"St. Kath. Nieuws- eia Advertentieblad voor Noord-Holland. No. 95. Zaterdag 27 November 1909. 3d' Jaargang Beroepskeuze. FEUILLETON. Zoekt, en gij zult vinden. Verschijnt Woensdag; en Saterdag* Dit nummer bestaat uit 8 bladz Buitenland. ONS BLAD. ABONNEMENTSPRIJS 50 cents per drie maanden franco aan huis. Te betalen in het begin ran ieder kwartaal. Afzonderlijke nummers3 cent. Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Ons Blad". EURE&UBreadatraat 45, tegenover da R. E. Kerk, ts Alkmaar. Telefoon No. 433. AOVERTENTIËN: Van 15 regels80 Elke regel meer f s Reclames per regel 16 a Kleine advertenties van 130 woorden, bij vooruitbet. 25 De tijd der examens is 'weer voorbij. „De eene helft van Nederland vraagt de andere leeg", heeft eens iemand met overdrijving gezegd, maar er schuilt toch veel waars in. Wie in den laatsten tijd de couranten inzag, stuitte telkens op een lange lijst van namen van gelukkigen, die toegelaten wa ren tot Hoogere Burgerschool of Gymnasi um, overgegaan waren voorwaardelijk o, schrikkelijke vacantie! of onvoorwaar delijk; of ook van hen, die zoo gelukkig waren het einddiploma te verwerven van de Inrichting, waar zij hun jeugd lief en leed gedurende 3, 5 of 6 jaren hadden geleden, en gevormd waren om het leven verder in te gaan, gewapend met een goe de dosis kennis, die hun van nut zal zijn en met misschien nog grootere dosis, die zij zoo spoedig mogelijk zullen vergeten. Over het opnemen van al die namen in de courant zouden we heel wat kunnen schrijven. De vraag, of het gewenscht is om de kinderen door het publiceeren van hun namen al zoo vroeg ijdel te maken in het midden latend, willen we er alleen maar op wijzen, dat elke zomer onze maatschap pij opnieuw voorziet van grooten toevoer op de arbeidsmarkt, en die lange lijsten van geslaagden voor eind-examen voor hen die wat verder denkt, de vraag doet rijzen; wat wordt er van al die jongelui? Natuurlijk vallen er al dadelijk heel wat af, die niet op de groote voederkrib der maatschappij zijn aangewezen. Er zijn er, die hun einddiploma H.B.S. of Gymnasium haalden als eersten stap op den verderen weg der studie, die officier, dokter, leer- aar willen worden. Over dezulken hebben we 't nu niet. Ook niet over die gelukki gen, (die na hun school te hebben afgeloopen, hun kennis productief gaan maken in de zaak van vader, oom of ander familielid, waar een plaats voor hen is opengehou den, of wordt gecreëerd en waar zij leens als patroon zullen optreden. Maar behalve deze categoriën zijn er hon derden jongelui, die met het eindexamen de school den rug toekeeren, en een plaats moeten zoeken, en zich dus komen pre senteeren op de groote arbeidsmarkt, zeer velen zelfs nog zonder dat zij weten, in welken tak van bedrijf zij een bezigheid, een toekomst willen zoeken. Voor hen is het nu de grootste moeilijk heid om „er tusschen te komen", om iets te vinden, dat, al loont het misschien in den beginne niet voldoende, toch redelijk uitzicht geeft op een behoorlijke toekomst En voor hen en door hen worden nu al lerlei sollicitatiebrieven geschreven en wor den (kennissen, liefst zoo invloedrijk mogelijk, EVANGELISCHE VERHALEN. l'O Naar 't Franecb. Bij de intrede van het dorp, bij een plotselingen draai van den weg, ont moette Maria Jezus van Nazereth. Zij sprak hem aan met de zelfde woorden, die geenszins een verwijt waren, maar alleen de verheven beteekenis inhielden, dat zoolang Jezus daar was, geen enkele ramp, haar kon overkomen: Heer, als gij hier waart geweest, zou mijn broeder niet gestorven zijn. Een welsprekende overtuiging drong zich aan den geest van Suzanna. Maria, die thans een woord van vertrouwvolle vriendschap sprak, de klacht uitte van een zwak hart tot een alvermogend hart, was dezelfde vrouw, eertijds aan de voeten van den Heer gebradit door de schande van lange jaren van ongeregeldheden £>e gedaanteverandering van die ziel was zoo volkomen, dat de zondaresse mocht spreken als een die nooit gevallen was... Zoozeer schonk hij dus vergeving. Zij \verd er door getroffen. Maria lag op de knieën, wegsmeltend! 