E. Kath. Nieuws- en Advertentieblad voor Noord-Holland. No. 60. Woensdag" 28 Juli 1909. 3"" Jaargang FEUILLETON; Aïda. Buitenland, Verschijnt Woensdag en Zaterdag. van ons Bureau, V bestrijding- deb zedeloosheid. V AAN WELE1N DE VOOBEEUB? ONS BLAD. ABONNEMENTSPRIJS 50 centB per drie maanden franoo aan huia. Te betalen in het begin van ieder kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent. Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Ons Blad". BUREAUBreedstraat 45, tegenover de R. E. Eerk, te Alkmaar- Telefoon No. 433. ADVERTENTIËN: Van 15 regels i I 30 een'. Elke regel meer 6 Reclames per regel15 Kleine advertenties van 130 woorden, bij vooruitbet. 25 Eet Bnrean van ONS BLAB is ver plaatst van de Hoogstraat naar BBEED- STBAAT 45, tegenover de B. E- Eerk. Telefosn No. 433. De Standaard bespreekt in een hoofd artikel het ontwerp van minister Nelis- sen tot bestrijding der zedeloosheid. Erger dan elke maatschappelijke crisis is de zedelijke crisis onzer hedendaag- sche maatschappij. Niet alleen de denkers, ook de eenvoudigen schudden bedenkelijk het hoofd. 't Spreekt wel vanzelf dat de over heid, door hare wetten de zedeloosheid niet geheel zal kunnen koeren, de zeden niet kunnen verbeteren. Het voornaam ste werk tot bestrijding der zedeloosheid komt voor rekening van Kerk, School en Pers. Toch heeft ook de overheid in deze eene gewichtige roeping te ver vullen, voorzoover de zedeloosheid in 't openbaar durft optreden. Zij. kan ten minste de aanleidingen tot het plegen van het kwaad beteugelen, de bronnen van zedenbederf door wettelijk verband stoppen. Dit, en niet anders beoogt dan ook het ontwerp-Nelissen tot bestrijding der zedeloosheid. In dit ontwerp wordteen partieele wijziging van het wetboek van strafrecht, meer bepaald van de artt. 240 tot 257, handelende over „de mis drijven tegen de zeden" aan de orde gesteld. Met name wordt voorgesteld lo. beteugeling der zedeloosheid, in be perkten- in geslachtelijken zin, de por- nographie of vuilschrijverij, de verleiding van minderjarigen en de koppelarij2o. strenge strafbaarstelling van den abor tus provocatus3o. breideling der speel zucht 4d. uitbreiding van de bevoegd heden van justitie en politie op heel dit gebied. Het is buiten kijf dat ons strafrecht behalve op vele andere, vooral op deze punten groote wijziging en verbetering behoeft. Ook op dit gebied is het bui tenland ons weer ver vooruit. Volmon dig wordt dit erkend in de Memorie van Toelichting op 't wetsontwerp. „In alle naburige Staten", zoo schrijft de Minister, „zonder uitzonderingen vindt de openbare onzedelijkheid een krachti ger strafrechtelijke vervolging dan hier te lande." Als een gevolg van slappe wetgeving ten onzent verplaatsen zich allerlei exploi tatievormen van onzedelijke neigingen, als speelholen, wedkantoren, pornogra phische ondernemingen, naar Nederland en het gevaar dat dit land zich de re putatie zou verwerven van het land der pornographie men denke aan de ar ticles d'Amsterdam zal zelfs den sterktsten voorstander van het stelsel van staatsonthouding moeten nopen, 9) De landman verhaalde toen in alle bij zonderheden hoe machtig de Mooren in dit oord vroeger waren, hoe het sterke kasteel was in de lucht gevlogen, en hoe het sinds dien tijd eiken nacht in den bouwval spookte. De ridder hoorde dit alles aan met eene belangstelling, die hij niet poogde te ver bergen, en te oordeelen tiaar de uitdrukking, die zich op zijn gelaat teekende en naar de houding die hij aannam, wae het ge makkelijk te zien, dat terwijl hij zijne aandacht leende aan de woorden van den boer, tegelijk in zijn geest zich een denk beeld ontwikkelde, Hetwelk des te spoediger tot rijpheid kwam naarmate het verhaal Voortging. „En heeft dan niemand," vroeg hij, toen de landman geëindigd had, „het ooit dur- ven wagen