R. Kath. Nieuws- en Advertentieblad voor Noord-Holland. No. 95. Woensdag: 25 November 1908. FEUILLETON, I 1 Verschijnt Woensdag en Zaterdag. De zestiende Mei. Buitenland. Binnenland. i 2A' Jaargang ABONNEMENTSPRIJS 50 cents per drie maanden franco aan hnis. Te betalen in het begin Tan ieder kwartaal, nummers3 cent. Uitgave Yan de Naaml. Vennootschap „Ons Blad". BUREAUHoogstraat b/d. Langestraat te Alkmaar. Telefoon No. 266. ADVERTENTIËN: Vergadering der aandeelhouders van de N. V. ,.0ns Blad" op Dinsdag 1 Decern ber a.s. te 8 uur a.m. ten huize vau den heer Proot. Te behandelen: Ontslagaanvrage van den redacteur en administrateur Zoo mogelijk: benoeming van een redac teur en administrateur. Aansprakelijkheid bij Coöperatieve Vereenigmgea. ONS BLAD. Van 1—5 regels 90 oent. Elke regel meer6 Reclames per regel .15, Kleine advertenties van 1 —30 woorden, bjj voornitbet. 25 Het Bestuur. Geen onderwerp, zegt Dr. Nouwens in zijn voorwoord van het boekje: Middenstand en Coöperatiedat zoo zeer de aandacht van den middenstand trekt en ook die aandacht verdient, als het Coöperatie-vraagstuk. Overtuigd van de waarheid dezer woorden, ben ik zoo vrij, de aandacht van middenstanders en niet minder van landbouwers, die tegenwoordig meer nog dan de middenstanders coöperatieve vereenigingen oprichten, te vragen voor de hoofdzaak van het Coöperatie-vraag stuk n.l. het flnantiëele gedeelte. Geld is nu eenmaal en niet geheel ten onrechte, „de ziel van de negotie". Coöperatieve vereenigingen werken met kapitaal, dat door de leden wordt bijeengebracht. Nu rijst dadelijk de vraag: in hoeverre zijn de leden, dus degenen die het kapitaal hebben bijeen gebracht, aansprakelijk Bij eene naam- looze vennootschap strekt de aanspra kelijkheidder aandeelhouders zich slechts uit tot het bedrag hunner aandeelen. Zijn de aandeelen b.v. f 1000 groot en ia daarop f250 gestort, dan is de aan deelhouder verplicht hij een eventueel tekort de f 750 bij te passen. Vandaar dan ook, dat de wet voorschrijft, dat niet volgestorte aandeelen op naam moeten staan. Meer behoeft hij echter niet bij te dragen in het tekort. De aansprakelijkheid is dus voor elk aan deelhouder van f 1000 beperkt tot f 1000, dat is tot het bedrag van zijn aandeel. Is dit nu ook het geval bij de leden eener coöperatieve vereeniging? Art. 19 der Coöperatie-wet schrijft voor, dat een tekort over de leden wordt omgeslagen. Zijn dus de baten onvol doende, om bij liquidatie de schulden te betalen, dan zijn de leden verplicht het tekort te dekken, indien tenminste niet anders bij de statuten is bepaald. Gesteld dat het kapitaal eener coöpe- Historische Roman oit het Duitsch, van HERMAN HffiSCHFELD, bewerkt voor »ONS BLAB*. 17) >In uw landgoed op het eiland bevindt zich een der officieren, die als protest tegen de keUerljjke verordening, betreffende de rangverhouding onder de officieren, hun ont slag genomen hebbenhy moeit reeds lang nit de residentie verwijderd zijn. Wij weten, dat een priester van nw landgoed Samarow in uw paleis vertoeft, om nog in dezen nacht een bruidspaar echtelijk te verbinden, en dat dit brnidspaar geen ander is, dan nws dochter Feodora Orlowitsch en juist die Lafont, welke in een gesloten, niet in 't oog I loopend rijtuig door u zelf hierheen zal wor- den gebracht». Met ijzeren greep omklemde de vorst de leuning van den zetel en geen spier vertrok op zijn gelaat. Sinds eergisteren wisten wij, dat door dit geheim werd het openbaar uw naam voor immer geschandvlekt zou zyn, de tweede naam, daar een kwade reuk...» De vorst trad een schrede voorwaarts zijn gelaat was doodsbleek. 'Heer graaf, neem n in acht I» Besboredko boog koel. 