p 8,
S,
Kath. Nieuws- en Advertentieblad
voor Noord-Holland.
ft OUD,
MAAR.
t£S<
Zaterdag 6 Maart 1909.
3d* Jaargang
Rampen.
FEUILLETON.
1TJES, KRUIS
raag,
KEIJSPER.
ïiviisch en
■zoek.
Verschijnt Woensdag en Zaterdag.
Magna Feccatrix.
Buitenland.
scourant,
Zie de Etalage.
zulke hooge
betalen.
iddelen, technische
Apotheker—Scheikundige
ïunt onze actie.
p.-club „St. Petrus."
A. Kuste». Alkmaar,
ADVERTENTIËNt
1
is XD. OUDES
[terswaren,
IVLEESCH, prima kwali-
lik GEROOKT VLEESCH
ÏEDBEEF 10 etROL-
alles per ons (machinaal
SIEREN uit het hoender-
e" te St. Pancras, 2 maal
Irsofa. Marktprijs,
.anbevelend,
AR,
iyk tarief.
WANNA,
I00BD, uitgaven van de
loeken uit de bibliotheek
igslectuur, onderhoudend,
rdige, prullerige, onzede-
alsmede op alle Katho-
ABONNEMENTSPRIJS
60 cents per drie maanden franco aan hnia. Te betalen in
het begin van ieder kwartaal.
Afzonderlijke nummers3 cent.
ONS
BLAD.
Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Ons Blad".
BUREAUHoogstraat b/d. Langestraat te Alkmaar.
Telefoon No. 266.
Van 1—6 regels80 eu
Elke regel meer6
Reclames per regel16 a
Kleine advertenties van 130 woorden, bij vooruitbet. 26
Verschrikkelijke onheilen, zooals er
onlangs in het zuidelijk deel van Italië
het volk een getroffen heeft, brengt som
migen de vraag op de lippen: hoe het
met Gods goedheid is overeen te brengen,
dat zulke ontzettende rampen Zijne
Schepping teisteren. De Gelderlander
vond in de vraag aanleiding er eene
wijsgeerige beschouwing over te houden.
Het blad citeerde eenige verzen uit
Voltaire en de Musset, welke opzichtens
het lijden in deze wereld getuigen van
twijfelzucht en ontkenning der Voor
zienigheid en merkte op dat wellicht
niet weinigen zullen meenen dat de
christelijke wijsbegeerte tegenover zulke
raadsels, om zoo te zeggen, met den
mond vol tanden staat.
Nu is evenwel niets minder waar.
Reeds lang voordat de filosoof Voltaire
de troostende gedachte aan de goedheid
Gods den menschen trachtte te ont
nemen, lang voordat de Musset er aan
dacht, in verzen aan zijne twijfelzucht
lucht te geven, hebben de wijsgeeren
der katholieke Kerk aangetoond, dat
het bestaan van het kwaad in deze
wereld geenszins in strijd kan geacht
worden met de Voorzienigheid en de
Barmhartigheid Gods.
Het kan zeer zeker nuttig zijn het
antwoord dier denkers op die zich hij
deze gelegenheid weer opdringende vra
gen gegeven, hier te vertolken.
De katholieke wijsgeeren erkennen
deemoedig dat Gods raadsbesluiten on
doorgrondelijk zijn. Dit vooropstellend,
is het toch mogelijk aan de hand van
de wijsbegeerte en de openbaring aan
te toonen, dat er geen tegenstrijdigheid
bestaat tusschen hetgeen hier op aarde
gebeurt en de eigenschappen van God.
Dat derhalve het kwade hier bedoeld
in den zin van rampen en onheilen
hier op aarde niet is in strijd met Gods
goedheid en barmhartigheid.
Niemand kan ontkennen dat er kwaad
is. Maar een andere vraag is, of het
bestaat op zich zelf, of het een zelf
standig bestaan heeft.
