weet gy, wat wij ervau denken
Dit, dat het excuseeren van den pre
sident hier blijkt te zijn e6n accuseeren,
anders had hij er over moeten zwijgen.
Doch genoeg. Genoeg om te doen zien,
hoe de liberalen, als het in hun kraam
te pas komt, hunne «liberaliteit» opvatten.
Bij hen geldt nog altyd do leuze: Ieder
voor zich zelf en God voor odb allen I
Noord Scharwoude bevestigt zulks voor
den zooveelsten keer.
De Nieuwe Langendijker Courant zal
nu wel tot het besef gekomen zijn, dat
wij heel best zelfs op de hoogte waren,
maar wij hebben tevens ontdekt, dat
de N. L. C. zelf vreemdeling was in
het journalistiek Jeruzalem. Men ver-
onderstelle in het vervolg dus niet te
spoedig, dat de tegenpartij, zelfs al is
deze katholiek, niet op de hoogte zou
zijn!
Men bespaart zich zelf daarmede
leelijke flaters.
En wat nu de kwestie zelf betreft,
zijn wij door de Nieuwe Langendijker
Courant hoegenaamd niet overtuigd, dat
de Liberale Kiesvereeniging bij de a.s.
gemeenteraadsverkiezing eerlijker zal
handelen dan de vorige maal- Het recht
der Katholieken op een raadszetel te
Noord-Scharwoude heeft het bestuur der
liberale kiesvereeniging bij monde van
zijn president zelf erkend. De redacteur
der N. L. C. beroemt er zich in zijn
antwoord op het Ingezonden Stuk van
pastoor Willenborg zelfs op, dat door
zijne „verdediging een paar artikels in
het reglement zijn gekomen, die den
weg openstellen, dat door de Vooruit
strevend liberale Kiesvereeniging ook
een R. K. vertegenwoordiger voor het
lidmaatschap van den raad kan worden
geproclameerd", maar waarom dan nu
wij nemen aan, zonder eenige kennis
te hebben gehad van ons bericht
plotseling in diezelfde Nieuwe Langen
dijker Courant her nieuwtje, dat het
bericht, als zou de liberale kiesvereeni
ging te Noord Scharwoude haar woord
gegeven hebben om bij de eerstvolgende
gemeenteraadsverkiezing te N.-Schar-
woude den kath. candidaat te steunen,
totaal uit de lucht is gegrepen Waarom
toch zulk een schijnbaar argeloos, maar
in werkelijkheid zeer tendentieus bericht
in die N. L. C.
Van tweeën een: ofwel het betee-
kende niets, óf het heeft groote betee-
kenis. Het eerste geval durven wij van
dg N. L. C. niet veronderstellen, in het
tweede geval hadden wij alle recht het
zaakje te wantrouwen, gezien de fraaie
handelwijze der zgn. „liberale" kies
vereeniging bij de vorige gelegenheid
Toen erkende men het „goed recht"
der katholieken op een raadszetel, er
waren nog slechts drie voorloopige can
didaten, van wie één voor die voorloopige
candidatuur bedankte, maar dit werd
verzwegen en géén kath. werd door
de liberalen gesteldMet zulk een voor
beeld voor oogen, moeten de Katholieken
het zaakje toch wel gaan wantrouwen.
Zelf zijn ze daar de schuld niet van en
wij laten aan de Nieuwe Langendijker
Courant dit uit te maken gaarne over.
Waar die Redactie echter zoo onnoozel
was te veronderstellen, dat wij geen
kennis droegen van alle ter zake die
nende stukken, terwijl is gebleken, dat
juist de N. L. C. zélf dit verwijt moet
treffen, verwachten wij van hare scherp
zinnigheid in dezen niet veel en zullen
wij maar kalm afwachten wat de
„liberalen" te Noord-Scharwoude zullen
doen
Alléén met het verslag der liberale
kiesvereeniging en het naschrift op het
Ingezonden Stuk van pastoor W. pleit
de kiesvereeniging zich niet vrij. Dat
alles waren slechts woorden, woorden
en hoe wij daarover dachten en denken,
heeft de Redactie van de N. L. C. uit ons
boven nog eens afgedrukte artikeltje
Liberale Verkiezingspractijkenu kunnen
zien. Dat artikeltje werd door ons ge
schreven onmiddellijk (immers 13 Dec.)
na het uitkomen van het antwoord der
N. L. C. op het stuk van pastoor W.
Vijf maanden geleden reeds kenden wij
dus de kwestie en de indruk, dien wij
toen van het liberale „gedraai" hebben
gekregen, is ons steeds bijgebleven tot
den huidigen dag.
Woorden kunnen derhalve de libera
liteit der „liberale" kiesvereeniging niet
meer reddenwij verwachten daden.
