E. ISath. Nieuws- en üdvertentieblad
voor Noord-Solland.
No. 27.
Zaterdag- 3 April 1909.
3d" Jaargang
FEUILLETON.
Het Stationswerk.
Buitenland.
Verschijnt Woensdag en Zaterdag.
Magna Peccatrix.
ZZ iat ïiJ, °phet ta»a" van het dak nog
een eweg ng bemerkten nu konden xe nog
ONS
BLAD.
~rs~
ABONNEMENTSPRIJS
50 oente per drie maanden franeo aan huis. Te betalen in
het begin ran ieder kwartaal.
Afzonderlijke nummers3 cent.
Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Ons Blad".
BUREAU: Hoogstraat b/d. Langestraat te Alkmaar.
Telefoon No. 266.
ADVERTENT1ËN:
Van 15 regels .80 cent.
Elke regel meer8
Reclames per regel..15,
Kleine advertenties van 130 woorden, bij vooruitbet. 25
Naar aanleiding van de lichtzinnige
wijze, waarop dikwijls over de gevaren
op zedelijk gebied, ook door de*z.g.
groote pers, wordt gesproken en de
weinige sympathie welke nog in allerlei
kringen wordt aangetroffen voor de
beweging tegen den z.g. handel in blanke
slavinnen, vestigt de heer H. v. d. Moer
in een gedocumenteerd artikel over het
stationswerk in den Haag in de Am
sterdammer op deze schoone beweging
de aandacht.
Wij ontleenen er het volgende aan,
in de hoop meerderen te bewegen aan
dit werk van liefde hunne medewerking
te verleenen op de wijze, aan het slot
aangegeven.
Daar dit werk niet van plaatselijk
maar van algemeen belang is, komt het
mij voor, dat het ook de belangstelling
van net groote publiek waard is.
Vooral dunkt me dit het geval, daar
nog onlangs bleek, hoe zelfs een deel
der z.g. groote pers nog zoo geheel
onkundig is van het eigenlijk doel van
dit werk, namelijk het tegengaan van
den afschuwelijken handel in blanke
slavinnen.
Het bovenstaande, naar aanleiding
van het volgende:
In een onzer groote bladen werd ge
schreven, als gevolg van de mededeeling
van den minister van Justitie in de
Eerste Kamer, dat het zijn plan was
een wetsvoorstel in te dienen, tot ver
bod der bordeelen.
„Ware het niet doelmatiger en beter,
het Nederlandsche volk met die wel
daden (nl. snellere en betere rechtsbe
doeling, enz.) aan zich te verplichten,
„vóór hij met argusoogen" ging snuf
felen in het strafwetboek, of er nog
niet wat „meer onzedelijkheid bestraft
kan worden."
Ik zou dezen overzichtschrijver een%
willen uitnoodigen, een bezoek in het
ziekenhuis te brengen op de zalen waar
de lijders aan geslachtsziekten liggen,
om hem het volle gewicht van het hou
den dezer tirade te doen gevoelen
Onlangs werd in Chicago een echtpaar'
achtervclgd, dat van hun verdiensten
met den handel in blanke slavinnen een
huis hadden laten bouwen van f 85.000.
Toen deze „brave" menschen be
speurden, dat zij kans hadden te worden
gevangen genomen, namen zij de wijk
naar Parijs, hun prachtig ingericht huis
in den steek latend. Aldaar zetten ze
hun snood bedrijf voort.
De boeken, die in handen der dienaars
van het gerecht te Chicago vielen, toon
den aan, dat zij den handel dreven onder
een goed georganiseerd syndicaat.
Het hoofdkwartier was in Chicago,
de filialen in al de groote steden. Deze
filialen zorgen voor distributie d. w. z.
zenden vrouwen en meisjes verder het
land in.
Het ontwaken eener ziel.
Naar het Duitech van Anna Baronnesse v. Kraue
Bewerkt door C. L,
22)
Magdalena riep niet om hulp zij was ook
thans nog onder den indruk van het ver
langen van een wezen, dat eens hare slavin
was en nu een volgelinge dee Heeren was
geworden. Met zachte hand sloot zfj de ge
broken oogen, legde de koud wordende lede
maten met eerbied in het kussen terecht en
dan zette zij zich op het tapyt voor het
stertbed neer en bleet de geheele, lange,
zwoele donkere nacht bij het lrjk waken.
