De oude koetsier. Zaterdag 3 Juli 1909. TWEEDE blad. KALENDER voor de dagen der week. 4 JULI. Gemengd Nieuws, ONS BLAD. 4 Juli. Zondag. Feest van het dierbaar Bloed dee Heeren. Evan gelie: De rechtvaardigheid der Farizeérs veroordeeld. Mattheui V: 20-24 5 Maandag. HH. Bonifacius en Gezellen Martelaren. 6 Dinsdag. Octaafdag der HH. Apoi telen Petrus en Paulus. 7 i Woensdag. H. Michaël de Sanctie. 8 Donderdag. H. Elisabeth, Weduwe. 9 Vrijdag. H. Martelaren van Gorcum. jO Zaterdag. De seven HH. Broeders, Martelaren. Vijfde Zondag na Pinksteren. Eerste Zondag der Maand. hes uit den eersten brief van den H. apostel Petrus; III, 8—15. Veel geliefden! Weest allen eendrachtig in het gebed, medelijdend, de broeders lief hebbend, barmhartig, bescheiden, nederig, geen kwaad met kwaad noch schelden met schelden vergelden, maar integendeel zegen sprekend; want hiertoe zijt gij geroepen, opdat gij zegening als uw erfdeel moogt bezitten. Want die het leven liefhebben en goede dagen zien wil, dat hij zijne tong weerhoude van het kwaad, en dat zijne lippen geen bedrog spreken; hij wijke af van het kwade en doe het goede; hijzoe- ke den vrede en jage dien na! Want de oogen des Heeren letten op de rechtvaar digen, en zijne ooren luisteren naar hunne gebeden; maar het aangezicht des Heeren is tegen de kwaaddoeners. En wie is er die u schaden kan, als gij u beijvert voor het goede? Doch al lijdt gij ook iets óm wille der gerechtigheid, zalig gij! Vreest echter voor hunne verschrikking niet en wordt niet ontsteld; maar heiligt den Heer Christus in uwe harten. Evangelie volgens den H. Mattheus; V, 20-24. Te dien tijde sprak Jesus tot zijne leer lingen: indien uwe gerechtigheid die der schriftgeleerden en Pharizeën niet te boven gaat, zult gij in het Rijk der hemelen niet binnengaan. Gij hebt gehoord dat aan Üe ouden gezegd is: gij zult niet doodslaan; en hij, die een doodslag begaat, zal strafbaar zijn voor het gerecht. Maar Ik zeg u: al wie zich vertoornt tegen zijnen broeder, zal strafbaar zijn voor het gerecht; en die tot zijnen broederzegt: raka! zal strafbaar zijn voor den raad: en die zegt: gij dwaas! zal strafbaar zijn door het helsche vuur. Wanneer gij derhalve uw offer aan het altaar opdraagt, en daar in dachtig wordt dat uw broeder iets tegen u heeft, laat uw offer daar voor het al taar en ga u eerst met uwen broeder ver zoenen; en dan zult gij uw offer komen opdragen. „Achttien negentien twintig.., ln orde!" Voor het loket van het Cré- dit-Lyonnais te Parijs telde Roger zijn twintigste bankbiljet van duizend franks, j Hij had een buitenkansje gehad; op een j lot had hij den prijs van 20.000 franks gekregen. Roger was rijk, hij had dat geld wel niet noodig, maar 20.000 franks zijn al tijd het meenemen waard, en met veel voldoening stak hij, na den kassier ge groet te hebben, de bankbiljetten in den binnenzak van zijn vest. Roger verliet de Bank, volgde den boulevard tot aan de Madeleine en sloeg de Rue Royale in; op den hoek bij het ministerie van Marine keek hij even tip djn horloge: vijf minuten voor twaalven. Zijn blik dwaalde even over de Place de la Concorde, geheel vlak, blinkend wit mi brandend onder de vreeselijke zomer zon, Zijn huis was nog ver de Champs- Elysées door, bij den Triomfboog. Een fiacre reed Ihtem voorbij; hij riep den koetsier aan sprong in het rijtuig en liet zich neervallen op de leeren kus sens, die opkrulden van de hitte. Nadat hij zijn adres had opgegeven, sloeg het paard in een klein, heel klein drafje, precies draf genoeg, om niet te kunnen zeggen, dat het stapte. "ij het instappen had Roger niet naar rijtuig gekeken. Het was een van die onmogelijke victoria's, die aan geen enkele maatschappij toebehooren, ver veloos, rammelend als oud ijzer en slecht elkaar gezet; een der lantarens ont- de andere was met een touwtje Vastgebonden. Het paard was naar even- Jgheid. Maar