Zaterdag 27 Februari 1909. TWEEDE BLAD. KALENDER voor de dagen der week. 28 FEBRUARI- De Vastenmandementen onzer Bisschoppen! DISPENSATIE N. De Feestredenaar. ONS BLAD. 28 Feb. bondag. Invocabit. H. Romnndus, EvangelieJezus wordt bekoord in de woestijn. Mattheus IV1—11. 1 Mit. Maandag. H. Snitbeitus, Bias. en Bel. 2 Dinsdag. H. Simplicius. 3 Woensdag. Quatertemper. H. Cunegun- da, Keiierin. 4 Donderdag. H. Oasimirus. 5 Vrijdag. Quatertemper. H. Frederi- cua, Abt te Hallam. 6 Zaterdag. Quatertemper. H, Coletta. Eerste Zondag van de Vasten. Vierde Zondag der Maand. Les uit den tweeden brief v. d. H. apostel Paulus aan de Korinthiërs; VI, 1—10. Broeders! Wij vermanen u, dat gjj de genade Gods niet te vergeefs ont vangt. Immers zegt Hij: in den aange namen tijd heb Ik u verhoord en op den dag des heils heb ik n geholpen. Ziet, nu is het de aangename tijd, ziet, nu is het de dag des heils! Aan nie mand geven wij eenigen aanstoot, opdat onze bediening niet gelaakt wordemaar laten wij ons in alles gedragen als die naren Gods, in veel geduld, in verdruk kingen, in nooden, in benauwdheden, in slagen, in gevangenissen, in oproeren, in arbeid, in waken, in vasten, in zui verheid, in kennis, in lankmoedigheid, in minzaamheid, in den Heiligen Geest, in ongeveinsde liefde, in het woord der waarheid, in de kracht Gods, door de wapenen der gerechtigheid ter rechter- en ter linkerzjjde, bij eer en oneer, bij kwaden en bij goeden naam; als ver leiders en nochtans waarheid sprekend; als onbekend, en nochtans bekendals stervend en ziet, wij levenals gekastijd, en niet ter dood gebrachtals bedroefd, en toch altoos verheugd; als arm, en tooh velen rijk makend; als niets heb bend, en alles bezittend. Evangelie volgens den H. Mattheus; IV, 1-11. Te dien tijde werd Jesus door den Geest naar de woestijn geleid, om door den duivel bekoord te worden. Nadat Hij nu veertig dagen en veertig nachten bad gevast, had Hij ten laatste honger. En de bekoorder naderde en sprak tot Hem: indien Gij Gods Zoon zijt, zeg dan dat deze steenen brood worden Hij antwoordde en zeide: er staat ge- sohrevende mensch leeft niet van brood alleen, maar van alle woord, dat nit Gods mond voortkomt. Toen nam de duivel Hem op naar de heilige stad en plaatste Hem op de tinne des tempels en zeide tot Hemindien Gij Gods Zoon zijt, werp U dan naar beneden 1 want er staat geschreven, dat Hij zijne engelen aangaande u bevolen heeft, en zij u op de handen zullen nemen, opdat gij uwen voet soms niet stooten zoudt tegen eenen steen. Jesus zeide hem: ook staat er geschrevengij zult den Heer uwen God niet op de proef stellen. Wederom nam de duivel Hem op naar een zeer hoogen berg en toonde Hem al de koninkrijken der wereld en hunne pracht, en zeide Hemdit alles zal ik 13 geven, als Gij, neervallend, mij aanbidt. Toen sprak Jesus tot hem: ga weg, Satan 1 want er staat geschrevenden Heer uwen God zult gij aanbidden en Hem alleen dienen. Toen verliet de duivel Hemen zie, de engelen kwamen en dienden Hem. Z. D. H. de Aartsbisschop spreekt in zijn mandement over de verkeering, de voorbe reiding tot het huwelijk, welke dikwijls oorzaak is van ongelukkige huwelijken, die ook onder de katholieken meer en meer voorkomen. „Wij voelen ons daarom gedrongen, B. G., eens ernstig te waarschuwen tegen de schro melijke misbruiken in de verkeering, de voorbereiding tot het huwelijk. Misbruiken, die zoo algemeen zijn, dat zij als heel gewoon gelden, zoo zelfs, dat overigens