:s, KRU1S-
.AR.
Zaterdag 6 Februari 1909.
nze actie.
St. Petrus."
I
ich en
technische
IrScheikundige.
AR
TWEEDE BLAD.
KALENDER
voor de dagen der week.
7 FEBRUARI.
Een „geëmancipeerde" moeder.
VAN om LIEVE VROUW TER NOOD
SINT WILLIBRORDUS-
KERKNIEUWS
Gemengd Nieuws.
ONS BLAD.
Dijk, Alkmaar.
Kassier.
i K* 5 5
8 3 M
1 3 3 8
h tr»
0 Cl H «1
1 S-f#
S^s-
o P
m *-fi va
I I
.itgaven van de
de bibliotheek
onderhondend,
ïllerige, ouzede-
op alle Katho-
Ivertentiën
jer 6 cent.
conditiën,
tegenheid,
(geboorte-,
■wijze een
enden,
ie.
Alkmaar.
ihm
arief.
"ANNA,
van
1 geven
Reke-
joopen
jBank-
Dtheek
[s van
an het
7 Feb. Zondag. H, Romnaldus, Abt en Bel.
EvangelieDe arbeidert
in den wijngaard. Mattheus
XX: 1—16.
8 Maandag. H. Joannes van Matba, Bel.
9 Dinsdag. Feest van het gebed des
Heeren.
10 Woensdag. H. Scholastics, Maagd.
11 Donderdag. H. Titus, Martelaar.
12 Vrijdag. De XXVI H.H. Martelaren
van Japan.
13 Zaterdag. H.H. Cyrillus van Alexan
drie, Leeraar.
Septuagesima.
Eerste Zondag der Maand.
Les uit den brief van den H. apostel
Paulue aan de Korinthlërs; IX, 24—X, 5.
Broeders! Weet gij niet, dat zij, die
in de renbaan loopen, wel allen loopen,
maar één den prijs ontvangt P Loopt gij
zóó, dat gij hem behalen moogt. Iedereen
nu, die mededinger is in den wedstrijd,
onthoudt zich van allesen zij nog wel
om eene vergankelijke kroon te ver
werven, wij echter om eene onverganke
lijke. Ik loop dan ook alzéó, niet als in
het onzekere; ik kamp alzéó, niet als
in de lucht slaande; maar ik tuehtig
mijn lichaam es breng het tot dienst
baarheid, opdat ik soms niet, na anderen
gepredikt te hebben, zeif verworpen
worde.
Want ik wii niet, dat het u onbekend
zij, broedersdat onze vaders allen onder
de wolk zijn geweest, en allen de zee
zijn doorgegaan, en allen in Mozes ge
doopt zijn geworden in de wolk en in
de zee, en allen dezelfde geestelijke spijs
hebben gegeten, en allen denzelfden
gees telg ken drank hebben gedronken
(zij dronken namelijk van de geestelijke,
hen volgende steenrotsde steenrots nu
was Christusmaar niet iu het meereu-
deel van hen heeft God welbehagen gehad.
Evangelie volgens den H. MattheUs;
XX, 1-16.
Te dien tjjde sprak Jesus tot zijne
leerlingen deze gelijkenishet Bijk der
hemelen is gelijk aan een huisvader, die
vroeg in den morgen uitging om arbeiders
Voor zijnen wijngaard te huren. Nadat
hij met de arbeiders was overeengekomen
voor één denarie daags, zond hij hen in
zjjnen wijngaard. En toen bij omtrent
het derde uur uitging, zag hij anderen
op de markt ledig staan en zeide hun:
gaat ook gij in mijnen wijngaard, en ik
zal u geven wat billijk is. En deze
gingen. Andermaal gicg hij uit omtrent
het zesde en het negende uur en deed
insgelijks. En omtrent het elfde uur ging
hg uit en voud andereu staan eu zeide
hunwaarom staat gij hier den gansehen
dag ledigP Zij zeiden tot hem: omdat
niemand ons gehuurd heeft. Hij zeide
hungaat ook gij in mijnen wijngaard.
