Zaterdag 8 Augustus 1908.
TWEEDE BLAD.
jgeE3Élijst©a»
KALENDER
voor de dagen der week.
9 AUGUSTUS.
Een Russisch verhaal.
ONS BLAD.
9 Aug. Zondag. H. Petrus Banden. Evan
gelie: Jezus weent over
Jeruzalem. Lucas XIX
41-47.
10 Maandag. H. Laurentius.
11 Dinsdag. H. Antonius Maria Zaccaria.
12 Woensdag. H. Olara.
13 Donderdag. H. Joannes Berchmans.
14 Vrijdag. Vigilie. Vastendag. H. Euse-
bius.
15 Zaterdag. Maria Hemelvaart. Evan
gelie: Martha en Maria.
Lucas X 38—42.
Negende Zondag na Pinksteren.
Tweede Zondag der Maand.
Les uit den eersten brief van den
H. apostel Paulus aan de Korinthiërs;
X, 6-13.
BroedersLaat ons geen begeerte
voeden tot het kwaad, gelijk ook zjj ze
hebben gevoed. En wordt geen afgoden
dienaars, zooals sommigen van hen,
gelijk er geschreven staathet volk zat
neder om te eten en te drinken, en zij
stonden op om te spelen. En laat ons
geen ontucht bedrijven, gelijk eenigen
van hen ontucht bedreven hebbenen
op éénen dag vielen er drie en twintig
duizend. Noch laat ons Christus op de
proef stellen, gelijk sommigen van hen
Hem op de proef hebben gesteld; en
door de slangen kwamen zij om. En
mort niet, gelijk eenigen van hen ge
mord hebben; en zij kwamen om door
den verderfengel.
Dit alles nu is hun bij wijze van
vóórafbeelding overkomen, en het is
geschreven tot waarschuwing voor ons,
die in het laatste tijdperk der wereld
leven. Derhalve, die meent dat hij staat,
zie toe dat hij niet valleGeene bekoring
taste u aan, tenzij die menschelijk is;
God nu is getrouw en zal niet toelaten,
dat gij boven uwe kracht bekoord wordt,
maar bij de bekoring zal Hij ook de
uitkomst verleenen, opdat gij ze kunt
doorstaan.
-- ivangelie volgens den H. Lucas;
XIX, 41-47.
Te dien tijde, toen Jesus Jeruzalem
naderde en de stad zag, weende Hij
over haar en sprak: mocht ook gij
erkennen, en wel op dezen uwen dag,
wat u tot vrede is! Maar nu is het
voor uwe oogen verborgen. Want er
zullen dagen over u komen, dat uwe
vijanden u met eenen wal omringen en
u insluiten en benauwen zullen van alle
kanten; en zij zullen u tot den grond
toe verdelgen met uwe kinderen, die in
u zijnen zij zullen in u den eenen
steen niet op den anderen latenomdat
gij den tijd uwer bezoeking niet erkend
hebt.
Nadat Hij nu den tempel was binnen
gegaan. begon Hij degenen, welke daar
verkochten en kochten, uit te drijven,
terwijl Hij hun zeideer staat geschre
ven: mijn huis is een huis des gebeds.
Dooh gij hebt het gemaakt tot een
roovershol! En Hij leerde dagelijks in
den tempel.
In een der fraaiste café's van Sint Peters-
burg voerden eenige heeren een druk gesprek
over verschillende onderwerpen. Zoo kwam
ook ter sprake het veelvuldig voorkomen van
diefstallen en aanrandingen op de spoor
wegen. Op eenigen afstand van hen zat een
onbekend heer, die blijkbaar scherp toeluis-
terdo. Eu eens richtte hij een doordringenden
blik op een der heeren, die bijna onafgebroken
het woord had, dan weer op de overigen.
Blijkbaar scheen wat gesproken werd hem
belang in te boezemen, althans hij richtte
zich op, trad op het gezelschap toe, maakte
een diepe buiging en zei op beleefden toon
>Sta mij toe, heeren, dat ik u in de rede
val. Gij spreekt hier over het feit, dat het
aanranden van spoortreinen in dit land bijna
dagelijks voorkomt. En nu vraag ik u, is
het daarom wonder, dat de vrees by mij
zoowel als by het reizend publiek zoo ont
zaglijk groot is In den tegenwoordigen tijd
zou ik het veiliger vinden van een ander
vervoermiddel gebruik te maken, of wel te
voet te reizen*...