Om nu eens bij de ramp in Italië te
blijven, kan men deze vraag stellen
Is het bestaan van vulkanen of van
een gloeiend aardingewand een kwaad
Wie zou de bevestiging dier vraag
durven volhouden? Hoe zou de aarde'
bewoonbaar blijven zónder de warmte-(.
bron in haar binnenste? Hoe zou ooit'"Vraag is ook niet onmogelijk.
menscnheid onschatbare diensten te
bewijzen, is het dan niet als iets goeds
te beschouwen, dat er openingen, vul
kanen zijn, die dienst doen om over
tollige hitte naar buiten te brengen?
Waren ze er niet, dan zouden zeer
zeker nog grooter rampen plaats hebben.
Ja maar, zegt Voltaire, waarom staan
die vulkanen niet in een verlaten
woestijn
De vraag is eigenlijk ongerijmd en
zou beantwoord kunnen worden met
de wedervraag: waarom blijven de
menschen er niet vandaan?
Wanneer toch de vulkanen in een
verlaten woestijn stonden, zou die
woestijn zeer spoedig ophouden verlaten
te zijn. De woestijn zou tengevolge van
de vruchtbaarheid, welke de vulkanen
aan den omringenden bodem meedeelen,
ophouden woestijn te wezen en de
menschen zouden van die vruchtbaar
heid profijt willen trekken en de vroegere
woestijn bevolken. Zij zouden de ge
varen niet achten, doch alleen zien op
bereikbare welvaart.
Zal Messina een verlaten woestijn
worden, zijn Lissabon en San Francisco
verlaten plaatsen geworden? Immers
neen, de beide laatste steden zijn her
bouwd en ook Messina zal weer uit
het puin verrijzen, ondanks de moge
lijkheid, misschien de zekerheid van
nieuwe verwoesting.
Op zichzelf zijn dus de vulkanen goed
en kan men de rampen slechts wijten
aan de menschen, die, het gevaar ken
nende, het toch opzoeken en zich grot>-
peeren bij en om de vulkanen.
Wat ziet men dus? Dat een natuur
verschijnsel, hetwelk niet alleen goed
is, maar ook door de menschen als
goed wordt erkend, plotseling in de
oogen dierzelfde menschen een kwaad
wordt. Maar dan toch door de handel
wijze van de menschen zelve.
Zoo gaat het in de natuur steeds.
Het kwade wordt door de natuur nooit
nagestreefd, het heeft in zich zelve geen
bestaan, het is alleen een toevallig ge
volg van iets goeds.
De zeer nuchtere repliek op deze
redeneering zal wellicht luiden: Het
kan me weinig schelen, of het kwaad
al dan niet op zich zelf bestaat. Laat
het een toevallig gevolg zijn van iets
goeds, men voelt het dan toch maar
en waarom moeten die toevallige ge-
volgen dan bestaan.
Het geven van een antwoord op deze
de vorming van metalen en gesteenten
en meer andere dingen uit het delf-
stoffenrijk mogelijk.zijn geweest zonder
de geweldige hitte, welke in het bin
nenste der aarde werkt? Verwekken
onze scheikundigen ook geen buiten
gewone warmtegraden om tot kunst
matige vervaardiging van mineralen en
gesteenten te komen
Wanneer nu de hitte der aardinge-
wanden noodzakelijk is om aan de
Het ontwaken eener ztel.
Kaai het Dultach van Anna Baronnesse v. Kraue
Bewerkt door O. L.
H)
'Het ig too goedt< zeide ze vriendelQk
en ging vervolgens naar het veneter, steunde
met de armen op de vensterbank en zag in
de verte.
