ding*,
ffen.
Ons Blad
odellon.
II
em).
ncur-
mt.
Co..
No. 41
Zaterdag 22 Mei 1909.
3de Jaargang
BIJVOEGSEL
1
tyglop 7.
K\
denhoeken.
Magna Peccatrix.
t -
MP
ZILVEB, ZLOEEEN
orden aan huis ge-
onmakea enz.
Goud- en Zilversmid.
St.
big ft ateedq,
i n van otid
ïoogate waarde.
UW».
ad voor 1909.
straat.
tUIJSEN,
epsgebrnik.
er,
iiten. Alkaww,
van
van Woensdag 19 Mel 190».
Openbare vergadering van den Raad
der gemeente Alkmaar op Woensdag
19 Mei 1909, des nam. 1 uur.
Tegenwoordig alle leden.
Punten van behandeling.
1. Vaststellen der Dotulen van de vorige
vergadering. Mededeelingen. Ingekomen
stukken.
De notulen worden goedgekeurd.
a. dat is ingekomen een schrijven d.d.
17 Mei 1.1. van Mr. P. A. Offers, houdende
bericht, dat de benoeming tot lid der Com
missie van Toezicht op het Lager Onderwijs
door hem wordt aangenomen.
Voor kennisgeving aangenomen.
b. alsvoren, een adres d.d. 17 Mei 1.1.
van den heer J. Mulder, houdende het
verzoek om de aanslagen in den hoofdelijken
omslag te willen publiceeren. I
't Is nog kort geleden dat een gelijk
voorstel is behandeld en meent de Raad
dat hij geen reden heeft bericht en raad
in te winnen.
Op het verzoek wordt daarna afwijzend
beschikt.
c. alsvoren, een schrijven d.d. 17 Mei 1.1.
van mej. SchoonhovenVetter, houdende
dankbetuiging voor hare herbenoeming tot
stads-vroed vrouw.
Voor kennisgeving aangenomen.
d. alsvoren, een schrijven d.d. 17 Mei 1.1.
van m*j. C. W. van der Weele, houdende
dankbetuiging voor hare benoeming tot
stads-vroed vrouw.
Voor kennisgeving aangenomen.
2. Benoeming van een havenmeester.
B. en W. hebben den Raad de volgende
aanbeveling aangeboden
1. H. de Boer, opperschipper bij de K.
N. Ma-ine, wonende te Helder.
2. P. T. Boom, gepeusionneerd loods,
wonende te IJmuiden.
3. C. Bregman, stoombootkapitein, wo
nende te Amsterdam en stellen voor den
datum van indiensttreding aan hun college
over te laten.
Benoemd wordt de heer Boom met ri
stemmen tegen 6 op den heer de Boer.
3. Voorstel van B. en W. betreffende het
uitbetalen van jaarwedden en loonen aan
ambtenaren, beambten en werklieden, die
militaire plichten vervullen.
Teneinde onbillijkheden, welke het ge
volg zijn van de tegenwoordige desbetref
Vau U l>noiUi.)jauuu4vuuuui ILIg Akj XXIUAJ li DU
niet eens. En de bond van vrije libe
ralen wil van verzekering van ouden
van dagen en vooral van Staatspensioen
niets weten. Alleen in onvermijdelijke
gevallen wil hij den Staat steunend
laten optreden. De „N. Rott. Crt." treurt
over dit alles en zucht over dit gemis
van eensgezindheid, niet slechts omdat
zij de verschillende onderwerpen, waar
over de verschillen loopen, haar zoo na
aan het hart liggen, maar vooral, omdat
daarbij schijnt vergeten te worden, dat
er een rechtsche coalitie bestaat: „men
strijdt onderling alsof er geen rechter
zijde bestond".
Hierin licht de drijfkracht voor de
politieke actie der vrijzinnigen. Het
bestaan eener Rechterzijde. Bij slot van
rekening, bij de herstemmingen zullen
de geschilpunten weer worden vergeten
en zal men als één man optrekken
tegen de christelijke coalitie. Het jam-
fende verordeningen, te voorkomen, stellen
B. en W. voor een andere betere regeling
te treffen o.a. doorie een nieuwe ver
ordening vast te stellen. Deze verordening
bepaalt dat aan gehuwde ambtenaren, be
ambten en werklieden en aan ongehuwde
voor zoover deze kostwinners zijn voor
anderen, die ter vervulling hunner militaire
plichten worden opgeroepen, tijdens hun
verblijf onder de wapenen 50 pet. van het
loon of van hunne jaarwedde zal worden
uitgekeerd.