Eindelijk brak de morgen aan, heet,
onheilspellend kalm, in vale gele nevelen
gehuld en dreigend, als een wild dier dat
et zand neerhurkt om den sprong naar
n prooi te wagen. Zwaar vermoeid, niet
ver wi t door den slaap, bewogen zich de
Hb^0T1" 'n* het 'auis naar den arbeid van
ag. e slavinnen verheugden er zich
Een meisje werd b.v. gekocht voor
veertig gulden. Verder werd zij verhan
deld voor f400 soms wel voor f1000.
Het huis Du Fas had alleen van Jan.
tot Oct. voor niet minder dan f 26.000
omgezet, en in het jaar 1907 voor
f 500.000.
De agenten van deze nobele affaire
reisden naar een vast plan, Frankrijk,
Hongarije, Italië, Canada. Zij hielden
de wacht aan alle komende stoombooten
in Canada, zoowel als in de Vereenigde
Staten. Zij overzagen de passagiers,
spraken vriendelijk onervaren meisjes
aan en beloofden haar goede betrek
kingen. En daarna volgde misleiding,
slavernij, in het kort een hel op aarde.
Is het wonder, dat na zulke feiten,
de oogen van de verschillende autoritei
ten eindelijk eens wat wijder worden
opengezet, en men het nut van een
internationale overeenkomst gaat inzien.
Gedurende vijf en twintig jaren heb
ben de Union en de Vrouwenbond tot
Verhooging van het Zedelijk Bewustzijn
vrijwel aan doovemans deur geklopt!
Maar zullen die toestanden door het
Stationswerk beter worden
Men heeft boven kunnen lézen, hoe
de agenten van het syndicaat aan alle
booten bij aankomst aanwezig zijn.
Welnu, bij de aankomst der treinen
is dit eveneens het geval.
Men moet ze maar zien flaneeren,
vooral als er een trein uit het buiten
land gewacht wordt.
Schuifelend, onzeker, de hoed wat
schuins op het dikke hoofd, met meestal
kwabbige, bleeke wangen en gluiperigen
oogopslag.
Als men ééns zoo'n wezen heeft zien
rondsluipen, op prooi loerend, dan kan
men ze in de meeste gevallen dadelijk
herkennen.
Maar talrijke malen zijn ze, ondanks
die herkenning toch zóó afgericht, en ze
weten zich in zulke gevallen zoo mees
terlijk schuil te houden tot op het
oogenblik van handelen, dat men wel
den door de practijk verkregen speurzin
eener Stationsdame moet hebben, om
den man op den juisten tijd zijn prooi
te kunnen ontrukken.
En laat ons nu eens aan de hand van
het jongste verslag nagaan, wat er o.a.
alzoo in het afgeloopen jaar in den Haag
door de Stationsdames is verricht.
Het is wel iets opmerkelijks, dat
waar voorheen de zorg der Stations
dames zich hoofdzakelijk bepaalde bij
het werk op het perron, men nu her
haaldelijk haar hulp komt inroepen, in
gevallen waar zij door haar rijpe onder
vinding en opgedane menschenkennis
advies kan geven.
Bijvoorbeeld werd haar onlangs ge
vraagd een meisje van 14 jaar in een
onzer ziekenhuizen te bezoeken en toe
te spreken, dat reeds aan een ongenees
lijke geslachtsziekte leed, door een on
tuchtig leven, daartoe aangezet door
haar moeder.
wat gaan luieren voordat de etem van de
meesteres weerklonk. Zij verwonderden er
zich slechts over, dat Samaritana niet be
neden kwam om het bad gereed te maken
ook zij zou zich den langdurigen slaap der
meesteres wel te nutte maken.
Marduc hief zich steunende van zijn leger
op. Zijn lang, eenzaam drinkgelag was hem
slecht bekomen en hy gevoelde zich onbe
hagelijk het hoofd deed hem geweldig pijn.
Nochtans moest hy zich aan den atbeid zet
ten om den door Fabius gewenschten minne
drank gereed te maken. Zuchtend kroop hij
in zijn laboratorium, waar hy zich opsloot,
ua Endymion, den Grlekschen slaaf opge
dragen te hebben, hem by de meesteres te
verontschuldigen.