«Maar bedenk eens*, onderbrak een der
heeren «bedenk eens dat ge te voet nergens
u aan zooveel meer gevaren zoudt bloot
stellen. Tenminste hier in dit land, met de
heerschende troebelen, het brandpunt der
revolutie. Ik geef u de verzekering, dat het
gevaar grooter zou zijn dan ge meent. Eerstens
loopt gij de grootste kans door wilde dieren
te worden opgepeuzeld, want die zijn hier
genoeg in de hosschen of door een bende
roovers aangevallen en misschien gedood te
worden.*
«Wat gj) zegt, is volle waarheid*, ant
woordde de onbekende. Onlangs echter beleefde
ik een avontuurtje in den trein tusschen
Moscou en Petersburg, dat mij met afschrik
heeft vervuld. Nooit of nimmer zal-men mij
er toe kunnen overhalen, dit reisje nog eens
te ondernemen.
«Ik ben 'a Eranschman ging spreker
na de instemmende teekenen, om het geval
meê te deelen, voort en destyda woonde
ik te Parijs, Belangrijke zaakten noopter --dj
op zekeren dag, voor eenigen tijd naar Moscou
te reizen. Daar kreeg ik van mijn oom, een
bankier, de opdracht, een groote som gelds
naar Petersburg te transporteeren, wijl bij
het niet langs de gewone manier wilde
verzenden. Uit niet overbodige voorzichtigheid
voorzag ik mij van de noodige wapenen.
Ik stak den bundel bankbiljetten in een
stevige portefeuille en naaide deze in de
voering van mijn jas. Zoo achtte ik mij
veilig, geheel onbewust van de vele gevaren,
welke ik ging loopen. Welgemoed stapte ik
in den trein met de vaste overtuiging, dat
ik 'en het geld veilig en wel op de plaats
onzer bestemming zouden aankomen. Boven
dien werd mij nog op 't hart gedrukt, vooral
omzichtig te handelen en goed op te letten,
of ik door niemand werd bespied. Ik deed
zooals mij werd bevolen, doch bemerkte
niets verdachts. In den hoek van een Ieegen
waggon 2e klas vleide ik mij neer, tot mijn
groote blijdschap door niemand gestoord. De
trein vertrok en ik voelde mij volkomen op
mijn gemak. Nadat allerlei gedachten, ook
aan myn vrouw en kinderen mijn brein
hadden doorkruist, maakte, ik wist zelf niet
waarom, zeker angstgevoel zich van mjj
meester. Eindelijk viel ik in een onruBtigen
slaap.
Te middernacht deed een hevige ruk aan
het portier mij ontwaken, en voordat ik nog
goed en wel tot bezinning was gekomen,
werd ik gegrepen door twee gemaskerde
mannen. Met een akeligen grijnslach en onder
het nitstooten van rauwe kreten, terwijl een
hunner den kouden loop van zijn revolver
tegen mijn voorhoofd drukte, deden ze mij
verstaan dat het om mijn geld te doen was,
't welk, zooals ze laconiek opmerkten, in de
voering van mijn jas verborgen zat. Hoe
deze mannen zoo goed waren ingelicht, bleef
mij een raadsel. Ik begreep dat tegenstand
geheel nutteloos en hoogst gevaarlijk zon
zijn en liet ze dus lijdelijk begaan. Zjj gingen
echter alles behalve zacht te werk. Met
geweld rukten zjj my de kleederen van 't
lijf, verscheurden de voering mijner jas en
grepen de portefeuille.
Hoe het kwam weet ik niet, maar eens
klaps viel een der bandieten het masker af,
en in dat korte oogenhlik van ontmaskering
herkende ik tot mijn allergrootste verbazing
in den kerel den kantoorlooper van mijn oom
en gaf daarvan blijk in den onwillekeurigen
kreet: «Ik ken u 1 Gij zjjt Petraroff I* Verder
kwam ik niet. Een schot weerklonk en
kwetste mij gelukkig slechts licht aan het
hoofd. Daarop werd ik vastgegrepen, aan
armen en beenen stevig vastgebonden en uit
den trein geworpen. Met een ontzettenden
smak word ik tegen den grond geslagen.