2e Art. 10 van de verordening tot rege
ling der jaarwedden van de onderwijzers
aan de openb. lagere scholen, in te trekken.
De heer v. Buijsen heeft amendementen
ingediend, teneinde de 50 pet. op 75 te
brengen onder aftrek der door het rijk uit
te keeren vergoedingen. Voor hen die geen
vergoeding ontvangen van het rijk het
volle loon of de volle jaarwedde uit te
keeren met aftrek van de kosten der ver
vanging. Den gehuwde onderwijzers of
kostwinners van anderen 75 pet. der jaar
wedde uit te keeren en de andere onder
wijzers de volle jaarwedde onder aftrek der
kosten van vervanging.
De afd. Alkmaar van den Bond v. Ned.
Onderw. heeft een adres ingezonden ver
zoekende het voorstel van B. en W. niet
aan te nemen.
De heer v. Buijsen meent dat waar het
een rijkszaak geldt het Rijk dus ook
voor de vergoeding moet zorgen. Doet de
gemeente het, dan stelt men het Rijk vrij.
Hetgeen niet de goede weg is. Geeft men
ten hoogste 75 pet. dan kan het advies van
B. en W. toch voor de gemeente zoo voor-
deelig mogelijk gegeven worden. Wat de
genen betreft die niet gehuwd zijn luidt
het voorstel van B. en W. naar sprekers
meening te gunstig en daarom heeft hij voor
gesteld de kosten der vervanging af te trek
ken, Onderwijzers zullen door het Rijk niet
gerangschikt worden onder de personen
genoemd bij art. 13 der Militiewet. Daar
om kunnen de onderwijzers ook niet be
grepen worden onder art. 1 der voorgestelde
verordening. Vandaar het voorstel tot wij
ziging van art. 10 der verordening tot
regeling der jaarwedden van onderwijzers.
De Voorzitter wijst er op dat het Rijk
zeer zuinig is in het geven der bijdragen.
Dikwijls hoort men er van als de betrokken
persoon reeds weer thuis is. Men kan dus
vooruit niets bepalen. Art. 1 van het voor
stel des heeren van Buijsen acht spreker
niet juist. Zonder vervanging zou het volle
bedrag moeten betaald worden. Wel zou
spreker zich kunnen vereenigen met de
verhooging van 50 op 73 pet.
De heer van Buijsen meent dat de late
uitkeering geen bezwaar is, want die kan
later door de gemeente geind worden. Spre
uiciüut jS) VCM-L AlOU UJJCJLl wuiuix MUM QV
volg dier subsidieering werd in beeld
gebracht, is natuurlijk een leugen. Want
waar de kosten van het openbaar on
derwijs geheel door de openbare kassen
worden gedragen, ontvangt het bijzon
der onderwijs slechts een deel.
Wij zijn dus nog niet waar we wezen
willen en wezen moeten, namelijk de vol
komen gelijkstelling van het openb. en
bijz. onderwijs. Over de subsidieering van
het hooger onderwijs heeft men zich
ook zeer druk gemaakt en dat kost
aan den Staat nog slechts vierduizend
gulden voor de Amsterdamsche vrije
universiteit. Het bijz. onderwijs staat
nog verre ten achter en daarom moet
de eensgezindheid van de christelijke
partijen niet gestoord worden. Anders
gaan we weer achteruit.
De verdeeldheid der linksche partijen
heeft de onmacht der linkerzijde tot
regeeren onder het vorige ministerie
Het ontwaken eener ziel.
Raar het Duitsch van Anna Baronnesse v. Krane
Bewerkt door O. L.
36)
Wijl het echter toch dezelfde zijn moest,
kwam de oude vrouw tot het beBlult, dat
xj] van den duivel bezeten geweest was,
waarvan de Meester haar had verlost.
Oeheel duidelijk was het Debora evenwel
eerst, toen xjj op echte vrouwenmanier alle
schuld op eene andere vrouw geschoven had.
