Zaterdag 19 December 1908.
TWEEDE BLAD.
KALENDER
voor de dagen der week.
19 DECEMBER-
Hoe zij haar verloofde terug vond.
«Gy zijt niet erg lief», antwoordde hy,
een weinig gemeiyk. «Ik zou wel graag eens
willen weten, waarom gy huizen gingt kyken,
wyi mevrouw Roxholme toch zoo tevreden
is over haar tegenwoordige woning
ONS BLAD
20 Dec. Zondag. H. Julius, Mart. Evangelie1
Joannes predikt in de woes
tijn. Lucas III116.
21 Maandag. H. Thomas, Apostel.
22 Dinsdag. H. Hungeru», Belyder.
23 Woensdag. Vastendag. H. Dagobert,
Koning en Belijder.
24 Donderdag. Vastendag. Vigilie van
Kerstmis.
25 Vrijdag. Kerstmis. Geboorte des
Heeren. EvangelieDe ge
boorte van Christus. Lucas
II: 1—14.
26 Zaterdag. 2e Kerstdag. H. Stepha-
nus, Diaken en le Mart.
Evangelie: De hardnekkig
heid der joden berispt.
Matth. XXIII: 34-39.
Vierde Zondag van den Advent.
Derde Zondag der Maand.
Les uit den eersten brief van den H.
apostel Paulus aan de Korinthiërs;
IV, 1-5.
BroedersAldus beschouwe ons ieder
een, als dienaren van Christus en uit-
deelers der geheimen Gods. Bier nu
wordt in de uitdeelera vereisoht, dat men
getrouw bevonden worde. Mij echter is
er het minste aan gelegen, dat ik door
u beoordeeld worde of door een mensehe-
lijken rechtdagdoch ook beoordeel ik
mij zei ven niet; wel ben ik mij niets
bewast, maardaardoor ben ik nog niet
gerechtvaardigd; Hij echter, die mij
oordeelt, ia de Heer. Wilt dua niet vóór
den tijd oordeelentotdat de Heer komt,
die ook de verborgenheden der dniaterni8
in het licht atellen en de beraadslagingen
der harten openbaren zal; en dan zal
iedereen lof verwerven van God.
Evangelie volgens den H. Lucas;
III, 1-6.
In het veertiende jaar der regeering
van keizer Tiberius, toen Pontius Pilatus
stadhouder van Judea, Herodes viervorst
van Galilea, Philippus, zijn broeder,
viervorst van Iturea en het gewest
Trachonitis, en Lvaanias viorvorst van
Abilene was, onder de hoogepriesters
Annas en Kaïphas, geschiedde het woord
dea Heeren tot Joannes, den zoon van
Zacharias, in de woestijn. Hij nu kwam
in de geheele Jordaanetreek, een doopsel
van boetvaardigheid tot vergiffenis van
zonden predikend, gelijk er geschreven
staat in het boek der godspraken van
den profeet Isaias: de stem des roepen
den in de woestijn: bereidt den weg des
Heeren, maakt zijne voetpaden recht!
alle dal zal gevuld, alle berg en heuvel
geslecht, het kromme zal recht, het
hobbelige een effen baan wordenen alle
vleesch zal de zaligheid Gods zien.
Een kleine bengel kwam door de laan,
met lijn hooge, schrille stem zingend wat
hij kon en zjjn mand zoo krachtig heen en
weer zwaaiend, dat het hengsel dreigde te
breken. Het leege huis aan het einde der
laan bereikend, dacht hij eensklaps aan de
zwaar beladen vrnchtboomen, die achter het
hnis stonden. Onwillekeurig vertraagde hij
sjjn stap en bespeurde tot zijn groote ver
hazing, dat de tuindeur openstond.
De gelegenheid wae te mooi om ze te
laten verloten gaan. Na een haastigen blik
In het rond, om zich te vergewissen, dat er
geen onraad was, sloop hy driest, maar toch
voorzichtig, naar het verboden paradijs. Het
geluk begunstigde hem, grinnekend van genot
kon hij ongestoord zijn zakken volproppen
met appelen, peren en pruimen. Daarna
keerde bij behoedzaam op zijn echreden
terug en bemerkte, dat de huisdeur op een
kier stond en de sleutel in het slot stak.
