Maat.
IS,
L
1&. Eath. Nieuws- ©ia Advertentieblad
voor AToord-Holla.xi.cl.
E IJ EN,
»rg- Co.
ALKMAAR.
ER.
prijzen,
IfiSbtgfB
ÜSHÜIJSEN.
No. 37.
Zaterdag 8 Mei 1909.
3"' Jaargang
Verschijnt Woensdag en Zaterdag.
Samenwerking.
FEUILLETON.
Magna Peccatrix.
Buitenland.
Binnenland.
ra
AAR.
n voor gekleed.
>RLOGES en
GOUDEN
^MBANDEN.
3HES, KNOP-
KRUISJES en
in 5 soorten, als:
IS.
Stalenboekeo.
orraad voor 1909.
maatraat.
Dit nummer bestaat uit 6 bladz,
i
Inrichting".
c IV.
cbeepsgebroib.
A, Kutora. Albnaait
ONS
BLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
50 cents per drie maanden franco aan hnis. Te betalen in
het begin van ieder kwartaal.
Afzonder lij ke nummers-3 cent.
Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Ons Blad".
BUREAUHoogstraat b/d. Langestraat te Alkmaar.
Telefoon No. 266.
ADVERTENTIËN:
Yan 15 regels 80 eent
Elke regel meer6
Reclames per regel15
Kleine advertenties van 1—30 woorden, bij vooruitbet. 25
Met het oog op den komenden ver
kiezingstijd kan het zijn nut hebben
een kort woord te wijden aan de samen
werking der christelijke partijen bij de
stembus.
Reeds lang is ons standpunt ten op
zichte dier samenwerking vastgesteld.
In hoofdzaak zijn de drie groote
christelijke fracties het vrijwel eens en
zou verschil van gevoelen alleen moge
lijk bestaanbaar kunnen geacht worden
betreffende de voorwaarden waaronder
die samenwerking definitief geregeld
wordt.
Maar ook hierin zal het wijs beleid
van hen die de algemeene leiding in
handen hebben, den juisten weg wijzen.
Ter anti-revolutionnaire deputaten-
vergadering is reeds een ontwerp over
eenkomst opgemaakt, en afgezien van
persoonlijke meeningen en wenschen,
twijfelen wij niet of de drie partijen
zullen op den grondslag van dat ontwerp
tot een vergelijk komen.
Eigenlijk betreft dit vergelijk de
kleinigheden, die niet de samenwerking
tot stand brengen of opheffen, doch
slechts regelen. Ofschoon ze zeer zeker
waarde hebben, hechtte men er niet
te veel gewicht aan. Want of er ten
slotte in een district een katholiek of
anti-revolutionair of chr. historische
gekozen wordt is hetzelfde. De groote
zaak is maar dat de gekozene staat op
den grondslag van de positief christelijke
levens- en wereldbeschouwing.
De katholieken hebben zich steeds aan
deze opvatting gehouden en Enschedé
heeft het bewijs geleverd dat ze het
ook in den vervolge zullen doen. Van
de andere partijen mag verwacht wor
den, dat zij dit voorbeeld zullen volgen.
Dit alles neemt echter niet weg, dat
onder alle drie groepen, die de christe
lijke coalitie vormen, kiezers worden
gevonden, die van de noodzakelijkheid
der samenwerking nog niet genoeg
doordrongen zijn. Hun getal is onder
ons wellicht klein en het neemt gedurig
af, maar toch zijn er nog. En het wil
ons voorkomen goed te zijn dezen te
wijzen op hetgeen onze groote mannen
ten opzichte van de bedoelde samen
werking hebben gedacht en gezegd.
En dan denken wij in de eerste plaats
aan den onvergetelijken kampioen voor
de emancipatie van het christendom op
politiek gebied in ons vaderland, aan
Dr. Schaepman.
Ziehier, wat hij over de samenwer
king der christelijke partijen o. m. heeft
gezegd en dat wij in zijn werk „Men-
schen en Boeken" vinden opgeteekend.
