El*. HL a, ill. Nieuws- en Advertentieblad voer Noord-Bolland. No. 75. ^Teüilletöë Zaterdag 18 September 1909. 3*,e Jaargang Verschijnt Woensdag en Zaterdag. Buitenland. Dit nummer bestaat uit 6 bladz ALGEMEENE VEBGABE3ING Het herhalingsonderwijs in handen van de openbare school, DE HEKDER van den Avondrood-heuvel, ONS BLAD. ABONNEMENTSPRIJS 10 cents per drie maanden franoo aan hnis. Te betalen in het begin van ieder kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 eent. Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Ons Blad9'. BUBEAUBreodstraat 45, tegenover de EE. Eerk, te Alkmaar. Telefoon No. 433. ADVERTENTIËN s Van 1—5 regels30 cent. Elke regel meer 6 Reclames per regel i 15 Kleine advertenties van 130 woorden, bij voornitbet. 25 Zij die zich tegen 1 October op ONS BLAD wenschen te abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers gratis. der N-V. „ONS BLAD" op Woensdag 29 September a.s., des avonds ten 8 ure, in het lokaal van den heer PBOOT, Langeetraat- A g e n da Bespreking der overeenkomst met den Bedacteur-Administratear. Benoeming van een Commissaris (vacature Zeereerwaarde Heer Pastoor Eeijs). Bapport der Commissie inzake drukkosten. Bespreking uitgave Zoudagsb'ad. Het Bestuur, H. P. M. KRAAKMAN. H. KENTER. J. F. QUAX. Toen in het jaar 1900 de wet op het lager onderwijs gewijzigd en het herhalingsonderwijs met name genoemd en afzonderlijk in die wet geregeld werd, vermoedde men niet, welk een opgang dit zou maken in de steden, welk eene zuigkracht daar zou uitgaan van de openbare school. De bewijzen van dit laatste behoeven we niet ver te zoeken. Alkmaar is in dit opzicht andere steden, zelfs grootere, ver vooruit. Het heeft le eene herhalingsschool voor jongens en meisjes; 2e eene avondcursus in het schoen maken, behangen, enz. 3e eene burgeravondschool; 4e eene avondschool voor handwerks lieden 5e eene handelsavondcursus. Het onderwijs, dat aan deze inrich tingen gegeven wordt, gaat uit van de gemeente, ressorteert dus onder het openbaar onderwijs. Waar de opzet zoo groot is, terwijl de bijzondere school niets van dat alles aanbiedt, is 't feitelijk overbodig te constateeren, dat vermeld openbaar onderwijs gevolgd wordt door honderden katholieke jongens en meisjes. naar FABR1 DE FABRIS. Voor grijze -tijden leefde in een dal van de wouden, welke zich vele honderde mijlen van hier uitstrekken, een weduwe. Haar eenig bezit bestond in een paar schapen en een kleinen moestuin achter de hut. De schapen weidden aan den rand van het woud. Nu gebeurde het op een dag, dat het jongste schaap 's avonds niet met de andere binnen de afsluiting terugkeerde. Dat was in groene lente-tijd en het woud stond in sneeuwglans van wilde kers en beuken en berkenboomen droegen het groenw,ouden Paaschkleed. Verlokkend steeg geur van Len tebloemen ien jong loof uit den boschgroud. „Dat zal mijn kleine schaap wel hebben aangetrokken, dat het zich van de broeders heeft verwijderd en het huis niet heeft te ruggevonden", dacht de vrouw. Maar zij was toch in het diepste Van haar hart bedroefd, ging het wilde woud in en riep onophoudelijk den naam van den verloren lieveling.- Alles bleef echter stil en slechts de stem van den wind zong in de toppen derwoud- oomen. Toen keerde de vrouw ^treurig naar •nis terug en 's nachts kon zij niet slapen n dan bad zij tot God, Idat zij Ihaar schaap- Je spoedig mocht wedervinden. Den volgenden 'dag zocht zij in een ander gedeelte van het wilde woud, evenzoo den En waar nu door geestelijken en leeken zooveel zorg wordt besteed aan het bijzonder lager onderwijs, waar èn van den kansel èn van den catheder met zooveel klem en volharding de bijzondere school wordt verdedigd en aangewezen als de school van het ka tholieke kind, daar sta