R. Kath. Nieuws- exi Advertentieblad voor Noori-Holland. feuilleton"! No. 49. Woensdag 17 Juni 1908. Verschijnt Woensdag en Zaterdag. Buitenland. 2 Jaargang. Uit stormachtige Dagen. ONS BLAD. ABONNEMENTSPRIJS SO cents per drie maanden franco aan hnis. Te betalen in het begin van ieder kwartaal. Afzonderlijke nnmmers3 cent. Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Ons Blad". BUREAUHoogstraat b/d. Langestraat te Alkmaar. Telefoon No. 266. ADVERTENTIËN: Van 15 regels30 cent. Elke regel meer6 a Reclames per regel...15, Zij, die zich met 1 Juli a.s. op ONS BLAD abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers gratis. De Administratie. Schoolreisjes. De schoolreisjes en schoolfeesten zijn alweer in vollen gang. Met rijtuigen, per spoor of per tram, trekt ons jonge volkje uit om eens Artis te gaan zien, Haarlem, Bloemen- daal te bezoeken, of ook wel om te gaan spelen in duin of aan strand te Schoorl of Egmond. En ieder jaar breidt zich dat gebruik verder uit. Natuurlijk gunnen wij aan de lieve jeugd deze vurig begeerde ontspanning gaari$. En of nu het voorgeslacht deze uit stapjes ook al of niet kende, dat doet er minder aan toe. Maar al zijn wij in beginsel allerminst tegenstanders van deze schoolreisjes, wij willen het toch niet verhelen, dat er van de zijde der katholieke ouders, wier kinderen er aan deelnemen, zeker heid moet bestaan, dat bij deze ont spanning het noodige toezicht niet ont- breke. Meer nog. Zij hebben het recht en den plicht te verlangen, dat er nog nauwlettender worde toegezien dan bij welke gelegenheid ook. De dartele jeugd weet in haar uit gelatenheid somtijds al te goed degenen, die dienen toe te zien, te verschalken. Zeer tot eigen schade. Duidelijker willen wij niet zijn. Maar wij zijn duidelijk genoeg hopen we om sommigen tot nadenken te stemmen. En daar is zooals ons ter oore kwam reden genoeg voor. Niet alsof wij tegen deze pretjes op zich zelf zijn. Verre van daar. Doch wij achten het voegelijk, den wensch uit te spreken, dat er bij deze uitstapjes goed en met tact toezicht worde geoefend en vooral ook, dat af zondering in clubjes van kinderen van verschillend geslacht in geen geval worde gedoogd. Bluf. De Voorhoede bevatte Zaterdagavond een erbarmelijk leelijk ge.teekende plaat, welke het succes van adverteeren in dat blad in beeld poogde te brengen. Boven zag men de menschen zich Roman uit hetDuitsch, van Herman Hirsclifeld, bewerkt voor »ONS BLAD». 3) •Bij God, dat ia rij 1» riep Jean plotseling met vuur, Felix lachte. •Men ziet toch, dat de tijd vooruitgaat en zelfs in de trouwste harten den geest der nieuwheid brengt,» zei hij vroolyk»ik geloof niet, dat uw vader het ooit zou ge waagd hebben, te beslissen, of een familielid van het huis La Gharette mooi of leelijk, dom of geleerd is.< Huichelachtig sloeg Jean zijn blik neer, »Ik heb het verwijt verdiend, heer vicomte, en beken deemoedig myne schuld,» zei hij zacht. •Zoo niet, mijn vriend. Wy willen menschen op La Gharette, geen slaven in blinde ge hoorzaamheid. In onzen tijd, nu alle maat schappelijke banden losgemaakt zijn, is het bijna een wonder, dat wij nog liefde en toewijding vinden rondom ons. Maar spreken wij over Louise haar en mijn moeder, Jean, zou ik gaarne onder uwe bescherming stel len, zoodra myn vader zijn oogen gesloten heeft. Ach, en maar al te nabij zie ik dien droevigen dag I Ik leif moet naar Grenoble: het gaat om de helft van ons vermogen, dat het huis slechts behouden mag als de recht- streeksche erfgenaam van graaf La Oharette aanwezig is. Ik zou geen uur rust hebben, als ik niet wist dat mijn verloofde onder uw bescherming stond». verdringen voor een paar krabbels, welke zeker een winkel moesten verbeelden en daaronder stond: Hij adverteert in De Voorhoede-, terwijl de onderste helft een winkelier te zien gaf, die niets te doen had, omdat hij niet adverteerde in De Voorhoede Nu gunnen wij onzen collega