XL Kath. Nieuws- en Advertentieblad
voor Noord-Holland.
No. 66.
Woensdag- 18 Augustus 1909.
3"* Jaargang
FEUILLETON.
Aïda.
Verschijnt Woensdag en Saterdag*
Buitenland,
ABONNEMENTSPRIJS s
Uitgave van de Naaml. Vennootschap „One Blad".
BUBSAUBreedstraat 45, tegenover de B. E. Kerk, te Alkmaar.
Telefoon No. 433.
ADVERTENTIËN t
V De Voorhoede en de Zaanstreek!
SCHOOL.
- 'jp >f§- rrw- «ffc'-v.
*sHf
der ea Oor-
oland Anton
ilbertui Bnt
(jntje Janije,
ansje Schenk,
en,' 13 weken.
Ijk.
Fieter Hol-
- Geertje, d,
h de Hartog.
|k en Neeltje
k Vooija en
van Fieter
eeltje, d. v.
isterboer en
Balder en
ber en Trijntje
ii jaar wedn.
an Dirk van
er, Pieter,
ja Beegere.
>n en Trijntje
jetje, d. van
>ol, 3 weken.
t en Oor.
mie, z. van
Bakker, 8
(van Johannes
ia, d. van K.
Petronella, d.
Qeertrnida
T. A. Schut.
Jonker.
|ia, 14 jaar.
lias Johannee
nine, z. van
togeboom.
tan en Sytje
van Bartho-
Broerten.
ieertje Groot-
Kroon en
eozendaal, 73
Jornelie Hub
Jansje Knol,
|ieabeth Maria,
en TrQntje
all 1909.
Dirk Zatt en
Oatharina, d.
|tje Bareinger-
v. Pieter de
Johannes An-
en Geertruida
rertsen, 23 jaar
lot 26 jaar te
nper, 84 jaar,
d. Gode-
ote van Klaae
nanus z. van
Kaatje, d.
5 Ang. Johan,
Oorneluse.
Zuurbier eu
W. Oastrlcum
Bakker.
Kabel en F.
>a en H. A.
oek en G. M.
■manus, i. van
2' dagen.
van Engel de
ran der Kolk
Vries.
i—6 Aug.
ithonla, d. van
Boe, 73 jaar,
Ina Pbaif.
van Ohrietina
BI5 Aug.
D. Rejjne en
de Roe en T.
ran E. Jak en
Snkhuiien (van
P. J. Krook en
;en J. de Boer.
it, 85 j. wedn.
lil—7 Aug.
van K. Mejjns
van S. Rie en
amies, z, van
1st.
van der Laan
Wolde en E.
J, Noofl (van
ONS
BLAD
50 cents per drie maanden franco aan huis. Te betalen in
het begin van ieder kwartaal.
Afzonderlijke nummers3 cent.
Van 15 regels 80 cent.
Eike regel meer6
Reclames per regel15
Kleine advertenties van 130 woorden, bij voornitbet. 25
Onder dezen titel ontvingen we weer
een lang opstel van de Prop.-Club „St.
Petrus" te Zaandam, met verzoek het
op te nemen. Tevens werd ons verzocht
het ingezonden stuk aan W., in „De
Tijd" en „Amstelbode" geplaatst, over
te nemen. Wij kunnen noch aan het
een, noch aan het ander voldoen. Reeds
heel wat plaatsruimte hebben we moe
ten afstaan aan de gevoerde polemieken,
zooveel, dat we meenen op dien weg
niet verder te mogen doorgaan. Vooral
omdat in de bedoelde stukken dezelfde
zaken -«fbrden behandeld, en liefst zeer
breedvoerig, die in vorige stukken op
den voorgrond zijn gebracht, doch die
met de eigenlijke kwestie niets hebben
uitstaan.
Wij kunnen nu wel doorgaan met
in antwoord op de tegenovergestelde
beweringen van de Prop.-Club te ver
zekeren, dat onze becijfering van bet
aantal abonné's in de Zaanstreek niet
overdreven is; we kannen wel zeggen
dat we de concurrentie met „Onze
Courant" steeds naar beste weten heb
ben vermeden; we kunnen eigenlijk
zeggen wat we willen, de Prop.-Club,
vooringenomen als ze is, zal ons blijven
tegenspreken.