He frissche morgenlucht deed haar goed
en het nitzicht was grootsch en schoon door
de hooge ligging van het venster. De een
zame droomster sag over de tuinen heen,
waarin hare pauwen trotsch heen en weer
liepen. Hare blikken zweefden over de blauwe
wateren van het meer, om te blijven rusten
°P de witte wegen die overal het land door-
weden. Deze wegen waren zeer verschillend,
konige waren breed, bedekt met wagen- en
voetsporenandere waren smal en weinig
egaan, door onkinld bedekt, weer andere
n erden hun stoffige slangenlQneu in helle
,°?n®n,®h1D' sommige bogen ilch zacht onder
owende boomgroepen en langs murme
lende beekjes,
Het achterwege blijven van die toe
vallige gevolgen zou slechts mogelijk
zijn door de oorzaak er van op een
bepaald oogenblik weg te nemen. Dit
zou evenwel niet kunnen gebeuren
zonder een grooter gevaar in het leven
te roepen, namelijk het heil der geheele
wereld op het spel zetten, de geheele
aardbol aan vernietiging blootstellen.
En daarom laat God een toevallig kwaad
gevolg van de overigens op zich zelf
Magdalena had hare eigen gedachten bij
het beschouwen van deze dingen.
Het schenen haar levenswegen te zijn en
zij zocht er den hare uit te ontdekken. Zjj
vond dien ook. Het was een weg die van
nit een nauwe bergepleet komende, een tQd
lang door bloeiende tuinen voerde en einde
lijk op een woest veld nitliep, waar de
wateren van het meer alle vrnchtbare aarde
hadden weggespoeld, waar distelen en doornen
welig tierden en de menschen allerlei afval
neerwierpen.
>Zoo ben ik nu 1 Goed genoeg om met
den afval te worden weggevoerd zuchtte
zjj bitter. »En eerst waren het allen rozen
tuinen, waarin ik de voet meende te zetten».
>De lust komt nimmer weer,
Steeds drukt het leed mj) neer 1
Zwaarmoedig herhaalde zjj het melancho
lieke lied van het harpmeisje.
Samarltana viel zacht in de melodie in
en zocht zoodoende de opmerkzaamheid harer
meesteres tot zich te trekken, met het doel
haar ietz te zeggen. Doeh Magdelena zag
slechts naar buiten en riep eensklaps >Zie
daar, Samaritana I Is hij dat niet
De kleine slavin vloog naar het venster
en zag naar bnlten. De Meester I» fluisterde
ae eerbiedig en weea op een groep mannen
goede natuurwetten toe ten bate van
het geheel, waarvan het evenwicht juist
door deze wetten bewaard wordt en
verzekerd is.
Ten slotte stuit men dan nog op de
vraag, waarom God de wetten der na
tuur niet zoo heeft gemaakt, dat geen
kwaad gevolg eruit kan voortkomen.
Het antwoord op deze vraag geven we
in een slotartikel.
AMERIKA.
President Boosevelt heeft eergisteren zjjne
presidentieele zetel verlaten en is in de rjjen
der ambteloose bnrgers terug getreden. De
teugels van het bewind heeft hjj In handen
gelegd van den heer Taft, die zjjne plaats
in het Witte Huls te Washington heeft
ingenomen.
Ofschoon het optreden van den nieuwen
president der Vereenigde Staten van Koord
Amerika ais zoodanig eene gebeurteniz is
van niet te onderschatten belang, wordt thans
in de pers de meeste aandacht geschonken
aan den president die zjjne waardigheid
heeft neergelegd, het tooneel der staatkunde
heeft verlaten en zich uitrust om te gaan
jagen in de binnenlanden van een ander
werelddeel. De heengaande president is
ontegenzeggelijk een groot man, wiens zelf
standig optreden, groote kennis, rechtschapen
heid en werkkracht bewondering afdwingen
niet alleen, maar ook de republiek in velerlei
opzichten ten goede zjjn gekomen.
Was vroeger de opvatting algemeen, dat,
behoudens zeer speciale omstandigheden, als
die welke een Washington, een Jefferson,
een Lincoln op den presidentieelen zetel
brachten, geen werkeljjk groote mannen, die
zelfstandige regeerden wilden en konden zjjn,
ernstige kans hadden op het presidentschap,
daarin is verandering gekomen sinda het
optreden van Oleveland. En verscheiden
jaren later, in 1901, toen een onvoorziene
gebeurteniz de vermoording van Mc. Kin.
ley Roosevelt aan het bewind bracht,
heeft deze de traditie van Cleveland voort
gezet en getracht een zelfstandig, krachtig
regeerder te zjjn. HQ is in die taak geslaagd.