gaarne een pretje en ook een voordeeltje. Maar zóó bluffen, moest hij toch niet doen. Heusch, dat loopt in de gaten! Wanneer het waar is, dat men om succes in zaken te hebben, in De Voor hoede moet adverteeren, dan gaat bin nenkort bijna heel de Nederlandsche winkelstand op de flesch Ondanks alle geschetter toch, is De Voorhoede nog maar het meeste voor zien van „Futura"-advertenties. Vooral het nummer, waar de laatste plaat in voorkomt, mjint in dezen uit. Een weinig minder bluf zal in 't vervolg dus gepaster zijn. Zóó is het tenminste belachelijk. België. Een vleeschschandaal. Volgens belichten zou nu ook België zijn vleeschschandaal hebben. Tien of vijftien jaren achtereen zou, naar het heet, het land by de leverantie van vleesch voor het leger bestolen zyn geworden. In Maart 1.1. had de socialist Anseele de regeering reeds erover geïnterpelleerd in de Hamer, tegelijk bewerende dat zekere leve ranciers stelselmatig worden bevoordeeld. •De Staat», zeide hij, (het Hbl. van Antwerpen herinnert nog eens aan deze interpellatie) wordt bedrogen en bestolen en dat met de medewerking van zekere hoogere officieren, want anders ware de zaak onmogelijk ge weest.» Wel protesteerde de minister voor de eer des legers, maar hij beloofde toch, op 10 Maart aan Anseele, dat, indien deze het bewijs kon leveren, dat «zekere officieren» daden pleegden in strijd met de eerlijkheid, de minister van Oorlog onmiddellijk de strafbare feiten ter kennis zou brengen van den audi teur generaal en geen bedrog zou dulden. >In dezelfde zitting van 10 Maart zegde Anseele, dat de militaire slachterij van Ant werpen gekwiteerd stond op 80,000 fr., de bakkerij op 100.000 en riep hij de aandacht op officieren der intendentie die, zonder fortuin in 't leger gekomen, nu huizen op den boulevard bezitten en 75 a 100,000 fr. bruid schat aan hunne dochters meegeven.» Dat ware krasse mededeelingen. Vandaar Jean lachte eigenaardig. •Wees onbezorgd, mijnheer de vicomte», zei h(j beteekenisvol, Jean Bollan weet, wat hem te doen staat». Een luide schreeuw, deed beiden omkijken een eind achter hen schenen twee menschen hun tegenwoordigheid, aan die vóór hen gin gen, niet te willen verraden, wat hun bjj den zachten sneeuw, die hun schreden ge luidloos maakte, zou gelukt zijn, ware een hunner niet over een boomwortel gestrnikeld en languit op den grond gevallen, waarbij de schrik hem onwillekeurig een kreet ontlokte. •Het zijn de zwarte broeders», zei Jean tot deü vicomte, >en waarachtig, als ik me niet vergis, ligt daar een versch geschoten haas naast meester Pierre. Treed nii maar eens in alle strengheid tegen den deugniet op». Felix had zich omgekeerd en ging naar de twee mannen toe. Het waren de klein kinderen van de oude moeder Gregoire, die als hun grootmoeder in den omtrek echter niet al te best bekend stond. Pierre, de oud ste, was een gespierde kerel van donkere tint en pikzwarte haren, ruw van uiterlijk en van manieren. Zachter en ook aangenamer van uiterlijk was Louis, de jongste der Gregoire's, en ongeveer negentien jaren oud, terwijl zijn broeder reeds vooraan in de twin tig was. Pierre was van den grond opgestaan en trachtte, nog vóór hij den sneeuw van zijn kleederen schudde, den buit der wederrechte lijke jacht voor het oog van den landheer te verbergen maar Felix had er de hand reeds opgelegd. •Ik hoop, dat de haas er door het sneeuw water niet slechter op zal geworden zijn», zei hij, onwillekeurig om het arme zondaars dat de minister beloofde het gegronde van de klachten der benadeelde vleeschhouwers en vetweiders te zullen onderzoeken. Thans drie weken geleden, aldus verhaalt het zoo even genoemde blad, viel generaal Hellebaut de minister van Oorlog, zonder de minste aankondiging van zijn bezoek als een bom in de slachterij te Antwerpen binnen en bleef er nagenoeg anderhalf uur de boeken nazien. Het werd toen meer en meer duidelijk, dat een ware knoeierij