Zulk een onvruchtbare gedachtenwis-
S6iing voortzetten, kan noch voor de
Kath. Pers, noch voor de lezers van
„Ons Blad" nuttig geacht worden.
We zullen ons daarom zeer gaarne
houden aan het slotwoord van het schrij
ven der Prop.-Club en de kwestie,
voorzoover de Club betreft, verder te
laten rusten.
Het zij ons echter toegestaan er ten
slotte nog eens op te wijzen, dat de
heele kwestie slechts beheerscht wordt
door het optreden van „de Voorhoede".
„De Voorhoede" heeft bij haar verschij
nen, nadat door sommige bladen gewe
zen werd op de concurrentie door dat
verschijnen tegenover de andere kleine
pers mogelijk geworden en in het voor
uitzicht gesteld, uitdrukkelijk verzekerd,
dat het niet in hare bedoeling lag de
locale katholieke bladen op eenigerlei
wijze in de wielen te rijden of af te
breken. „De Voorhoede'' zou zich ont
houden van het geven van locaal nieuws.
Daardoor zou het gevaar, waarvoor men
vreesde, als vanzelf zijn afgeweerd.
Twee jaar nadien besluit „de Voor
hoede" voor de Zaanstreek een locaal
bijblad met locaal nieuws uit te geven.
Nu zal men toch wel niet zeer scherp
zinnig behoeven te zijn, om in te zien,
dat „de Voorhoede" haar eenmaal inge
nomen standpunt heeft laten varen.
Hieruit volgt, dat zij ook heeft afge
zien van haar voornemen om niet in
concurrentie te treden met de z.g. kleine
pers.
Op dit veranderd optreden van „de
Voorhoede" hebben wij de aandacht
willen vestigen.
15)
Nu klinken rondom haar de zuiver en
door godsdienst bezielde stemmen der .vro
me maagden; en de welluidende klanken,
die een door dankbaarheid overstelpt ge
moed kan voortbrengen, stijgen tot voor
den troon des Eeuwigen.
Te midden van die geestverrukkingen
woont Aida voor het eerst het heilig Offer
van Liefde bij, dat een mensch geworden
God aan de aarde heeft nagelaten. Geheel
van cene hemelsche vreugde doordrongen
had zij slechts ééne gedachte, één woord
meer.
„Thans ben ik Christin!" zeide zij her
haaldelijk bij zich zeiven. „Thans kan ik
in godsvrucht sterven!"
Sterven!Waarom? Om tot God te
rug te keeren? Neen, nog niet, jonge
maagd, de aarde eischt nog het voorbeeld
uwer deugden en den steun uwer gebe
den. Ja, verwijl nog onder de menschen,
getrouwe dochter van Maria, gij zijt hier
hemeling, een uitverkoren vat, eene bron
Niet hebben wij beweerd dat „de
Voorhoede" er het recht niet toe zou
hebben. Maar men erkenne dan ten
minste dat men z'n houding heeft ge
wijzigd. Dat doet het blad niet. Waarom
niet? Toch niet uit vrees, dat het dan
ook zou moeten toegeven, dat de vroeger
niet gewilde mededinging op het terrein
der locale kath. pers, thans bij het blad
wel degelijk een punt van overweging
en van actie zelfs is geworden?
Overigens zal de bespottelijke wijze
waarop in „het lustige hoekje" van
„de Voorhoede" de redactie zich ver
oorlooft, er „Ons Blad" zoogenaamd
tusschen te nemen, den lezer geen hooge
opvatting geven van het standpunt dat
„de Voorhoede" in deze zaak inneemt.
Over het wetsvoorstel tot subsidiëe-
ring van de bijzondere scholen voor
meer uitgebreid lager onderwijs, hield
„De Tijdeenige beschouwingen. Dit
onderwijs vergelijkende met het Mid
delbaar onderwijs, ontdekt men al spoe
dig dat het boven dit laatste eenige
voordeelen bezit. Een dezer voordeelen
is de meerdere vrijheid van beweging,
welke bij de regeling was toegelaten.