Zjj verklaarde 's avonds toen ze alleen waren,
haren man>Het geheele ongelijk zal aan
Martha te wijten zijn geweest, die met hare
znster niet wist om te gaan. Wanneer ik
haar had moeten opvoeden dan ware ze
wel braaf gebleven en zou thans een ge
lukkige echtgenoote en moeder zijn, evenals
onze Abigaël en N-ërni en Judith. Eeuwig
jammer, dat zij niet mijne dochter wasU
Nathan gaf zijne vrouw, als gewoonlijk,
gelijk en het wakkere paar sliep 's nachts
vredig in het bewustzijn, naar de geboden
van den Meester gehandeld te hebben.
Magdalena strekte zich ook op het harde
leger nit en het scheen haar een droom te
zijn, dat zij nog voor kort meesteres van eene
weelderige villa en van vele slaven geweest
was. Met het joodsche kleed had zij ook de
zeden en gewoonten van haar volk aange
nomen en het vreemde leven met de Ro
meinen en hnnne vreemde zeden was in
den afgrond der vergetelheid weggezonken.
Slechts eene zaak was haar duidelijk bij
gebleven de gedachtenis aan Samaritans.
Deze trouwe ziel stond haar zoo na, dat zij
voortdurend in den geest met haar sprak
en haar liet deelnemen aan alles wat zij
beleefde en ondervond. Thans, bij het slapen
gaan, kwam het haar voor, als stond Sama
ritana naast haar bed. Duidelijk zag zij het
lieve gezichtje voor zich; het neigde zich
over haar heen en de welbekende stem
fluisterde haar in 't oor«Verheug en ver
blijd u, Miiiam 1 Spoedig komt de dag uwer
eere I«
Magdalena wilde antwoorden en de vriendin
in de armen sluiten, maar het beeld ver
dween en een groote vermoeidheid drukte
de achtergeblevene de Oogentoe. Zij sliep
in met een zachten glimlach, als een kind
dat met schoone wiegeliederen in slaap ge
zongen wordt.
Op dezen eersten dag volgden vele on-
ker wenscht dat ook voor gemeentewerk
lieden vergoeding zal worden gevraagd, het
geen thans niet geschiedt.
De voorzitter meent dat de bijdrage te
onbelangrijk blijfr.
De heer Glinderman stelt voor de ge
huwden 75 pCt., de anderen 25 pCt uitte
keeren.
B. en W. nemen het voorstel Glinder
man gaarne over.
De heer Glinderman meent dat bij aan
neming van zijn voorstel de gemeente een
goed voorbeeld zal geven tegenover andere
werkgevers.
De heer van Buijsen wenscht de rijks
bijdrage aan te vragen, welke niet ten laste
der gemeente behoort te blijven, en de
werklieden worden er toch niet minder door.
De heer Pot vindt de noodzakelijkheid
der geheele regeling niet heel duidelijk.
De voorzitter wijst er op dat elk geval
door B. en W. vroeger werd behandeld.
Beter is daarom eene algemeene regeling
te treffen.
De heer Pot acht niet-regeling beter
omdat dan eerst de houding van het Rijk
kan worden afgewacht.
De heer Uitenbosch meent ook dat de
rijksbijdrage niet beteekenend is, vooral
met 't oog op de groote moeielijkheid om
het te krijgen. Spreker meent dat het niet
wel aangaat de onderwijzers in deze te
verminderen.
De Voorzitter meent dat men bij de
bestaande regeling bezwaar zou kunnen
maken, een jonge onderwijzer te benoemen.
Het amendement v. Buijsen wordt ver
worpen met 14 stemmen.
Het voorstel van B. en W. geamendeerd
door den heer Glinderman wordt zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
- 4. Idem, betreffende eene inwendige ver
bouwing van het stadhuis.
B. en W. merken op dat de localiteit
waarin .de gemeente-secretarie tot dusver
gehouden is, als geheel onvoldoende moet
worden aangemerkt. Voor behoorlijke bei-
ging van materiaal ontbreekt sedert lang
de gelegenheid, zoodat verplaatsing of be
langrijke verruiming urgent moet worden
geacht.
Bovendien bestaat behoefte aan een doel
matige leeskamer voor de leden van den
Raad, terwijl de plaats van de raadszaal
ondoelmatig is. Ondanks de genomen maat
regelen is de noodige stilte en rust bij de
beraadslagingen niet te verzekeren en is
derhalve eene verplaatsing gewenscht. De
ruimte in het stadhuis is voldoende, zoodat
met verbouwing van het inwendige een en
ander 4s te regelen.
