voor Woord-Holland.
E. Kath. Nieuws- est Advertentieblad
No. 38.
Woensdag 12 Mei 1909.
3"' Jaargang
FEUILLETON.
Buitenland.
Binnenland.
Verschijnt Woensdag ei Zaterdag,
v BE NATIQNAAL-HISTORISCHB
PARTIJ.
Magna Feccatrix.
ONS
BLAD.
ABONNEMENTSPRUS
SO cents per drie maanden iranoo aan huis. Te betalen in
bet begin van ieder kwartaal.
Afzonderlijke nummers3 cent.
Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Ons Blad".
BUREAUHoogstraat b/d. Langestraat te Alkmaar.
Telefoon No. 266.
ADVERTENTIËN t
Van 15 regels 80 oent.
Elke regel meer 6
Reclames per regel15
Kleine advertenties van 130 woorden, bij vooruitbet. 25
No. 6 der brochuren-reeksOnze
politieke partijen, is gewijd aan de
Nationaal-Historische partij en geschre
ven door den secretaris dezer groep,
dr. W. C. A. baron van Vredenburch.
De Nationaal Historische partij wordt
gemeenlijk als de overgangsschakel be
schouwd tusschen de oud-liberalen en
de christelijk-historischen, een soort
trait d'union tusschen links en rechts.
Er ligt iets waars in, in zoover de
nationaal historischen vrijwel hetzelfde
standpunt innemen als de oud liberalen
ten aanzien van de sociale wetgeving.
Maar overigens onderscheiden de
nationaal historischen zich in veel van
de oud-liberalen. Gunstig onderscheiden
zij zich van dezen, dat zij hun anti-
clericalisme niet deelen, eerder, als wij,
voorstanders zijn van bijzonder onder
wijs.
Van de christelijk-historischen onder
scheiden zij zich hierin, dat zij niet als
dezen ons land als een protestantschen
staat beschouwen.
Voor het overige is er in de natio-
naal-historischen veel, dat aantrekt en
indien er naast de knappe leiders,
die zij bezitten, ook een behoorlijk
aantal manschappen te vinden was
grondslag tot samenwerking kon ople
veren.
De nationaal-historischen zijn voor
het gezinshoofdenkiesrecht, geven aan
indirecte boven directe belastingen de
voorkeur, neigen in de handelspolitiek
naar onzen kant.
Dat alles wordt in dr. Van Vreden-
burch's brochure sober en klaar uiteen
gezet.
Ze is een van de beste, die tot dus
ver verscheen.
KLEIN-AZIë.
Naar de Kölnische Zeitung uit Konetanti-
copel verneemt, «preekt men van de zijde
der Porte tegen, dat de Cbriatenmoord in
Klein Azië door «ultan Abdoel Hamid is aan
gesticht. In het algemeen zoekt men bet
smalen op den afgezetten sultan tegen te
gaan, want het wekt misnoegen bij de geeste
lijkbeid alsook onder zekere kringen van
Albaneezen, Koerden en andere volksstam
men. In bet belang van het sultanaat en
van het cbalifaat alsmede van het staatsge
zag acht men bij de Porte en bij bet leger
bestuur die aanvallen op Abdoel Hamid
verkeerd.
Wat overigens den toestand in Klein-Azië
betreft, de Turksche regeering heeft de di
plomaten verzekerd, dat het er kalmer is en
alle maatregelen zijn genomen om de orde
voor goed te heretellen. In eik Wiljawet
is "een middelpunt van troepen ingesteld,
van waar nit de streek tot rnst wordt ge
bracht. Volgens de >Liberté< waren Enge
land en Frankrijk al besloten om bij de
Porte aan te dringen op afdoende en snelle
beteugeling van de uitspattingen, bij gebreke
waarvan de mogendheden zelf zouden moe
ten bandelen.
Volgens berichten bij Armeniërs te Con-
stantinopel ingekomen, ie de orde nog niet
hersteld.
Te Adana zijn volgens die berichten 4000
Armenier levend verbrand terwijl de kerken
in brand gestoken werden.
FRANKRIJK.
De postbeambten. Met groote belang,
stelling werd verleden Zaterdag de Zitting
van den raad van tucht tegemoet gezien.