voorbeeldige katholieken er geen bezwaar in zien, ze aan hunne kinderen te veroor loven. Hoe dient, vragen wij allereerst, de voorbereiding tot een christelijk huwelijk te wezen Wanneer personen besluiten een huwelijk aan te gaan, dan moeten zij zich wel doordringen van het groote gewicht van dat besluit. Dat het geldt eene ver bintenis voor het leven, waarvan het geluk voor tijd en eeuwigheid voor hen en mis schien voor talloos velen afhangt. Zij, die dat beseffen, zullen van zelf zich gedrongen voelen, om veel en vurig te bidden, dat zij Gods H. Wil mogen kennen en zich bij de keuze van een persoon mogen laten leiden door zuivere bedoelingen en hoogere inzichten. Zij zullen begrijpen, dat bij de keuze van een persoon niet alleen tijdelijke belangen in aanmerking moeten komen, maar dat veel meer de godsdienstige en zedelijke belangen den doorslag moeten geven. Immers, geld alleen kan op den duur geen geluk aanbrengen. Niemand, dit spreekt wel van zelf, B. G., zal een huwe lijk, een verbintenis voor het leven, aangaan met een persoon, dien hij niet genoegzaam kent. Daarom is aan personen, die in het huwelijk wenschen te treden, de omgang, de verkeering met elkaar geoorloofd, opdat zij daardoor elkaar genoegzaam leeren ken nen, zoowel wat karakter en humeur als wat godsdienstigheid en zeden betreft. Die verkeering evenwel is slechts geoorloofd met het oog op een huwelijk en derhalve alleen aan personen, die, na niet te langen tijd, met elkaar kunnen en willen huwen. De meer intieme omgang van jeugdige personen van verschillend geslacht, die elkaar beminnen, brengt zonder twijfel ge varen mede. Vandaar dat het gewetensplicht is, die gevaren zooveel mogelijk te verwij deren door niet te druk en vooral niet op eenzame en afgelegen plaatsen met elkaar te verkeeren, maar steeds onder toezicht te blijven. Ook dienen die personen in den tijd der verkeering meer dan anders tot de H.H. Sacramenten te naderen, omdat zij in dien tijd meer bijzonder Gods genade noodig hebben om rein en zuiver te blijven leven." Dan wijst Mgr. op de plichten der ouders. De ouders moeten misbruiken tegengaan, ontijdige verkeeringen niet toelaten, de noodige waakzaamheid aan den dag leggen Vele ouders laten toe dat hunne kinderen jarenlang verkeeren en te dezen opzichte de grootst mogelijke vrijheid genieten. „Het kan ons dan ook niet verwonderen, dat er zooveel ongelukkige huwelijken wor den gevonden, wanneer we zien hoe veelal de voorbereiding is geweest. Want hoe kunnen zij in het huwelijk elkaar hoogachten en waardeeren, die in den tijd der voor bereiding reeds alle achting voor elkaar verloren hebben En hoe kunnen zij voor elkaar een steun en opwekking wezen tot een braaf, godsdienstig christelijk leven, die tot dan toe voor elkaar niets anders geweest zijn dan een steen des aanstoots en een aanleiding tot zonde? Daarom vermanen wij de ouders, die zoo goed weten, hoe groot dat gevaar van zonde in de verkee ring is, dat zij toch zorgen voor het geluk hunner kinderen door meer dan ooit waak zaam te zijn en hunne kinderen zooveel mogelijk onder toezicht te houden. Bidt, 'ouders, bidt veel voor het geluk uwer kin deren, maar vooral in dien zoo gevaarlijken tijd. Spoort uwe kinderen aan om meer dan anders te bidden en geregeld tot de H.H. Sacramenten te naderen." Mgr. van der Ven, bisschop van 's Bosch, wijst op eenige belangrijke punten, die vooral in onze dagen meer bijzonder onze aandacht verdienen. „Het eerste nu, dat boven alles