Nu ving by zijn werk aan en bekommerde
er zich niet om, toen eindelijk de heldere
klank van Magdalena's zilverbekken door
het huis klonk en de kogel zevenmaal aan
sloeg, hetgeen een teeken wan voor alle
dienstboden. Ook het plotseling klaaggeroep
van de meiden liet hem koud vermoedelijk
verkeerde Magdalena niet in een al te beste
bui en had eenige straffen in uitzicht ge
steld. Het kon hem niet echelen als de
meesteres hare woede op de anderen zou
koelen, hij was door zyn haarpijnen in een
luim om de heele wereld een eleehten dag
Een meisje kwam schreiend aan het
station.
Zij was als hulp aangenomen in de
keuken van een klein hotel.
't Was een knap meisje en al heel
spoedig bleek het haar, dat het de be
doeling was haar tot kamermeisje te
maken.
Zij had beslist geweigerd en toen zij
daarop wilde vertrekken, weigerde men
haar haar geld en zelfs haar kleeren
te geven.
Door tusschenkomst van de Stations
dame kreeg ze haar goed terug.
Haar loon wilde men echter niet uit-
keeren.
Tevens kwam het uit, dat zich vrou
welijke agenten van publieke huizen
in de keukens van hotels verhuren, om
onder het dienstpersoneel hun slag te
kunnen slaan, liefst met meisjes uit
het buitenland.
Komen deze dan later als gebroken
naar lichaam en ziel in de ziekenhuizen
terecht, dan vertellen zij haar levens
geschiedenis aan de pleegzusters.
Eu nu een verheugend feit, dat in het
verslag wordt geconstateerd„Door het
steeds bewaken der stations Staats-en
Hollandsche Spoor, door de R. K. Yer.
tot bescherming van Jonge Meisjes en
den Vrouwenbond tot Verhooging van
het Zedelijk Bewustzijn, is het aantal
placeura dtór zeer afgenomen. Maar
telkens vinden zij nieuwe wegen om
het wild te verschalken.
Laat ons een staaltje daarvan mee-
deelen
Eens kwam een der Stationsdames
aan de halte Leidsche Stoomtram. Een
boerenvrouw kwam haar vragen of de
roode, witte en zwarte insigne van de
dame nieuwe kleuren waren voor de
Geheelonthouding.
Het antwoord was, dat dit de kleuren
waren der Prot. Afd. Stationswerk.
„O, maar dat is hier heelemaal niet
noodig 1" riep de vrouw uit. „'Want
heel dikwijls staat hier een heer, die
kaartjes uitgeeft, waar men zich vervoe
gen kan om een betrekking te krijgen."
En wat bleek nu?
Het was een bekend plaqeur.
Natuurlijk werd deze plaats sterk in
het oog gehouden en de heer ver
scheen met zijn kaartjes.
Twee heele dagen heeft de Stations
dame aldaar post gevat, steeds met den
ronselaar tegenover zich. Als zij ging eten,
nam een andere dame haar plaats in.
Een meisje, dat naar Weenen moest,
vroeg om adressen van tehuizen en
personen, die vertrouwbaar waren, die
de Stationsdames op hare adreslijsten
hebben en dus terstond konden opgeven.
Tevens worden de meisjes en vrou
wen, die hulp wenschen, altijd het
treinpersoneel aanbevolen, met het ver
zoek om bij het verlaten van den trein
door den conducteur, de reizigster aan
den na hem komenden confrater op te
dragen.
te gunnen. Morrend en grommend werkte hy
in zijne heksenkeuken, mengde en filterde,
onderzocht en kookte in kleine potjes en
prevelde daarbij bezweringen en gebedsfor-
molea, terwijl hy Aataroth en Basil en andere
goden en godinnen aanriep.
Daar klopte Endymion eensklaps hevig
aan zyn deur
•Doe open, Marduc I Ik moet u spreken l<
De stem van den anders zoo matigen
Griek klonk zoo opgewonden, dat Mardnc
naar de deur ging en deze ternauwernood
opende.
>Wat is er, wat gebeurt er Kan men
my dan niet een oogenblik met ruat laten l<
bromde hy.
Endymion atak zyn voet in de deuropening
en wrong zich in het vertrek, ondanks alle
tegenwerking. >Gy moet oogenblikkeiyk by
de meesteres komen. Hebt gy niet gehoord
dat zy het geheele hnis by elkaar riep
En heb ik u niet bevolen, mij by haar
te verontschuldigen, domkop I Kunt gy dan
niet alleen met de luimen van de dolle
panterkat gereed komenmoet ik in alles
helpen
•Yoorloopig had wel een ander moeten
helpen... Samaritana is dood I<
•Wat... Samari... I<
De woorden bleven Mardac in de keel
De medewerking van politie, stations-
en spoorwegpersoneel is voor ons werk
van zeer groote waarde.
