No. 44 Woensdag- 2 Juni 1909. 3" "Jaargang Xt Ka.tb- Nieuws- eti Advertentieblad voor Moord-lEollax&d. FEUILLETON. Buitenland. Binnenland. Verschijnt Woensdag en Saterdag. Magna Peceatrix. BLAD. ABONNEMENTSPRUS 50 cents per drie maanden franco aan huis. Te betalen in het begin van ieder kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent. Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Ons Blad". BUREAUHoogstraat b/d. Langeatraat te Alkmaar. Telefoon No. 266. ADVERTENTIËN Van 15 regels 30 eent. Elke regel meer 6 a Reolames per regel...15, Kleine advertenties van 130 woorden, bij vooruitbet. 25 v OPENB&BING EU BEDE. De heer C. K. Elout is een eigenaar dig liberaal. Bij een dér politieke par tijen aangesloten is hij niet. Daar moet hij niets van hebben. Hij is voor „vrij heid en vooruitgang". Alleen de politieke partijen bevredigen hem niet. Met hunne programma's kan hij zich niet vereenigen. De vrijzinnig democratische partij om van de sociaal-democratische maar niet te spreken gaat hem te ver en het program der liberale Unie is hom te onoprecht. Een christelijk candidaat stemt bij natuurlijk nooit, maar het dichtst komt liij de vrij liberalen nabij. Toch is hij liberaal en verklaart in een politiek artikel in De Tijdspiegel onomwonden dat bij de Rede stelt boven de Openbaring volgens de beginselen der Fransche revolutie „De Fransche revolutie, op welks ideëelen bodem het liberalisme staat, heeft niet haar kleinsten triomf in tegendeel veeleer haar grootsten behaald door den Staat te emancipeeren van pastoor en dominéé, door de supre matie der Rede te proclameeren, in dien zin, dat de openbaring niet werd uit gebannen, maar aan de Rede onder- schikt gemaakt, en dat op staatkundig gebied alleen de Rede te beslissen kreeg. Sedert dien zag men, zij het ook heel langzaam en schoorvoetend, de open baring wijken voor de Rede, als het licht der waarheid haar wat al te schel beschijnen kwamEen rechtsche coalitie is voor het liberalisme als een mobilisatie van een leger naast de grens. Het is een voortdurende bedreiging van het beste, dat in 1792 is veroverd. Een een rechtsch Ministerie is natuur lijk nog veel grooter bedreiging. Het beteekent het gevaar in actie gebracht, het dreigement verkeerd in macht, de mobilisatie overgegaan in een over schrijden van de grens". Hier wordt derhalve grif toegegeven dat het liberalisme staat op den bodem der revolutie en dat het op staatkundig gebied met de Openbaring heeft af gerekend, dat op dit gebied de Rede alleen te beslissen heeft. Daarom acht de heer Elout een rechts ministerie een groote bedreiging, omdat het regelrecht ingaat tegen het libera lisme en de Goddelijke openbaring wil stellen boven de Rede. Maar hieruit volgt toch ook zonne klaar dat noch dr. Kuyper, noch de christelijke coalitie de antithese op staat kundig gebied hebben gemaakt, doch dat zij sedert 1792 minstens heeft be staan. De kiezers mogen het onthouden. Y STAATKUNDIG FATALISME. Het Handelsblad heeft na lang en rijp beraad zijn lezers omtrent de kies rechtkwestie iDgelicht. Die inlichtingen '"••nrr innniH Bi—uaiMgMmjmm—J-UMTJUJUL—xuj Het ontwaken eener ziel. Naar hat DuitBch van Anna Baronnesse v. Krane Bewerkt door O. L. 38) Slechts een grooten afkeer werd op haar gelaat merkbaar, alsof xij wilde vragen Heb ik ooit met deta dingen te maken ge had Een glimlach verscheen op haar gelaat, toen zij onder het loof der boomen een dik, baardeloos heer sag zitten, die zich door een slaaf frissche lucht liet toewaaien, terwijl een ander hem wijn aanbood in een gouden schaal. Marduc scheen geheel de grooten heer te gaan spelen I Het hinderde Magdaiena ten slotte wel, den slechten mensch op dezelfde plaats te llen z'^en> vanwaar zij den Heer voor het ernst ge,'en had. Zij wendde daarom het 00 af. Daardoor zag zij den bedelaar niet, 10 bukken langs den muur der villa sprong en wiens hoofd zoo