Het was tot dusver niet gekneld in het
keurslijf van wettelijk verplichte pro
grams en roosters van voorgeschreven
leervakken en lesuren.
Zal dat nu anders worden?
Wij hebben reeds meer dan eens onze
bezorgdheid te kennen gegeven voor de
vrijheid der bijzondere school in 't alge
meen, als bij toekenning en verhooging
van Rijks-subsidiën die vrijheid meer
en meer ingekrompen en binnen steeds
enger grenzen beperkt werd. Onder onze
liberale schoolmannen en aan de Linker
zijde onzer Volksvertegenwoordiging
geldt het als axioom, dat tegenover
eiken gulden uit 's Rijks schatkist aan
de bijzondere school geschonken, moeten
staan waarborgen. En 't was steeds in
ééne en dezelfde richting, dat die waar
borgen gezocht werdende bijzondere
school moest meer en meer het even
beeld worden van de openbare. Wat
het godsdienstonderwijs, wat den al of
niet godsdienstigen, den al of niet natio
nalen geest van haar onderwijs in ver
dere vakken aangaat, liet men de
bijzondere school vrij, doch overigens
had zij zich in steeds meerdere mate
te voegen naar de voorschriften en
bepalingen, vroeger alleen geldende voor
het openbaar onderwijs.
Alsof er maar één goede manier van
onderwijzen en van opvoeden bestond
En alsof door de ervaring en het oor
deel van alle bevoegden was uitgemaakt,
dat die ééne en alleen goede manier
die was van onze hoog geprezen open
bare school
Het lijdt voor ons geen twijfel, of er
is in die richting, ook met instemming,
van zegening1. Bovendien, hoe talrijker de
uren uws levens zullen geweest zijn, des
te meer bloemen zult gij tellen in eene
eeuwige kroon!
X.
HET VERTREK.
Op zekeren avond toen de Eerwaarde
abdis in hare cel terugkeerde, trof zij er
Aida aan, die geknield op haar bidbankje,
haar afwachtte. Het jonge meisje bad met
tranen in de oogen. De goedhartige abdis,
die zich over deze droefheid verontrustte,
waarvan zij de oorzaak niet kon bevroeden,
vatte Aida bij 'hare beide handen, liet haar
naast zich plaats nemen, en vroeg, met
eene teedere bezorgdheid, waarover zij
weende.
„Helaas", antwoordde Aida, „sedert ik
eene Christin ben, zou mijn geluk geene
grenzen kennen, zoo niet eene smartelijke
gedachte mij gestadig bezig hield. Wan
neer ik aan de goedheid en barmhartigheid
des Heeren denk, dan herinner ik mij on
willekeurig, dat ik aan de overzijde der
zee bloedverwanten en broeders heb, die
nog in de schaduwen dier dwaling en der
onwetendheid verzonken liggen. Het schijnt
mij toe, dat Maria, mijne Moeder in den
Hemel, mij beveelt, dat ik hun de won
deren, die de Heer aan mij gewrocht heeft,
althans zonder krachtdadig verzet der
Rechterzijde, reeds te ver gegaan.
We moeten er aan gaan denken,
meent „De Tijd", een deel van de
onnoodig prijs gegeven vrijheid terug
te krijgen en zorgen, dat er niet weer
een stuk vrijheid verloren gaat.
Komt het eenmaal tot de lang ver
wachte hervorming van ons geheele
onderwijs, dan zal het streven erop
gericht moeten wezen, om, in het
waarachtig belang van ons geheele
volksonderwijs en onze geheele volks
opvoeding, een gedeelte der vrijheid
terug te verkrijgen, die nu voor de
bijzondere school ten gevolge der over
dreven zucht tot nivelleeren, gepaard
aan zeker ongewettigd wantrouwen
tegen die zelfde school, verloren ging.
Onverdedigbaar schijnt het, in ver
band met het standpunt, dat de vrijheid
der bijz. school ook bij subsidiëering
niet meer dan volstrekt noodig is mag
worden beperkt, dat onder de verplichte
vakken ook wiskunde is opgenomen.