Dat de Stationsdames ook vaak het
verzoek van angstige ouders krijgen,
die het spoor van hun naar den Haag
vertrokken dochters zoeken, om deze
op te sporen en dat daarom de bordeelen
vaak moeten worden doorzocht, spreekt
wel vanzelf in een stad als den tlaag.
Zoo had een der dames reeds vijf
bordeelen bezocht en vond in het zesde
eindelijk het gezochte meisje, dat blijde
was aan een leven van ellende te
worden onttrokken.
Zij is nu in een dienst eu gedraagt
zich zeer goed.
Herhaaldelijk kwam het voor, dat
meisjes uit den vreemde aan de stations
kwamen, om in betrekking te gaan,
meestal in hotels.
Wanneer het bleek, dat de zaak ver
dacht was, waren zij steeds bereid de
aangenomen betrekking in den steek te
laten, dankbaar dat zij bijtijds werden
gewaarschuwd
En zoo zouden wij kunnen voortgaan.
Boven het verslag, waaruit het een
en ander is medegedeeld, staat„Wach
ter, wat is er van den nacht?" De
wachter zegt: „De morgen is gekomen,
en het is nog nacht!..."
Laat ons allen, voor zoover wij kun
nen, de komst van den vollen dag helpen
verhaasten, door niet alleen sympathie
te voelenmaar tegelijkertijd de sym
pathie te bewijzendoor lid te worden
of bijdragen te schenken voor het
Stationswerk.
PERZIE.
In Perzië gist en woelt het nog maar
Bleeds en achynt het land in een vulkaan
herschapen. De burgeroorlog richt er schrik
barende verwoestingen aan.
Duitsche couranten vernemen dat een
krijgsmacht van 10.000 Baktlaren op weg is
naar Teheran, de hoofdstad. Naar het heet
zyn ze uitstekend toegerust en van wapénen
voorzien.
De Sjah heeft van de macht, die om
Tabris gelegeid is, 2000 ruiters naar Re»jt
gestuurd.
Mochten zy noodig zyn voor de verdedi
ging van Teheran tegen de nationalisten, en
het ziet er wel naar uit, dat bet daartoe
zal komen, dan kunnen de 2000 man re-
geeringstroepen in vyf dagen Teheran be
reikt hebben.
De correspondent te Teheran van de
Londensche Time» constateert in een tele
gram van den 29en dat Kermansjah de
eenige is van de grootere steden in Perzië
(Teheran zelf natuurlyk uitgezonderd), waar
de regeeringsgezinden nog meester zyn. Maar
daarom is het er niet rustig. Onlangs heb
ben te Kermansjah ernstige onlusten plaats
gevonden, die gericht waren tegen de Israë
lieten. Het grauw beschuldigde een' Jood
steken en hy zag den Griek wantrouwend
aan, alsof deze schertste. Maar Endymion
zag er zoo eerlyk verlegen uit en het ver
nieuwde geschrei der slavinnen droeg zoo
kiaarblykelijk het karakter van doodsgeklaag,
dat aan de waarheid van het meegedeelde
niet te twyfelen viel. Marduc liet zich op
een voetbank neerzinken en stotterde 'Wan
neer is ze dan gestorven
Heden nacht antwoordde Endymion
lakonisch.
•En waarom zijn wij dan niet vroeger
geroepen
•Ik weet niet
Wat is baar dan overkomen Zij was
toch gisteravond nog niet ziek en scheen
ook niet in ongenade te zyn
De Griek haalde de schouders op. >Weet
ge wat, Marduc, doe als wy allen en neem
het op als een raadsbesluit der goden. Wij
zyn in dienst van een gevaarlijk wezen en
dan is 't beter, niet over dingen na te den
ken, die ons niet aangaan. Gy zult Samari
tana dadeiyk gaan zien. Zy ligt als een
slapend kind terneer. Men zou meenen dat
zy nog ademtgeen teeken van een doods
oorzaak is te zien en de meesteres zegt niets.
Wy werden eerst geroepen toen het ïyk lang
reeds koud en styf wast.
