E&. Kath. Nieuws- en Advertentieblad
Noord-Bolland.
No. 80.
Zaterdag 3 October 1908.
2,le Jaargang
FEUILLETON,
Verschijnt Woensdag en Zaterdag.
Be zestiende Mei.
Buitenland.
Staat en Armenzorg.
ONS
BLAD
ABONNEMENTSPRIJS
60 cents per drie maanden franco aan huis. Te betalen in
het begin van ieder kwartaal.
Afzonderlijke nummers3 cent.
Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Ons Blad".
BUREAUHoogstraat b/d. Langestraat te Alkmaar.
Telefoon No. 266.
ADVERTENTIËN:
Van 15 regels30 cent.
Elke regel meer 6
Reclames per regel 15
III. (Slot.)
In Engeland werd geen onderscheid
gemaakt tusschen de verschillende soor
ten van armen; men scheen te meenen,
dat alle armoede ontstaan is door lui
heid of eigen schuld en daarom werden
alle behoeftigen zonder te letten op
eenig verschil in de staatswerkhuizen
opgenomen; oud en jong, goeden en
slechten werden onder één dak ver-
eenigd en tot hard werken tegen een
gering loon gedwongen. Deze maatregel
was wreed en noodeloos hard voor hen,
wier armoede niet aan eigen schuld
te wijten was, en deze zijn verreweg
de meesten in getal. Ook werkt zulk
een maatregel zeer demoraliseerend.
"Wil men een goede regeling van de
armenzorg mogelijk maken, zoo is het
op de eerste plaats noodig de armlas
tigen te onderscheiden. Men vindt dan
3 klassen, nl. zij, die niet tot werken
in staat zijn; zij, die bij een goeden
wil. om te werken, geen werk kunnen
vinden en ten laatste zij, die niet willen
werken en dezen maken gewoonlijk
nog geen 5 procent der armen uit. Men
begrijpt gemakkelijk, dat men, om te
weten tot welke soort de armen be-
hooren (vooral de laatste categorie moet
steeds goed in het oog worden gehouden)
onderzoek en controle moet uitoefenen.
Om dit onderzoek en die controle
gemakkelijk en doeltreffend te maken,
zijn verschillende middelen uitgedacht,
doch een regeling in den geest van het
Elberfeldsche stelsel acht men tegen
woordig het best. De hoofdpunten van
dit stelsel, in 1853 op initiatief van
Daniel van der Heydt te Elberfeld in
werking getreden, zijn: lePersoonlijke
behandeling, waarvoor noodig is een
groot aantal armbezoekers, die niet meer
dan 2 4 gezinnen in behandeling
krijgen. Ieder bezoeker neemt een wijk
of een gedeelte daarvan voor zijn reke
ning, zoodat hij, die ondersteuning ver
langt, zich moet wenden tot den arm
bezoeker van zijn wijk. 2e Vrijwillige
medewerking der burgers, want het
ambt van armbezoeker is een onbezol
digd eereambt, alleen geschikt voor hen,
die hart hebben voor de zaak. 3e De
centralisatie, d. w. z. dat de armbezoe
kers wel onder toezicht staan van een
centraal college, doch een zelfstandig
college vormen, hetwelk zoo nu en dan
samenkomt, om, binnen zekere grenzen,
over de uitkeering te heslissen. Hier-
Historische Roman nit het Duitsch, van
HERMAN HIRSCHFELD,
bewerkt voor ONS BLAD
2)
•Met welk recht vergrijpt gij u aan het
eigendom van mijnheer Lafont riep hij
heftig. >Uw haat en uw ijverzucht tegen den
man, die u als bedrieger ontmaekerd heeft,
komen in opstand. Gij, lieve Lafont, begeleid
my naar de gravin. Gjj zijt een goed ruiter
nog hedenavond moet gij voor een gewich
tige zaak naar Orleans. Voor middernacht
kunt gij weder hier zijnhet geldt een
dringend verzoek mijner echtgenoote te
bevredigen. Gij, Gregorowitech, antwoord
my. Gij waart bij den markies d'Ormond in
Orleans
•Ja vadertje.»