De zeven ambtenaren die aan insubordina
tie schuldig waren, zouden door dit hooge
college geboord worden. Eu niettegenstaande
de geschorste beambten aan verschillende
journalisten verklaard hadden dat zij den
raad alleen zouden laten vergaderen waren
ze toch gekomen. In drie catagoriën, er wa
ren drie verschillende «oorten van ambte
naren, werden ze dan gehoord. De vertegen
woordigers van de postbeambten eischten
dat de raad zich voor incompetent zou ver
klaren. Natuurlijk wilde de raad van zoo'n
voorstel niets weten, en de eerste deputatie
kon zonder resultaat en met ontslag naar
huis keeren. Zoo ging 't ook met de anderen.
Het ontslag van de zeven ambtenaren,
zou volgens de aanplakbiljetten van 't syn
dicaat een algemeene staking tot gevolg heb
bec. Tot nu toe is die bedreiging nog niet
in daden omgezet.
De feesten van de gelukzalige Jeanne
d'Arc. Elk jaar werd het feest van Jeanne
gevierd, maar nog nooit was 't zoo druk,
nog nooit was de stad zoo rijk versierd,
nog nooit was 't volk zoo enthousiast als
dit jaar.
Vrijdagochtend waren reeds duizenden
vreemdelingen te Orleans aangekomen, om
het plechtige triduum ter eere van de nieuwe
gelukzalige te vieren. Een vijftigtal kardi
nalen en bisschoppen waren te Orleans aan
wezig.
Middags klonken de gewone fanfares van
het stadhuis en het gelui van de klokken'
van 't Beifort. Daarmee was 't feest officieel
geopend.
Om 8 uur bad de grootsche en indruk
wekkende plechtigheid plaats, die door dui
zenden en duizenden werd bijgewoond. Het
was de overhandiging van Jeanne d'Arc's
vaandel door het gemeentebestuur. Op den
oever der Loire bulderden de kanonnen,
van alle torens klonken de klokken en de
menigte jubelde enthousiast»Ieve de Paus»,
leve onze Kardinaal», Een vijftigtal kardi
nalen en bisschoppen stonden op de trappen
van de kathedraal geschaard. Daar kwam in
de duisterte van den avond bet gemeente
bestuur, voorafgegaan door fakkeldragers.
Voorop ging de burgemeester, het vaandel
van Jeanne d'Arc in de hand. Aan de toe
juichingen, aan den enthousiasten jubel scheen
geen einde te komen, toen de burgemeester
het vaandel aan den bisschop van Orleans
overhandigde. Op dat oogenblik werd de
groote kathedraal van onder tot boven ver
licht. Dat was een indrukwekkend schouw
spel, waarvoor zeifs een vrijdenker niet on
gevoelig kon blijven.
Na de redevoeringen van bisschop en
burgemeester, gaven de bisschoppen den
pauselijken zegen. Toen trok de stoet langt
het procbtige vaandel, dat daarna onder
donderende toejuichingen in de kathedraal
gebracht werd. Daar had de plechtige in
zegening plaats, die door een overgroote
menigte werd bijgewoond. De geestdrift was
buitengewoon.
Vrijdagavond schatte men 't getal vreem
delingen op 50 000 en steeds werd 't aantal
grooter en grooter, zoodat er op 't laatst
geen onderdak meer te vinden was.
Den volgenden morgen werd de feeststad
gewekt door gedonder der kanonnen, gelui
der klokken en geschal van hoorns en trom
petten. Toen de eerste zonnestralen over de
stad vielen, loste de artillerie 21 schoten.
Dat was 't sein dat de tweede dag van het
triduum aangebroken was. Om 8 uur stroomde
de menigte reeds de kathedraal binnen en
toen om tien uur de plechtigheden weer be
gonnen, was de geheele kerk gevuld, Meer
dan 10000 menschen waren aanwezig om de
rede van den aartsbisschop van Avignon bij
te wonen, 't Was een lange indrukwekkende
lofrede, die tot tekst bad>Mjjne gedachten
zijn niet uwe gedachten, mijne wegen zijn
niet uwe wegen.»
Daarna werd de processie opgesteld. Kar
dinaal LuQon, bisschoppen, gemeenteraad,
handelskamer, kamer van koophandel en vele
corporatiën trokken mee in dien plechtigen
optocht.
De menigte jubelde en bracht donderende
ovaties aan de hoogwaardigheidsbekleeders.
Op het fort >des Tourelies» aangekomen,
werd de processie door kanonschoten be*
groet en van daaruit zegenden de prelaten
de stad, de kathedraal en andere gebouwen.
Kardinaal Lu<;on sloot, omgeven door een
eerewacht, dien plechtigen luisterrijken stoet.