ik stil voorliet feit, dat wij tot heden met leede oogen hebben aangezien, dat jongens en meisjes van 12—16 jaar, die steeds de bijzondere school hebben bezocht, nu het openbaar herhalingsonderwijs enz. volgen. Zijn die personen geen kinderen meer Zijn voor hen op dien leeftijd de gevaren niet grooter? Moet het gevoel voor den godsdienst, dat hen steeds op de bij zondere school is ingeprent, niet ver flauwen, als zij op lateren leeftijd toch plaatsnemen op de banken der open bare school? En dan dit. Waarom prefereeren goede katholieken de bijzondere lagere school Omdat het onderwijs moet gebaseerd zijn op kath. grondslag, omdat de gods dienst als een roode draad door het geheele onderwijs moet loopen. Deze regel geldt toch ook, ik beweer zelfs meer, voor het herhalingsonderwijs. Er wordt geklaagd over het verslap pen van den godsdienst bij jongelieden en jonge meisjes, over de veie gevaren, waaraan zij blootstaan in onzen z.g. verlichten tijd. Wat is de oorzaak daarvan Dezelfde, die vele jonge menschen het leliereine kleed der onschuld deed sleuren door het slijkdezelfde, die ouderen de belofte eens aan het altaar gedaan, met voeten deed vertreden; dezelfde, die de ge mengde huwelijken in de hand werkt: gebrek aan kennis van den godsdienst, gebrek aan ontzag voor de geboden van God, gebrek aan gevoel voor al wat in het oog van God goed, schoon en edel is. Waar nu die oorzaken steeds duide lijker aan het licht komen, ligt het daar niet op den weg het godsdienst onder wijs, dat beter en uitgebreider kan ge geven worden aan jongelieden en jonge meisjes boven den 12-jarigen leeftijd dan daar onder, ter hand te nemen en avondscholen op te richten, waarnaast herhaling en uitbreiding van bet geleerde als vak boven op het leerplan staat godsdienst-onderwijs, apologie enz.? Nu mag men aankomen met het antwoord„Wij hebben het geprobeerd, doch wij konden het niet volhouden, de concurrentie van het openbaar onder wijs is te groot," ik antwoord„Niet kunnen is dood," u geeft hiermede derden en vierden dag, en zoo steeds voort; maar vergeefs het schaapje was nergens te vinden. Den zevenden dag kwam zij aan den voet van den avond-rood-heuvel. Deze heuvel was hooger dan alle andere heuvels rondom en als men boven op den top stond dan kon men over de hoogten van het wilde woud zien als over de golven eener wijde zee. En 's avonds kon men de zon heel in de verte achter een grauwen wand zien weg zinken die grauwe wand' echter was de zee, welke om de aarde ligt. Toen de vrouw voor dezen heuvel stond lette zij niet mieer op hare groote ver moeidheid. Zij liep door het dichte groen en de doornen, en zij vreesde niet het glad de gewormte, dat kronkelend in de spleten lag, noch den verraderlijken wolf, die hon gerend sloop door het kreupelhout. Zij 'dacht alleen slechts: .Misschien vind. ik boven mijn schaapje, misschien vind ik het Boven ging een groot, groen lichtschijnsel, en de bodem was er bedekt met duizende roode bloemen, Het leken alle wel bloed druppels. Van Hen anderen kant van het lichtschijn sel naderde een man. Hij droeg een lang, geheel wit kleed, zooals de menschen in die streken het niet plegen te dragen. Zijn haar viel neer op zijne schouders en om het hoofd droeg hij een koningskroon. Maar die kroon was vreemd en donker, als ge vlochten van ruwe doornen. In de eene hand droeg de vreemde man een langen - staf en met de andere hield hij een lam op zijne schouders. En de vrouw herkende terstand haar verloren schaap; zij herkende het aan de zwarte vlek voor op den kop. Met uitgestrekte handen liep zij naar den „een brevet van onbekwaamheid én aan de bijzondere school én aan de bijzondere onderwijzers; waar zulke gewichtige belangen op spel het staan, mag men den moed niet laten