Er moest dus iemand in het huis zijn, en
het succes van zjjn roof had hem zoo over
moedig gemaakt, dat een geest van katte-
kwaad in hem voer. De enkele treden der
stoep opgaande, sloot hjj heel zacht de deur,
draaide den sleutel om, trok dien uit 't slot
en stopte hem onder de struiken, zelfvoldaan
mompelend: >Dat is precies wat bi) hebben
moeet die onde Barnes, dat akelig ondier.
Hij zal uit het raam moeten klimmen, en
dan mag hij 'daarbij voor mijn part z'n
.heenen breken. Dat zal 'n tjjdje duren voor
dat hjj den sleutel gevonden heeft, wed ik.<
Daarna slenterde hij met het onschuldigste
gezicht ter wereld naar den winkel van zijn
patroon terug.
Maar hij had niet den eigenaar opgesloten.
De gevangene wae een jonge dame, gekomen
om het huis te bezichtigen en met het doel,
het te haren. Op het oogenblik van baar
opsluiting doorliep zij de bovenvertrekken
tot besluit van haar inspectietocht, en in
haar geest beslissend, dat met enkele wijzi
gingen en restauraties, deze woning juist
was wat zj] noodig had.
«Hier en daar opgeknapt en ali de tuin
in orde is gebracht zal het een aardige
bekoorlijke woning zijn, en ik zal moeder
bepaald aanraden ze te nemen», mompelde
ze. >Ik wou dat zjj ze zelve eens had kun
nen zien. Inderdaad, het was erg jammer
dat ze juist haar enkel moeet verstuiken,
nu ik zoo graag had gehad, dat ze met me
was meegegaan...»
Haar japon zorgvuldig ophoudend, ten
einde aanraking met den smerigen vloer te
voorkomen, daalde ze de trap af, hekeek de
benedenkamers nog eens met een tevreden
knikje, begaf zich door de gang naar de
buisdeur.
«Wel, dat is zonderling», riep ze uit, «ik
zou er op kunnen zweren, dat ik de deur
open heb laten staan.»
De deur was niet alleen toe maar be
hoorlijk gesloten.
«Ik veronderstel, dat ik ze zelf moet
gesloten hebben», mompelde ze, «maar ik
kan me er hoegenaamd niets van herinne
ren, en waar heb ik in 's hemelsnaam den
slentel gelaten
Hoe meer ze er over nadacht, dea te
raadselachtiger werd haar de zaak. Zij keerde
op hare schreden terug en doorzocht het
heele huis, vermoedend dat zij den sientel
ergens had neergelegd, maar vrnchtelooe
was haar zoeken.
«Dat is werkelijk zeer zonderling», riep
ze. «Ik weet zeker, dat ik de deur open en
den sleutel in het slot lietik heb er niets
van gehoord, dat de deur gesloten werd.
Als ik bijgeloovig en als het geen volle dag
waB, zou ik zeggen, dat bet hier spookt.»
Andermsal stelde zij in elke kamer een
zorgvuldig onderzoek in, maar met hetzelfde
resultaat als te voren.
«Ik zal aan den achterkant er uit moeten
en aan mijnheer Barnes vertellen, dat ik den
sleutel verloren heb... 't Is erg vervelend.»
Maar in de keuken komend, bevond zij
dat ook daar de deur gesloten was en de
eleutel niet in het slot stak.
«Dan zat ik uit het venBter klimmen,»
zei ze toornig.
Zij etiet het venster open en keek naar
buiten, maar zy durfde den sprong naar
heneden niet wagen. Bovendien schenen
baar de eteenen wat hard en weinig aan
lokkelijk toe. Zij herinnerde zich, dat er
bloembedden waren onder de ramen van de
huis- en eetkamer en snelde naar de voor
zijde van het huis. Maar een vlugge blik
naar beneden zei haar, dat een sprong zelfs
in zachte aarde bij lange geen gemakkelijk
werk was.
«Ik zal naar Koven gaan en uit het raam
gaan hangen, precies als zuster Anna», zei
zij half boos, half schertsend. Zij ging naar
boven, maar zag geen sterveling. Plotseling
kreeg x(j het denkbeeld, dat zij al heel lang
gevangen had gezeten en erg hongerig was.
«Als ik weer eens op jacht ga naar een
woning, zal ik zorg dragen, dat ik wat mee
nefem om te eten.»