Deze by de Russische bedienaren ge-
bruikeiyke benaming klonk erg komiek in
Gregorowitech mond, want zyn heer wae
even oud als hy.
•Gy zaagt Alexia, mijn zoon
•Ja, vadertje. De knaap bloeit als een
ïoos in den dauw, maar de oude dame wenecht,
dat men hem spoedig kome halen en...»
•Zijt gij ook met mijn schryven bij den
dokter geweest onderbrak hem de graaf,
zonder dat zijn stem haar strengen toon
Verloor,
•Hier is het antwoord.»
De dienaar reikte aan zyn heer een ver
zegelden brief over, dien graaf Schnselkoi
by zich stak,
door ontstaat een verantwoordelijkheids
gevoel, wat de toewijding vergroot.
Het resultaat te Elberfeld met dit
stelsel behaald, was zeer gunstig. De
grondgedachte van dit stelsel was niet
speciaal Elberfeldsch, doch vormde reeds
in 1833 den grondslag der vereeniging
van den H. Vincentius a Paulo.
Zulk een inrichting van openbare
armenzorg is natuurlijk voor een kleine
gemeente, waar allen elkanders doen
en laten kennen, geheel overbodig. Het
is eigenlijk geen directe openbare armen
verzorging, daar het de belanglooze
medewerking vraagt van vele personen,
maar het staat tusschen openbare en
bijzondere armenzorg in, ja, het is voor
de bijzondere liefdadigheid het meest
geschikt.
Bij de bedeeling der armen door de
gemeente, is vroeger een vrij lastige
kwestie gerezen nl. welke gemeente
den armlastige moet onderhouden, die
naar een andere plaats is vertrokken,
daar waar hij geboren of vroeger gerui-
men tijd gewoond hefëft. Van 1854—'70
werd de opvatting gehuldigd, dat de
geboorteplaats van den arme de kosten
van zijn onderhoud moet dragen, doch
hierdoor zijn eindelooze klachten en
geschillen opgekomen. Daarom werd in
1870 bepaald, dat de verblijfplaats den
armlastige moet onderhouden, welke
bepaling veel vereenvoudiging beeft tot
stand gebracht, maar ook zijn eigen
aardige bezwaren kent, welke echter
nooit geheel zullen worden opgelost.
Verder nog de vraag, wie de kosten
der armenverzorging zal dragon, het
Rijk of de G-emeente Veel is daarover
gesproken en geschreven. Sommigen
meenden, dat het Rijk en de Gemeente
elk voor een deel den onderstand zou
den uitkeeren maar welk gedeelte
van dien last zal ieder dan moeten
dragen? De bepalingen hierbij te maken
zouden wederom tot andere moeilijk
heden aanleiding geven. De meest ge-
wenschte regeling voor armenzorg is,
dat de gemeente, waar de arme zich
bevindt, hem ondersteunt zoo ten minste
de bijzondere liefdadigheid niet voldoende
in den nood voorziet Wanneer een
gemeente hiertoe niet bij machte is,
moet zij van Rijkswege worden ge
holpen, niet om haar armenzorg, doch
omdat zij zelve nooilijdend is.
Met deze conclusie sluit Pater Raaij-
makers zijn leerzame en met voorbeelden
en statistieken rijk gedocumenteerde
brochure en wij hopen, dat onze korte
uiteenzetting van zijn verdienstelijken
Goed, dan zijn uwe dienalen afgeloopen.
Van heden af, zijt gij geen lid meer van
mijn huis. TT w vader was een trouwe dienaar
van den mijne en daarom zal ik niet strenger
met u te werk gaandoch uwe tegenwoor
digheid hindert mij. Morgenvroeg keert gij
naar Rusland terug.»