de koetsier had een groo- j ronden rug, van onderen eindigend twee slippen van een verschoten li- j^eii met één knoop, en van boven be- hótd"k met een grooten verlakt leeren we in den vorm van een kachelpijp, ar eenige vlokken witte haren onder uit kwamen. Naast den dikken koetsier hing de zweep als een treurende visch- gaard. Roger h'ad honger. Zijn vrouw wachtte hem met het ontbijt, maar hij was geduldig, in de hoop, dat het paard wel wat vlug ger zou gaan loopen. Maar dat gebeurde niet, „Koetsier, een beetje vlugger", zei hij. De dikker keerde zich om; er verscheen een groot, oud, rood gezicht, met een vriendelijken neus en een grooten, tande- loozen mond. „Met die hitte? U wil toch niet, dat ik mijn paardje doodmaak?" Zijn stem klonk oprecht en beleefd. Roger was een van die rijken, die er niet tegen opzien, met arme menschen een praatje te maken, en die meenen, dat in hun gezelschap dikwijls meer te leeren valt (dan bij de menschen van de wereld, die allemaal, naar hetzelfde model zijn gevormd. Het goedig voorkomen van den koetsier had hem trouwens al ont wapend. „Rij dan maar zooals je wilt, als ik er maar kom." Tusschen den „bourgeois" en den koetsier was nu het ijs gebroken; half omgekeerd op den bok bleef de koetsier zitten en begon het gesprek. „Vreeselijk heet vandaag. Een hitte als in Senegal." „Ben je daar geweest?'" „Of ik! ik ben een Bretagner, uit St. Malo, ik ben matroos geweest." „En nu koetsier geworden?" „Sinds 1855. O, die tentoonstelling van 1855, toen hebben we goede zaken gemaakt! Die van 'b7 was ook nog goed, die van '78 niet slecht, maar in '89 ging het al niet meer en nu..." „Ik dacht toch..." „Dat komt van wege de concurrentie, mijnheer. Te veel omnibussen, jan-ple. ziers, trams vooral. En nu komt er de Metropolitaan-spoor ook al bij, en de automobielen." „Hoe oud ben je?" „Ik ga naar de 75, mijnheer." Roger kreeg medelijdenin de volle kracht van zijn 35 jaren een gerust en gelukkig leven leidend, beklaagde hij dien grijsaard, die nog werken moest. Zij waren het Rond-Point voorbij, het paard ging nu; stapvoets om tegen de hoogte op te komen. ,,'t Is om een zonnesteek te krijgen," zei de koetsier na een oogenblik van stilte. Hij zette zijn zwaren leeren hoed af, legde hem naast zich neer op de bank en begon met een grooten geruiten zak doek zijn kalen schedel af te drogen, waarop dikke zweetdroppels parelden. „Waarom draag je geen strooien hoed?" vroeg Roger. „Dat zal ik u zeggen dat doe ik voor de klanten. Ja; er zijn er, die dat niet graag hebben. Laatst had ik een mooien strooien hoed, die mij veel geld gekost had, een hoed met groote randen, net als de visschers dragen, iets fijns en; luchtigs. Nu, een bediende kwam mij roepen aan het station om voor te komen in de Rue Moncey. Ik rij voor; een dametje wacht aan de deur, maar zoodra ze mij ziet, zegt ze tegen den bediende: „Wat is dat nu Jo seph, een koetsier met een strooien hoed! Dien Wil ik niet, ga een anderen halen." Ik kreeg vijftien stuivers, maar mocht niet rijden." „Nu, je hebt niet te klagen," lachte Ro ger, „als je zoo vijf of zes klanten per dag hadt, verdiende je geld zonder je paard te vermoeien." De oude koetsier vatte zijn aardig heid niet, maar zette langzaam den hoed weer op „Neen, zie je, je moet de klanten altijd gerieven." V Roger kreeg nog meer sympathie voor dien goeden, ouden man. „Maar op uw leeftijd heb je toch wel iets bespaard. Je kan toch niet aan 't werken blijven." De koetsier keerde zich nog meer om. „Of ik gespaard heb, mijnheer? Dat ge loof ik. Ik heb mijn leven lang hard ge werkt en zuinig geweest. Maar zie je, als men niet gelukkig is! En ik ben nooit ge lukkig geweest...: Vijftien duizend franks, mijnheer, al mijn spaarpenningen, tot den laatsten stuiver toe verloren in de Panama zaak. Nu zeggen ze wel, ik had het geld an ders en secuurder moeten plaatsen en met