3rt" Jaargang- FEUILLETON. Woensdag- 3 November 1909. EL. Kath. Nieuws- era iLdverteaitie'blaiCl ir©©ar No. 88. Verschijnt Woensdag en Zaterdag, Pronkzucht. Zoekt, en gij zult vinden. Buitenland Binnenland. ADVERTENTIËNt ONS BLAD. ABONNEMENTSPRIJS 50 cents per drie maanden franco aan huls Te betalen in het begin ran ieder kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 oent. Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Ons Blad". EU2MUBreedstraat 45, tegenover da B. E. Eerk, ts Alkmsar. Telefoon No. 433. Van 15 regela 80 eest. Elke regel meer6 Reclames per regel15 a Kleine advertenties van 130 woorden, bjj vooruitbet. 25 „Als onze grootvaders en grootmoe ders uit hun graf konden opstaan hoort men wel eens zeggen zouden ze vreemd staan te kijken.' Wij mogen dus als zeker aannemen, dat onze groot ouders, die vóór een halve eeuw zijn gestorven, in onze omgeving niet zouden weten wat ze zagen, en nog meer ver schrikt dan verbaasd onmiddellijk rechts omkeert zouden maken naar hun stille rustplaats. Op schier elk gebied zijn de toestanden zoozeer gewijzigd, dat lang gestorven lieden de wereld, waarin zij eenmaal loefden, ook hij een plotselinge herrijze nis niet meer terug zouden kennen. Met enkel om de velerlei vindingen, waarin stoom en electriciteit een rol spelen en die een geheele omwenteling in ons verkeerswezen brachten, zouden zij als aan den grond genageld staan, maar ook wegens den volop hoogtij vierenden opschik. Wanneer zij op een Zondag door de straten onzer steden wandelden, zou hun de vraag op de lippen komen„Zijn er geen dienst meisjes meer tegenwoordig? Zijn er alleen nog maar juffrouwen en mevrou wen in de wereld? Waar is de eerzame kornet met dito hoed gebleven Waai de omslagdoek? Waar het eenvoudig katoenen japonnetje of het stemmige stofje? We zien niets dan reusachtige wanhoeden, wuivende pluimen, voiles over de gezichten, giaceetjes aan de handen, kleeren van allerlei kleur en maaksel, vol kwikjes en strikjes en gitten, japonstoffen van minstens een paar gulden de el..." Maar al deze rijkdom is slechts schijn, èn ten opzichte van de dienstbaren, die met de burgerij een wedstrijd aangaan, wie het fijnst, niet zelden het opzich tigst voor den dag zal komen, èn met betrekking tot hetgeen wordt gedragen. Immers evenals zooveel huizen van onzen tijd, die er op het oog fraai en hecht uitzien, en die toch maar één steens muurtje hebben zóó is ook het gehalte van het fleurige en kleurige costuum onzer dienstboden licht en dicht. De overeenkomst met dat van meergegoeden zit in h9t model en in de kleuren, niet in de deugdelijkheid der stof. Zoodra de mode wat „nieuws" uitvindt en dat doet ze nog al eens in onze dagen, zoo ongeveer om de twee maanden zijn er confectie huizen, welke terstond hetzelfde in het goedkoope genre leveren en zoodoende onze dienstboden in staat stellen, met ae vrouw en de dochter van den huize, waar zij dienen, te concurreeren. Met dat al, hoe betrekkelijk goedkoop ook de dienstmeisjes zich kunnen EVANGELISCHE VERHALEN. 14) Naar 't Franseh. Alleen eindelijk vooraan, in een voor name afzondering, verhief zich op den Moriah de tempel, het wonder der wonde ren, bewaakt of bedreigd door den ge- duchten toren Antonia. O, die tempel van Jeruzalem. „Die hem niet gezien heeft, zeiden de rabbijnen, weet niet wat de schoonheid is." De veelkleurige steenen van zijn grondmuren daalden met won derbare stoutheid tot driehonderd voet loodrecht neder. Boven, in het diepe' azuur van den Oosterschen hemel, tee'- kenden zich, op de driedubbele rijen kolommen, de opeenvolgende terrassen en het massieve altaar af: alles een schit- tering van marmer, galerijen, ballustrade met goud beslagen deuren. Bij 't eerste gezicht, van af de hellingen van den Olijfberg, stond men verbluft over dien ujkdom, verre achter zich latend de heer lijkheid van den tempel van