ding*, ffen. Ons Blad odellon. II em). ncur- mt. Co.. No. 41 Zaterdag 22 Mei 1909. 3de Jaargang BIJVOEGSEL 1 tyglop 7. K\ denhoeken. Magna Peccatrix. t - MP ZILVEB, ZLOEEEN orden aan huis ge- onmakea enz. Goud- en Zilversmid. St. big ft ateedq, i n van otid ïoogate waarde. UW». ad voor 1909. straat. tUIJSEN, epsgebrnik. er, iiten. Alkaww, van van Woensdag 19 Mel 190». Openbare vergadering van den Raad der gemeente Alkmaar op Woensdag 19 Mei 1909, des nam. 1 uur. Tegenwoordig alle leden. Punten van behandeling. 1. Vaststellen der Dotulen van de vorige vergadering. Mededeelingen. Ingekomen stukken. De notulen worden goedgekeurd. a. dat is ingekomen een schrijven d.d. 17 Mei 1.1. van Mr. P. A. Offers, houdende bericht, dat de benoeming tot lid der Com missie van Toezicht op het Lager Onderwijs door hem wordt aangenomen. Voor kennisgeving aangenomen. b. alsvoren, een adres d.d. 17 Mei 1.1. van den heer J. Mulder, houdende het verzoek om de aanslagen in den hoofdelijken omslag te willen publiceeren. I 't Is nog kort geleden dat een gelijk voorstel is behandeld en meent de Raad dat hij geen reden heeft bericht en raad in te winnen. Op het verzoek wordt daarna afwijzend beschikt. c. alsvoren, een schrijven d.d. 17 Mei 1.1. van mej. SchoonhovenVetter, houdende dankbetuiging voor hare herbenoeming tot stads-vroed vrouw. Voor kennisgeving aangenomen. d. alsvoren, een schrijven d.d. 17 Mei 1.1. van m*j. C. W. van der Weele, houdende dankbetuiging voor hare benoeming tot stads-vroed vrouw. Voor kennisgeving aangenomen. 2. Benoeming van een havenmeester. B. en W. hebben den Raad de volgende aanbeveling aangeboden 1. H. de Boer, opperschipper bij de K. N. Ma-ine, wonende te Helder. 2. P. T. Boom, gepeusionneerd loods, wonende te IJmuiden. 3. C. Bregman, stoombootkapitein, wo nende te Amsterdam en stellen voor den datum van indiensttreding aan hun college over te laten. Benoemd wordt de heer Boom met ri stemmen tegen 6 op den heer de Boer. 3. Voorstel van B. en W. betreffende het uitbetalen van jaarwedden en loonen aan ambtenaren, beambten en werklieden, die militaire plichten vervullen. Teneinde onbillijkheden, welke het ge volg zijn van de tegenwoordige desbetref Vau U l>noiUi.)jauuu4vuuuui ILIg Akj XXIUAJ li DU niet eens. En de bond van vrije libe ralen wil van verzekering van ouden van dagen en vooral van Staatspensioen niets weten. Alleen in onvermijdelijke gevallen wil hij den Staat steunend laten optreden. De „N. Rott. Crt." treurt over dit alles en zucht over dit gemis van eensgezindheid, niet slechts omdat zij de verschillende onderwerpen, waar over de verschillen loopen, haar zoo na aan het hart liggen, maar vooral, omdat daarbij schijnt vergeten te worden, dat er een rechtsche coalitie bestaat: „men strijdt onderling alsof er geen rechter zijde bestond". Hierin licht de drijfkracht voor de politieke actie der vrijzinnigen. Het bestaan eener Rechterzijde. Bij slot van rekening, bij de herstemmingen zullen de geschilpunten weer worden vergeten en zal men als één man optrekken tegen de christelijke coalitie. Het jam- fende verordeningen, te voorkomen, stellen B. en W. voor een andere betere regeling te treffen o.a. doorie een nieuwe ver ordening vast te stellen. Deze verordening bepaalt dat aan gehuwde ambtenaren, be ambten en werklieden en aan ongehuwde voor zoover deze kostwinners zijn voor anderen, die ter vervulling hunner militaire plichten worden opgeroepen, tijdens hun verblijf onder de wapenen 50 pet. van het loon of van hunne jaarwedde zal worden uitgekeerd. 