Gregorowitech word bleek.
•Vadertje, stoot mij niet van u weg,» zei
hij op smeekenden toon. »Toen u de groote
Katbarina verbande, omdat gij met graaf
Besbonko gevochten hadt, naamt gij my met
n als den trouwsten dienaar en nu...»
Nu zie ik, dat ik my vergist heb. Gij
gaat: myn woord is onherroepeiyk.»
En zich tot Lafont wendend, voer de graaf
voort
•Kom mee in 't slot, er schynt een on-
weder te komen opzetten: God beware ons
voor een stormigen nacht.»
Zonder nog eenmaal naar Gregorowitsch
om te zien, ging hij het slot binnenLafont
liep naast hem.
Niet op de hooge, deftige gestalte van
zyn heer rustte het oog des dienaarsmet
een uitdrukking van onbeteugelde drift keek
hij naar den man aan diens zyde. sVer
jaagd», mompelde hij dof voor zich zei ven
heen, >om zijnentwille verjaagd. Het zal een
stormigen nacht geven, meende de graaf
een stormigen nacht en mijn doodsvijand
rijdt naar Orleans. >Trek niet door het
donkere woud, heet hier in dit land een oud
lied, dat my de kamenier der gravin gisteren
voorzong; trek niet door het woud.»
Langzaam en met gebogen hoofd verwy.
derde hy zich en ging naar het zygebouw,
waar zich zyn woning bevond.
Lafont was met den slotheer in diens
werkkamer gegaan.
arbeid voor velen, die belangstellen in
de kwestie: Staat en Armenzorg, een
aansporing moge zijn, om de brochure
zelf te bestellen en te bestudeeren.
Dultschland.
De spoorwegramp te Berlijn.
Uit het verhoor van het dienstpersoneel
van de Berlijnsche Hochbahn, dat betrok
ken is by het vreeselijke ongeluk, bleek,
dat inderdaad de wagenbestuurder Schreiber,
die door een op halt staand sein reed, de
schuld draagt van het ongeluk.
Niettemin moeten er volgens het Ber
liner Tageblatt» by den dienst op de Hoch
bahn tal van ernstige misstanden bestaan.
Zoo is het den conducteur van den tram
trein b.v. niet mogeiyk de deur, die het
binnenste van den wagen scheidt van de
Btaanplaats des bestuurders te openen. Wan-
neer deze laatste dus plotseling onwel wordt,
kan hem geen hulp geboden worden, noch
is men in staat den wagen lot Btilstand te
brengen.
Een seinwachter, die onlangs waarschuwde
dat op eenige blokhuizen de seinen niet be
hoorlijk functiozneerden, werd ontslagen,
Ten slotte klaagt het personeel over veel
te langen diensttijd. Diensttydeu van 14 uur
achtereen zijn geen zeldzaamheid zoodat een
groot gedeelte van het personeel chronisch
overwerkt is.
De z.g. noodrem voor de passagiers werkt
alleen op den electrischen stroom, niet op
de wielen. Trekt meu daar dus aan, dan
wordt wel de stroom uitgeschakeld, maar de
wagen wordt niet tot stilstand gebracht. Bij
gebrek aan een politievoorscbrft op het aan
tal passagiers worden in wagens voor 30
soms over de 100 reizigers vervoerd.
Blijkt dit alles juist, dan moet men er
zich over verwonderen, dat niet eerder vree-
selyke ongelukken het gevolg zijn geweest
van deze grove nalatigheid der betrokken
Maatschappijen.
Frankrijk.
De kerkvervolging.
In de eerstvolgende dagen heeft de alge-
meene raad van het departement der Seine-
Inférieure over de overdracht van een reeks
van grondstukken en andere eigendommen,
tot dusver behoorend aan het diocees van
Rouaan, te beslissen.