Wonderlijk genoeg gevoelde ik bjjna in 't
geheel geen pijn, alleen een soort verdooving
greep mij aan. In die houding bleef ik
geruimen tijd roerloos liggen langzamerhand
tot bezinning gekomen, hoorde ik eigenaardig
gerommel als van een naderenden trein, en
spoedig kwam ik tot de ontzettende over
tuiging, dat ik dwars over de rails lag. Ik
wist dat de sneltrein van Petersburg naar
Moscou in aantocht was, enjal... daar, op
eenigen afstand, vertoonde zich reeds het
zwarte monster met zijn vuuroogen. De trein
kon nog slechts ongeveer honderd meters
van m^ verwijderd zijn. Ik poogde mij van
die vreeseljjke plaats af te wentelen en rukte
met geweld aan de stevige banden, die mjjn
armen omknelden, maar er waB geen ver
wrikken aan. Half krankzinnig van angst
gilde ik zoo hard ik kon, maar myn ge
schreeuw ging verloren in 't geratel der
wielen. Alle hoop op behoud had ik reeds
opgegeven, verbeeld u dus mijn geluk, toen
ik zag dat ik vlak hij een seinpaal lag en
het lichtje stond op rood. Ja... goddank I—
de trein stond stil. Toch was hg al qp
weinige centimeters na de plek genaderd
waar ik lag. De machinist had het onveilig
signaal wellicht wat laat opgemerkt. Mijn
hulpgeroep werd nu gehoord. Eenige mannen
sprongen uit den trein en tilden mij heel
voorzichtig op, want de minste aanraking
bezorgde mg de hevigste pijnen. Ik had mg
dus ongetwijfeld vrg ernstig bezeerd. Ver
volgens werd ik naar een goederenwagen
gedragen en daar op eenige matrassen neer
gelegd. Veel rust werd mij evenwel niet
gegund, vanwege nieuwsgierigen, die me
bestormden met allerlei vragen, waarvan ik
Blechts heel enkele kon beantwoorden. Geheel
uitgeput viel ik eindelijk in slaap. Daaruit
ontwakend, lag ik in een der hospitalen van
Moscou. Een oude grijze dokter met vriende
lijk voorkomen onderzocht mg. Ik had eenige
ribben en een arm gebroken. Zoodra ik
verbonden was, verscheen een commissaris
van politie aan mgn bed. Ik deelde hem
alles tot in de nauwkeurigste hgzonderheden
mede. «Dus u bent er van overtuigd, dat de
aanrander Pretaroff was, de kantoorlooper*,
vroeg hg na een kleine pauze. Mgn antwoord
was bevredigend. «Goed I Dan zal ik even
naar uw oom telephoneeren*, zeide hg. Geef
mg ign adres op en dan wil ik u verder
niet meer lastig vallen.* Ik voldeed aan zgn
verlangen en hg ging heen. Na verloop van
zes weken was ik weer in zooverre hersteld,
dat ik het ziekenhuis kon verlaten, Ik werd
toen als bestormd door verslaggevers van
couranten, die een kiekje van mij wilde
nemen. En daarmede waren zg nog niet
tevreden, ik werd bovendien door verschei-
denen tot vervelens geïnterviewd.
Ook de chef der politie bracht ons een
bezoek en vroeg, of ik mg in dienst der
politie wilde stellen. Ik had nu zooveel on
dervinding opgedaan, dat hij mij bgzonder
geschikt achtte. Natuurigk kon ik daartoe niet
besluiten zonder de zaak ernstig overwogen
te hebben, doch hield het in beraad.
Gg begrgpt het tooneel van vreugde, toen
ik in Frankrgk mijn vrouw en kinderen
wederzag, en hoe blyde de eerste was, toen
zg vernam, dat mij in Rusland, haar land,
een belangrijke post bij de politie was
aangeboden.
Zoodra mogeigk vertrokken wg naar St.
Petersburg. Daar ik reeds vroeger in Rusland
een school tot opleiding van rechercheurs had
gevolgd, werd ik weldra aangenomen en in
dienst gesteld. Gg begrijpt dat mijn eerste
werk was den heruchten Pretaroff, naar wien
steeds vruchteloos was gezocht, op te sporen.
