raat,
ookkunsi
er lot.
asscherij.
r ramen.
PETRUS,
Lmaar,
Broers,
school.
lanwezig.
21/» uur tot
ÏMAAR.
irder.
els enzi
rende prijzen.
Directeur.
a/d, „Toelast."
keuze bij
I.
ÏNDULES enz.
>a.
ide werken.
>'s.
■vrije
ie,
roort 18,
Zaterdag 18 Juli 1908.
TWEEDE BLAD.
KALENDER
voor de dagen der week.
19 JULI.
De wees der gevangenen.
Ommegang.
1022-
iringen.
jestaan.
schoonmaken van
m van Plafonds.
VIR
Ikste prijzen.
eerderd: sociale en
halen voor de jeugd.
weinig geld goede,
JN, Dijk, Alkmaar.
.VER, Kassier.
k m a a r bij de
ONS BLAD.
19 Juli, Zondag. Octaafdag van Kerkwijding.
EvangelieVermenigvuldi
ging der brooden. Marcus
Yin: 1—9.
Maandag. H. Hieroiiymus Aemiliauna.
Dinsdag. H. Joannes Gualbertus.
Woensdag. H. Maria Magdalena.
Donderdag. H. Apollinaris.
Vrijdag. H. Camillus de Leilis.
Zaterdag. H. Jacobus, Apostel.
20
21
22
23
24
25
Zesde Zondag na Pinksteren.
Derde Zondag der Maand.
Les uit den eersten brief van den
H. apostel Petrus aan de Romeinen;
VI, 3-11.
Broeders! Zoo velen wij gedoopt zijn
in Christus Jesus, zijn wij in zijnen dood
gedoopt. Want door den doop zijn wij
met Hem mede begraven geworden in
den dood, opdat, gelijk Christus van de
dooden verrezen is door de heerlijkheid
des Vaders, zoo ook wij in nieuwheid
van leven wandelen. Immers, indien wjj
met Hem zaamgewassen zijn door ge
lijkheid aan zijnen dood, zullen wij het
insgelijks zijn door gelijkheid aan zijne
verrijzenis; daar wij weten, dat onze
onde mensoh mede gekruisigd is, opdat
het lichaam der zonde worde te niet
gedaan, en wij de zonde niet meer
dienstbaar zijn; want die gestorven is,
iB van de zonde ontslagen. Zijn wij dan
met Christus gestorven, wij gelooven,
dat wij insgelijks ook zullen leven met
Christus; daar wij weten, dat Christus,
uit de dooden verrijzend, niet meer
Bterft; de dood zal geen heerschappij
meer voeren over Hem. Want, dat Hij
der zonde gestorven is, is Hij éénmaal
gestorven; doch dat Hij leeft, leeft Hij
Code. Aldus ook gij, rekent u wel der
zonde gestorven, doch Code levend te
zijn in Christus Jesns onzen Heer.
Evangelie volgens den H. Marcus;
VIII, 1-9.
Te dien tg de, toen er eeno groote
schare bij Jesns was en zij niet te eten
hadden, riep Hij zijne leerlingen te zamen
en sprak tot hen: Ik heb medelijden
met de schare; want ziet, reeds drie
dagen lang zijn zij aanhoudend bij Mij,
en zjj hebben niets te eten; en zoo Ik
hen ongespgsd naar hun huis laat gaan,
zullen zjj op den weg bezwijken, want
eenigen van hen zijn van verre gekomen.
Zijne leerlingen nu antwoordden Hem:
van waar zal iemand hier in de woestijn
hen met brood kunnen verzadigen? En
Hij vroeg hen: hoeveel brooden hebt
gij Zij zeidenzeven. En Hij beval
aan de schare zioh op den grond neder
te zetten. En de zeven brooden nemend,
brak Hij ze, dankend, en gaf ze aan
zijne leerlingen, opdat deze ze zouden
voorzetten; en zij zetten ze der schare
voor. En zij hadden eenige vischjes,
welke Hij ook zegende en beval voor
te zetten. Zij nu aten en werden ver
zadigd; en wat overgeschoten was van
de brokken namen zij opzeven korven.
Degenen nu, die gegeten hadden, waren
omtrent vierduizend; en Hij liet hen
vertrekken.