minder rente tevreden zijn. Ja, dat is gemak kelijk als men rijk is en veel geld heeft; maar als men arm is, maakt men zooveel mogelijk van zijn geld... Ik was toen aloud, mijn spaarduiten waren weg en ik moest koetsier blijven. Ik heb bij de Maatschap pijen en bij groote stalhouders gediend, maar eindelijk was ik te hoog op jaren en werd overal bedankt. Ik ben nu bij een kleinen rijtuigverhuurder en verdien precies den kost." „Ben je getrouwd?" „Mijn vrouw is tien jaar dood, zij was naaister op Montmartre. Een kind gehad, een meisje, ook dood/' „Dus ben je heel alleen?" „Heel alleen, dat is ook niet altijd even plezierig. Maar wat kan men er aan doen, als Ket geluk je niet meeloopt... Maar hemel, wat is het heet vandaag, om dood te gaan." Opnieuw zette hij zijn hoed af en veegde met den zakdoek langs zijn voor hoofd. De victoria sloeg nu de Rue de Pres- bourg in. Roger keek om zich heen. Overal was leven en bedrijvigheid; menschen die pakken droegen of wagens voortduwden. Ter hoogte van de Rue Bercy was een troep stratenmakers aan het houtplaveisel bezig, op den hoek der Rue de Presbourg waren op een stelling eenige metselaars aan een verblindend witten muur aan 't werken. Het was een tooneel van menschelijke bedrijvig- heid, d4e bij die hitte een kwelling, bijna een gevaar werd. Door zijn geboorte was R. van die bedrij vigheid slechts een kalme toeschouwer, hij hoefde zich niet moe te maken, geen gevaar te loopenin de kussens van het rijtuig liggend, ging hij de arbeiders voorbij, en als hij thuis kwam, wacht ten hem een goed ontbijt, verkoelende dranken en een rustig zitje in een fris- sche zaal. Roger maakte bij zichzelf die verge lijking en dacht aan het harde lot van zoovelen, wier arbeid hij gadesloeg. Niet het minst had hij meelijden met zijn ouden koetsier, die voor den kost nog werken -moest. Het rijtuig stond voor zijn huis stil. Roger stapte uit en tastte in zijn porte- monnaie om hem een flinke fooi te ge ven. Maar kon hij niet meer voor hem doen. In zijn binnenzak voelde hij het pak bankbiljetten, dat hij zoo even ontvan gen had. Waar zou hij dat geld voor gebruiken? Een deel er van zou hij be leggen en de rest voor zich of voor zijn vrouw besteden voor een of andere kost bare en overtollige liefhebberij. En zoo veel anderen leden gebrek. Als zij jong waren, konden zij nog werken, maar die arme, oude koetsier! Wat een verschil met hem! Die gedachten gingen Roger door het hoofd, hij aarzelde niet meer: hij stak zijn portemonnaie weer weg en haalde uit zijn binnenzak een biljet van 1000 franks. „Dat is voor u, mijn beste man. Houd het maar heelemaal, want je zal toch niet terug kunnen geven." De oude; koetsier keek hem verbaasd, verwonderd aan. „Mijnheer...: mijnheer..." „Neem maar aan, 't is voor u." De oude man spalkte zijn oogen open, zijn gelaat was "rooder, bevend stak hij zijn hand naar het bankbiljet uit. Opeens was het verrassing, was het van de warmte werd hij 'paars en blauw, daarna doodsbleek; de woorden be stierven op zijn lippen, de zweep ontsnapte aan zijn handen en hij v'iel voorover op het spatbord van het rijtuig. „Koetsier!... koetsier!" De bedienden van Roger en eenige voor bijgangers droegen hem een naburige apo theek binnen; maar vergeefs beproefde men ihem bij te brengen, de man was dood. Zooals hij geyegd had; had het geluk nooit met hem meegeloopen. Beestachtige mishandeling. Toen zekere B. en E. van Osch naar Brechem huis. waarts keerden, werden zij onderweg over vallen, vermoedelijk door een paar wraak zuchtige vijanden, die hen met messen te l(jf gingen. Het gelukte aan K. om onge deerd te ontvluchten, doch B. werd zooda nig mishandeld, dat hij per hondenkar naar huis moest gebracht worden. De ontboden geneesheer behandelde niet minder dan ne gen, waaronder drie zeer ernstige, messteken De politie is de daders op het spoor. Gevecht. Aan de grenzen