2e Art. 10 van de verordening tot rege ling der jaarwedden van de onderwijzers aan de openb. lagere scholen, in te trekken. De heer v. Buijsen heeft amendementen ingediend, teneinde de 50 pet. op 75 te brengen onder aftrek der door het rijk uit te keeren vergoedingen. Voor hen die geen vergoeding ontvangen van het rijk het volle loon of de volle jaarwedde uit te keeren met aftrek van de kosten der ver vanging. Den gehuwde onderwijzers of kostwinners van anderen 75 pet. der jaar wedde uit te keeren en de andere onder wijzers de volle jaarwedde onder aftrek der kosten van vervanging. De afd. Alkmaar van den Bond v. Ned. Onderw. heeft een adres ingezonden ver zoekende het voorstel van B. en W. niet aan te nemen. De heer v. Buijsen meent dat waar het een rijkszaak geldt het Rijk dus ook voor de vergoeding moet zorgen. Doet de gemeente het, dan stelt men het Rijk vrij. Hetgeen niet de goede weg is. Geeft men ten hoogste 75 pet. dan kan het advies van B. en W. toch voor de gemeente zoo voor- deelig mogelijk gegeven worden. Wat de genen betreft die niet gehuwd zijn luidt het voorstel van B. en W. naar sprekers meening te gunstig en daarom heeft hij voor gesteld de kosten der vervanging af te trek ken, Onderwijzers zullen door het Rijk niet gerangschikt worden onder de personen genoemd bij art. 13 der Militiewet. Daar om kunnen de onderwijzers ook niet be grepen worden onder art. 1 der voorgestelde verordening. Vandaar het voorstel tot wij ziging van art. 10 der verordening tot regeling der jaarwedden van onderwijzers. De Voorzitter wijst er op dat het Rijk zeer zuinig is in het geven der bijdragen. Dikwijls hoort men er van als de betrokken persoon reeds weer thuis is. Men kan dus vooruit niets bepalen. Art. 1 van het voor stel des heeren van Buijsen acht spreker niet juist. Zonder vervanging zou het volle bedrag moeten betaald worden. Wel zou spreker zich kunnen vereenigen met de verhooging van 50 op 73 pet. De heer van Buijsen meent dat de late uitkeering geen bezwaar is, want die kan later door de gemeente geind worden. Spre uiciüut jS) VCM-L AlOU UJJCJLl wuiuix MUM QV volg dier subsidieering werd in beeld gebracht, is natuurlijk een leugen. Want waar de kosten van het openbaar on derwijs geheel door de openbare kassen worden gedragen, ontvangt het bijzon der onderwijs slechts een deel. Wij zijn dus nog niet waar we wezen willen en wezen moeten, namelijk de vol komen gelijkstelling van het openb. en bijz. onderwijs. Over de subsidieering van het hooger onderwijs heeft men zich ook zeer druk gemaakt en dat kost aan den Staat nog slechts vierduizend gulden voor de Amsterdamsche vrije universiteit. Het bijz. onderwijs staat nog verre ten achter en daarom moet de eensgezindheid van de christelijke partijen niet gestoord worden. Anders gaan we weer achteruit. De verdeeldheid der linksche partijen heeft de onmacht der linkerzijde tot regeeren onder het vorige ministerie Het ontwaken eener ziel. Raar het Duitsch van Anna Baronnesse v. Krane Bewerkt door O. L. 36) Wijl het echter toch dezelfde zijn moest, kwam de oude vrouw tot het beBlult, dat xj] van den duivel bezeten geweest was, waarvan de Meester haar had verlost. Oeheel duidelijk was het Debora evenwel eerst, toen xjj op echte vrouwenmanier alle schuld op eene andere vrouw geschoven had. Zjj verklaarde 's avonds toen ze alleen waren, haren man>Het geheele ongelijk zal aan Martha te wijten zijn geweest, die met hare znster niet wist om te gaan. Wanneer ik haar had moeten opvoeden dan ware ze wel braaf gebleven en zou thans een ge lukkige echtgenoote en moeder zijn, evenals onze Abigaël en N-ërni en Judith. Eeuwig jammer, dat zij niet mijne dochter wasU Nathan gaf zijne vrouw, als