in doeken en lorren verscholen waB, dat slecht» een ade- aarsneiu en twee scherpe swaite oogen te z en waren, Die oogen waren voor een zieke zijn natuurlijk het resultaat van eigen overwegingen, maar deze overwegingen hebben de redactie niet gebracht tot een zakelijk standpunt. Zij schrijft „Rekenen wij in de eerste plaats met het belang van den Staat, dan kunnen wij niet ontkennen, dat voor de wetge ving uitbreiding van kiesrecht proefon dervindelijk niet voordeelig is gebleken. Onze wetgevende lichamen vervullen hun wetgevingstaak zeker niet beter sedert het uitgebreide kiezerscorps meer en" meer geestelijken en socialisten er in heeft afgevaardigd; technisch beter, beter als wet die in het dagelijksche leven moet worden toegepast, zijn de wetten van de laatste jaren zeker niet, en ook is de wetgeverscapaciteit niet grooter geworden,wat de hoeveelheid geleverd werk betreft." Niet in het belang van den Staat is het dus, de uitbreiding van kiesrecht verder door te voeren en ook de be langen van hen, die tot nu toe van kiesrecht ontstoken waren, vorderen eene uitbreiding niet. Maar, zegt de redactie, er is nu eenmaal een kies rechtagitatie. Die agitatie moet tot rust komen en daarom, in 's hemels naam, maar op algemeen kiesrecht aangestuurd. Doch dan moeten zooveel middelen be raamd worden, dat het gevaar zoo ge ring mogelijk gemaakt wordt. De redactie is dus tegen algemeen kiesrecht, acht het verderfelijk, maar mist den moed er zich tegen te ver zetten. Zij werpt zich in een fatalisme, dat voor een leidend orgaan niet te pas komt. Men is voor uitbreiding van kies recht en dan verdedigt men hetof men is er tegen en dan dient men het te bestrijden. De Tijd heeft zeer zeker deze houding van het Handelsblad op het oog, waar hij, onder bovenstaand opschrift, zegt: „Onder de verschillende soorten van sociale en politieke hervormers zijn de fatalisten de meest karakterlooze en minst betrouwbare. De sociale of poli tieke fatalist besluit om mee te doen aan de hervormingsmode... omdat deze of die hervorming nu eenmaal in de lucht hangt. Voor de hervorming zelf' voelt hij niets, integendeel hij oordeelt ze bedenkelijk, doch... de volkswaan wil ze nu eenmaal en daar legt hij zich bij neer. Op deze wijze worden door menschen, die voor geen prijs als conservatieven en reactionairen 'willen doorgaan, tegen hun overtuiging in, allerlei volksgrillen gediend, welker noodlottige uitwerking later niet te stuiten is. Zoodra men vreest in conflict te komen met den waan van den dag, helpt men mede aan de verbreiding van de dwaling en de invoering van verkeerde stelsels, door de waarheid te verzwijgen of moedeloos te erkennen, dat een staat kunde, welke zich op de strenge waar heid grondt, niet uitvoerbaar moet geacht worden Onder protest tegen de ongewoon levendig en bewogen zich voort- durend been en weer, alles onderzoekende en beschouwende, zoowel den rijken heer Marduc als zijne geheele omgeving. Magdaiena bemerkte het niet en schreed wakker met haar gezelschap voort, 'e Mid dags hielden de reizigers zich op in eene joodsche herberg, niet ver van Tiberias gelegen. Deze stad van heidenen en afgoden- dienaars werd door strenggeloovige joden niet betreden. Er verzamelden zich vele menschen in hot karavanenserail, die allen naar het gebergte wilden gaan en hier da noodige rust namen. Men spreidde zijne reisdekens uit in de ruime, open hallen, die den hof omgaven. Men vleide zich ge makkelijk neer en at van de meegebrachte mondkost. Dan sliep men een wijle, om zich voor den verderen marsch te versterken. Magdaiena sliep evenwel niet en lag in diepe gedachten verzonken, het hoofd in de handen latende rusten. Eensklaps voelde zij zich aan den arm getrokken en eene stem fluisterde haar in het oor >Wees gegroet, zuster I Hebt gij het ook ingezien, dat ons leven slecht was en wilt gij thans ook den Meester volgen Magdaiena zag