Na den katholieken als eerstgeborenen
op den vaderlandschen bodem en als
eerst geroepenen verklaard te hebben
Het ontwaken eener ziel.
kaar het Duitsch van Anna Baronnesse v. Krane
Bewerkt door C. L.
32)
Aan het einde der straat stond een nederig
liais met nieuwe, bruine vensterluiken en
fflet loof begroeid. Dat moest Nathan's huis
«ijn, waar Jezus' moeder woonde. Magdalena
'tok de eluier nog vaster voor het gelaat,
'oen zij voor het loofdak bleef staan. Een
oude man lag hier te sluimeren tusschen
hiopen meloenen, kalebassen, komkommers
o» manden vol dadels en vygen.
Terwijl Magdalena hem naderde, ontwaakte
^ii en vroeg wat zij verlangde, verwonderd
ais hij was, dat iemand op dit uur iets
koopen wilde.
>I§ Maria van Nazareth in dit huis
,w«g Magdalena, terwijl haar hart klopte.
Oe oude monsterde haar wantrouwend,
hij echter de duiven op den arm der
gesluierde vrouw zag, xette hij een
^We)\jk gezicht en antwoordde: Wilt gij
duiven brengen
in den strijd tegen de Revolutie, vóór
Christus, zegt hij
„In dien strijd zien zij (de katho
lieken) op alle gebied twee partijen
hen, die vóór Christus, tegen de Revo
lutie zijn en de overigen. Wat is nu
hun roeping? Op de eigen waardigheid
te staan en te vergeten wat den Christus
in Zijne, zij 't ook dolende,"tochniet
loochenende of vloekende, belijders geldt?
Te vergeten wat vereenigt, te herdenken
wat scheidt? Na te speuren wat strenge
logica zou eischen, niet te zien"watde
drang des harten aan de logica weigert
Hen te verwerpen die naar den eisch
der Doopsgenade trachten te leven of
hen te zoeken aan wie de Doopsgenade
ons bindt Wat mij betreft, ik kan in
den strijd onzer eeuw geen houding
zien dan dezemet volle en ongerepte
erkenning onzer eigen zelfstandigheid
de hand gereikt aan allen, die met ons
willen strijden voor Christus' vol katho
liek Koningschap. De rechten der Kerk
ongeschonden, haar vrijheden onaan
getast, haar eer boven alles hoog. Het
deert mij niet of nu zij, die ons in den
strijd voor de hoogste beginselen ter
zijde staan, wat balsturigheid toonen.
Wij hebben te redden, wat te redden
valt, te behouden wat te behouden is."
Moeielijk kan het beter en duidelijker
worden gezegd. Mooi en juist is hier
onze roeping omschreven, onze plicht
derhalve aangewezen.
Waar onze eigen zelfstandigheid geen
gevaar loopt of niet wordt bedreigd,
kunnen en moeten wij de hand reiken
aan, samenwerken met die partijen, die
de hoogste beginselen met ons gemeen
hebben.
Kleinzielige redeneeringen, persoon
lijke opvattingen die de kern van de
zaak niet raken, toevallige omstandig
heden, opwerpingen over zeer onder
geschikte dingen, moeten ons niet terug
houden om alleen en uitsluitend den
blik te vestigen op de hoofdzaak, waar
het om gaat: de zegepraal van de be
ginselen des Christendoms.
Die beginselen hebben de drie chris
telijke groepen gemeen. Voor de toepas
sing en doorvoering van die beginselen
op wetgevend en staathuishoudkundig
gebied strijden wij gemeenschappelijk.
Dat zal immers ook onze hoogste
eere wezen, dat wij, vergetende wat
ons scheidt, gezamenlijk optrekken om
voor Christus te benouden, wat te be
houden is, te redden wat te redden valt.
FRANKRIJK.
Dat de verschillende schorsingen van post-
en telegraafbeambten niet zonder reden zijn
geweest blijkt genoeg ait enkele bijzonderheden
welke ons over de wanordelijkheden en rust
verstoringen der laatste dagen bereiken.