onze be hartiging vergt, betreft onze .eeuwige be langen. Als wij de dagelij ksche beweging in de wereld gadeslaan, als wij zien, hoe er getobd, gewerkt en gezwoegd wordt, om de schatten der aarde in meerdere of min dere mate machtig te worden, als wij zien, wat er geofferd, gestreden en geleden wordt om tot aanzien en macht te komen, hoe men opgaat van den morgen tot den avond, van den eenen dag na den anderen in alles, wat de wereld heeft en geeft, wat zij bekoorlijks en verlokkends aanbiedt, hoe men geheel en al verslonden is in het aardsche; dan meenen Wij, dat het niet overbodig heeten mag, ten minste nu en dan eens te herinneren, dat wij ook nog andere belangen te betrachten hebben, be langen, die heel wat meer waarde hebben dan de goederen dezer wereld, belangen, waarop de Zaligmaker wijst, waar Hij zegt tot ons allen: Zoekt eerst het Rijk Gods eu Zijne gerechtigheid en al het andere zal U worden toegeworpen. In zijn sermoon op den berg, waarin Hij ons zoovele hemelsche lessen heeft gege ven, verkondigt Hij ons met duidelijke woorden, dat de goederen dezer aardeniet waard zijn, om zich over dezelve al te bezorgd te maken. Het Rijk Gods, de eeuwige zaligheid en alles, wat ons daartoe helpen en dienen kan, ziedaar, zegt Christus, de hoofdzaak, ziedaar het eenige noodzakelijke, dat vóór alles en boven alles moet gezocht en be hartigd worden. Dit wil echter niet zeggen, B. G., dat wij omtrent het tijdelijke geheel onbezorgd kunnen zijn en ons volkomen op Gods Voorzienigheid mogen en moeten verlaten. Neen, op deze wijze zouden wij het Rijk Gods niet zoeken, gelijk het behoort. Wie belast is met beheer over tijdelijke zaken, wie te zorgen heeft voor zichzelven en voor anderen, mag niet alleen, maar is zelfs ver plicht, die stoffelijke zaken, door Christus het toegeworpene genoemd, te behartigen." De opvoeding en de ontwikkeling der jeugd is het tweede punt, hetwelk door Mgr. Van de Ven besproken wordt. Mgr. vestigt de aandacht op de godsdienstige opvoeding, welke in de eerste plaats tot de zorg der ouders behoort. Na deze eerste opvoeding, komt de hulp van Kerk en school aan de beurt. „Vanwege de Kerk is hier geen gevaar te duchten, maar wat de school aangaat, dient ernstig te worden toegezien, dat daar niet worde afgebroken of gehinderd, wat in het huisgezin en de Kerk met zooveel zorg en arbeid is opgebouwd. Ook in de school moet, zooveel mogelijk, met het onderwijs de godsdienstige opvoeding van het huis gezin worden behartigd en bevorderd. Na de school vindt men een niet genoeg te waardeeren steun in Congregaties en Pa tronaten die in den laatsten tijd in vele Parochiën zijn opgericht en dagelijks me- nigvuldiger worden door de zorg uwer ijverige herders. Wij kunnen ze niet genoeg prijzen deze Patronaten," waarin de jeugd niet alleen beveiligd wordt tegen de ge varen van het kwaad, maar tevens met godsdienstig onderwijs ook maatschappelijk onderricht ontvangt ter bekwaming in het vak, waardoor zij later in haar onderhoud zal moeten voorzien. Mogen de ouders dit wel waardeeren en waar zij de gelegenheid hebben, van deze weldaad, hun onder veel offers en kosten bezorgd, voor hunne kin deren een goed gebruik makën, opdat zij, langs dezen weg, gelukkige en flinke leden worden van de maatschappij. Wij hopen, dat spoedig elke Parochie het haar passend en tegenwoordig haast onmisbaar Patronaat moge hebben." Ten slotte nog een derde zaak, die niet minder belangstelling verdient, namelijk de vereeniging „Voor eer en deugd". „De vereeniging heeft ten doel, zoo krachtig mogelijk te weren en te bedwin gen, den stortvloed van bederf, van zede loosheid en goddeloosheid, die tegenwoor dig voortdurend over de wereld gaat en zeer bijzonder hier door onze Provinciën, om aan dezelve geloof en godsdienst en al wat goed is te ontnemen. B. G., Wij kunnen U niet genoeg waarschuw'en, weest op uwe hoede voor U zeiven en voor de uwen, neemt die voortbrengselen van Satan, die U op allerlei wijze worden in handen gespeeld, niet op dan om ze te verscheuren of te verbranden. Een enkele onvoorzich tige nieuwsgierigheid zou U ten verderve kunnen strekken." Z. D. H. Mgr. Leyten, Bisschop van Breda, handelende over de christelijke rechtvaardigheid, samengevat in de ver zaking van de goddeloosheid en de we- reldsche begeerlijkheden, en in een inge togen, rechtvaardig en godsdienstig leven, zegt: „En dan wilden Wij u op de eerste plaats aansporen tot getrouwheid en ijver in het vervullen van die plichten, welke katholieke godsdienstplichten worden geheeten, met name het godvruchtig bijwonen der H. Mis en het waardig ontvangen der H. Sacra menten van Biecht en Communie. Gij weet, B. G., wat hier als strenge plicht van u wordt gevorderd, dat gij namelijk op straffe van zware zonde gehouden zijt, op Zon- en Feestdagen de H. Mis te hooren en omtrent Paschen te biechten en te communiceeren. Dat mogen toch die ka tholieken wèl bedenken, die zich, en dat soms jarenlang, aan hun Paaschplicht ont trekken, alsook zoovele anderen, die zonder eenige of althans voldoende reden, ver zuimen, op Zon- en Feestdagen het H. Misoffer bij te wonen! Maar, B. G., als Wij u tot oprechte godsdienstigheid aan sporen, dan bedoelen Wij nog iets anders, dan wat u als strikte plicht wordt voor geschreven: dan dringen Wij er op aan, dat gij de H. Sacramenten van Biecht en Communie herhaalde malen, ja dikwijls, zeer dikwijls door het jaar ontvangen zult en, zooveel ge goedschiks kunt, ook door de week de H. Mis zult bijwonen. Immers, het H. Misoffer is de voornaamste daad van gods vereering; het is daarenboven met de H. Sacramenten de voornaamste bron, die aan ons godsdienstig leven voortdurend nieuwe krachten moet bezorgen. Welk een zegen zou het daarom zijn, indien de H. Mis iederen dag werd bijgewoond door allen, die daarvoor in de gelegenheid zijn, en indien de gewoonte van veelvuldig biechten en communiceeren zich altijd meer onder alle geloovigen verbreidde I Hoe be treurenswaardig is het toch, dat er zoo- velen worden gevonden, die, niettegen staande zij tijd en gelegenheid in overvloed hebben, zich enkel bij het Mishooren op Zon- en Feestdagen bepalenEn wat het ontvangen der H. Sacramenten betreft: voorzeker, B. G., dat allerheilzaamst ge bruik neemt, Gode zij dank 1 voortdurend in ons Bisdom toeen het deed zulks vooral, sinds Wij, op het voorbeeld en de dringende aanmaning van O. H. Vader, in twee opeénvolgende Mandementen tot het veelvuldig en dagelijksch communiceeren aanspoorden. Maar toch, hoe ver is 't er nog van af, dat aan 't verlangen van Jezus Christus en van de H. Kerk ten volle zou voldaan zijn Op de tweede plaats, B. G., vermanen Wij u en drukken u op het hart, dat gij u beijveren zult, om waarachtigen gods dienstzin te bevorderen in uwe familiekring en zorg zult dragen, dat uw huisgezin een echt godsdienstig gezin, uw gezinsleven een echt godvruchtig leven zij. Immers groot is de invloed van het huisgezin, en de meerdere of