om en schrikte. Naast haar lag een vrouw op wier wezen de schande en de uitspattingen van het leven hun ver onwaarheid en tegen de verleugening der openbare meening begorgt men aan erkende en verfoeide politieke leugens de zege! Is er onverantwoordelijker enkarak- terloozer bedrijf denkbaar? Een van de „hervormingen", welke sommigen tegenwoordig onder protest of althans onder erkenning van hare verkeerdheid, door hun politiek fatalisme helpen voorbereiden, is het algemeen kiesrecht. Zoo lazen wij dezer dagen nog in een groot liberaal blad, hetwelk o zoo gaarne met de „conservatieven" tegenalgemeen kiesrecht zou strijden, dat men het omnibus consideratis zij het dan niet zonder correctieven maar moet aanvaarden, omdat de volks agitatie er nu eenmaal heen drijft en men anders toch niet tot rust komt!" Het Handelsblad geeft in de laatste dagen een wonderlijke geestestoestand ■te aanschouwen. FRANKRIJK. De regeering heeft het wetsontwerp tot regeling van den rechtstoestand der ambte naren bij de Kamer ingediend. De ontworpen wet beschouwt als ambte naren «allen die in hoedanigheid van ver- tegenwoordigers van het openbaar gezag, van employé», agents of sous agent» in den openbaren staatsdienst eea voortdurende be diening uitoefenen, bezoldigd met een maan- délijkech traktement of met toewijzing van fondsen en recht gevend cp een pensicen<. Elke benoeming tot 6en staatsambt zal binnen een maand openlijk bekend worden gemaakt. De bevordering tot een hoogere klasse van denzelfden rang heeft plaats hetzij by keuze, hetzij bij anciënniteit, onder de voor waarden, aangegeven voor eiken rang en voor elk dienstvak. De bevordering tot een hoogeren rang heeft plaals hetzij bij keuze, hetzij na eeu examen. Uitgezonderd de gevallen dat examens zjjn voorgeschreven, zal niemand tot een hoogeren rang mogen worden be vorderd, wanneer hij niet op zijn minst een bepaald aantal jaren in een lageren rang heeft gediend. Het hoofd van dienst kan zijn onderge schikten waarschuwingen en afkeuringen toedienen. Terugzetting op de promotielijst, uitstel van promotie bij anciënniteit, degradatie en dergelijke straffen worden uitgesproken door den minister, gehoord de raad van tucht. Schorsing en afzetting worden uitgesproken door den raad van tucht. Zoowel ambtenaar als minister kunnen bieroïVtrent in beroep komen bij den opperster' ,J van tucht. De uitspraak van den raad van tucht kan slechts worden te niet gedaan door een met redenen omkleed besluit, gewezen in den ministerraad. Artikel 22 heeft betrekking op werksta kingen In geval van gezamenlijke of voor- nitberaamde staking van den dienst, kunnen eaea—sawizwacn——qpwacB lagenden stempel gedrukt hadden. Maar toen zij haar nader beschouwde, vond zij in het verdierlijkte gezicht toch de uitdrukking van een trouwen hond. Da vronw sprak verder op innigen toon «De Meester is uit den Hemel gekomen, om one armen te redden en ons te helpen I» «Ja, dat is Hij, zuster l« antwoordde Magdaiena en drukte de met een ster ge tatoeëerde hand. De andere lachte haar knikkend toe. »Ik heet Bilha en ben in alle herbergen en kroegen van de zeesteden bekend als een gevloekte hond. Ik heb u dikwijls in Mag- dala gezien, lijue dame! en heb vaak nwe weelde u benijd en bewonderd maar slechts van verre, want uwe slaven zouden mij met de zweep weggejaagd hebben wanneer ik my in uwe nabyheid zou hebben gewaagd. En toch waart gy eigenlijk niet beter dan ik. Een beetje fijner of ruwer, daarop komt het niet aan l< «Neen, daarop komt het niet aan zuchtte Magdaiena. »Maar het komt daarop aan, dat men den weg der zonde verlaat l« «Juist I En het moet u moeielijker ge vallen zyn dan my, want gij hebt alles gehad, wat een mensch verlangen kan. Werkeiyk, de weelde bestaat niet lang. My is 't ook zoo gegaan, Eerst in zyde en alle disciplinaire straffen worden uitgesproken ïODiier bemiddeling van den raad van