In den zomer van het jaar 1792 was een
jonge weduwe, die tot den oudsten adel van
Polen behoorde, naar Parijs gekomen. Zjj
was ryk en had weldra toegang tot alle hooge
kringen, maar het leven in de groote wereld
was reeds lang niet meer, wat het was geweest.
De schitterende feesten van Versailles hadden
opgehoudenhet vriendelijk Trianon, waar
de ongelukkige Marie Antoinette zoo graag
vertoefde, lag verwaarloosd en het konings
paar geraakte juist in dezen zomer in handen
der revolutiemannen.
De aristocratie leefde zoo stil mogelijk, om
niet opgemerkt te worden, en ook de nieuwe
bewoonster van Parijs, vorstin Luhomirska,
begreep, dat zjj zoo weinig mogelijk de aan
dacht trekken moest, zoodat zjj met haar eenig
dochtertje, toen vijf jaar oud, meest binnens
huis vertoefde. De bedienden die zjj uit Polen
had meegebracht, zond zjj naar huis, op één
man na, die reeds in haar onderljjk hnis
werkzaam was geweest en wiens trouw be
proefd was.
Op eens, op een Augustusmorgen, drongen
met groot gedruisch een aantal mannen haar
woning binnen en zonder op haar protesten
te letten, sleepten ze haar mee, haar zelfs
geen tijd latend van haar kind afscheid te
nemen.
De >gerechtelijke< werkzaamheden gingen
■nel in die dagen terstond werd zij naar de
zitting van de vreeselijke revointierechtbank
gebracht en nadat enkele zaken waren afge
daan werd ze in verhoor genomen.
Vorstin Luhomirska behoorde tot hen, die
hij deze rechtbank reeds te voren waren
veioordeeld. Immers zjj was ryk en van
hoogan stand en voor de mannen der
omwenteling waren deze omstandigheden
onvergeeflijke misdaden.
Zij werd echter beklaagd van betrekkingen
met Frankrijke vijanden en van verkeer met
aanhangers van «Louis Gapet', en deswege
ter dood veroordeeld.
Zij viel in onmacht. Toen zij weer bijkwam,
was zjj in de groote gewelven der Gonciergerie,
die met lotgenooten gevuld waren, maar met
angst zocht zij naar het eenige wezen op
aarde, dat zjj nog zoo graag eens zou zien
haar dochtertje Eosalie. Neen, die kon hier
immers niet zjjnmaar o, hoeveel had zij
willen geven, als het haar werd vergund
haar geliefd kind nog eenmaal te zien. Het
zon wel een jjdele wensch zijn haar bleef
niets over, dan hier en later in den hemel
voor 't kind te bidden. Als ten minste Eosalie
ook niet ter dood... Maar neen, dat zou een
wreedheid zijn, als men zich ternauwernood
kon voorstellen.
Zoo bracht zij den middag in droef gepeins
door en viel de avond reeds toen plotseling
de deur werd geopend en allen opzagen, wie
nn weer was veroordeeld tot den dood der
guillotine. Het was een klein meisje, dat
door den deurwaarder naar binnen werd
geduwd en bij de deur met den vinger in
het mondje en tranen in de oogen angstig
bleef staan.
«Zou dat kind ook al moeten sterven
dat kleine kind zoo werd hier en daar
gefluisterd. Maar op 't zelfde oogenblik vloog
vorstin Luhomirska op, snelde op het kind
toe en drukte het vast in haar armen.
Eosalie vertelde, hoe de oude bediende
veel geld had gegeven aan de wachters der
gevangenis en hen eindelijk had overreed
haar binnen te laten. Zij mocht dien nacht
bljjven en dan zou ze den volgenden morgen
weer worden afgehaald.
Den volgenden morgen kwam er echter
niemand, zoodat de ongelukkige moeder,
toen zij werd gehaald om 't schavot te be
stijgen, niets anders wist te doen dan den
gevangenen die nog achter bleven, te ver
zoeken, haar kind zoolang te verzorgen, tot
haar dienaar het weer zou komen halen.
Maar de dienaar kwam nietreeds den
vorigen avond had hij zoo lnide zijn toorn
over het bestuur en de guillotine rechtbanken
lucht gegeven, dat hjj gevangen genomen
werd en den volgenden morgen ter dood
veroordeeld wegens aristocratische neigingen.