Reeds veel te veel werd in onze
onderwijswetgeving, wat het Lagere,
een deel van het Middelbare en het
Gymnasiaal onderwijs aangaat, aan de
wiskunde een bevoorrechte plaats toe
gekend, welke aan dit vak noch onder
het opzicht van practisch nut voor alle
leerlingen, noch onder opvoedkundig
opzicht toekomt.
Er bestaat hier bepaaldelijk over
schatting.
Ten slotte mag er op gewezen wor
den, dat, indien al de subsidieën van
lateren tijd voor onze bijzondere scholen
een hoog te waardeeren en tot zekere
hoogte een onmisbaar geworden goed
mogen genoemd worden, de vrijheid
voor haar van nog hoogere beteekenis
te schatten is.
SPANJE.
Nu in Oatalonië de nut hersteld Is en
allerwegen de gewone toestand weer is her
schapen, bevatten de Spaan eche couranten,
tengevolge der opheffing van de censuur,
hoe langer too meer bijzonderheden over
de gruweldaden In de Julimaand daar be
dreven. Het Barceloneescbe dagblad >La
Vanguardia» geeft een lijstj9 van de door
de revolutionairen verbrande katholieke ge
bouwen.
Van het zeventigtal kerken, van Barcelona
en voorsteden zjjn er niet minder dan 23
verbrand en leeggeplunderd, waai bij de gru
welijkete heiligschennissen liju gepleegd.
Behalve deze 23 parochie en kloosterkerken
zijn er 31 kloosters verwoest, waarvan een
tiental inrichtingen voor onderwijs, twee voor
gevallen vrouwen, twee voor weeskinderen,
een ambachtsschool van de Salesianen van
Dom Bosco, en een bibliotheek met vele
kostbare bandschriften en boeken. De
gotische oud eerwaardige kerk van San Pablo
(Sint Pauiun) schijnt in tegenstelling met
zal mededeelen. Het komt mij voor, dat
zij, op het hooren van den kreet van
dankbaarheid jegens Maria, die aan mijn
gemoed zal ontsnappen, het licht der waar
heid zullen erkennen en den God van
liefde aanbidden. Zou het inderdaad eene
roepstem des hemels wezen? of zou het
eene bogoocheldng zijn van hoogmoed?
Ik weet het niet, en deze onzekerheid
martelt mijne ziet onophoudelijk. Komt
deze stem van den hemel, welk eene ver
antwoordelijkheid zou ik dan niet op mij
Iaden, zoo ik dezelve miskende?.... En
wat zou ik er in alle geval bij wagen, zoo
ik aan de stem van mijn geweten gehoor
geef? Ik zou slechts eenige dagen van
mijn aardsche leven opofferen, en is dit
offer wel de moeite waard, dat ik er vrees
voor heb?
„Uw leven opofferen!Mijne
dochter, ik kan uw voornemen niet be
grijpen."
„Mijn plan is echter zeer eenvoudig. De
Heer zal mijne kracht en steun zijn. Of
schoon ik slechts eene zwakke vrouw ben,
heb ik besloten Frankrijk te verlaten en
mij naar Afrika, mijn vaderland, te bege
ven, om aan mijne broeders het woord van
Jezus te verkondigen. God zal mij met
moed bezielen en mij de noodige begaafd-
de pers-berichten behouden te zfln geble
ven. JVIaar bet zeldzame Arabische patio
(binnenhof) en de pastorie dier kerk z(jn
verloren, evenale de overoude Sint Pieter,
de Kapel van Sint Markus, een unicum in
haar soott, en tal van andere eeuwenoude
kerkgebouwen. Hceveie nonnen, monniken
en priesters zijn vermoord en verbrand, werd
niet vermeld, maar vele kloosterkerkhoven
zijn verwoest, de graven geschonden en de
ljjken rondgesjouwd door de roode hyena's.
Wat er precies met de ljjken geschied ia,
meldt de >Vanguardia< niet. Alleen, dat ze
van uit verschillende plaatsen opnieuw ter
aarde zijn besteld.