gewoonlijk, gelijk en het wakkere paar sliep 's nachts vredig in het bewustzijn, naar de geboden van den Meester gehandeld te hebben. Magdalena strekte zich ook op het harde leger nit en het scheen haar een droom te zijn, dat zij nog voor kort meesteres van eene weelderige villa en van vele slaven geweest was. Met het joodsche kleed had zij ook de zeden en gewoonten van haar volk aange nomen en het vreemde leven met de Ro meinen en hnnne vreemde zeden was in den afgrond der vergetelheid weggezonken. Slechts eene zaak was haar duidelijk bij gebleven de gedachtenis aan Samaritans. Deze trouwe ziel stond haar zoo na, dat zij voortdurend in den geest met haar sprak en haar liet deelnemen aan alles wat zij beleefde en ondervond. Thans, bij het slapen gaan, kwam het haar voor, als stond Sama ritana naast haar bed. Duidelijk zag zij het lieve gezichtje voor zich; het neigde zich over haar heen en de welbekende stem fluisterde haar in 't oor«Verheug en ver blijd u, Miiiam 1 Spoedig komt de dag uwer eere I« Magdalena wilde antwoorden en de vriendin in de armen sluiten, maar het beeld ver dween en een groote vermoeidheid drukte de achtergeblevene de Oogentoe. Zij sliep in met een zachten glimlach, als een kind dat met schoone wiegeliederen in slaap ge zongen wordt. Op dezen eersten dag volgden vele on- ker wenscht dat ook voor gemeentewerk lieden vergoeding zal worden gevraagd, het geen thans niet geschiedt. De voorzitter meent dat de bijdrage te onbelangrijk blijfr. De heer Glinderman stelt voor de ge huwden 75 pCt., de anderen 25 pCt uitte keeren. B. en W. nemen het voorstel Glinder man gaarne over. De heer Glinderman meent dat bij aan neming van zijn voorstel de gemeente een goed voorbeeld zal geven tegenover andere werkgevers. De heer van Buijsen wenscht de rijks bijdrage aan te vragen, welke niet ten laste der gemeente behoort te blijven, en de werklieden worden er toch niet minder door. De heer Pot vindt de noodzakelijkheid der geheele regeling niet heel duidelijk. De voorzitter wijst er op dat elk geval door B. en W. vroeger werd behandeld. Beter is daarom eene algemeene regeling te treffen. De heer Pot acht niet-regeling beter omdat dan eerst de houding van het Rijk kan worden afgewacht. De heer Uitenbosch meent ook dat de rijksbijdrage niet beteekenend is, vooral met 't oog op de groote moeielijkheid om het te krijgen. Spreker meent dat het niet wel aangaat de onderwijzers in deze te verminderen. De Voorzitter meent dat men bij de bestaande regeling bezwaar zou kunnen maken, een jonge onderwijzer te benoemen. Het amendement v. Buijsen wordt ver worpen met 14 stemmen. Het voorstel van B. en W. geamendeerd door den heer Glinderman wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. - 4. Idem, betreffende eene inwendige ver bouwing van het stadhuis. B. en W. merken op dat de localiteit waarin .de gemeente-secretarie tot dusver gehouden is, als geheel onvoldoende moet worden aangemerkt. Voor behoorlijke bei- ging van materiaal ontbreekt sedert lang de gelegenheid, zoodat verplaatsing of be langrijke verruiming urgent moet worden geacht. Bovendien bestaat behoefte aan een doel matige leeskamer voor de leden van den Raad, terwijl de plaats van de raadszaal ondoelmatig is. Ondanks de genomen maat regelen is de noodige stilte en rust bij de beraadslagingen niet te verzekeren en is derhalve eene verplaatsing gewenscht. De ruimte in het stadhuis is voldoende, zoodat met verbouwing van het inwendige een en ander 4s te regelen. B. en W. stellen daarom den Raad voor, te besluiten „Aan B. en W. een blanco crediet te iwi.MVUUJ.lUg 1UTW1UU UUgjUAl «V T VlgUU van