op groote schaal werd gepleegd en dat sedert jaren het gouverne ment betaalde voor vee dat niet geleverd werd. Dit alles leidde tot de aanhouding van een vetweider uit den omtrek van de stad, zekeren S., die sedert jaren de voor naamste leverancier was van de slachterij en die bij dit beroep des te gemakkelijker rijk geworden was, omdat hij zich soms het dubbel deed betalen van het vee dat hij werkelijk leverde. Het is begrjjpelyk dat S. enkel bedrog kon plegen met de medewerking van agenten van het bestuur, die hjj de handen volstopte met aanzienlijke fooien. Verscheidene dezer agenten zijn bekend, daar S. in zjjn boeken de fooien aanteekende, die hy aan agenten van het bestuur schonk en al zijn boeken in beslag werden genomen. Doch men vermoedt dat er nog andere personen zullen invliegen. 8. is reeds gedurende 8 dagen in de ge vangenis opgesloten geweest, doch onder borgtocht weer in vrijheid gesteld». •Men weet nog niet voor hoeveel het gou vernement is bestolen, doch de som moet zeer aanzienlijk zijn. Daar zjjn nu nieuwe inhechtenisnemingen te wachten. Verschillende hooge officieren, die in de zaak betrokken zijn, zouden, heet het verder, alle mogelijke moeite doen, om haar in den doofpot te stoppen». Wanneer de minister van oorlog zijn plicht doet, heeft de oppositie niets te recla meeren I Begeeringen, die door onwaardige handelingen en knoeierijen van ondergeschikte civiele of militaire beambten worden bedrogen, vindt men van tijd tot tijd in alle landen. Alleen een even kleingeestige als felle party haat zou de Belgische liberalen en socialisten er toe kunnen drijven als agitatiemiddel tegen de regeering een incident uit te bulten, het welk toen het eertijds in Engeland en Amerika voorviel door alle partijen in vol komen eensgezindheid met de regeering werd betreurd en voor de toekomst zooveel doen lijk onmogelijk werd gemaakt. Frankrijk. Voor een pastoor. In 't plaatsje Castelnaudary marcheerden Zaterdag in het vroege morgenuur om vier uur dertien gendarmen, aangevoerd door een luitenant en drie «agenten de ville», door de eenzame straten... gezicht lachend, waarmede het kleinkind van moeder Gregoire hem aanzag. •Schande over u I» riep Jean ijverig. •Werk in plaats van te stroopen maar mijnheer de vicomte zal niet toegevend voor u zyn, goedheid ware hier zwakheid en ongestraft beleedigt men geen La Gharette». Stil, Jean, stil», zei de vicomte lachend, •uw ijver voert u te ver. Maar, jongelingen antwoord mij eens. Jean Bollan heeft gelijk gy kondt werken en u bij de menschen ge acht maken, in plaats van hier in boschen veld rond te dolen, u te vergrypen aan andermans eigendom en u zoo in den gan- schen omtrek gehaat te maken». De broeders hadden hun pelsmutsen afge nomen en de woorden van den jongen edel man hadden indruk op hen gemaakt, vooral op den jongste. Nu nam Pierre het woord. Ziet, mijnheer de vicomte», zei hij, wer ken is een eigenaardig iets. Wij hebben onze ouders niet gekendde koorts rukte hen vroeg weg en de oude Gregoire, onze groot moeder liet ons steeds aan ons zelf over. Ze is een wonderlijke oude vrouw. De lie den meenden dat zjj een heks was, en wij moesten daaronder lijden. Men meed ons, waar wij ons lieten zien, men vervolgde ons, zoo wy ons onder de jeugd van het dorp wilden mengen. Vergeefs nam ons graaf La Charette in bescherminghet hielp niets, men hield ons voor boos en gevaarlijk. Dat verbitterde ons, daar wij geen enkele slechte daad op ons geweten hadden en eerst toen kwam het by ons op, om de lieden met ge- lyke munt te betalen en hen te plagen en te sarren. Zoo werden wy wat wij zyn. Mijn heer de vicomte, wy zyn geen dieven, die arme lieden bestelen, in 't geheel niet; maar Om een of ander oproer te dempen Een volksoploop uiteen te dry ven Maar neen, het stille stedeke lag geheel in rust... De troep gewapende manschappen hield stil voor de pastorie. Ze hadden opdracht gekregen om... den