Toen het nu avond geworden was, zeide
de heer des wijngaards tot zijnen op
zichter: roep de werklieden en geef hun
het loon, beginnend van de Iaatsten tot
de eersten. Toen dan zij kwamen, die
omtrent het elfde nnr gekomen waren,
ontvingen z{j ieder één denarie. Als nu
de eersten kwamen, meenden deze dat
zij meer zouden ontvangen; echter ont
vingen ook zij ieder één denarie. En
die aannemend, morden zij tegen den
huisvader, zeggendedeze Iaatsten heb
hen één uur gearbeid, en gij hebt hen
gelijk gesteld met ons, die den last van
den dag en de hitte gedragen hebben
Doch hg antwoordde en zeide tot een
hunnervriendik doe u geen onrecht
zijt gij niet voor één denarie met mg
overeengekomen P Neem wat het uwe is
en ga heen! ik wil aan dezen laatste
evenveel geven als aan u. Of staat het
mg niet vrij te doen wat ik wilP of is
nw oog booe, omdat ik goed ben Aldus
zullen de Iaatsten eersten, en de eersten
Iaatsten zijn. Yelan toch zijn geroepen,
maar weinigen uitverkoren.
OUDES.
altera. Alkmaar,
't Was een veelbelovend kereltje, het
eerste kind van een professor in de wijs
begeerte en een beroemde schrijfster. Toen
hij nog in ye wjeg lag, hadden de vrienden
en kennissen van den huize al voorspeld,
dat het kind van zulke geleerde ouders
zeker mettertijd wel een groote beroemdheid
zon worden.
Z(jn moeder had verscheiden kleine ver
halen nit het kinderleven geschreven, die
velen tot tranen hadden bewogeniQ was
al» novellen-schrijfster zeer gezocht. Maar
hiermede was haar eerzucht lang niet te
vreden. Zjj vormde het ongelukkige plan
om de letterkunde van baar vaderland nog
te verrijken met een grooten, historischen
roman. Het succes van een barer vrien
dinnen, die met goed gevolg een roman
geschreven had, spoorde haar hiertoe aan.
Nog vóór de altvoering van haar grootsche
plannen kwam het kind ter wereld.
De onders beschouwden den knaap met
zeer verschillende gevoelen; zij waren zeer
trotsch op hem en verwachtten stellig, dat
hij iets buitengewoons zon worden. Maar
voorloopig hielden zQ hem voor een last
post. De vader kon geen kindergeschreenw
nitstaan en verbande den kleinen jongen
uit zijn nabijheidmaar de moeder gevoelde
zich wel verplicht bij hem te blijven. Zij
moest echter bekennen dat zij vreeselijk in
het kind teleurgesteld was. Toch hield zij
veel van haar jongen. Hij kon er zoo heerlijk
uitzien, als zij hem pas gewasschen had, en
keek haar dan zoo aardig lachend aan.
De moeder offerde veel voor hem op. Zjj
onderbrak haar stadiën om het kind aan
te kleeden en hem een poosje te dragen,
maakte eigenhandig een pap voor hem klaar
anz. maar rekende dat alles den kleine
als een niet geringe grief toe. Zij vond het
nog al onbeschaamd van den kleinen dren-
mes, dat de maatschappij door de zorgeD,
welke h\j vereischte, zooveel keurige ver
halen moest missen.
Naar zijn verstandelijke ontwikkeling was
sty natuurlijk brandend nieuwsgierig. Zjj vond,
dat hjj veel te langzaam leerde spreken, en
ergerde zich over zijn traagheid van begrip.
Zjj wilde hem reeds vroeg in de letterkun
dige wereld binnenleiden, maar wist niet
hoe dit aan te leggen. Vreemd zij had
zooveel over de opvoeding van kleine kin
deren geschreven en wist nu zoo bitter slecht,
hoe zjj haar eigen kind moest opvoeden.
Het kind werd eiken dag liever. Zjjn haar
viel in gouden krullen over zjjn hoog voor
hoofd, en zjjn groote, wijdgeopende oogen
tintelden van dartelheid. Toen hjj begon te
spreken, uitte hjj alles in vragenden vorm.
In het begin waren de ouders zeer gelukkig
met zjjn weetgierigheid: deze was immers
een bewjjs van zjjn groote geestesgaven.
Maar later vroeg hg zooveel en zoo dikwijls,
dat hjj zijn onders verlegen maakte, en zij
sichzelven erg onwetend begonnen te vinden.