dat geheim te onderzoeken? Hemel! Waar denkt gij aan, Dan zou men immers God den lieer tergen?." aan het ten spoedigste tot stand komen van meer ingrijpende maatregelen ten deze zijn steun te verleenen. Maar niet alleen de vuilhandel en het spelen woekeren ten onzent welig voort ook de abortus provocatus wordt hier steeds meer straffeloos gepleegd. Vol gens deskundigen gaat er geen dag voorbij, dat het afschuwelijk misdrijf van afdrijving der vrucht niet wordt gepleegd. En toch gaan er jaren heen, waarin dit misdrijf niet eenmaal of slechts een enkele maal wordt gestraft. Dit komt voort uit een gezochte inter pretatie van het desbetreffend strafwet artikel, dat spreekt van „vrucht", wat door onze jurisprudentie wordt opgevat, in den zin van „levende vrucht". De reputatie welke ons land op het gebied der pornographie bezig is zich te verwerven en de vreeselijke feiten die dag aan dag volgens de memorie onge straft plaats grijpen, moet ieder chris telijk gemoed met droefheid vervullen. Wie zou niet van harte wenschen dat aan dezen stroom, dezen alles ver nielenden stroom paal en perk worde gesteld Wie zal niet elke poging toejuichen, die beproefd wordt om die tallooze misdrijven tegen te gaan? Op de rechterzijde rust de dure ver plichting om in deze richting tenminste een begin te maken, 't Is niet de eerste maal dat een dusdanig ontwerp, als van minister Nelissen, zij 't dan in anderen vorm, wordt ingediend. 't Is te hopen, dat 't thans spoedig tot wet worde gemaakt. Tegen de herstemmingen sprak Be Geld. over den drang van verschillende zijden op de Roomsche kiezers uitge oefend om bij herstemmingen de liberalen te steunen tegen de socialisten. Het blad was van deze tactiek afkeerig omdat het niet den liberaal als het kleinere kwaad beschouwt en niet instemt met de meening, dat het lands belang het zou eischen. Be Geld. komt in een hoofdartikel nog eens op de zaak terug. De vraag wordt behandeld, welke houding door Rechts behoort aangenomen te worden in geval van herstemming tusschen een sociaal-democraat en een liberaal. We hebben minder te hechten aan de verovering der macht, dan aan de verbreiding der beginselen, maar juist daarom houdt de schrijver staande, dat voor het oogenblik de bestrijding der liberale idee nog eerste eischis. Toege geven kan worden dat het socialisme bezig is de geesten te betooveren, maar even waar is, dat het liberalisme, waar van immers juist Rousseau een der geestelijke vaders is, de geesten betoo- verd heeft. Wij gelooven zelfs, dat de laatste „de" algemeener is dan de eerste. Want de „Men kan God niet tergen beste vriend," hernam de edelman, „dan wanneer men wil zondigen. Wat mij betreft, ik verklaar u, Üat ik, er moge een toovenaar huisvesten of de duivel zelf, die verschijning wil gaan onderzoeken„Herbergierster!" riep hij, zich tot deze wendende, „geef mij een glas Spaanschen wijn, en houd mijn avond maaltijd gereed; ik zal wel iets gebruiken als ik van het Mooren-Kasteel terug kom". „Dat de Heer u genadiglijk van dit voornemen terug brenge, heer, of gij zijt een verloren man," zeide de herbergierster met angstige bezorgdheid. „Ik heb mijn trouw zwaard aan mijne zijde, antwoordde de edelman, en op mijne borst een stukje van den gewijden steen van het Heilig Graf te Jeruzalem, dat mij door Z, H. den Paus zeiven is ter hand gesteld. Het moge dus een mensch of een duivel zijn, ik vrees niets..... Maar wie wil mij tot gids verstrekken Geen enkel antwoord werd vernomen; er bleef eene doodsche stilte heersohen. „Alles wat in mijn valies zit," hernam de ridder „en het is goed voorzien, geef ik aan hem, die mij zal geleiden." Maar ook nu nog sprak niemand een woord. „Wilt mij dan ten minste den weg be- sociaal democratie moge in niet-gods- dienstige arbeiderskringen voortgang maken, het liberalisme houdt