Na weer een poosje over het niet op te
lossen raadsel van haar gevangenschap te
hebben nagedacht, begon miss Roxholme
zich af te vragen, of zij wel ooit uit haar
kerker zou worden verlost. Opnieuw mat
zij met haar oog den afstand tussches het
venster en den grond, maar zij gaf den
moed op... En nog altijd kwam geen men-
schelijk wezen in bet gezicht...
«Wat 'n idioot denkbeeld, om een huis te
bouwen op een plaats, waar ze nooit eenig
schepsel zag, mopperde ze, vergetend dat
de eenzame ligging zooeven een van de
voornaamste aantrekkelijkheden in haar oog
was geweest. Zy keek voor de zooveelste
maal naar het begin van de laan, en o
vreugde daar zag ze in de verte een
man wandelen. In spanning bespiedde zij
hem, terwijl hy langzaam voortliep, en on
geduldig, vroeg zy zich af, waarom by niet
meer haast maakte. Eindeiyk was hij dicht
genoeg genaderd, om herkenbaar te zyn...
Te deksel 't is George Westella». riep miss
Roxholme met plotseling gloeiende wangen uit.
Om miss Roxholme's verhoogde gelaats
kleur te verklaren, is het niet noodig te
weten, dat de heer wiens nadering zij zoo
oplettend gadesloeg, eens voor baar een
dierbare vriend was geweest. Zy en die heer
waren eenmaal verloofd, totdat op zekeren
dag eenige niet te rechtvaardigen jaloezie
van den kant der dame en een onnoodige
verontwaardiging van den kant van den
heer aanleiding gaven tot gekibbel, dat ten
elotte uitliep op eeu verbreking van het
engagement.
«Mijnheer Westella 1»
De beer Westella stond stil, keek links
en rechts, om zich heen en kreeg haar
eindelijk in 't gezicht.
«Wat gy, Nell... miss RoxholmeI» riep
hij in groote verbazing. «Wat drommel hebt
gij hier te maken
Hy liep recht naar het huls toe en bleef
onder het venster staan.
«Ik ben een woning aan het zoeken»,
gaf zy verlegen ten antwoord, «en, en...
en ik kan er niet meer nit I»
«Er niet meer uit herhaalde hy ver-
wonderd. «En waarom niet
«Omdat ik opgesloten hen.»
«Daar snap ik niets van», zei hy, meer
en meer verbluft.
«En ik evenmin», hernam ze... «Ik ben
gekomen, o, uren, nren geleden, ten
minste ik heb een gevoel, alsof ik hier al
erg lang ben, om het hnie te bezichtigen,
en toen ik heen wou gaan, bevond ik dat de
eleutel verdwenen en dat ik zelf opgesloten
was. Zoudt ge eens willen zien, of de sleutel
aan den buitenkant in het slot steekt
De heer Westella stelde een onderzoek in.
«Neen», zeide hy, «hy is er niet».
»'t Is erg vreemd», hernam miss Rox
holme, «want ik weet zeker, dat ik hem in
het slot heb gelaten, en dat ik de deur
open heb laten staan. Toch heb ik de dsnr
niet hooren toeslaan.»
>'t Is inderdaad zonderling», gaf hij na
denkend toe.
«Ik kon aan de achterzyde er niet uit,»
ging miss Roxholme voort, «omdat de sleutel
niet in het slot was, en ik durfde niet nit
het benedenvenster springen. Zoodoende ben
ik weer naar boven gegaan, om als een
andere zuster Anna uit te kyken naar den
eersten voorbijganger den beste... 't Is grap
pig, vindt u niet
«Erg grappig.» Hy zei dat evenwel op
ernstigen toon. Was zy daar al dien tyd
opgesloten geweest, zyn arme kleine Nell
Hy moest zich geweld aandoen, om zich te
herinneren, dat zij zyn kleine Nell niet
meer wae.
«Moeder zou met me mee zyn gekomen,»
vervolgde de gevangene, «maar op het laatste
oogenblik verstuikte zy haar enkel, zoodat
ik alleen moest gaan, wijl de heer Barneas
one den sleutel had gelaten, en er nog
andere sollicitanten zyn naar het huis. Ik
zal bly zyn als ik er uit hen, want gy hebt
er geen idee van, wat 'n honger ik heb.»