B. en W. stellen daarom den Raad voor,
te besluiten
„Aan B. en W. een blanco crediet te
iwi.MVUUJ.lUg 1UTW1UU UUgjUAl «V T VlgUU
van ouderdom -en invaliditeit met bij
drage van den Staat. Voor die bijdrage
wil men het tarief aan eene herziening
onderwerpen, waarbij eene verbetering
der productie-voor waarden onzer eigene
industrie tegenover de buitenlandsche
concurrentie als leiddraad zal gebezigd
worden.
Links is men zoozeer onder den in
druk gekomen van eigen onmacht, dat
men zich over de komst van het minis
terie Heemskerk heeft verheugd en de
kalmte waarmede de verkiezingen wor
den voorbereid wijst er op, dat men
schroomt weer de teugels van het be
wind in handen te moeten nemen.
Alleen het bestaan der chr. coalitie,
dat den heeren ten slotte toch steeds
een doorn in het oog is, kan hun nog
tot actie brengen.
Vervolgens wijdt spreker eenige waar-
deerende bewoordingen aan verschillende
eindig gelukkige degen. Het was Magdalena
dlkwjjis als leefde xjj in het Paradijs, zoo
schoon en vredig was alles. Voor de wereld
verborgen, zonder andere zorgen dan die,
den wil des Vaders te volbrengen, vloden
haar de gulden uren voorbij onder gebed
en arbeid, in den omgang met eenvoudige
eerlijke menschen en verhelderd door het
verkeer met de Moeder des Heeren.
Maria gevoelde van dag tot dag meer
genegenheid voor de edele vrouw, die van
de dwaalwegen des levenB tot haar gevlucht
was en het scheen haar een geheel bij
zondere taak te zijil, die heur verbeven Zoon
haar had opgedragen, deze dwalende, boe
tende ziel te leiden op de wegen van een
nieuw leven. Uit dien hoofde sprak zij ook
meer over dingen die Jezus betroffen, met
Magdalena, dan zij met andere menschen
pleegde te doen.
Wat waren dat plechtige nren voor de
gelukkige Miriam. Zij zat dan stil aan de
voeten der verheven Moeder en luisterde
naar hetgeen deze van haar Zoon verhaalde.
Zacht, met gedempte stem met grooten
eerbied en onuitsprekelijke liefde, waarvan
ieder woord getuigde, sprak de hooge Vrouwe
van haren Zoon. Als zij sprak, klonk haar
stemme als het ruischen van hoog spattend
water uit zilveren bron,
verleenen, ten einde hun college in de
gelegenheid te stellen bij een algemeen
erkend deskundige een advies in te winnen
omtrent eene doelmatige inwendige ver
bouwing en een met de eischen des tijds
overeenkomende inrichting van het stad
huis."
De heer G. T. M. v. d. Bosch stelt voor
aan het slot van dit voorstel te laten vol
gen: „Waarbij rekening te houden is met
het architectonisch karakter van hetzelve."
De Voorzitter deelt mede, dat het in de
bedoeling ligt van B. en W. de deskundige
in overleg te doen treden met den gem.
deskundige, de heer Looman. Ook zal
rekening gehouden worden met aestetische
eischen.
De heer Uitenbosch vreest dat de uit
gaven voor de verbouwing een schat gelds
zullen vorderen, hetgeen onder de tegen
woordige omstandigheden spr. ongewenscht
voorkomt. De toestand is nog zoo erg niet.
De heer de Groot is het volkomen eens
met den heer Uitenbosch Spreker wil geen
extra kosten maken. Is verbouwing noodig,
dan kunnen eigen deskundigen het zeker af.
De heer Fortuin begrijpt niet, dat B. en
W. hier met het voorstel hebben durven
aankomen, omdat de noodzakelijkheid niet
aangetoond kan worden, behalve de secre
tarie.
De heer v. d. Bosch meent dat, is de
verbouwing niet noodig, dan is het beter
de beurs dicht te houden. Is het wel nood
zakelijk, dan is het goed de zaak hier te
behandelen. Die noodzakelijkheid moeten
B. en W. beoordéelen. Wij hebben een
stadhuis, dat zeer de aandacht trekt en
alom bekend is, blijkens een couranten
bericht van zeer recenten datum. En dan
moet het goed onderhouden worden. Het
ligt in den aard der zaak, dat de gemeen
telijke deskundige, die zich steeds met
allerlei kleinigheden heeft bezig te houden,
zeer zeker op advies in deze prijs zal stellen.