mindere bloei van het gods dienstig leven, zoo in 't bijzonder als in 't algemeen, is grootendeels afhankelijk van den meer of minder godsdienstigen geest, die in de huisgezinnen woont. Laat oprech ten godsdienstzin de huisgezinnen doordrin gen, regelen en besturen; laten ouders en kinderen eerst het Rijk Gods zoeken en zijn gerechtigheid; laat in het huisgezin alles van godsdienstigheid spreken en tot gods- d:enstigheid opwekkenlaat daar gebed en godsvrucht betracht, christelijke gebruiken in eere gehouden, christelijke deugden be oefend wordenlaten alle huisgenooten leeren in christelijk plichtsbesef hunne ver schillende plichten te vervullen laten vooral de ouders de godsdienstige opvoeding hun ner kinderen wèl ter harte nemen; en ziet, het huisgezin wordt de kweekschool van een echt godsdienstig geslacht en de goede geur van bloeienden godsdienstzin zal zich uit het huisgezin over het geheele lichaam der Kerk verspreiden." Het lidmaatschap van de H. Familie wordt ten slotte door Mgr. Leijten aanbe volen als een door God zelf aangewezen middel om dien godsdienstzin op zekere en krachtdadige wijze in de huisgezinnen te bevorderen. Mgr. Drehmans, bisschop van Roermond, wekt de geloovigen op tot eerbied, liefde, gehechtheid en volgzaamheid ten opzichte van de priesters in Gods Kerk. Wijzende op de hooge waardigheid van den priester, die in de zichtbare Kerk door Christus zelf is aangesteld, om in Zijn naam de leer der waarheid en de leseen des heils mede te deelen, de vergiffenis der zonde te brengen, Zijne genaden en zege ningen uit te deelen, de zielen tot vol maaktheid en heiligheid te leiden. Het Priesterschap in de Kerk is de voortzetting van Christus' Hoogepriesterschap onder de menschen. „Gelijk in Christus de godheid, die met zijne menschheid vereenigd is aan zijne menschelijke opperpriesterlijke handelingen goddelijke kracht en waarde bijzet, zoo verheft Hij ook in den priester diens pries terlijke handelingen tot goddelijke waarde, en verleent Hij daaraan een bovennatuur lijke kracht om uitwerkselen teweeg te brengen, die geen mensch, maar God alleen kan bewerkstelligen. Ziedaar dan, B. G., de hoogte, waartoe de priester in Ghristus' Kerk verheven is. Dat is zijn macht, zijn gezag, zijn werk, zijn invloed, zijne eer, zijne waardigheid, de eenige die ook na den dood blijft voort duren. Offeraar van het Nieuwe Verbond, draagt hij, als een andere Christus, op het altaar het Lichaam en Bloed van den Godmensch aan den eeuwigen Vader op om Hem namens u allen te eeren, te dan ken, te verzoenen en om weldaden te smeeken. Bedienaar der heilige Geheimen, deelt hij datzelfde Lichaam en Bloed mede aan de geloovigen om hen te heiligen en op te voeren tot liefderijke vereeniging met God. Beschikker over de middelen ter genade, reinigt hij de zielen van de erfzonde in het doopsel, en van alle andere zonden in de biecht. Verkondiger van Gods woord leert hij geloovigen en ongeloovigen de waarheden des heils en spoort hij hen allen aan tot een leven van deugd, volmaaktheid en heiligheid. Middelaar tusschen de menschen en God, draagt Hij hem hunne verheerlijkingen en smeekgebeden op, en roept hij door zijn priesterlijk gebed genaden en zegeningen over hen neder. Handhaver, gelijk Christus, van de een heid en onverbreekbaarheid des huwelijks, roep hij door zijn zegen en zijn voorbede vrede en voorspoed af over de christelijke echtgenooten. Herder en vader, rust hij niet vooraleer hij het verdwaalde schaap