zoowel onze hoogere standen als de bourgeoisie in zijn greep gevangen. Gaan nu de christelijke partijen, zon der dat er van „Gegenleistung" sprake is, het liberalisme steunen, dan wordt die invloed van het liberalisme sterker, dan ontstaat in de geesten de meening, dat het liberalisme nog zoo kwaad niet is en, wat erger is, dan verliezen de christelijke beginselen winnende kracht in liberalen kring. Willen de liberalen overtuigd worden, dat hunne beginselen slechts een kar tonnen schild zijn tegen het socialisme, dan moeten de christelijke partijen niet het stalen schild hunner principes be schermend houden boven dat der libe ralen, die dan zullen blijven meenen, dat het hun schild was, dat den socia- listischen zwaardslag deed afketsen, en dus niet de noodzakelijkheid zullen leeren inzien om de bescherming te zoeken, die onze christelijke wapenrus ting geeft. Onthouden de christelijke partijen zich daarentegen van steun, dan zal eener- zijds in haren kring het gevoel van verwantschap met het liberalisme ver minderen waar het aanwezig is, en uit blijven waar het niet bestaatterwijl anderzijds de liberalen de zwakheid van hun schild gewaar worden en de stevige wapenrusting van het Christendom meer en meer zullen waardeeren. Voor de expansie ster christelijke be ginselen, zoo eindigt het artikel, lijkt ons dus op den duur onthouding het meest gewenscht. En wie gelooft, dat deze beginselen in de veelheid van vor men, welke zij op politiek gebied toe laten, ten zegen zijn voor* het land, zal mede erkennen, dat ook het landsbelang door het christelijk isolement gediend wordt. FRANKRIJK. «Van den regen in den drop« zijn we gekomen door de verandering van ministerie, schreef dezer dagen de Parijsche correspon dent van »de Tijde. Het was te verwachten. Voor het optreden van een meer gematigd Kabinet was er geen hoop. Frankrijk gaat boe langer zoo meer den weg op naar de revolutie. Door Jaurès werd het nog onlang* rond uit gezegd. Onder die omstandigheden zon een ge matigd Kabinet het met de radicaal socia listische meerderheid der Kamer niet eens kunnen worden en tot samenwerking geraken. We wezen er op dat het niet onmogelijk zou zijn, dat men, gezien de ellendige toe stand van het Staatsbestuur, de steeds toe nemende driestheid waarmede de revolutio naire elementen in den Staat optreden, duiden...., op mijn eer, ik wil ook liever alleen gaan, want dit is beter dan van vreesachtigen omringd te zijn," Dit gezegd hebbende trok de vreemde ling zijn reismantel op zijne schouders, en maakte zich gereed om te vertrekken. Op het voorplein der herberg vorf8*Tiij zijne paarden gezadeld, benevens zijn knecht, die hem wachtte. De boeren drongen allen de deur uit en stonden met angstige en verbaasde blikken het vertrek van den moedigen ridder zwijgend aan te staren. „Zal ik u volgen, heer?" vroeg de schildknaap, „God beware mij, goede Karei, dat ik uwen moed niet op zulk eene harde proef stelle! Ik zal alleen gaan. Vergeet gij slechts van uwe zijde niet, dat een reiziger eetlust Weeft, draag dus inmiddels zorg voor mijn avondmaaltijd." Eenige oogenblikken later had de dap pere ridder, voorzien van de noodige aan wijzingen aangaande den weg, dien hij moest inslaan, en over de gesteldheid van het oord, zijn moedig paard bestegen en was aan den hoek van het bergpad ver dwenen. Alle landlieden verklaarden een parig, dat zij alvorens naar huis te gaan, de terugkomst van den roekeloozen edel man wilden afwachten om den uitslag van diens gevaarlijken tocht te Vernemen. afleiding gezocht zou worden in eene politiek, waarin de voortzetting van de kerkvervolging het voornaamste punt van het program zou zijn. Vergist schijnen we ons niet te hebben. Na Briand, minister van eeredienst in het vorig Kabinet, de leiding in handen ia gegeven, ia het wel niet