:ïte bediening.
OSTIJMES.
No. 33.
Zaterdag 24 April 1909.
3"" Jaargang
ALKMAAR.
IEL".
lAAft.
Payglop 7.
hoek Payglop,
prijzen,
naar de
iHUIJSEN.
erenf
Verschijnt Woensdag en Zaterdag.
De R. K. Staatspartij.
Magna Pecestrix.
Buitenland.
S,
«LOGES en
GOUDEN
MBANDEN.
HES, KNOF-
CRUISJES en
sa f 1,10 psr stuk,
;Stuk.
ms.
50 ot.
rwaren,
Vischmarkt.
SS.
ingen, Broches
ar.
d Zilversmid.
italenboeken.
raad voor 1909.
iastraat.
NOOBD C 29.
,,DE CHRISTELIJKE
Hi. Hatli. Nieuws- en Advert ent
iroer Noo^d-SollasiA.
ADVERTENT1ËN t
turkije.
til
voorm. 2.30
3-oo
nam.
per odb.
a
ons.
rst lage p r ij z e n,
•r alle reparation
ïeepsgebrnik.
L
reken mag. Op duide*
iteengezet en versobil-
rtaiging dieper wenact t
teneinde niet bevoer*
inementen worden door
LAD
ABONNEMENTSPRIJS
50 cents per drie maanden franco aan huia, Te betalen in
het begin van ieder kwartaal.
Afzonderlijke nummers3 oent.
Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Ons Blad".
BUREAUHoogstraat b/d. Langestraat te Alkmaar.
Telefoon No. 266.
Yan 15 regels80 cent.
Elke regel meer6
Reclames per regel...15,
Kleine advertenties van 130 woorden, bij vooruitbet. 25
De Hollandia-drukkerij te Baarn
geeft een negental brochures uit onder
den titel van „Onze politieke Partijen'
waarin achtereenvolgens de verschillende
partijen in den lande eene verklaring
on uiteenzetting vinden.
No. 5 dezer serie is gewijd aan de
R. K. Staatspartij en geschreven door
dr. A. C. A. Hoffman- te Gouda. Eene
korte schets van den inhoud moge hier
eene plaats vinden.
In de inleiding bespreekt de schrijver
in korte trekken het doel van de staat
kunde in 't algemeen en de groote
oorzaken, die aan de R. K. Staatspartij
ontstaan en leiding hebben gegeven.
De staatkunde heeft ten doel de
hoogste stoffelijke en zedelijke belangen
voor een in maatschappelijk verband
levend volk te bevorderen. Zij is zoowel
eene wetenschap als een kunst. Weten
schap, omdat zij de kennis moet ver
gaderen, welke verschillende andere
wetenschappen haar voor haar doel
aanbrengen, niet op de laatste plaats
ook de kennis der geestelijke stroomin
gen in het volk, voorzooverre deze
stroomiDgen onderscheiden deelen van
het volk ten aanzien van hun optreden
in het openbare politieke leven in be
paalde beddingen leiden.
Zij is een edele kunst, zoodra zij uit
de studeerkamer in het openbare volks
leven moet optreden. Te midden van
en door allerlei stroomingen moet het
schip van Staat gestuurd worden in
goede bedding.
Na den godsdienst behooren de poli
tieke partijen almede tot de hoogste
openbaringen van wat er leeft te midden
der onderscheiden deelen van het volk.
Het liberale regeeringsbeleid, dat in ons
land sedert de helft der vorige eeuw
overheerschend was, heeft bij de beoefe
ning der staatsmanskunst in theorie
het beginsel der neutraliteit op den
voorgrond geplaatst.
De bedoeling was goed en heeft den
katholieken in den beginne het herstel
der bisschoppelijke hiërarchie gebracht.
Maar het beginsel is verkeerd. De libe
rale partij werd in stede van het be
ginsel der neutraliteit de meest partijdige
vau alle staatkundige fracties, omdat
de hoogste vraagstukken van algemeen
belang, als b.v. onderwijs, landsverde
diging niet onzijdig kunnen worden
beschouwd. Juist bij het onderwijs kwam
het fundamanteele verschil der partijen,
berustende in het verschil van gods
dienstige en wijsgeerige opvatting aan
het licht.
Steeds moderner werd het streven
der heerschende partij en meer en meer
bleek dat er antithese bestond, tusschen
de deelen van het volk. Juist bij het
onderwijs kwam dit uit. De volksschool,
weleer nog christelijk getint, werd hoe
langer zoo meer van het godsdienstig
Het ontwaken eener ziel.
Naai het Dnitech van Anna Baronnesse v. Krane
Bewerkt door O. L.