Maar hj] heeft meer gedaan: hij heeft er
voor gezorgd, dat ook de man, die na hem
het Witte Hnis zou betreden, een man van
bekwaamheid, zelfstandigheid en kracht zou
zjjn. Roosevelt heeft al zjjn invloed, al zjjn
populariteit aangewend om te verkrjjgen, dat
zjjn opvolger zou zjjn als hij zelf was
een regeerder, onafhankeljjk van de macht
der partQ-'bosses». Want dat is van zjjne
merkwaardige bewindsperiode het opmerke
lijkste, dat bjj de noodlottige invloeden van
de politieke partjjorganisatiea, waar dat maar
noodig was, heeft bestreden, en meestal met
succes. Taft zal die Roosevelt traditie voort
zetten. En dat onder gunstige omstandigheden,
want de beteekenis, het prestige, de macht
aan bet presidentschap verbonden, zjjn door
Roozevelt verhoogd. Hjj hoeft niet zonder
veel strQd voor den president der Ver.
Staten tegenover het congres, een betere,
die in de verte over het veld gingen.
»HQ wandelt langs mjjn weg I» zeide
Magdalena, de handen vouwende.
Samaritana begreep het niet en verstond
evenmin de reden waarom hare meesterei
met weenende oogen er aan toevoegde
>Een teeken
Ja, de geheimvolle Meezter ging over den
zandigen, door de menichen vermeden weg.
Met opzet had hjj bljjkbaar dezen weg ge
kozen, want in dezelfde richtiDg liep ook
nog een echoonere en betere. Toen hjj zoo
in gesprek met zjjne begeleiden daar heen
liep, strekte hjj opeens de hand uit, als
wilde hjj de weg, die verachte weg zegenen.
Magdalene's hart bleef stilstaan en zjj wist
niet, wat er met haar geschiedde. O, naar
hem heen, die haar riep, die haar wenkte.
Kaar den koning die haar het bruiloftskleed
geven wilde.
ZQ sprong op en jjlde naar de denr, zoo
anel zjj kon. Aan het voorhangsel stiet sQ
op Mardnc, die jnlst wilde binnentreden.
>Wat wilt ge Ik heb n niet geroepen
voegde zjj hem barach toeze vond hem
walgeljjker dan ooit te voren.
Hjj boog evenwel in allernederigste onder
danigheid.
•Moge de hooge meesteres mjj vergeven,
al* ik ongeroepen haar heiligdom binnen*
een boogere positie weten te veroveren.
Ondanks de bittere tegenkanting, ondanks de
verbittering zjjn er tegenstanders, wist hjj de
zege te behalen.
Dan hebben de Vereenigde Staten aan
Roosevelt te danken twee andere opvattingen,
die hjj door zjjn woord en zjjn voorbeeld in
het openbare leven der Vereenigde Staten
heeft gevestigd. Het ie nog niet zoo lang
geleden, dat het met het aanzien van den
beroepspoliticus in de Vereenigde Staten zoo
slecht gesteld was, dat wie zichzelf respec
teerde niet in de politiek ging, ja, zóó ver
mogeljjk er van verwjjderd bleef. Roosevelts
voorbeeld heeft hier de kentering der opvat
tingen ingeluid. Zjjn voorbeeld en zjjn
streven vond alom navolging leerde, dat
ook voor den man van absolute onkreuk
baarheid en rechtschapenheid plaats was in
de politiek. Het is deze school van mannen,
die niet transigeeren willen of kunnen de
gouverneur van den staat Kew York, Hughes,
b.v. is er een der typische vertegenwoordigers
van die bezig is te arbeiden en met
verrassend succes te arbeiden, aan de weder
geboorte der goede politieke zeden.