111 tranen. De Joden, die daar waren, weenden ook. 't Waren niet meer de voor geschreven verrichtingen van de begrafe. aan het werk gezet om hun tot „kruiwagen" te dienen ter bereiking van een begeerlijke plaats. Slechts weinigen zijn zich bewust van den weg, die zij willen Ioopen, zeiden we. Men moet de pogingen hebben aanschouwd, door gediplomeerden gedaan, om „iets" te krijgen, om het even wat, en dadelijk geeft men het toe, dat het vaak een hard draverij is met weinig kans op een prijs, of sterker nog, een loterij met zeer veel „nie ten". Op een kantoor is vaak het ideaal en maar al te weinig wordt er onderscheid gemaakt en naar de toekomst gevraagd, als maar eerst de sollicitant aan een lesse naar is geplaatst. De ontevredenheid met de positie komt later wel. Hoe komt het toch, dat die toestanden zoo zijn? Wat is de reden, dat elk jaar opnieuw voor allerlei betrekkinkjes honder den sollicitanten zijn? Want een feit is 't dat telkens opnieuw wordt bevestigd, dat voor salarisjes, ter nauwernood voldoende om een jongmensch behoorlijk huisvesting te verleenen, keuze in overvloed is. Het is een sociaal verschijnsel, eenerzijds in de hand gewerkt door de groote uitbreiding van het aantal gelegenheden voor middelbaar onderwijs en anderzijds bevorderd door het streven van vele kleine burgers om van hun ne kinderen „iets meer" te willen maken, dan zij ezelf zijn. Geen van beide is te veroordeelen. Hoe meer goede scholen er zijn, hoe beter kan een natie zich ontwikkeien en des te kracn- tiger kan zij worden; en dat de menschen het voor hun kinderen „hoogerop" zoe ken, is ook niet te misprijzen, hoewel er een gevaar in steekt, dat trouwens meer van paedagogische zijde gecureerd moet wor den dan door den sociaal-econoom. Maar vaak ligt er in het streven om den jongen „Kantoorheer" te willen laten worden een element, dat wij meenen te moeten veroor deelen. Het ambacht, dei handenarbeid is in Idiscre- djet geraakt In de laatste jaren is er wel eenige rehabilitatie merkbaar, maar toch ziet men nog al te vaak, dat menschen, die zelf grove handen hebben, hun zoon dat lot willen besparen ien hem liever een boord en machetten zien dragen, 't Is menschelijk, maar verkeerd. O, natuurlijk, de middenstand op de kantoorkruk moet er zijn, vooral in onzen tijd van inkt en papier, maar toch.... wie zijn zoon alleen om het uiterlijk aantrek kelijke van het heer-zijn het kantoor in. duwt, en meent hem te kort te idoen, wanneer hij hem een ambacht goed zou laten keren, die heeft het toch o.i. niet aan het rechte end, De Maatschappij heeft behoefte, niet aan menschen, die geen vak verstaan, maar wel aan degelijke vaklui, ten er zijn zooveel be drijven, waarin een ontwikkeld jongmensch juist omdat hij ontwikkeld is, promotie zou kunnen maken, als hij de moeite zou willen nemen bij zijne schoolkennis een vak gron- nis, het treurgeluid der fluiten, de wan luidende kreten der vrouwen, 't Was de diepe smart, door de wonde der scheiding aan 't hart veroorzaakt en door geen teederheid te bedaren, 't Was de storm vlaag, die ontwortelt en omverwerpt al wat innig is.... Gelukkig degenen, die in zoo droeve uren de weinige schreden doen die hen leiden naar den Meester die hun kwelling aan hem blootleggen in een klacht, even vertrouwvol als deze: Heer als gij hier geweest waart, zou mijn broeder niet gestorven zijn. En Suzanna was tegenwoordig bij die ontmoeting van Jezus van Nazareth met onziel aandsche droefheden. Zij had den Meester tegenover alle lichamelijke ellen den gezien, op de stralende hellingen van Keurn Eddin, te midden van blinden dooven en stommen, weldoende voorbij gaand, en allen genezend. Hij was zoo barmhartig, zoo goed; maar hij vervulde een zending, bevestigde zoo door het groote bewijs, van het wonder, dat hij door God gezonden was... Zij had den Heer gezien tegenover de ergste der ellenden, de zonde der schande en de zedelijke verlaging. En hij had de handen uitgestrekt, hij had vergeving geschonken met dat oneindige medelijden, hetwelk het kwaad onder de barmhartig heid scheen te b edekken. Maar dat maakte hem grooter, bradht hem dichter tot den Heer, die zich bij slot van rekening, het recht van vergiffenis heeft voorbehouden. dig te leeren. 