'Ik weet, dat n tot dusverre vlekkeloos geleefd hebtmaar reeds de bekendmaking van een vroegeren naam, die handelde ik minder voorzichtig niet zou kunnen nitblüven, «u herinneringen en navorschln- ratieve vereeniging is bijeengebracht door 60 leden en ieder hunner heeft f100 gestort, dan zal bij liquidatie, indien er b.v. een tekort is van f 6000 en niets omtrent de aansprakelijkheid in de statuten is bepaald, ieder dei- leden in het tekort nog f100 moeten bijdragen. Zelfs kan de vereffenaar van ieder der leden bovendien 50 9/o van den omslag (in het gegeven geval 50 van f100) eischen tot dekking van de kosten der liquidatie, terwijl de leden gezamenlijk voor de betaling van ieders aandeel in den omslag borg blijven. Naast artikel 19 der genoemde wet staat evenwel art. 7 n°. 4, dat bepaalt, dat de akte van oprichting eener coöp. vereeniging moet bevattende bepaling, in welke mate de leden aansprakelijk zijn voor de verbintenissen der ver eeniging. Hieruit volgt, dat in de Sta tuten kan worden vastgesteld tot welk bedrag die aansprakelijkheid gaat. Wanneer dus 6ene dergelijke bepaling in de Statuten is opgenomen, dan is ieder der leden verplicht, indien de vereeniging liquideert of failleert, te betalen hoogstens het bedrag daarin vermeld. Deze quaestie werd onlangs voor den Hoogen Raad behandeld. Eene Coöp. Exportslagerij was gefailleerd; de cura tor bepaalde het tekort op f3000 en eischte van ieder der 63 leden 1/S3 van f3000 met 50 opcenten voor de kosten. Zij hadden daar geen zin in, omdat de statuten bepaalden, dat ieder voor niet meer dan f 5 kon worden aansprakelijk gesteld voor de verbintenissen der ver- eenigiDg. De Hooge Raad vond de laatste opvatting juist en verwierp het door den curator ingestelde cassatie beroep. Hieruit volgt, dat het zaak is voor vele Coöp. vereen, gebruik te maken van de bevoegdheid toegekend in art. 7 vermeld en de aansprakelijkheid der leden tot een bepaald bedrag te beperken. Bekijken wij deze beslissing van den kant der leveranciers en geldschieters aan de Coöp. vereeniging, dan blijkt het, dat 't van hunne zijde een eisch is te onderzoeken, wat de statuten daaromtrent melden. Van groot belang is dit te weten, teneinde te beoordeelen in hoeverre door hen crediet aan de vereen, kan worden verleend. Indien uit de statuten is gebleken, dat de aansprakelijkheid der leden is beperkt tot f 10 en er zijn b.v. 50 leden, dan heeft een geldschieter betrekkelijk weinig zekerheid. Zijn de leden aansprakelijk voor be gon in 't leven roepen, welke, kwamen zij de prinses ter oore, het zacht besnaarde hart uwer dochter zeer waarschijnlijk onzacht zouden beroeren. Doch laten wij nn bij de zaak blijven. De jongeling, die onbeschaamd genoeg was zijn meerderen verdacht te maken, is niet in het land, en mocht hij het wagen, hier nog ooit een voet in hnis te zetten, zoo waren er middelen genoeg om hem den mond te stop pen en wat u betreft, vorst Orlowitsch, zoo gij niet weet, dat een rebel het waagde op uw landgoed een toevluchtsoord te zoeken zal uw trouw als onderdaan spoedig aan den wrevel der gerechtigheid zyn over geleverd». >Maar dat is een leugen I» riep de vorst uit. >Ik zelf...» >Gij zelf wildet den verborgen persoon afhalen», viel Besboredko hem beleefd in de rede. 'Wij weten het, doch slechts wij alleen. Spaar n die moeite, vorst, en een van te voren reeds te berekenen verkoudheid, want de nachtlucht is scherp daarenboven, heb ben wij reeds voor dat zaakje gezorgd een gesloten rijtuig staat voor uw landgoed, het parool wordt gegeven, luitenant Alexis Lafont bestijgt het rijtuig, dat met hem van daar wegrijdt en het doel der rit is... de gevangenis». Een luide kreet in de aangrenzende kamer onderbrak zijn woorden, die de vorst sidde rend, in zijn toorn geen woorden knnnende vinden, had aangehoord, 'Groote God, Feodora riep hy, alles vergetend en snelde naar het bijsalon. Bleek en bewnsteloos lag Feodora op den grond. De mute wee afgevallen en had den dragen van f 100 en hooger, dan