zinken". Dr. Schaepman z.g zeide: „Geef mij de jeugd en ik geef u de toekomst," De opvoeding van het kind is niet voltooid na het 12e jaar, dat was voor heen. De strijders voor de openbare school hebben dit begrepen, 't is hun geluktZij hebben thans het kind, dat jonger zijnde niet onder hunne hoede mocht spelendoch nu gevormd moet worden. Wat blijft er over van dat jaren lang strijden voor de bijzondere school, in Parlement, Kerk en vergade ring Wat is het resultaat van de vele moeite en opofferingen die de Kath. schoolbesturen zich hebben getroost DitDe bijzondere lagere school legt de fundamenten, de openbare school met haar herhalingsonderwijs trekt het gebouw op en brengt het onder dak. En nu mogen de fundamenten stevig zijn gelegd, als het dak niet dicht is, gaat het gebouw lokken en rot weg. Moge dit artikeltje de aanleiding zijn tot het besluit bij de KatholiekenTot zoo ver en niet verder. S. K. BELOIE. Zondag is te Brussel een vrljdenkers- congres gehouden, w«a, de Roomsche Kerk en haar leer het geducht moesten ontgelden. En vooral de socialisten die immers niet tegen den godsdienst zijn! hebben zich niet onbetuigd gelaten. Wat ze eigenlijk willen, hebben ze nu duidelijk uiteengezet, en 't is niet ondienstig daarvan kennis te nemen. Als ge alles bijeen neemt wat die heeren besloten hebbeD, zegt het Rand. v. Antw., komt men tot het besluit, dat het wezen dat op aarde het minst vrijdenkt, eigenlijk de vrijdenker is. Wat die heeren vrijdenkers door anti- clericalisme verstaan, en wat zij van de anti c'iericale gekozenen, 't zij liberalen of socialisten, verlangen, is inderdaad de vol slagen loochening der vrijheid. Zij moeten allen vrijdenker zjja ze mogen hun kinderen onder geen voorwendsel naar godsdienstige scholen sturenze moeten alle toelagen aan bjjz. scholen verwerpen; ze mogen enkel onderwijzers benoemen, die niet verdacht zyn van godsdienstige gevoelens; ze moeten uit klassen en schoolboeken alles verwijderen wat aan godsdienst doet denken. Vreemdeling en 'haar slem beefde van vreug de, toen zij den naam riep van haar lieve ling. De vreemdeling echter trad vlug nader bij en toen bemerkte zij, dat de zoom van zijn kleed rood was als van bloed en dat zijne voeten opengereten en gewond waren. Hij zag de vrouw aan en in zijne oogen was zulk eene goedheid en trouw als nooit op hel gelaat van een mensch geschreven staat. De vrouw moest echter verblind haar oogen ncderslaan: op het voorhoofd van den man verscheen op eenmaal een licht, zooals wanneer de morgenzon op een frisch sneeuwveld schijnt, Op hetzelfde oogenblik sprong het jonge schaap uit de hand van den herder en liep weg naar het struikgewas, toen zonk de ,vrouw op de knieën en jammerde luid, Maar de vreemdeling zag haar nog even vol medelijden aan en ijlde aanstonds den vluch teling achterna. Haar ziel was getroost door den blik zijner oogen en geduldig ging zij naar huis en wachtte op de dingen, die komen moesten. De Witte tijd der Lente verliep en de gouden dagen van den Zomer kwamen. Op een dag dreef het heimwee de vrouw andermaal naar den heuvel van het avond rood. Weer stond zij een tijdlang alleen Het was doodstil. Geen vogel zong er, zelfs de stem van den wind zweeg in de toppen der woudboomen. Ver aan den hemel, ach ter de groene bosschen lag de spiegel van de zee en daarover scheen het bloedroode lichten der avondzon. Schreden naderden uit de struiken en weer kwam de zonderlinge vreemdeling met het schaapje. Maar toen hij bijna voor de vrouw Zy mogen nooit in beraadslagende lichamen stemmen met Christelfjken, en nitsluitend hun vertrouwen schenken aan vrijdenkers. Een eerlijke en ronde bekentenis werd op dit congres afgelegdeen bekentenis, die de aanhangers van de neutraliteit kunnen onthouden, te