Kastor». Alkmaw,
28)
Wie zoo dom was, een Fabius van de
hand te wijzen om een boetprediker te volgen
en die tot zijne bescherming noch donder
en bliksem, noch doodende blikken had, was
een gewoon menscb, ja erger, een verachte
lijke zwakzinnige.
Fabins wees op Magdalena, die stom en
onbewegelijk in de hal stond en zeide tot
de beide dienaren>Deze vrouw hier heeft
buis niets meer te maken. Drijf haar uit
en breng haar op straat, waar ze behoort.
Mocht het haar weer invallen, deze villa te
bezoeken, wijs haar dan met de zweep terug 1<
Bij deze woorden keerde hj] allen den
tug toe en ging in het Triklinium, Hier liet
hij danseressen en zangeressen komen, liet
wjn aanbrengen en beproefde te lachen en
te schertsen. Maar ofschoon hij zich in ge
dwongen lustigheid en in het drinken te
bulten ging, toch kon hü de gedaohten niet
karakter bevrijd, en van de school ging
een moderniseerenden invloed uit over
heel ons volk De ontkerstening door
de school werd met leedwezen door het
christelijk volksdeel waargenomen en
het ging zich daartegen te weer stellen.
Het bijzonder onderwijs ontstond waar
voor reusachtige sommen werden ge
offerd.
In en door de worsteling van dat
gedeelte van het christelijk volksdeel,
dat zijne kinderen niet wenschte toe te
vertrouwen aan het onderwijs der open
bare school, werd het eigen politiek
leven van dat volksdeel uit zijn slui
merende verborgenheid opgewekt tot
krachtdadig openbaar streven.
Daarbij kwam de onrechtvaardige
bevoorrechting van de liberalen bij het
begeven van staatsbetrekkingen en de
tergend krenkende wijze waarop zelfs
erkende knappe christelijke mannen
buiten allen openbaren officieelen invloed
werden gesloten. Daardoor woelde en
brandde het in het gemoed van het
christelijk volksdeel.
Uit de latentie, de verborgenheid der
christelijk-staatkundige, nog half in
stinctieve, onbewuste ideeënwereld wer
den de vier groote staatskunstenaren
Groen, Kuyper, Schaepman en Lobman
geboren.
Kuyper en Schaepman werden de
eigenlijke leiders. Zij waren de loodsen
die de staatshulk wisten te voeren door
en tusschen de stroomingen van 't po
litieke leven heen. Zij brachten het
christelijk politieke volksdeel tot de
overwinning, zoodat het ten langen leste
het regeerkasteel kon innemen. Hunne
staatskunst bleek ook uit de eerlijkheid,
waarmede de wetgeving op het openbaar
onderwijs werd uitgevoerd en uit de
onpartijdigheid bij benoemingen.
Na deze inleiding bespreekt de schrij
ver meer in het bizonder de politiek
van het katholiek volksdeel van Neder
land.
In tegenstelling met het program der
christelijk-historische unie, dat het
karakter onzer natie protestantsch
noemt, erkennen de katholieken van
Nederland dat ons volk een gemengde
natie is. Wanneer van een klein volk
ruim een derde, bijna tweevijfde deel
katholiek is, wanneer daarbij een groot
deel op het stuk van godsdienstige be
lijdenis volkomen onverschillige burgers
komen, dan kan men dat kleine volk
gemengd, maar niet protestantsch noe
men.
Hoe voert ons volksdeel nu zijne
staatkunde
Ten eerste gaat het uit vau de mee
ning, dat het voor denkende groepen
staatsburgers niet mogelijk is een volk
te regeeren zonder de vraagstukken,
die in politieken zin een volk beheer-
schen, tot in hunne wezenskern te
durven naderen. Dat volksdeel kan niet
medewerken om een regeering tot stand
te brengen die, boven de partijen ZOO-
verdrïjven die hem onophoudelijk folterden.
Het scheen hem, alsof Froculns hem voort
durend in de ooren riep«Er ia eene
Nemesis
Magdalena werd weggebracht als een land
loopster, die zich in een vreemd huig ge
waagd had. Maar zjj zweeg zonder een
zenuw te vertrekken. Zij verdroeg het kalm,
dat Marduc haar met de band, welke baar
ring droeg, bij den arm greep en haar ruw
door de hallen trok, in welke zij voor een
uur nog gebiedster waa. Zij gcheen de spot-
ternijen van den gchoouen Endymion niet
te hooren, die hoonend naast haar liep en
zij gaf geen acht op het apottend gelach der
dienatmaagden, die kwamen aanloopen om
van het echouwepel getuigen te zijn. Zij zag
recht voor zich uit, met een etille, geduldige
uitdrukking in hare diepe oogen en trok
zich nergena ieta van aan.