Een der meest karakteristieke uitingen
van revolutionaire neigingen, zegt de Times
Voor Magdalena was deze vraag als een
reddingsplank op woeste golven van twijfel
en onzekerheid. Zij boog het hoofd ten tee
ken van bevestiging.
♦Ja, ja, zij krijgt dikwijls geschenken,»
zeide Natan. »Zjj verdient het ook!... Wie
heeft u gezonden?»
♦Samaritans, de dienstmaagd van Miriam
van Magdala,» antwoordde Magdalena angstig.
Het gelaat van den onden man straalde,
>0, Samaritaaa Een moedig kind, een braaf
meisje, in alle goede dingen thuis
helaas bij een slechte vrouw in dienst
Gaat het haar wel?»
♦Zeer welluidde het halfverstikte ant
woord.
♦Dat verheugt mei Breng haar mijne
groeten, als ge haar terugziet. En ga nu
met uwe duiven daar door die deur in het
hofje. Maria woont in het achterste vertrek.
Gij zult haar hooren, want zij slaapt niet
doch zit aan den weefstoel. Ga vrijmoedig
tot haar
Na deze woorden legde de oude zich weer
bebageljjk neer en was reeds ingeslapen eer
Magdalena het hnis binnentrad.
Zij kwam in een mooi, net onderhouden
hofje, waarin een fontein ruischte onder
myrtenboomen, bü welke Nathan zijne groen
ten manden opgesteld had, opdat zij frisch
had den 4den Mei 's avonds in het post
kantoor van de rue de Provence plaats,
een echt oproer dat tot nu toe zorgvuldig
geheim is gehouden.
Omstreeks 7 uur, terwijl de ontvanger
afwezig was, ging eensklaps het electrisch
licht nit. In de groote zaal waar een zestig
tal bedienden bezig waren met het sorteeren
van brieven, ontstond toen een leven als
een oordeel. Terwijl sommigen, op de tafels
geklommen, hunne kameraden toespraken,
zongen de anderen nit volle borst het ♦Con-
spuez Symian 1» De bedienden van de
loketten, aangelokt door het gerucht, ver
lieten de zaal van het publiek en sloten
zich aan bij de betoogers.
De ontvanger kwam iutusschen binnen
en toen verdubbelde het lawaai. Enkel toen
het electrisch licht weer was aangestoken,
kou hjj de rust herstellen. De ontvanger heeft
aanstonds verslag gezonden van het gebeurde
aan den onder staatssecretaris.
Op het oogenbiik is alles kalm, maar uit
de houding der bedienden en uit hunne
geheimzinnige bijeenkomsten kan men op
maken dat er iets wordt voorbereid. Toch
is men het nog niet eens over het tijdige
van eene nieuwe beweging.
Maar ieder oogenbiik, zoo verneemt de
Eöln. Zeit. uit Parijs, wordt de houding der
beambten dreigender. De spoorwegbeambten
hebben openlijk de leuze tot eene nieuwe
staking aangenomen door het volgende be
sluit ♦Bij de overweging dat de hervatting
van het werk na de laatste staking slechts
voorwaardelijk was, dat daarenboven de door
den minister implicite gedane beloften niet
slechts niet zijn nagekomen maar integendeel
door de houding da- regeering hoe langer
hoe meer vrijwillig blijken verwaarloosd te
worden, bij deze overweging verklaren de
spoorwegbeambten zich solidair met de andere
kameraden als verset tegen de inbreuk op
gewetensvrijheid. Zij besluiten de bedreigin
gen der regeering met een nieuwe staking
te beantwoorden en laten verder aan hun
bondgenooten en leiders over bet meest ge
schikte oogenbiik voor de staking te bepalen.
Zy rekenen het zich allen tot plicht dezen
keer den strijd zoo lang vol te houden, tot
dat hun in alle opzichten voldoening ge
schonken wordt.»