De arme Eosalie bleef dag in dag nit in
de gevangenis wachten op verlossing en werd
steeds door haar verzorgsters, wanneer ook
zij ter dood werden weggevoerd, aan andere
gevangenen aanbevolen, zoodat zij spoedig den
naam kreeg van «de wees der gevangenen'.
Zoo verliepen weken, verliepen maanden,
tot eindelijk het lot van Frankrjjk een keer
nam. Den 28en Juli van het jaar 1794,
bevrijdde de guillotine het Fransche volk van
Eobespierre en zjjn getrouwen, en de vree
selijke storm begon uitgewoed te geraken.
Ook de poorten der conciergerie werden
geopend en de laatste gevangenen verlieten
haastig dit verbljjf om naar hnn huizen terug
te keeren, zonder dat zij verder naar hun
gezelschap in de angstige uren, naar de wees
der gevangenen omzagen.
En toen een inspecteur kwam, met het bevel
de tijdeljjke gevangenis geheel te ontruimen,
wist niemand wie eigenlijk dat meisje was,
of wat er met haar moest worden aange
vangen.
Juist was het plan gemaakt, haar dan
maar naar een vondelingengesticht te brengen,
toen de waschvrouw der gevangenis, die
even had staan nadenken, op den inspecteur
toetrad en zei
«Mag ik het kind hebben, mijnheer
«Maar heb je dan zelf geen kinderen te
verzorgen
«Vijf mjjnheer, maar waar die brood vinden,
is er dat voor het zesde ook nog wel'.
En zoo ging Eosalie mee naar 't huisje
der waschvrouw, die van haar verleden niets
wist en ook uit haar kinderlijke verhalen
niet veel wjjzer werd.
Twaalf jaar later, in 1806, kwam er bij
het Eussische gezantschap te Parijs een
nieuwe attaché, graaf Ezewonski. Het gezant
schap bewoonde toen nog niet het prachtig
paleis, waar het thans huist, maar de daaraan
verbonden personen moesten hier of daar een
woning zoeken. Zoo deed ook onze graaf en
spoedig had hjj geschikte kamers gevonden
bjj een waschvrouw in de Grande Batelière.
Veertien dagen ongeveer was hjj daar
geweest, toen hjj op zekeren morgen zijn
kamer verlatend, plotseling als versteend
bleef staan. Een jong meisje, 18 a 20 jaar
ond, kwam de trap op, met moeite een zware
mand met waschgoed dragend. Zij was een
voudig gekleed als andere meisjes van haar
stand, maar haar gelaat vertoonde een geheel
andere uitdrukking dan hij in Parjjs gewoon
was te zienhet meisje leek sprekend op
zjjn nicht, gravin Luhomirska, die in den
revolutietijd naar Parjjs gegaan, nooit meer
iets van zich had doen hooren, terwjjl alle
ingewonnen inlichtingen zonder resultaat
waren geweest.
HQ had nu geen tijd om verder onderzoek
te doen, maar besloot zoo spoedig mogeljjk
te informeeren, wie dat meisje was en waar
zij vandaan kwam.
Des middags reeds riep hg zjjne kostvrouw
bg zich en vroeg, wie dat meisje was met
die zwarte haren en oogen, dat hg op den
trap had gezien,
«Mgn dochter', antwoordde zg aarzelend.
Het voorhoofd van den graaf botrok zoo
was zijn illusie dan reeds vervlogen en juist
wilde hij zeggen dat hij dan verder niets
te vragen had, toen de vrouw er hakkelend
nitbracht«Dat wil zeggen, als 'n dochter
heb ik haar lief, maar eigenlijk is zij een
verlaten kind'.
«Verlaten Waar, door wie is zij verlaten
«Ja, mijnheer, dat weet ik niet, daar kan
ik n niets van zeggen, zij was al wees toen
ik haar voor 't eerst heb gezien, in de
gevangenis der conciergerie'.
«Kent sg geen andere taal dan Fransch
«Ik heb nooit iets anders van haar ge
hoord'.
De graaf staarde droef voor zich uit
mogelijk was het dat dit een dochtertje was
van zgn nicht, maar zoolang er geen enkel
bewgs bestond, moest hg de illusie laten
varen, zich zelf en zgn familie met het
weervinden van zijn nichtje te verbigden.
Daar werd op de trap de lichte tred ge
hoord van Eosalie, die boven kwam.
Opeens viel den graaf iets in.
Met volle, luide stem begon hg te zingen.