Het gaat daarbij om het groot-seminarie
van Rouaan, het klein seminarie van Mont
aux Malades bij Rouaan, een kerkelijke stich
ting in Boetot, een kapel in Aumale, ver
scheidene papieren van waarde van het
vroegere bisschoppelijke kapitaal, enz. Alles
•Ik ben benieuwd te lezen, wat dokter
Dupuis over den toestand van onze dierbare
zieke schryft, nadat hij met den dokter uit
Parys consult gehouden heeft,» zeide de
graaf. »Gave God dat een einde werd ge
maakt aan myn somber voorgevoel
Hij brak het schrijven open, dat Gregoro
witsch hem gebracht had, en las het; Lafont
bemerkte, hoe zijn aangezicht smartelijk
vertrok en een traan op den brief viel.
God moge mijn dierbare Armande be
hoeden,» hervatte de graaf.
De dokter schrijft, dat in baar toestand
de minste opgewondenheid eene bioedspu
wing kan te voorschyn roepen, waartegen
de verzwakte natuur der gravin niet bestand
is. Zorgvuldige verpleging met vermijding
van iedere opwelling, is het eenige heil
middel dat de dokter voorschrijft; en niet
waar Lafont, ook gij zult my bijstaan
gij, de oude vriend mijner echtgenoote, en
hoop ik, ook de mijne, de vriend des hove
niers, die zoo gaarne de liefeiyke bloem der
aarde behouden zou
Lafont maakte een beweging, als wilde
hij vóór de voeten van den graaf zinken.
•O heer graaf», stamelde hy, uwe goed
heid maakt mij verlegen na hetgeen een
ellendeling zoo even waagde te zeggen, had
ik niet het hewustzyn, dat ik met een rein
geweten myn oogen tot u zou mogen op
heffen».
•Ik ken u, Lafont», sprak de graaf fee
der, >gij zijt te edel om uw binnenste le
verbergen. Reeds toen ik naar de hand dong
van Armande, kende ik uw stille genegen
heid voor de nicht uwer meesteresik hield
u in 't oog en zag u strijden en zegevieren.
Toen u het lot niet gunde, Armande als
uwe vrouw weg te voeren, wist ik, dat gij
by elkaar een som van ongeveer 2 millioen
vertegenwoordigend.
De aartsbisschop van Rouaan, Mgr. Fuzet,
heeft nu aan den voorzitter van den alge-
meenen raad, den afgevaardigde Bignon, een
schrijven gericht, waarin hy de onrechtvaar
digheid van deze devolutie aantoont. Men
had, zoo heet het daarin, inplaats van nieuwe,
anti kanonieko organisaties op te richten, om
aan haar deze eigendommen over te dragen,
liever de vereenigingen, die tot dusver het
beheer dezer goederen hadden, ook voi?r het
vervolg dit moeten laten houden en haar
rechtspersoonlijkheid moeten verleenen. Wilde
men dit niet, dan had men ze onder Bequester
kunnen laten tot den dag, waarop een over
eenkomst tusschen Kerk en Staat zou zyn
gevonden, die voor beide partyen gewenscht
is. De aartsbisschop wil echter geen verjaring
der kerkelijke eischen laten ontstaan en toe
kent daarom tegen de devoiutie protest aan.
Ten slotte doet de-bisschop het voorstel,
de goederen aan de nieuw opgerichte seminarie-
scholen en andere inrichtingen toe te wyzen,
die het doel der verschillende vrome stich
tingen alleszins beoogen.
Eenigen tijd geleden berichtten wij, dat
de iiquidateur van de Karthuizerbezittingen
voor het gerecht van Grenoble een oude
kerk en het kerkhof van Saint-Christophe in
het departement Ieère voor 500 en 250 francs
had verkocht. Nu hebben de inwoners van
Saint-Christophe inzamelingen gehouden om
een hooger bod te kunnen doen en zoo kerk
en kerkhof terug te kunnen koopen.