ouderdom -en invaliditeit met bij drage van den Staat. Voor die bijdrage wil men het tarief aan eene herziening onderwerpen, waarbij eene verbetering der productie-voor waarden onzer eigene industrie tegenover de buitenlandsche concurrentie als leiddraad zal gebezigd worden. Links is men zoozeer onder den in druk gekomen van eigen onmacht, dat men zich over de komst van het minis terie Heemskerk heeft verheugd en de kalmte waarmede de verkiezingen wor den voorbereid wijst er op, dat men schroomt weer de teugels van het be wind in handen te moeten nemen. Alleen het bestaan der chr. coalitie, dat den heeren ten slotte toch steeds een doorn in het oog is, kan hun nog tot actie brengen. Vervolgens wijdt spreker eenige waar- deerende bewoordingen aan verschillende eindig gelukkige degen. Het was Magdalena dlkwjjis als leefde xjj in het Paradijs, zoo schoon en vredig was alles. Voor de wereld verborgen, zonder andere zorgen dan die, den wil des Vaders te volbrengen, vloden haar de gulden uren voorbij onder gebed en arbeid, in den omgang met eenvoudige eerlijke menschen en verhelderd door het verkeer met de Moeder des Heeren. Maria gevoelde van dag tot dag meer genegenheid voor de edele vrouw, die van de dwaalwegen des levenB tot haar gevlucht was en het scheen haar een geheel bij zondere taak te zijil, die heur verbeven Zoon haar had opgedragen, deze dwalende, boe tende ziel te leiden op de wegen van een nieuw leven. Uit dien hoofde sprak zij ook meer over dingen die Jezus betroffen, met Magdalena, dan zij met andere menschen pleegde te doen. Wat waren dat plechtige nren voor de gelukkige Miriam. Zij zat dan stil aan de voeten der verheven Moeder en luisterde naar hetgeen deze van haar Zoon verhaalde. Zacht, met gedempte stem met grooten eerbied en onuitsprekelijke liefde, waarvan ieder woord getuigde, sprak de hooge Vrouwe van haren Zoon. Als zij sprak, klonk haar stemme als het ruischen van hoog spattend water uit zilveren bron, verleenen, ten einde hun college in de gelegenheid te stellen bij een algemeen erkend deskundige een advies in te winnen omtrent eene doelmatige inwendige ver bouwing en een met de eischen des tijds overeenkomende inrichting van het stad huis." De heer G. T. M. v. d. Bosch stelt voor aan het slot van dit voorstel te laten vol gen: „Waarbij rekening te houden is met het architectonisch karakter van hetzelve." De Voorzitter deelt mede, dat het in de bedoeling ligt van B. en W. de deskundige in overleg te doen treden met den gem. deskundige, de heer Looman. Ook zal rekening gehouden worden met aestetische eischen. De heer Uitenbosch vreest dat de uit gaven voor de verbouwing een schat gelds zullen vorderen, hetgeen onder de tegen woordige omstandigheden spr. ongewenscht voorkomt. De toestand is nog zoo erg niet. De heer de Groot is het volkomen eens met den heer Uitenbosch Spreker wil geen extra kosten maken. Is verbouwing noodig, dan kunnen eigen deskundigen het zeker af. De heer Fortuin begrijpt niet, dat B. en W. hier met het voorstel hebben durven aankomen, omdat de noodzakelijkheid niet aangetoond kan worden, behalve de secre tarie. De heer v. d. Bosch meent dat, is de verbouwing niet noodig, dan is het beter de beurs dicht te houden. Is het wel nood zakelijk, dan is het goed de zaak hier te behandelen. Die noodzakelijkheid moeten B. en W. beoordéelen. Wij hebben een stadhuis, dat zeer de aandacht trekt en alom bekend is, blijkens een couranten bericht van zeer recenten datum. En dan moet het goed onderhouden worden. Het ligt in den aard der zaak, dat de gemeen telijke deskundige, die zich steeds met allerlei kleinigheden heeft bezig te houden, zeer zeker op advies in deze prijs zal stellen. De Voorzitter verklaart, dat de woorden van den heer v. d. Bosch weer warmte hebben gebracht in zij n gemoed na cle ij skoude douche van den heer Fortuin. Spreker meent dat de kosten niet zoo hoog zullen loopen. Men kan nu de secretarie verbe teren, maar dan zal men binnenkort toch weer met verdere verbouwing moeten komen. Verder kunnen B. en W.