Het was een oud Poolsch liedje, waarmee
de Poolsche moeders hun kleine kinderen
vermaakten.
Op 't zelfde oogenblik hoorde hij, hoe
Eosalie de waschmand neerzette, de denr
openduwde en met bleek gelaat en vlammende
oogen stond zg voor den eteeda doorzin
genden graaf.
Deze hield midden in den laatsten regel
van het refrein op en zei«hoe verder
Even dacht zg nog na en toen zei ze
duideigk de enkele Poolsche woorden, die
zoo lang in haar geheugen hadden gesluimerd
en nu eerst werden opgewekt.
Toen in 1814 de staatslieden van Enrops
te Weenen bijeenkwamen, konden zij kennis
maken met prinses Luhomirska, een dame
der groote wereld, die haar jeugd als wasch-
meisje te Pargs had doorgebracht.
Wie in de laatste week des avonds de
straten van 'e Hertogenbosch door wandelt,
wordt getroffen door de eigenaardige drukte,
die daar heerecht, een drukte, die te meer
de aandacht trekt, wijl een indrukwekkende
stilte die massa's van menschen vergezelt,
ouden en jongen, mannen, vrouwen en kin
deren, priesters en kloosterlingen, in groepen
en groepjes, samen vormend een onafgebro
ken bonte schare van menBchen.
Hun aantal stygt tot honderden, tot dui
zenden, die van het vallen van den avond
af tot laat in het nachteigk uur zich voort
bewegen, zwggend de rozenkransen in da
hand, de hoofden meestal devotelijk gebogen.
Het is de «Ommegang' ter eere van O. L.
Vrouw van Den BoBch, wier vermaarde
miraculeuze beeltenis iü deze dagen voor het
priesterkoor in de beroemde kathedraal zich
verheft op haar hoogen troon, te midden
van een zee van licht, dat fonkelend weer
kaatst wordt door het goud en zilver en de
edelgesteenten, waarmee de ryke mantel en
de schitterende diadeem van het wonderbeeld
is getooid, en spelend over de kleurige
bloemen en het friesche weelderige groen,
waaruit de troon oprijst, zich verliest in het
geheimzinnig schemerdonker der hreede zy-
beuken en hoogen koepel.
Van nit de kathedraal van St. Jan aan
vaarden de scharen van geloovigen den weg
waarlangs historie en legenden uit het gryze
verleden zich zoo aantrekkelyk samenweven,
en die eeuwen geleden getuige is geweest
van een schouwspel, welks rgkdom en praal
onze verbeelding zich nauweigks kan voor
stellen.
Een oud handschrift vermeldt ons den
oorsprong van deze plechtigheid. Het was
ten tgde, toen een besmetteigbe ziekte de
stad teisterde, dat het beeld van O. L. Vrouw
dat reeds van zooveel wonderen had getuigd,
door de stad werd rondgedragen om den
geesel af te wenden.
In de eerste tgden werd de ommegang
gehouden op Zondag na het feest van den
H. Johannes den Dooper, en die dag werd
genoemd «Onze Lieve Vrouwe Dracht'. In
1511 werd de plechtigheid vastgesteld op
Zondag na O. L. Vrouwe Visitatie.
Ongemeen ryk aan luister moet dat schouw
spel zgn geweest. Onder een hemel van
goud laken werd het beeld der Zoete Moeder
gedragen met een koninkigken mantel van
hermeign omhangen. Voorop schreed de
stadsregeering in plechtgewaad, gevolgd door
het kapittel der hoofdkerk en de kapelaane
in rgke koorkappen, monniken in bruine,
witte en zwarte habijten en begijnen in witte
faliën gehuld. Een macht van vreemdelingen
krioelde naar de stadburgers in lange
tabbaarden, edellieden in bontkleurige lijf
rokken, geesteigken in zwarte, sleepende
togen, allee stroomde naar St. Jan, waar
de processie uittrok. Het landvolk van uren
in den omtrek kwam zingpnd en biddend
de stad binnen met vanen en beelden hunner
patroonheiligen. Op de markt rees een stel
ling omhoog met wuivende pauwenveeren
en slingerende bloemen versierd. Daar werd
het beeld op geplaatst, met drie kinderen
ter zgde, terwijl op de trappen Engelen hun
snarenspel speelden.
