Zaterdag 12 December 1908. TWEEDE BLAD. KALENDER voor de dagen der week. 13 DECEMBER. De mislukte krijgslist. Gemengd Nieuws. ONS BLAD. 13 Dec. Zondag. H. Lucia, Maagd en Marte lares. Evangelie: De joden vragen aan Joannes den Dooper wie hij is. Joannes I: 12-38. 14 Maandag. H. Fulcuinus, Belijder. 16 Dinsdag. Octaafdag van O. L. Vrouw Onbevl. Ontvangenis. 16 Woensdag. Vastendag. H. Eusebius, Bisschop en Martelaar. 17 Donderdag. H. Begga, Weduwe. 18 Vrijdag. Vastendag. O. L. Vr. Verw. 19 Zaterdag. Vastendag. H. Nemiaion, Derde Zondag van den Advent. Tweede Zondag der Maand. Lea uit den brief van den H. apostel Panlna aan de PbilippensenIV, 4—7. Broeders! Verblijdt a in den Heer te allen tijdel nogmaals zeg ik: verblijdt n! Uwe bescheidenheid zij allen men- sohen bekendde Heer is nabij. Weest in nietB bekommerd, maar laat in alles door bidden en smeeken met dankzegging uwe begeerten bekend worden bij God. En de vrede Gods, die alle begrip te boven gaat, beware uwe harten en uw verstand, in Christus Jesus onzen Heer. Evangelie volgens den H. Joannes; I, 19-28. Te dien tijde zonden de Joden uit Jeruzalem priesters en Levieten tot Joannes, om hem te vragen: wie zijt gij? Hij nu beleed en looohende het nieten hij beleedik ben de Christus niet. En zij vroegen hemwat dan zijt gij Elias? En hij zeide: ik ben het niet. Zijt gij de Profeet? En hij ant woordde: neen. Zij zeiden dan tot hem: wie zijt gij P opdat wij antwoord kunnen geven aan degenen, die ons gezonden hebbenwat zegt gij van u zeiven P Hij zeide: ik ben de stem des roependen in de woestijn: maakt recht den weg deB Heerengeljjk de profeet Isaias gezegd heeft. De afgezondenen nu waren uit de Pharizeën. En zij vroegen hem en zeiden: wat doopt gjj dan, indien gij de Christus niet zgt, noch Elias, noch dc profeet? Joannes antwoordde hun, zeggende: ik doop met water; dooh midden onder u staat Hij, dien gij niet kent; Hij is degene, die na mij komen zal, die vóór mij geweest is, wiens schoenriem ik niet waardig ben te ont binden. Dit is geschied te Bethania, aan de overzijde van den Jordaan, waar Joannes doopte. Professor Snel was een best menscb, die veel studeerde en niet alleen met goede hersenen, maar ook met een goede maag gesegend was. Met dit laatste werd door z\jne zorgzame, maar niet zeer zuinige huisvrouw niet altijd rekening gehouden, en zoo kwam het, dat professor menig culina- rlsch verlangen zelden bevredigd zag. Een der lievelingsgerechten van professor was een kapoentje en nu en dan had hij een watertandende begeerte naar een derge lijke versnapering. Der vervulling van zijn hartewensch stond echter doorgaans een groote hindernis in den weg, welke zooals vrjj wel uit het bovenstaande volgt in niets meer of minder bestond dan professors eigen echtgenoote. Mevrouw Hendrika Snel had een onbe perkte opperheerschappij in huis en haar echtvriend ware de laatste geweest om de publieke opinie, welke haar een weinig gierig noemde, te logenstraffen, Hoewel die kleine eigenaardigheid van zijne vrouw nu juist niet een gevolg van noodzakelijkheid was, zoo was die daarom in huis toch minder merkbaar, en de goede professor achtte het somwijlen geraden om de kleine speelruimte tusschen twee college uren niet ongebruikt te laten voorbijgaan als hij niet 't vorschend oog zijner zielsvrien din ontsnappen kon, begaf hij zich naar een van die oorden, waar ten allen tijde hongerigen gespijzigd worden. Dit kon evenwel niet dan bij uitzondering geschieden. Vol weemoed dacht de brave geleerde