>Mama, hoe wordt bet electrische licht
gemaakt?1 vroeg hg eens.
Nu was mama opgevoed in een tgd, toen
jonge meisjes zoo iets nog niet behoefden
te leeren. Zij keek das radeloos rond, zonder
te kunnen antwoorden.
>Mama, waarom valt de zon niet naar
beneden? Ik zie toch geen touw, waaraan
zs is vastgebonden.,. Mama, hoe komt het,
dat de rozenknopjes lederen dag grooter
worden?... Mama, waarom moeten brave,
zoete kinderen toch dikwgis pgn hebben
Mama waarom zgn de vrouwen mooier aan
gekleed dan de mannen
Zoo roerde hg den ganschen dag zijn mond.
Voor het eene «waarom* kwamen er in
een oogwenk honderd andere in de plaats.
De moeder was nooit in haar leven zoo om
woorden verlegen geweest, als in de laatste
gesprekken met haar jongen.
De kleine >waarom< bleef onvermoeid.
Hg hield niet op met vragen te stellen
van 's morgens vgf tot 's avonds zeven nnr.
Zelfs midden in den nacht ging hg rechtop
in zijn bedje staan, om met een helder
stemmetje te vragen>Mama, waarom hééft
Onze Lieve Heer den nacht zoo donker en
den dag zoo licht gemaakt?* Hij vroeg de
duideigkste en tastbaarste dingen, en dan
weer de meest wgze en ernstige. Daarby
liet hg zich nooit met een ontwijkend ant
woord afschepen, maar hield zoolang aan
tot hij genoegzaam ingelicht was.
Al dat eeuwige vragen maakte hem lastig
en vervelend. Mama huurde dus een kinder
meisje als bliksemafleider.
Maar het kindermeisje wist nog minder
op al zgn vragen te antwoorden en scheepte
hem kortweg af. Dan ging de kleine jongen
toch weer telkens naar zgn mamahg
schoof zgn krullebol tuaschen haar en haar
schryfwerk en vroeg: «Mama, waarom zgn
de kindermeisjes toch zoo dom.<
De moeder gevoelde zich dan beschaamd,
omdat zg aan schryfwerk de voorkeur had
gegeven boven den omgang met haar lieve,
kleinen jongen. Zg nam hem op haar schoot
en wilde hem een van haar verhaaltjes
voorlezen, maar hiervan verstond de kleine
geen woord. Hg geeuwde, wreef zich de
oogen en noemde het verhaal kortweg «ver
velend*. En dat was nog wel een algemeen
geprezen, kenrig kinderverhaal, >uit het
leven gegrepen*.
Toch was zg op haar manier een teedere
moeder. Zg kocht een mooi boek in pracht
band, en daarin schreef ze al de kinderlijke
vragen en zonderlinge invallen van den
kleinen «waarom*.
Er stond o.a. ook in te lezen«Mama,
waarom hebben de paarden geen parapluies?*
en nog andere gekke vragen.
Wat men er echter niet in vond, was
dat de kleine dreumes eens gevraagd had
«Mama, waarom honden de arme vrouwen
meer van haar kinderen dan de rgke
«Hoezoo, lieveling had bij die gelegen
heid de moeder geantwoord.
«Wel, de arme vrouwen sturen haar
kleine jongens niet, gelyk gg, uit wandelen
met kindermeisjes, die zoo dom zgn en niets
weten...*
De knaap was inderdaad buitengewoon
verstandig, maar toch echt kinderlyk en met
harteigke liefde aan zijne moeder geheeht.
HO kon haar niot met rust latensoms
stak hg zgn hoofdje onverwacht onder haar
arm door, om epeelsch en plagend met zgn
kleinen vinger over de natte icktregals van
den historiscbeu roroau te wry ven, waaraan
zij begonnen was. Hij begreep volstrekt niet
wat zgn moeder berelde, ais zij dan wan
hopig uitriep: >'t roede... En ik was
nu juist in zoo'n góede stemming I*
•Stemming? Wat is dat?* vroeg hg, en
zgn mama zelf wist hem dan gewoonlijk
niet te antwoorden.
En hoe vaak hg ook weggestuurd werd,
toch drong hg telkens opnieuw bg zijn
moeder binnen, om met zgn lief stemmetje
het een of ander te vragen.