Nu waa zij buiten op den brandenden
weg en atond daar ala een gewone vrouw
uit het volk, voor wie het leven nieta andera
meer bracht dan arbeid, moeite en zorg.
De achoone, elegante vriendin der Romeinen
waa ala een droom verdwenen. Half verdoofd
door de gebeurteniaaen van den dag ging
zij haars weega. De weg voerde haar door
de enge atraten van de atad, te midden van
ongewone beweging en drukte, tuaschen
genaamd, zou regeeren in een richting,
welke, evenals bij het liberalisme, alleen
aan de eigen partij zou ten goede komen.
Ten tweede volgt het politiek katho
liek volksdeel in onze nationale staat
kunde dit politiek beginsel
Op welke manier kan het politiek
katholiek volksdeel van Nederland, vol
gens zijne algemeene inzichten van
positief christelijk staatsbeleid, het best
politiek werkzaam zijn aan de ernstige
bevordering van de hoogste zedelijke
en stoffelijke belangen van ons geheel
volk?
Het eigen standpunt bepalende, doch
niet sterk genoeg om alleen de teugels
van het bewind in handen te nemen,
zocht de kath. partij samenwerking met
gelijksoortig gezinde partijen. In deze
richting der samenwerking heeft Schaep
man met meesterlijk leiderschap de
katholieken gevoerd.
In den loop der geschiedenis en der
ontwikkeling van 't constitutioneel tijd
perk der moderne volkeren bleek meer
en meer, hoe de tegenstelling der be
grippen in eersten verborgen aanleg een
wijsgeerige antithese was, namelijk die
tusschen een door de openbaring verlicht
rationalisme en dat rationalisme dat zich
in zich zelf genoegzaam acht. Een anti
these tusschen evangelie en revolutie.
Deze antithese bleek bij de opvattin
gen omtrent onderwijs, opvoeding en
leiding der geesten en ook bij denont-
wikkelingsstrijd van het kiesrecht.
Bij de meeste vrijzinnige partijen
werd meer en meer dit kiesrecht ver
kondigd als een den burger van nature,
als burger toekomend recht.
Op dit stuk staat de Kath. Staatspartij
beginselvast tegenover de vrijzinnige
opvatting, met het beginsel, dat het
kiesrecht een bevoegdheid der burgers
is, die door de in God gestelde overheid
wordt toegekend aan die burgers, van
wie men kan vermoeden dat zij de
1 geschiktheid tot kiezen bezitten.
In verband hiermede gaat schrijver
in den breede na, hetgeen omtrent het
kiesrecht-vraagstuk in het kath. kamp
is besproken en vastgesteld door den
algemeenen bond. De kath. Staatspartij
zal indien het in de toekomst tot kies
rechtherziening komt, zich in meer
organische richting bewegen. Bovendien
bestaat een algemeen streven naar even
redige vertegenwoordiging.
Wat dit laatste betreft verheugt het
den schrijver, dat thans door de katho
lieken niet met urgentie de evenredige
vertegenwoordiging wordt nagestreefd.
Vervolgens wordt het voorgestelde
kort program van actie aan eene be
schouwing onderworpen, het rapport
over het defensie vraagstuk behandeld
en het program van 1896 verklaard.
Bij het bespreken van onze politieke
taak zegt schrijver 0. m.
Wij wenschen het staatsgezag te ge
bruiken om de algemeene christelijke
wereldbeschouwing, die onze natie eigen
voetganger», ezeldrijvers, lastdragers en ka-
meelen. Zij was nooit te voet door de straten
gewandeld, steeds had men er haar door
gedragenthans was zjj alleen, arm en
verlaten. Iedereen kon haar stooten en dringen
en opzjj duwen, zooals hij verkoos.
Dat waren de eerste schreden op den
nieuwen weg. Zjj verloor echter den moed
niet, maar zwom dapper met den stroom
mee, tot zjj eindelijk de stad achter zich
had en den stoffigen landweg betrad, die
naar Oapharnaum leidde.
Het was reeds tamelijk laat in den na
middag. De nevelige lucht was evenwel op
geklaard en zjj hoopte toch nog voor donker
de stad van haar verlangen te kunnen be
reiken of minstens een herberg die er kort
bij lag. Den volgenden morgen wilde zjj de
moeder van Jezue opzoeken, wier woning zij
ontdekt had, en daar op Hem wachten, wien
zjj zich wilde wjjden.