Twee lange jaren heb ik geheel Rusland door
snuffeld en dezer dagen mocht ik eindelijk
het geluk smaken, hem en zyn handlangers
te ontdekken. Ik heb hen overal gevolgd,
zelfs tot hier, op deze plaats I Het dichtst
hij mij zit de bewuste Pretaroff, zei de
vreemdeling plotseling met verheffing van stem
tot den doodsbleeken man, die reeds gedu
rende het geheele gesprek tevergeefs zijn
beven had pogen te verbergen.
«Hg is het*, vervolgde hij, op den mis
dadiger wyzende, «en de heeren tot wie ik
spreek, zijn zijne handlangers.*
Alle heeren wilden vluchten maar op een
wenk van den vreemdeling schoten ijl'ngs
verscheiden politiebeambten toe, en aan ont
komen viel niet te denken. Pretaroff werd
tot levenslangen dwangarbeid veroordeeld en
opgezonden naar Siberië, zgne handlangers
kregen mede loon naar werk en Rusland
telde een stelletje allergevaarlijkste treinplun-
deraars minder.
MasieiJ©*© dsoQm.
En is 't nu heusch echt, écht haar?
vroeg Marietje weer, nog in heftige verbazing
over 't niet geheel geloofde vertelsel.
Ja, zeker, heelemaal echt, bevestigde
zus weer. O, je moest 't 'ns zien. 't Is hee
lemaal zacht en 't glanst en 't is zoo lang
't hangt heelemaal op d'r rug.
Echt haar, fluisterde Marietje nog in
verrukking, de magere, doorschijnende hand
jes vouwend.
Ja... en dan de kop, zie je, die is
zoo mooi rose en mooie blauwe oogen. Ze
heeft 'n Schotsch jurkie met groote ruiten
en 'k geloof, dat 't heelemaal van zy is en
kleine schoentjes an, heelemaal verlakt en
van voren 'n klein strikje, ook van zij.
Marietje lag stil in d'r bedje in al hooger
stijgende verrukking. Van zoo iets wonders
had ze nog nooit gehoord. Zóó'n pop had
ze nog nooit gezien. Al heel lang was ze dan
ook niet op straat geweesthad stil in haar
bedje moeten liggen. Maar 'r was 'n ver
langen in haar naar al 't moois buiten en
daarom had ze zoo graag dat zusje bij haar
bedje kwam zitten om 'ns wat te vertellen.
En vandaag had ze toch verteld van de
winkels, die nu tegen St. Nicolaas zoo mooi
waren en van 'n pop, die ze gezien had...
nee maar, zóó'n wonder pop, héél groot, met
écht haar en 'n zgden Schotsche jurk, Ma
rietje had nooit gedacht, dat er zóó iets be
stond. En die pop, vertelde zus verder, die
zat op 'n stoel midden in de winkelkast,
en den heelen dag stonden er kinderen naar
te kijken.
Marietje was er heelemaal vol van. En ze
vroeg zus om er eiken ochtend en avond,
als ze naar school ging, langs te gaan en
dan moest.ze kijken of ze 'r nog wel was
en Marietje ervan komen vertellen. En in
de gedachten van Marietje zoo'n heelen dag
lang, als ze maar stil in haar bedje lag,
was de pop het mooiste. De pop was alles
en ze trachtte zich levendig voor te stellen,
hoe 't nu eigenlijk wel was, de Btraat, de
winkel en in de kast de pop tronend, vrien-
deigk kgkend naar de kinderen huiten, die
de neuzen platdrukten tegen de ruiten.
O, als ze toch 'ns zoo'n pop had. Ze zou
'r voor haar bed zetten, overdag op 'n stoeltje
en dan kon ze er mee praten, als 'r nie
mand was. En 's nachts zou ze dan bg 'r
kunnen slapen. De pop zou nóg 'n zusje
voor haar zijn en als ze misschien... mis
schien later 'n op mocht zitten in bed, dan
zou ze kleertjes maken voor 't nieuwe zusje.
Zoo bouwde ze in haar bedje lichtgulden
visioenen, waarvan ze toch wel wist, dat
niets komen zou. Want zoo'n pop was
duur... véél te duur. Maar in de lichte droo-
men van 'n geluk, zag ze 't harde der wer
kelijkheid maar liefst voorbij.
Als zus thuis kwam, werd direct naar de
pop gevraagd. «Is ze 'r nog Hebben ze 'r
nog niet weggehaald Zit ze in de winkel
kast of hebben ze 'r weggehaald Dan
kwam zus lachend bg 'r bedje zitten en be-
bon maar weer alles van de pop te ver
tellen.