heeft terugge vonden en den verloren zoon wederom ge sierd heeft met het bruiloftskleed der genade. Trooster en helper der zielen en ster venden, beurt hij hen op door zijn pries terlijk woord, en schenkt hij hun door de heilige zalving moed en kracht in den laatsten strijd. Redder ook na den dood, roept hij door zijne offers en gebeden verzoening en eeuwige rust af voor de overledenen, die nog te boeten hebben. Alles voor allen, is hij door zijn roeping en ambt de aangewezen vriend der huis gezinnen, det gezaghebbende raadsman van werkgevers en rijken, de trouwe en be- langlooze steun van arbeiders en armen, de ijverige medewerker bij alle liefdadige ondernemingen, de onverdroten bevorderaar van alle maatschappelijke verbeteringen, van beschaving en veredeling, van ver zoening en vrede, van naastenliefde en samenwerking ten goede; met één woord: hij is het zout der aarde, hij is het licht der wereld, hij is de overal tegenwoordige, overal zegen, overal heil, overal zaligheid verspreidende Christus. Ja, de priester is inderdaad een andere Christus. Daartoe verheit Christus hem door de genade van het H. Sacrament des Priesterschaps." De Bisschop wekt inzonderheid op mede te werken tot de vorming van goede priesters. Deze opwekking betreft de katho lieke ouders, die het zich tot een bijzondere eer en een groot voorrecht moeten rekenen, indien God een hunner kinderen tot het H. Priesterschap roept. „Laten dus de ouders toezien, of zij in de vroomheid en deugd, in den aanleg en ijver hunner zonen misschien de roeping tot het H.-Priesterschap ontwaren, en hen dan door waakzaamheid over hunne on schuld, door een verstandige vorming van hun karakter, door een gestadige aansporing tot plichtsbetrachting, kortom door hunne lessen en hun voorbeeld bijtijds daartoe voorbereiden. Die eerste voorbereiding is de taak van den vader, maar vooral die der moeder; immers het is vooral op haren schoot, dat de toekomstige priester gevormd wordt." Men mag gedurende de Vasten vleesch- spijzen gebruiken a. op de Zondagen meermalen; b. op de andere dagen slechts eenmaal. Het is verboden vleeschspijzen te gebrui ken: 's Woensdags, 's Vrijdags, Quater temper Zaterdag, Witte Donderdag en Paasch-Zaterdag. Gesmolten vet in plaats van boter mag gebruikt worden van den isten Zondag van de Vasten tot en met Dinsdag in de Goede Week. behalve 's Vrijdags en de Quater temperdagen. Maanden geleden reede had hij al de Muzen met Apollo aan de spite te hulp geroepenhij had gedacht en gezocht en saamgelezen, en eindelijk stond het zwart op wit, vier groote bladzijden vol. Toen had hij het gaan lezen hardop, avond op avond zijn vrouw kende het net zoo gauw van buiten als hij. Den avond voor den grooten dag, als de kinderen naar bed zijn, wordt de laatste repetitie gehouden in de mooie kamerzijn redevoering met rollende oogen, met woeste gebaren, met krachtige stem, die wel eens zachtkens en lieflyk kan flee, men, maar meestal zwellende zich uitzet; en als zijn vrouw hjj eiken stentorachtigen uitroep met vreeze en bevingen opspringt een der kleinen moest eens wakker wor den dan gevoelt de spreker, dat hij indruk maakt en dat moedigt hem aan tot nog grooter inspanning. En eindelijk is het uit, het zweet parelt op zijn voorhoofd, en zijn borst hijgtmaar zijn oogen stralen, als zijn vrouw dapper in de handen klapt daar zullen de kinderen niet van wakker worden, nu ze de eerste luide proef zoo slaapvol doorstaan hebben. Zjjn vrouw is spoedig