«Drommels, dat valt mee I» Zijn hand
verdween in zijn jaszak en haalde er een
pakje nit. «Ik ging van huis om den trein
van 1.50 van Mossmere te nemen, en mijn
huishoudster stond er op, dat ik deze sand
wiches in myn zak zou steken, omdat ik
geen tyd had om te lunchen. Eet ze op,
Nelly, terwyl ik inmiddels aan den achter
kant van het huis een ladder of zoo iets ga
zoeken.» Hy wierp het pakje naar binnen
en verdween om den hoek van het huis.
Nell had het pakje opgevangen en draaide
het om en om. Zou zij die sandwiches op
eten, of niet? Het was zoo iets ordinairs
nu hy niets meer voor haar was dan een
vreemdeling. Van gantcher harte wou ze,
dat het iemand anders ware geweest, die
voorby was gekomen dan George Westella.
Haar vingers speelden steeds met het om
het pakje gewonden touw, en terwijl het
pakje niet secuur was dichtgemaakt, raakte
het omhulsel los en kwam er een mooie
sandwiches doos te voorschyn. Zy lichtte het
deksel op en zag den verleideiyken inbond.
Hemeltje, zoo ze maar van iemand anders 1
dan van George Westella waren 1 En toch...
hoe bereidwillig had hy ze aan haar ge
geven, en hy bad haar «Nelly» genoemd
ook. Als zy zyn boterhammen opat, dan
behoefde dat niet noodzakelijk in zich te
slatten, dat ze hem vergaf... en ze xsgen
er zoo heerlijk nit. De vrouw die aarzelt, is
verloren... Nelly greep dus met geduchten
eetlust toe.
Terwijl zy san het eten was, verscheen
George weer op het terrein, een leege ton
voortrollend.
«Dat is alles wat ik kan vinden», zei hij,
«maar wy zullen het ermee kunnen stellen.
Kom naar de kamer beneden, en ik zal je
best door het veneter naar bniten krygerr.»
Zij gehoorzaamde gedwee. Hy plaatste de
ton onder het raam der eetkamer, klom er
op en sprong met gemak van daar op het
raamkozyn, aan de zijde van miss Roxholme.
«Mag ik een beetje met n praten
Na al zijn sandwiches te hebben opgegeten,
voelde mies Roxholme, dat bet minste wat
ze doen kon wae het verzoek in te willigen.
«In aanmerking genomen, dat ik gedwon
gen zou zyn geweest te wachten, tot ik
verlost werd», zei ze, «zullen een paar mi
nuten niets uitmaken.»
De vraag was op den man af, en de jonge
dame kreeg een kleur.
«O, ik... wy dachten, dat wy wel eens
konden veranderen», stotterde zy verlegen.
«Maar waarom?» drong hy aan.
«Wezenlijk, mynheer Westella, ik begryp
niet, welk belang u daarin kunt stellen
«Was het bygeval om my, dat gy naar
een andere woning omzaagt
«Hoe ongerijmd I Natuuriyk nietl» lachte
zij eenigszins gedwongen. Wat bleef hy hard
nekkig aanhouden 1
«Zoo myn tegenwoordigheid naast de deur
u hindert, dan hebt gy dat eenvoudig te
zeggen, en ik zal heengaan. Dan is'er geen
reden meer voor u, om uw moeder, die beat
tevreden is met hetgeen %y heeft, lastig te
maken. Ik had gehoopt, dat het geschil
tusschen ons zou kunnen worden bygelegd
en we onze oude betrekkingen weer zouden
aanknoopen. Ik heb nooit opgehouden veel
om je te geven, lieve I»
Zyn toon was ernstig, maar toch teeder.
Er was een korte pauze, gedurende welke
mise Roxholme niet goed wist, hoe zich te
houdentoen begon ze plotseling te schreien.
>0, 't is allemaal de schnld van die akelige
Corie Mason 1» snikte ze. «Hoe kondt ge
haar ook zoo vervelend het hof maken, ter-
wijl ge wist, dat ik het niet hebben kon?»
«Komaan, we zullen geen onde koéien nit
de sloot halen, zoo ge het goedvindt», zei
hy vriendeiyk, «Gy znit n herinneren, dat
toen gij ons engagement verbrak, ik u
plechtig verzekerde, dat ik geen ander gevoel
voor mies Mason had, dan dat ik haar een
aardig meisje vond. Wat van haar het hof-
maken betreft, daaraan heb ik zelfs geen
oogenblik gedacht.»
