Zaterdag 12 December 1908.
TWEEDE BLAD.
KALENDER
voor de dagen der week.
13 DECEMBER.
De mislukte krijgslist.
Gemengd Nieuws.
ONS BLAD.
13 Dec. Zondag. H. Lucia, Maagd en Marte
lares. Evangelie: De joden
vragen aan Joannes den
Dooper wie hij is. Joannes
I: 12-38.
14 Maandag. H. Fulcuinus, Belijder.
16 Dinsdag. Octaafdag van O. L. Vrouw
Onbevl. Ontvangenis.
16 Woensdag. Vastendag. H. Eusebius,
Bisschop en Martelaar.
17 Donderdag. H. Begga, Weduwe.
18 Vrijdag. Vastendag. O. L. Vr. Verw.
19 Zaterdag. Vastendag. H. Nemiaion,
Derde Zondag van den Advent.
Tweede Zondag der Maand.
Lea uit den brief van den H. apostel
Panlna aan de PbilippensenIV, 4—7.
Broeders! Verblijdt a in den Heer te
allen tijdel nogmaals zeg ik: verblijdt
n! Uwe bescheidenheid zij allen men-
sohen bekendde Heer is nabij. Weest
in nietB bekommerd, maar laat in alles
door bidden en smeeken met dankzegging
uwe begeerten bekend worden bij God.
En de vrede Gods, die alle begrip te
boven gaat, beware uwe harten en uw
verstand, in Christus Jesus onzen Heer.
Evangelie volgens den H. Joannes;
I, 19-28.
Te dien tijde zonden de Joden uit
Jeruzalem priesters en Levieten tot
Joannes, om hem te vragen: wie zijt
gij? Hij nu beleed en looohende het
nieten hij beleedik ben de Christus
niet. En zij vroegen hemwat dan
zijt gij Elias? En hij zeide: ik ben het
niet. Zijt gij de Profeet? En hij ant
woordde: neen. Zij zeiden dan tot hem:
wie zijt gij P opdat wij antwoord kunnen
geven aan degenen, die ons gezonden
hebbenwat zegt gij van u zeiven P Hij
zeide: ik ben de stem des roependen
in de woestijn: maakt recht den weg
deB Heerengeljjk de profeet Isaias
gezegd heeft. De afgezondenen nu waren
uit de Pharizeën. En zij vroegen hem
en zeiden: wat doopt gjj dan, indien gij
de Christus niet zgt, noch Elias, noch
dc profeet? Joannes antwoordde hun,
zeggende: ik doop met water; dooh
midden onder u staat Hij, dien gij niet
kent; Hij is degene, die na mij komen
zal, die vóór mij geweest is, wiens
schoenriem ik niet waardig ben te ont
binden. Dit is geschied te Bethania,
aan de overzijde van den Jordaan, waar
Joannes doopte.
Professor Snel was een best menscb, die
veel studeerde en niet alleen met goede
hersenen, maar ook met een goede maag
gesegend was. Met dit laatste werd door
z\jne zorgzame, maar niet zeer zuinige
huisvrouw niet altijd rekening gehouden, en
zoo kwam het, dat professor menig culina-
rlsch verlangen zelden bevredigd zag.
Een der lievelingsgerechten van professor
was een kapoentje en nu en dan had hij
een watertandende begeerte naar een derge
lijke versnapering. Der vervulling van zijn
hartewensch stond echter doorgaans een
groote hindernis in den weg, welke zooals
vrjj wel uit het bovenstaande volgt in
niets meer of minder bestond dan professors
eigen echtgenoote.
Mevrouw Hendrika Snel had een onbe
perkte opperheerschappij in huis en haar
echtvriend ware de laatste geweest om de
publieke opinie, welke haar een weinig gierig
noemde, te logenstraffen,
Hoewel die kleine eigenaardigheid van
zijne vrouw nu juist niet een gevolg van
noodzakelijkheid was, zoo was die daarom
in huis toch minder merkbaar, en de goede
professor achtte het somwijlen geraden om
de kleine speelruimte tusschen twee college
uren niet ongebruikt te laten voorbijgaan
als hij niet 't vorschend oog zijner zielsvrien
din ontsnappen kon, begaf hij zich naar
een van die oorden, waar ten allen tijde
hongerigen gespijzigd worden.