Mama deed elndeigk de denr op slot, om
ongestoord te kunnen werken. Maar de kleine
«waarom* liet zich niet afschrikken. Hg
sloeg met zgn vuistjes geducht tegen de deur
en riep door het sleutelgat«Mama, waarom
mogen de groote menschen liegen, en de
kinderen niet De meid zegt telkens, als
er iemand komt: «Mevrouw is niet thuis*
en gg zyt toch wel thuis.*
Op zekeren dag werd het Mama eindelijk
te erg. Haar werk vlotte juist zoo goed en
nu stond de kleine «waarom* onophoudeigk
door het sleutelgat te roepen. Toen verloor
zg haar gednld, rukte de deur open en gaf
den kleinen jongen een paar flinke oor
vijgen «Laat mg met rust!* riej zg buiten
zichzelve van kwaadheid«gg zgt een lastig,
ondeugend hind I*
Onmiddellijk echter had zij spgt van haar
drift; zg gaf den knaap een groote doos
chocolaadjes om het weer goed te maken.
Maar het waren de eeiete klappen en de
eerste driftige woorden, die de kleine «waar
om* gevoeld had en die hij dus zoo gauw
niet kon vergeten. Bedroefd sloop hij weg
en ging in de kinderkamer zijn hobbelpaard
■treelen «wij kennen elkaar,* zeide hg tegen
het houten dier, «gij zult mij niet slaan,*
Den heelen dag durfde hy niets meer
vragenmaar toen Mina, het kindermeisje,
hem naar bed bracht, hief hg zijn hoofdje
nog eens uit de kussens omhoog sn zeide
«Zeg eens, Mina, wie kan eigenlijk alle
vragen beantwoorden
«Onze Lieve Heer,* antwoordde Mina
zonder nadenken.
«Wordt die niet kwaad, als men het een
of ander wil weten
«Och jongen, praat toch biet sulken on
zin en ga Blapen.*
Den volgenden morgen vroeg de kleine
«waarom*, die dien nacht niet had kunnen
slapen, aan de keukenmeid«Hoe kan men
eigenigk bg Onsen Lieven Heer komen
«Als men heel braaf en gehoorzaam is
en niet alle menschen met vragen plaagt,
dan komt men zeker eens bij Onzen Lieven
Heer,* antwoordde de keukenmeid met op
voedkundige nevenbedoelingen.
Van dien dag af werd hg veel stiller
«liever*, zeide %gn verheugde mama.
Hy kon nu urenlang zwygend voor het raam
er over staan peinzen, waarom de rook nit
de schoorsteenen dwarrelt en waar de regen
vandaan komt. Hij was echter voornemens,
om dit alles regelrecht aan Onzen Lieven
Heer zelf te vragen, als hg later bg Hem
zon komen.
Op zekeren dag werd de kleine «waar
om* ziek. zgn hoofdje gloeide, zgn pols
klopte snei, en de dokter verklaarde, dut
de knaap hevige koorts had. «Het is altijd
een zenuwachtig en zwak kind geweest,*
zeide hg, wel wetend, dat zgn wetenschap
hier niet helpen kon.
In zyn koorts riep het kind onophoudelyk
«Ik wil naar Onzen Lieven Heer die stuurt
mij niet weg, die geeft aitgd antwoord, als
ik Hem iets vraag.*
Schreiend zat de moeder een paar unr
voor het bedje, zg verborg haar gelaat iu
de handen nn eerst besefte zij wat »g
verloren had in den knaap, die daar dood
voor haar lag.
Zij had het kind niet begrepen, dat God
baar had geschonken, en daarom had Hg
den kleinen jongen van haar weggenomen.
Arme «geleerde* moeder I
en
(De Heiioër Medalje.)
Toen nu slechts enkele jaren geleden, het
der Lieve Vrouwe behaagde de aandacht
harer kinderen op meer bizondere wijze te
trekken op haar verlaten Heiligdom te Heiloo,
toen leefde daar nog de oude negentigjarige
Kees Enke, die als kind getnige was ge
weeet van de bedevaarten die naar Heiloo
trokken, en die alvorens te sterven, ons nog
zoude verhalen, hoe men gewoon was dia
bedevaarten te houden.