't Is waar, als de jongen' van een 3-jarige burgerschool komt, lijkt hij al een piet, maar er is, dunkt ons, toch geen enkele reden, om hem in die ge dachte te stijven, en het is voordeeliger om hem dan nog een paar jaar op een goe de vakschool te doen, zoodat hij goed toe gerust het leven in gaat als practicus, dan dat hij, als aanhangsel van het „geleerd proletariaat", een maatschappelijk euvel gaat worden. Voordeeliger voor hem zelf en voordeeli ger voor de maatschappij. Voor hem zelf j omdat hij dan na volbrachte vakstudi'. spoe- j dig meer kan verdienen dan op e.-n kan toorkruk en voordeeliger voor de Maatschap pij, omdat de arbeidsmarkt in de branche van solliciteerende klerken dan wat minder overvoerd zou zijn. Een vakman, die in zijn jeugd middelbaar onderwijs genoot, is later meer waard dan iemand, die van de gewone lagere school in het vak is gekomen. Hij zal later in den regel uitmunten door oordeel, algemeene ont wikkeling, manieren, en al spoedig uit den grooten hoop naar voren komen. Menige zaak is verlegen om zoo iemand als werk meester, en menig patroon zal zoo iemand gaarne goed willen salarieeren, vaak heel wat beter dan zijn klerken; die Fransch, Duitsch of Engelsch moeten kunnen corres- pondeeren. Er is in onzen tijd 'een zekere rehabilitatie van het ambacht merkbaar, zeiden we boven. De kunst legt beslag op eiken tak van nijverheid en het kunstambacht vraagt ont wikkelde werklui. Waar de Maatschappij dus dien kant uit wil, moet men Idat streven op merken, en o.i. doet een vader veel beter zijn zoon te leeren, dat handenarbeid even zeer adelt, als elk ander werk. Het zit niet in boord of manchet, ook voor den blauwen kiel kan er achting zijn, mits maar de per soon, die haar draagt, hem weet te eeren. Daarom is onze raad aan vele vaders, die hun zoons met einddiploma's thuis krijgen, en niet weten, wat ze er nu mee zullen be ginnen, deze: Als gij 't kunt 'doen, doe dan uw jongen op een ambacht, laat hem smid timmerman, machinist, bakker, stukadoor, ty pograaf of wat ook worden. Vraag Maar zijn lust, naar zijn aanleg, maar leer hem, dat werken met de handen geen schande is, omdat handenarbeid van iemand met een goed denkend hoofd, steeds zal worden ge waardeerd. En bovendien: goede ambachtslui zijn er in een land nooit te veel. K. S. BELGIE. De persoonlijke dienstplicht is in België tot stand gekomen. De strijd tusschen de ka tholieken is hiermee eigenlijk uit. Nochtans roept de fractie-woeste ach en wee! en, Het bracht Jezus niet nader tot onze vleeschelijke harten.... Zou hij voor onze angsten onontvanke lijk onmeedoogend blijven? Hij, die zijn moeder verlaten had om de menschen te onderrichten en die zeide dat men, uit liefde tot (hem, tot zelfs zijn eigen ziel moest haten, wat dacht hij van de be proevingen, die ons kwellen? Wat zoude hij, wijl immers deze aarde slechts een tijdelijke verblijfplaats is, zich bekomme ren om de angstkreten, die men er inna- melooze droefheid slaaakt. De scheiding, de dood, de rouw eindelijk voor eenige dagen, wat beteekent dit alles tegenover de jaren der eeuwigheid? De opgewondenheid van Suzanna was zoo groot, dat zij hed gelaat van den Meester niet durfde aanzien, uit vrees het onmeedoogend te vinden en de stilzwijgende veroordeeling te lezen van wreed, o maar al te wreed te gevoelen, dat zij te verre van hem stond. Haar ver langen om dit zeker te wieten was echter- zoo sterk in haar, dat zij allengs haar hoofd ophief en langzaam aanschouwde zij, in het koude licht van dien wintermiddag, Martha en Maria in haar tranen, de be droefde Joden rond haar en Jezus tegen over deze menscbelijke smart. En Jezus weende. Zij gingen thans allen naar het graf. 