Dit kon evenwel niet dan bij uitzondering
geschieden.
Vol weemoed dacht de brave geleerde over
dien toestand na en benijdde haast zijne
hoorders, die, terwijl hij de verborgenheden
der differentiaal- en integraal-rekening voor
hen ontsluierde, zich niet behoefden te
pijnigen om middelen te verzinnen, hoe met
goed fatsoen eens aan een malschen kapoen
te komen.
Maar op zekeren dag riep hijgevon
den», zooals een Pytagoras, toen deze het
problems had opgelost, dat iedere school
jongen op zijn duimpje kent. De studenten
dachten niet anders, of hij had een belang
rijk wiskundig vraagstuk opgelost en zagen
hem bewonderend aan.
Toen echter het college afgeloopen was,
snelde professor na alvorens een onder
zoekenden blik in zjjn portemonnale geworpen
te hebben ijlings naar de markt, waar
op sommige dagen van de week een vrouw
met prachtige kapoenen placht te zitten
hQ naderde die koopvrouw vertrouwelijk en
vroeg haar den prijs van een bijzonder vet
kapoentje.
>Vier guldens, was het antwoord en het
onschuldige dier, een prachtexemplaar van
zijn soort, scheen hem dien prijs wel waard.
Zonder lang loven en bieden, zeide hij tot
de vrouw
•Hoor eens, ik zal niet afdingenje kunt
mg den kapoen thuis bezorgen. Maar dan
moet je hem voor een gulden aan mgn
vrouw verkoopen. Hier heb je drie gulden
de rest krgg je dan van mgn vrouwwant
als ze denkt, dat hg maar f 1,kost, neemt
ze 'm zeker. Maar mond houden, hoor.
De vrouw was met dien voordeeligen
handel hoogst tevreden, beloofde den kapoen
te bezorgen en ontving werkelijk van me
vrouw Snel een gulden, daar deze dame
door de buitengewone goedkoopte van het
dier bewogen werd, om het te koopen en
haar man eens te verrassen. Te eer was zg
tot die verrassing genegen, omdat zg in een
oogwenk had uitgerekend, dat dit haar nog
goedkooper dan vleesch uitkwam.
Het was dien dag reeds te laat geworden,
maar vol verlangen hoopte professor den
volgenden middag de heerigke geuren te
mogen opsnuiven. Doch het middaguur na
derde en steeds wilde het lang verbelde
aroma zich niet laten ruiken.
>Ah<, dacht hg, >zg willen mg verrassen
en heeft den kapoen zeker buiten 's huis
laten klaar maken,<
Want onmogeigk kon zg weten, dat haar
man zgn toevlucht had genomen tot een
van die kleine listen, waarop men in der-
geigke gevallen wel eens meer een man en
vader zou kunnen betrappen.
De middag kwam-, maar er verscheen
geen kapoen op tafel van den vol verwach
ting aanzittenden hoogleeraar.
In plaats daarvan kwam het konde vleesch,
dat hg weer in het zweet des aanschgns
zou gaan mishandelen, om eerst voor •bin
nen» en dan voor de >keuken< te sngden,
zooals dit zgn dageigksche haweigksplicht
was. Ditmaal zag hij somber en onheilspel
lend voor zich.
•Alweer-koud vleeschje zult zelve nog
eens een rol lende worden, morde hg. Zgn
vrouw begon te begrgpen dat hg natuur-
ïgk niet den kapoen maar lont geroken
had. Hoe het zg, een nadere verklaring
bleef niet uit,
•Ik had je byna van middag verrast»,
sprak de teedere echtgenoote. >Je moet we
ten, ik heb aan de deur een kapoen gekocht
maar als je hoort, hoe 'n aardig voor
deeltje ik daarmee gehad heb
•Nu dan?» vroeg de niets kwaads ver
moedende professor met een lang gezicht.
•Luister en zeg eens, of ik de belangen
van ons huishouden niet goed «behartig»
sprak zg zegevierend. >Gisteren kocht ik
een mooien kapoen voor een spotprgs; een
gulden, geen cent meer. En van morgen
heb ik hem voor een rgksdaalder weer
overgedaan.»