ingeslapen, moede als ze is van haar dagwerkze heeft de kinderen nog eens ondergestopt; voor den kleinste van anderhalf jaar heeft ze een kannetje suikerwater meegenomen, om in voorraad te zijn als dezen nacht zijn zuig- flesch leeg raakt. Maar meneer kan zoo spoedig den slaap niet vattenzijn fel inge spannen zenuwen komen zoo spoedig niet tot rust, zijn geest houdt zich nog bezig met zijn redevoering en zijn armen doen dwaze bewegingen, 't Is aan den morgen, als hij eindelijk inslaapt. Bom 1 Bom I poef 1 Klokgelui en schotgeknal doen hem op schrikken. Half opgericht ziet hij rond met wilden blik, maar al spoedig komt hij tot bezinning. Goddank, 't is nog niet te laat I In één sprong is hij 't bed uit. Terwijl hij uit de lampetkan het water in de waschkom meent te gieten, kijkt hij door het venster naar buitenheerlijk weer, een feestelijk zonnetje spreidt zijn vrooljjke stralen in kwistigen overvloed. ...Daar is geen water in de kan! Dat is toch een onvergeeflijke nalatigheid I Zijn vrouw verwaarloost hem voor de kinderen 1 En dat op dezen dag I Hjj is toch de hoofd persoon in 't huis en vandaag de hoofd persoon van 't heele dorp, hjj, de feest redenaar 1 Zuike verwaarloozing...! Zal hj) met boos getier het verzuim haar onder 't oog brengen? Zal hjj... Been, in de wieg slaapt hun anderhalf jarige met de flesch nog aan den monden beneden hoort hjj zjjn vrouw bezig met het oudere kroost, dat getuige zal zjjn van het feest en straks fier zal zijn op >Onze Pa<hij hoort, hoe zjjn vrouw het vertelt aan de kinderen, en dat Fa zoo mooi zal spreken op een verheven- heidje, en dat Fa dan de hoogste zal zjjn van al de aanwezigenen dat ze hoera I moeten roepen en in de handen moeten klappen voor «Onze Pa« I Neen zjjn vrouw is toch een goede, beste vrouw, vlijtig en zuinig, die haar man in eer houdt en hoog verheft. Als hjj naar beneden wil om zelf het waschwater te halen, dan merkt hij eerst goed, hoe bezorgd zijn vrouw voor hem isdaar in den hoek heeft ze immers een kannetje gezetze heeft het niet op de waschtafel gebracht, want dan moest ze langs de wieg en dan kon de anderhalfjarige wakker worden en die zou Fa storen in den slaap. 'n Beate zorgzame vrouw 1 Meneer voltooit ziju toilet en gebruikt de gelegenheid om zich zeiven nog eens te zien voor den spiegel in verschillende houdingen en mondvertrekkingen, die straks indruk moeten maken op het publiek en de feestelijke stemming zullen verhoogen. Alle inwoners hadden geestdriftig samen gewerkt de optocht was schitterend, de cantate verrukkelijkhet marktplein was smaakvol versierd: kleurige papiertjes, groene takken en bladeren vormden slingerende kransen van het eene paaltje tot het andere, waarboven de driekleur vroolijk wapperde en daartusschen zwierden honderden licht- ballons in luchtbartigen overmoed, daar se eerst 's avonds de rol zouden spelen, hun op 't officieele feestprogram aangewezen. Aan eene zijde was een spreekgestoelte ge timmerd ruwe palen en planken, verborgen door een berg van heerlijk bloeiende planten. Een feestelijke aanblik van die hoogte I De juichende en joelende menigte, groo ten en kleinen, rijken en armeD, vrouwen en kinderen, allemaal opblikkende tot hem, den feestredenaar. Met gouden stralen over stroomde de zon dit heerlijk tooneelde muggen en vliegen en bijen dansten in het zonneliohtze stoeiden met de kleurige en geurige kinderen van Flora en omzweefden

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1909 | | pagina 5