bij Dinxperlo, heelt tusschen Duitschers uit SuJerwick en Hollanders nit Dinxperlo een ernstig gevecht plaats gehad. De eersten die het feest van den Krieger-Verein vierden, werden door de Hollandsohe belhamels bemoeilijkt. De Duit tchers namen hooivorken schoppen enz. en hielden daarmee een klopjacht op de Hollan ders, waarvan eeDigen gewond en kermen de van pijn op de vlucht werden gedreven. De hitte in Amerika. Er heerecht nog steeds een bovenmatige temperatuur door het geheele land. Woensdag bezweken te New York 7, te Philadelphia 9, te Chicago 10 personen. Te New-York vielen bovendien nog 38 personen flauw. In den Senaat was de hitte ondraaglijk. De leden trokken hnn jas uit en de heer Etkins gaf het voorbeeld door boord en das af te werpen. President Xaft gaf een diner aan de leden van het Kabinet en 'n aantal Senatoren. Wegens de temperatuur had het diner op het dak van het Witte Huis plaats. Bij de Fransche marine zjjn rare din gen te constateeren. Uit Lorient wordt aan verschillende bla den gemeld, dat er een »9er ontevreden stem ming heewcht onder de bemanning van de schepen van hat Noorder eskader, daar op enkele schepen aan de manschappen onvol doende en zelfs gedeeltelijk bedorven rant soenen zjjn gegeven. De bemanniDg van bet pantserschip «Marseillaise» moet 24 uur lang geweigerd hebben te eten. De opperbe velhebber van het gansehe eskader heeft een onderzoek bevolen. Slechte kanonnen, bedorven kruit, ondeug delijke granaten, tekorten aan ammunitie, shcht voedsel prettige toestanden I Ongeluk. Woensdagnamiddag is een werk man nit Amsterdam bij het verrichten van herstellingswerken aan een pnt der gistfa briek te Diemen door it stortend puin ver oiigelukt. Zijn schedel werd verpletten!, en enkele oogenblikken later overleed hij. Het lijk werd naar Amtterdam vervoerd. Luchtvaartkunde. Het eerstd in België vervaardigde bestuurbare luchttchip >La Bel- g'que< heeft bij Boitzfort, ten oosten van Brursel, zijn eerste geslaagde proefvaart ge daan. Het bleef ongeveer 45 minuten in de lucht, voerde verschillende bewegingen uit die zijn bestuuibaarheid bewezen en keerde met gemak in de hal terug. De ballon is halfstijf 60 M. lang, heeft een inhoud van 2800 kub. M. en heeft twee motoren, elk van 60 p. kr. De bouwmeester heet Gold schmidt. - De senaat van de Parijsche nniversi siteit heeft aanzienlijke bedragen ontvangen voor de stichting van een leerschool in de luchtscheepvaartkunde. De bekende mlllionair en aeronaut Henri Deutsch gaf 500.000 fr. en een rente van 15 000 fr., terwijl de heer Vasil Zaharoff 700000 fr. schonk. Een ongeluk. Toen de le afdeeling van het le regiment veldartillerie uit Utrecht onder commando van den luitenant kolonel I. Franqois, N ij kerk binnentrok om daar te worden ingekwartierd op de reis naar de legerplaats van Oldebroek, had een stuk- rfjder het ongeluk op twee plaatsen zijn betn te breken tusschen het wiel van het stuk, waarop hij gezeten was. Per raderbaar werd de man naar het ziekenhuis overgebracht. Een slechte daad. In de hooilanden van den veehouder O. v. d. Hem te Wijt- gaard (Fr.) heeft men al een heel slecht stuk uitgehaald. Men heeft daar spijkers en stekeldraad in den grond gestoken, zoo dat zoowel de messen der maaimachines als de zeisen der maaiers al spoedig geheel waardeloos waren en het gras er niet af te snijden was. De dader is nog niet ge vonden. De parapluie. Er zijn vele middelen om te voorkomen, dat men zijn parapluie inden trein laat liggen. Maar ach, dat er vele middelen zijn, het geeft grond aan het ver moeden, dat er niet één afdoend middel is. Weten we er niet allen van mee te praten? Laatst echter rjeisden we met iemand, die een onfeilbaar middel scheen gevonden te hebben. Hij had zijn parapluie vlak naast zich in het net gehangen, Keek hij naar rechts de parapluie aaide zacht zijn rech terwang; keek hij naar links, de