't Was een mooie, kalme dag. De palmen hadden huiverend hun takken saamge- leest men «ie bladen, zegt de correspon dent van de „Tijd", leest men de bladen, welke dezien om1 (die; genen om andere reden, zich scharen bij de oude garde, qui meurt mais ne se rend pas, dan zou men gaan meenen, dat er iets vreeselijks is ge beurd; dat er verraad is gepleegd; dat het land zijn ondergang te gemoet gaat en de katholieke partij verloren is. Waarom dit schrikkelijk misbaar? Wat is er eigenlijk geschied; een kwestie, die alle partijen raakt, die van belang is niet alleen voor iederen Katholiek, maar voor iederen Belg is met behulp van alle partijen opgelost en iedere Belg is bij de oplossing vertegen^ woordigd geworden. Is dit zoo abnormaal? Wanneer men lang in het duister is geweest is ide indruk van het voor anderen gewone) daglicht zeer scherp. Zoo gaat het hier. Aan het Handelsblad van Antwerpen ont leen en we: Het ministerie heeft eenen flater begaan tegenover zijne politieke vrienden. Dat staat vast en daarop valt ier niets meer te zeggen of te doen... voor het oogenbiik. De zaak is geklonken. Maar tegenover de ontmoedigende stem ming pnder onze vrienden, moet ik toch ook nog de overwegingen aanteekenen, die ik hier en daar hoorde uiteen of waarvan de weergalm mij uit verscheidene kanten der provincie is toegekomen. „De verdeeldheid in de katholieke partij over de militaire kwestie mag gteene al gemeene verdeeldheid verwekkentegenstre vers en partijgangers van het ontwerp der regeering moeten daarom nu in elkanders garen niet ioopen en zich onderling bekij ken als de glinsterende steenen hondjes die op onze schouwberden prijken. Zulke vijandschap zou eene ware ramp zijn voor de partij, want de liberalen en socialisten zoeken naar eene gelegenheid om eene on vervulbare kloof te maken, tusschen de twee deelen der katholieke Kamervertegenwoor diging die zich op de krijgskwestie gesteld hebben.. „Heiliger zaken staan op 't spel en voor de verdediging of oplossing dezelve zal geheel de partij eensgezind moeten strij den. De handen uit de mouwen en als één man het hoofd geboden aan de vereenigde tegenstrevers, die onze zwakheden beloe ren om ons in die pekelkuip, te steken. De actie tegen het besluit der Congo- regeering aan de overzij van de Noord zee gevoerd, blijft niet onbeantwoord. De Kamer v. Koophandel te Antwerpen heeft een besluit van protest aangenomen, waarin zij am; ten krachtigste in verziet komt „tegen, de onrechtvaardige aantijging gen van sommige onverzoenlijke groepee ringen die, onder voorwendsel dat het be stuur niet binnen de 24 uren heel het be heer over de kolonie het onderste boven werpt, de oprechtheid der overheid in twijfel vouwen; geen bloemen, geen heesters langs den weg, niets dan het groen der olijven, Een koud, scherp licht omhulde de stee nen en de kale takken der zeldzame boomen. Met de vastheid, welke de gedachte in beslissende uren bezit, beschouwde Suzanna de Hebreeuwsche letters, geweven in de mouw van Jezus' mantel, trach tend te ontcijferen; het was haar of de te letters grooter werden en ineensmolten; Suzanna streed met zich zelf; zij stiet een heilige vrees van zich af, welke haar deed huiveren. De Joden rond haar zeiden: Als Jezus van Nazareth hem zoo beminde, had hij dan niet kunnen voor komen, dat hij stierf! Hij heeft wel de oogen van den blindgeborene geopend. 