Na afloop van den omgang, die toog door
de Peperstraat, gedeelte Verweretraat, Beur
sestraat, Weversplaats, St. Jorisetraat, dwars
door de Vuchterstraat, Postelstraat, Kruisstraat,
Vischstraat, Hoogen Steenweg, Markt, en
verder langs de Hinthameretraat weer naar
St. Jan terug de weg, die ook heden
nog gevolgd wordt werden bg de kathe
draal mysteriespelen vertoond van Maria's
afsterven, haar ten hemelopneming en andere.
Met muziek werd de plechtigheid gesloten.
Zeker jaar, zoo verhaalt de vrome
legende, die u elk kind hier in D9n Bosch
weet te vertellen, op den dag, dat de
processie weer plaats zou hebbeD, regende
het zoo hevig, dat de choordeken besloot de
staatsie uit te stellen. Het beeld van O. L.
Vrouw bleef in zijn plechtgewaad ter kapelle.
Maar den volgenden morgen vond men het
tot aan den gordel besigkt en beregendin
de stilte van den nacht had Maria alleen
den gewouen omgang gehouden. En sinds
dien tijd werd weer noch wind meer ontzien,
noch stormen konden de processie beletten.
Wie deze omgang meemaakt, vindt op
zgn weg, ter hoogte van de Vischmarkt nog
een Lieve Vrouwe beeld, waarvoor een oogen
blik wordt gebeden. Op de binnenplaats
eener brandery verheft zich daar in een
nis een groot wit steenen beeld, schitterend
verlicht en met een rgkdom van levende
bloemen en groen omwuifd. Het heeft eeuwen
gestaan, zoo luidt de legende, en niemand
weet, waar het vandaan is gekomen. In
vroeger tyden wilde de pastoor van St. Pieter
dat beeld in zgn kerk achter Tolbrug over
brengen. Men laadde het op een slede en
met hulp van volk werd het in de kerk
gebracht, 's Morgens was het beeld echter weg
en stond op zijn oude plaats in de branderij.
Meer dan eens was dit gebeurd en sinds
durfde het niemand meer te vervoeren.
«Nog geen vollen mensohenleeftgd, zoo
verhaalt een oude jaargang der Dietsche
Warande, stortte de branderij op een nacht
in pain. Een smalle strook muur bleef achter
het beeld staan, en in de kruin van het
muurwerk hing slechts een stuk van het
dak. Zoo bleef het beeld een kapelle gestrekt'.
Van dien ouden, luisterrijken omgang is
thans nog alleen de herinnering over. Maar
in de harten van de Bosschenaren herleeft
nog telken jare de vrome gewoonte, om in
alle stilte en eenvond bg duizenden den
ommegang te houden gedurende negen dagen.
Zelfs te midden van den nacht, als alles
slaapt, ziet men er barrevoets dien weg
maken. En als we nu 's avonds komen aan
het portaal van St. Jan, waar in het 'ge
heimzinnig donker op het voetgeschuivel
der menschen een vleermuis uit haar stillen
schuilhoek wegfladdert over de hoofden, of
een Jate kerkvogel in zijn nachtrust gestoord,
schuw zweeft van ballustrade tot baliustrade,
of een heenkomen zoekt in de nissen der
heiligenbeelden of op de kapiteelen der
trotsche pijlers, die schuil gaan in het half
donker, dan laten wy onzen geest een oogen
blik gear, naar die heerigke dagen van weleer,
toen alles glorie en luister was en daar een
schouwspel werd geboden ter eere van de
machtige Beschermster van Den Bosch, waar
van wy te vergeefs een weerga zoeken in
de annalen der stadshistorie.
ALKMAAR.
Parochie van den H. Laurentius.
Zondag 's morgens 61/} en 8 uur stille
H.H. Missen10 uur gezongen Hoogmis
's namidd. 2 uur Catechismus3 uur
Vespers 's avonds 6 uur Lof met predi
katie ter eere van het Onbevl. Hart van
Maria voor de bekeering der zondaren.
Maandag 's morg. 9 nur gez. Jaargetijde
voor de wed. Adriana Legen, geb. Adriana
Brasser 's avonds 7 uur Congregatie der
H. Maagd.
Dinsdag 's morg. 9 uur gez. H. Mis voor
de leden en weldoeners der St. Vincentius-
Vereeniging
Woensdag 's avonds 7 uur Lof ter eere
van den H. Joseph.