tucht, en zonder in acht neming van de in de wet voorgeschreven vormen. De tweede titel handelt over.het vereen! gingsrecht der ambtenaren. De ambtenaren behoorende tot eenzelfden openbaren dienBt, zegt het ontwerp, kunnen zich vry vereenigen met het doel om hun beroepsbelangen te bevorderen. Ook kunnen zich met ditzelfde doel ver- eenigen de ambtenaren van rijk, departement en gemeente, die gelijksoortige betrekkingen hebben. De ambtenaarsvereenigingen knnnen sich onderling verbinden wanneer haar leden behooren tot het personeel van eenzelfden openbaren dienst, of wanneer haar leden gelijksoortige betrekkingen bekleeden. Aile andere vereenigingen of bonden van veree- nigiugen zijn verboden. In artikel 33 wordt aan de vereenigingen en aan de bonden verboden, de ambtenaren aan te zetten tot geiyktydige staking van den dienst. SPANJE. Zooals men weet, worden in Spanje nog altyd de stierengevechten als een geliefkoosd vei maak beschouwd. Hoe demoraliseerend deze publieke vermakelijkheid - op het volk werkt, kan blijken uit de volgende regelen die wij aan eene correap. van de N. R. Ct, over het onderwerp ontleenen i Ik heb een jongen van acht jaar van woede zien schreeuwen, omdat de president het teeken gegeven had, dat de picadores zich terug moesten trekken om plaats te maken voor de banderillero»... waardoor de paardenmoord ophield. Meer paarden, ezel I schreeuwde* hij woedend naar boven. De presideutsplaats is -geen aangename I Wel zp hij hoog en droog en zoo goed als buiten het bereik der projectielen, in den vorm van sinaasappelen en bananen, dia hem naar het hoofd gesmeten worden, maar de beleedigende woorden bereiken hem toch. Hij kan doen wat hij wil... het volk alles naar den zin maken gaat niet. Hij moet een harde huid hebben, om met de grootste gelatenheid vriendeiykheden, als dief, moor- denaaar, ezel, kalft te kunnen slikken. An ders is hy niet voor het ambt geschikt. Daar burgemeesters meestal voor dit eere baantje passen, worden gemeentehuisklerken er mee opgescheept, die zich dan echt bur- geriykgewichtig gevoelen... en gedragen! Als het- erg loopt schreeuwen ze eens wat terug uit hun loge, uitdrukkingen van het zelfde gehaltede namen van allerlei huis dieren als ezei en kalf samenvattende in het meervoudige onder vee I RUSLAND. De Doema heeft na een beraadslaging van drie dagen het wetsontwerp betreffende de regeling van eenige kwesties, samenhangende met de vrijheid van godsdienst, in eerste lezing aangenomen. De bepalingen betreffende het recht der oud geloovigen, om slechts na voorafgaande kennisgeving aan de overheid gemeenten te vormen en betreffende het recht der oud geloovige priesters om zich linnen, dan in grove wol en vervolgens in lompen. Maar in Capharnaum werd ik bij het stelen van brood door den bakker op heeterdaad betrapt. Wat werd ik toen ge slagen I MQn huid en mijn vleesch hingen aan stukken aan myn lichaam. Dan joegen ze my de stad uit en lieten me aan den weg liggen, als een halfdood geslagen dier en niemand gaf acht op my, wanneer ik wenkte. Nauwelijks kon ik ademen toen de Heer voorby kwam en mij zag liggen. Hij hoorde mijn zwak gesteun en drong door de menschen heen op my toe. Ze schreeuw den allen, dat Hy mij maar moest laten ver smachten, dan kreeg ik hetgeen ik verdiende. Maar HU boog zich ontfermend over my heen en heelde myne wonden. Hij liet water halen en brood en zeide mij dat ik voortaan niet meer moest zondigenO, de bliksem mag my op deze plaats treffen, wanneer ik ooit weer iets doen zal, dat Hem mishaagt l< Magdaiena was diep bewogen door de gemoedsbeweging, welke uit de woorden van hare arme zuster sprak. «Waar leeft gy thans van «De Meester verwees my naar de menschen hier. Deze namen me op om zynentwil en laten my werken. Zoo verdien ik myn brood. En nu moet ik weer aan den arbeid gaan. Ik wilde u maar even groeten, want ik geestelijken te noemen, werden