Zijn dat nu argumenten geweest waarmee
getracht werd de regeering over te halen,
den oorlog met Marokko te staken, een oorlog
die, naar het heette, alleen diende tot be
scherming van enkele kapitalisten
't Is al te ongerijmd om dat te denken.
Wat konden die geestelijken en nonnen,
kerken en kloosters daaraan doen
Och neen I Het was veeleer te doen om
een voorwendsel, teneinde den haat tegen
den godsdienst liefst op weerlossen te koelen.
De republikeinsche leden der Cortes heb
ben geprotesteerd tegen het vandalisme, maar
bnnne geestverwanten in Barcelona's Raad
wilden het protest der raadsleden niet tee
kenen.
Opmerkelijk mag bet heeten dat zij, die zich
altijd voorstanders van vooruitgang noemen,
zoo fel gebeten zijn op scholen, bibliotheken
en kunst. Hoeveel kunstwerken zijn hier
niet verwoest 1
Ten slotte een droef staaltje, hoe de
vrienden van het volk« met de heiligste
belangen van het volk spelen. In het zoo
genaamde >Pekin<, een allerarmste visschers-
wijk bij Barcelona, was na jarenlange pogin
gen tot beschaving der verwilderde menschen
een kerkje met school gebouwd. De ellende
lingen hebben ook deze verbrand 1 De kin
deren der arme visschers, die geen schoeisel
hadden om naar de verder gelegen scholen
te loopen, die nooit van God en Zijn Gebed
boorden, en in de treurigste verwaarloozing
opgroeiden, sullen dus vooreerst weer ver
stoken blijven van bet weinigje beschaving,
dat edelmoedige menschen hun brachten.
MAROKKO.
Het geduld der regeering te Madrid tegen
over de Rifkabylen is ten einde De Spaansche
vloot vertrekt naar Melilla om, in vereeniging
met de thans aanzienlijk versterkte leger
macht van generaal Marina, de vijandige
Marokkaantche stammen te tuchtigen. Te
Melilla worden toebereidselen gemaakt voor
een krachtig door te zetten strijd. Bij Res
tinga (Mar Chica) is een groot proviandma-
gazjjn ingericht, waar ten behoeve van het
operatieleger steeds 200,000 rantsoenen in
voorraad zullen worden gehouden. Er is een
tweede locomotief voor deu bergspoorweg
aangekomen, en men beeft tal van kameeien
aangeschaft voor het transport van levens
middelen en munitie.
ZWEDEN.
Journalisten als zetters. Zooals men
weet, is de poging der stakende zetters in
held schenkenondanks mijne onwetend
heid zal mijne taal welsprekend en over- j
tuigend worden; ik zal voor hunne oogen
de daden van zelfverloochening en rnensch-
lievendheid verrichten, die ik u zie be
drijven en indien mijne stem hunne ooren
niet mocht treffen, dan zai mijn voorbeeld
tot hunne harten spreken."
„Gij wilt dus ons heilig verblijf verlaten?
Maar de vermoeienissen en gevaren die
gij u voorneemt te trotseeren, gaan voor
zeker uwe krachten ver te boven,f'
„Indien ik hopen mag, eene ziel voor
God te winnen, dan zullen mijne krach
ten hondervoud verdubbeld worden, en
niets zal mijne moed terneder kunnen
slaan."
„Weet gij dan niet, dat gij u aan on
gehoorde folteringen, ja zelfs aan den dood
blootstelt?"
„Men zegt dat folteringen voor Chris
tus geleden, wel verre van smartelijk te
zijn, eene onbeschrijfelijke zaligheid in de
ziel stortenEn wat de dood betreft,
deze zal mij nader tot God brengen."
„Enzeide de abdis, „zoudt gij spoe
dig willen vertrekken
„Ik hoor, dat binnen acht dagen eene
koninklijke galei Marseille zal verlaten om
eenige geestelijken naar Algiers over te
Zweden, om de bourgeoise-pers tot algeheel
stilzwijgen te brengen, mislukt-, niet alleen
kunnen sommige bladen van Stockholm ge
typte exemplaren, die door middel van
mimeographen verveelvoud waren, aan hun
lezers bezorgen, maar de meeste persorganen
spelen het klaar zonder hulp van hun zetters-
personeel dagelijks meerdere pagina's in druk
nit te geven.