«Waarom hebt gy dat dan niet gezegd,
toen... toen ik uw ring teruggaf?» vroeg
xe driftig.
«Omdat het mij hinderde, dat gij zoo
onaardig over my dacht. Bovendien waart
gy in een zoo koninkiyke woede ontstoken,
dat gy niet naar my geluisterd zoudt hebben.»
Zy wist dat dat waar was en wyi haar
geweten haar verwyten deed, zweeg ze.
«Toen gy me wegstuurde», ging by voort,
«was ik te trotsch om u te laten merken,
hoe pyniyk gy mij hadt gekwetst. Ik veinsde
onverschillig te zijn en trachtte me wys te
maken, dat ik het beet zonder Neiiy kon
stellen, maar lieve, ik kan 't niet I... Willen
we weer goede vrienden wordeD, Nelly?»
Zij keek naar de punt van haar laars,
maar antwoordde niet.
«Natuuriyk», zeide George, na eenige se
conden op haar antwoord te hebben gewacht,
«zoo gy heelemaal niet meer om mij geeft...»
«Dat doe ik wel,» kreet Nelly en de tranen
sprongen in baar oogen... «ik heb altyd
van je biyven houden, en ik hoopte, datje
my myn prikkelbaarheid zou vergeven en
my je ring weer zou aanbieden, maar je
kwam niet, en toen...
George onderbrak haar, door baar in zyn
armen te sluiten en haar een kus op het
voorhoofd te drukken.
«Kom, help er my-nu ook uit,» gebood
de jonge dame.
Hy sproDg van het kozyn op de ton en
van daar op den grond.
«Kom, riep hy na, ik zal je opvangen.»
Met het volste vertrouwen deed Nelly den
sprong. George ving haar op, en zy stond
ongedeerd naast hem.
«Ik ben allemachtig dol op dit huis»,
merkte George op, terwQl zij den terugtocht
naar huis aannamen.
«Waarom vroeg Nelly. «Heb je het dan
gezien
«Neen», hernam hij, «maar het heeft me
myn Nelly teruggegeven, dus moet ik het
wel gaarne mogen ïyden... Wel, hoe denk
je er over, Nelly, zou het ons passen
«Ja», antwoordde ze. haar echuchteren
blik naar hem opheffend. «O, George, wat
zal dat een verrassing voor moeder zyn I»
«Ik hoop en ik geloof ook wel, dat zy
in baar schik xal wezen», zei hy, haar hand
drukkend.
>0, hemel, dat is waar ook, je hadt met
den trein moeten vertrekken», riep miss
Roxholme plotseling uit.
«Och, dat is niets, dat heeft zoo'n haast
niet», lnidde het geruststellend antwoord.
«Ik kan het nog maar altijd niet begrijpen
waar die sleutel gebleven is,< merkte Nelly
na een kort stilzwijgen op«dat is de
meest geheimzinnige zaak waarvan ik ooit
heb gehoord. Als ik aanleiding had voor
bygeloovigheid, dan zou ik zeggen, dat het
spookt in het huis.»
Zij hadden naast elkander gewoond, en
nadat mies Roxholme weer onverloofd was,
werd het leven haar in haar tegenwoordige
woning ondragelyk, wyl zy de gedachte aan
en het gezicht van 's heeren Westella's on
verschilligheid niet nit kon staan. Derhalve
viel zy haar moeder veortdurend lastig met
voorstellen om van woning te veranderen,
met het eindeiyk gevolg, dat zij, na dagen
lang woningen te hebben gaan zien, dit
huie gevonden had.
Maar nu wilde het toeval dat juist op den
dag, bepaald om dit eigendom te bekyken,
op het oogenblik xelf, dat zy reeds met hoed
en mantel aan klaar stond om mee te gaan,
mevrouw Roxholme uitgleed en haar voet
zóó verstuikte, dat zy, graag of niet, zich
genoodzaakt zag thuis te biyven. Maar miss
Roxholme tartte bet toeval, en na baar moeder
op een rustbed gelegd en haren voet om
zwachteld te hebben, ging zy heen om het
huis, dat ze op het oog hadden, te bezichtigen.