Wanneer de liberale kiesvereeniging
metterdaad zich als „liberaal" wil laten
zien, dan proclameere zij bij de ophan
den zijnde raadsverkiezing te Noord-
Scharwoude, den katholieken candidaat
ook tot hdè,r candidaat en brenge hem
met vlag en wimpel erdoor! Dèn eerst
zullen de Katholieken in de liberaliteit
der liberale kiesvereeniging gaan geloo
ven, dan eerst ook zal de liberale kies
vereeniging hare eer gered hebben, welke
zij den vorigen keer leelijk verspeelde,
door niet den katholieken candidaat te
steunen, wiens goed recht zij zelf eerst
erkend hadden
Het liberale pleidooi, dat de N. L. Ct.
thans voor de liberale kiesvereeniging
gehouden heeft en de pleidooien, welke
zij misschien nog houden zal, laten ons
koud en nemen wij niet au serieux.
Daar wij thans alle vragen van den
heer Keizer hebben beantwoord, wen
schen wij op onze beurt ook wel eens
een paar vragen aan dien heer te stellen
le. Gij beroept er u op, dat het be
richt, als zou de liberale kiesvereeniging
haar woord gegeven hebben om bij de
eerstvolgende gemeenteraadsverkiezing
te Noord Scharwoude den Katholieken
candidaat te steunen, totaal uit de lucht
is gegrepen... Zoudt u nu hier de kies
vereeniging als zoodanig bedoelen, dan
heeft u volkomen gelijk, wijl deze er
niet was en dus niets kon beloven.
Maar geef ons nu eens een antwoord
hierop, welk verschil er bestaat tus-
schen de belofte van het bestuur om
een Kath. candidaat te steunen, of de
belofte van het erkende recht der katho
lieken op een zetel te zullen verdedigen
2e. Welke bewijzen heeft u in han
den, dat u zulk een belofte niet ge
daan hebt
XXVIII.
tSlot).
Deze woorden gingen sla een bliksemstraal
door de legioenen van Maxentius. De talrijke
christen soldaten, die zooeven nog met ou-
tembaren moed streden voor hun keizer,
allen lieten de wapenen zinken, wierpen zich
op de knieën, en één kreet uit duizende
monden steeg naar omhoog
«Liever sterven, dan te stryden tegen het
kruis.» Maxentius had dien kreet gehoord.
Hij zag de christen soldaten de wapenen
nederwerpenthans wist hij zich verloren.
De heidensche cohorten verloron den moed,
zy weigerden te gehoorzamen en wierpen
de wapenen weg.
Maxentius wilde nog een laatste pogiDg
beproeven om de orde te herstellen en zijn
soldaten opnieuw tegen den vijand te ver
eenigen. Met woord en teekenB riep hy zijn
legioenen op ten strydalles te vergeefs
een panische schrik had zich meester ge
maakt van zijn leger, dat weldra aan alle
zijden doorbroken, in de grootste verwarring
de vlucht Dam. Een verechrikkelyk schouw
spel bood thans het slagveld aan de massa's
vluchtelingen, die de dreigende wapenen van
Oonstantijn's begeesterde troepen trachtten
te ontkomen, stortten zich vooruit over de
lichamen der gewonden en stervenden.
Vol vertwijfeling keerde ook Maxentius
zijn paard in de richting der rivier, hopende
achter den Tiber lijfsbehoud te zullen vinden
bonzend eloeg zyn hart tegen zyn borst,
terwyl een bloedig schuim zijn lippen be
dekte geheel zijn gestalte was verechrikkelyk
om aan te zien.
Buiten adem en afgemat bereikte hy ein
delijk den Tiberhy stortte zich in wilden
angst op de schipbrug, die reeds met vluch
telingen zwaar beladen was. Op het oogenhlik
toen Maxentius ongeveer op het midden der
brug gekomen was, scheen geheel de menigte
te wankelen, een door merg en been drin
gende angstkreet steeg ten hemel. De brug
brak onder den ongehoord zwaren last, dien
zy te dragen had, en de keizer en de gansche
menigte stortten in den Tiber en vonden
er den dood.
Het leger van Maxentius was vernietigd,
de tiran van Rome had den dood in de
golven gevonden en het Labarum, het kruis
van Christus, trok aan het hoofd der legi
oenen naar de Eeuwige Stad, De nieuwe
standaard, welke het groote offer op Golgotha
voorstelde, trok de muren binnen der stad,
die de Koningin en de heerscheresse der
wereld genoemd werd. Het bloed der marte
laren en het woord des Evangelies hadden
thans voor alle volgende eeuwen de over
winning behaald.
Vier uren na den strijd verlieten de drie
vrouwen, die alleen in de verlaten leger
plaats waren achtergebleven, hare tent
welk een tooneel ontrolde zich aan hare
oogen 1 De vlakte was bedekt met lijken,
de bodem door bloed gedrenkt, de frissche
avondwind droeg bet gekerm en het gereutel
der stervenden naar de plaats, waar zy
stonden.
«Laat ons spoedig dit oord verlaten en
terugkeeren naar de villa», zeide Antonia
onder tranen, tcrwyi zy haar gelaat met hare
handen bedekte om dit bloedtooneel niet
langer te aanschouwen.
«O, laat ons spoedig henengaan, thans