Te Lyon hebben eveneens de post en
telegraaf bedienden eene vergadering gehouden
om te protesteeren tegen de maatregelen,
genomen tegen sommige agenten. Eene dagorde
in dien aard werd gestemd waarin tevens
besloten werd zich met alle middelen tegen
de uitvoering der maatregelen van de regee
ring te verzetten.
Daar komt nog bij, dat het Woensdag ge
opende Congres der nationale vakvereenigin
gen van spoorwegmanneD, dat 60000 leden
telt, aan de postbeambten betuigingen van
sympathie en bijstand heeft toegezonden,
belovende mede te we/ken tot het gemeen
schappelijk doel eener sociale omwenteling.
Dat zijn teekeneD, die op nieuwe en zeker
niet licht te schatten opstandedaden wij sen,
al staat ook een gedeelte der ambtenaren
aarzelend en weifelend de toekomst af te
wachten.
zouden blijven. Magdalena maakte baar
sluier los en droogde het vochtige voorhoofd
af. Dan zette zij bare gevleugelde vrienden
op den rand van de fontein en wendde zich
naar het vertrek, vanwaar het eentonige
geiui'ch van den weefstoel haar tegemoet
klonk.
By de hitte van het oogenbiik en op dit
unr van den dag arbeidde niemand. Maria
alleen wel. Magdalena zag eene vrouw zitten,
mat den rug naar de deur gekeerd en over
haar werk gebogen. Zij bemerkte den zachten
tred van den binnenkomende niet. Het ver
trek was eenvoudig ingericht, zindelijk in
hooge mate en tamelijk ruim. Het licht had
toegang door een venster, hoog in den muur
aangebracht. Het helle schijnsel viel op een
gebogen hoofd met witten sluier en op een
paar schoon gevormde handen, die het weef
getouw onvermoeid in beweging hielden. De
vrouw weefde een mannengewaad, een kleed
zonder naden, zooals slechts eenige weinige
bekwame weefsters dat konden vervaardigen.
Het kleed was purperkleurig en in het van
boven schijnende licht leek het in bloed
geverfd.
Eene rilling voer de binnentredende door
hst lichaam. Zy liet haar eluier geheel weg-
vallen, zoodat men haar herkennen kon en
sprak, terwijl haar stem zeldzaam bewogen
ITALIË.
Een encycliek. De 800 jarige herdenkdag
van den dood van den H. Aneelmus, den
grooten Engelechen kerkleeraar, is door onze
Britsche en Iersche geloofsgenooten op schit
terende wijze gevierd.
Nu is naar aanleiding van dit merkwaardige
eeuwfeest een Pauselijke encycliek versche
nen, waarin de H. Vader aan do groote
beteekenis van den heiligen Anselmus her
inneit en zijn lessen en zijn voorbeeld
aanbeveelt.
Daarna bespreekt de Paus met een dankbaar
hart de feestelijkheden, die de Katholieken
bij gelegenheid van zyn priester jubilé, het
Eucharistisch Congres in Londen en het
vijftigjarig fesst van Lourdes hebben gehouden.
Deze gebeurtenissen doen de bitterheden, die
buiten- en binnenlandsche vijanden den
Paus en de Kerk veroorzaken, met geduld
verdragen.
De Paus herinnert hierbij, hoe de groote
hulpvaardigheid en weldaden van de priesters
hij de jongste aardbevingscatastrophe belasterd
zijn, hoe ook in Katholieke landen een heftige
onverbiddelijke stryd tegen de fundamentals
rechten der Kerk woedt, waar men het
volk van den godsdienst wil vervreemden en
de Kerk wil onderdrukken. Hierbij haalt de
H. Vader de woorden van den H. Anselmus
aan, die hij esns aan een koning schreef
God ziet niets liever op de wereld dan de
vrijheid van zijn Kerk».