~ toch zeker een en ander beoordeelen. Deze zaal is wel goed, maar de plaats is ongeschikt en meer andere redenen zijn er aanwezig die tot verandering nopen. Bovendien bedoelt het voorstel geen definitief besluittot verbouwing. De heer Fortu n meent, dat de verbouwing niet noodzakelijk is, behoudens de secretarie en daarvoor is geen blanco crediet noodig. De heer v. d. Bosch zou het wel spijten dat de bordjes „stapvoets rijden", die een eenig curiosum vormen, verdwijnen, maar waar de noodzakelijkheid zich opdringt, daar moet verbouwd worden, ook met het oog op de architectonische waarde van het gebouw. De heer de Groot vreest, dat de kosten veel te hoog worden wanneer de zaak aan gevat wordt zooals de heer v. d. Bosch wenscht. De heer Dorbeck schaart zich aan de zijde des heeren Uitenbosch. Spreker wenscht ook niet het advies van een andere des kundige in te winnen. De Raad heeft zich over de wenschelijkheid der verbouwing niet uitgelaten en daarom meent spreker dat er geen reden is tot het aannemen van het voorstel van B. en W. 't Zou kunnen gebeuren dat de deskundige zou komen tot de wenschelijkheid van verbouwing van het geheele stadhuis. Spreker kan zijn stem aan het voorstel niet geven. De heer Pot verklaart tegen de voor stellen te stemmen en verzoekt, dat den Raad teekeningen en verklaringen worden overgelegd, waaruit de Raad zich een oordeel zal kunuen vormen. De heer v. d. Feen de Lille wil wel het crediet verleenen, maar niet de verbouwing verder uitstrekken dan tol de secretarie. Het voorstel van B. en W. wordt ver worpen met 10 tegen 7 stemmen. 5. Idem, tot herziening der verordening, regelende den werkkring van de commissie van bijstand voor de publieke werken. In de vergadering van 27 Januari 1.1, werden B. en W. uitgenoodigd eene nood-- zakelijk geworden wijziging van de ver ordening voor te bereiden. Naar aanleiding van de gedachtenwisse- ling we.ke in die vergadering tusschen de heeren Uitenbosch, v. d.' Bosch ei Pot over het karakter van eene commissie van bijstand heelt plaats gehad, komt het Burgem. en Wethouders niet ondienstig voor er op te wijzen dat ter zake des kundigen (met name Mr. van Oosterwijk en prof. Oppenheim) verklaren dat eene commissie van bijstand niet bevoegd moet worden geacht het verantwoordelijke dage- lijksche bestuur te vervangen, doch zich tot het verleenen van bijstand bepalende, het college van B. en W. slechts met advies ter zijde heeft te staan. Op grond van deze overwegingen hebben B. en W. eene nieuwe verordening ont worpen, welke zij den Raad verzoeken te willen goedkeuren. Conform het voorstel besloten. 6. Voorstel van de Commissie tot de belastingzaken enz., betreffende af- en over schrijvingen op de begrooting van het stads-ziekenhuis, dienst 1908 en vaststelling 2e suppl. begrooting voor hetzelfde jaar. uci spuuTweguearnuien mei uie uci pusi- beambten vergaderd, en daar verweten de postiers aan de spoorwegmannen, dat zij hun beloften van -medestaking niet ver. vuld hadden. De verwijten waren zoo scherp, dat men met geweld de bijna hand. gemeen geworden mannen moest schijden. Dienzelfden avond heeft toen het Co mité van den algemeenen arbeidersbond besloten, tot alle Parijsche