Hij zegende de menigte, die niet ophield
met jnichen >leve de bisschoppen I» >leve
onze kardinaal I» >leve monseigneur I» >leve
mgr. Amette I» «leve de Pans i« leve Jeanne
d'Arc!» leve FrankrijkI»
't Waren indrnkwekkedde oogenblikken,
zielverheffende dagen, die weer eens bewezen,
dat een regeering niet in staat is om, welke
maatregelen zij ook neemt, het geloof onzer
vaderen, de liefde en aanhankelijkheid aan
Paus en Kerk te dooven.
De blijde gebeurtenis. De Maandagmor
gen verschenen bnitengewone Nederlandsche
Staatscourant bevat de volgende mededeeüng
NEDERLANDEN,
's Gravenhage, den lOden Mei 1909.
Omtrent den gezondheidstoestand van Hare
Majesteit de Koningin en van Hare Konink-
ljjke Hoogheid Prinses Juliana is door de
geneesheeren uitgegeven het navolgende bul
letin---
Maandag 10 Mei 1909.
De toestand van Hare Majesteit de Konin
gin en van Prinses Juliana is in alle
opzichten zoo geheel bevredigend, dat van
af heden, bnitengewone omstandigheden uit
gesloten, geen berichten meer in de Staats
courant zullen verschijnen.
Prof. Dr. B. J, KOUWER.
Dr. ROESSINGH.
Het Maandag uitgegeven bulletin luidde
als volgt
Hare Majesteit de Koningin en Prinses
Juliana blijven zich naar omstandigheden
voortdurend wel bevinden.
Prof. KOUWER.
Dr. ROESSINGH.
Bij dienstorder is tevredenheid betuigd
voor den ijver en de toewijding, door alle
ambtenaren en beambten van de Rijkstele
graaf, alsmede door de kantoorhouders der
hulptelegraafkantoren betoond in de afge-
loopen weken, in verband met de bekend
making van de geboorte van Prinses Juliana.
De samenwerking rechts. De vergade
ring der christelijk-historische Unie beeft het
resultaat gehad, dat werd gehoopt en verwacht.
In zake de te volgen gedragslijn zullen de
drie part^en der Rechterzijde thans één lQn
trekken.
Men zal de eigen zittende leden laten
zittenmen zal de verliezen trachten te her
stellen, in 1905 geleden en de toen verloren
zetels pogen te heroveren voor de party,
welke ze toen bezaten men zal overigens
aan de plaatseiyke besturen en het gemeen
overleg de beslissing overlaten.
Het is te verwachten, dat, waar deze ge
dragslijn met byna algemeene stemmen werd
goedgekeurd, de kiezers zich daarnaar ook
zullen gedragen.
De christeiyk-historische Unie bezit als
jonge organisatie wel niet een zoo volledige
inrichting als de andere partyen der Rechter-
sijde, wat natuurlijk voor de discipline min-
der bevorderiyk ismaar het politieke besef
zal toch ook by de C.-H. kiezers voldoende
ontwikkeld zyn, om de hoop te mogen koes
teren, dat zy het beleid hunner aanvoerders
niet znllen beschamen.
Bleek het tegenovergestelde, dan zou dit
niet anders dan verderfelijke gevolgen kun
nen hebben.
De katholieken mogen met des te meer
recht een krachtig handelen naar de aange
nomen gedragslijn tegemoet zien, wyi zy als
partij bij de samenwerking verreweg de
geringste eischen stellen.
Zy verloren in 1905 geen zetels, die terug
gewonnen moeten worden, en zy leggen ook
by de onderhandelingen over de nieuw te
veroveren districten een zelfbeheersching aan
den dag, welke nog niet lang geleden door
den heer Van Koetsveld in de Nederlander
werd geprezen.
Brengt de samenwerking niet de resulta
ten, die men wenscht, dan zal de katholieke
partij, ais partij, daarvan geen direct nadeel
ondervinden, en blyft zij in haar vrij wel
onaantastbare districten, wat zy was.
De beide andere partyen van Rechts zullen
dan echter derven, wat wy haar ook met onze
hulp willen geven tot het verkrygen eener
stevige meerderheid, in 't belang des lands.
Centrum.
V BENOEMINGEN,
Meermalen werd erop gewezen, dat
de liberalen, wanneer zij aan de regee
ring waren, steeds aan de eigen partij-
genooten dachten bij de benoeming tot
openbare ambten. Achterstelling van
overigens bekwame mannen, omdat zij
van Christelijken huize zijn, kwam niet
zelden voor. En nu moge het wel iets
beter zijn geworden door het optreden
van Christel, regeeringen, toch is deze
kwestie niet geregeld en is het aanblij
ven van het tegenwoordig ministerie
ook ten dien aanzien gewenscht.