Salomon.... En de gouden punten, die het Heilige en het Heilige der Heiligen overdekten, wier- Pen in de ondergaande zon duizenden 'lammen uit, (h.et onbereikbare heiligdom in een stralend licht hullend. Suzanna en Gamaliel waren te zeer opschikken, toch dwingt de grilligheid der mode haar tot uitgaven niet in overeenstemming met het loon of schoon heel wat hooger dan vroeger dat ze verdienen, zoodat, als ni9t een ruim verval in die leemte komt voor zien, de zucht naar een nieuw hoedje of manteltje of onbevredigd moet blij ven of ten koste komt van het onder goed waarmede het bij velen in tegenstelling met vroeger maar armza- ligjes gesteld is of naar middelen doet grijpen die niet geoorloofd zijn. 't Is dan ook in onze dagen geen zeld zaamheid, dat een dienstbode, zoo zij meent dit ongestraft te kunnen doen, leentje buur speelt bij de garde robe van mevrouw of van een volwassen dochter en evenmin dat zij tot diefstal komt, enkel en alleen om aan haar pronkzucht te voldoen. En ziedaar ongerekend het ineenvloeien van de standen, waardoor men bij een bezoek soms niet weet of men met mevrouw- zelf of met het dienstmeisje te doen heeft de leelijke zijde van die alge- meeue jacht naar opsmukken, dat hartstochtelijk huldigen van een meer dan ooit wispelturige mode overigens in de hand gewerkt door do confectie huizen die er als de kippen bij zijn om de mode der groote dames te popu larizeeren De kwaal is niet speciaal Nederlandsch, noch Europeesch, zij heerscht overal. In de Vereenigde Staten reisde onlangs iemand de gevangenissen af om te onderzoeken, wat het meest de reden is, dat mannen, die overigens niet slecht zijn, zich laten verleiden tot diefstal, vervalsching van een handteekening, verduistering van gelden. Bijna altijd vond hij als reden de buitensporigheid der vrouw, die haar huishouding ver waarloosde, fraaie kleeren kocht, onver schillig waar het geld vandaan kwam, altijd méér geld noodig had voor dingen die zij best kon missen, en aldus ten laatste haar man tot misdaad dreef. Zoo iemand in ons land zich de moeite gaf voor eenzelfde onderzoek, hij zou wellicht in onze gevangenissen minder mannen aantreffen, die door de ijdelheid van hun vrouwen tot misdaad vervielen, dan do Yereenigde Staten er tellen, doch ongetwijfeld zou een blik in het leven van talrijke jeugdige vrouwelijke gevangenen, van talrijke dienstboden, die zich aan het eigendom van anderen vergrepen, leiden tot het vinden van dezelfde oorzaakde zucht naar opschik, het offeren aan een der afgoden van onze eeuw, die, na het geleidelijk ver dwijnen van de slagboomen tusschen de verschillende standen, de maatschappij beheerschen en haar tyranniek doen handelen naar hun wil en wet. (T. C.) Jood om Jeruzalem niet harstochtelijk lief te hebben. Maar 't was niet alleen de pradiit van de stad en den Tempel, 't was beider heiligheid, welke hen be koorde. Op gansch ide wereld was er voor hen niet (een zoo heilige grond, 't Was tegelijk, de woning Gods en het erfdeel hunner vaderen. Bij zich zelf zong Su- zanna, David navolgend, den lofzang: „Jeruzalem gebouwd als een onneem bare stad, opdat zij, die u beminnen, van alle goeds genieten. „Dat de vrede heersche in uw sterkte en de overvloed in uw torens. „Ter oorzake van het Huis van den Heer onzen God, heb ik vele goederen van u verlangd." En met nog vuriger aandoening: „De Heer heeft Sion uitverkoren; Hij heeft het gekozen voor Zijn erfdeel. „Ik heb mijn Christus een lamp bereid; ik zal zijne vijanden beschamen." Want bij die godvruchtige gedachten mengde zich een nieuw gevoel. Nicodemus had gezegd, dat Jezus van Nazareth ook onder Ide poorten des tempels leerde. Zij zou 'hem dus hooren, verloren in de menigte, 't W,as binnen twee dagen Paschen. 