Donderdag 'e morg. 9 uur gez. Jaarge
tyde voor den heer Joannes Bots
's avonds 7 nur Lof ter eer van 't Allerb.
Sacrament en het H. Bloed van Mirakel.
V r ij d a g 's avonds 7 uur Lof ter eere van
het Allerh. Hart van Jesus.
Zaterdag 's morg. 9 uur H. Mis voor de
leden -der Broederschap het Onbevl. Hart
van Maria voor de bekeering der zondaren.
Parochie van den H. Dominions.
Zondag 's morg. 6, 71/, en 9 uur stille
H.H. MissenlO'/s uur Hoogmis's midd.
2 en 3l/j uur Catechismus 3 uur Vespers
's avonds 5 uur Congregatie.
Maandag Uitvaart voor Joannes Landman
Dinsdag 's morg. 9 uur gez. H. Mie ter
eere van den H. Antonius's avonds
7 uur Lof.
Woensdag 'savonds 7 uur Congregatie.
Donderdag 's morg. 8 uur Uitvaart voor
Wilhelmina Puttenaar, geb. Smit, als lid
der H. Familie.
V r y d a g 's morg. 9 nur gez. Maandstond
voor Cornelia Eniter 's avonds 7 nur Lof.
Zaterdag 'savonds 7 uur Lof.
Zondag 26 Juli a.s. St. Joseph-Club, Afd. A
9 uur Afd, B 10Y» uur Afd. C 71/a uur
BERGEN.
Zondag 's morg. 7 uur Vroegmis 91/, uur
Hoogmis'a midd. 1 uur Catechismus
2 nnr Vespers. Daarna De Projundis.
Door de week de H.H. Missen om 7 en 8 uur.
Catechismus volgens gewoonte.
Donderdag 's avonds 7 uur Lof ter eere
van het H. Sacrament.'
Gelegenheid tot Biechten Zaterdagmiddag
van af 4 uur.
Van de laatste H.H. Sacramenten voorzien:
L. Wittebrood, G. Brakenhoff, S. Bakkum en
Oath, de Nijs, hvr. van J. Wokke Oz.
In den Heer overledenMaria v. d. Peet,
wed. van L. van Veen.
HEILO.
Zondag, octaaf van Kerkwyding, 's morg.
7 uur H. Mis met onderrichting 9l/t uur
Hoogmie met predikatiemidd. l1/s nnr
Catechismus21/, uur Vespers, waarna het
Rozenhoedje zal worden gebeden voor
Elisabeth Klaasse, geb. Goedhart, als lid
van het Broederschap van den Levenden
Rozenkrans. Daarna zal er gelegenheid be
staan, zich in 't scapulier te doen inkleeden.
Gedurende deze week de H.H. Missen ten
en 8% uur.
Zaterdag, feeatdag van den H. Apostel
Jacobus, dag van devotie, 'a morg. 71/* uur
gez. H. Mis's namidd. van 4 uur af
gelegenheid om te Biechten's avonds
7 uur Lof ter eere van Maria.
Dien middag komen de kinderen biechten,
die 't vorig jaar zgn aangenomen.
Op gewone dagen de Catechismus.
Zondag a.s. feest van de H. Anna, moeder
der Allerh. Maagd.
In den Heer overledenElisabeth Klaasse,
geb. Goedhart.
EGMOND-BINNEN.
Parochie van den E. Adelbertus.
Zondag, sluiting van het feestoctaaf der
Kerkwyding, 's morg. 7 uur H. Mis; 9*/*
uur Hoogmis voor de parochie 's midd.
1 uur onderrichting in de Byb. Gesch.
2 uur Vespers met Rozenhoedje. Na de
Missen en na de Vespers is er gelegen
heid om zich te laten inschryven in het
Broederschap van het Scapulier.
Maandag feestdag v. d. H. Hieronymus
Aemilianns, patroon der weezen.
Woensdag feestdag van de H. Maria
Magdalena, 's avonds 7 uur Lof met Rozen
hoedje.
Zaterdag feestdag van den H. Jacobus,
apostel, byzondere dag van devotie.
EGMOND AAN ZEE.
Zondag, 5de Zondag na Pinksteren, 's morg.
7 uur H. Mis91/» uur Hoogmis's midd,
2 uur Vespers 's avonds 6 uur Congregatie,
In de week de H. Mis ten kwart over acht.