De „Stand." geeft een staatje, waar
uit men kan zien, hoe schriel de niet-
vrijzinnigen nog bedeeld zijn.
De beide district-schoolopzieners in
Friesland behooren tot de linkerzijde.
Van de 13 arrondissement-schoolop
zieners behooren er 9 tot de linkerzijde,
4 tot de rechterzijde deze 4 zijn onder
het kabinet-Kuyper benoemd.
In Friesland is onder de notarissen
slechts één Christelijk-Historischeeen
drietal behooren tot do Roomschen.
Van de leden van den Voogdijraad
behoort er één tot de anti revolution-
nairen, één tot de Christelijk-Histori-
schen; alle overige leden zijn mannen
der linkerzijde.
Van de leden der gezondheidscom-
missiën behoort een hoogst enkele tot
de rechterzijde; bijna alle leden zijn
vrijzinnig.
In Overijsel is het niet veel beter.
Van de 61 burgemeesters in deze pro
vincie behooren er 46 tot de vrijzinni
gen 6 tot de anti revolutionairen2
tot de christelijk historischen en 7 tot
de Roomschen. De anti revolutionnairen
en Chr.-historischen zijn benoemd onder
het Kabinet Kuyper.
Van de 2 districts-schoolopzieners
behoort er één tot de rechter-, één tot
de linkerzijde.
Van de 10 arrondissements-schoolop
zieners behooren er 8 tot de linkerzijde
1 Christelijk historisch1 behoort tot
de Roomsche Staatspartij.
Overijsel telt 51 notarissen van deze
zijn er 36 vrijzinnig9 Roomsch4
Christ.-historisch en 2 anti revolutionnair
In de twee voogdijraden (Zwolle en
Almelo) zitten 9 leden van de linker
zijde 4 Roomschen3 Christelijk-his
torischen en 2 anti-revolutionnairende
beide bezoldigde secretarissen behooren
aan de linkerzijde.
In de verschillende Gezondheidscom-
raissiën zitten samen ongeveer 70 leden
van de linkerzijde, 2 anti-revolutionnai
ren, 3 Christelijk-historischen en 10
Roomschen de bezoldigde secretarissen
zijn, dit spreekt vanzelf, op een enkele
na, die Roomsch is, vrijzinnig.
Blijkens den uitslag der Staten-yer-
kiezing in 1907 is de meerderheid der
kiezers rechts.
Ziedaar eenige cijfers, die zeer wel
sprekend zijn.
Het ontwaken eener ziel.
Kaar het Duitsch van Anna Baronnesse vKrane
Bewerkt door O. L.
33)
In plaats daarvan was zy in een woestijn
>at>gelaDdtotdat eindeiyk de voorbijgangers
haar meden en zy een schande werd voor
allen. De Zoon des Menschen was evenwel
°P haar pad verschenen en had zich harer
atbarmd. De uitgestootene had zyn roepstem
fhoord en was gevlucht uit hare zondige
"Mgeving, slechts door een enkel verlangen
bezielddoor de enge poort in te gaan in
Rijk Gods.
Maria weende even hartelijk als Magda-
by dit verhaal. Zy weende met de
''•etende om hare smart, doch ook van
^'angde, omdat haar Zoon xnlke genade
''""heten uitwerkte. En zij beminde de
88,thde om haar Zoons- en om haar zelfs-
ffant zy zag welk een edele ziel zich
898 slaverny der zonde had onttrokken,
bkalm, myn kind,» troostte zij, »g0
bij my en ik verberg u voor alle
vervolging, tot myn Zoon komt. Dan wordt
alles, alles goed
Vervolgens vervulde «y hare moederplich
ten tegenover de teruggevonden dochter. Zy
verzocht de vermoeide op een rustbed plaats
te nemen, reikte haar water om te drinken
en verfrischte de heetgeweende oogen met
een vochtigen doek. Ja, zij liet zelfs de
duiven eenige graankorrels uit heur hand
pikken en verzorgde ze even vriendelijk als
hare meesteres. Zy dacht dat de diertjes
werkeiyk bij haren Zoon geweest zouden zyn,
zooals Magdalena ze bevolen had.
Dan zette zij zich weer aan haar weef
stoel, terwyi Magdalena vermoeid bleef liggen
en in kinderiyk vertrouwen opzag naar de
moeder, die vriendeiyk zeide»Ik moet mijn
werk voltooien, het is een kleed voor mijn
Zoon.»