't Scheen haar onmogelijk, dat hij met zijn leerlingen niet naar Jeruza lem zou komen om het feest te vieren, De stad was reeds in haar feestgewaad: overal Herbergen in de open lucht; tapij ten en kussens uitgespreid op iden grond. Gansche karavanen haastten zich naar de GRIEKENLAND. De opstand van Typaldos is onderdrukt, Alle opstandelingen hebben zich overgege- geven of zijn gevlucht. Over het militaire avontuur vinden we meegedeeld door .een ooggetuige: Bijna op dezelfde plaats waar Theinis- stocles in 480 'v. 'Ohr. 'een schitterende over- winnig bevocht op. de vloot van Xerxes en 175 jaar later Demetrios Poliocretes de Grieksche-Egyptische armada versloeg, is de oproerling Typaldos met de regeeringsscne- pen slaags geraakt. Toen ik hoorde van vreemde dingen, die gebeuren gingen, snelde ik naar een heu vel, van waar men een prachtig uitzicht had over de torpedo's, die door Typaldos waren opgesteld. Nauwelijks stond ik ech ter maar die schepen te staren of ik werd' door een patrouille cavalleristen aangehou- Van !hen vernam ik, dat aan de Noordelijke helling van iden heuvel een taacht van infan terie ien cavallerie was opgesteld, en dat twee oorlogschepen en drie torpedo's langs de kust kruisten. Even later, 4 uur (werden de eerste schoten gewisseld en al dadelijk ontstond een le vendig kanongedonder, dat meer dan een kwartier duurde. Ik zag en hoorde grana ten uiteen barsten, ten kogels in 't water spat ten. Eenige troffen bet arsenaal, een kartets viel op een tier torpedo-booten, hetgeen een dikken rookwalm veroorzaakte. Dan 'trokken zich fde schepen leen voor een terug en zochten dekking achter een voor gebergte. Dit geschieddè' onder onophou delijke doch voor mij onbegrijpelijke sig nalen van Typaldos' commando-vaartuig. Op mijn weg naar hu,is ontmoette ik talrijke patrouilles en een bataljon infante rie, die ide straat van Eleusis naar Athene bewaakten, De officieren kwamen op mij afgestormd met koortsachtige nieuwsgierig heid vragend of -ik gezien had Wat er ge beurd was. Velen weenden van aandoening, bleschuldigden Typaidos van hoogverraad, en noemden hem Ide oorzaak van den bur geroorlog. SPANJE. Ferrer. Uit Bareelora wcrdt aan de Matin gemeld, dat Ferrer zijne kinderen 'zoo goed als onterfd heeft. Hij laat hun elk niet meer dan de 2000 presetas na, waartoe hij volgens ide wet verplicht is en verbindt er het verzoek aan, de som niet aan te nemen. Het leeuwendeel van Ferrer's for tuin komt aan een 'bekend anarchist, die te Liverpool woont, en aan zijne minnares So- ledad Villafranca. Ferrer heeft drie dochters. De oudste, Trinidad, die eenigermate de denkbeelden van Siaren vader is toegedaan, maar deson danks onterfd is, werkt 'in leen biscuitfabriek. feesten, in eentonig rhythme de gewijde zangen herhalend. Draperieën, die voor de weelderige of bescfneiden woningen neervielen, toonden aan, dat er plaatsen vrij waren voor den vreemdeling of voor den arme. Meer dan een millioen men schel! bewogen zich binnen en buiten de muren tot aan den Olijfberg en Bethaj nië. Suzanna en Gamaliel hadden moeite om zich een doortocht te banen. Zelfs de uitgestrekte Xystus, het openbare plein, dat zich uitstrekte ten oiosten van denj berg Sion, beneden het paleis van den hoogepriester, wemelde vanpelgrims, kinderen, ezels, kameelen, hier en daar groepeerend iof beschutting zoekend onder de zuilen, die het plein omringden. Suzan na schepte er groot behagen in, dat volk in die ongewone beweging te zien. Toen zij haar woning bereikte, was haar hart vol hoop. Zij woonden tegenover den Tempel, niet ver van de koninklijke burg, waar van de hardsteenen bogen, geworpen over den Tiropaeo, Sion en Moriah ver bonden. i Zoodra Suzanna zich onder de bescher ming der dikke en rustige muren barer huizinge bevond, was haar eerste zorg een sluier van levendige kleuren voor de deur te hangen. .Telken jare stond de gastvrije woning open voor de vreemde broeders. Ditmaal wijdde Suzanna aan haar zorgen grooter toewijding en meer ijver. Wie weet of