De stad Bourges heeft voor 186.400 francs
de grondeigendommen van het voormalige
klooster der Zusters van het H. Hart ver
worven.
Een fraai staaltje
van wat men in Frankrijk onder uegeering»
en •justitie» verstaat, wordt door den corr.
van het Hbl verteld.
In de Voix du Peuple verscheen dezer
dagen de volgende oproep aan de recruten
der nieuwe lichting
Soldaten, schiet niet 1 Gij zijt niet in de
kazerne om de arbeiders te vermoorden.
Indien eenig commando tot dooden u
in de ooren klinkt, weest dan voltrekkers
der gerechtigheid en geen moordenaars.
Schiet zonder medeiyden op dengene,
die last geeft tot moord en doodt hem,
hoeveel galons by ook hebben moge.
Alle ministerieele bladen drongen erop aan,
dat tegen den schrijver van deze opruiende
taal een vervolging zou worden ingesteld.
Maar minister Briand heeft er nog geen last
toe gegeven. Want naar de Voix du Peuple
Woensdagmorgen vol leedvermaak vertelde
minister Briand was het, toen nog mear
advocaat Briand, die de vryspraak wist te
niet zcudt toornen op hem, die gelukkiger
was maar ik wist ook, dat ik, t06n ik u
verzocht, ons in ons huis te volgen, een
vriend won, op wiens trouw ik mocht reke
nen, al was het slechts alleen ter wille van
Armande».
•Vraag mijn leven en ik leg het aan uwe
voeten neer», riep Lafont begeesterd uit.
Goed en bloed voor u en uw buis, dat
zweer ik, zoo waar ais God mij hoort en
mij straffen kan, als ik daaraan te kort schiet».
•Ik neem uw eed aan», hervatte Scbu-
selkoi, >al kan ik, arme banneling, u niet
beloonen, zooals ik het zou willen. O mijn
Rusland, wanneer zie ik u weder
•En is de reden uwer verbanning van
dien aard», vroeg Lafont, »dat een verzoek
schrift aan uwe keizerin om te mogen weder-
keeren, onvervuld zou blijven
Kan ik Armande in de koude van het
Noorden overplanten hernam Schuselkoi.
•Katbarina zou myn terugkeer wel toe
staan de reden mijner verbanning 1b. geen
staatsgevaariykeeen duel met een bloed
verwant van graaf Besbodko».
De attaché van het Russisch gezantschap
te Parys vroeg de secretaris.
Dezelfde. De graaf is myn doodsvyand».
Voor de eerste maal verloren de trekken
van Schuselkoi hun rustige, ernstige uitdruk
king en namen die van den haat aan.
•Luister», ging hy voort, >en beslis dan
zelf. Constanstyn Besbodko groeide met my
op in het buis van onzen oom. Door zijn
vleiery maakte hij zich bemind; mij noemde
men een droomer. Zyn baldadige streken
werden my aangewrevenvoor zyn uitge
latenheid moest ik boeten. Hy nam mijn
werk in de krijgsschool weg, en ging met
mijn roem stryken. Ik y er droeg zyn over-
bewerken van den man, die deze taal een
jaar of wat geleden, tijdens een mynwer-
kersstaking, in een departementaal blaadje
neerschreef 1
De heer Briand is, gelijk men weet, thans
minister van Justitie.
Spanje.
Voor rookers.
Den 30aten September zou te Madrid een
aanbeeteding gehouden worden voor de leve
ring van Havanna-sigaren voor de Spaansche
regie. Een groot aantal sigarenfabrikanten te
Havanna zouden mededingen naar de levering
van een twintigtal contracten, ten einde den
Spaanschen handel van een even groot aantal
merken Havannasigaren te voorzien.