'Het kleed is zoo rood als een konings
kleed,» fluisterde Magdalena. >Zal Hij het
kleed dragen, wanneer Hij te Jerusalem
gekroond wordt
Die vraag scheen Maria te doen schrikken.
•Ach I» zuchtte zy zwaar en boog treurig
het hoofd.
Verheugt het u niet, als Hij tot Koning
der Koningen wordt nitgeroepen
>De kroon is te duur gekocht,» antwoordde
Maria, >En toch moet het zyn, want daar
voor is Hij in de wereld gekomen.»
Hoe geheimzinnig en tegeiyk noodlottig
klonken deze woorden. Magdalena durfde
niet verder te vragen. Stom bleef zy liggen
en zag toe, hoe de witte handen het schuitje
door de purperen draden trokken.
De lucht werd aanhoudend zwaarder en
drukkender en het werd langzamerhand
donkerin de verte begon de donder zacht
te rommelen.
De weefstoel ging in deze zwoele atmos
feer rustig haar gang en het eentonige
geruisch van dien arbeid scheen over te
gaan in eene melodie, waarin zich mensche
lijke stemmen mengden. Magdalena hoorde
duidelijk de woorden van een lied en het
dacht haar dat ook Jezns' Moeder ze hooren
moest
Moeder, liebt gij 't niet vernomen,
Hoort gij niet de bode komen,
Die ter kroning roept uw Zoon
Reeds in 't somber donker woud
"Wordt de biji gezet in 't hout
Vallen moet het voor den troon i
In des zephir's adem bevend,
Doornenstrnik zich levend gevend,
Voor het groote uur zoo na.
En een rietstok neigt zoo treurig
't Hoofdje, waar de bloempjes geurig
Sieren 't dal van Golgotha
Troon en scepter, ook de krone
Zijn gereed voor uwen Zone
Moeder, weef zijn kroningskleed!
Laat een zwaard uw Hart doordringen
Zie, Hij moet het offer brengen,
Voor der mensehen kwaal en leed!
De weefstoel stond plotseling stil, het lied
verstomde en de weefster legde de handen
gevouwen in hear schoot, terwyi zij met
wydgeopende oogen voor zich uit zag. In de
verte liet de donder zich andermaal hooren.
'Dat was een vreeseiyk lied I» zeide Mag
dalena. 'Wat zou het beteekenen, o moeder
Maria maakte een diep smarteiyke bewe
ging. >'t Is niet aan my, u de beteekenis
te zeggen, mijne dochter. De Almachtige zal
het ons openbaren op zyn tyd. Ik ken dit
schrikwekkende lied reeds lang 1 Reeds meer
dan dertig jaren vervolgt het my, by dag
en bij nacht! Dit lied en een ander. Want
twee melodieën begeleiden mij door het
leven. De eene is licht en schoon als de
dag, de andere zwart en duister als de nacht.
Ik hoor beide, waar ik ga of sta, tot het
derde lied zal klinken, het lied dat ik ver
wacht, het lied dat smart en vreugde tot
elkander brengt en in één jubelbymne zal
samensmelten.
'Mag het zoo zyn!» sprak Magdalena en
zag eerbiedig naar Jezus' Moeder op, wier
gelaat in de sombere onweerduisternis troos
tend op haar neerblikte.
Het scheen haar een oogenblik, alsof een
zacht lichtschynsel Maria's edel hoofd om.
straalde, maar het licht verdween snel. Een
bliksemstraal veranderde de donkerheid voor
een oogenblik in een oogverblindend licht
en de donderde ratelde door het luchtruim.
Het onweer brak los, brullend als een leeuw
die uit den slaap wordt opgeschrikt.
Magdalena sprong van het rustbed en
ging aan Maria's voeten zitten.
Daar klonken voetstappen in den hof en
de oude Nathan en zyn vrouw Debora kwa
men ijlings binnen.
»Maria,« zeiden zij eerbiedig, »een zwaar
onweer is in aantocht I Wilt gQ by ons
komen of zullen wij hier blijven, zoolang
de storm woedt?»
>Gij kunt by my blijven,» antwoordde
Maria vriendeiyk. »Ik heb bovendien met u
te spreken over deze vronw die zich onder
myne bescherming gesteld heeft.»
De beide oude lieden bemerkten nu eerst
de tegenwoordigheid van de vreemdelinge,
die zij nieuwsgierig beschouwden. Dan her
kenden zij in haar eensklaps Miriam van
Magdala en weken terng, alsof ze een slang
gezien hadden.
(Wordt vervolgd).