De Voorzitter verklaart, dat de woorden
van den heer v. d. Bosch weer warmte
hebben gebracht in zij n gemoed na cle ij skoude
douche van den heer Fortuin. Spreker
meent dat de kosten niet zoo hoog zullen
loopen. Men kan nu de secretarie verbe
teren, maar dan zal men binnenkort toch
weer met verdere verbouwing moeten komen.
Verder kunnen B. en W.~ toch zeker een
en ander beoordeelen. Deze zaal is wel
goed, maar de plaats is ongeschikt en meer
andere redenen zijn er aanwezig die tot
verandering nopen. Bovendien bedoelt het
voorstel geen definitief besluittot verbouwing.
De heer Fortu n meent, dat de verbouwing
niet noodzakelijk is, behoudens de secretarie
en daarvoor is geen blanco crediet noodig.
De heer v. d. Bosch zou het wel spijten
dat de bordjes „stapvoets rijden", die een
eenig curiosum vormen, verdwijnen, maar
waar de noodzakelijkheid zich opdringt,
daar moet verbouwd worden, ook met het
oog op de architectonische waarde van het
gebouw.
De heer de Groot vreest, dat de kosten
veel te hoog worden wanneer de zaak aan
gevat wordt zooals de heer v. d. Bosch
wenscht.
De heer Dorbeck schaart zich aan de
zijde des heeren Uitenbosch. Spreker wenscht
ook niet het advies van een andere des
kundige in te winnen. De Raad heeft zich
over de wenschelijkheid der verbouwing
niet uitgelaten en daarom meent spreker
dat er geen reden is tot het aannemen van
het voorstel van B. en W. 't Zou kunnen
gebeuren dat de deskundige zou komen tot
de wenschelijkheid van verbouwing van het
geheele stadhuis. Spreker kan zijn stem
aan het voorstel niet geven.
De heer Pot verklaart tegen de voor
stellen te stemmen en verzoekt, dat den
Raad teekeningen en verklaringen worden
overgelegd, waaruit de Raad zich een oordeel
zal kunuen vormen.
De heer v. d. Feen de Lille wil wel het
crediet verleenen, maar niet de verbouwing
verder uitstrekken dan tol de secretarie.
Het voorstel van B. en W. wordt ver
worpen met 10 tegen 7 stemmen.
5. Idem, tot herziening der verordening,
regelende den werkkring van de commissie
van bijstand voor de publieke werken.
In de vergadering van 27 Januari 1.1,
werden B. en W. uitgenoodigd eene nood--
zakelijk geworden wijziging van de ver
ordening voor te bereiden.
Naar aanleiding van de gedachtenwisse-
ling we.ke in die vergadering tusschen de
heeren Uitenbosch, v. d.' Bosch ei Pot
over het karakter van eene commissie van
bijstand heelt plaats gehad, komt het
Burgem. en Wethouders niet ondienstig
voor er op te wijzen dat ter zake des
kundigen (met name Mr. van Oosterwijk
en prof. Oppenheim) verklaren dat eene
commissie van bijstand niet bevoegd moet
worden geacht het verantwoordelijke dage-
lijksche bestuur te vervangen, doch zich
tot het verleenen van bijstand bepalende,
het college van B. en W. slechts met advies
ter zijde heeft te staan.
Op grond van deze overwegingen hebben
B. en W. eene nieuwe verordening ont
worpen, welke zij den Raad verzoeken te
willen goedkeuren.
Conform het voorstel besloten.
6. Voorstel van de Commissie tot de
belastingzaken enz., betreffende af- en over
schrijvingen op de begrooting van het
stads-ziekenhuis, dienst 1908 en vaststelling
2e suppl. begrooting voor hetzelfde jaar.
uci spuuTweguearnuien mei uie uci pusi-
beambten vergaderd, en daar verweten de
postiers aan de spoorwegmannen, dat zij
hun beloften van -medestaking niet ver.
vuld hadden. De verwijten waren zoo
scherp, dat men met geweld de bijna hand.
gemeen geworden mannen moest schijden.