meer daar ze van zoo onver dachte zijde komt. Toen n). een der leden beweerde, dat onzijdig ouderwijs voldoende was, riep men hem van alle kanten toe, dat onzïjdlg onder- wjjs niet bestonddat het wee of gods dienstig óf anti godsdienstig. Natuurlijk werd Ferrer, de aanstoker der onlusten in Barcelona, de man die de stelling huldigtnog Ood, nog meester, geen wet, geen gouvernement, tegenover de Spaansche overheid in bescherming genomen en werd hem hulde gebracht. Geprotesteerd werd ook tegen alle vervolgingen voor nieuw- Malthusiaansche propaganda. Voor de gemeenteverkiezingen, werd er besloten, zullen de vrijdenkers in ds veree nigingen enkel diegenen candidaat stellen, die zich verbinden de nonnen uit de gast huizen te verjagen want priesters, paters en nonnen moeten geweerd worden als on- gediert •Natuurlijk, zegt het R. v. Antw., zjn ze logiek, onze vrijdenkers: als men Ferrer toe juicht, die het in brand steken der kloosters en kerken van Barcelona en de lijkenschennis goedkeurt, 'moet men ook hier het voorbeeld van Ferrer volgen. >Het liberalisme is op een schoonen weg, voorwaar, of ten minste 't is op den weg waar het onvermijdelijk naar toe moest gaan.< NOORDPOOLLAND. Weer kwam in het Eugelsch Lagerhuis de kwestie ter sprake, wien het land aan de Noordpool wat er aan land moge zijn toebehoort. Een afgevaardigde vroeg of Canada aanspraak had gemaakt op alle land, liggende tusschen de grens van Amerika en de Noordpool, en of die aanspraak ver vat is in eenig verdrag, een artikel van de grondwet of document. Kolonel Seeiy antwoordde, dat, naar de minister van koloniën had vernomen, de Canadeesche regeering geen formeele ver klaring van de juiste grenzen van haar bezittingen in het Noorden heeft gegeven, maar dat men gelooft, dat zij zich gerech tigd acht al het aangeduide land voor Canada op te eischen. Intusschen wordt de twist tusschen Cook en Peaiy voortgezet. De volgende krasse beschuldiging is door dr. Norman Hauaeu in Politiken tegen Peaiy uitgebracht. »Nu dr. Cook vertrokken is, acht ik mij stond ontglipte het schaapje hem juist als de eerste maal en verdween het in 't duistere woud. De vreemdeling- ijlde het terstond ach terna en treurig ging de vrouw huiswaarts. Toen de gouden tijd van den Zomer ver dwenen was en de roode dagen van den Herfst gekomen waren, klom de vrouw voor de derde maal naar den heuvel van het avondrood. Nu was er de vreemdeling reeds. Maar hij was alleen en zijne voeten waren bloediger dan voorheen en de vrouw zag, dat ook onder de vreemde koningskroon op zijn voorhoofd groote bloeddroppels parel den. „ik heb op je gewacht", zeide hij. En de vrouw dacht, dat zij die stem al van jongsaf aan gekend had en wel hoorde zij haar voor de eerste maal, De vreemdeling nam de vrouw bij de hand en voerde haar door de struiken der bosschen bergopwaarts en in de dalen af. En terwijl zij voortgingen zag de vrouw, dat de grassprietjes niet bogen onder de schreden van den wandelaar en dat zijne hooge gestalte geen schadum wierp in het licht van de avondzon, De vrouw meende dat zij nog geen hon derd schreden gekrópen hadden en toch lag de zee reeds voor hen. Nu nam de vreem deling hare hand vast in de zijne, en zij zetten hunne voeten op het golvende dei nen en liepen er even zeker over heen als over het mos van den woudbodem. En weer na honderd stappen hield de zee op en zagen zij een vreemd land voor zich liggen met groene dalen en blauwe ber gen. Hooge boomen, zooals de vrouw nog nooit gezien had, hieven hunne kruinen als fonkelende kronen in het hemelblauw; de vogels zongen er duizendstemmig en er was niet tot zwjjgen gebonden, doch wil rucht baarheid geven aan de geschiedenis van een huis te Annootok, die dr. Oook te bescheiden was te