Jezus van Nazareth niet binnen zou komen als hij voorbij- De tweede Paz, tooneelspeelster te Parijs, was Ihet in geenen deele met haren vader eens, maar toch scheen zij tie eenige zij ner Icin'deren te zijn, voor 'wie hij nog eenige vaderlijke liefde koesterde, en de derde dochter, Sol, had hij reeds van hare prille jeugd af aan haar lot overgelaten. Een voorbeeldig vader deze „hervor mer" der Maatschappij!! MAROKKO. De Sultan van Marokko legt zijne wreed heden nog niet af, zegt ide correspondent van Daily Mail te Fez. Onlangs miste hij een boek. Toen het niet dadelijk uitkwam wie het had weggenomen, liet de sultan zijn bedienden en slaven geeselen tot de bekentenis verkregen werd, Idat een dertien jarige slaaf het boek had gestolen. De sul tan liet hem de rechterhand afkappen. Volgens deze correspondent heeft de wreedheid van den sultan de stammen in Teza tot opstand gebracht. Zij (erkennen den sultan iniet en hebben tot bun bestuurders een, raad van aanzienlijken gekozen. Het is daar hu feitelijk leen [onafhankelijke republiek. Te Tandzjer gaat het gerucht, dat die stammen van Teza Abd-el-Azis tot sultan hebben uitgeroepen, en Moeial Kebir als zijn chalief. KOREA. Uit Kobe wordt gemeld dat het bericht van den moord op Ito de gemoederen in Korea in hooge mate opgewonden maakt. Er 'heet daar een algemeene tegen Japan- geriehten volksopstand op handen te zijn. D'e stand van zaken op Korea moet zoo dreigend zijn, dat generaal Okoero; de op perbevelhebber van de Japansche troepen besloten heeft van zijn bezoek aan Tokio af te zien. FRANKRIJK De onderwijsstrijd. Op ecu banket van de onderwijs-liga sprak Briand een lange re devoering uit, waarin hij er op Wees, welk belang 'de regeering stelt in ide zaak, door de liga verdedigd. Met klem bevestigde hij, dat de regee ring geen aanslag zal dulden op het werk, dat het wezeji-vam ide republiek uitmaakt. Verder herinnerde hij aan iden aanval waar aan ide openbare school bloot istaat. Die aan vallen worden heftiger naarmate de ver kiezingen naderen, wat ide gewone tactiek der vijanden van tie republiek is. Opnieuw tioet hij idan een beroep op ide kalmte van zijn landgenooten, opdat het land niet verstoord wordt door manifesta ties, die zich tegen die openbare school zouden, voordoen. In vele gemeenten valt niet izonder droefheid te constateeren, dat de priesters gehoorzamen aan zekere op drachten. Het lamd Iaat zich geen orders geven, die van buiten komen, zelfs Katho lieken zullen niet dulden, dat men de hand zou leggen op tie overtuiging tier Franschen. ging? Wie weet of hij niet aan hun tafel zou komen zitten als voorheen aan -die van Simon; of hij zelf niet met hen den zinnebeeldigen maaltijd, het Paschlam, zou deelen? Maar het feest verliep, zonder dat hij kwam. Niet alleen klopte hij niet aan hun deur, maar noch de Tempel, noch Jeruzalem zagen hem. Hij zette zijn ver blijf elders voort. Alen sprak nu van Deca- poiië van Tyrus en Sidon. Hij naderde de Heilige Stad niet meer. Nisan, de maand van bloemen, verliep geheel zon der zijn tegenwoordigheidIjar, met ie zachtheid van Mei in een Oosterschen he mel; Sivan, de stralende; Tammuz en de maand der vruchten, Ab; Elul einde lijk met zijn wijnoogst, die alle gingen langzaam voorbij zonder hem terug te voeren. Zou zij hem nog wachten Zij wist het niet te zeggen. Maar de opgewon- denheid van het volk rond haar was buitengewoon. Bij ieder groot feest klonk de ongeruste vraag: „Waar Is !1.