Deze hoop sterkte haar en gaf haar kracht
om snel voort te gaan ten einde haar doel
te bereiken. Doch hoe langer zij liep, werd
haar blik helderder en voelde zij zich zelve
onzekerder. De weg tusschen Magdalena en
Capharnaum was zeer druk. Het was niet
slechts de verbindingsweg tusschen de steden
gelegen aan het meer vaD Genezareth, doch
ook de groote weg van Jeruzalem naar
is, meer en meer te bevestigen. Wij
zouden in de hoofdlijnen van staatsbe
heer niet anders kannen doen. Het
verschil zit hierin, dat wij ons voor
nemen openlijk uitspreken en dat de
vrijzinnigen in hunne naïeveteit meenen,
dat 't staatsgezag in het woelende
menschenleven op den duur buiten elke
godsdienstige of wijsgeerige strooming
zou kunnen werkzaam zijn. Waarbij
nog komt, dat de vrijzinnigen over 't
algemeen argeloos meenen, dat hun
modern staatsstreven gelijkluidend zou
zijn met-de bevordering van waarach-
tigen modernen vooruitgang.
De kath. Staatspartij wil de waar
achtige bevordering van de hoogst alge
meene geestelijke en stoffelijke belangen
onzer geheele natie in al hare zelfstan
dige deelen.
Onze partij is voorts aangewezen op
eenstemmigheid in eigen boezem. Daar
voor moeten velen in die partij eea
politiek offer van secundairen aard
brengen.
Wijzende op de a.s. verkiezingen,
zegt de schrijver ten slotte:
„Er zal gestreden worden. Ter eere
van Gods- en Koningsrecht!
De diepere christelijke beginselen, die
bijna alle deelen onzer natie eigen zijn,
en waardoor die deelen leven, zullen
dan den adel moeten verleenen aan den
stembusslag, dien de politiek-cbristelijke
partijen zullen moeten leveren. Die be
ginselen komen dan in verweer tegen
het modernisme op staats- en maat
schappelijk gebied.
Hoezeer de drie hoofdpartijen ter
rechterzijde ook onderling verschillen, in
politiek-christelijk wezen zijn zij één.
Wij moeten het woord van Z. H.
Paus Pius X in vervulling trachten te
brengen„Alles in Christus te her
nieuwen".
Dat is de antithese tegen het moder
nisme, ook op staatkundig erf.
Tegenover de werkelijke antithese tus
schen Revolutie eu EvangelieRationa
lisme en Openbaringwij aan de zijde
van het Evangelie.
Tegenover de schijnbare antithese
tusschen kapitaal en arbeid, tegenover
het historisch materialisme wij aan de
zijde van het historisch geopenbaard
spiritualisme, door middel van den
christelijk-organischen opbouw der maat
schappij, door de christelijke toenadering
en verzoening der maatschappelijke
standen."
De toestand van onzekerheid dnurt nog
voort. Maar de geruchten worden sterker,
dat er kans is op een accoord tusschen het
huidige bewind en het Jong-Turksche Oomité,
en dat dienvolgens de Bultan nog zijn leven
èn «kroont sal kunnen redden.
Damascus. Allerlei volk passeerde er en men
zag er gezelschappen van reizigers en kara
vanen. Magdalena onderscheidde zich, on
danks hare eenvondige kleedij, al te zeer
van de voorbijtrekkende vrouwen, dan dat
z j niet werd opgemerkt. Zij mocht de sluier
nog zoo dicht over het gezicht trekken, den
zwevenden gang van de danseres kon zij
niet wegnemen. De lompe vrouwen riepen
haar allerlei hatelijke schimpwoorden na en
de mannen maakten zich over haar vrooljk
met twijfelachtige complimenten en onbe
schoftheden.
Een vuile kerel, die op een ezel reed,
maakte het haar zoo lastig, dat zij zich
genoodzaakt zag een zijweg in te slaan. Zij
liep zoo snel zij kon, terwijl haar vervolger
aldoor schreeuwde tegen den ezel die niet
snel genoeg wilde gaan. Eindelijk moest hij
de jacht op de schoone vluchteling opgeven.
De rijweg liep in dezelfde richting als de
groote weg en daarom besloot Magdalena
dien weg te houden teneinde onaangename
ontmoetingen te voorkomen. Een tijdlang liep
zij ongestoord in de rustige stilte van den
komenden avond, onderbroken door de tonen
der herdersduiten, die de kudden naar huis
lokten.
Eindelijk zonk de zonne beneden den
gezichtseinder en nieuwe nevels stegen op
Ziehier een der laatste telegrammen uit
Konstantinopel
De regeering onderhandelt met de Mace
donische troepen. Er is geen sprake van
het aftreden van den Sultan, maar alleen
van bestraffing der schuldigen en verandering
van het garnizoen der hoofdstad.