Voor den notaris en in het byzyn van
twee getuigen, verhaalde hg, hoe men van
de «Krugsberg* naar «Oapel* trok, en hoe
de pelgrims van daar zich biddend naar
«de buurt* begaven om daar eenigen tijd
te bidden by het putje van St. Willibrordus,
Dat deze vrome oefening, waarvan Enke
verhaalt wel van oudsher gevolgd was ge
worden, daarvan getuigt mede het, wel
licht eenig, exemplaar dat ons bewaard bleef
van het oude liederenboek, getiteld«Pel
grims Stichtelyck Vermaeck na Onse Lieve
Vrouw tot Heyloo*.
Na de liederen de Moedermaagd ter eere,
volgt daar het lied ter eere van den Heiligen
Willibrordus.
In het «Bedevaartboekje naar O. L. Vrouw
ter Nood*kan de vrome lezer dit Sint
Uitgave van de Biss. Commissie tot
bevordering der devotie tot O. L. V, tex Nood.
WillibrordusUed weer vindenbet toont hem
dat Enke wel naar waarheid getuigde; zoo
luidt het daar
«Komt tot besluit
Sint Willibrord geprezen,
Machtig in woord,
In deugden uitgelezen,
Door wien aan ons volk
Het heil is toegevloeid*...
Kan genoemd liederenboek, wAt druk
betreft, op geen hooger ouderdom bogen
dan de achttiende eeuw, (de uitgaaf draagt
geen jaartal), van ouder datnm is de Heiioër
bedevaartpenning, die, wel gelukkig treffen,
ter zelfder tgd van de herleving der devotie
tot O. L. V. ter Nood, den kundigen con
servator van het Bisschoppeigk museum van
Haarlem, in de handen viel.
Daar ziet men aan de eene zgde het
beeld der lieve Vrouwe, aan de andere zgde
het beeld van den apostel van Nederland,
St. Willibrordus. Wanneer men nu nagaat,
dat deze penning naar vorm en teekening,
zeker mag geacht worden te zgn geslagen
in de eerste helft der 17de eenw, dan bigkt
ons daaruit andermaal hoe de devotie tot
de H. Maagd Maria te Heiloo, innig vereend
was met die tot den H. Willibrordus.
En geen wonder. Hoe konden onze brave
voorouders verzuimen, op de eigene, heilige
plaats, waar St. Wiliibiordni hunne vaderen,
met het geloof aan den Zoon, de liefde voor
diens H. Moeder had gepredikt, den vader-
landschen Apostel te loven en te pryzen en
zgne voorspraak in te roepen, wanneer zg
daar Gods lieve Moeder in haar Heiligdom
kwamen eeren.
De bisschoppeigke Oommissie ter bevor
dering der devotie tot O. L. Vronw ter Nood,
meende dan ook niet beter te kunnen doen,
dan de erfenis nit bet verleden, die zg in
dien beevaartpenning bad terng gevonden,
dankbaar te aanvaarden, en zg zorgde er
voor dat eene medalje naar dezen ouden
beevaartpenning werd geslagen, om dien aan
de vereerders van O. L. V. ter Nood aan te
bieden, wel wetend dat zg daarvoor dank
baar zullen wezen.
Zal hierdoor weder de devotie tot O. L.
V. ter Nood meer worden opgewekt, tevens
zal ook de herinnering aan de aloude devotie
tot Sint Willibrordus weer worden verleven
digd die zoo innig vereenigd was met die tot
O. L, V. ter Nood en daarvan ook in de toe
komst niet meer gescheiden behoort te worden.
Immers wanneer wg overwegen dat door
deze Heilige aan ons «het heil is toegevloeid*
en bedenken dat betrekkeigk te weinig de
grooten Apostel van Nederland wordt ver
eerd, dan zal men toegeven, dat uitbreiding
zyner vereering zeer zeker gewenscht is.
Mogen deze weinige regelen mede er toe
strekken, om het Nederlandsche volk op te
wekken, dat zg met de devotie tot O. L, V.
ter Nood, reeds zoo rnirn verspreid, de
devotie vereenigen tot den apostel van Neder
land en dezen te Heiloo komen eeren.