parapluie klopte vermanend tegen zijn achterhoofd; boog hij zich voorover, kfe parapluie tikte herinnerend tegen zijn neus; leunde hij ach terover, zij schommelde veelzeggend voor zijn oogen pa...ra.......plu; had hij willen opstaan de parapluie zou hem hebben tegen gehouden. Het scheen inderdaad een oplossing, zij het dan alleen voor haakparapluies. Maar er gebeurde iets onverwachts. De reiziger dus ontslagen van zijn pa- rapluie-zorg, had rustig en stil kunnen zit ten. Maar hij zat niet stil. Plotseling kwel de hem een andere zorg. Waar was zijn hoed? Naast zich, in het net of Imisschien op zijn hoofd? Hij moest zekerheid hebben zou even voelen. De Wand ging onderzoekend omhoog. Doch de hand deed meer. De parapluie was in haar schommelingen juist naar voren gekomen. De hand raakte van onderen de taas, lichtte de parapluie op, de haak schoot uit het net en de parapluie buitelde met een cirkelzwaai door het open raampje op den spoordijk! Neen, er schijnt toch niet een afdoend vei lig middel te bestaan tegen het vergeten van een parapluie in den trein. Maiitreln ontspoord. Dinsdagmorgen te ca. half elf is de mailtrein No-. 83 D, van de lijn Weenen—(Dresden—Vlissingen, cor- respondeerende op de dagboot Vlissingen— Queenborough nabij het station Qoes ont spoord. De oorzaak van deze ontsporing is de volgende: Eenige telegraaf werklieden kwa men met een lorrie naar hier gereden. Zij verkeerden in de meening dat de bovenbe doelde trein reeds was gepasseerd. Deze liep evenwel boven op de lorrie. Van de eerste loco-motief ontspoorden de achter wielen, de tweede locomotief werd van de lijn gedrongen, zoodat de stukken uit de lijn sprongen en de houten dwarsleggers aan splinters sloegen. Gelukkig kwamen geen persoonlijke ongelukken voor. De wagens, waarin zich de passagiers bevonden, bleven ongedeerd. De passagiers werden met een volgende boemeltrein No. 339 naar Vlissin gen gebracht, waarschijnlijk nog intijds om de dagboot te halen. Tegen de werklieden is proces verbaal opgemaakt. >Standard< lamp. «Eindelijk Is dan toch eene rijwiellamp geconstrueerd, welke alle bestaande overtreft in lichtsterkte, eenvou digheid in behandeling ien soliditeit. Na jaren lang streven is het de firma Gebrs. SLUIJ- TER, Grossiers in Rijwielen, Naaimachines en Onderdeden, gelukt, de Generale Ver tegenwoordiging voor Nederland en Kolo niën te bemachtigen der „The Standard" lamp, eene lamp welke uitmunt boven de bestaande lampen, wat betreft model af werking en soliditeit, en mag (in den wa ren zin des woords) een vooruitgang in de Rijwielindustrie genoemd worden. De bo vengenoemde lamp js .van zulyer koper ver- vaardige! en 'door bekwame Ingenieurs ge construeerd, en zijn de fouten, welke zich bij andere merken voordoen, geheel weg genomen. De behandeling is zeer eenvou dig, het lichteffect zoo verrassend, dat wij de „The Standard" lamp ten zeerste aan H.H. Wielrijders kunnen aanbevelen. Ons werd tevens nog medegedeeld, dat elke lamp beproefd wordt, vóór zij de fabriek verlaat, terwijl zij verpakt is in cartonnen doos, waarbij ingesloten een certificaat van echtheid, voorzien van wettig gedeponeerd handelsmerk. Wij moeten er tevens nog op attent maken, dat elke lamp ten volle is gegarandeerd, mits zij voorzien is van bovengenoemd certificaat. De „The Stan dard" Rijwiel en Rijtuiglantaarn is bij alle H.H. Smeden en Rijwielhandelaren verkrijg baar of bij de Firma Gebr. Sluijter, Alk maar. Verschillende attesten van groote tevre denheid ter inzage. Automobilisme. Een door dr. Hum Aronson gestuurde automobiel is Dinsdag avond, tegen middernacht, in het Grunewald bij Berlijn in een bocht tegen een paar boomen gereden. De passagiers werden uit den wagen geslingerd; de 75-jarige Evelie Aronson ten de 28-jarige Helene Lowenstein, uit Lemberg, vonden daarbij den dood. Dr. Aronson en een derde dame zijn licht ge