De schildering van de huiseigke scène
die volgde toen de professor haar omtrent
den aard van dat >aardige voordeeltje»
nader inlichte en de vertwgfeling van de
•spaarzame» vrouw over 't geleden verlies
kunnen wg veilig aan de phantasie van
den waarden lezer overlaten.
De krggslist was goed geweest maar
toch mislukt.
Ter dood veroordeeld. Dinsdag zgn er
in Busland weer eens 20 personen ter dood
veroordeeld en 6 ter dood gebracht.
Verdronlcen. Te Lasken, bg Bourtange
(Gr.) is een 6 jarig meisje van den winkelier
Kosters nabg de ouderigke woning in een
diepe gracht geraakt en verdronken.
Nieuwe locomotief. Op de Pruissische
spoorwegen worden proeven genomen met
een nieuw soort locomotief, die meer dan
250 K.M. kan afleggen, zonder dat ze water
behoeft in te nemen.
Een tegenvaller. Een loteling der lich
ting 1897 werd indeitgd door den Militieraad
voorloopig van den dienst uitgesloten, doch
voldeed later niet aan artikel 57 der destgds
geldende Militiewet. Toen hg nu dezer dagen
te Arnhem wilde trouwen en zgne huwelijks
papieren in gereedheid brengen, kwam dit
verzuim aan het licht.
Dientengevolge is hg door Gedep. Staten
van Gelderland alsnog voor den dienst bg
de Nationale Militie aangewezen.
Lastige krabben. In de Zuiderzee ver-
toonen zich tegenwoordig menigvuldige krab
ben die den visschers veel nadeel toebrengen.
Deze dieren bgten gaten in de zgden bot-
netten, waarna zg aan de zich daarin be
vindende botjes gaan kluiven die daardoor
onverkoopbaar zgn. Sommige visschers moes
ten reeds het botvisschen staken.
Treindiefstal. Tusschen Breslau en
Liegnitz zgn Dinsdagavond in een spoortrein
twee dames bestolen. Twee jonge mannen
drongen de coupé binnen, en toen een der
dames, die met haar beiden in de coupé
zaten, aan de noodrem trok, pakten de man
nen de baudtaschjes van de dames, waarop
zg uit den trein sprongen.
Verscheurd. Men schrgft uit Deil
De heeren E. alhier en Van D. te Enspyk
kwamen tot de onaangename ontdekking,
dat hunne in het veld grazende schapen
zeer ongewenscht bezoek hadden gehad. En
wel van een of meer honden. Van een tien
tal schapen van den heer D. waren er zes
gedood, de overige vier zwaar gewond. Van
den heer K. zgn er twee verscheurd en twee
gewond.
Nieuwe postzegels. De leeigke plaatjes,
die naar bulten tce van onzen kunstzin moe
ten getuigen, zgn weer vermeerderd. Vandaag
hebben wg, van een van onze verzamelende
vriendjes, een nieuwen postzegel van 15 cent,
in tweekleurigen druk, van een brief ge
scheurd. Andersom dan die van 25 ct., is
het medaillon met den kop van de Koningin
hier analinerood en de rand er om heen
blauw. Het kleureffect is hetzelfde als van
een bonten theedoek, welke felle kleuren
de vernietigende werking van het zeepsop
moeten weerstaan. Later op den dag is ons
ook een nieuwe tweekleurige postzegel van
20 cent onder de oogen gekomen, een nieuwe
gruwel in vuilgroen en paarsgrgs.
Laat men eindeigk eens hoffeigker gebruik
maken van den beeldenaar van onze Konin
gin, en begrgpen, dat het schildersland bg
uitnemendheid, ook aan de kleine bgzonder-
heden van zgn uiterigk, zorg dient te be
steden zegt de N. R. Ct.
Ongelukken. Een arbeider Visser uit
Silvolde, die de vorige week op de fabriek
van de heeren Becking en Bongers te Ulft
door een gasontploffing zulke ernstige brand
wonden opliep, is in het ziekenhuis te Ter-
borg aan de gevolgen overleden.
Te Enschedé is op het emplacement
der Staatsspoor J. B., terwgi hg bezig was
steenen te lossen, door eene losse locomotief
gegrepen. Hevig bloedende is de man in
het Ziekenhuis opgenomen.