Waar toch zal men dit beter kunnen
deen, dan op de plaats zelve waar hij heeft
gepredikt en door zgn wonderen die predi
king gestaafd heeft, de plaats waar Gods
lieve Moeder hare kinderen, ook de zgne,
vereenigd ziet.
Waar toch zal men beter kunnen danken
voor de schat des geloof» ons geschonken
door bemiddeling van St. Willibrordus, dan
op de plaats waar deze geloofsverkondiger
de waarheid van dat geloof door een wonder
bevestigde, waar met vuriger gver bidden
voor de bekeering van ons Vaderland
St. Willibrordus zal daar de bed verhooren
van Maria's kinderen, als zg mede zullen
vragen dat zgne opvolgers, onze Bisschoppen
en priesters steeds bezield mogen zgn met de
apostolische gver waarvan zgn hart brandde.
Moge onder Maria's schntse en op Sint
Willibrordas' voorspraak de oude devotie tot
O. L. V. ter Nood op deze wgze hersteld
worden in hare volkomenheid.
A. B.
O. L. V. Lichtmis.
De nieuwe medaljes zgn verkrggbaar bg
den Penningmeester v. b. Bies. Comité, den
heer G. Th. M. v. d. Bosch, te Alkmaar.
Naar Rome.
Het Nederlandsche Comité tot regeling
van Bedevaarten houdt dit jaar zgn bede
vaart naar Home van 19 April tot 3 Mei.
Maandag 19 April vertrekt men 's mid
dags uit Eeschen. De tocht gaat den 20n door
Zwitserlanddien dag komt men te Milaan
aan, waar gelogeerd wordt. Den 21n H. Mis
op het graf van den H, Carolus, bezoek
aan Genua en groote rgtoer naar het be
roemde Campo Santo. Den 22n 's morgens
aankomst te Rome.
Van 22 tot 28 verbigf te Rome. Bezoek
aan de heiligdommen, audiëntie bg Z. H.
de Pans, enz. Den 29n bezoek aan Florence
waarop den 30n aankomst te Milaan. 1 Mei
reis door Zwitserland, aankomst te Lucern.
2 Mei atoomboottocht op het Vierwoudste-
denmeer en Maandag 3 Mei tegen den Mid
dag aankomst te Esachen.
Beschermheer van het Comité is Mgr. R.
Giovannini, president A. F. Zuidgeest, pastoor
Egmond-aan Zee, en directeur Charles Kieckens
Tilburg.
Woensdag a.s., 10 Februari, viert de
Weieerw. Pater M. van Gent, kapelaan aan
de St. Dominicuskerk te Utrecht zgn 121/,-
jarig Priesterfeest.
ljsberlohten. Met ingang van eergisteren
zgn de kanalen, in onderhond en beheer bg
de provincie Friesland, weer voor de vaart
opengesteld.
Sinde 25 Jannari was het bevaren in het
belang van bet behoud der gsbanen verboden.
Diefstal. Men seint nit Zeist
Onlangs werd ten nadeele van den boek
handelaar Vonk een portefenille van f 400
vermist. Het vermoeden viel op den zestien
jarigen W., verpleegde in een der gestichten
te Zeist, die veel verteringen maakte. Bg
eene ondervraging bekende hg de portefeuille
te hebben verstopt in het papiermagazgn.
Men vond haar daar liggen, f 50 had hy
reeds verteerd.
Een rijke arme. In een der Berignscht
ziekenhuizen stierf een arm vrouwtje, dat al
jaren lang door de stad bedeeld was. Bg 't
onderzoek van haar «garderobe* vond men
in een onderrok 24.000 mark aan papier
geld genaaid, die nn aan de gemeentekas
vervallen.
Een zwaar beproefde t Te Eechbaeh,
bg Freibnrg in Breiegan, ontstond brand in
de woning van den winkelier Weiier. Zgn
drie kinderen 3, 5 en 7 jaar ond, kwamen
in de vlammen om. Da vader, die te Frei
bnrg was op het oogenblik van de ramp, is
zinneloos geworden van droefheid. De on
gelukkige man had eenige weken geleden
■gn vronw verloren, die bg een ongeluk
verdronken was.