Bij de buitenlandsche vijanden komt nog
het modernisme, dat de zielen der geioovigen
in het verderf dreigt te storten en hun geloof
en aanhankelijkheid aan den H, Stoel onder-
mijnt. Daarom verzoekt de Paus den bis
schoppen dapper tegen dit kwaad te strijden
om de groote eenheid van de Katholieken
met Rome en deu Paus te versterken.
TURKIJE.
Laug geen plezierreisje 1 De Vossische
Zeitung verneemt uit Konstantinopel eenige
bijzonderheden omtrent het vertrek van
Abdoel Hamid van daar en diens reis naar
Salonika. Op den 27en April had de directie
van den Ooster spoorweg van de regeering
bevel ontvangen een extra trein met het
beste materieel gereed te houden voor het
vervoer van een hooggeplaatst persoon. Wie
deze persoon was, werd er niet bij gemeld.
Doch des nachts zou het blyken. Klokke
twaalf uur verlieten eenige hofrijtuigen in
de grootste stilte onder gendarmerie escorte
het Jildii paleis. Da stoet bswoog zich voort
naar de voorstad Bssjiktasj en vervolgens
door de hoofdstraat van Galata naar het
station. De straten waren doodsch en verlaten.
Op het station stond intnsschen de extra trein,
bestaande uit een locomotief, een salonwagen
en een slaapwagen, in gereedheid.
Slechts hier en daar brandde een enkel licht.
Hussein Husni pasja en kolonel Ghalib
met twee officieren wachten den Sultan op.
Zijne Majesteit was vergezeld van 11 dames,
zyne beide jongste zonen, knaapjes van 4 en
8 jaar, een dochtertje van één jaar en 6
bedienden. De trein mocht verder alleen
stil houden om water in te nemen, daar
de aankomst van den gewezen Sultan te
klonk in het rustige zwijgen der omgeving
♦Zijt gij de moeder van Jezus van Nazareth?»
De weefster keerde zich om en stond op.
♦Ik ben het. Wat verlangt gij, mijne dochter
En voor Magdalena stond de koninklijk
ootmoedige Dienstmaagd des Hoeren en zij
zag de reinheid naar welke zij zoo vurig ver
langde, in een mersch belichaamd.
Dat overweldigde de arme ziel. Haar
geheel bevlekte en bezoedelde leven stond
op eenmaal in ontzettende duidelijkheid en
klaarheid voor haar geestesoog. Elk schan
delik voorval, lang vergeten, kwam in hare
herinnering weer te voorschijn en striemde
haar geestgeen regel van haar vreeselijk
schuldenboek was uitgewischt en de wet van
den almachtigen Rechter, waartegen zij zoo
gruwelyk had misdreven, wierp zich met
looden gewicht op baar bevend geweten.
Magdalena stond verslagen, kon niets ant
woorden en bedekte schuldbewust heur gelaat
met hare handen.
Maria evenwel zag verwonderd naar deze
bewegingen. iWat verlangt gij, mijne doch
ter herhaalde zij en wilde de hand van
de vreemde grijpen. Maar deze week schuw
terug en zeide, terwijl zij de handen liet
zinken
♦Raak mjj niet aan I Ik ben onwaardig
ik ben Miriam van Magdala I»
Salonika des nachts moest plaats hebben,
ten einde mogelijke betoogingen te voorko
men. Het was de tweede maal in Abdoel
Hamid's leven, dat hy met den trein reilde
Als Sultan had hij nooit gespoord en ook
als prins slechts eenmaal, n.l. toen hjj in
1867 met zijn oom Abdoel Azis de Parjjsche
tentoonstelling bezocht.
Als Sultan had hij ook nooit iets van zijn
land gezien thans nu hy afgezet was, zag
hij het voor de eerste maal I
De blijde tijding. Prins Hendrik heeft
de uitnoodiging aangenomen van de ministers,
hoofden der departementen van bestuur, om
hem ter gelegenheid van de geboorte van
zijn Dochter een feestmaal aan te bieden.