is het zaak na te gaan of ieder hunner voor dat bedrag goed is. Tenslotte, bepalen de statuten, dat het eventueel tekort zal worden omgeslagen, dan heeft de geldschieter of leverancier de meeste waarborgen, omdat, ingeval er eenige leden dien omslag niet kunnen betalen, de overige gezamenlijk voor de betaling van ieders aandeel in den omslag borg zijn. Die onbeperkte aansprakelijkheid is noodzakelijk voor banken, teneinde de noodige gelden te kunnen leenen, en de beste waarborg voor geldschieters en spaarders. In dat geval dient te worden onderzocht naar de soliditeit der aan sprakelijke leden. Met het oog op de vele Coöp. vereen alsCoöp. Zuivelfabrieken, enz. in den omtrek van Alkmaar, meende ik be langhebbenden op dit arrest te moeten wijzen. S. J. A. K. België. Be achturige werkdag in België. Zondag hadden in alle Belgische myn- werkersdistricten betoogingen plaats ten gunste van den 8 uiigen arbeidsdag. Te Luik, Charleroi, Auvelais en Mons trokken troepen werklieden in optocht door de straten. Te Mons sprak senator Barbier voor meer dan 10000 b8toogers in de open Incht. Overal werd besloten adressen aan de Earners te zenden door bemiddeling vas. de burgemeesters, waarin werd aangedrongen op een wetsont werp, bepalende den arbeidsduur in de mijnen te stellen op hoogstens 8 nor per dag. Duitschland. Een smokkelgeschiedenis. De Eeulsche douanen autoriteiten zijn op het spoor van een uitgebreide smokkelarij, uitgeoefend door matrozen op van Holland komende Rynscbepen. Gedurende de laatste dagen werden de Duitsche stoomschepen in Emmerik zeer scherp bewaakt^en een groote hoeveelheid tabak, koffie en boter in beslag genomen. Een groot aantal matrozen werd in arrest geBteld. Frankrijk. De doodstraf. Het volgende fragment uit een Parijichen brief aan het Nbl. v. h. Noorden is belang wekkend, omdat er opnieuw nit blijkt, dat niet alleen in 'christelijke» kringen voor standers van de doodstraf gevonden worden maar ook in vrijzinnige. Genoemd blad toch is 'neutraal», met een vrjj merkbaar liberaal tintje. myrtenkrans ontbloot, die baar hoofd sierde. Besboredko wisselde een blik van ver standhouding met Paninsky. »Uwe dochter is waarlijk schoon, vorst», zeide hij. >Hoe jammer dat de brnidegom, dien de keizer voor haar bestemd heeft, niet hier is 1 Voor heden willen wjj echter niet langer storen, nu wij u hebben bekend gemaakt, hoe een ellendeling uw naam misbruikt heeft». De vorst had Feodora op een divan ge legd toen ijlde hij de heeren na, die aan stalten maakten om te vertrekken. 'Graaf Besboredko», zei hy en zijn stem klonk wild en schor neem my mede als uw gevangene». 'Vorst Orlowitsch is een der trouwste onderdanen van keizer Paul», antwoordde Besboredko zeer kalm'slechts voor een oogenblik door een idee fixe beheerscht, die mocht zy zich verder of misschien zelfs tegen den tsaar uiten de straf der verbanning van lnitenant Lafont gemakkeiyk in de doodstraf kon doen verkeeren. Men is een revolutionnaire partij op het spoor zou bewezen worden dat de jonge man daar deel aan heeft, dan komt hy zeker op het schavoten of ik deze medeplichtigheid wantrouw of niet, dat, vorst, hangt van uw goeden wil af. Men zal nooit mogen zeggen, dat Ruslands adel aan oproerlingen byBtand verleent». Hy maakte een buiging en vertrokzyn begeleider volgde bem. Zy hadden hun doel bereikt. Boven op haar slaapkamer lag prinses Feodora In koortsachtig ylen op haar bed. Hare hand hield een my r ten tak je vast; zy De briefschryver dan zegt: 'Lezer, ik zal me niet verdiepen in het doodstrafdebat, dat bp dit oogenblik in de Kamer gevoerd wordt, maar toch wil ik zeg gen, dat, naar mijn meening de wetenschap het kan me den hals kosten, wel degelijk een heilzame afschrikkende uitwerking zal hebben in sommige gevallen, vooral in die van zeer jonge boeven. Onlangs werd by