twijfelachtig meer welken weg het op zal gaan. Eenerzjjds door toegeven de revolutionaire elementen een poosje zoet houden, anderzijds door nieuwe vervolgingen de aandacht aftrekken van de débacle in leger en vloot en andere be- stuursafdeelingen. Een begin is reeds gemaakt door het ondersecretariaat der posterijen af te schaffen. Symian, de ondersecretaris moest opgeofferd worden aan de postambtenaren. Ontslaan wilde de regeering hem niet. Thans heeft het nieuwe Kabinet bjj zijn optreden, het ambt van Symian opgeheven. Maar, er zijn meer ontevreden elementen in het land, die op het socialistisch bestuur van Briand hun hoop hebben gesteld, maar het spreekt van zelf dat de zoogenaamde politiek van geven en nemen op den duur noodlottig zal worden voor het volk. Men denke maar aan nieuwe troebelen als die te Draveil en in het wijnbonwende Zuiden. Clemenceau's fel optreden om de revolutie bloedig te onderdrukken, heeft men ver dragen, maar van Briand en onder de ver antwoordelijkheid van een grootendeels socia listisch ministerie zou men zoo iets niet dulden. De uitbreiding van Briands macht betee- kent zonder twijfel een nieuwe verscherping der kerkvervo'glng. Al moge men in den plotselingen val van Glemencean op het hoogte punt zijner macht en midden in zijn groot heidswaan een natuurlijke wraak van men- scheljjke fouten of een bovennatuurlijke werking van Gods vinger zien, in geen geval zal de verwisseling van ministerie den katholieken ten goede komen. De jongste vervolgingen, ingesteld tegen de bisschoppen bewijzen, dat de vader der Scheidingswet geenszins plan heeft om zijn actie op te geven tegen de gehate Kerk, die een streep door sjjn berekening dorst halen en zQn eigenliefde vernederde. Zijn program zal daD ook wel bljjven wat Jaurès dezer dagen in de >Humanité< noemde>het Katholicisme vervolgen om daaronder het uitblijven van sociale hervormingen te maskeeren.< Licht zal de papenhaat van Briand nog wat feller opvlammen, want hij is nu meester in het land en behoeft in zijn vervolgzucht niets of niemand te ontzien. De katholieken van Frankrijk hebben geen reden zich te verheugen over de onhandig heid, waardoor de heer Clemencean een einde aan zijn ministerieel leven heet gemaakt te hebben. Zij znllen de toekomst tegemoet gaan zonder hoop op beterschap. De reputatie van Briand wijst er op dat bij er niet tegen op zal zien, kerkelijke goe deren te onteigenen, christelijke scholen te ■luiten, congregaties te ontbinden en den bisschoppen het vrije woord te ontzeggen. Dit laatste gelukt natuurlijk niet. De bis schoppen zullen zich niet storen aan zijne „Als hij maar terug komt", riepen eenige stemmen met een diepen zucht, V, DE BOUWVALLEN. Zoodra de edelman het Mooren-kasteel bereikt had, steeg hij af, bond zijn paard aan den afgebroken stam eens olijfbooms vast, en ging de oude citadel rond, ten einde de plaats te ver ken ren en om den ingang te zoeken. Het was gemakkelijk te zien, dat sedert de vrees 3lijke ontploffb g waardoor het kasteel in een puinhoop was verkeerd, geen menschelijk wezen er den voet had gezet. De overblijfselen van het aloud kasteel lagen door elkander te mid den van weelderig opgeschoten heesters en prachtige gewassen. De uitbarsting had de muren doen vallen, maar tevens den grond opengewerkt en omgewoeld. Nu eens wer den de schreden des moedigen ridders te rug gehouden door eenen breeden kloof, half bedekt met eene gordijn van bladeren; dan weder stiet hij op een onbeklimbaren muur die nog overeind stond, en nauwe lijks jh'iad hij dien ontweken of hij ont moette weder nieuwe hinderpalen. Intusschen scheen het licht in den toren even als een geheimzinnig vuurbaak steeds voort, en dit gezicht wekte den moed en maatregelen, waar het geldt de verkondiging der waarheid. Pas nog heeft kardinaal Andrieu, die de