Dienzelfden avond heeft toen het Co
mité van den algemeenen arbeidersbond
besloten, tot alle Parijsche vakverenigin
gen een oproep te richten om de alge
meene staking voor te bereiden, en sinds is
het manifest dan tot alle „proletariërs"
uitgegaan. Maar 't is een wanhoopskreet,
die weinig weerklank zal vinden.
In bevoegde kringen te Parijs is men
van meening dat de algemeene staking
op een mislukking uitloopt.
Het aantal poststakers is intusschen nog
steeds aan het afnemen, althans volgens
de berichten der bladen en de officieele
gegevens. Er zouden nu nog maar even
700 zijn, op de 26000 postbeambten. Ove-
Zoo vervlogen de dagen, tot Magdalena
ongeveer een week in het nieuwe tehuie
aanwezig was. Daar aat xjj op een middag
bjj het knoopen van een tapijt, toen de
Moeder van Jexus aich hoorde roepen.
Maria's gelaat straalde.
>Mjjn Zoon komt mij bezoeken I< juichte
zij. «Help allen mee, het huis waardig te
versieren l«
Voordat Magdalena van haar heiligen
schrik bekomen was, kwam ook Nathan
aanloopen, wien een knaap het bericht ge
bracht bad>De Meester laat u zeggen, dat
Hjj den nacht bij n wenscht door te bren
gen; meld het Zijne Moeder l<
Alle handen werden aan het werk gezet.
Er ontstond een heilige wedjjver om alles
zorgvuldig gereed te maken om den
Heer te ontvangen. Maria wilde het voor
naamste werk voor zich zelf houden, ge
lukkig weer iets voor haar veelgeliefden
Zoon te kunnen doen. Magdalena en Debora
bepaalden er zich toe de woning ichoon te
makeD, het hof van allerlei dageljjksche
dingen te zuiveren en het met kransen en
bloemen te versieren.
Dan, toen alles gereed was, daalde eene
aandachtige stilte over het hnismet eerbied
werd de komst van den Heer tegemoet
gezien. Zijne Moeder bleef in haar kamer,
uvh nti uuui ongeveer Jtuu inwoners,
meerendeels Duitschers, bewoonde landje,
regeert de burgemeester van de naburige
gemeente Pruisisch Moresnet, onder toe
zicht van den landraad van Eupen en den
Belgisehen prefect van Verviers. In het
burgerlijk recht geldt de Code Napoleon,
volgens den tekst van 1814, strafrechtelijk
het strafwetboek van 1840. Wegens zijne
draconische -bepalingen wordt die laatste
echter meestal niet toegepast. Wanneer
inwoners onder elkaar geschillen hebben,
kunnen zij in België of in Pruisen recht
zoeken.
Sedeit het Weensche congres, betwisten
de Belgische leeuw en de Pruisische ade
laar elkander dat gebied, zegde Hackenr
berg. Het is een monsterachtig bebied.
Het is geen zelfstandige Staat, geene re
publiek oi zooiets, en het kan ook alleen
onzijdig gen-oem worden in den zin van
het gezegde: Was man nicht deklinieren
kann, -das sieoht man als ein Neutrum an,.
Magdalena hield zich in den hof op en
Nathan en Debora wachten aan den ingangi
poort om den hoogen gaat te ontvangen.
De avond was reeds nabjj en het roode
schjjnael van de ondergaande zon glansde
aan den hemel en overgoot de bergen met
een fantastisch licht. Aan het einde van de
straat vernam men een langxaam naderend
gernisch, een gemnrmel en geluid van vele
stemmen, een getrappel van vele voeten.
Het kwam, al nader, ging op en af alsof
een menschenmenigte in haar vaart gestuit
wordt. Dan klonk door het gedrniscb, dui
delijk en helder, een enkele stem, die af
scheidswoorden sprak.
Het werd bniten stil... Maar Hjj, die
ónder duizenden gekend werd, overschreed
den drempel en sprak«Den vrede zj) dit
huis
Magdalena kon Hem van nit haar stille
hoek goed zien, toen Hjj, beschenen door
het heldere licht van den komenden avond,
in het schemerige vertrek van de oude lieden
stond, die zich voor Hem bogen en Hem
eerbiedig groetten. Hjj sprak zeer vriendelijk
met hen en hoorde hen liefdevol aan.
(Wordt sm mki.)