pastoor uit zyn woning te zetten, daar zijn huurceel vernietigd was en de pastorie dus weer >aan de gemeente verviel». En zoo gebeurde het, dat zeventien stoere soldaten een schamel huisje binnendrongen om een enkel armoedig pastoortje op straat te zetten. In 't •verlichte» Frankrijk. Mirakuleuze genezingen te Lourdes. De aartsbisschop van Parijs heeft, gehoord een commissie van onderzoek door kardinaal Bichard in 1907 ingesteld, vijf genezingen, te Lourdes ten gunste van zyn diocesanen ge wrocht, voor mirakuleus verklaard. Rusland. Een 'dappere* Russische generaal. Hebben de Russische generaals in den oorlog van Japan zich vooral meester getoond in het uitvoeren van >achterwaartsche con centraties», men moet daarom niet denken dat zij geen enkelen vijand voor zich uit weten te drijven I Dat dit wel het geval is, bleek nog dezer dagen op overtuigender wijze te Sint-Petersburg. Daar hield nl. een officier van de politie op het Newsky-prospect den bekenden boulevard een eigen rijtuig aan, dat, ondanks het verbod, de Anitsikof- brug, die verbouwd wordt, wilde overrijden. Toen de officier den koetsier gebood een om weg te volgen, kwam generaal-majoor W. Goerko, een broer van den befaamden Goer- ko uit het Lidwall-proces, uit het rijtuig, sloeg den officier van de politie de pet van het hoofd, ging zelf op den bok zitten en ranselde den officier en de toegesnelde agen ten van politie met de zeep af. Daarna legde hij de zweep over de paarden en reed hy de brug over. Dit optreden heeft voor den generaal een leeljjk staartje gehad. Vrijdag kreeg Goerko n.l. last van den minister van oorlog, om zijne aanvrage om ontslag in te dienen 1 Ter wijl hy verder nog voor den krijgsraad ver volgd zal worden. Aangezien in Sint Petersburg op het oogenblik nog de staat van beleg heerscht, loopt Goerko kans op een zware straf. Of de pogingen van goede vrienden van den generaal, om hem aan den arm van het gerecht te onttrekken, baten zullen Turkije. De cigaretten van den Sultan. De cigaretten, die de Sultan rookt, zQn ongetwijfeld de fijnste en kostbaarste ter wereld. In zyn paleis bevindt zich eene kleine cigaretten-fabriek, een licht en ruim vertrek, waar met een of twee eenvoudige machines een half dozijn zéér bekwame of nu één zoo'n stukje wild meer in 't bosch loopt onze grootmoeder is zoo oud en zwak en moet versterkende levensmiddelen gebruiken. Zoudt u misschien voor deze maal genade voor recht laten gelden, allergenadig- ste heer •Zeker, dat wil ik», zei Felix goedig. •Het is heden mijn geboortedag en dan mag er niemand treurig zijn, zoover als ik daar iets aan doen kan. Ga, tracht u te beteren, en kan ik u ooit helpen, dan zal ik dit gaarne doen». Pierre zette zijn pelsmuts op. •Ik zal u iankbaar zijnleve mijnheer de vicomte van La Gharette I» Vervolgens maakten beiden zich snel uit de voeten. Lachend keek Felix hen achterna en wendde zich toen naar Jean, die met een betrokken gelaat naast hem stond. •Gij zjjt niet tevreden over me», zei hij, •misschien hebt gy geljjk, en had ik stren ger moeten zijn doch zie, vandaag kon ik dat niet. En nog één ding hindert me in de korte spanne tijds, die de hemel mijn vader nog te leven schenkt, mag de naam La Gharette slechts zegen verspreiden, wel licht brengt het hem leniging hier beneden en vrede daar boven». •Zoo denkt gy», meende Jean, maar de wereld oordeelt anders. Zal men in een tijd, waarin het geweld des volks adel en koning van hun zetels rukt, niet denken, dat de vrees er u toe aanzet naar de gunst van slechte lieden te hunkeren, en dat zelfs schurken als deze broeders Gregoire u daar niet te slecht voor zyn •Jean I» riep Felix driftig, terwijl zijn wan gen vuurrood werden >van niemand anders dan van u zou ik deze verdachtmaking ge duld hebben, ik, een La Oharette en ik cigarettenmakers arbeiden aan de bevrediging van den rooklust van den grooten heer. De beste tabak, die in Turkjje te vinden is, wordt hier bijeengebracht en zoo zorg" vuldig gesorteerd, dat van honderd pond tabak slechts een pond waardig gekeurd wordt, om bewerkt te worden. De kosten van bewerking bedragen dan ook wel een gulden per stuk. 