Vogelmoord en damee mode. Er ia be
rekend, dat in het jaar 1907 ongeveer 200
millioen vogels hun leven moesten laten om
vrouwenhoeden te sieren. (I) Een enkele han
delaar leverde in Londen aan zgne klanten
400.000 colibri's, 6000 paradyevogela, en bo
vendien 600.000 andere soorten. Engeland
heeft een invoer van 25 millioen vogelvee-
ren, het gebrnik van het overig deel van
Europa komt op minstens 150 millioen per
jaar.
Niet aangenomen. Eene Hollandscbe
familie uit een Geldersche gemeente bad
aangeboden een kind te adopteeren dat door
de ramp in Zuid Italië ouderloos was ge
worden. De Italiaansche regeering wenicht
echter van deze en dergeigke aanbiedingen
geen gebruik te maken.
In het ruim gevallen. Dinsdagavond
half twaalf werd per rytuig naar bet Zie
kenhuis aan den Coolsingel te Rotterdam
vervoerd en aldaar ter verpleging opgeno
men de 12 jarige nageljongen, C. van B.,
wonende Zuidhoek 112-16. Op de werf van
de heeren Rgkee en Co., was hg van eene
aanzienigke hoogte in het rnim van een op
de helling staand schip gevallen, en bad
daardoor zwaar inwendig letsel aan den bulk
bekomen.
De daad van een krankzinnige. Indo
Friesche gemeente Smallingerland heeft eene
vrouw voor f 2000 bankpapier In de kachel
verbrand. Men beweert, dat zg plotseling
krankzinnig is geworden.
Uit de oudheid. Bg bet doen van her
stellingen is, meldt de N. B. Ctr., te Stol-
wgk bg den landbouwer B. V., ongeveer
0.25 M. beneden den keldervloer gevonden
een kannetje, inhoudend 74 zilveren munt
stukken, n.l. één met het jaartal 1652 en
de beeltenis van Filips IV, drie driegulden-
stukken van 1793, 65 gnldens met verschi-
lende jaartallen (van 1701—1793) en enkele
kleinere stukken. Het kannetje werd bg bet
opgraven geheel verbryzeld.
Tegen bet drankmisbruik zal nu ook
in Rusland iets worden gedaan. De minister
raad heeft bevolen, dat in de rantsoenen
der Russische militairen de vodka zal wor
den vervangen door lichte wijn of bier en
dat de verkoop van vodka en andere spi
ritualiën in de kantines zal verboden worden.
Wij lezen in het Utreehteeh Dagblad
van Woensdagavond
«Men verzoekt one te melden dat ds. A.
W. Bronsveld, de voorzitter der school,
Maandag in het gebouw onderwijzers en
leerlingen toesprak om het eterven van den
heerte herdenken en allen op te
wekken zgn voorbeeldtevolgen*.
De spatieering is natuurlijk niet van bet V. D.
Maasb.
Zeldzaam. Naar de a. r. Rotterdammer
meldt, is een Rotterdammer 46 jaar ond,
dezer dagen grootvader geworden en zelf
nog in het bezit van een grootmoeder, die
93 jaar ond is. Voorts leven nog zyn beide
onders en die van zgne vronw. De jongge
borene heeft dns eene bet overgrootmoeder.
Ook kan men zeggen, dat de jonggeborene
in het bezit is van niet minder dan 9 groot
moeders.
Een onmenscb. Den 12en Januari des
avonds toen het vinnig kond was, kwam J.
de K. een 29 jarige arbeider te Utrecht
thnis in een biykbaar zeer slechte luim.
Het eerste wat hg deed was zgn vier jarig
zoontje nit zgn bedje tillen en het wurm
alleen met hempje en borstrokje aan, bui
tenshuis op de straatkeien zetten met de
lieflijke toevoeging «ga maar naar je móer*
aan welke invitatie kracht werd bygeiet door
een trap onder het achterste van het kleine
bibberende schaap. Het kereltje hnilde na-
tuurigk erbarmeiyk na deze vaderiyke wan-
bejegening, werd door de baren in zijn wee-
geklaag gehoord, bg de kachel gebracht en
op zgn verhaal gezet.
Beklaagde deed nog een poging zgn on-
menscheiyke daad goed te praten, doch
kreeg den wind van voren van den amb
tenaar van het O. M. bg de Utrechtsche
Arrondissementsrechtbank, die een maand ge
vangenisstraf elscbte. Moge de Rechtbank