«Hoe verdrietig», zei de jonge dame ont
stemd. «Ik had wien ook liever gezien dan
George Westella».
Zij dacht na, terwyi de wandelaar voort
durend nader kwam, of zou zy hem te hulp
roepen
't Was hinderlyk voor haar gevoel van
waardigheid, of liever van eigenwaarde, hem
om hulp te moeten vragen, maar er konden
uren voorby gaan, voordat weer iemand
dezen weg nitkwam, en zy had zoo'n honger,
o, ze had zoo'n honger. Bovendien was het
tyd voor haar om thuis te zynhaar moeder
zou zich zeker ongerust maken, zoo ze nog
langer uitbleef. Deze laatste overweging deed
haar besluiten. Hij was nu vlak bij het hek,
derhalve stak zy haar hoofd buiten het
venster en riep luide.
«Waarschyniyk heb je hem in een der
kamera op den grond laten vallen», veron
derstelde hy.
«Neen, dat heb ik niet», verklaarde zy
beslist. «Dan had ik hem moeten hooren
vallen. Bovendien, toen ik ontdekt bad, dat
de deur gesloten was, heb ik nauwkeurig in
het heele huis gezocht en geen spoor van
een eleutel was te vinden. En gy zelf hebt
gezien, dat hy niet in het slot stak. Ware
de deur eenvoudig toe geweest, dan had ik
er zelf wel uit kunnen komen.»
George erkende de juistheid daarvan.
«Het idee, dat de plaats behekst zou zyn
is onzinnig,» zei hij, «derhalve moet iemand
je hebben opgesloten.»
«Ik vat niet, wat iemand kan bewogen
hebben, mij zulk een poets te hakken,»
antwoordde Nelly, «maar het heeft er allen
schyn van, dat het zoo is. Ik hoop niet, dat
mynheer Barnes hoos op me zal zijn.»
«Ais hy het is, dan krygt hy van my een
muilpeer. Geen twyfel echter, of de man
zal ons op zyn liefste lachjes trakteeren als
bt| het hoert dat wij het huie huren. Doch
breek daarover je hoofdje maar niet. Laten
wy nu eens gaan praten over onze eigen
zaken. Je moet me niet lang meer laten
wachten, lieve, er moeet anders weer iet*
tnsechen beiden komen.»
En aanstonds waren zij gewikkeld in een
lang en druk gesprek, zonder het minste
belang voor hen zeiven. En ze hieven rede
neeren en schertsen tot aan Nelly's woning
toe, waar de moeder, ongernet over het lange
uitblijven van haar dochter, ongeduldig had
zitten wachten, maar nu overbiyde was over
hare hekouden terugkeer en over den ver-
rss.<euden loop der dingen.
En op eenigen afstand was een kleine
jongen aan het kreunen van de pyn in het
lijf, het gevolg van een te ruim gebruik
van onryp fruit, er weinig van vermoedend
dat zyn ondeugende streek haaT werking
totaal had gemist en integendeel tot de her-
eeniging van twee jonge harten had geleid.
Eerst toen het hnie en de tnin in behoor-
lyken staat waren gebracht om bruid en
bruidegom te ontvangen, werd de vermiste
slentel gevonden, maar hoe die onder het
struikgewas geraakte, weten de jonggehuw
den nog niet.
ALKMAAR.
Parochie van den B. Laurentius.
Zondag 'e morg. 7 en 81/, uur stille
H.H. Missen10 unr gez. Hoogmis
'i midd. 2 uur Catechismus; 3 uur Vespers
'b avonds 6 uur Lof met predikatie ter
eere van het Onbevl. Hart van Maria voor
de bekeering der zondaren.
Maandag 's avonds 7 uur Congregatie der
H. Maagd.
Dinsdag 's morg. 9 uur pi. gez. Jaargetyde
voor Myntje Catharina Huibers, echtg. van
den heer Jacob Groot.
Woensdag 's morg. 9 uur gez. Jaargetyde
voor Petrus Korver's avonds 7 -uur Lof
ter eere van den H. Joseph.
Donderdag 9 uur gez. H. Mis ter eere
van het Allerh. Sacrament en het H. Bloed
van Mirakel; van 9—12 uur en's namidd.
van 4—9 uur gelegenheid om te biechten
's avonds geen Lof.