't Was zoo koud in de lucht, dat iedere tred duidelijk op den harden bodem weer klonk. Suzanna liep als in een droom. Die Hebreeuwsche letters martelden heur hersenen, prentten zich in haar geheugen ais karakters van vuur. Zij dacht: Ik wilde, dat Gamaliel hier was. Men was in den tuin gekomen vóór de grafkamer, 't Was een grot. Een steen sloot den ingang. Jesus zeide: Neemt den steen weg. Martha liep haastig naar voren Heer, dat is niet mogelijk. Hij riekt reeds. Hij is a|l vier dagen dood. Heb ik u niet gezegd, d,at gij de glorie God& zoudt zjen als gij gelooft? trekt, wanneer alles in bet verleden van ons volk van zijne menschlievendheid en geest van vooruigang gettuigt" Kardinaal Merrier en de bisschoppen van Gent, Brugge, Doornik, Namen en Luik hebben aan Mgr. Bourne, den aartsbisschop van Westminister, den volgende brief gericht: Hoogeerwaarde Heer, De Belgische bisschoppen zijn u diep er. kentelijk, doordien gij met eene zoo wijze en waardig gemotiveerde weigering geant woord hebt op de uitnoodiging van de Congo Reform Association tot bijwoning der meeting van 19 November. Sterk door de humanitaire gevoelens die al hunne landgenooten zonder onderscheid bezielen; sterk door den geest van welda digheid en apostolaat die het kenmerk is van de geloovigen en de geestelijkheid in België, zien de Belgische bisschoppen met vertrouwen de toekomst der Belgische ko lonie tegemoet, alsmede de hervormingen die het Belgisch gouvernement heeft inges. schreven in het program, ontwikkeld inde begrooting van Belgisch Congo voor 1910, neergelegd in de Kamer op 28 October 1L De belanglooze ondersteuners der neger, bevolking kunnen de verzekering hebben dat, ook zonder buitenlandschen dwang, het Belgische volk moedig en christelijk zijne beschavende zending in zijne koloniën zal uitvoeren. Aanvaard, Hoogeerwaarde, de vernieuw de uitdrukking onzer erkentelijkheid en ambtsbroederlijke genegenheid. ENGELAND. Overal Is er bedrog. In het Lagerhuis maakte een afgevaardigde er de regeering opmerkzaam op, dat c- het buitenland por. seledn wordt gemaakt, voorzien van het merit van bekende Engelsche porseleinbakkers, en dan in Engeland ingevoerd wordt. Of zij dat niet kon tegengaan? Minister Chur chill, antwoordde, dat in het afgeloopen jaar slechts een geval ter kennis van de re geering kwam en het porselein toen niet tot het land is toegelaten. Als de regeering de noodigie gegevens heeft zal zij wie der. gelijke waar verkoopt strafrechtelijk vervol, gen. Het is niet duidelijk, wie in deze zaak voor bedriegers worden gehouden, de bui. tenlandsche porseleinbakkers die een merk willen gebruiken dat hun niet toekomt, of de Engelsche die buitenlandsch porselein verkoopen als in Engeland gemaakt Wij ver moeden, de laatsten. Suffragettes Omtrent de lieve kiesreeht* dames en hare liefelijk-zachtzinnige handel wijze, vinden we een bericht, dat de re. geering een weinig te zeer bevreesd wordt De Londensche politie toch had Dinsdag buitengewone maatregelen genomen om den ministerraad te beschermen tegen 6trijdlus- tigieis temrechtvrouwen, maar die maatrn. vroeg Jesus. Eenige mannen naderden. De steen gleed door de sponning. De gapende ope. ning werd zichtbaar. Een schril licht ver- helderde de kamer, die aan 't graf voor. afging; op den achtergrond teekenden de nissen zich vaag af in den schaduw. Suzanna dwong zich te denken; „Hij wil hem terugzien." Een huivering doorschokte haar. Martha maakte een gebaar van schrik. Maria, voorover gebogen, aanschouwde den Meester. Jesus trad eenige passen vooruit, alleen, in verheven majesteit Hij hief de handen omhoog en bad luidde: Vader, ik dank U, dat Gij mij ver. hoord hebt. Ik voor mij weet, dat Gij mij altijd, verhoordet. Maar het is voor het volk, dat mij omringt, dat ik gesproken heb, opdat zij gelooven, dat Gij 't zijt, die mij gezonden hebt Het geluid van zijn ernstige stem stierf weg in de rustige lucht Een plechtige stilte heerschte onder de menigte. Suzanna een bezwijming nabij, sloot de oogen. Jezus riep met luider stem: Lazarus, sta op. Onbeschrijfelijk was wat nu gebeurde. Een beweging van schrik ging, als een golf, door de menigte. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1909 | | pagina 1