over dien toestand na en benijdde haast zijne hoorders, die, terwijl hij de verborgenheden der differentiaal- en integraal-rekening voor hen ontsluierde, zich niet behoefden te pijnigen om middelen te verzinnen, hoe met goed fatsoen eens aan een malschen kapoen te komen. Maar op zekeren dag riep hijgevon den», zooals een Pytagoras, toen deze het problems had opgelost, dat iedere school jongen op zijn duimpje kent. De studenten dachten niet anders, of hij had een belang rijk wiskundig vraagstuk opgelost en zagen hem bewonderend aan. Toen echter het college afgeloopen was, snelde professor na alvorens een onder zoekenden blik in zjjn portemonnale geworpen te hebben ijlings naar de markt, waar op sommige dagen van de week een vrouw met prachtige kapoenen placht te zitten hQ naderde die koopvrouw vertrouwelijk en vroeg haar den prijs van een bijzonder vet kapoentje. >Vier guldens, was het antwoord en het onschuldige dier, een prachtexemplaar van zijn soort, scheen hem dien prijs wel waard. Zonder lang loven en bieden, zeide hij tot de vrouw •Hoor eens, ik zal niet afdingenje kunt mg den kapoen thuis bezorgen. Maar dan moet je hem voor een gulden aan mgn vrouw verkoopen. Hier heb je drie gulden de rest krgg je dan van mgn vrouwwant als ze denkt, dat hg maar f 1,kost, neemt ze 'm zeker. Maar mond houden, hoor. De vrouw was met dien voordeeligen handel hoogst tevreden, beloofde den kapoen te bezorgen en ontving werkelijk van me vrouw Snel een gulden, daar deze dame door de buitengewone goedkoopte van het dier bewogen werd, om het te koopen en haar man eens te verrassen. Te eer was zg tot die verrassing genegen, omdat zg in een oogwenk had uitgerekend, dat dit haar nog goedkooper dan vleesch uitkwam. Het was dien dag reeds te laat geworden, maar vol verlangen hoopte professor den volgenden middag de heerigke geuren te mogen opsnuiven. Doch het middaguur na derde en steeds wilde het lang verbelde aroma zich niet laten ruiken. >Ah<, dacht hg, >zg willen mg verrassen en heeft den kapoen zeker buiten 's huis laten klaar maken,< Want onmogeigk kon zg weten, dat haar man zgn toevlucht had genomen tot een van die kleine listen, waarop men in der- geigke gevallen wel eens meer een man en vader zou kunnen betrappen. De middag kwam-, maar er verscheen geen kapoen op tafel van den vol verwach ting aanzittenden hoogleeraar. In plaats daarvan kwam het konde vleesch, dat hg weer in het zweet des aanschgns zou gaan mishandelen, om eerst voor •bin nen» en dan voor de >keuken< te sngden, zooals dit zgn dageigksche haweigksplicht was. Ditmaal zag hij somber en onheilspel lend voor zich. •Alweer-koud vleeschje zult zelve nog eens een rol lende worden, morde hg. Zgn vrouw begon te begrgpen dat hg natuur- ïgk niet den kapoen maar lont geroken had. Hoe het zg, een nadere verklaring bleef niet uit, •Ik had je byna van middag verrast», sprak de teedere echtgenoote. >Je moet we ten, ik heb aan de deur een kapoen gekocht maar als je hoort, hoe 'n aardig voor deeltje ik daarmee gehad heb •Nu dan?» vroeg de niets kwaads ver moedende professor met een lang gezicht. •Luister en zeg eens, of ik de belangen van ons huishouden niet goed «behartig» sprak zg zegevierend. >Gisteren kocht ik een mooien kapoen voor een spotprgs; een gulden, geen cent meer. En van morgen heb ik hem voor een rgksdaalder weer overgedaan.» De schildering van de huiseigke scène die volgde toen de professor haar omtrent den aard van dat >aardige voordeeltje» nader inlichte en de vertwgfeling van de •spaarzame» vrouw over 't geleden verlies kunnen wg veilig aan de phantasie van den waarden lezer overlaten. De krggslist was goed geweest maar toch mislukt. Ter dood veroordeeld. Dinsdag zgn er in Busland weer eens 20 personen ter dood veroordeeld en 6 ter dood gebracht. Verdronlcen. Te Lasken, bg Bourtange (Gr.) is een 6 jarig meisje van den winkelier Kosters nabg de ouderigke woning in een diepe gracht geraakt en verdronken. Nieuwe locomotief. Op de Pruissische spoorwegen worden proeven genomen met een nieuw soort locomotief, die meer dan 250 K.M. kan afleggen, zonder dat ze water behoeft in te nemen. Een tegenvaller. Een loteling der lich ting 1897 werd indeitgd door den Militieraad voorloopig van den dienst uitgesloten, doch voldeed later niet aan artikel 57 der destgds geldende Militiewet. Toen hg nu dezer dagen te Arnhem wilde trouwen en zgne huwelijks papieren in gereedheid brengen, kwam dit verzuim aan het licht. Dientengevolge is hg door Gedep. Staten van Gelderland alsnog voor den dienst bg de Nationale Militie aangewezen. Lastige krabben. In de Zuiderzee ver- toonen zich tegenwoordig menigvuldige krab ben die den visschers veel nadeel toebrengen. Deze dieren bgten gaten in de zgden bot- netten, waarna zg aan de zich daarin be vindende botjes gaan kluiven die daardoor onverkoopbaar zgn. Sommige visschers moes ten reeds het botvisschen staken. Treindiefstal. Tusschen Breslau en Liegnitz zgn Dinsdagavond in een spoortrein twee dames bestolen. Twee jonge mannen drongen de coupé binnen, en toen een der dames, die met haar beiden in de coupé zaten, aan de noodrem trok, pakten de man nen de baudtaschjes van de dames, waarop zg uit den trein sprongen. Verscheurd. Men schrgft uit Deil De heeren E. alhier en Van D. te Enspyk kwamen tot de onaangename ontdekking, dat hunne in het veld grazende schapen zeer ongewenscht bezoek hadden gehad. En wel van een of meer honden. Van een tien tal schapen van den heer D. waren er zes gedood, de overige vier zwaar gewond. Van den heer K. zgn er twee verscheurd en twee gewond. Nieuwe postzegels. De leeigke plaatjes, die naar bulten tce van onzen kunstzin moe ten getuigen, zgn weer vermeerderd. Vandaag hebben wg, van een van onze verzamelende vriendjes, een nieuwen postzegel van 15 cent, in tweekleurigen druk, van een brief ge scheurd. Andersom dan die van 25 ct., is het medaillon met den kop van de Koningin hier analinerood en de rand er om heen blauw. Het kleureffect is hetzelfde als van een bonten theedoek, welke felle kleuren de vernietigende werking van het zeepsop moeten weerstaan. Later op den dag is ons ook een nieuwe tweekleurige postzegel van 20 cent onder de oogen gekomen, een nieuwe gruwel in vuilgroen en paarsgrgs. Laat men eindeigk eens hoffeigker gebruik maken van den beeldenaar van onze Konin gin, en begrgpen, dat het schildersland bg uitnemendheid, ook aan de kleine bgzonder- heden van zgn uiterigk, zorg dient te be steden zegt de N. R. Ct. Ongelukken. Een arbeider Visser uit Silvolde, die de vorige week op de fabriek van de heeren Becking en Bongers te Ulft door een gasontploffing zulke ernstige brand wonden opliep, is in het ziekenhuis te Ter- borg aan de gevolgen overleden. Te Enschedé is op het emplacement der Staatsspoor J. B., terwgi hg bezig was steenen te lossen, door eene losse locomotief gegrepen. Hevig bloedende is de man in het Ziekenhuis opgenomen. De heer v. H., te Eindhoven, die te Zes Gehuchten op de in beweging zgnde tram sprong, geraakte, toen hg zgn hoed, die