En nog een andere overtuiging zjj was
vóór Roosevelt's optreden te loor gegaan
heeft de aftredende President zjjn landge-
nooten bjjgebracht: de overtuiging dat de
regeering der Vereenigde Staten kan en zal
optreden tegen welke personen, belangen of
machten in de Unie ook, die zich schuldig
maken aan ontduiking of overtreding van
de wet.
Om die overtuiging weer ingang te doen
vinden bjj het volk, is een bittere, hardhan
dige strjjd van Roosevelt tegen schuldigen
en wetsovertreders noodig geweest. Die strjjd
is geenszins ten einde, veeleer is hjj pas
recht aangevangen. Maar het was noodig dien
te ontketenen, en Roosevelt heeft hem ont
ketend. En het volk van de Vereenigde Sta
ten zag het aan en verbaasde zich, en juichte
toe en bewonderde. Die bewondering is ge
negenheid geworden, ten spjjt zelfs van bet
feit, dat in het gewoel van dien strijd aller
lei belangen werden geraakt en geschaad,
dikwjjls van onschnldigen of economisch
zwakken. De genegenheid bleef, en heden,
nu Roosevelt de arena verlaat, volgen hem
de liefde en vereering van millioenen zjjner
medeburgers, misschien niet het minst om
zjjn... fouten. Want die fouten waren zóó
algemeen menscheljjk. De onstuimigheid, de
doldriftigheid, de hartstochtelijkheid, de vecht
lustigheid van dezen regeerder het mogen
dan ook eigenschappen zjjn geweest, die
velen liever zouden hebben gemist bjj het
verantwoordelijk staatshoofd eener groote
mogendheid het Amerlkaansche volk is
er slecht* door versterkt in zjjn genegenheid
voor dezen president.
Ook in de buitenlandsche staatkunde heeft
Roosevelt zich niet onbetuigd gelaten. Men
denke hier slecht* aan zjjn invloed ten
gunste der beëindiging van den Russisch-
Japanschen oorlog, aan de voorbereiding van
de tweede vredesconferentie, aan de vele
arbitrageverdragen onder zjjn bestuur ge
■loten en aan zjjne politiek ten opzichte
van het Chineesche vraagstuk.
treed. Maar de zeer edele Fabius wacht en
vraagt een oogenblik gehoor».
•Vraag hem op een andere keer te komen.
Thans heb ik geen tjjd hem te ontvangen»,
zeide Magdalena en wilde Mardnc voorbjj
gaan, doch deze hield haar aan heur kleed terug.
>En toch moet ik u verzoeken, meesteres,
den edelen Fabius te ontvangen, want hj)
heeft u iets gewichtigs mee te deelen en
zjjne boodschap kan werkeljjk niet uitgesteld
worden».
Er wa* ieti in den toon van den spreker,
dat Magdalena hinderde. Tegeljjk zag Sama
ritana haar ameekend aan en zjj overlegde
bjj zichzelf, of na dit oponthoud de moge
ljjkheid nog beztaan zou, hem in te halen.
Zjj kwam tot het besluit Fabius te ontvan
gen om hem des te eerder kwjjt te zjjn,
'Zeg den edelen heer, dat ik komen zal I»
Marduc liep zoo snel weg als hjj kon.
HQ dacht dat zQne meesteres zich snel ion
kleeden, om dan den bezoeker tegemoet te
gaan.
Magdalena bleef evenwel in onaangename
■temming staan en zeide tot Samaritana
'Wat mag de jonge man willen 1»
De herinnering kwam bQ haar op aan
eene welluidende «tem, welke haar gisteren
vrlendelQk toesprak, tosn iQ in de diepste
ellende terneer lag.
Dat een man van zQn karakter zich vQ-
anden heeft gemaakt, behoeft geen betoog.
Maar die vQandscbap zal niet voortduren.
Zal evenwel ook de roem, de populariteit
blQven 1
Zal Roosevelt'e naam worden genoemd
naast dien van een Lincoln?
Veel zal in deze afhangen van aQn op.
volger, Taft, en van de wQze waarop deze
de politiek van Roosevelt zal voortzettenen
verder ontwikkelen.
SERVIE.