vakverenigin gen een oproep te richten om de alge meene staking voor te bereiden, en sinds is het manifest dan tot alle „proletariërs" uitgegaan. Maar 't is een wanhoopskreet, die weinig weerklank zal vinden. In bevoegde kringen te Parijs is men van meening dat de algemeene staking op een mislukking uitloopt. Het aantal poststakers is intusschen nog steeds aan het afnemen, althans volgens de berichten der bladen en de officieele gegevens. Er zouden nu nog maar even 700 zijn, op de 26000 postbeambten. Ove- Zoo vervlogen de dagen, tot Magdalena ongeveer een week in het nieuwe tehuie aanwezig was. Daar aat xjj op een middag bjj het knoopen van een tapijt, toen de Moeder van Jexus aich hoorde roepen. Maria's gelaat straalde. >Mjjn Zoon komt mij bezoeken I< juichte zij. «Help allen mee, het huis waardig te versieren l« Voordat Magdalena van haar heiligen schrik bekomen was, kwam ook Nathan aanloopen, wien een knaap het bericht ge bracht bad>De Meester laat u zeggen, dat Hjj den nacht bij n wenscht door te bren gen; meld het Zijne Moeder l< Alle handen werden aan het werk gezet. Er ontstond een heilige wedjjver om alles zorgvuldig gereed te maken om den Heer te ontvangen. Maria wilde het voor naamste werk voor zich zelf houden, ge lukkig weer iets voor haar veelgeliefden Zoon te kunnen doen. Magdalena en Debora bepaalden er zich toe de woning ichoon te makeD, het hof van allerlei dageljjksche dingen te zuiveren en het met kransen en bloemen te versieren. Dan, toen alles gereed was, daalde eene aandachtige stilte over het hnismet eerbied werd de komst van den Heer tegemoet gezien. Zijne Moeder bleef in haar kamer, uvh nti uuui ongeveer Jtuu inwoners, meerendeels Duitschers, bewoonde landje, regeert de burgemeester van de naburige gemeente Pruisisch Moresnet, onder toe zicht van den landraad van Eupen en den Belgisehen prefect van Verviers. In het burgerlijk recht geldt de Code Napoleon, volgens den tekst van 1814, strafrechtelijk het strafwetboek van 1840. Wegens zijne draconische -bepalingen wordt die laatste echter meestal niet toegepast. Wanneer inwoners onder elkaar geschillen hebben, kunnen zij in België of in Pruisen recht zoeken. Sedeit het Weensche congres, betwisten de Belgische leeuw en de Pruisische ade laar elkander dat gebied, zegde Hackenr berg. Het is een monsterachtig bebied. Het is geen zelfstandige Staat, geene re publiek oi zooiets, en het kan ook alleen onzijdig gen-oem worden in den zin van het gezegde: Was man nicht deklinieren kann, -das sieoht man als ein Neutrum an,. Magdalena hield zich in den hof op en Nathan en Debora wachten aan den ingangi poort om den hoogen gaat te ontvangen. De avond was reeds nabjj en het roode schjjnael van de ondergaande zon glansde aan den hemel en overgoot de bergen met een fantastisch licht. Aan het einde van de straat vernam men een langxaam naderend gernisch, een gemnrmel en geluid van vele stemmen, een getrappel van vele voeten. Het kwam, al nader, ging op en af alsof een menschenmenigte in haar vaart gestuit wordt. Dan klonk door het gedrniscb, dui delijk en helder, een enkele stem, die af scheidswoorden sprak. Het werd bniten stil... Maar Hjj, die ónder duizenden gekend werd, overschreed den drempel en sprak«Den vrede zj) dit huis Magdalena kon Hem van nit haar stille hoek goed zien, toen Hjj, beschenen door het heldere licht van den komenden avond, in het schemerige vertrek van de oude lieden stond, die zich voor Hem bogen en Hem eerbiedig groetten. Hjj sprak zeer vriendelijk met hen en hoorde hen liefdevol aan. (Wordt sm mki.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1909 | | pagina 1