De heer v. H., te Eindhoven, die te Zes
Gehuchten op de in beweging zgnde tram
sprong, geraakte, toen hg zgn hoed, die
hem afwoei, grgpen wilde, onder het post-
rgtuig, dat hem een been verbrgzelde, dat
tot onder de knie is afgezet.
Woensdagochtend was de 42 jarige B.
H., knecht van bakker B. te Velp, op den
Schelmschen weg, onder Bozendaal (Gr.), met
kar en paard op weg naar Valkenhuizen.
Hg liep naast de kar, toen hem twee hu
zaren te paard achterop kwamen rgden,
waarvan zgn paard zoo schrikte, dat het op
hol sloeg en de teugels losrukte, waardoor
H. zoodanig kwam te vallen, dat hg den
nek brak en onmiddeligk dood was.
Een 3 jarig kindje der familie V. te
Weert viel in kokend water en overleed na
eenige uren aan de bekomen wonden.
De 22-jarige mej. M. L., die in haar
woning in de Teyllngerstraat te Botterdam
van uit de eerste verdieping kousen wilde
te drogen hangen,-la voorover gevallen en
met het hoofd op een steenen plaatsje
terechtgekomen. De ongelukkige werd dood
opgenomen.
De gevaren van het dierentemmen. Wil
helm Hagenbeek schrgft over de gevaren
van het dieren temmen in de •Münchener
Neueste Nachrichten» het volgende-
Er is veel over 't gevaarigke bedrijf van
dierentemmen geschreven, veel onwaarheden
en ook wel eens wat goeds. Vooral is er
dikwgis beweerd, dat bepaalde diersoorten
in het geheel niet te temmen zgn. In prin
cipe ben ik het met deze meening niet eens
veeleer geloof ik, dat ieder roofdier, als het
maar op vroegen leeftgd in handen van een
goed temmer valt, best mak te krQgen is.
Nu wil ik daarmede ook niet zeggen, dat
de temmer in omgang met het dier in het
geheel geen gevaar meer te duchten heeft.
Hg moet er steeds op verdacht zgn, dat zgn
grillige onderdanen van humeur kunnen ver
anderen, en zich dan tegen hem keeren, ook
al is hg reeds jaren lang africhter.
Zoo bgvoorbeeld komt het onder onze
gsbeeren veel voor, dat de eene door den
andere gebeten wordt. Woedend gemaakt
grgpt de aangevallene het eerste het beste
project, dat binnen zgn bereik ligtia dit
toevallig de oppasser, dan moet die ervoor
boeten. Hooivorken, welke tot het terugdrg-
ven der dieren gebruikt worden, en ontplof
bare patronen, hebben dikwgis een prachtige
uitwerking, maar met de patronen moet niet
te verkwistend omgesprongen worden, omdat
de dieren dan spoedig aan den knal gewoon
raken en er niet meer voor terugdeinzen.
Wel het allergevaarigkst is voor den temmer
de Japansche kraagbeer. Wij hebben in onze
verzameling er zoo een een kleinen donker
gekleurden knaap dien men het zoo niet
zou aanzien, dat hg vol streken zit. Groote
litteekens over geheel zgn lichaam getuigen
er van, hoe dikwgis hg met een gzeren
staaf tot de orde moest geroepen worden.
Vuren, die vele dierentemmers in het circus
ontsteken om de dieren op een afstand te
houden, zgn slechts effectmiddeltjes.
Dat het menscheigk oog de roofdieren in
bedwang houdt, is een sprookje. Energiek
optreden, behendigheid en af en toe eens
een flinke zweepstriem beschermen den
temmer wel het meest. Bg de dressuur moet
men echter zoo min mogeigk tot straffen
overgaan. Een handige temmer kan in zes
of acht weken een jongen gsbeer temmen,
naar zgn naam zal het dier echter meestal
nog niet luisteren, want gsberen zgn tameigk
dom. Veel vermag een bepaalde wenk die,
wanneer hg wordt opgevolgd, een lekkerngtje
belooft. Thans, nu de bronstgd aankomt,
worden onze gsbeeren ongemakkeigk en er is
niets met hen te beginnen. Dat duurt dan
zoo acht weken en gedurende dezen tgd
verkeert de temmer in het grootste gevaar.