Minister Kolkman had Dinsdagavond zijn
werkkabinet in het gebouw van het mini
sterie van financiën by de huldebetooging
ter eere van Prinses Juliana's geboorte
tot een receptiezaaltje ingericht, waar hij
gastvrijheid bood aan zyn ambtgenooten en
verschillende diplomaten met hun dames.
Uit 's-Gravenhage wordt aan de Osser-
vatore Romano gemeld ♦Nauweiyks was de
blyde gebeurtenis bekend, of aanstonds werd
daarvan mededeeling gedaan aan den H. Vader,
die zijn gelukwensch zond benevens den
apostolischen zegen. Ook Mgr. Giovannini,
zaakgelastigde van den H. Stoel, heeft uit
naam des Pausen aan onie regeering de
meest hartelijke gelukwenschen aangeboden.»
Wy kunnen hieraan toevoegen, dat de gelnk-
wensch des Pausen behoorde tot een der
allereerste telegrammen, door onze koninkiyke
familie ontvangen.
Peten van Prinses Juliana. Door H, M.
de Koningin en Z. K. H. den Prins zyn de
navolgende vorstelyke personen uitgenoodigd
om als peet te staan over de jonggeboren
prinses Juliana De Koningin Moeder, Groot
Hertogin Marie van MecklenburgSohwerin,
de Vorstin Moeder van Wied Prinses Adolf
van Schwarzburg—Rudolstadt, de vorstin Er-
bach Schöaberg, zoomede de beide broeders
van den Prins Hertog Johan Albrecht van
Mecklenburg, regent van Brunswijk en Her
tog Adolf Friedrich van Mecklenburgal
dete vorstelyke personen zijn vermaagschapt
aau da Koningin en den Prins. De uitnoo
diging is door allen aanvaard.
De Chr. Hist, te Enkhuizen. De Stan
daard ontving uit Medemblik een schryven,
waarin verwondering uitgesproken wordt over
de door De Ned. gepubliceerde motie van
het bestuur der Chr. Hist. Unie.
De echrijver, een Ohr.-Hist. kiezer, deelt
mede, dat alleen te Medemblik—Opperdoes
een Chr.Hist. Kiesvereeniglng bestaat, en
♦niet een der leden, en zeer waarschyaiyk
ook niet het bestuur, althans niet alle be
stuursleden, zijn met de motie in kennis
gesteld, xoodat zy gerust als niet geschre
ven kan worden beschouwd.
Mr. Kolkman. Z. Ex. de minister van
Financiën ontving gisteren ter gelegenheid
van zijn zilveren jubileum als parlementariër
Het diepe azuurblauwe oog van Jezus'
moeder vulde zich met tranen. ♦Gy arm,
arm kindl wat moet gy geleden hebben I»
sprak zy zacht.
Medelijden, onuitsprekelijk medeiyden en
hulpvaardigheid spraken uit haar woorden en
gebaren en zij strekte hare armen wyd Uit.
Dan kwam het Magdalena op eenmaal
voor, als droeg de hooge Vrouwe de trekken
van haar eigen lieve moeder en leraarde
zinkende, brak zy in tranen los, omvatte de
knieën van de liefdevolle moeder en sprak
door hare tranen heen ♦Ach moeder, ach
moeder I Ik zou zoo gaarne gaan tot uw
Zoon... maar ik b9n zoo slecht I»
De Troosteres der bedroefden zette zich
kalm neer, trok het goudomlokte hoofd van
de weenende tot zich, drukte het aan henr
hart en legde hare handen als zachte, koele
leliebladeren op de koortsige slapen.
♦Mijn Zoon is gekomen, te zoeken en zalig
te maken wat verloren is 1» fluisterde zy.
♦Wean u uit en vat moed, arme ziel
Toen klaagde Magdalena al hsar leed san
Jezus' Moeder. Zij vertelde haar alles, zy
schilderde haar den geheelen weg, dien zy
had afgelegd. Hoe zy het pad der deugd
had verlaten meenende een weg van rozen
te zullen bewandelen.
(Wordt vervolgd),