Woensdag 's avonds 7 uur Lof ter eere
van den H. Joseph.
Zaterdag 's midd. van 34 en van 5—7
uur Biechthooren 's avonds 6*/i uur Lof
met Rozenkransgebed ter eere van de
H. Maagd.
LIMMEN.
Zondag, hoogfeest van Aanbidding, 's morg.
7 uur H. Mis10 uur Hoogmis 's avonds
7 uur pl. Lof met processie en Te Demi.
In de week de H.H. Missen om 8 en 8Y2 uur.
Donderdag 's avonds 7 uur Lof ter eere
van het H, Sacrament.
Zaterdag, feestdag van den H. Apostel
Jacobus, 's morg. 8 uur gezongen H. Mis
's namidd. van 47 uur gelegenheid om
te Biechten.
SCHOORL.
Zondag 'smorg. 7 uur stille H. Mis91/,
uur Hoogmis; 'smidd. I1/* nur Catechis
mus 2 uur Vespers.
Dinsdag 's morg. 9 uur ges. H. Mis met
trouwplechtigheid.
Woensdag 's morg. 8 uur Catechismus
9 uur gez. Maandstond voor Cath. Kooi-
man, geb. Eoozendaal.
Zaterdag Catechismus.
UITGEEST.
Zondag 's morg. 7 uur H. Mis voor Willem
Duindam9Vj uur Hoogmis voor de
gemeente 's midd. 2 uur Vespers.
Maandag 'smorg. 8 uur H. Mis voor
Joanna Corneiisse 81/, uur H. Mis voor
Maartje Schee en Nicolaas Meijne.
Dinsdag 'smorg. 8 uur H. Mis voor
Geertje Terra; 81/» uur H. Mis voor
Myntje Kuijs, hvr. van Herm. Terra.
Woensdag 's morg. 8 uur H. Mis voor
Maartje Groen, huisvr. van Piet Leek
81/, uur H. Mis voor Cornells Leek en
Adriana Groot.
Donderdag 's morg. 8 uur H. Mis voor
Jacob van der Eng8'/2 uur H. Mis
voor Bernard Zurlohe en Maria Mohrman.
V r ij d a g 's morg. 8 uur jaarl. H. Mis voor
Jacoba Oornelisse 81/» uur jaarl, H. Mis
voor Gertruda van Beusekom,
Zaterdag 's morg. 8 uur jaarl. H. Mis voor
Joannes Groen81/, uur H. Mis voor
Elisabeth Groot.
Van de laatste H.H. Sacramenten voorzien
Cornelis van der Gracht.
LANGENDIJK (N.-Scharwoude).
Zondag 's morg. 7 uur stille H. Mis met
onderrichting10 uur Hoogmis met pre-
dikatie; 's midd. 21/» uur Vespers; 'savonds
6 uur Lof, w.o. het Rozenhoedje en de
Litanie tot waardige voorbereiding van
het Aanbiddingsfeest. Na de Vespers ge
legenheid, ook voor kleine kinderen, om
met het scapulier van den Berg Carmel
bekleed te wérden.
In de week de H.H. Missen ten 7 en 81/1 uur.
Op de gewone dagen de Catechismus.
Donderdag en Vrydag 'savonds 7 uur
Lof en predikatie door een Eerw. Pater
Franciscaan, ter voorbereiding van het
Aanbiddingsfeest.
Zaterdag 's morg. van 6uur tot 12 uur
in drie, en van 'smidd. 3 uur af in vier
biechtstoelen gelegenheid om te Biechten,
Zondag pl. viering van het Aanblddings-
feest, 'smorg. 5l/u 71/* en 9 uur stille
H.H. Missen 101/ï uur pl. Hoogmis. Onder
alle stille Missen wordt de H. Communie
uitgereikt en na de Mis van bl/t uur
wederom gelegenheid om te biechten. Het
Allerh. Sacrament zal, van na de H. Mis
van 5Yj uur, den geheelen dag ter aan
bidding zgn uitgesteld, 'i Avonds Sl/2 uur
zeer plechtig Lof, w.o. feestpredikatie,
processie en lofzang Te Deum, tot sluiting
van het feest.
Van de laatste H.H. Sacramenten voorzien:
Tryntje Ryper, hvr. van Cornells Horio.
In den Heer overledenArle Bakker.