'n Dure liefhebber^. Amerika. Mark Twain en de trusts. Een interviewer vroeg eens aan Mark Twain hoe het toch kwam, dat hy in de kringen der trust-magnaten zoo gehaat was. Mark Twain trok 'n onschuldig gezicht en zeide met 'n nederig lachje«Dat weet ik niet preciesik geloof echter, dat deze onrechtvaardige menschen m(j vervolgen, omdat ik een schryver ben.» •Omdat u een schrijver is •Ja, omdat ik weer begonnen ben, met voor kranten te schrijven.» •Daar begrijp ik niets van», zeide de interviewer het hoofd schuddende. •Ik ook niet», antwoordde Mark Twain met 'n dood onschuldig gezicht. >Maar ik vermoed zoo, dat het onzinnige geschiede- nisje, dat ik onlangs onder mijn naam in een krant gepubliceerd heb, er veel schuld aan heeft». Daarmee reikte hy den inter viewer een blad over. Toen deze met lezen gereed was, begonnen beide mannen hartelijk te lachen. De geschiedenis had tot titel •De drie vliegen». Een vliegenmoeder had twee dochtertjes, die zjj innig liefhad. Eens maakte zy tezamen een uitstapje en kwamen voorbü een banket bakkerswinkel. «Moeder, vroeg de een, mag ik wat van die mooie, roode bonbon snoe pen De vliegenmoeder stond dit toe, en hare dochter zette zich stralend van vreugde op de mooie, roode bonbon. Plotseling sloeg zij de vleugeltjes neer en was dood. De roode bonbon bevatte vergift, want deze was van de Amerikaansche bonbontrust. De vliegenmoeder had nu nog slechts eene dochter, welke zij des te teederder liefhad. Dit dochtertje had eens veel trek in worst. De moeder bracht haar naar een slagerij, doch nauwelijks had zy een klein stukje van een worst verbruikt, of zy stierf in vreese- lijke stuiptrekkingen. De worst bevatte ver gift, want 't was een fabrikaat van de Amerikaansche worst-trust. De vliegenmoeder had ontzettend veel verdriet. Het leven had voor haar geen waarde meer zij verlangde naar den dood en vrat met gedachten aan zelfmoord van een vliegenpapier. Maar de gewenschte dood kwam niet. Het vliegenpapier was onschadelijk, want het was afkomstig van de Amerikaansche vliegenpapier-trust. ben niet boos op je, maar ik bid je, laat mij weer tot mezelf komen, en bovendien hier scheiden onze wegen. Na den middag verwacht ik je op het slot, tot zoo lang is alles vergeten vaarwel». Hij gaf Jean niet de hand, ten teeken dat de opmerking van den vriend zijner jeugd hem dieper gekwetst had, dan hij wilde laten merken, en sloeg den weg naar het kasteel in, dat zich op een kleinen heu vel achter het dorp La Charette verhief. •Heb ik u in uw gevoel gekwetst, jonge aristocraat zei hij voor zich heen. •Heb nog maar een weinig geduld, het zal nog wel beter wordenha, wanneer breekt de dag aan, dat ik daarboven als heer op La Charette heersch en alles het mijne is, wat het trotsche kasteel aan heer lijkheden bezit, voor my zelfs bet trotsche meisje, dat nu met verachting op den boe renknaap neerziet en dat dan vóór zyn voeten om genade zal smeeken I Ik dank u, dat gy my liet gaan, Felix de La Gharette des te eerder kom ik thuis en lees het gewichtige nieuws dezer bladen». Hy ging vlug naar het huisje, dat hy met zijn zuster Marie bewoonde en dat ter zijde van de overige dorpswoningen lag. Het was een vervallen gebouw, maar binnen blonk het van zindelijkheid. De witte gordynen voor de kleine vensters schitterden als sneeuw en de geheele inrichting van het kleine ver trek, dat broeder en zuster tot woonkamer diende, getuigde van de hoogste ordeiykheid. Marie zat aan 't venster te spinnen. Verschrokken sprong zij op, toen haar broe der ontstuimig en wild, gelyk hy altyd deed, wanneer niemand der landheeren aanwezig was, de deur openrukte. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1908 | | pagina 1