hem afwoei, grgpen wilde, onder het post- rgtuig, dat hem een been verbrgzelde, dat tot onder de knie is afgezet. Woensdagochtend was de 42 jarige B. H., knecht van bakker B. te Velp, op den Schelmschen weg, onder Bozendaal (Gr.), met kar en paard op weg naar Valkenhuizen. Hg liep naast de kar, toen hem twee hu zaren te paard achterop kwamen rgden, waarvan zgn paard zoo schrikte, dat het op hol sloeg en de teugels losrukte, waardoor H. zoodanig kwam te vallen, dat hg den nek brak en onmiddeligk dood was. Een 3 jarig kindje der familie V. te Weert viel in kokend water en overleed na eenige uren aan de bekomen wonden. De 22-jarige mej. M. L., die in haar woning in de Teyllngerstraat te Botterdam van uit de eerste verdieping kousen wilde te drogen hangen,-la voorover gevallen en met het hoofd op een steenen plaatsje terechtgekomen. De ongelukkige werd dood opgenomen. De gevaren van het dierentemmen. Wil helm Hagenbeek schrgft over de gevaren van het dieren temmen in de •Münchener Neueste Nachrichten» het volgende- Er is veel over 't gevaarigke bedrijf van dierentemmen geschreven, veel onwaarheden en ook wel eens wat goeds. Vooral is er dikwgis beweerd, dat bepaalde diersoorten in het geheel niet te temmen zgn. In prin cipe ben ik het met deze meening niet eens veeleer geloof ik, dat ieder roofdier, als het maar op vroegen leeftgd in handen van een goed temmer valt, best mak te krQgen is. Nu wil ik daarmede ook niet zeggen, dat de temmer in omgang met het dier in het geheel geen gevaar meer te duchten heeft. Hg moet er steeds op verdacht zgn, dat zgn grillige onderdanen van humeur kunnen ver anderen, en zich dan tegen hem keeren, ook al is hg reeds jaren lang africhter. Zoo bgvoorbeeld komt het onder onze gsbeeren veel voor, dat de eene door den andere gebeten wordt. Woedend gemaakt grgpt de aangevallene het eerste het beste project, dat binnen zgn bereik ligtia dit toevallig de oppasser, dan moet die ervoor boeten. Hooivorken, welke tot het terugdrg- ven der dieren gebruikt worden, en ontplof bare patronen, hebben dikwgis een prachtige uitwerking, maar met de patronen moet niet te verkwistend omgesprongen worden, omdat de dieren dan spoedig aan den knal gewoon raken en er niet meer voor terugdeinzen. Wel het allergevaarigkst is voor den temmer de Japansche kraagbeer. Wij hebben in onze verzameling er zoo een een kleinen donker gekleurden knaap dien men het zoo niet zou aanzien, dat hg vol streken zit. Groote litteekens over geheel zgn lichaam getuigen er van, hoe dikwgis hg met een gzeren staaf tot de orde moest geroepen worden. Vuren, die vele dierentemmers in het circus ontsteken om de dieren op een afstand te houden, zgn slechts effectmiddeltjes. Dat het menscheigk oog de roofdieren in bedwang houdt, is een sprookje. Energiek optreden, behendigheid en af en toe eens een flinke zweepstriem beschermen den temmer wel het meest. Bg de dressuur moet men echter zoo min mogeigk tot straffen overgaan. Een handige temmer kan in zes of acht weken een jongen gsbeer temmen, naar zgn naam zal het dier echter meestal nog niet luisteren, want gsberen zgn tameigk dom. Veel vermag een bepaalde wenk die, wanneer hg wordt opgevolgd, een lekkerngtje belooft. Thans, nu de bronstgd aankomt, worden onze gsbeeren ongemakkeigk en er is niets met hen te beginnen. Dat duurt dan zoo acht weken en gedurende dezen tgd verkeert de temmer in het grootste gevaar. Ik wensch de levensverzekeringsmaatschappg, welke mg verzekerd heeft wat overigens een groote uitzondering