aangenomen. Ook de bepalingen betreffende de vrijheid van propaganda werd met 178 tegen 139 stemmen aangenomen. Met een meerderheid van 16 stemmen werd de bepaling goedge- keurd, dat Biechts een de burgeiyke rechten beperkend vonnis, niet de enkele dagvaar ding voor een rechtbank een beletsel is om het priester ambt in gemeenten van oud ge loovigen te vervullen. Voor het ontwerp, in den door de oud-geloovigen in de commissie voorgestelden vorm, stemden de meerderheid van het centrum, de geheele oppositie en alle oud geloovigen. Er tegen stemden de niterste rechterzijde, de nationalisten en een deel vaq het centrum. De doop van Prinses Juliana. Donder dagavond 3 Juni arriveeren te 's Hage de eerste genoodigden bij het doopfeest in de Vorstelijke familie. Des avonds per trein van 7.26 Staatsspoor wordt verwacht de Moeder van den Prins, Groothertogin van Mecklen burg, tegeiyk met Hertog Adolf. Ten 9.22 komt aan H. K. H. de Prinses van Wied, de Nederlandsche Prinses Marie, die vergezeld wordt door Haar Dochter. Eervol ontslag Eervol ontslagen op verzoek 1 Sept. da brievengaarder te War- menhulzen, G. J. ter Plegt. Christen-socialisten. Pinksteren hield de Bond van Christen socialisten te 's Gra- venhage zyn jaariyksche algemeene vergade ring. Daarby werden de twee volgende moties aangenomen, waarin het socialisme van de directe practyk als reine onmogeiykheid wordt verworpen en waarin de bondsverga dering «overwegende dat voor het opstuwen van de maatschappy naar het socialisme, naast de bewerking van den volksgeest door zedeiyke propaganda als eerste en voornaamste middel tot practische bevordering van het socialisme geen andere middelen knnnen worden aangewend dan die ons in de politiek en in de vakbeweging ten dienste staan besluit dat de bond van Christen-socialisten naast het voeren van een krachtige propa ganda voor xyn beginselen ook zal gebruik maken van de politiek en van de vakactie als middel tot practische bevordering van het Christen socialisme. In de avondvergadering hield de heer Nieman een referaat getiteld «Inzake naam en pretenties waarover allen het nog niet eens schenen te wezen. Een statistiek. Waar men zyn tyd al niet mee doorbrengt I Iemand heeft zich de moeite getroost een statistiekje samen te stellen over het... absenteïsme der Tweede Kamerleden. Gednrende het zittingsjaar werden 92 vergaderingen en (wegens onvoltalligheid) 2 byeenkomsten gehouden. Van deze vergade ringen was er geen een door alle leden bygewoond, het hoogste aantal aanwezige was 93, het laagste 56. Gemiddeld werd iedere vergadering bygewoond door 77 leden. Van de verschillende fracties in haar ge- I WiBl —S—g5g MnWWBBBWI— verheug er mij zeer over wanneer ik iemand het slechte leven zie verlaten en den Meester zie volgen. «Ik dank n, zuster, voor uwe deelneming, antwoordde Magdaiena, terwijl zy op de verbleekte wang van Bilha een kus drukte. «De Almachtige moge u zegenen en u in vrede leiden op uw pad. Ik heb weinig te geven, want ik ben thans armvan hetgeen ik evenwel nog heb, wil ik u meedeelen.» Zij maakte nu eenige drachmen, waarmede haar hoofddeksel versierd was, los en reikte ze hare nieuwe vriendin toe. Deze wilde de goudstukken eerst niet aannemen, maar deed dit ten slotte toch, geiyk zy zeide: «tot aandenken*. Deze ontmoeting vervulde Magdalena's hart met de hoogste bewondering voor de goedheid des Heeren en met opgeruimden geest zette zy haren weg voort in het bin nenste van haar hart den Heer pryzende. Eindelijk vereenigde zy zich met degenen die aan den voet van den berg hun leger opgeslagen hadden om den Heer te ver wachten. Des nachts lag sy, in h&rej deken gehuld, onder een overhangende rots en blikte naar de ontelbare wachtvuren die als roode maanbloemen op het donkere kleed van den nachteiyken helling lichtten. (Werf

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1909 | | pagina 1