Vrijdag, Kerstmis, 's morg. ö1/, nur pi.
gez. Nachtmis, onmiddellijk gevolgd door
2 gel. H.H. Missen71/9 uur het tweede
en ten 9 uur het derde drietal Miesen,
waarvan de laatste te 10 uur de gezongen
Hoogmis 's namidd. 4 uur Vespers, waarna
gelegenheid om te biechten tot 8 uur;
's avonds geen Lof.
Zaterdag, 2e Kerstdag, 's morg. 7 en 8l/t
nur stille H.H. Missen 10 uur gezongen
Hoogmis met predikatie 's namidd. 4 unr
Vespers met Rozenhoedje, waarna gelegen
heid om te biechten tot 8 nur.
Parochie van den B. Dominicus.
Zondag 's morg. 6, 71/» en 9 unr stille
H.H. Missen ÏOV, uur gei. Hoogmis
's namidd. 2 en 3l/a uur Catechismus
3 uur Vespers's avonds 5 nur Congregatie.
Maandag 'e avonds van 5—6 uur gelegen
heid om te Biechten.
D i n s d a g, laatste der 15 Dinedaagsche devotie
ter eere van den H. Dominicus, 's morg.
9 uur gez. H. Mis 's avonds 7 uur Lof
en «Te Deum» tot sluiting dier oefening.
Woensdag 's morg. 8 uur H. Mis ter
eere van O. L. Vrouw van den H. Rozen
krans, met vollen aflaat voor allen die er
by tegenwoordig zyn's avonds 7 uur
Congregatie.
Donderdag vigilie van Kerstmis. Geheel
den dag gelegenheid om te biechten.
V r ij d a g, Hoogfeest van Kerstmis, 's morg.
4Vs uur solemneels Hoogmis, waarna 2
stille Missen 7 uur 3 anderen en ten
81/, uur de 3 volgende; 10 uur 2 stille
Missen, waarna de solemneels Hoogmis,
Na de Nachtmis begin van het 40uurgebed,
dat gedurende de 3 Kerstdagen in deze
kerk gehouden wordt, 's Namidd. 3 uur
Vespers 's avonds 7 uur Lof met feest
predikatie. Dien dag ie gedispenseerd in
de onthoudingawet en mag vleesch ge
bruikt worden.
Zaterdag, 2e Kerstdag, geb. Heiligendag,
's morg. 6, 71/s en 9 nur H.H. Missen
10l/s uur solemneele Hoogmis 's namidd,
3 uur Vespers's avonds 7 uur Lof met
predikatie.
Zondag 's morg. 101/J uur solemneele
Hoogmis's namidd. 3 nur Vespers
's avonds 7 nur pl. Lof met «Te Deum»
tot sluiting van het 40uurgebed,
Woensdag en Donderdag vastendagen,
Vrydag (le Kerstdag) St. Joseph-Olnb, Afd. A
10 uur Afd. B 7 uur Afd. O na de
Nachtmis en 81/J uur.
Zondag 27 Dec. a.s. St. Joseph-Olnb, Afd. A
71/1 nur Afd. B 9 uur Afd. C 10l/j uur
EGMOND-B1NNEN.
Parochie van den B. Adelbertus.
Zondag, laatste Zondag van den Advent,
byzondere tijd van boete en voorbereiding
tot het naderend Kerstfeest's morg. 7'/a
uur H. Mis voor de parochie; 10 uur
Hoogmis's midd. 1 uur onderrichting in
de Bijb. Geschiedenis 2 uur Vespers met
Rozenhoedje voor een zalig Kerstfeest.
Woensdag 's avonds 6uur Advent-Lof
Vrydag (Geboortefeest Onzes Heeren)
's morg. 6 uur pl. Nachtmis, waarna de
H. Communie wordt uitgereikt, terwyi
inmiddels 2 H.H. Missen worden gelezen
Na de 2e H. Mis wordt andermaal de
H. Communie uitgereikt. Het tweede drietal
H.H. Missen 9, 9l/j en ten 10 uur de
solemneele Hoogmis.
Zaterdag, 2e Kerstdag, tevens feestdag
van den H. Stephanus, Diaken en eersten
Martelaar, te vieren als Zondag, de H.H,
Missen als op Zondag,