De ministerraad is nog aan het beraad
slagen. Gisteravond sou kennis worden ge
geven van de getroffen overeenkomst.
Naar het heet, wordt in de overeenkomst
bepaald dat 600 Macedonische gendarmen
belast zullen worden met de handhaving der
orde.
De troepen zullen voorloopig de hoofdstad
niet binnenrukken.
Alle soldaten sullen opnieuw den eed
afleggen. De oorlogsvloot zal Konstantinopel
verlaten...
Dinsdagavond reeds B9inde de correspon
dent van de N.- Y. Herald,, te Konstantinopel,
dat de troepeD, die nu ai vlak bij zijn, de
stad niet binnen znllen rnkken, aangezien
Saltan en Jong Turken het over een vergelijk
eens zijn geworden. Yolgens den correspon
dent is dit dan hiervan het gevolg, dat de
troepen te Adrianopel den Sultan trouw zjjn
gebleven...
Maar van anderen kant komen weer be
richten, dat Abdoel Hamid zich nog aller
minst veilig op zjn troon kan wanen. Zoo
vernam een Duitsch correspondent dat de
Sjeick nislam van plan is, den Sultan voor
in zijn verstand gekrenkt te verklaren, aan
gezien dit de eenige manier zou zjn om
hem, in overeenstemming met den Koran, af
te zetten. En een ander gerucht wilde, dat
den Sultan uiterlijk tot Vrijdag tijd zou
worden gegeven om heen te gaan. Men zocht
alleen naar een vorm om het hem zoo
gemakkelijk mogelijk te maken.
Hussein Hilmi pacha, de opperbevelhebber
van het JongTnrksche leger, heeft een pro
clamatie uitgevaardigd, waarin hjj herinnert
aan het ongelukkig tijdvak van 33 jaren der
absolute regeering des Saltans, 't welk thans
door den wil des volks heeft plaats gemaakt
voor den constitntioneelen regeeringsvorm.
Dit heeft echter niet verhinderd dat benden
moordenaars, onder voorwendeel de wetten
van het Sjeriat hoog te willen houden
tegenover de Grondwet, schandelijke misda
den hebben gepleegddat gewetenlooss
dry vers, geleld door eigenbelang, de troepen
en burgers op een dwaalspoor hebben weten
te brengen en het Parlement met bloed
bezoedeld, de natie in rouw gedompeld en
een Bmet geworpen hebben op de sedert 600
jaren ongerepte eer van het Turksche leger.
In een andere proclamatie, tot de bevolking
van Konstantinopel gericht, maant hj] aan
tot eerbied voor de priesters, maar bedreigt
strenge straf tegen de lieden die, als pries
ters vermomd, slechte daden hebben gepleegd.
Harerzjjds heeft ook de regeering in
Stamboel een proclamatie uitgevaardigd,
waarin ze verklaart dat voor troepen noch
bevolking reden is tot ongerustheid, en dat
de regeering de noodige maatregelen heeft
genomen, zoodat niemand geloof behoeft te
hechten aan door kwaadwilligen verspreide,
onware geruchten. «Ieder», zegtdeproclamatie,
en bedekten het land met een witten sluier.
De weg was nauwelijks meer te onderscheiden.
Het hooge gras en de halmen, waartnsschen
schapen en bokken zich haastig bewogen
om de stallen op te zoeken, schenen spoken
geljk. Magdalena bemerkte dat zjj zich op
een dwaalweg bevond. Zjj bleef staan, zag
in het rond en zocht naar een herder om
hem te vragen naar den jnisten weg. Maar
de fluittonen verloren zich in de verte, de
laatste geitjes sprongen voorbij en slechts
het hooge gras bewoog zich ritselend in den
avondwind.
Boven haar in de lucht hoorde zjj een
geruiech. Twee dniven, die baar reeds een
wijle gevolgd waren, lieten zich plotseling
op haar schouder neer en kirden van vreugde.
Het waren dezelfde duiven welke zjj den
Heer had nagezonden, toen Hij haren weg
ging-
Magdalena stiet een vreugdekreet uit. De
nabijheid der tronwe diertjes benam haar
het gevoel van verlatenheid en zj beschouwde
het als een goed voorteeken. «Zjjt gj ge
komen om mj te troosten sprak zij en
streek de beestjes over de gladde vederen.
De goede diertjes sprongen van den schouder
op den gebogen arm en legden zich neer
als in hnn nest.
(Wordt vervolgd).
ini
i-
Mfi
HÜttË