Ik wensch de levensverzekeringsmaatschappg,
welke mg verzekerd heeft wat overigens
een groote uitzondering is niet, dat ik
gedurende den bronstgd al te veel met de
gsbeeren moet omgaan. Zoowel de dames
als de heeren onder hen zgn van geen be-
minneigke natuur, wanneer de liefde in het
spel is.
Het pieizierigst zgn wel de leeuwen om
mede om te gaan. Onze Leo bgvoorbeeld,
een pracht van een Afrikaander, bezorgt ons
bjna nooit overlast. Men merkt werkelijk
onder de leeuwen bewgzen van trouw en
verknochtheid aan de menschen op. Gevaarlijk
worden zg voor den temmer door hunne
solidairiteit'. Koestert een leeuw in de arena
jegens den temmer vijandeigke bedoelingen,
en wil hg op hem afvliegen, dan worden
zgn heeren collega's ook nerveus en de
temmer heeft alle tegenwoordigheid van geest
noodig, om van alle kanten de aanvallen te
pareeren. De bekende temmers Hendrix,
Fietersen en Seath weten hiervan mede te
praten. Over het algemeen kan men echter
met de leeuwen spoedig klaarkomen. In
ander opzicht bezorgen zg ons veel moeite.
De koning der woeetgn igdt namelijk heel
dikwgis hoe profaan voor een majesteit
aan kiespgn en daar de leeuwentandartsen
nu maar zoo niet voor het grgpen zgn,
moet men dikwgis zgn kiespgn maar op zgn
beloop laten.
Deze katachtige dieren mag men de nagels
niet afknippen, hoewel het meermalen te
wenschen zou zgn. Het is al voldoende,
wanneer de leeuw zgn oppasser niet al te
zeer wondt, als hg hem vriendschappeigk
zgn klauw op de schouder legt. Gedurende
den dressuurtijd moet men zijn nagels dik
wgis knippen, maar daarna laat men se vrg
groeien, daar zg het eigenlijke gevoelsorgaan
van den leeuw uitmaken.
Het intelligenste van alle roofdieren is
wel de tgger, de bruine beer daargelaten.
Een tijger, die als tweejarige uit Indië wordt
geïmporteerd, is met geen mogeigkheid meer
te temmen. Weerspannige tggers bespringen
hun temmers gaarne in den rug. Laat hg
het zoover komen, dan is hg een verloren man.
Er is meermalen beweerd, dat vrouwen
een grooteren invloed op dieren uitoefenen
dan mannen. Een bewgs tot staving dezer
bewering is echter nooit geleverd. Meestal
worden de dieren door manneigke oppassers
afgericht, die van buiten de kooi de beesten
in bedwang houdeq, terwijl de dierentemster
in de manége werkzaam is. De voortreffe-
lijkste dierentemster, die wg gehad hebben
is Olare Heliot. Zij heeft echter haar beroep
vaarwel gezegd en leeft nu rustig op een
buitentje.
Ook olifanten, die toch algemeen tot de
intelligenste dieren behooren, kunnen, door
het een of ander zenuwachtig gemaakt, voor
oppassers en temmers zeer gevaarigk worden.
Deze dieren hebben die lieflgke gewoonte,
in zulke gevallen den persoon in kwestie
mat hui; geweldig lichaam tegen eau muur
plat te strgken, of hem met den slurf een
slag te geven, dat hooren en zien hem ver
gaat of ook hem met den slurf in de lucht
te slingeren en daarna te vertrappen tot
bloedige brei. De Indiërs zgn het best met
de olifanten vertrouwd. Het is overigens een
groot verlies voor een menagerie wanneer
een olifant sterft, daar dit dier tot de kost
baarste roofdieren behoort. Het is niets zeld
zaams, dat zulke dikhuiden f 7500 a f 9000
kosten. Ook Bengaalsche tggers zgn duur
en worden met f 5000 betaald.
Leeuwen zgn iets goedkooper en voor
f 3000 al te krggen.