is niet, dat ik gedurende den bronstgd al te veel met de gsbeeren moet omgaan. Zoowel de dames als de heeren onder hen zgn van geen be- minneigke natuur, wanneer de liefde in het spel is. Het pieizierigst zgn wel de leeuwen om mede om te gaan. Onze Leo bgvoorbeeld, een pracht van een Afrikaander, bezorgt ons bjna nooit overlast. Men merkt werkelijk onder de leeuwen bewgzen van trouw en verknochtheid aan de menschen op. Gevaarlijk worden zg voor den temmer door hunne solidairiteit'. Koestert een leeuw in de arena jegens den temmer vijandeigke bedoelingen, en wil hg op hem afvliegen, dan worden zgn heeren collega's ook nerveus en de temmer heeft alle tegenwoordigheid van geest noodig, om van alle kanten de aanvallen te pareeren. De bekende temmers Hendrix, Fietersen en Seath weten hiervan mede te praten. Over het algemeen kan men echter met de leeuwen spoedig klaarkomen. In ander opzicht bezorgen zg ons veel moeite. De koning der woeetgn igdt namelijk heel dikwgis hoe profaan voor een majesteit aan kiespgn en daar de leeuwentandartsen nu maar zoo niet voor het grgpen zgn, moet men dikwgis zgn kiespgn maar op zgn beloop laten. Deze katachtige dieren mag men de nagels niet afknippen, hoewel het meermalen te wenschen zou zgn. Het is al voldoende, wanneer de leeuw zgn oppasser niet al te zeer wondt, als hg hem vriendschappeigk zgn klauw op de schouder legt. Gedurende den dressuurtijd moet men zijn nagels dik wgis knippen, maar daarna laat men se vrg groeien, daar zg het eigenlijke gevoelsorgaan van den leeuw uitmaken. Het intelligenste van alle roofdieren is wel de tgger, de bruine beer daargelaten. Een tijger, die als tweejarige uit Indië wordt geïmporteerd, is met geen mogeigkheid meer te temmen. Weerspannige tggers bespringen hun temmers gaarne in den rug. Laat hg het zoover komen, dan is hg een verloren man. Er is meermalen beweerd, dat vrouwen een grooteren invloed op dieren uitoefenen dan mannen. Een bewgs tot staving dezer bewering is echter nooit geleverd. Meestal worden de dieren door manneigke oppassers afgericht, die van buiten de kooi de beesten in bedwang houdeq, terwijl de dierentemster in de manége werkzaam is. De voortreffe- lijkste dierentemster, die wg gehad hebben is Olare Heliot. Zij heeft echter haar beroep vaarwel gezegd en leeft nu rustig op een buitentje. Ook olifanten, die toch algemeen tot de intelligenste dieren behooren, kunnen, door het een of ander zenuwachtig gemaakt, voor oppassers en temmers zeer gevaarigk worden. Deze dieren hebben die lieflgke gewoonte, in zulke gevallen den persoon in kwestie mat hui; geweldig lichaam tegen eau muur plat te strgken, of hem met den slurf een slag te geven, dat hooren en zien hem ver gaat of ook hem met den slurf in de lucht te slingeren en daarna te vertrappen tot bloedige brei. De Indiërs zgn het best met de olifanten vertrouwd. Het is overigens een groot verlies voor een menagerie wanneer een olifant sterft, daar dit dier tot de kost baarste roofdieren behoort. Het is niets zeld zaams, dat zulke dikhuiden f 7500 a f 9000 kosten. Ook Bengaalsche tggers zgn duur en worden met f 5000 betaald. Leeuwen zgn iets goedkooper en voor f 3000 al te krggen. IJsbeeren doen f 1000 k f 1500. Hierbg komen dan nog de niet geringe kosten van onderhoud en transport. Wg gebruiken altgd twee extra-treinen, en een spoorreisje bekomt onzen beestjes zelden slecht. Zelfs onder zeeziekte hebben zij niet veel te ïgden, be halve enkele apensoorten, die het spoedig te kwaad krggen. De