|KjDe I meest tegenstrijdige geruchten liepen omtrent zijn persoon. De meeningen waren verdeeld. De eenen geloofden in hem om het veie goed, dat hij deed; dat waren de eenvoudigen. Anderen be schouwden hem als een verleider, die de menigte beidriegt; dat waren degenen, op wier misdaden hij wees, en de mach tigen, de geleerden en de rijken. De zen redetwisten niet over hem; zij ver achtten hem. Zij zeiden onder elkander: De regeering zal tie openbare school met energie ien met wettige (middelen verdedigen en het middel daartloe aangeven. Tot zoo- ver Briand. De katholieken kunnen zich dan op nieuwe vervolgingen voorbereiden. H. J. Lovlnk. Bij Kon. Beil. ii aan H. J. Lovink, met ingang van 15 deier, op zfjn verzoek, eervol ontalag verleend nit zijne betrekking van directeur generaal van den landbouw, onder dankbetuiging voor de vele en gewichtige diensten door hem in die betrekking bewezen. De staking te IJmulden. Men meldt uit IJmulden aan de Tel Zondag aan den rfjkavitchafilag een twee tal Engelzche en een 4 tal Hollandrche tra wie», 3 sloepen met bengviscb, enkele smaka en 4 Schoteche haringjagers. Is men dus niet geheel zonder viscb, in vergelijking van andere Maandagen en met de behoefte is de aanvoer gering. De anders woelige Zaterdagavond is tuttig voorbijgegaan en ook de Zondag, tot middernacht zeer waar schijnlijk van de zijde van eenige stakers een aanval werd gedaan op bet huis van den beer K.(eigersberg), vice-consnl van En geland en Noorwegen, reeder van 2 kleine stoomtrawiers. Even na 12 uur werd met een grooten steen, een dikke spiegelruit van het kan toor verbrijzeld. De heer B., in den slaap opgeschrikt, loste eenige revolverschoten in de lucht, waarna in de haast eenige mannen zich in de duisternis verwijderden. Uit bedreigingen, daarbij geuit, heeft de heer B. kunnen op maken, dat het stakers waren, die vermoe delijk wraak wilden nemen, omdat de heer B. een Engelsch varensgeiel, nog Engelsch onderdaan en werkwillige, in bescherming bad genomen, en diens gezin bescherming bad doen verleenen. De Lintjeszaak. Bij de algemeene be- grootlngsdiscuesie, in de afdeeling der Tweede Kamer gehouden, heeft, naar verwacht kon worden, in alle afdeelingen eene gedachten- wisseling plaats gehad >ter zake van de gelijk het in het verslag wordt aangeduid in 1903 aan den heer B. Lebmann verleende decoratie en hetgeen omtrent deze zaak be kend werd'. Naar het schijnt, heeft by deze gedachtenwisseling dr. Kuyper het woord niet gevoerd. Het verslag bepaalt zich tot vragenvragen, waarop veelal zonder veel moeite dr. Kuyper het antwoord bad kunnen geven doch de lust om te spreken heeft blijkbaar by hem niet bestaan, niettegen staande, geiyk u't het verslag dnideiyk wordt, ook van de rechterzyde der Kamer op nader* opheldering is aangedrongen. Veel nieuws is overigens in de Kamer- afdeelingen niet te berde gebracht. Het „Is er wel iemand onder ons, die in dien man gelooft?" Nicodemus, altijd vrees achtig. zweeg. Gamaliel bleef verre van die gesprekken; hij had zijn lessen her-, vat, die gevolgd werden door een ijve rige leergierige jeugd, steeds meer vol geestdrift, en bewondering voor den groo ten meester. Zijn onderricht behield zoo vreemd bij een rabbijn idat per soonlijk karakter van verdraagzaamheid en breedheid van opvatting vermengd, misschien, tnet een duidelijker gevoel va» van neerslachtigheid. Hij sprak nooit over den Messias. Misschien dacht hij er dikwijls aan. Tishri (September en October) nader de, meevoerend zijn stoet van feesten Vooreerst was daar de groote dag van Boete, de eenige van het jaar, waarop de hoogepriester, in 't wit gekleed, den eerbiedwaaitiigen drempel van het hei ligdom overtrad en het Heilige der Hei ligen binnenging. Op dien dag deed hij, na een strenge vasten, een offerande voor zijn zonden en die van het volk, en joeg hij een zondebok in de woestijn, met een purperen lap tusschen de horens. De 'hoogepriester was toen, reeds sinds 10 jaren, Jozef Caiphas, schoonzoon van Annas. Dank zijn listen en handigheden wist Annas sinds een halve eeuw het hoogste priesterschap in zijn familie te behouden. Zijn vier zonen van Kanthéros of van Phabis. Het volk haatte en veracht te ihejv allen. (Wordt Vervold.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1909 | | pagina 1