vorige week tot een geldboete van 600 francs veroordeeld werd, een open brief doen verschenen, waarin hjj de tactiek van Briand aan de kaak stelt. Niet de geestelijkheid, zegt de kardinaal, brengt het land in beroering, maar het be wind dat onrechtvaardige wetten decreteert. Znlk een wet ie de Scheidingewet, waarvan thans meer en meer blijkt, hoe weinig ijj den naam van edelmoedigheid en loyauteit verdient, welken men getracht had haar te geven. Want deze wet beroofde ons niet alleen van de kerkelijke goederen, maar schijnt ook een soort belasting te heffen op onze predikaties in de Kerk. Znlk een schen ding van het geweten en een toepassing van straffen, die alleen de ergste omverwerpen der sociale orde verdienen, maakt depositie der Katholieke Kerk in dit land onverdrageljjk. Terecht wekt daarom kardinaal Andrieu de Katholieken op, zich te vereenigen om Cesar te weren van het erf der Kerk, die immers ook niet op het erf van Caesar treedt. Het ministerie is definitief samengesteld. En wel aldusBinnenlandsche Zaken en Voorzitterschap van den Ministerraad Briand Justitie BarthouBuitenlandsche Zaken Pichon Oorlog Generaal Bran Marine Vice admiraal Boué de Lapereyre, thans moritiem prefect te BrestFinanciën OocheryOpenbare wer ken en Posterijen Millerand Openbaar Onder wijs DoumergneHandel Jean DnpnyLand bouw BuauKoloniën TrouillotArbeid Viviani. Over het Kanaal. Een feit van histo rische beteekenis. Blériot is Zondagmorgen over het Kanaal gevlogen. Ondanks den vrij hevigen wind is het den eersten vlieger, in dit geval den Fransch- man Blériot, gelakt, met een aeroplaan den tocht, over het kanaal te volbrengen, waar toe, naar men weet, de Engelschman Latham Maandag j.l. de eerste moedige poging waagde, die helaas mislukte door het haperen van den motor. Terwijl de belangstelling zich voorname- lijk rondom graaf De Lambert geconcen treerd had, is de koene Franschman, het weer gunstig achtende, Zondagochtend plot seling van wal gestoken. Calais lag in diepe rust, en slechts een 10 tal ingewijden had den het voorrecht Blériot te zien vertrekken. Een torpedojager maakte den tocht mee, evenals eenige andere booten. Mevr. Blériot en haar familie was alleen op de torpedo- boot toegelaten. Blériot kwam morgens heel in de vroegte met zijn ingepakten »eendekker< te Calais. In een half uur was alles kant en klaar, en hoewel de vlieger nog pijn leed aan zijn voet, dien hij een paar dagen geleden gebrand had bij het springen van zijn motor, toch klom hij direct op zijn toestel, en vertrok om 430. De enkele getuigen van de opstijging waren in stomme bewondering. Eerst nadat het kanonschot was gehoord 't afgespro ken teeken om Dover te waarschuwen liep half Calais, verbaasd over deze ver- de krachten des edelmans niet weinig op. Het verdroot hem eindelijk met zoo veel moeite en vruchteloos een weg te zoeken, en besloot derhalve zich den toegang tot het kasteel met geweld te verschaffen. Hij begaf zich nu in eene rechte lijn op den toren aan, waar hij het licht gewaar werd; nu eens de puinhoopen over klauterend, dan ze weder wegruimend, en bereikte zoo doende eindelijk de kleine deur aan den voet van den torenmaar hij kon die deur niet openen. Het tooneel, dat den ridder omringide was grootsch en indrukwekkend. Tea midden van de stilte waarin de natuur gehuld was, hoorde men somwijlen de schelle kreet van den uil en den arend, die op het vernemen van menschelijke voetstappen verschrikt uit hunne eenzame schuilhoeken vlogen. Ook de gieren en andere roofvogels, uit vrees, dat de ru9t hunner jongen zou worden verstoord, lieten hun akelig gekras dreigend hooren. In tusschen zette de zachte golfslag van den nabij zijnden zeeoever aan dit tooneel iets betooverends »en 'dichterlijks bij. Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1909 | | pagina 1