•Dat is ontzettend l< steunde Marduc.
ervan, een Mohammedaan te hebben dood
geslagen, en vond daarin aanleiding een
aanval te doen op de Israëlieten-wyk, waarby
één Jood werd gedood en er twee anderen
werden gewond. Maar vooral het plunderen
nam groote afmetingen aan. Honderd zeven
tig huizen werden leeggeroofd, waaronder
de woning van een Britsch onderdaan en
de huizen van 12 Mohammedanen. Ten over
vloede werd de Israëliet, die onder beschul
diging stond van een Mohammedaan te
hebben doodgeslagen, op last van deu plaat
selijken gouverneur onthoofd.
OM DEN BALKAN.
In Rusland is men over het verloop van
de Balkanhistorie niet erg tevreden. Men
ziet in den afloop eene achteruitzetting van
den Russischen invloed en wyt xnlks aan
de actie van Duischland.
Chomjakof, de voorzitter van de Russische
Doema, heeft in het Nowoje Wremja van
Dinsdag een verklaring gezet, waarin hy
zegt, dat Rusland's erkenning van de in-
ïyving van Bosnië een vernedering is. De
Duitsche nota bedreigde Rusland en stelde
voigens hem zeifs de mogeiykheid in het
vooruitzicht, dat de Duitsche korpsen op
een bepaalden datum, 7 April, Rusland
zouden binnenrukken. Rusland, besluit by,
ie nu in de macht van Beriyn en het oor
logsgevaar blijft beBtaan.
Het Nowoje Wremja schrijft verder, dat
prins Bulow's kalmeerende frazes in den
Rykedag evenvele beleedigingen voor Rus
land waren.
Andere Russische kranten laten zieh in
denielfden geest uit.
In Servië is de binnenlandsche toestand
er niet op verbeterd, nu de kroonprins, ten
gevolge van het onverklaarde plotselinge
sterven van een zyner bedienden, afstand
heeft gedaan van zyne rechten op den troon.
Men is van gevoelen dat de Servische
troon wel eene spoedig weer vacant kan
komen en Peter's dynastie plaats gaat maken
voor een ander vorstenhuis.
De gedienstige pers ziet al naar een ge
schikte candida&t uit.
DUITSCHLAND.
In den Ryksdag is de binnenlandsche
staatkunde door den Rykskanselier Yon
Büiow besproken.
Eerst sprak hy tegen de eonservatleven
wel al zeer beslist, maar toch met weg
neming van de scherpe kantjes. De regeering
zou de voorgestelde lasten op het bezit
handhaven, maar zy begreep de bezwaren
en zou die zooveel mogelijk verminderen.
Dit beduidt allicht, dat de nalatenecbaps-
lasten vervangen worden door uitbreiding
van de erfdeelbelasting ook tot de kinderen.
Yan verhooging der matricniaire bydragen
en inkomsten- of vermogensbelasting kon
echter niets komen. De gedachte die aan
het blok ten grondslag lag, was overigens
niet dood, meende Yon Büiow het verviel
niet by de eerste oneenigheid over een wet
ja, het zou in dezen of een anderen vorm
ons allen overleven I
Dan, al sprekende begon de Kanselier de
schroef van zyn gezag eteeds vaster aan te
•Wie is nog zeker, wanneer de lieveling
zelfs sterven moet
•St, st l« onderbrak hem Eudymion met
waarschuwend gebaar. «Een onzichtbare zou
u kunnen hooren. De meesteres kan meer
dan gy met uw drankje. Haar staan andere
machten ter beschikking. Denk slechts aan
den hekeendans van onlangst.
•Kybele sta ons by I Beul bescherme ons l<
jammerde de Enuelius met gedempte stem.
•Word ik dan door den vorst van alle
kwaad vervolgd, dat ik in dienst ben van
een toovenares
•Dat zyn wij allen en wy zullen er goed
aan doen, gehoorzame dienaren te zyn, op
dat ook ons niets overkomt Endymion
lachte en ondanks alles verheugde het hem
den oplichter zoo verlegen te zien. >Ga nu
naar de meesteres, zij wil met u over de
begrafenis van Samaritana spreken».
Marduc zette een gezicht, alsof men hem
gebood in de kooi van een leeuwin binnen
te gaan.
•Kunt gy dat niet doen, lieve Endymion
sprak by op honigsoeten toon. «Zie, ik heb
hier iets te doen waarby ik geen oogenblik
gemist kan worden. Liefete Eudymion, ga in
myne plaats, het zal ook niet op een paar
draehmen aankomen I
(Wordt vervolgd,),