IJsbeeren doen f 1000 k f 1500. Hierbg
komen dan nog de niet geringe kosten van
onderhoud en transport. Wg gebruiken altgd
twee extra-treinen, en een spoorreisje bekomt
onzen beestjes zelden slecht. Zelfs onder
zeeziekte hebben zij niet veel te ïgden, be
halve enkele apensoorten, die het spoedig
te kwaad krggen. De dierentemmers zgn
natuurigk lang niet allen even handig, even
tactvol. Zoo goed als de eene leeuw beter
af te richten valt dan een andere dat
hangt van zgn karakter af zoo ook ver
staat de eene dierentemmer beter de dieren
in bedwang te houden dan zijn collega.
Veel kalmte, koelbloedigheid, geduld en tact
behoort er toe, om succes te hebbben. Levens
gevaar bestaat er altgd. Zeker is zelfs de
beste temmer niet. En al mag het zelden
voorkomen, dat een dierentemmer het slacht
offer van zgn beroep wordt, het staat niet
temin vast, dat er al heel weinig temmers
zgn, die niet de duideigkste sporen van hun
beroep aan hun lichaam voor het aanwgzen
hebben.
Koude voeten. In Moleschott het vol
gende over een onderwerp, dat zeker velen
interesseert.
Er zgn vele menschen, die aan koude
voeten ïgden. wg bedoelen daarmede niet het
koud worden van de voeten 's winters bg
verbigf in de buitenlucht of in niet voldoende
verwarmde vertrekken, ook niet de koude
voeten van schaatsenrgders en sleevaarders.
Dit alles is slechts voorbggaande. Wg heb
ben hier meer op het oog dien toestand,
waarbg de voeten koud zjjn en koud bigven,
hetzg men zich in de open lucht of in een
verwarmde kamer bevindt, hetzg men aan
de echrgf- of studeerkamer zit, dan wel in
beweging iB, hetzg men gewone, dan wel
wollen of vilten schoenen aan heeft. Die
ïgders hebben bgna altgd een gewaarwording,
alsof voeten en beenen dosr ge zgn omge
ven zelfs in bed bigft hun het gevoel van
koude voeten bg, zoodat menigmaal de slaap
belet en belemmerd wordt. Het is de warmte
van ons bloed, dat overal in het lichaam de
lichaamstemperatuur brengt. Het zal daarom,
om de warmte in alle lichaamsdeelen te
onderhouden, in de eerste plaats noodig zgn,
dat de bloedsomloop steeds ongehinderd en
geregeld geschiede. Is er gebrekkige bloeds-
toevoer naar de onderste ledematen, dan
heeft er overvulling met bloed in het hoofd,
de borst en den buik plaats, tegelijkertgd
met het koud zgn der voeten. Een eerste
gevolg hiervan kan dus zgn stoornis in de
hersenen, de longen, het hart, de maag, de
lever, de nieren enz. Aandrang van bloed
naar het hoofd, zg. congestiën, duizeligheid
en hoofdpgn, zgn ongesteldheden, waaraan
menschen, die voortdurend aan koude voeten
ïgden, iets meer blootstaan dan alle andere
fatsoenigke menschen.
Nu is het een uitgemaakte zaak, dat
chronisch koude voeten in alle klassen der
maatschappg, bg jong en oud, bg mannen
zoowel als bg vrouwen, voorkomen. De kiem
daarvan wordt zeer dikwgis reeds in de
eerste kinderjaren gelegd, door een onver
standig vertroetelen en broeien van het kind,
met name door te warme baden, het voort
durend gebruik van warm water, flesschen
of stoven, door het laten dragen van te
dikken kousen, door gemis san vrge beweging
in de lucht.
Dit laatste vooral is een van de meest
voorkomende oorzaken, ook bij volwassenen
immers door flinke lichaamsbeweging worden
de spieren in werking gesteld en geoefend,
en daardoor heeft een krachtige, regelmatige
bloedsomloop plaats. Evenzoo leidt een ge
brekkige of slechte verpleging van de huid
tot slechten bloedsomloophet voert tot
verslapping der zenuwen die invloed op de
bloedvaten uitoefenen en ook daardoor ont
staat slechte bloedverdeeling. Voorts zgn
nauwsluitende kousebanden, hooge hakken,
enge voetbekleeding evenzoovele belemmerin
gen voor den bloedsomloop in de beenen en
voeten en derhalve ook aanleidingen tot het
doen ontstaan en bigven van koude voeten.