dierentemmers zgn natuurigk lang niet allen even handig, even tactvol. Zoo goed als de eene leeuw beter af te richten valt dan een andere dat hangt van zgn karakter af zoo ook ver staat de eene dierentemmer beter de dieren in bedwang te houden dan zijn collega. Veel kalmte, koelbloedigheid, geduld en tact behoort er toe, om succes te hebbben. Levens gevaar bestaat er altgd. Zeker is zelfs de beste temmer niet. En al mag het zelden voorkomen, dat een dierentemmer het slacht offer van zgn beroep wordt, het staat niet temin vast, dat er al heel weinig temmers zgn, die niet de duideigkste sporen van hun beroep aan hun lichaam voor het aanwgzen hebben. Koude voeten. In Moleschott het vol gende over een onderwerp, dat zeker velen interesseert. Er zgn vele menschen, die aan koude voeten ïgden. wg bedoelen daarmede niet het koud worden van de voeten 's winters bg verbigf in de buitenlucht of in niet voldoende verwarmde vertrekken, ook niet de koude voeten van schaatsenrgders en sleevaarders. Dit alles is slechts voorbggaande. Wg heb ben hier meer op het oog dien toestand, waarbg de voeten koud zjjn en koud bigven, hetzg men zich in de open lucht of in een verwarmde kamer bevindt, hetzg men aan de echrgf- of studeerkamer zit, dan wel in beweging iB, hetzg men gewone, dan wel wollen of vilten schoenen aan heeft. Die ïgders hebben bgna altgd een gewaarwording, alsof voeten en beenen dosr ge zgn omge ven zelfs in bed bigft hun het gevoel van koude voeten bg, zoodat menigmaal de slaap belet en belemmerd wordt. Het is de warmte van ons bloed, dat overal in het lichaam de lichaamstemperatuur brengt. Het zal daarom, om de warmte in alle lichaamsdeelen te onderhouden, in de eerste plaats noodig zgn, dat de bloedsomloop steeds ongehinderd en geregeld geschiede. Is er gebrekkige bloeds- toevoer naar de onderste ledematen, dan heeft er overvulling met bloed in het hoofd, de borst en den buik plaats, tegelijkertgd met het koud zgn der voeten. Een eerste gevolg hiervan kan dus zgn stoornis in de hersenen, de longen, het hart, de maag, de lever, de nieren enz. Aandrang van bloed naar het hoofd, zg. congestiën, duizeligheid en hoofdpgn, zgn ongesteldheden, waaraan menschen, die voortdurend aan koude voeten ïgden, iets meer blootstaan dan alle andere fatsoenigke menschen. Nu is het een uitgemaakte zaak, dat chronisch koude voeten in alle klassen der maatschappg, bg jong en oud, bg mannen zoowel als bg vrouwen, voorkomen. De kiem daarvan wordt zeer dikwgis reeds in de eerste kinderjaren gelegd, door een onver standig vertroetelen en broeien van het kind, met name door te warme baden, het voort durend gebruik van warm water, flesschen of stoven, door het laten dragen van te dikken kousen, door gemis san vrge beweging in de lucht. Dit laatste vooral is een van de meest voorkomende oorzaken, ook bij volwassenen immers door flinke lichaamsbeweging worden de spieren in werking gesteld en geoefend, en daardoor heeft een krachtige, regelmatige bloedsomloop plaats. Evenzoo leidt een ge brekkige of slechte verpleging van de huid tot slechten bloedsomloophet voert tot verslapping der zenuwen die invloed op de bloedvaten uitoefenen en ook daardoor ont staat slechte bloedverdeeling. Voorts zgn nauwsluitende kousebanden, hooge hakken, enge voetbekleeding evenzoovele belemmerin gen voor den bloedsomloop in de beenen en voeten en derhalve ook aanleidingen tot het doen ontstaan en bigven van koude voeten. In het algemeen luiden de voorschriften neem veel lichaamsbeweging, verpleeg