De tabakhandel in Spanje staat onder
controle van het gouvernement. Dit maakt
gewoonlijk contracten met een zeker aantal
fabrieken om in zyne behoeften te voorzien
en deze mosten de sigaren dan in consignatie
verschepen.
Het Spaansche gouvernement rekent maan
delijks met de fabrikanten de sigaren, welke
het verkoopt, af. De fabrikanten te Havanna
waren niet ingenomen met de condities,
waarop de levering van sigaren tot dusver
geschiedde, zy zyn nu, na ernstige onder
handelingen met het Spaansche gouvernement,
er in geslaagd eenige veranderingen aange
bracht te krijgen in de voorwaarden, waarop
deze contracten gegund worden.
Don Rafael G. Marques, voorzitter van de
vereeniging van onafhankelijke fabrikanten,
te Havanna, is onlangs ten behoeve van
deze onderhandelingen te Madrid geweest.
Eén groot voordeel van den fabrikant te
Havanna, die met de Spaansche regie zaken
doet, is daarin gelegen, dat de Spanjaard
zeer zware sigaren verlangt, zoodat dus de
sigarenfabrikant in Spanje een afzetgebied
voor zyne zware fabrikaten krygt en, wat
betreft het bevredigen van de vraag naar
lichte kleuren van elders, in eene betere
positie komt.
Een complot tegen Alfons XIII
Uit Weenen wordt geseind, dat de politie
Dinsdagmorgen te Boedapest twee anarchisten
heeft aangehouden. Een van hen, Robinson
geheeten, had verscheidene verdachte teeke-
ningen by zich. Da ander, Boskow, is een
goede bekende der politie.
Men meent, dat beiden deel uitmaken van
een complot, dat tegen Alfons XIII zou zijn
georganiseerd.
Voor de tweede maal doen dus berichten
in de pers de ronde omtrent een voorgenomen
anarchistischen aanslag op koning Alfons.
Rumenlë.
Een aanslag op den kroonprins.
De Magyar Orsiag van Budapest meldt,
dat Maandag een aanslag heeft plaats gehad
moed, zyn bevoorrechting, tot hij my op
zekeren dag beleedigde. Een duel was het
gevolg ik verwondde hem aan den schou
der en werd daarvoor uit het land verdreven
Ik ging naar Frankrijk, kwam naar Orleans
en vernam hier den dood van onzen oom
aau Besbodko had hy zyne rykdommen ver
maakt, terwyi voor mij slechts een beschei
dens rente overbleef.
Doch daar gaf ik op dat oogenblik minder
om, want ik meende een hemel op aarde le
bezitten. Ik was de bruidegom van Armande
d'Ormond. Toen kwam vóór drie jaren Bes
bodko eveneens naar Frankrijkhy kwam
met een diplomatieke zending. Zijn weg
voerde hem naar Orleans hij zag Armande,
inyn bruid, en meende, dat het hem gemakke-
ïyk zou vallen, door zyn jeugd, schoonheid
en rijkdom, Armande voor zich te winnen.
De ellendeling liet geen enkel middel onbe
proefd, zelfs zou hij haar ontvoerd hebben,
had mijn waakzaamheid zijn plan niet ver-
ydeld ja hij ging zóó ver, dat hy my open
lijk verklaarde, hare genegenheid le willen
verwerven en hare hand behouden, en hij
bood my een millioen francs, wanneer ik
van Armande afstand deed».
Bevend van verkropten toorn hield Schu-
sslkoi in.
•En wat hebt gy den graaf geantwoord
vroeg Lafont.
•Twee dagen later was ik Armande's
echtgenoot», ging Schuselkoi verder»toen
de bruiloftsstoet de kerk verliet, kwam ons
een open rytuig tegen. Graaf Besbodko zat
er in dreigend, het gelaat van woede ont
steld, stak hy de gebalde vuist naar my uit.
•Ik weet te treffen, denk aan den zes
tienden Meiriep hij mij toe met luide
stem, (Wordt vervolgd