een dryfjacht door de politie in e9n der bultenwyken van Parys een bende gevangen, waarvan het hoofd was een zestienjarig mon ster, dat er zich op beroemde byzonder han dig te zyn in het afmaken der slachtoffers, dit by voorkeur altijd eigenhandig te doen, terwyl de anderen den ongelukkige vasthiel den en een verhaal deed, hoe hy zyn lyf- wapen, een viymscherp, groot mes, eenige malen in het lichaam van een naar huis keerenden slager had geploft. Ik neem de vryheld er sterk aan te twijfelen of dat jong- mensch het in de miedadigerswereld wel zoo ver zou hebben gebracht, als hij niet had gedachtze veroordselen me toch niet ter dood en als ze het doen, dan kryg ik im mers gratie van dien goeden president Fal- lières. Men moet niet vergeten, dat opzending naar Guyana voor dwangarbeiders altyd een vry groote kans voor ontsnapping laat (er ontkomen er ongeveer 10 °/n) en de misdadiger in de allereerste plaats kanespeler is. Welnu de doodstraf laat hem die kans niet en nu mogen teerhartigen medelijden hebben met een kerel, die er zyn werk van maakt zyn medemenechen te vermoorden, 't is toch bil- lijk óók iets te voelen voor de slachtoffers. Wanneer de terechtstelling van 10 moorde naars er één van een moord terughoudt en dus één fatsoenlijk mensch het leven redt, vind ik dat leven niet te duur gekocht. Het staat den lezer vry er anders over te denken. »Ik heb het twyfelachtig voorrecht gehad verschillende menschen naar het schavot te zien gaan. Het was in Nederlandsch-Indië, en ik ging naar de terechtstelling, niet uit ongezonde nieuwsgierigheid, maar om te zien, welken indruk die maakte op de omstanders, die er by wyze van een pretje heengingen, ginnegappend en lachend. Welnu, niettegen staande dat heb ik telkens opnieuw kunnen constateeren, zoowel met m'n oogen als met m'n ooren, dat het gros toch wèl onder den indruk was, wanneer de terechtstelling was afgeloopen, en dat niettegenstaande deze Mo hammedanen fatalistische denkbeelden hebben, en znlk een terechtstelling dus reeds daarom op hen niet zooveel indruk kan maken, als op een niet-Mohammedaan. >Ik wil hiermede alleen verdedigen myn opvatting, dat het bestaan van de doodstraf afschrikwekkend en dus voorkomend zal had dit uit den bruidkrans getrokken, die nu op de scbryftafel baars vaders ver welkte. Vorst Orlowitsch liep den ganechen nacht in zyn kabinet op en neder. Zyn bedienden hoorden den rusteloozen stap huns meesters; zy hoorden hem onverstaanbare woorden mompelen, tot de dag aanbrak en stappen en stem in de werkkamer van den vorst verstomden en de vader naar het bed zyner dochter ging, om te waken over haren onrustigen slaap. 'Michael Schuselkoi», fluisterde hy voor zich heen «eens hebt gy my toe geroepen denk aan den zestienden Mel I Ryst daar uw geest niet voor my op, om my toe te fluisteren niet ik alleen doch ook de rechtvaardige hemel denkt aan dien dag En hier is geen antwoord I» ACHTSTE HOOFDSTUK. Alexis Lafont zat in de gevangenis. Een van den zolder afhangende lantaarn ver lichtte het kleine vertrek met zijn kale, gryze mnren zy verlichtte het harde bed des ge vangene en de bleske, kwynende gestalte daarop. Weinige dagen waren slechts noodig geweest, om den eens zoo bloeienden jonk man geheel onherkenbaar te maken. De hengsels der deur knarsten, doch de gevangene lette daar niet op. Hy hoorde niet, hoe de deur zich weder sloot en een man van iets meer dan middelmatige, doch slanke, sieriyke gestalte, met gryze haren en zachte, milde trekken, op den drempel stond. Slechts met moeite scheen de vreemdeling zich staande te kunnen houdenzyn ge stalte wankelde en traan na traan rolde over de bleeke wangen, Eindeiyk trad hy langzaam op den sla» werken, de misdadigers, sommigen althans, door angst van misdaden zal weerhouden, waardoor zy wel geen haar beter zijn, maar waarmee