Nou is ze nog mooier, vertelde ze dan.
Ze hebben 'r 'n hoed opgezet... 'n grooten,
breeden hoed, net écht, en 'n groote veer
'r bovenop... 'n veer met allerlei kleuren en
ook 'n paar bloemen hebben ze op den hoed
gedaan.
Toen was zusje haast in extase. Zóó'n
pop-., met 'n jurk aan en 'n hoed op.
's Nachts droomde ze ervan.
Waarachtig, daar kwam ze binnen... daar
was de pop. Heel statig, wat styf, kwam ze
binnenmarcheeren de groote, blauwe, glazige
oogen keken naar Marietje. Duideigk zag
Marietje al de kleuren op de veer van den
grooten hoed. Doodbedaard nam ze 'n stoeltje
en ging naast het bed zitten.
Dag, zei ze en gaf Marietje 'n koude
stgve poppenhand.
Dag, zei Marietje... Hoe kom jg
zoo hier
Ocb, ik ben wat gaan omloopen, zei
de pop onverschillig, 't Is zoo vervelend, als
je zoo'n heelen dag in de winkelkast moet
zitten.
Altijd in je bed te moeten liggen is
nog vervelender, zei Marietje triest.
Och, da' weet 'k nog niet, zei de pop.
Je hebt geen last van die vervelende men-
schen. Als 't nou alleen maar kinderen
waren, die kwamen kijken, dan zou 't nog
wel gaan, zie je. Kinderen vind 'k natuurlijk
wel aardig, maar die groote mentchen, die
houen je eigenlijk voor den gek. Die zeggen
dan altijdkijk die daar 'ns zitten of die
madam verbeeldt zich ook 'n heele boel. En
dat is vervelend, zie je.
Maar... maar, zei Marietje aarzelend,
waarom doe je 't dan Blijf dan niet in die
winkelkast en kom hier en bigf bij mij.
Ja... hm... zei de pop. Ik zou wel
willen, zie je, dat is 't niet. Maar eigenlijk
moet ik verkocht worden, da's eigenlijk m'n
vak. Zou jij me niet kunnen koopen?
Je bent zoo duur.
Ja, dat 's wel waar. Zie je. 'k Zou
wel graag by je willen bly'ven, jij zou me
altijd wel goed behandelen. Als je zoo bij
die fijne lui komt, dan ben je 'n tydlang
in de gratie, maar dan stoppen ze je in 'n
kast en kijken niet meer naar je om. Dat
zou bij jou niet gebeuren.
Neen.
'n Tgdje waren ze stil. De pop staarde
stijf voor zich uit.
Ben je altijd ziek? vroeg ze eindelijk.
Ja, altijd, zei Marietje droevig.
't Is vervelend. Ik zal 'ns vragen,
of ik bg je mag komen, maar ik denk wel
van niet... Maar nu moet je gaan slapen,
hoor, 't is al laat.
Ga je dan al weg? vroeg Marietje.
Neen, ik blyf nog wel 'n tijdje bij je
zitten. Maar ga dan slapen, 'k Blyf zoo
lang als ik kan.
Met 'n schok werd Marietje wakker.
En dadelijk stond alles van de pop haar
weer klaar voor den geest..
Zou 't waar gebeurd zijn? Zou de pop
er zijn Even boog ze zich over den rand
van het bed heen. Maar er was geen stoel
en er was geen pop.
Toen moeder even later bij haar bedje
kwam, zag ze twee groote, smartelijke tranen
in de ooghoeken.
Wat scheelt 'r aan, kleintje vroeg
moeder verschrikt.
'k Hob van de groote pop gedroomd,
dat ze hier gekomen was en... en nou is
ze d'r niet.
Moeder troostte haar wat met lieve,
sussende woordjes. Ja, die pop... maar 't
was te duur, véél te duur.
's Avonds sprak ze er met vader over.
Die keek heel ernstig. Tjonge... zoo'n pop...
makkelijk gezegd, maar wéér moest-ie 't geld
er voor vandaan halen. Maar hij bleef 'r
toch over prakkizeeren, zoo ernstig, dat z'n
pgp uitging.