In het algemeen luiden de voorschriften
neem veel lichaamsbeweging, verpleeg zorg
vuldig uw huid en wijd de aandacht aan
uw voeten. Dat men moet waken tegen natte
voeten, hetgeen vooral bg schoolkinderen
dikwgis voorkomt, spreekt van zelf. Natte
voeten moeten ontbloot, goed warm gewreven
en van droog, ruim schoeisel voorzien wor
den, waarna men flink lichaamsbeweging
neemt. Genezen kan men de koude voeten
het best door het nemen van flinke lichaams
beweging. Zoo zorge men, dat kinderen, die
schoolwerk te maken hebben, niet te lang
aaneen bigven zittenna verloop van een
half uur moeten zg eens ophouden en een
goede poos flink beweging nemen. Hetzelfde
geldt voor jongelieden en volwassenen, die
veel moeten studeeren of door andere bezig
heden verplicht zgn tot een zittende levens-
wgze. Behalve een flinke wandeling eiken
dag (in ruim schoeisel), moet ook kamer
gymnastiek worden uitgeoefend. Men ga
nooit met koude voeten naar bed, doch
warme deze eerst door afwasschingen met
lauw water, gevolgd door hard wrgvenook
is het doelmatig, 's nachts de beenen ieder
afzonderlek in een wollen doek gewikkeld
te houden. In geen geval wrgve men de
voeten vochtig koud, aaar ze dan slechts
zeer moeiigk droog en warm worden. Voorts
moet men het gebruik van nauwsluitende
schoenen vermgden en kan men kurken
zolen dragen.
Een Ratelslang diner. Gebraden ratelslang
heeft zeker nog geen onzer lezers gegeten
ook in Amerika, waar de giftige slang in
vele streken nog veelvuldig voorkomt, gaat
haar vleesch voor oneetbaar door.
Toch heeft eenigen tijd geleden te Boches-
ter, in den staat New-York, een feestmaal
plaats gehad, waar de hoofdsohotel uit ge
braden slang met botersaus bestond.
Andere schotels bestonden uit gestoofde
waterslang (stew) met oigven en augurken,
gerookte python met eiersaus, en in plaats
van roastbeef was er roast-boa-constrictor met
jonge groenten.
Daartusschen in werden, bg wgze van
afwisseling, koude forellen en dito tong
gepresenteerd.
Feter Grubers, de beroemdste ratelslang
vanger uit Amerika, «Battle snake-Feter» ge
naamd, was de persoon, die het diner gaf,
ter eere van zijn collega Harry Davies uit
Denver, Oolorado, bg wien hg eenigen tgd
geleden vriendschap genoten had, welke hij
nu beantwoorden wilde.
Achttien gasten waren geïnviteerd en slechts
weinigen wisten, welk menu hun in de achter
zaal van het restaurant, welks eigenaar >Batel-
slang-Peter» is, wachtte.
Verbaasd keken dezen naar de zeldzame
decoratie van de gedekte tafel.
Een glazen kom met een groote levende
ratelslang, stond in het midden, opgezette
reptielen van allerlei soort lagen bg wgze
van bloemen over de tafel verspreid.
Om ieder bord waren kleinere, onschade-
ïgke slangen gelegd.
Aan de wanden hingen tusBchen allerlei
schilderijen, slangenhuiden, tropeeën van
vellen van buitgemaakte ratelslangen en
dergeigke curiositeiten.
Wekte deze aanblik bg het meerendeel
der gasten reeds een onbehaagigk gevoel,
het moest bg het lezen van het menu wel
tot griezelen overgaan.
En toen nu de beide bedienden het eerste
slangengerecht opdroegen in kleine schotels,
waarvan ieder der gasten een voorproefje
kreeg, grepen de meeste slechts weifelend
naar den lepel, terwgi anderen zich nog
bedachten of zg er toebesluiten zouden, deze
spgs te proeven.
Maar de met slangenvleesch dwepende
gastheer gaf het goede voorbeeld; de eere-
gast uit Denver, professor Davies, greep
dapper toe, en na de eerste hapjes roemde
deze de >stew< in zulke warme bewoor
dingen, dat de anderen moed kregen, ten