tenminste degenen gebaat zyn, die anders hun slachtoffer zouden zyn geworden». Een daad van eerherstel. In alle kerken van Frankryk, in alle steden en dorpen en gehnohten heeft Zondag een indrukwekkende plechtigheid plaats ge had. Met toestemming, of liever op het initiatief van den H. Vader zelf, werd overal een plechtige Requiem-Mis opgedragen tot intentie van de zielen der overledenen, die tengevolge van de beruchte wet van Briand beroofd waren van de door of voor hen ingestelde fundaties... Het moet een treffende ceremonie geweest zijn, waaraan duizenden en duizenden Katho lieken met een roerend-innige godsvrucht deelnamen. >Een rouwmis, zooals Pierre Ermite in een gloeiend artikel in de Groix zegt, waarvoor de Pans alle liturgische hin derpalen had opgeheven, >een ronwmis op een Zondag, opgedragen om een weinig de onmeteiyke heiligschennis te herstellen... om een waterdrop van verkwikking te geven aan hen, die recht hadden op een heele bron I» Maar ook een plechtigheid, die de Fransche regeering wel krachtig herinnerd moet heb ben aan de groote onrechtvaardigheid door haar begaan. >Ik weet niet, zoo gaat ge noemde schryver verder, wat Briand denken zal van deze 'geste», die een 'geste» Is van eerherstel en diepe godsvrucht. Briand heeft er eens van gedroomd, door zyn naam te hechten aan een concor daat, een plaats te znllen innemen in de wereldgeschiedenis. Maar in werkeiykheid blijft zyn naam verbonden aan de laaghar- tigste heiligschennis, die de geschiedenis ooit heeft gekend, en hy die er getuige van ge weest is, schudt zyn hoofd, droef over zulk een succes, verbysterd door de' puiuen, die zyn daad heeft doen ontstaan...» Tegen sluitlngsdwang. Woensdag 18 dezer werd in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te Utrecht een druk bezochte vergadering gehouden van het nationaal comité tot verweer tegen een wetteiyk te bepalen sluitingsuur. De leiding der vergadering was opgedragen aan het oud-Raadslid van Amsterdam, den heer W. F. Byvoet Jr., die in zyn openingsrede er op wees, dat nn het vraagstuk der win kelsluiting by 's lands regeering een punt van bespreking eerstdaags zal uitmaken, aangezien zy toch de sub commissie van de door haar benoemde staatscommiesie voor pende toe en de hand op diens schouder leggend, zei hy met gedempte stem 'Alexis, myn zoon, ontwaakt» De jonge man sprong op zyn oog staarde groot en star op den vreemdeling. Toen vloog een zacht rood over zyn bleek aan gezicht en riep by juichend nit >Myn vader Lafont, o nu is alles goed!» Hy hing aan diens hals, hy leunde met zijn moede hoofd tegen diene borst en de trouwe vaderlyke vriend zette zich met hem op het harde bed en sprak tegen hem als tot een kind. >En nu, myn zoon», ging hy zacht verder, nadat de eerste vreugde van dit wederzien voorby was, 'vertel my eens, wat er is voorgevallen. In de blyde hoop, n gelukkig terug te zien, kwam ik hierik snelde naar uwe woning, maar vond u niet. Niemand wist mij te zeggen, waar gy gebleven waart men vermoedde, dat gy, als man van eer, die liever den dienst dan de militaire eer prysgeeft, den dienst verlaten badt en reeds lang nit Petersburg vertrokken waart. Ik was ten zeerste verbaasd zoudt gy, wien ik myn komst bericht had niet een enkel regeltje als kennisgeving voor my heb ben achtergelaten 7 Niet wetende wat te doen, herinnerde ix my een aanbeveling, waarmee my de waardige Laharpe voor zyn edeleten leerling, grootvorst Alexander belast bad. Zonder moeite verkreeg ik een audiëntie en uit den mond van den grootvorst zelf ver nam ik uw lot, vernam ik welke gunst de overleden tsarina van Rusland voor u had weggelegd, kwam my ook nw ellende ter oore. Men heeft u op het landgoed van een zekeren vont Orlowitsch...» (WarU venvfeA) V-4'ï Él

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1908 | | pagina 1