Den volgenden avond ging-ie 'r 'ns op
uit. Naar al de familieleden. Vertelde van
Marietje, van de pop en van Marietje's
droom. En tante Marie had medelijden met
»'t arme schaap' en gaf wat. De andere
tantes ook. Oome Jan, 'n oude brompot,
wou 'r eerst niks van weten... dédr had-ie
geen tgd voor, maar toen-ie van den droom
hoorde, trok ie toch bij, gaf nog 't meeste
van allemaal. En zóó kwam 't geld bg el
kaar... waarachtig 't kwam.
Marietje bad in al die dagen niets meer
van de pop gehoord en 'r ook niet meer
van gedroomd. Toch keek ze eiken morgen
over den rand van 't bed, of ze niet ge
komen was.
En op 'n morgen... daar zat... méér daar
zat. Ze moest huilen van geluk en strekte
de magere, doorschgnende handjes uit.
De pop zat op 'n stoel bij het bed. Haar
groote, blauwe, glazige oogen staarde naar
Marietje.
ALKMAAR.
Parochie van den H. Laurentius.
Zondag 's morgens en 8 uur stille
H.H. Missen10 uur gezongen Hoogmis
3 uur Vespers 's avonds 6 uur Lof met
predikatie ter eere van het Onbevl. Hart
van Maria voor de bekeering der zondaren.
Maandag, feestdag van den H. Laurentius
Patroon dezer stad en parochie, 's morg.
61/, en 8 uur stille H.H. Missen 10 uur
pl. Hoogmis; 's avonds 7 uur pi. Lof en
feestpredikatie door den WelEerw. Heer
H. v. d. Boogaard, kap. te Bergen.
Woensdag 's morg. 9 uur gez. Maand
stond voor Mej. de wed. Oudejans—Briefjes;
's avonds 7 uur Lof ter eere van den
H. Joseph,
Donderdag 's morg. 8 uur stille Maand
stond voor Petrus Holkamp 9 uur gez.
H. Mis ter eere van het H. Sacrament
en het H. Bloed van Mirakel's avonds
7 uur Lof voor dezelfde intentie.
V r g d a g 's avonds 7 uur Lof ter eere van
het Allerh, Hart van Jesus.
Zaterdag, feestdag van Maria-Hemelvaart,
's morg. 6*/i en 8 uur stille H.H, Missen
10 uur gez. Hoogmis met predikatie
's avonds 7 uur Lof ter eere van Maria.
Parochie van den B. Dominicus.
Zondag 's morg. 6, 71/J en 9 uur stille
H.H. Missen lO'/j uur Hoogmis 's midd.
3 uur Vespers's avonds 5 uur Congregatie
Maandag, 40 jarig Priesterfeest van den
Z.Eerw. Heer Pastoor J. F. Hegs, 'smorg.
9 uur solemneele H. Mis van dankbaar
heid met Veni Creator, waarbij de parochia
nen worden uitgenoodigd. Na de H. Mis
Feestlied. Van 1—3 uur receptie in de
pastorie, 's Avonds 6 uur gelegenheid om
te Biechten.
Dinsdag 's morg. 9 uur gez. H. Mis ter
eere van den H. Antonius. Dien dag volle
aflaat voor hen die aan de Processie naar
Den Briel op Woensdag zullen deelnemen,
's Avonds 7 uur Veni Creator-Lof en
predikatie ter voorbereiding voor die
Processie,
Woensdag 's morg. 4I/a uur stille H.H,
Missen en ten 9 uur in de kerk.
V r g d a g, vigilie van O. L. Vr. Hemelvaart,
geb. vastendag's avonds 7 uur Lof.
Zaterdag, feestdag van O. L. Vr. Hemel
vaart, geb. Heiligendag, 's morg. 6, 71/, en
9 uur stille H H. Missen ÏO1/* uur solemn.
Hoogmis's namidd. 3 uur Vespers
's avonds 7 uur Lof met predikatie.
A.s. Zondag wegens het jubilé van den
Z.Eerw. Pater E. Jansen ten 10x/2 uur de
solemneele Hoogmis.
Zondag 16 Aug. a.s. St. Joseph-Club, Afd. A
9 uur Afd. B 101/1 uur Afd. C 71/s uur
HEILO.