De vermaning welke ten langen leeta op
aandrang der mogendheden en vooral van
FrankrQk, door Rusland aan Servië gegeven
ie, heeft dit rQk bewogen, om met hangende
pootjes te Weenen de verklaring af te leg
gen dat het niet meer vasthoudt aan de
territoriale eischen, welke voor een paar
weken nog een oorlog schenen tengevolge
te zullen hebben. Het zal nu alleen gaarne
vernemen wat OostenrQk bedoeld heeft met
de economische voordeelen, welke het Servië
zou willen verleenen. Aan een oorlog i* van
Servië'* kant nu ook nooit sprake geweest.
Servie was steeds met de meest vredelie-
vende gevoelens ten opzichte van OostenrQk-
HongarQe bezield. En zoo voort.
Oorlog komt er dus niet.
Vorst Kikita van Montenegro, die ook
met Servie meedeed in dapperheid en rechts
gevoel tegenover bet verdrukte Bosnië en
Herzogewina, heeft ook een vermaning thuis
gekregen en sal dus ook wel een toontje
lager singen.
FRANKRIJK.
Kardinaal Andrieu, die te Bordeaux de
opvolger geworden is van kardinaal aarts
bisschop Lacot heeft een herdelQken afscheids
brief gericht tot de geestelQken en geloovigen
van Marseille, sQn vroegeren standplaats.
Kardinaal Andrieu betoogt de onjuistheid
van het trouwens ook door den Syllabue
verworpen beginsel vanDe VrQe Kerk
in den VrQen Staat. God wil, dat gQ hem
zult dienen in zQn Kerk. Maar om haar
roeping te vervullen heeft de Kerk behoefte
aan den Staat, zooali de Staat voor de uit
oefening van zQn taak behoefte heeft aan
de Kerk. Welnu, thans is de band tusschen
de godsdienstige en de wereldlQke maat-
schappQ verbroken en die break legt den
katholieken drie groote verplichtingen op
de plicht om te proteeteeren tegen de wetten
die de scheiding hebben gebrachtde plicht
om met kracht, volharding en eensgesindheld
te streven naar afschaffing van die wetten;
de plicht om het begane onreoht voorlooplg
te herstellen door offervaardig te helpen en
te steunen.
Deie laatste aanmaning is niet overbodig.
Onze lezers weten, hoe moeilQk het de gees-
telQkheid valt, aan geld te komen. De
behoefte aan particuliere steun wordt ieder
jaar grooter, daar de begrooting van eere-
dlenst geleidelijk wordt afgeschaft en deze
klimmende behoefte wordt niet gecompenseerd
door een toenemende offervaardigheid der
geloovigen.
>Ik geloof dat hQ nw vriend is en bet
goed met u meent», sprak de slavin, terwQl
zQ als naar gewoonte het kleed der meeste-
ree terechtschikte. In haar wit gewaad sag
Magdalena er nit als een beeldhouwwerk
van Grieksche kunst. 'Hoor eens wat hQ u
te zeggen heeft», ging Samaritana voort.
De meestere* hoorde haar nauwelQk* en
was met andere gedachten beslg.
>Ik heb een boodschap voor u 1»
>Wat moet ik doen, meesteres
>Ga naar de stad en ondersoek, waar de
Meester te vinden is en waar hQ sioh op
zQn tocht pleegt op te honden. Maar wee*
voorzichtig, mQn kind, zeg niet wie u ge-
zonden heelt».
>Laat mij maar begaan», zeide Samaritana
gewichtig, terwQl zQ een laatste ondersoe-
kende blik wierp op het kleed harer
meesteres.
In het Tablinlum, de smaakvolle ontvang-
zaal van de villa, trof Magdalena Fabius,
die, schoon al* Fhoebin* Apollo in sQn*
kunstig gevouwen kleederen, haar tegemoet
ging. Een bad en een weinig rast hadden
hem geheel opgefrlscht, zoodat men hem
niet kon aanzien een feestelQke nacht te
hebben doorgemaakt.
(Worii voltij