zorg vuldig uw huid en wijd de aandacht aan uw voeten. Dat men moet waken tegen natte voeten, hetgeen vooral bg schoolkinderen dikwgis voorkomt, spreekt van zelf. Natte voeten moeten ontbloot, goed warm gewreven en van droog, ruim schoeisel voorzien wor den, waarna men flink lichaamsbeweging neemt. Genezen kan men de koude voeten het best door het nemen van flinke lichaams beweging. Zoo zorge men, dat kinderen, die schoolwerk te maken hebben, niet te lang aaneen bigven zittenna verloop van een half uur moeten zg eens ophouden en een goede poos flink beweging nemen. Hetzelfde geldt voor jongelieden en volwassenen, die veel moeten studeeren of door andere bezig heden verplicht zgn tot een zittende levens- wgze. Behalve een flinke wandeling eiken dag (in ruim schoeisel), moet ook kamer gymnastiek worden uitgeoefend. Men ga nooit met koude voeten naar bed, doch warme deze eerst door afwasschingen met lauw water, gevolgd door hard wrgvenook is het doelmatig, 's nachts de beenen ieder afzonderlek in een wollen doek gewikkeld te houden. In geen geval wrgve men de voeten vochtig koud, aaar ze dan slechts zeer moeiigk droog en warm worden. Voorts moet men het gebruik van nauwsluitende schoenen vermgden en kan men kurken zolen dragen. Een Ratelslang diner. Gebraden ratelslang heeft zeker nog geen onzer lezers gegeten ook in Amerika, waar de giftige slang in vele streken nog veelvuldig voorkomt, gaat haar vleesch voor oneetbaar door. Toch heeft eenigen tijd geleden te Boches- ter, in den staat New-York, een feestmaal plaats gehad, waar de hoofdsohotel uit ge braden slang met botersaus bestond. Andere schotels bestonden uit gestoofde waterslang (stew) met oigven en augurken, gerookte python met eiersaus, en in plaats van roastbeef was er roast-boa-constrictor met jonge groenten. Daartusschen in werden, bg wgze van afwisseling, koude forellen en dito tong gepresenteerd. Feter Grubers, de beroemdste ratelslang vanger uit Amerika, «Battle snake-Feter» ge naamd, was de persoon, die het diner gaf, ter eere van zijn collega Harry Davies uit Denver, Oolorado, bg wien hg eenigen tgd geleden vriendschap genoten had, welke hij nu beantwoorden wilde. Achttien gasten waren geïnviteerd en slechts weinigen wisten, welk menu hun in de achter zaal van het restaurant, welks eigenaar >Batel- slang-Peter» is, wachtte. Verbaasd keken dezen naar de zeldzame decoratie van de gedekte tafel. Een glazen kom met een groote levende ratelslang, stond in het midden, opgezette reptielen van allerlei soort lagen bg wgze van bloemen over de tafel verspreid. Om ieder bord waren kleinere, onschade- ïgke slangen gelegd. Aan de wanden hingen tusBchen allerlei schilderijen, slangenhuiden, tropeeën van vellen van buitgemaakte ratelslangen en dergeigke curiositeiten. Wekte deze aanblik bg het meerendeel der gasten reeds een onbehaagigk gevoel, het moest bg het lezen van het menu wel tot griezelen overgaan. En toen nu de beide bedienden het eerste slangengerecht opdroegen in kleine schotels, waarvan ieder der gasten een voorproefje kreeg, grepen de meeste slechts weifelend naar den lepel, terwgi anderen zich nog bedachten of zg er toebesluiten zouden, deze spgs te proeven. Maar de met slangenvleesch dwepende gastheer gaf het goede voorbeeld; de eere- gast uit Denver, professor Davies, greep dapper toe, en na de eerste hapjes roemde deze de >stew< in zulke warme bewoor dingen, dat de anderen moed kregen, ten

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1908 | | pagina 5