wond. Ongelukken. Te Neubreieach in den El- zas, zijn drie schooljongens op ongelukkige wijze om 't -leven gekomen. Een groote meu belwagen reed door de Neubreisacher ves- ingpoort; uit de tegenovergestelde richting kwamen schoolkinderen, die met een onder wijzer een uitstapje gingen doen. Vijf jon gens trachtten tusschen den wagen en de ijzeren poort door te glippen; drie hunner werden voor de oogen van hun onderwij zer en mede-scholieren dood gedrukt. Aardschokken. Donderdagmorgen te half zeven werden te Reggio di Calabria twee krachtige schokken met golvende beweging gemeld, die vergezeld waren van onderaardsch gerommel. De verontruste bevolking verliet de barakken. Enkele gescheurde muren stortten in. Ook te Messina werden de schokken waargenomen. Deze duurden 8 seconden. Talrijke muren vielen omver en de bevol king vluchtte verschrikt op straat. Persoon lijke ongelukken vielen niet voor. Te Santa Cecilia is een hnis ingestort. Een vrouw en kind zijn onder het pnin bedolven en er dood onder uit gehaald. Er zijn 12 schokken opgeteekend. Ook te Lissabon en Tunis zjjn schokken waargenomen. In de haven van Tunis werd een vloedgolf veroorzaakt. Een woeste stier. Een stier nit Heere waarden zou te Tiel geleverd worden. Aan -bet' veer te TVsmel werd het dier eensklaps woest, nam een der twee geleiders op de horens en wierp hem enkele meters verder de straat afde andere wist den stoot nog te ontspringen. Veiligheidshalve werd het dier toen aan een boom vastgebondendoch nu werd het zóó woeBt, dat men genoodzaakt was hem dood te schieten. Speclclubs. Een aantal bewoners van den Gevers Deyaootweg te Scheveningen hebben zich tot B. en W. gewend met een klacht over rustverstoring burengerucht e. d. als gevolg van de daar gevestigde speel- clubs. Onweer, tijdens een hevig onweer, dat over de gemeente Havelte trok, werd aldaar de buisleiding hij het pompstation der Mep- peler waterleiding getroffen. Het gevolg was, dat eensklaps te Meppel de toevoer van water' stilstond. (Z. CD Te Lopik werd de arbeider Hoogen- doorn, die tjjöena een onweersbui voor den regen achter een hooischelf giog schuilen, door den bliksem gedood. Te Mydrecht werd eene koe van den veehouder J. van Veen door het hemelvuur doodgeslagen. Welke taal is dit? Uit een zeep-reola- me biljet »De vorm, het gewicht, de toestand, even zoo haraliteit en reuh veranderen zelfs na een oplewaren van jaren nich. By gebrnik is deze zeep byzonder zacht, gast voloss schuins, op ent de poren en ecreiydert alle onzuiverheden der huid teruyl zy de huid frisch en flnacel achtig maaht. Om namaah te voor hamen werdt reycht op de naam der firma en het mat acht te geven<. Dichterlijke afslager. De heer Job. Taal, die, naar gemsld werd, deze week onder tal rijke blijken van belangstelling zijn 40 jarig jubileum als afslager der visch te Bcheveningen, herdacht, heeft gisteravond voor een over- groote schare in de Nieuwe Kerk in de Duinstraat een berijmd verbaal nitgesproken van zijn lotgevallen en ervaringen in dien ver vlogen tijdkring. Bedelaar. In de Italiaansche stad Savona werd dezer dagen een onde straatbedelaar gearresteerd. Toen zjjn zakken doorzocht wer den, vond men op hem een bedrag van 100.000 francs in geld, bankpapier en effecten Het is bekend dat, vooral in Bome, de bede laars bij de kerken groote sommen «verdienen» Een spookhuis. Te Echteld, een dorpje nabij Tiel, worden in de woning van zekeren B. aldaar nu reeds sedert een achttal dagen s'nachts allerlei geluiden gehoord. Waar ze vandaan komsn heeft men tot nu toe niet kunnen uitvinden. Van alle zijden, zelfs uit Botterdam, komen de menschen naar Echteld om met eigen ooren de geluiden te beluisteren. Thans heeft de politie zich in de zaak gemengd en zal de oorsprong van dit spoken wel spoedig aan het licht worden gebracht.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1909 | | pagina 5