Zoo iets is natuurlijk niet mogelijk, zonder
een bijna bovenmenschelijke inspanning van
de journalistenzonder uitzondering zQn ze
na bun copie geschreven te hebben aan 't
zetten gegaan.
Een correspondent van een Noorsch blad
geeft het volgende aardige >kiekje< van den
toestand, die tegenwoordig op de Stockholm-
sche redactiebureaux heerecht
De reactie op de werkloosheid is reeds te
bemerken. lederen dag wordt de haat tegen
deze reusachtige staking grooter. De samen
leving zelf protesteert instinctmatig tegen
deze staking. En de arbeiders worden met
stijgende onrust gewaar, hoe de krachten
der gemeenschap aan 't werk gaan.
De zetters kregen bevel te gaan en zQ
gingen. Maar de bladen blijven verschijnen.
Met bewonderenswaardige» ijver hebben de
Zweedsche journalisten alle pogingen in het
werk gesteld om in voortdurend contact met
de samenleving te Wijven. Met alle mogelijke
apparaten en hulpmiddelen is men aan dien
ongewonen arbeid begonnen. En de bladen
stroomen uit de mimeographen en andere
verdubbelingstoestellen over stad en land.
En dit niet alleen 1
Eenige bladen hebben hunne localen in
ware vestingen veranderd, waar het zetters-
en drukkerswerk door de redacteuren zelf
verricht wordt.
De letterzetters en de gemeente-werklieden
der hoofdstad besloten het werk weer te
hervatten.
KRETA.
De Porte schijnt er ook van overtuigd te
worden dat de aanhouder wint. Da Grieksche
vlag moest volgens haar eisch te Oanea ver
vangen worden door de Turksche. De mo
gendheden gaven dit toe en verzochten de
Kretenzers zulks te doen. Deze weigerden.
De Porte verklaarde zich deze weigering niet
te kunnen laten welgevallen. Nieuwe ver-
toogen naar Kreta; nieuwe weigering. Dan
zou Turkije met kracht van wapenen hare
eischen doorzetten. De mogendheden willen
echter een oorlog voorkomen en besloten
toen zelf gewapenderhand de vlag neer te
halen, indien de Kretenzers blijven weigeren
het zelf te doen.
In een hoofdartikel over de Oretenzer-
kwestie schrijft de >Petit Parisienc de
nieuwe spanning, die door de jongste Turk
sche nota ontstaan is, kan ernstige gevolgen
hebben, als Griekenland niet met de meest
vredelievende gevoelens bezield is en niet
op de tusscbenkomst van Europa rekent.
Oorlog en vrede berust inderdaad in de
handen der Cretenzers.
In een interview verklaarde generaal van
der Goltz, die, zooals men weet, belast is
met de reorganisatie van het Turksche leger,
dat men niet voor een Grieksch Tnrkschen
brengen, eni k hoop dat gij mij zult ver-
oorlooven, met dezen de reis te mogen
doen."
Te vergeefs bezigde de abdis al haren
invloed om Aida van haar voornemen af
te brengen; het scheen hare roeping te
zijn. Acht dagen later, toen eene galei,
onder witte vlag de haven verliet, be
groette eene talooze menigte, die aan den
oever verzameld was, met luide kreten eene
vrouw in Oostersche kleeding, die, tegen
den grooten mast geleund, met saamge-
vouwen handen, waarin een gewijde ro-
zekrans hing, met ijver bad.
„Zij is het!" riep men elkander als om
strijd toe, „ja zij is het: de geest uit den
spooktoren, de Moorin die Christen ge
worden is!"
De naam van Aida was berucht en ge
haat geworden in het Moorsche land en
toen zij te Algiers was aangekomen, steeg
de verontwaardiging van alle volgelingen
van Mohamed en van alle vijanden der
Christenen ten top. Eene groote volks
menigte begaf zich naar het huis, waar
Aida was opgenomen, en eischte met luide
kreten, dat 'hun de afvallige zou worden
overgeleverd.
(IVor it verwis (JA