Zondag 'smorg. 7 uur H. Mis met onder
richting 91/J uur Hoogmis met predikatie
'smidd. lVa uur Catechismus; 2l/j uur
oefening van den H. Kruisweg, waarna
vereering van de Reliquie 's avonds 7 uur
Lof ter eere van O. L. Vrouw ter Nood.
Van Maandag tot Zaterdag de H,H. Missen
ten 71/s uur.
V r ij d a g, vigilie, geb. vastendag, 's midd.
van 4 uur af gelegenheid om te Biechten.
Zaterdag, hoogfeest van Maria ten Hemel
opneming, te vieren als Zondag, de H.H,
Missen en de Vespers als op Zondag. Na
de Vespers gelegenheid om te Biechten,
's Avonds 7 uur Lof ter eere van Maria,
welk Lof ook zal worden gehouden dage
lijks 7 uur gedurende 't octaaf.
Op gewone dagen de Catechismus.
Zondag feest van den H. Joachim, vader
der Allerh. Maagd.
BERGEN.
Zondag 's morg. 7 uur Vroegmis 91/, uur
Hoogmis 's midd, 1 uur Catechismus
2 uur Vespers. Daarna De Profundis.
Maandag 's morg. 8 uur H. Mis.
Dinsdag 's morg. 9 uur gez. Huwelijksmis.
Woensdag 's morg. 41/3 uur H. Mis voor
de Bedevaartgangers naar Den Briel.
Donderdag 's avonds 7 uur Lof ter eere
van het H. Sacrament.
V r ij d a g, geb. vastendag, 's namidd. van
af 4 uur gelegenheid om te Biechten.
Zaterdag, feestdag der ten Hemel op
neming van Maria, 's morg. 7 uur H. Mis;
9l/s uur Hoogmis 's midd. 2 uur Vespers.
Catechismus op Maandag en Vrijdag voor
de kleinen, op Vrijdag voor de grooten.
SCHOORL.
Zondag 'smorg. 7 uur stille H. Mis;9V»
uur Hoogmis; 'smidd. 11/4 uur Catechis
mus 2 uur Vespers.
Woensdag en Donderdag Catechismus.
Donderdag 's avonds. 7 uur Lof met
Rozenhoedje.
Zaterdag 'e morg. 7 uur stille H. Mis
91/s uur Hoogmis 's midd. 2 uur Vespers.
LIMMEN.
Zondag 's morg. 7 uur H. Mis9'/j uur
Hoogmis 's midd. l1/2 uur Catechismus;
uur Vespers.
In de week de H.H, Missen alleen om 8 uur.
Donderdag geen Lof.
V r ij d a g, vigilie Maria Hemelvaart, geb. te
vasten, 's namidd. van 4—7 uur gelegen
heid om te Biechten
Zaterdag, feestdag van Maria-Hemelvaar'
de Missen als op Zondag 's midd. 2 r
Ve-pers met Rozenhoedje, waarna gele/0
heid om te Biechten.
EGMOND-BINNEN.
Parochie van den B. Adelbertus.
Zondag, feestdag van den H. Petrus-Banden
's morg. 7 uur H, Mis voor de parochie;
9t/j uur Hoogmis; 'smidd. 1 uur onder
richting in de Bijb. Gesch.2 uur Vespers
met Rozenhoedje.
Maandag feestdag van den H. Laurentius,
Diaken en Martelaar, bijzondere dag van
devotie.
Woensdag feestdag van de H. Clara,
Maagd, alsdan de jaarlijksche Bedevaart
naar de graven onzer Gorkumsehe Marte
laren te Brielle, 's avonds 7 uur Lof ter
eere der H.H. Martelaren met Rozenhoedje
voor de bekeering der ongeloovigen.
V r ij d a g, vigilie tot volgende feestdag,
alsdan geboden vastendag.
Zaterdag, feestdag van de ten Hemel-
opneming der Allerh. Maagd, 's morg. 7 uur
H. Mis 9 Y2 uur pl. Hoogmis voor het
geesteigk en tgdelijk welzgn der parochie
's avonds 7 uur pl. Lof,
SCHAGEN.
Zondag 's morg. 7 uur H. Mis91/g uur
Hoogmis'b midd, ll/1 uur Catechismus
21/. uur Vespers.
Woensdag 's morg. 8 uur gez. H. Mis,
Donderdag 's avonds 7 uur Lof.
V r g d a g geboden vastendag.