openbaren. Dr. Oook bouwde een huis te Annootok, ten Noorden van Etah. Hg vormde de wanden van kis ten, gevuld met levensmiddelen, wapens en ammunitie, Naar dit depot begaf hQ zich in Februari 1909. Voor ifjn vertrek naar de Noordpoel maakte hg voor een vriend, de zoon van den millionnair Whitney het huis in orde, die het in den winter van 1908,'9 sou betrekken, terwgi hg jaagde op muskusossen. Toen dr. Cook en zyn beide Eskimo's, uitgeput en half verhongerd, het huis bereikten, kwam de heer Whitney naar buiten om hem te verwelkomen, doch binnen bevond zich een reusachtige Eskimo, door kapitein Peary daar achtergelaten om wacht te honden. Peaty had den man een geschreven instructie gegeven, aldus aan vangende dit huls behoort aan dr. Oook, doch daar dr. Cook lang geleden gestorven is, kan het voor hem niet meer dienen. Daarom laat ik Peary, den bootsman achter om het verlaten huls te bewaken.* De bootsman, die lezen noch schry ven kon, had den ganschen winter dr. Cook's provisie verkocht voor berenhuiden, en den heer Whitney voortdurend rnw behandeld. Dr. Cook moest zelfs vragen om in zyn huis te mogen. De Roosevelt, het schip van Peary, zal Zaterdag nit Battle Habour naar Sydney vertrekken. Misschien hooren we dan meer. DUITSCHLAND. Het congres der S. D. P. Het is op het congres der sociaaldemocratische party te Leipzig stormachtig toegegaan. Het ging nog over de stemmen, die de partygenooten in den Ryksdag voor de tweede lezing van de erfenisbelasting hadden uitgebracht. Tot een stemming over deze kwestie kwam het op het congres niet. Het voorstel om het debat te sluiten werd met kleine meerderheid aangenomen. Kautzky, de wetenschappeiyke leider der zuivere Marxisten, zei kort te voren, dat hy een grondige regeling van het vraagstuk hoe de socialisten over begrootin gen moeten stemmen noodig vond, maar op dit congres niet mogeiyk achtte. Een heftig tooneel riep het Rijksdaglid Ledebur op, toen hy zeide, dat het partij* bestuur in zyn verslag van de groep der Ryksdagleden tegen zyn zin geschrapt had, zoodat er een verkeerden indruk gewekt werd. Hy beweerde, dat de meerderheid van de groep er voor was om tegen de erfenis belasting te stemmen. Dit werd uit de ver gadering onwaar genoemd. Het partybestuur zachte bloemengeur in de lucht? „Zie daarheen!" zeide de vreemdeling en hij wees met |dje hand naar een bloeiend dal. De vrouw zag er haar schaapje bij een kudde vreemde dieren, welke zij niet ken de. Het schaapje liet treurig het kopje han gen, want de vreemde dieren drongen op hem aan en deden hem pijn. Toen zonk de vrouw op de knieën en bad: „Heer help hem!" „Zijn dag is nog niet gekomen", zeide de vreemdeling. Toen zag de vrouw den vreemdeling vol vertrouwen aan en greep zijne jiand en kuste die. Hij echter voerde haar terug uit het vreemde land, over de grauwe zee en door de duisternis der ruischende wouden tot in de stilte van den heuvel van het avondrood. Toen was hij verdwenen en keerde de vrouw getroost naar hare hut terug. Nu vielen de roode bladeren van de boo men en kwam de donk-ere tijd van Iden win ter. De vrouw kon nu niet weer naar den heuvel van liet avondrood gaan, want de sneeuw (tvad alle wegen en paden dik be dekt. Op een avond zat zij te spinnen bij het vuur in haar hut en dacht aan den vreemde ling en aan haar verloren schaapje. En een hevig verlangen was in haar hart. Plotseling hoorde zij een krassen en bla ten aan hare deur en toen zij opende stond haar verloren diertje er en liefkozend sprong het tegen haar op. Zij nam het in hare armen en dankte God onder vreugdetranen. Haar leven lang echter bleef in haar hart een verlangen naar den herder op den heu vel van het avondrood. EINDE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1909 | | pagina 1